Nomina
DE MODE
HAARLEM'S DAGBLAD
VROUWENKLEEDING
ZATERDAG 5 JULI 1924
VIERDE BLAD
LUCHTIGE KINDERJURKJES.
lloi valt niot altijd ovon gemakke-1
lijk om iet» leuk» ie verzinnen voor
onze kleine dametje». Z« rijn romo:&
ook altijd zoo dn»* in do we©r on :na-
kon rich zoo ontzettend vuil. Maar
toch. do mMH moeder» hebben or we!
v«i| voor over om de kleutet* ia aar
dig® D»kj«6 t© steken er. oen voordoe',
van hot warme jaarge::;!© altijd,
dat het wasschen niet zoo'n hee! erg
werk i*.
KleeriJ©». welke zelfs door de minst
bedreven huisvrouw gemaal;! kunnen
worden, rijn do i.e. Mn-vuarvrhe
Jurkjes, met leuke, korte en ♦••!-. weinig
ingenomen rokj©©. Men kan de stol
vnn bijna allo zomergoed nemen maai
Lij voerkeur linnen, zephir, piqué of
u»v r. IJerie ons ontwerp je een». Geen
andere gnrneering. dan een band van
gekleurd lint en hoogster» nog e«n
unaJ ceintuurtje 't wolk men door kl<
ne openingen haalt.
Onder dit jurkje late m©n de meisjes
wit ondergoed dragen. Wij geven hier-
i nog de modellen vsn een eenvou
dig combinretjo en een onderrokje.
Men kan dit het best vervaardigen
van ni'iwoek en broderie-,inglaiw. De
dril- patroontjes eanun kosten 60 Ct®
Men vrage nu miner 231.
VOOR HUIZEN ZONDER SERRES
Hoewel men den Innt.Mnn tijd in
ons Innd vrijwel Dan alle huizen serres
bouwt, zijn er loch nog wel woningen
te vinden, waar men dit niet gednan
heeft. Vooral buiten, maar mecetal is
er dan ook meer ruimte voor een tuin
vrijgelaten. Toch is met betrekkelijk
weinig onkosten bijna overal een ser
re aan te brengen Men heeft er
slecht» een t g. Fransch venster voor
noodig j - gewone openslaande tuin-
NOG IETS VOOR KLEINE
MEISJES.
werkt gestel en zij moesten dan ook
veel meer worden gegeten, vooral door
menschen, die veel en inspannenden
hoofdarbead hebben to verrichten. Ook
lijders aan ziekten van het bloed en
zenuwkwalen zullen er veel nut van
hebben". Verder zegt hij nog: Niets
is beter voor het verkrijgen van een
zachte en mooie gelaatskleur dan het
eten van uien in hun verschillende
vormen".
Dat een gekookte ui een probaat
middel is tegen een gevatte kou weet,
vrijwel iedereen.
Na het gereed maken of eten van
uien, wrijve men de handen met wat
zout om ze daarna in koud water te
wasechen. Hierdoor verwijdert i
den scherpen reuk.
VAN HEINDE EN VER.
EEN EN ANDER OVER DE
JAPANSCHE VROUW.
Iedereen kent wel de Japansche
prentjes van de teere fijne kindvrouw
tjes op de hooge houten schoentjes
en voor velen blijven deze afbeeldin
gen een versiering zonder meer.
Eigenlijk zijn we zoo gewend geraakt
aan deze subtiel geteekende figuurtjes,
dat we doorgaans vergeten, dat het
Een lief en degelijk zonier-jurkje
kan men altijd in een paar verlorenjvoorstellingen zijn van levende wezens
en of andere vnn werkende, dei
uurtjes nog wel uit de
stof vervaardigen. F.en heele mooi ont
werp je geven wij hier. Het is gemankt
van crêrne creiwn en bedrukt met
roosjes. Voor afwerking is eatljnlint
gebruikt. Venier nog een los ceintuur-
tje: klaar is de jurk. Voor eon meisje
van ongeveer 5 jaar heeft men ruim
schoots voldoende aan 1V4 meter 00
l>reed.
