HAARLEM'S DAGBLAD
Van onzen reizenden Redacteur
MI1NVÊRLÖVING
FLITSEN
WOENSDAG 9 JULI 1924TWEEDE BLAD
(Nieuwe reeke.)
Ne. 221
Opgravingen in Limburg
BIJ DR. BECKERS, EEN MERK
'OPCRAVINCEN BIJ STEUN. VAN
DE SARCOPHAAC. OPCRAVINC
Na mijn brieven over mijn tocht
naar Limburg rest mij nog de be
schrijving van ons bezoek aan Dr.
Beckers, den medicus te Beek, die
zich zoo verdienstelijk maakt door zijn
onderzoekingen op paleontologisch en
geologisch gebied in het Zuiden van
ons land. liet was op een Zondag
morgen, dat hij ons aan den ingang
van zijn grooten, beschaduwden tuin,
vóór zijn villa ontving.
Rustig, met een discrete gereser
veerdheid begroette by ons. Een man
der wetenschap, die zijn onderzoekin
gen doet, bescheiden en stil, niet om
eigen roem of eer, maar enkel uit
liefde voor de wetenschap, uat was de
eerste indruk, dien Dr. Beckers op
ons maakte, een indruk, welke nog
versterkt werd, toen hij ons even later
bij de pas door hem opgegraven sar-
cophaag van zijn onderzoekingen en
zijn werk vertelde.
Al jaren lang heeft deze medicus
zich bezig gehouden met opgravingen
in Limburg, eu de verzameling, die
hij daarvan in eenige bijgebouwtjes
van zijn villa heeft aangelegd, is lang
zamerhand tot een weliswaar klein
maar zeer waardevol museum aange
groeid. Dokter Beckers toonde ons
resten van oude fauna als rhino
ceros- en haaientanden, oesters, zee
egels, deden van den kop van een
mammouth cn versteende geweien van
een hert die allo in de mijnen op
100 Meter diepte waren ongegraven.
F.en geheel versteend,, boomstam,
welke in de Laura-mijn was gevon
den, was een van de voorwerpen, die
wel het sterkst tot onze verbeelding
BJ>
rak.
Behalve deze fossiele resten van
oude fauna cn flora zijn er in dit mu
seum verschillende werktuigen uit het
«teenen tijdperk, waarvan wel het
merkwaardigste was. dat wij. leeken,
op het eerste gezicht, er eerst mets
bijzonders aan zagen. Maar bij na
dere beschouwing bleken ze wel de
gelijk bewerkt en konden wij geloo-
ven, daf rij eenmaal den mensch
volgens Dr. Beckers als zaag, ha
mer. pijlschicht of wapen hadden ge
diend En daarnaast is er nog een
rijke verzameling van in den I->m-
burgschen bodem gevonden meteorie
ten metcorslcenen koralen en
vuursteenen. die aan dit museum ecu
bijzondere waarde geven.
Ook om de collectie opgezette vo-
R,.]s waaronder het eenige in ons
land voorkomendo exemplaar van den
rood pootvalk is het bezoek
van het museum van Dr. Becker loo-
nend. Toch zouden wij bij ons reeds
overvol programma daarvoor alleen
waarschijnlijk niet naar Beex zijn ge
tuft. Ons doel was meer speciaal: dc
Romeinscho sarcophoog, die door Dr.
Beckers pas bij Bteiju was opgegra
ven! En tegelijk: iets meer te ver
nemen van de resultaten van zijn
werk en dc conclusies, die hij n!yir
aanleiding van zijn bclnngrijke vondst
bad gemaakt.
In den tuin, in de schaduw van een
grooten boom stond de sarcophoog
van roze-kleurigo zandsteen, die eeni
ge dagen te voren van Steyn naar
Beek was overgebracht, en waarvan
ons gezelschap zoonis Dr. Cedeer?
ons zeide - - de ..primeur bad. Een
voudig en beseheiden vertelde de ge
leerde mot zijn zachte stem ons iets
van zijn werk en van zijd voor de
wetenschap zoo belangrijke vondst.
