HAARLEM'S DAGBLAD Van onzen reizenden Redacteur MI1NVÊRLÖVING FLITSEN WOENSDAG 9 JULI 1924TWEEDE BLAD (Nieuwe reeke.) Ne. 221 Opgravingen in Limburg BIJ DR. BECKERS, EEN MERK 'OPCRAVINCEN BIJ STEUN. VAN DE SARCOPHAAC. OPCRAVINC Na mijn brieven over mijn tocht naar Limburg rest mij nog de be schrijving van ons bezoek aan Dr. Beckers, den medicus te Beek, die zich zoo verdienstelijk maakt door zijn onderzoekingen op paleontologisch en geologisch gebied in het Zuiden van ons land. liet was op een Zondag morgen, dat hij ons aan den ingang van zijn grooten, beschaduwden tuin, vóór zijn villa ontving. Rustig, met een discrete gereser veerdheid begroette by ons. Een man der wetenschap, die zijn onderzoekin gen doet, bescheiden en stil, niet om eigen roem of eer, maar enkel uit liefde voor de wetenschap, uat was de eerste indruk, dien Dr. Beckers op ons maakte, een indruk, welke nog versterkt werd, toen hij ons even later bij de pas door hem opgegraven sar- cophaag van zijn onderzoekingen en zijn werk vertelde. Al jaren lang heeft deze medicus zich bezig gehouden met opgravingen in Limburg, eu de verzameling, die hij daarvan in eenige bijgebouwtjes van zijn villa heeft aangelegd, is lang zamerhand tot een weliswaar klein maar zeer waardevol museum aange groeid. Dokter Beckers toonde ons resten van oude fauna als rhino ceros- en haaientanden, oesters, zee egels, deden van den kop van een mammouth cn versteende geweien van een hert die allo in de mijnen op 100 Meter diepte waren ongegraven. F.en geheel versteend,, boomstam, welke in de Laura-mijn was gevon den, was een van de voorwerpen, die wel het sterkst tot onze verbeelding BJ> rak. Behalve deze fossiele resten van oude fauna cn flora zijn er in dit mu seum verschillende werktuigen uit het «teenen tijdperk, waarvan wel het merkwaardigste was. dat wij. leeken, op het eerste gezicht, er eerst mets bijzonders aan zagen. Maar bij na dere beschouwing bleken ze wel de gelijk bewerkt en konden wij geloo- ven, daf rij eenmaal den mensch volgens Dr. Beckers als zaag, ha mer. pijlschicht of wapen hadden ge diend En daarnaast is er nog een rijke verzameling van in den I->m- burgschen bodem gevonden meteorie ten metcorslcenen koralen en vuursteenen. die aan dit museum ecu bijzondere waarde geven. Ook om de collectie opgezette vo- R,.]s waaronder het eenige in ons land voorkomendo exemplaar van den rood pootvalk is het bezoek van het museum van Dr. Becker loo- nend. Toch zouden wij bij ons reeds overvol programma daarvoor alleen waarschijnlijk niet naar Beex zijn ge tuft. Ons doel was meer speciaal: dc Romeinscho sarcophoog, die door Dr. Beckers pas bij Bteiju was opgegra ven! En tegelijk: iets meer te ver nemen van de resultaten van zijn werk en dc conclusies, die hij n!yir aanleiding van zijn bclnngrijke vondst bad gemaakt. In den tuin, in de schaduw van een grooten boom stond de sarcophoog van roze-kleurigo zandsteen, die eeni ge dagen te voren van Steyn naar Beek was overgebracht, en waarvan ons gezelschap zoonis Dr. Cedeer? ons zeide - - de ..primeur bad. Een voudig en beseheiden vertelde de ge leerde mot zijn zachte stem ons iets van zijn werk en van zijd voor de wetenschap zoo belangrijke vondst. Door do opgraving van den *"tco- pha&g is nu bewezen, dat cr bij Stcijn ongeveer 2<0 jaar na Christus