Bij het maken aan de hand van ons
patroon, houde men de onderarm-na
den bij de ïnkeepingen op elknnr. Bij
het naaien op den binnenkant moet
d<- Ptof een weinig worden ingenomen,
goed gelijk. Om den hels. de mouwtjes
en den rok-zoom bevestigt men een
atnallen rand vnn een andere slof.
Rond bet middel knippe men openin
gen. waardoor het ceintuurtje gehaald
wordt.
Patroon is verkrijgbaar voor meisjes
van i tot 6 jaar. tegen betaling van
45 cent*.
deuren) daar andere uitgangen mee»t
al ten gevolge hebben, dat na het aan
bouwen der serre de kamer erg don
ker wordt.
Op do afbeelding ziet men een zelf-
gemankte serre, van de kamer uit. De
ruimte Jieeft vier Juv-ken. twe
van maakt men zelf door pelen in d«-:i
grond te drijven en <1© beide andere
ontstaan vanzelf bij het aanbrengen
van Jiet zeil. Het spreekt natuurlijk,
dat de pnlrn teer solide moeten zijn.
daar anders liciit het geheel© bouw-
omver kan -.saaien.
D<-n vloer der serre mak© men van
rood© t-geitjes en zoo, dat hij zich
uit*trekt tot even in den tuin. Voor
hot zonneacherm is de l-rste keu», het
lx-koude oranje-wit gestreept© zeil.
Men nein© vooral geen sprekend© kleu
ren, daar dexo doorgaan» «poodig vcr-
sohi'ten. Het meest prhetisch# u wel
om de hoekpalen in bu©»en t« plaat
sen. waardoor het mogelijk wordt de
tent op te tillen.
Wil men d© serre no- extra meu-
bilteren, dan bevelen wij het rietwerk
vnc d© overal gevestigd© blinden-
werkinrichtingen san. Heel mooi©,
lichte meubeltjes, tegen billijke prij
zen in vele kleuren: groen. rood. rnau-
enz kan men daar bezichtigen.
Voor tafeldek is het best© een gewoon
katoentje met rarieerende patroontje»
b"»tikt: wit goed is te schel. De thee
visite bcd ©ne men uit een modern
aardewerk servies.
HET WASSCHEN VAN WOLLEN
JUMPERS.
Bij het reinigen van wollen Jum-
p- ra of blouses van Crêpe, Iet to men
erop, dat het zeer nadeelig kan zijn.
wanneer men ze uitspoelt in echoon
water. Het is beter een soppig water
t© maken met wat zeep, aangezien de
kleedinfstukken dan veel mooier en
zachter zullen opdrogen en minder
«nel zullen krimpen. Het is natuurlijk
wel van belang, dat ook het zeepsop
op zichzelf rein en zuiver is.
EEN PRACTISCHE BOEKEN
LEGGER.
Een klein handwerkje voor ec-n goe
de kennis, dat is altijd moeilijk om
te bedenken. Het komt ul gauw neor
op een zakdoekje met een geborduur-
den hoek of een boekenlegger. Daar
om willen wij hier nu eens iets an
ders voor het laatste geven, en dat
ook meer practisch doel heeft, name
lijk, omdat het ook als papiersnijder
dienst doet.
In een boekwinkel koopt ge een
eenvoudigen kleinen napiersnijder Vila
wit been. Aan den bovenkant boort ge
er mot een boortje uit uw timraer-
doos een gaatje in en hierdoor haalt
ge een lint van ongeveer «wee centi
meter breed in een friseche kleur1. Ge
naait den papiorsnijdcr er netjes *nn
ivast en windt om liet nnaisol een zij-
den draadje enige malen heen. <zoo-
<i it het er keurig uitziet: fel-blauw
lint met een zilverdraadje afgewerkt
staat keurig.