Door do opgraving van den *"tco-
pha&g is nu bewezen, dat cr bij Stcijn
ongeveer 2<0 jaar na Christus een be
langrijke nederzetting der Romeinen
is geweest en dit is een aanwijrung. dat
er vroeger ook een grootc Romein
scho heerweg rechts van de Maas
moet hebben geloopen. Dat de Romei
nen een heerweg hadden aangelegd
v.,„ TonBor-n - in Bd» -
Nijmegen, links van de Maas. was
door de verschillende opgravingen
reeds lang bckond, maar omtrent een
Romeinscnon heerweg rechts van do
Maas bestonden alleen nog maar ver
moedens. De Romeinsche heerwe
gen onderscheidden zich door hun ste-
vigen aanleg. De Romeinen verston
den de kunst van wegnanLg minstens
even goed «ls wijDe wegen der Ro
meinen bestonden uit 3 lagen kiezels,
waarop dan nog een wegdek van
keien kwam. Naast de wegen werden
meestal vrij diepe grachten gegraven.
Nu heeft. Dr. Beckers in het verschil
van groei op de korenvelden rechts
van de Maas een aanwijzing gezien,
dat daarlangs een Romeinsche heer-
Feuilleton
Naar betEngelsob van
BERTA RUCK.
26)
„Wat meer op mijn hoede', her
haald© ik bedeesd, als een kind, dat
een les uit het hoofd leert. ..Ja. dat
zal ik moeten zijp. fk zal nog moer
moeten trachten, het Qiinder onna
tuurlijk te doen schijnen, dat wij ge-
©ngngeerd zijn".
Weer die blik, hoewel slechts even.
alsof hij er naar snakte, om mij eens
goed door elkaar te schudden,
„Dank u". zei hij,
..Met die andere- menachen bedoelt
u zeker dien anderen meneer Waters,
die zich altijd zoo vrij uitspreekt en
die mij komt opnemen? Denkt u, is
ii hang, dat hij den man beklagen
zal, dio met mij geëngageerd heet- te
zijn?"
Hij mompelde iets. ik meende, 'lat.
het leek op ..onbeschaamd", maar het
kan ook wel wat anders geweest zijn.
tn ofschoon ik daardoor wist, dat het
mij opnieuw gelukt wa-s. sijn Onver
stoorbaarheid te verstoren, genoot ik
riet van miin triont' Ik kon or nlat
cms meer bil mijzelf om lachen. Het
WAARDIC MUSEUM TE BEEK. DE
EEN ROMEINSGHEN HEERWEG.
EN BIJ RIJCKHOLT.
weg moet hebben geloopen. O.p den
grond toch, welke boven den ouden
weg met zijn kiezels en steenen
ligt. moet het koren minder snel
groeien dan op den bodem, die boven
de vroegere grachten is gelegen. Bij
zijn onderzoekingen is Dr. Beckers
Ïebleken, dat dit verschil van groei-
racht op meerdere plaatsen rechts
van de Maas werkelijk bestaat en hier
mee is het vermoeden, dat daar een
heerweg beeft geloopen, voor hem ze
kerheid geworden.
Het probleem voor ue toekomst ie
nu, om ba weten, waar de wee precies
heeft geloopen 1" Hoe Dr. Beckers in
zijn onderzoekingen zijn levenstaak
ziet. voelde ik aan de wijze, waarop
hii eenvoudig, maar bewust
zeide: ..Ik hoop. dat dit mij gelukt
Door de vondst van scherven in den
grond bij Goulle en Elslo ip bewezen,
dat ook daar do Romeinen zijn ge
weest. De opgravingen bij Steijn heb
ben ons op eens heel veel verder ge
bracht Wel waren er in 1914 bij
Steyn al voorwerpen eevondeu, die
er op wezen, dat daar een belangrijke
Romeinsche nederzet ting was geweest,
maar eerst de meer systematische op
gravingen onder leiding van Dr.
Beckers, die de merkwaardige vondst
van de Romeinsche sarcophagen
waarvan één naar hei museum te
Maastricht en één naar den tuin van
Dr. Beckons werd overgebracht ten
gevolge heeft, gehad heeft thans
volle zekerheid gegeven.