een be langrijke nederzetting der Romeinen is geweest en dit is een aanwijrung. dat er vroeger ook een grootc Romein scho heerweg rechts van de Maas moet hebben geloopen. Dat de Romei nen een heerweg hadden aangelegd v.,„ TonBor-n - in Bd» - Nijmegen, links van de Maas. was door de verschillende opgravingen reeds lang bckond, maar omtrent een Romeinscnon heerweg rechts van do Maas bestonden alleen nog maar ver moedens. De Romeinsche heerwe gen onderscheidden zich door hun ste- vigen aanleg. De Romeinen verston den de kunst van wegnanLg minstens even goed «ls wijDe wegen der Ro meinen bestonden uit 3 lagen kiezels, waarop dan nog een wegdek van keien kwam. Naast de wegen werden meestal vrij diepe grachten gegraven. Nu heeft. Dr. Beckers in het verschil van groei op de korenvelden rechts van de Maas een aanwijzing gezien, dat daarlangs een Romeinsche heer- Feuilleton Naar betEngelsob van BERTA RUCK. 26) „Wat meer op mijn hoede', her haald© ik bedeesd, als een kind, dat een les uit het hoofd leert. ..Ja. dat zal ik moeten zijp. fk zal nog moer moeten trachten, het Qiinder onna tuurlijk te doen schijnen, dat wij ge- ©ngngeerd zijn". Weer die blik, hoewel slechts even. alsof hij er naar snakte, om mij eens goed door elkaar te schudden, „Dank u". zei hij, ..Met die andere- menachen bedoelt u zeker dien anderen meneer Waters, die zich altijd zoo vrij uitspreekt en die mij komt opnemen? Denkt u, is ii hang, dat hij den man beklagen zal, dio met mij geëngageerd heet- te zijn?" Hij mompelde iets. ik meende, 'lat. het leek op ..onbeschaamd", maar het kan ook wel wat anders geweest zijn. tn ofschoon ik daardoor wist, dat het mij opnieuw gelukt wa-s. sijn Onver stoorbaarheid te verstoren, genoot ik riet van miin triont' Ik kon or nlat cms meer bil mijzelf om lachen. Het WAARDIC MUSEUM TE BEEK. DE EEN ROMEINSGHEN HEERWEG. EN BIJ RIJCKHOLT. weg moet hebben geloopen. O.p den grond toch, welke boven den ouden weg met zijn kiezels en steenen ligt. moet het koren minder snel groeien dan op den bodem, die boven de vroegere grachten is gelegen. Bij zijn onderzoekingen is Dr. Beckers Ïebleken, dat dit verschil van groei- racht op meerdere plaatsen rechts van de Maas werkelijk bestaat en hier mee is het vermoeden, dat daar een heerweg beeft geloopen, voor hem ze kerheid geworden. Het probleem voor ue toekomst ie nu, om ba weten, waar de wee precies heeft geloopen 1" Hoe Dr. Beckers in zijn onderzoekingen zijn levenstaak ziet. voelde ik aan de wijze, waarop hii eenvoudig, maar bewust zeide: ..Ik hoop. dat dit mij gelukt Door de vondst van scherven in den grond bij Goulle en Elslo ip bewezen, dat ook daar do Romeinen zijn ge weest. De opgravingen bij Steijn heb ben ons op eens heel veel verder ge bracht Wel waren er in 1914 bij Steyn al voorwerpen eevondeu, die er op wezen, dat daar een belangrijke Romeinsche nederzet ting was geweest, maar eerst de meer systematische op gravingen onder leiding van Dr. Beckers, die de merkwaardige vondst van de Romeinsche sarcophagen waarvan één naar hei museum te Maastricht en één naar den tuin van Dr. Beckons werd overgebracht ten gevolge heeft, gehad heeft thans volle zekerheid gegeven. Dr. Beckers toonde ons ook nog en kele foto's van de verschillende voor werpen dien de sarcophaag op het oogenblik van de opgraving waren