Nu knipt ge ran bordpapier es
zeshoek die, in doorsnede ongeveer zi
centimeter is. Twee lapjes goed
dezelfde kleur als het lintje worden
in hetzelfde model geknipt, maar
overal een halve centimeter groot-
dan het stukje bordpapier. Met een
paar draadjes dunne wol of aardige
zijd© in friseche, afstekende kleuren,
borduurt ge er wat op, een klein mo
tiefje in grijs en oranje bijvoorbeeld
zal het uitstekend doen. Daarna naait
ge d© beid© lapjes met den bewerkten
kant naar buiten tegen elkaar over
het stukje bordpapier heen, terwijl
het andere eind van het lintje dat
ongeveer 25 centimeter lang wordt
genomen aan den onderkant wordt
meegewerkt, zoodat het vast zit: dit
is natuurlijk nogal een peuterwerkje.
Om het genaaid© randje nu t© bedek
ken. wordt tenslotte van het zilver
draad een fijn koordje gemaakt, dit
erlangs genaaid en d© eindjes wegge
werkt. rip deze manier hebt gc
alleraardigst cadeautje.
DE Ul ALS VOEDSEL EN ALS
MEDICIJN.
Geeq groente misschien is zoo sma
kelijk en goed voor de gezondheid als
de ui. Iedere kok of huisvrouw is hier
van overtuigd, en een beroemd En-
gels"h medicus heeft eens gezegd:
..Uien zijn al* zenuw-sterkend mid
del niet te versmaden. Geen enkele
andere groente geeft zoo ©poedig ver
lichting en opwekking aan een wer
kende vrouw-
Het feit. dat Japan nimmer van
de verwoestende invloeden van vijan
delijke invallen te lijden heeft gehad,
gepaard aan de moeilijke bodemge
steldheid (elecJits 1/8 van gansch Ja
pan komt voor bodomeultuur in aan
merking), die zich slechts door inten
sieve en onafgebroken werkzaamheid
tot vruchtbaarheid laat dwingen heeft
in het Japansche volkskarakter bwec
eigenschappen doen ontstaan en wel:
zelfbewuste nationale trote en een
groote volharding. De Japanneis zijn
een landbouwend volk (70 van de
bevolking). Groote landeigenaren vindt
men er weinig. Niet alleen de onder
geschikten werken zoo hard als ner
gens anders ter wereld, doelt ook de
eigenaar, ja diens gansche gezin
werkt mede om door ondergrondsch©
irrigatie en terrasvormige afvloeiing
het land zoo vruchtbaar mogolijk
maken.
D© Japanners evenals alle Oostersche
volken gelooven in natuurkrachten als
beschermheiligen.Vele voorwerpen van
dageliiksch gebruik zijn om de eer
of andere reden heilig verklaard, o.a
het keukenfornuis, waarvan gezegd
wordt, dat dit d© menschheid heeft
loeren koken! Niettegenstaande de
snelle vorderingen waarmede Japan
zich in de laatsie 25 jnar do Weswr-
sohe beschaving heeft eigen gemankt,
blijft her onuitroeibare volksgeloof
voortbestaan. Tot op heden zal een
Japansche keukenmeid van haar for
nuis nooit anders dan met den groot-
aten eerbied spreken en 't betitelen als
..Heer Fornuis". Ook wordt het ge
acht ongeluk aan te brengen, wannéér
men geslepr-n gereedschap op een for
nuis legt,
Hoewel in latere Jaren hierin groo
te verbetering is omstaan, vertoont
over het algemeen do ontwikkeling
vsn de Japansche vrouw nog een treu
rig beeld van bekrompen opvattingen
en achteruitzetting.
De Japansche vrouw neemt een abso
luut ondergeschikte plaats in.Wanneer
een Japanner in gezelschap over zijn
vrouw snreokt, zal hij zich aldus uit
laten: ..Met Ding, dat ach'er in mijn
huis leeft1" Het Jupanechc meisje
wordt opgevoed volgens „Onna Daija-
ku": de Leerschool voor de Vrouw.