Dr. Beckers toonde ons ook nog en
kele foto's van de verschillende voor
werpen dien de sarcophaag op het
oogenblik van de opgraving waren
aangetroffen. De eeno sarcophaag l>e-
vatte behalve ©en urn een prachtig
bewerkt lampje met de pit er nog
in eenige vaasjes, een jjotje met
water, munten eu stukjes gekleurd
glas; in de andere aaroophaag vond
men aseh en spijkers op den bodem
verspreid, waarin Dr. Beckrrs het be
wijs zag. dat de urn oorspronkelijk in
een kist. geplaatst was geweest. Zooals
mc-n weet. begroeven <je Romeinen
hun dooden niet, als bij on6. De doo
den werden verbrand en eerst daarna
werden de aeoh en dc beenderen, die
in een urn waren verzameld, aan de
aarde toevertrouwd, bij de armen in
open graven. bij de rijken in een
proote steenen earcophaag.
En omdat de Romeinen geloofden
aan het voortleven van de ziel. olaat-
sten zii verschillende voorwerpen
als vaasjes met reukwerk, potjes met
water, munten en zelfs een schaar
die de ziel op haar ronddwalingen
noodig kon hebben, bij de urn met de
asch van hun no dooden. De prachtige
stukjes bewerkt cn gekleurd glas, dio
in de sarcophaoe worden aangetrof
fen waren volgens Dr. Beckers dan
ook vrij zeker van vaasjes afkomstig,
welke, door liet reukwerk aangetast,
in den loon der jaren uit elkander
waren gevallen. De verschillende ge
vonden voorworpen ziin na de opgra
ving gefotografeerd en geinventari-
üord en daarna met één der twee
earcophagen opgezonden naar het
museum te Maastrichtde andere
«arcopbaac staat thnns in den tuin
bij Dr. Beckers als het morst waarde
volle stuk van zijn toch al roede zeer
rijke verzameling.
Ons bezoek aan den eenvoudigen,
beecheidon man van de wetenschap
daar in die rustig© omgeving in het
vriendelijke dorpje Beek tuachen de
donderende kanonnades van de lollige
Anjelökkisch en het luidruchtige fecet
der pralende schutters te Sitiard in,
was er prooter contrast de,nkbaar
nan tusschen den bedaarden geleerde
en de opgedirkte I.imburpsche schat
tors! zal ons allen, die aan den
tocht door Limburg deelnamen, in
aangename herinnering blijven.
Van ens plan om ook nog een be
zoek te brengen aan de prae-histori-
sche werkplaatsen bij Rijckholt en St.
Geertrui. dicht, bij Bijsden waar
door den Belg Hamal Nandrin uit
Luik .eonigen tiVi geleden en hyper-
brachycephalen schedel werd gevon
den en in Augustus 1924 op initiatief
het Nederlandsch Nationaal Bu
reau voor Anthropologic en met
subsidie van het Koninklijk Neder-
landsch Genootschap onderzoekin
gen zijn verricht door Dr. A. G. van
Giffen en dr. W. G. N. van der Sleön,
hebben wij helaas door een plotseling
opkomend onweer moeten afzien. Het
is wel jammer, dat de merkwaardige
schedel een van dc oudste p ra fi
ll isforieche schedels, welke ooit in ons
land werd gevonden naar Luik Is
gaan. maar het onlangs versohenen
jaarverslag van het Nederlandsch Na
tionaal Bureau voor Anthropologic
waarin ook een uitgebreid rapport
over de onderzoekingen in Zuid Lim
burg van dr. Van Giffen voorkomt
las ik dat er nog eenige kans bestaat,
dat de hoeren Hamal Nandrin en Ser-
vais de twee Belgen, die indertijd
de opgravingen bii Rijckholt on Sfc.-
Geertrui hebben verricht -den door
hen in Limburg gevonden schedel als
nog aan Holland zullen doen toeko-
En zoo ben ik dan n.u aan het eind
van mijn Liihburgeche brieven. Maar
ik wil ze niet afsluiten zonder nog een
woord van dank aan onzen gids, den
heer D. J. van der Ven. Wat deze
gids voor een gezelschap waard is,
do lezers zullen zich misschien een
klein idee ervan hebben kunnen vor
men uit deze brieven, die van „Lim-
burgsche Schötterieën" via kaateelen,
ruines. boerenhofsteden, sappige
beemden en bloeiende heuvels naar een
Romeinsche saroophaag en een hyper-
brachycephalen schedel voerden I Doch
het is slechts een heel. heel klein idee!