aangetroffen. De eeno sarcophaag l>e- vatte behalve ©en urn een prachtig bewerkt lampje met de pit er nog in eenige vaasjes, een jjotje met water, munten eu stukjes gekleurd glas; in de andere aaroophaag vond men aseh en spijkers op den bodem verspreid, waarin Dr. Beckrrs het be wijs zag. dat de urn oorspronkelijk in een kist. geplaatst was geweest. Zooals mc-n weet. begroeven <je Romeinen hun dooden niet, als bij on6. De doo den werden verbrand en eerst daarna werden de aeoh en dc beenderen, die in een urn waren verzameld, aan de aarde toevertrouwd, bij de armen in open graven. bij de rijken in een proote steenen earcophaag. En omdat de Romeinen geloofden aan het voortleven van de ziel. olaat- sten zii verschillende voorwerpen als vaasjes met reukwerk, potjes met water, munten en zelfs een schaar die de ziel op haar ronddwalingen noodig kon hebben, bij de urn met de asch van hun no dooden. De prachtige stukjes bewerkt cn gekleurd glas, dio in de sarcophaoe worden aangetrof fen waren volgens Dr. Beckers dan ook vrij zeker van vaasjes afkomstig, welke, door liet reukwerk aangetast, in den loon der jaren uit elkander waren gevallen. De verschillende ge vonden voorworpen ziin na de opgra ving gefotografeerd en geinventari- üord en daarna met één der twee earcophagen opgezonden naar het museum te Maastrichtde andere «arcopbaac staat thnns in den tuin bij Dr. Beckers als het morst waarde volle stuk van zijn toch al roede zeer rijke verzameling. Ons bezoek aan den eenvoudigen, beecheidon man van de wetenschap daar in die rustig© omgeving in het vriendelijke dorpje Beek tuachen de donderende kanonnades van de lollige Anjelökkisch en het luidruchtige fecet der pralende schutters te Sitiard in, was er prooter contrast de,nkbaar nan tusschen den bedaarden geleerde en de opgedirkte I.imburpsche schat tors! zal ons allen, die aan den tocht door Limburg deelnamen, in aangename herinnering blijven. Van ens plan om ook nog een be zoek te brengen aan de prae-histori- sche werkplaatsen bij Rijckholt en St. Geertrui. dicht, bij Bijsden waar door den Belg Hamal Nandrin uit Luik .eonigen tiVi geleden en hyper- brachycephalen schedel werd gevon den en in Augustus 1924 op initiatief het Nederlandsch Nationaal Bu reau voor Anthropologic en met subsidie van het Koninklijk Neder- landsch Genootschap onderzoekin gen zijn verricht door Dr. A. G. van Giffen en dr. W. G. N. van der Sleön, hebben wij helaas door een plotseling opkomend onweer moeten afzien. Het is wel jammer, dat de merkwaardige schedel een van dc oudste p ra fi ll isforieche schedels, welke ooit in ons land werd gevonden naar Luik Is gaan. maar het onlangs versohenen jaarverslag van het Nederlandsch Na tionaal Bureau voor Anthropologic waarin ook een uitgebreid rapport over de onderzoekingen in Zuid Lim burg van dr. Van Giffen voorkomt las ik dat er nog eenige kans bestaat, dat de hoeren Hamal Nandrin en Ser- vais de twee Belgen, die indertijd de opgravingen bii Rijckholt on Sfc.