Men prent haar reeds vroeg de
..Drie gehoorzaamheden" in, t.w.: ge
hoorzaamheid aan den vader zoolang
zij ongehuwd is; gehoorzaam heid aan
den echtgenoot zoodra zij getrouwd
en gehoorzaamheid aan den zoon
wanneer zij weduwe zal zijn.
Voorwaar een toestand waarvan on
ze hedendaagsch© moderne vrije
jonge dochteren vreemd zouden opkij
ken.
Hierbij komt nog dat het Boeddhis
tische geloof der vrouw het bezit van
een ziel ontzegt, zoodat een Jnpnnscli
meisje, als zij den huwbaren leeftijd
bereikt heeft, zoowel door den gods
dienst als door do opvoeding grondig
doordrongen is van hare absolute en
onherroepelijke inferieuriteit ten op
zichte van den man.
Tijd noch moeite wordt gespaard
om de Japansche vrouw bij te bren
gen, dat de vijf eerst© karakterfouten
mol.: opstandigheid, ontevredenheid,
jalouzie, lasteren en domhei bij acht
van d« tien vrouwen gevonden wor
den, dat hiervan domheid de ergst© is
en dat d© minderwaardigheid van al
wat vrouw is, aan deze eigenschappen
te danken is.
Van hun eigen (on)hebbclijkheden
wordt door de Japnnnere natuurlijk
geen gewag gemankt! Niettegenstaan
de universiteiten en een begin van de
Fig. I. is een shantung midd&gja-
jion. Reebruin of zeegroen zijn fraaie
kleuren voor dit costuum. Het geheel©
borduurpatroon is 40 centimeter bre©d
20 centimeter boven- en 20 centimeter
onder de ceintuur. Violet staat héil
rnooi op reebruine shantung en oud
oker op zeegroene shantung, Do cein
tuur is een breed lint, dat van voren
gestrikt wordt en verder roet twee
lange slippen op den rok neerhangt.
Het lint wordt in de taille door lus
sen geregen. Deze maakt men zoo
breed, dat het zichtbaar wordt. b.v.
6 centimeter lint afgewisseld door 6
centimeter shantung.
Het motief op de mouwen is het
zelfde als op de japon. De ruimte
van de mouwen wordt van onder bij
eengehouden door een rmal boord
je.
Speciaal ontwerp voor
Haarlem's Dagblad
door mej. C. Stoln,
Fig. II. is een geruite voilestof-ja-
pon. Het ovc-rkleed van deze japon
is van voren open en iaat een effen
voile rokje zien. De randeo om de
mouwen en cm de tuniek, de cein
tuur en de jabot worden van de zelf
de voilestof gemaakt als het rokje.
De randen zijn smalle strooken, die
aan heide kanten heel fijn gerimpeld
worden; alleen de jabot wordt ge-
plisseerd. De ceintuur wordt op de
zelfde manier gemaakt als de ran
den om mouwen en tuniek. Wanneer
men wit roet korenblauwe geruite
voilestof koopt, moet men witte
voile nemen voor her garnituur en
de jabot. Het witte rokje wordt iet?
langer geknipt dan de tuniek.
vrouwenbeweging in Japan hun intre
de deden, blijft toch ontegenzeggelijk
in Japan de man de baaa :n uil© op
zichten. Op ieder© vier huwelijken
komt in Japan een echtscheiding voor
liotgeen ons niet behoeft te verwon
deren, wanneer we weten, dat een Ja
pansche vrouw zonder haar toestem
ming gescheiden wordt- op aanklacht
vnn lui te zijn of babbelziek of kinder
loos.
Wanneer we nu zouden meenen dat
in de hooge re standen hetzij door op
voeding of voorlichting» de positie
van de vrouw minder lijkt op een
staat van dienstbaarheid dan vergis
sen wc ous ten ©enenmale; hoe booger
de rang, hoe ondergeschikter de
vrouw.
De verbetering in.de positie van het
Japansche fabrieksmeisje dateert eerst
uit den jongsten tijd Vooral in de ka
toen en zijdefabrioken en in de luci
fersfabrieken wordt veel vrouwelijk
personeel gebruikt dat hoofdzakelijk
uit de provincie kvrara en intern was.