Van zijn enthousiasme, zijn meeslee-
pende geestdrift, zijn belangstelling in
alles, ziin liefde voor de natuur en
zijn opgewekten geest, daarvan weten
alleen zii. die met Van tier Ven op
reis ziin ge\yeeet. Bn daarom herhaal
ik hier aan het slot. van mijn brieven,
wat. ik tot den lieer Van der Ven
mocht zoggen aan onzen gezelligen
die-ch bii moeder Loozen fe Gulpen
..Meneer Van der Ven. als ge ooit eens
op uw folkloristische omzwervingen
naar reisgezelschap mocht zoeken,
donk dan aan den reize-uden redacteur
van Haarlem's Dagblad, die voor u
zijn koffertje altijd gepakt zal hou
den" 1
J. B. SCHUIL.
Brieven uit Berlijn
(Van onzen correspondent.)
ARME BEDELAAR,
Berlijn, 5 Juli 1924.
„Um Gotee Willen. Schaffner,
halten Sie doch 1"
„Jessas Mensch. was machon Sie
da I"
„Zum Donnerwetcr, cellen Sie
eicli doch vorl"
Dc heolc boordevolle tram is in op
winding. Het oudachtige heertje, dat
den conducteur had toegeroepen, toch
te stoppen, grijpt zenuwachig zeil
naar dc loeren treklijn van de bel on
wipt zijn buurman op het achterbal-
con daarbij den strooien hoed van het
hoofd. Deze, ver van zich daarover
op echt Berlijusche manier kwaad te
üjaken en een cursus over wellevend
heid ia het algemeen en op het balcon
van een openbaar verkeersmiddel in
het bijzonder te beginnen, laat zijn
hoofddeksel op straat, vallen en grijpt
naar den man op do treeplank. Een
dame ziet eruit, of zo aanstonds zal
flauw vallen, de passagiers binnen in
het riituig rekken de halzen on de
conducteur wringt zich haastig uit
het gedrang, om te gaan doen wat des
conducteurs ie.
Do man. die al dat rumoer heeft
vtroora iht. i« intusscnen a; lang van
dc tram af"«sprongen. Mei 'abclach-
tige handigheid heeft hij zijn twee
krukken in de eone hand genomen, een
zwaai naar achteren gemaakt, en daar
staat hij nu op zijn eeno been met de
krukken voor zich uit de straat ge
steund en kijkt bedaard toe, hoe de
tram een twintig nieter verder mei
een ruk stop en zich dan weer iu be
weging zet.
Hii neemt zijn krukken onder de
oksels en gaat rustig naar het trottoir.
Bii het kr<v-~" draait hij zich om,
leunt tegen den muur en laat de
krukken zachtjes op den grond glij
den vervolgens gaat hii zelf zitten,
neemt, zijn pot af, legt die voor zich
op de stcetien en blijft met onver
schillig gelaat rondkijken. Een in den
oorlog verminkte, een bedelaar.
Maar deze bedelaar is er geon van
net, gewone soort.
Veelal dragen zij. die in deze stad
op liet medelijden van hun medebur
gers spoculeerennog hun oude. ver
sleten uniformen van den oorlog. Zij
leggen hun won-ien, liefst de afzichte-
'iksto verminkingen bloot, trekken
deerniswekkende gezichten, dragen
flarden aan het Jijf. zien er vies cn ar
melijk en ongeschoren uit. jammeren
over honger, werkelijke of meestal
gesimuleerde.
Deze bedelaar ziet er echter uit, om
dooreen half dozijn ringetjes te halen.