- Geertrui hebben verricht -den door hen in Limburg gevonden schedel als nog aan Holland zullen doen toeko- En zoo ben ik dan n.u aan het eind van mijn Liihburgeche brieven. Maar ik wil ze niet afsluiten zonder nog een woord van dank aan onzen gids, den heer D. J. van der Ven. Wat deze gids voor een gezelschap waard is, do lezers zullen zich misschien een klein idee ervan hebben kunnen vor men uit deze brieven, die van „Lim- burgsche Schötterieën" via kaateelen, ruines. boerenhofsteden, sappige beemden en bloeiende heuvels naar een Romeinsche saroophaag en een hyper- brachycephalen schedel voerden I Doch het is slechts een heel. heel klein idee! Van zijn enthousiasme, zijn meeslee- pende geestdrift, zijn belangstelling in alles, ziin liefde voor de natuur en zijn opgewekten geest, daarvan weten alleen zii. die met Van tier Ven op reis ziin ge\yeeet. Bn daarom herhaal ik hier aan het slot. van mijn brieven, wat. ik tot den lieer Van der Ven mocht zoggen aan onzen gezelligen die-ch bii moeder Loozen fe Gulpen ..Meneer Van der Ven. als ge ooit eens op uw folkloristische omzwervingen naar reisgezelschap mocht zoeken, donk dan aan den reize-uden redacteur van Haarlem's Dagblad, die voor u zijn koffertje altijd gepakt zal hou den" 1 J. B. SCHUIL. Brieven uit Berlijn (Van onzen correspondent.) ARME BEDELAAR, Berlijn, 5 Juli 1924. „Um Gotee Willen. Schaffner, halten Sie doch 1" „Jessas Mensch. was machon Sie da I" „Zum Donnerwetcr, cellen Sie eicli doch vorl" Dc heolc boordevolle tram is in op winding. Het oudachtige heertje, dat den conducteur had toegeroepen, toch te stoppen, grijpt zenuwachig zeil naar dc loeren treklijn van de bel on wipt zijn buurman op het achterbal- con daarbij den strooien hoed van het hoofd. Deze, ver van zich daarover op echt Berlijusche manier kwaad te üjaken en een cursus over wellevend heid ia het algemeen en op het balcon van een openbaar verkeersmiddel in het bijzonder te beginnen, laat zijn hoofddeksel op straat, vallen en grijpt naar den man op do treeplank. Een dame ziet eruit, of zo aanstonds zal flauw vallen, de passagiers binnen in het riituig rekken de halzen on de conducteur wringt zich haastig uit het gedrang, om te gaan doen wat des conducteurs ie. Do man. die al dat rumoer heeft vtroora iht. i« intusscnen a; lang van dc tram af"«sprongen. Mei 'abclach- tige handigheid heeft hij zijn twee krukken in de eone hand genomen, een zwaai naar achteren gemaakt, en daar staat hij nu op zijn eeno been met de krukken voor zich uit de straat ge steund en kijkt bedaard toe, hoe de tram een twintig nieter verder mei een ruk stop en zich dan weer iu be weging zet. Hii neemt zijn krukken onder de oksels en gaat rustig naar het trottoir. Bii het kr<v-~" draait hij zich om, leunt tegen den muur en laat de krukken zachtjes op den grond glij den vervolgens gaat hii zelf zitten, neemt, zijn pot af, legt die voor zich op de stcetien en blijft met onver schillig gelaat rondkijken. Een in den oorlog verminkte, een bedelaar. Maar deze bedelaar is er geon van net, gewone soort. Veelal dragen zij. die in deze stad op liet medelijden van hun medebur gers spoculeerennog hun oude. ver sleten uniformen van den oorlog. Zij leggen hun won-ien, liefst de afzichte- 'iksto verminkingen bloot, trekken deerniswekkende gezichten, dragen flarden aan het Jijf. zien er vies cn ar melijk en ongeschoren uit. jammeren over honger, werkelijke of meestal gesimuleerde. Deze bedelaar ziet er echter uit, om dooreen half dozijn ringetjes te halen. Ook hij ie in uniform, rnaar zijn offi cierstunica is gloednieuw; de broek is onder den stomp van zijn afgeschoten been dichtgenaaid, maar