Dit zijn meestal nog jonge kinderen
die onder de alleroneunsrigste condi
tie® hun arbeid verrichten en gedwon
gen worden van twaalf tot veertien
uur per dag te werken in een onge
zonde atmosfeer, waarbij het dag- en
nacht-ploegenstelsel toegepast werd-
Voor dag- en nachtploeg zijn dezelfde
bedden beschikbaar, hetgeen de tuber
culose zeer in de hand gewerkt heeft.
Dergel iike vrouwen en meisjes, oor
spronkelijk uit den boerenstand, zwer
ven vaak van de een© fabriek naar de
andere Men heeft uitgemaakt, dat
van deze fabrieksmeisjes 60 °i, nimmer
naar haar haardsteden terugkeerde,
terwijl van de overigen, 20 binnen
een jaar stierf.
Er -zijn wel eenige model-f ibrieken,
doch over het algemeen is de toestand
er nog verre van rooskleurig voor de
vrouwelijke arbeidende bevolking. Ja
pan ie neg niet aan z'n kinderwetten
en arbeidswetgeving toe- hei persoon
lijke belang gaat er nog vóór 't volks
belang, hetgeen blijken mag uit het
volgende.
Dat de arbeidsvoorwaarden voor
Touwelijke fabrieksarbeiders drin
gend voorziening behoeven wordt dui
delijk aangetoond door den loon-
standnard. In de lucifersfabrieken ver
dienen vrouwen van drie tot vijf pence
(15 a 25 cent) per dag! terwijl kieine
meisjre het met verder brenzen dan
5 tot 16 cent per dag. In dezelfde fa
brieken verdienen de mannen van 60
tot 75 cent per dag.
Tijdens de Internationale Arbeids-
conferentie in 1919 te Washington ge
houden, stemde do Japansche delegatie
er in toe den 14-urigen arbeidsdag tot
negen en half uur te beperken en ook
de loonen dermate te herzien, dat- de-
zo een menschwaardig bestaar. waar
borgden, echter en nu komt het on
gelooflijke de publieke opinie moet
eerst zoo geleid worden, dat men de
noodzaak biervan inziet; dus vroeg
men een tijdsverloop van 15 jaar,
alvorens deze maatregel, die een al-
geheelen omkeer in de industrie zou
brengen, van kracht zal worden!!
Gelukkig telt tegenwoordig ook Ja
pan flinke voortvarende vrouwen, die
energiek en kundig genoeg zijn om
het schier onontgonnen veld van de
vrouwenbeweging in Japan te helpen
vruchtbaar maken tot heil van hare
onderdrukte zusteren.
AMY VORSTMAN TEN HAVE.
In „De Telegraaf" van 29 Juni j.l.
komt een »rti_el voor van mevrouw
\V. vS'ijnaendts Francken Uyserinck.
getiteld „Van Vrouwcnkleeding ca
Vrouwenwerk" en naar aanleiding
daarvan willen wij bier bet een en
ander opmerken. Mevrouw W. F. be
gint met t© vertellen v.-n het interna
tionale congres voor vrouwenkiesrecht
in 1920 te Gcnève. waar twee vrou
wen zoozeer d© aandacht trokken door
baar vakkleeding. De eerste biervan
was de Chief inspector Cbampnevs
uit Londen, een inspe.-trice van do
zedenpolitie. Haar uniform dip o©k
geschikt moest zijn om paard te ru-
dcn. bestond ui< „een donkerblauwe
ja», sober met zilver opgelegd ste
vige laarzen, keurige beenkappen en
een witte zeilpet. Maar al was haar
gezicht ook nog zoo nobel en zacht,
toch wil het cr hij ons niet in, dat
deze dame. nu juist een dergelijke
mannelijke kleeuing moest dragen,
Het spreekt vanzelf, dat een vrouw
met een dergelijk beroep practise»
gekleed moet gaan. maar is er dan
niets vrouwelijker» te bedenken dat
tneh practisch is dar. deze combm.v
tie van jas. beenkappen en zeilpet
Een practisch mantclcnstuum en een
Jdeïne eenvoudige hoed hadden toch
evengoed dienst kunnen doen, of bet
moest zijn dat dit mnnncn-costuura
•oorgesehreven was.