Ook hij ie in uniform, rnaar zijn offi
cierstunica is gloednieuw; de broek is
onder den stomp van zijn afgeschoten
been dichtgenaaid, maar als hij daar
zit, verschijnt onder de broekspijp
van zijn gezonde been een zijden sok
en do voet is bekleed met een keuri
ge donkerbruinen schoen z:;n gezicht
gladgeschoren en rozig gepoederd,
VAN HAARLEM'S DAGBLAD
NAAR DEN TANDARTS
je gaat op weg naar
den tandarts en wou,
dat je een afspraak
had gemaakt voor de
volgende week in plaats
van vandaag
je kijkt alle voorbij
gangers aan zij kun
nen vroolijk zijn zij
zijn niet op weg naar
den tandarts
je hoort 'n stoom-boor-
machino, die je herin
nert aan wat je te
wachten staat en ver
snelt je pas wat
je bereikt de straat;,-
waar hij woont hé,
ben ik er nou a,l en
gaat hoe langer hoe
langzamer loop en
zal je een paar
om het blok heenloopen
als je laat komt, laat
hij misschien een ander
voorgaan
gekheid, het moet maar
gebeuren je drukt op
de bel en wou onmid
dellijk daarna, dat je
het niet gedaan had
je leeft wat op, als er
niemand komt, mis
schien is de tandarts
net ziek geworden
jvie weet
je kreunt als de deur
opengaat, kijkt voor
het laarsb naar het
vriendelijke zonlicht en
gaat naar binnen.
(Nadruk verboden.)
het haar gefriseerd en geparfumeerd,
èe handen blonk en de nagels wel
verzorgd. gepolijst en gemanicuurd.
Op de borst draagt hij het versiersel
van het IJzeren Kruis eerste klas, het
insigne in zilver voor ernstige ver
wondingen ex nog andere onderschei
dingsteekenen. Een salonbedelaar.
De nog jonge man kan zich de luxe
van goede kleeding permitteeren.
Want hij heeft een goede plaats, vlak
bij het Potsdammer Plein eu het café
Vaterlaud, een dor drukste café's van
de stad, waar veel provincialen heen
gaan en dat ook al om die reden druk
door do demi-monde wordt bezocht.
En daarvan moet. hij het hebben". Bii-
na allijd zie je hem in gesprek met
oen of meer van deze dametjes, die hij
met brutale snuit fixeert, als ze hem
geldstukjes, goed gemeubileerde brood
jes, chocolade of dure cigaretten ko
men brongen. Dc kring van zijn „da
mes"-kennissen is zeer uitgebreid en
als er nieuwelingen komen lacht hij
ze toe. roept een schertswoord en al
heel gauw behooren ook zii tot zijn
beschermsters.
En behalve dezen komen ook heel
at mopschen van den ouden stempel
hun obolus in zijn pet werpen, men-
schen van buiten, waaraan jo al op
honderd pas afstnnds den oud-gedien-
do kunt herkennen, mannen en vrou
wen, wien het. aan het hart gaat, dat
een oud-officier hier op straat, zit te
bedelen en die alleen maar de offi-
ciefjns en bet IJzeren Kruis zien,
zonder te Bedenken, dat deze man
eigenlijk een van de ergste parasie
ten is.
Want dat is hij. Een man, die zoo
flink van een tram in volle vaart kan
springen, kon ook nog wel iets uit-
oeren, om op eerlijke en waardige
manier aan den kost te komen.
HIJ kan het ook, maar hij wil niet.
De man is werkelijk officier geweest
heeft den gehcelen oorlog meege
maakt; zijn onderscheiding-teekenen
heeft hij met. zijn bloed verdiend en
hij draagt, een geachten naam. Zijn
familie heeft hem aan een fatsoenlij
ke betrekking willen helpen. Maar
hij heeft geen zin in werkenHet le
ventje op straat, bevalt hem best en
hij „verdient" op deze wijze heel wat
meer. dan vroeger als officier.
Sedert enkele dagen draagt Iiij een
trouwring. Maar daf. helet. hem niet,
door te gaan met ziin schertsen met
do straafvlinders Iljj leeft, immers
van haar gaven. En ook voor haar is
het geen reden, om niet verder cho-
cloade en cigaretten en creld te geven
aan den knappen man op do^steenen.
Want hij is immers een nrme bede
laar.
H. BI. KOELENSMID. i
Uit de Omstreken
SCHOTEN
Een nieuw ontwerp-Stratenplan
Bij den Raad van Schoten is
gediend een ontwerp-stratenplan
verband met den voorgenomen woning
bouw van de Coöperatieve Vereeni-
giug „Samenwerking".