als hij daar zit, verschijnt onder de broekspijp van zijn gezonde been een zijden sok en do voet is bekleed met een keuri ge donkerbruinen schoen z:;n gezicht gladgeschoren en rozig gepoederd, VAN HAARLEM'S DAGBLAD NAAR DEN TANDARTS je gaat op weg naar den tandarts en wou, dat je een afspraak had gemaakt voor de volgende week in plaats van vandaag je kijkt alle voorbij gangers aan zij kun nen vroolijk zijn zij zijn niet op weg naar den tandarts je hoort 'n stoom-boor- machino, die je herin nert aan wat je te wachten staat en ver snelt je pas wat je bereikt de straat;,- waar hij woont hé, ben ik er nou a,l en gaat hoe langer hoe langzamer loop en zal je een paar om het blok heenloopen als je laat komt, laat hij misschien een ander voorgaan gekheid, het moet maar gebeuren je drukt op de bel en wou onmid dellijk daarna, dat je het niet gedaan had je leeft wat op, als er niemand komt, mis schien is de tandarts net ziek geworden jvie weet je kreunt als de deur opengaat, kijkt voor het laarsb naar het vriendelijke zonlicht en gaat naar binnen. (Nadruk verboden.) het haar gefriseerd en geparfumeerd, èe handen blonk en de nagels wel verzorgd. gepolijst en gemanicuurd. Op de borst draagt hij het versiersel van het IJzeren Kruis eerste klas, het insigne in zilver voor ernstige ver wondingen ex nog andere onderschei dingsteekenen. Een salonbedelaar. De nog jonge man kan zich de luxe van goede kleeding permitteeren. Want hij heeft een goede plaats, vlak bij het Potsdammer Plein eu het café Vaterlaud, een dor drukste café's van de stad, waar veel provincialen heen gaan en dat ook al om die reden druk door do demi-monde wordt bezocht. En daarvan moet. hij het hebben". Bii- na allijd zie je hem in gesprek met oen of meer van deze dametjes, die hij met brutale snuit fixeert, als ze hem geldstukjes, goed gemeubileerde brood jes, chocolade of dure cigaretten ko men brongen. Dc kring van zijn „da mes"-kennissen is zeer uitgebreid en als er nieuwelingen komen lacht hij ze toe. roept een schertswoord en al heel gauw behooren ook zii tot zijn beschermsters. En behalve dezen komen ook heel at mopschen van den ouden stempel hun obolus in zijn pet werpen, men- schen van buiten, waaraan jo al op honderd pas afstnnds den oud-gedien- do kunt herkennen, mannen en vrou wen, wien het. aan het hart gaat, dat een oud-officier hier op straat, zit te bedelen en die alleen maar de offi- ciefjns en bet IJzeren Kruis zien, zonder te Bedenken, dat deze man eigenlijk een van de ergste parasie ten is. Want dat is hij. Een man, die zoo flink van een tram in volle vaart kan springen, kon ook nog wel iets uit- oeren, om op eerlijke en waardige manier aan den kost te komen. HIJ kan het ook, maar hij wil niet. De man is werkelijk officier geweest heeft den gehcelen oorlog meege maakt; zijn onderscheiding-teekenen heeft hij met. zijn bloed verdiend en hij draagt, een geachten naam. Zijn familie heeft hem aan een fatsoenlij ke betrekking willen helpen. Maar hij heeft geen zin in werkenHet le ventje op straat, bevalt hem best en hij „verdient" op deze wijze heel wat meer. dan vroeger als officier. Sedert enkele dagen draagt Iiij een trouwring. Maar daf. helet. hem niet, door te gaan met ziin schertsen met do straafvlinders Iljj leeft, immers van haar gaven. En ook voor haar is