Maar iets verderop trekt de schrijf
«ter van leer tegen dc „mode slacht
offers" en daarbij preekt zij een
goed woord voor de stsndaardklee-
UingZij schrijft „....als niet de
vrouw, wij allen, hoe wij er ook tegen
vechten mogen, mode-slachtoffer
was". Schrijfster zondert hierbij de
verpleegster uit, als ze tenminste
niet „dwaas" genoog is haar „poli-
iekje" aan le doen.
Maar die standaardkleeding nu, die
wij evenals de mannen moeten in-
vooren. Zou er nog wel iemand zijn,
die de tegenwoordige mannenklee-
ding mooi vindt 1 En moeten wij ons
daar nu aan spiegelen en ook een
standaardkleeding oor de vrouwen
uitvinden? Natuurlijk bedoelt de
schrijfster hiermee dat v. ij moeten
zoeken naar iets dat practisch is, dat
iedereen dragen kan en dat ook aan
zekere schoonhcidseischen voldoet.
Maar dat laatste meenen wij nu juist
te moeten betwijfelen. Stel eens. dat.
iemand een penvoudig pakje uitvindt
dat aan de oischen van practisch zijn,
voldoet, en verder paars van kleur is.
Voor de bleekneusjes voldoet het ze
ker niet aan den «choonheidseisch,
want het maakt dat ze er ziekelijk uit
zien. Geen enkele fleurigo kleur
kan door iedereen gedragen worden,
bovendien mag het natuurlijk niet te
licht rijn en voordat wij het we
ten moeten d<> vrouwen gelooven aan
een „vakkleeding" die precies even
saai, kokerachtig en leehjk is als het
tegenwoordige mannengoed. Gelukkig
maar, mogen wij wel zeggen, dat de
meeste vrouwc-n er eenvoudig niet
aan zullen willen gelooven, wan. is
ons klimaat nog niet somber genoeg,
moeten wij in ons landje met zijn
vele regenluchten, een verzameling
mannen en vrouwen aanschouwen, die,
als zij in hun werk zijn, er uniform
'en saai uitzien
Want de schrijfster voelt wel voor
__-n keurig avond japonnetje als de
dagtaak ten einde is, maar het werk
moet in prartische doelmatige klee
ding verricht worden. Misschien kun
nen de enkelen die zich innig tot haar
taak geroepen voelen en alles met een
onverwoestbaar optimisme en een ge
lijkmatige blijheid doen. zich schik-
dit denkbeeld van uniform,
maar hoovelen valt het leven niet
zwaar, die haar zorgen met moeite
dragen, en wat kan sombere kleedfng
daarbij dan niet depri ie«rend wer
ken. Ieder tnensch die weet dat hij of
zij goed gekleed gaat, wint in zelf
respect. Natuurlijk willen wij hier
mee geen lans breken voor het op
dirken. en het geven van den halvcn
dag aan het uiterlijk schoon. Ten
slotte blijft de kleeding in het groo
te van het leven altijd een onbelang
rijk deel, maar een deel is het en
wij hebben niet het recht het als een
minderwaardig iets to beschouwen.
Ook heeft schrijfster het over het
„oude", altijd-flatt .erende dienstbo-
denpakje en over de dames, die je in
bijna gedece.leteerde jurken cn met
bloot armen haar huiswerk ziet doen.
Maar mevrouw W. F. is zeker verge
ten, dat d© lange mouwen van het
dienstbodenpakje zeer onpraetiscl wa
ren als zij er niet smoezelig en vuil
uitzagen, waren zij opgestroopt, ter
wijl een kort mouwtje aan een werk-
japon een heerlijke vrijheid van be
weging gcet'. en veel frisscher staat.