Van den voorzitter dezer vereeni-
ging den heer H. J. Braam, verna
men we eenige nadere bijzonderhe
den. Het stratenplan is ontworpen
op de gronden van den heer Wolf en
de familie Teeuwen tuschen den
den Rijksstraatweg eenerzijds en de
Jan Gijzenvaart aan den anderen
kant. Er zijn ongeveer tien staten
ontworpen, met een breedte varieeren-
de van 10 tot 14 M. Hierbij is re
kening gehouden met een grooten
toc-komstigen verkeersweg van der.
Rijksstraatweg en uitkomende aan de
Jan Gijzenvaart halverwege Sant
poort. De oppervlakte grond be
draagt ongeveer vijf I-LA.
Do bedoeling is te bouwen 60 mid-
denstandswoningen en bijna 300 ar
beiderswoningen, de laatsten tegen
een huurprijs van ten hoogste f 5.
per week. Er komen vijf of zes win
kels. De diepte der bouwblokken vol
doet. aan de bepalingen van de Bouw
verordening.
Twee plantsoenen met een ruime
bestating er om heen zijn in het plan
opgenomen.
De vereeniging „Samenwerking''
heeft reeds ongeveer negentig
serieuse aanvragen, waaronder vijf-
lien uit Arasterdam ontvangen.
Vermoedelijk wordt dit ontwerp-
stratenplan in een op 18 Juli te hou
den raasvergaderiDg behandeld.
GEVONDEN DIEREN EN VOOR
WERPEN.
Terug te bekomen bij J. Bakhoven,
Gen. Cronjéstraat 58, een gouden ringe
tje B. Peters, Slaperdijkweg 74» t*ee
kistjes sigaren; J. Kok, Borneostraat 9
een etui rnet potlood en penhouderM.
de Zwoll, Gen. de la Reystraat 5, een
ceintuur M. van Emmerik, Berkheide-
straat 13. een bril in étui; P. Lode-
wijk, Kritzingerstraat 43. eenige spaar-
zegeisT. Oosterhout, Sacnredamstr.
38, een zilveren rozenkrans A. Pul, Zo-
cherstraat 21, een bruin koralen hals
ketting C. Emmer, Paul Krugerstraat
2S. een fabriekspenning no. 33 J. van
Westerhoven, Javastraat 29, een tasch
met boeken en teekeningen J. Bartels,
Spaansche Vaartstraat 57» een duif: T.
van Schie, Kloosterstraat i, een wollen
kinderdekentje aan het Politiebureau
een tafelkleedje, een pakje geel papier,
een sleutel en een rozenkrans.
Schoolreisjes. Ben groot
gedeelte der leerlingen van de open
bare lagere school aan de Overton-
straat is vandaag op reis. De kinderen
der bedde zesde klassen zijn met hun
onderwijzers naar Marken en Volen-
dam. De leerlingen der 4e klassen
reieden naar Valkenveen en waren
reeds tegen half zeven hedenmorgen
bii de cavalerdekazerne present. De
lagere klassen vermaakten zich te
Wiik aan Zee. Jammer, dat het weer
den kleuters niet ter wille was.
ZANDVOORT
M. U. L. O.-EXAMEN.
Dinsdag slaagden voor heb M. U.
L. O.-diploma A de leerlingen van
school C. Mimie Wust en Hendrik
Poots.
HALFWEG
ZWERVELING.
Door de politie alhier is Zondagavond
half tt te Halfweg aangetroffen een
minderjarig uit Haarlem afkomstig
meisje. Zij werd door bemiddeling van
de Haarlemsche politie aan de ouders
wedergebracht.
KERKBOUW.
Dinsdagmiddag zijn de eerste palen
getrsgen voor den bouw van de nieu
we Nederl. Hervormde Kerk alhier.
DIEFSTAL.
Door de politie alhier is proces-ver
baal opgemaakt tegen W. W., wonende
te Osdorp, die Zondagnacht op heeter-
daad werd betrapt bij het plukken van
bloemen uit een tuin van een particu
lier.