het geen reden, om niet verder cho- cloade en cigaretten en creld te geven aan den knappen man op do^steenen. Want hij is immers een nrme bede laar. H. BI. KOELENSMID. i Uit de Omstreken SCHOTEN Een nieuw ontwerp-Stratenplan Bij den Raad van Schoten is gediend een ontwerp-stratenplan verband met den voorgenomen woning bouw van de Coöperatieve Vereeni- giug „Samenwerking". Van den voorzitter dezer vereeni- ging den heer H. J. Braam, verna men we eenige nadere bijzonderhe den. Het stratenplan is ontworpen op de gronden van den heer Wolf en de familie Teeuwen tuschen den den Rijksstraatweg eenerzijds en de Jan Gijzenvaart aan den anderen kant. Er zijn ongeveer tien staten ontworpen, met een breedte varieeren- de van 10 tot 14 M. Hierbij is re kening gehouden met een grooten toc-komstigen verkeersweg van der. Rijksstraatweg en uitkomende aan de Jan Gijzenvaart halverwege Sant poort. De oppervlakte grond be draagt ongeveer vijf I-LA. Do bedoeling is te bouwen 60 mid- denstandswoningen en bijna 300 ar beiderswoningen, de laatsten tegen een huurprijs van ten hoogste f 5. per week. Er komen vijf of zes win kels. De diepte der bouwblokken vol doet. aan de bepalingen van de Bouw verordening. Twee plantsoenen met een ruime bestating er om heen zijn in het plan opgenomen. De vereeniging „Samenwerking'' heeft reeds ongeveer negentig serieuse aanvragen, waaronder vijf- lien uit Arasterdam ontvangen. Vermoedelijk wordt dit ontwerp- stratenplan in een op 18 Juli te hou den raasvergaderiDg behandeld. GEVONDEN DIEREN EN VOOR WERPEN. Terug te bekomen bij J. Bakhoven, Gen. Cronjéstraat 58, een gouden ringe tje B. Peters, Slaperdijkweg 74» t*ee kistjes sigaren; J. Kok, Borneostraat 9 een etui rnet potlood en penhouderM. de Zwoll, Gen. de la Reystraat 5, een ceintuur M. van Emmerik, Berkheide- straat 13. een bril in étui; P. Lode- wijk, Kritzingerstraat 43. eenige spaar- zegeisT. Oosterhout, Sacnredamstr. 38, een zilveren rozenkrans A. Pul, Zo- cherstraat 21, een bruin koralen hals ketting C. Emmer, Paul Krugerstraat 2S. een fabriekspenning no. 33 J. van Westerhoven, Javastraat 29, een tasch met boeken en teekeningen J. Bartels, Spaansche Vaartstraat 57» een duif: T. van Schie, Kloosterstraat i, een wollen kinderdekentje aan het Politiebureau een tafelkleedje, een pakje geel papier, een sleutel en een rozenkrans. Schoolreisjes. Ben groot gedeelte der leerlingen van de open bare lagere school aan de Overton- straat is vandaag op reis. De kinderen der bedde zesde klassen zijn met hun onderwijzers naar Marken en Volen- dam. De leerlingen der 4e klassen reieden naar Valkenveen en waren reeds tegen half zeven hedenmorgen bii de cavalerdekazerne present. De lagere klassen vermaakten zich te Wiik aan Zee. Jammer, dat het weer den kleuters niet ter wille was. ZANDVOORT M. U. L. O.-EXAMEN. Dinsdag slaagden voor heb M. U. L. O.