Evenzoo is het met dc lage hals aan
het tegenwoordige japonnetjewaar
om moest een dienstmeisje vroeger
winter en zomer a een hoog boordje
gekneld worden. Dat het pakj; van
tegenwoordig wel eens overdreven
wordt, ontkennen wij niet, maar zou
er ten slotte niet .acer eer aan t- be
halen zijn. om do vrouwen van het
flat tee rende en praetische pakje een
goed cn smaakvol denkbeeld tc geven,
dan ze allemaal in een standaard-mo
del werkpak te hullen.
IntusBchcn droeg de andere werken
de vrouw op het bovenvermelde con
gres een iets minder mannelijk pak van
khnki met bruine schoenen en een
politiemuts, dit laatste ook tot erger
nis der schrijfster. Maar is zoo'n hoofd
deksel eigenlijk wel iets hinderlijker
dan oen zeilpet? Dat deze dame, dr.
Daisy Robinson, evenals trouwens de
voorgaande, ongetwijfeld groote ver
diensten heeft, zal natuurlijk niemand
tegenspreken. Haar ^eide paste mis
schien dat mannelijke costuum ook
beel goed, maar waarom mag een an
dere werkende vrouw niet verschij
nen in een aardig, fleurig katoentje
van eenvoudig model als dat haar
staat Natuurlijk is een baltoiletmie
del in teere kleuren niet geschikt-
voor bet werk, maar een eigen stern-
Eel mag de vrouw toch zeker wel op
aar kleeding drukken. Er zijn er
misschien heel wat die niet genoeg
smaftk of initiatief hebben voor dit
eigen stempel, maar he' zou toch ook
niet aangaan,- om aan die armen dat
uniformdenkbeeld op te dringen.
Smaak en vindingrijkheid kunnen
zeker ontwikkeld worden, en wie aan
do vrouwen een vakkleedinj wil ge
ven, ontneemt ze de kans om dit ver
der te ontplooien.
Tenslotte willen wij z.ojj het geval
noemen dat de schrijfster geeft over
de padvindster van zestien jaar, die
voor haar moeder, welke geen dienst
bode had, het buitenwerk wild. doen,
daarbij haar uniform aantrok en hier
in aan het werk toog, omdat jc „in
je uniform elk werk "nt doen." Zeer
zeker is het behulpzaam van t meis
je, maar als zij geen padvindster was
geweest, had zij hef evengred gedaan,
omdat haar vriendelijke en hulpvaar
dige aard het haar inga liet meisje,
dat altijd zeer smaakvol gekleed gaat,
geen padvindster is en dat wij on-
laDgs dergelijk werk zagen doen,
heeft dcnzelfden hulpvaardigen aard.
Wij gelooven niet, dat de schrijf
ster veel succes zal hebben met haur
standaardkleeding plan. De meeste
vrouwen zullen zeggenlaat ons toch
onze eigen gekozen japonnetjes, ook
in ons werk. Wij zullen ze voor eigen
zinnigheid en gemak heusch wel prac
tisch genoeg nemen, als er maar wat
fleurigs bij is. En van haar di zich
te mooi maken, kan slechts gezegd
wordenDes te erger voor haar.
En dan nog iets over de mannen-
kleeding heeft de schrijfster nooit
opgemerkt, dat de mannen blijkbaar
zoo n hekel aan hun „standaard-klee
ding" hebben, dat zij er aan probee-
rea to ontkomen wannee» zij de
kans schoon zien. Bij het kiezen van
dassen, sokken en overhemden uitten
zij hun smaak naar iets fleurigs, en
zelfs de neiging tot wat anders in de
postuums doet zich voelen der iaat-
sten tijd.
Wat de mannen einde'ïjk nog vin
den zouden van deze standnard-klee-
ding voor de vrouwen, bespreekt de
schrijfste niet. En een man neeft
toch zeker een stem in deze zaakhij
houdt er van dat een vrouw go. ge
kleed gaat, maar laat zij een dec van
haar vrouwlijkheid niet verliezen
door een uniform te gaan dragen.
E. E. PEEREBOOM.