GEEN BUITENKANSJE.
Bij den landbouwer W. G., in den
Houlrakpolder alhier is 'Zondagnacht
op onverklaarbare wijze de waakhond,
die altijd aan de ketting ligt, losge
raakt. Plet beest heeft van die gelegen
heid gebruik gemaakt om eenige aan
G. toebehoorende eenden en kippen, die
zaten te broeder, dood te bijten of ern
stig te verwonden, ook de nesten met de
eieren werden totaal vernield».
HAARLEMMERMEER
PERSONALIA.
De ambtenaar bij de Nederlandsolie
Spoorwegen (L. C. Sohreurs, is van Venlo
overgeplaatst naar Hoofddorp.
Do heer H. D. Muller, arts te Hoofddorp
beeft deze gemeente weder verlaten en
zich fe Arnhem gevestigd.
De heer J. d'Haue te Vijfhuizen is aan
gesteld als hulpbesteller bij de Posterijen.
INGEZONDEN MEDEDEELINCEN
Cts. per regel.
Pljnan In Tanden en Kiezen verdrijft men door Mijnhardl's Sanaplrin-Tabletten.
v»erd mij te veelIk voc-lde me op
eens heel inoo.
Tranen van vermoeidheid. waar
schijnlijk, welden onverwachts op m
mijn oogeu cn ik was verplicht het
hoofd op zijde te wenden en o'.er do
1 eg naar een meidoorn ,n vollen bloei
te kijken, maar ik zag nieie dan één
rose maya. Mij deed net., alsof hij noy
n.ets gemompeld had en brgon op
nieuw en zoo afgepssl. moeilijk:
„Mijn oom en nog iemand anders
kernen van avond hier. Die oom van
mii is iLderdaad wat excentriek in
sommige opzichten, maer hij merk.',
alles cp. Geen enkel woord, dat vat
baar is voor tweeërlei uitlegg'ne, gaat
voor Item verloren".
„Ik begrijp u", zei ik en keek knor-
rig naar een volgenden meidoorn,
maar mijn stem hield ik in bedwang.
„Het za! het beste zijn, dat ik niets
zeg, waar hij bij is. Ik zou te verle
gen kunnen zijn. om mijn mond open
te doen, zooals ik op kantoor ben, of
liever was. Zou dat beter zijn?"
„Belangrijk beter dan uw laat
ste methode", zei de Baas droogjes.
„Die andere is alleon een kennis, met
wien ik zaken hoop te doen, dus
„Dus zoudt u hem graag een gun-
stigen indruk geven", vervolgde ik,
„van uw meisje en uw familie"*
„Zooals n wilt, maar
Een pauze.
„Vyjr alle* *ïceT-sS :V nh»t Voor ©en
idioot aangezien te worden1'.
Het kwam er zoo jongensachtig uit,
dat ik hem voor een oogenblik bijna
mocht lijden. Toen echter dacht ik
aan alles, dat mij een jaar lang nog
wachtte en dat vecL veel erger was,
dan voor een idioot aangezien of in
tegenwoordigheid van anderen bela
chelijk gemaakt te worden.
Ik rnerkle, dat hij woedend op zich
zelf was, dat hij zich zóo bloot ge
geven had en mij had laten zien,
waar ik hem de eerstvolgende gelegen
heid moest, aanvallen.
IT ij vertrouwde mij niet.
„Ik zal mijn best doen", zei ik
bitter.
Laat hij maar in de meening zijn,
dat ik mijn best zal doen, om hem
een idioot te laton lijken tegenover
ziin oom en dien gewiehbigen zaken
kennis,
„Het zal wat wezen", dacht ik,
„die kennis van den Baas, voor wien
ik, Monica Trant, mij op mijn voor-
deeligst moet voordoen! Waarschijn
lijk is het. iemand, dier. Vader zelfs
niet. ontvangen zou hebben".
Wij waren aan de laatste bocht
vóór het stadion gekomen, en ik bleef
staan.
„Was er misschien nog iels, waar
over u mij zoudt willen spreken?"
„Neen, dank u", zei mijn Baas
zoo kortaf mogelijk.
„Dat was alles. Dag, Juffrouw
Trant".