-diploma A de leerlingen van school C. Mimie Wust en Hendrik Poots. HALFWEG ZWERVELING. Door de politie alhier is Zondagavond half tt te Halfweg aangetroffen een minderjarig uit Haarlem afkomstig meisje. Zij werd door bemiddeling van de Haarlemsche politie aan de ouders wedergebracht. KERKBOUW. Dinsdagmiddag zijn de eerste palen getrsgen voor den bouw van de nieu we Nederl. Hervormde Kerk alhier. DIEFSTAL. Door de politie alhier is proces-ver baal opgemaakt tegen W. W., wonende te Osdorp, die Zondagnacht op heeter- daad werd betrapt bij het plukken van bloemen uit een tuin van een particu lier. GEEN BUITENKANSJE. Bij den landbouwer W. G., in den Houlrakpolder alhier is 'Zondagnacht op onverklaarbare wijze de waakhond, die altijd aan de ketting ligt, losge raakt. Plet beest heeft van die gelegen heid gebruik gemaakt om eenige aan G. toebehoorende eenden en kippen, die zaten te broeder, dood te bijten of ern stig te verwonden, ook de nesten met de eieren werden totaal vernield». HAARLEMMERMEER PERSONALIA. De ambtenaar bij de Nederlandsolie Spoorwegen (L. C. Sohreurs, is van Venlo overgeplaatst naar Hoofddorp. Do heer H. D. Muller, arts te Hoofddorp beeft deze gemeente weder verlaten en zich fe Arnhem gevestigd. De heer J. d'Haue te Vijfhuizen is aan gesteld als hulpbesteller bij de Posterijen. INGEZONDEN MEDEDEELINCEN Cts. per regel. Pljnan In Tanden en Kiezen verdrijft men door Mijnhardl's Sanaplrin-Tabletten. v»erd mij te veelIk voc-lde me op eens heel inoo. Tranen van vermoeidheid. waar schijnlijk, welden onverwachts op m mijn oogeu cn ik was verplicht het hoofd op zijde te wenden en o'.er do 1 eg naar een meidoorn ,n vollen bloei te kijken, maar ik zag nieie dan één rose maya. Mij deed net., alsof hij noy n.ets gemompeld had en brgon op nieuw en zoo afgepssl. moeilijk: „Mijn oom en nog iemand anders kernen van avond hier. Die oom van mii is iLderdaad wat excentriek in sommige opzichten, maer hij merk.', alles cp. Geen enkel woord, dat vat baar is voor tweeërlei uitlegg'ne, gaat voor Item verloren". „Ik begrijp u", zei ik en keek knor- rig naar een volgenden meidoorn, maar mijn stem hield ik in bedwang. „Het za! het beste zijn, dat ik niets zeg, waar hij bij is. Ik zou te verle gen kunnen zijn. om mijn mond open te doen, zooals ik op kantoor ben, of liever was. Zou dat beter zijn?" „Belangrijk beter dan uw laat ste methode", zei de Baas droogjes. „Die andere is alleon een kennis, met wien ik zaken hoop te doen, dus „Dus zoudt u hem graag een gun- stigen indruk geven", vervolgde ik, „van uw meisje en uw familie"* „Zooals n wilt, maar Een pauze. „Vyjr alle* *ïceT-sS :V nh»t Voor ©en idioot aangezien te worden1'. Het kwam er zoo jongensachtig uit, dat ik hem voor een oogenblik bijna mocht lijden. Toen echter dacht ik aan alles, dat mij een jaar lang nog wachtte en dat vecL veel erger was, dan voor een idioot aangezien of in tegenwoordigheid van anderen bela chelijk gemaakt te worden. Ik rnerkle, dat hij woedend op zich zelf was, dat hij zich zóo bloot ge geven had en mij had laten zien, waar ik hem de eerstvolgende gelegen heid moest, aanvallen. IT ij vertrouwde mij niet. „Ik zal mijn best doen", zei ik bitter. Laat hij maar in de meening zijn, dat ik mijn best zal doen, om hem een idioot te laton lijken tegenover ziin oom en dien gewiehbigen zaken kennis, „Het zal wat wezen", dacht ik, „die kennis van den Baas, voor wien ik, Monica Trant, mij op mijn voor- deeligst moet voordoen! Waarschijn lijk is het. iemand, dier. Vader zelfs niet. ontvangen zou hebben". Wij waren aan de laatste bocht vóór het stadion gekomen, en ik bleef staan. „Was er misschien nog iels, waar over u mij zoudt willen spreken?" „Neen, dank u", zei mijn Baas zoo kortaf mogelijk. „Dat was alles. Dag, Juffrouw Trant". Hij nam zijn hoed af, hij ziedde nog van woede, naar het mij toe scheen. Lekker! Laat. hij die maar op 'net kantoor op meneer Dundonald koelen!" „Dag, meneer Waters", zei ik en keerde mij om. Ik was blij, dat er memand in de buurt was, om dit afscheidnemen te zien. Als iemand dien grooten, blonden, woedenden jongenman had^ gadege slagen, die daar zoo koel afscheid nam van het jonge meisje, dat, met het hoofd in den nek tegenover hem stond, zou hii nooit er op gezonnen hebben, dat het een kibbelpartij van een geëngageerd span was. Wat. slapte hij woedend weg! Nadat ik eenige passen gegaan was, keek ik even om, om te zien, of hij nog zoo verwoed aanstapte. Wat had ik daar een spijt van. Op hetzelfde oogenblik toch, dat ik omkeek, keek hij ook om. Je ziet. dus, dat het uitstekend is, om de kinderen te leeren nooit om te kijken. Ik wou, dat ik het niet gedaan hadl HOOFDSTUK XV. Nancy, och, Nancy, help ons toch!"- „Billy en zijn kennis zijn een eeuw vroeger gekomen dan wij verwacht hadden, en Moeder maakt een visite en Blanche is bezig heur haar wasschen, en kijk eens, wat ik scheur in mijn jurk gehaald heb! Ik kan onmogelijk zoo naar binnen", kondigde Theo aan, bijna fluisterend. „Wees jij nu eeus een snoes en ga tto theetijd gezellig praten met on zen bezoeker. Doe je het?" „In orde", zei ik lachend en ging naar het salon. Het was er koel en schemerachtig na den vollen zonneschijn in den tuin, waar ik had zitten lezen, om mijn ellende van 's morgens te verge ten. Het eerste oogenblik kon ik nauwe lijks onderscheiden, wie de twee wa ren, die mei: liun rug naar de glazen deuren stonden. Daarop zag ik naast den Baas een kleiu, correct mannetje staan met een wel wat erg ingeholden rug en dat mij ecnigszins bekend voorkwam. Een monoclo tikte tegen een vest- knoop, en toen ik nog wat nader kwam, hoorde ik een stem, die mij ook al bekend voor kwam, met ver bazing uitroepen: „Monica Trant! Kleine Monica! Wel heb ik van mijn leven!" Wie ter Wereld kon dat zijn, die mijn naam kende? Ik keek hem wat scherper aan. Het kon toch niet Was het Ja, het was een van Va ders oude vrienden, Majoor Montré- sor. Die was dus de zaken-kennis van mijn chef. Ik deed mijn best, om niet te staren. De Baas, staarde openlijk naar ons beiden. „Drommels, Monica! >Vie zou ver wacht hebben jou hiér te zien binnen stappen!" „Ik had u ook niet verwacht, Ma joor Montrésor", zei ik, wel verplicht, hein een glimlach te schenken, terwïil ik hem mijn hand toestak, die hij als van ouds Btevig drukte. Eerlijk gezegd, was ik heelemaal niet blij, dat de bezoeker van den Baas iemand was, die mij vroeger ge kend had. Ik voelde er niets voor. om aan dien tijd herinnerd te worden, terwijl ik hier was. Het was mij. of oen heele schaar van mijn vroegere bekenden achter hem stond, die allen herhaaldeu: „Wie zou jou hier ver wacht hebben?" eu die mij allen even eens stonden aan te staren. liet was afschuwelijk! Wat voor verwikkelin gen kon het misschien nog geven! Misschien zou ik nog wel een Manier „C" er bij moeten aannemen ter eere van Majoor Montrésor 1 Wat hem be treft, hij is nog al vermakelijk en praatziek; tact heeft hij' absoluut niet en toen ik zeventien was. had hij er erg veel schik in, om te probeeren wat met me te flirten. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5