Hij nam zijn hoed af, hij ziedde
nog van woede, naar het mij toe
scheen. Lekker! Laat. hij die maar op
'net kantoor op meneer Dundonald
koelen!"
„Dag, meneer Waters", zei ik en
keerde mij om.
Ik was blij, dat er memand in de
buurt was, om dit afscheidnemen te
zien.
Als iemand dien grooten, blonden,
woedenden jongenman had^ gadege
slagen, die daar zoo koel afscheid
nam van het jonge meisje, dat, met
het hoofd in den nek tegenover hem
stond, zou hii nooit er op gezonnen
hebben, dat het een kibbelpartij van
een geëngageerd span was.
Wat. slapte hij woedend weg!
Nadat ik eenige passen gegaan
was, keek ik even om, om te zien, of
hij nog zoo verwoed aanstapte.
Wat had ik daar een spijt van.
Op hetzelfde oogenblik toch, dat
ik omkeek, keek hij ook om.
Je ziet. dus, dat het uitstekend is,
om de kinderen te leeren nooit om
te kijken.
Ik wou, dat ik het niet gedaan
hadl
HOOFDSTUK XV.
Nancy, och, Nancy, help ons
toch!"-
„Billy en zijn kennis zijn een eeuw
vroeger gekomen dan wij verwacht
hadden, en Moeder maakt een visite
en Blanche is bezig heur haar
wasschen, en kijk eens, wat ik
scheur in mijn jurk gehaald heb!
Ik kan onmogelijk zoo naar binnen",
kondigde Theo aan, bijna fluisterend.
„Wees jij nu eeus een snoes en ga
tto theetijd gezellig praten met on
zen bezoeker. Doe je het?"
„In orde", zei ik lachend en ging
naar het salon.
Het was er koel en schemerachtig
na den vollen zonneschijn in den
tuin, waar ik had zitten lezen, om
mijn ellende van 's morgens te verge
ten.
Het eerste oogenblik kon ik nauwe
lijks onderscheiden, wie de twee wa
ren, die mei: liun rug naar de glazen
deuren stonden.
Daarop zag ik naast den Baas een
kleiu, correct mannetje staan met een
wel wat erg ingeholden rug en dat mij
ecnigszins bekend voorkwam.
Een monoclo tikte tegen een vest-
knoop, en toen ik nog wat nader
kwam, hoorde ik een stem, die mij
ook al bekend voor kwam, met ver
bazing uitroepen: „Monica Trant!
Kleine Monica! Wel heb ik van mijn
leven!"
Wie ter Wereld kon dat zijn, die
mijn naam kende? Ik keek hem wat
scherper aan. Het kon toch niet
Was het Ja, het was een van Va
ders oude vrienden, Majoor Montré-
sor. Die was dus de zaken-kennis van
mijn chef. Ik deed mijn best, om niet
te staren. De Baas, staarde openlijk
naar ons beiden.
„Drommels, Monica! >Vie zou ver
wacht hebben jou hiér te zien binnen
stappen!"
„Ik had u ook niet verwacht, Ma
joor Montrésor", zei ik, wel verplicht,
hein een glimlach te schenken, terwïil
ik hem mijn hand toestak, die hij als
van ouds Btevig drukte.
Eerlijk gezegd, was ik heelemaal
niet blij, dat de bezoeker van den
Baas iemand was, die mij vroeger ge
kend had. Ik voelde er niets voor. om
aan dien tijd herinnerd te worden,
terwijl ik hier was. Het was mij. of
oen heele schaar van mijn vroegere
bekenden achter hem stond, die allen
herhaaldeu: „Wie zou jou hier ver
wacht hebben?" eu die mij allen even
eens stonden aan te staren. liet was
afschuwelijk! Wat voor verwikkelin
gen kon het misschien nog geven!
Misschien zou ik nog wel een Manier
„C" er bij moeten aannemen ter eere
van Majoor Montrésor 1 Wat hem be
treft, hij is nog al vermakelijk en
praatziek; tact heeft hij' absoluut
niet en toen ik zeventien was. had hij
er erg veel schik in, om te probeeren
wat met me te flirten.
(Wordt vervolgd).