HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN Stadsnieuws Muziek. FLITSEN DE SCHIJNVERLOViNG DINSDAG 15 JULI 1924 TWEEDE BLAD No. 3343 Babbeltjes van den Zeekant Het is bijna vacantia het is al moo» Wear en de trek gaat naar den zee kant. Nu do poorten van Duitscliland opengezet zijn, krijgen de hötels te Zandvoort weer meer casten dan waar ze op konden rekenen, want de Duit- solter reist graag en is gecharmeerd op Zandvoort- Het toeval wilde, dat ik Maandag een Nederlander ont moette die pas uit Berlijn kwam en op mijn vraag: „hebben de Duitschers nu eigenlijk geld of hebben ze hel niet?" ten antwoord gat: „velen heb ben het niet, de winkeliers en de in- telleciueelen bijvoorbeeld, de arbei ders verdienen goed geld en dan is er een categorie van handige lui, die zonder bepaald ..Schieber" to zijn. van alle omstandigheden weten to profiteeren om geld te maken Zoo was zijn kijk op den toestand. Ande ren bezien het weer anders. Hoe hot ook zij, de Duitsehe bad gasten komen dus weer cn do dagjes mensehen blijven komen als altoos: die zijn in do afgeloupen jaren nooit weg geweest. Volgens de nieuwste ta rieven kun je weer een retour naar Zandvoort krijgen (er is nogal eens ver andoring in dé prijzen van tramver- voer) en het mooiste is. dat de prij6 van den rit gedaald is: de maatschap- pij brengt ons voor vijftig enten heen en terug Het is Den Haag- Scheveningen nog wel niet voor een dubbeltje per rit. dus twintig centen voor het retour, maar wij willen grif aannemen, dat de train het daa: niet j voor doen kan. Mei een kwartje per rit zijn wij al wonderwel tevreden, 1 Minder met het slechte Neder- land=ch, dat ons op het biljetje wordt toegediend. Waarom is het onder broken van de reis niet geoorloofd, terwijl afbreken Nederlnjjdsch zou zijn geweest? Waarom dat afschuwe lijke germanisme: „dit biljet IS gedu- rendo de reis to bewaren' in plant* van: moet «edureudo de reis bewaard worden. Al krijgt d,; maat schappij veol Duitichera te vervoeren, dan behoeft zij hun toch niet vertaald Duitsch voor te zetten! Do trein die uit drie wagen» be staat, is al vrij vol uit Amsterdam ge komen. „i'uha, pahal" roept een jochio dat gauw in don tweeden wa gen is geklommen, ,."k heb «een plan*". Paha is niet in de buurt, maar twee welwillende juffrouwen schikken wat op en maken wat ruim te voor den jongeling aio nog ver af is van den leeftijd, waarop men cor- pu'.entie moet vreezen. Hii ia dus te vreden cn noemt doe! aan de algeme ne opgewekte stemming. In do eersto plaats «aan de menschen die on weg naar Zandvoort ziin. uit (Je hoeft er nooit examen of andere on afin re name dingen te doen} bovendien is het een eindpunt en overstap pen. waar menigeen zich zenuwachtig o'.or mankt, dus niet noodig. De passagiers ver koeren dus in een stemming van vroolijko verwachting, zelfs tweo nichtjes dio met een tauto uit zijn en geen zitplaats kunnen vinden, omdat nr nog maar voor tante over was. l)o zuurste badgast zou vroolijk wor den bij liet door en door goedharti ge gozicht van tante, maar waar<m. waarom hoeft die goeie dame een netje over hour haren getrokken, zoo. dat. een broodo band over 't voorhoofd list, waaronder zij geducht moet lijden bij deze warmte! Iemand zegt mij, dat do vrouw hot meest gesteld is op modes, waarvan zij pijn en ongemak lijden moet, zoo als schoentjes met hoogo hakken, cor- setten en dergelijke meer de zelf opoffering beweert zij. geeft voldoe ning. Ik waatr mij verder niet op dit gevaarlijke pad en neem afscheid van tante met do opmerking, dat z i liet meest gelijkt op 'n reusachtige kapel, die pas met huid en haar onder con vlindcrnctjo gevangen is. Onzo tramtrein draait het viaduct af, den Aarden hou', in. Daar staan aan een zijweg villa's te koop. D© nomenclatuur der woningen heeft voortgang gemankt, evenals in ande re categorieën des menschdoms. hen heeronhuis ben je al gauw en zoodra er niet meer dan twee hoerenhuizen nan elkaar vost gebouwd zijn, heetcn ze villa's. Jo merkt het alleen in den huurprijs, overigens wordt er niemand gehinderd of benndecld. Wanneer wij te Zandvoort uitstap pen is hot eersto wat ons oog ziet 'de Verkoors-Agont, Dit is geruststellend. Het bewijst, dat wij in Zandvoort niet aan ons zelf overgelaten zijn. De overheid houdt een oogje op ons. Dit is geruststellend voor de braven. Met I. do slechten geven wij ons natuurlijk niet af. En wanneer een van mijn beste vrienden ergens in een café-, restaurant te Zondvoort 1.75 voor I een whisky-soda heeft moeten beta len, dan mag hij daarvan zeker aan den verkeersagent geen verwijt maken I had hij zelf dezen inderdaad opge- jsohroefden prijs niet kunnen ontgaan, door dezen gevaarlijken drank te la ten staan en liever een tweede kop thee te nemen voor den ei vielen prijs van twee kwartjes? Men zal zeggen dat ik van de hak op de tak spring. Inderdaad. Maar dit is een eigenaardigheid van een badplaats. Probeer eons een wiskun dig probleem op te lossen aan zee. of een philosopische stelling met on verbiddelijke logica te verdedigen tot aan het biltere einde! Het lukt niet. Men praat te Amsterdam, men betoogt te Leiden, men babbelt te Zandvoort. Let maar op de tallooz-e kringetjes van strandstoeleu, waarin drukke gesprekken gevoerd worden: dit zijn geen diepgaande gesprekken, het zijn babbeltjes. Ik zeg dat niet omdat drie kwart van de strandisten vrouwen en kinderen zijn op Zon dag alö do mannen present zijn. is liet niets beter. De zee is bewegelijk, niet degelijk. Zij komt op vaste tijden dreigend op ons af, bedenkt zich dan weer en deinst achteruit, op den oevei zand achterlatende dat al evenmin een serieus© stof genoemd kan wor den. daar het per korrel geen volumen heeft en bij massa als water door de vinger» vloeit. Daarbij dat voortdu rend dansen van de golven. Neen. de ernstigst© mensch voelt op het zee strand iets van zijn gewichtigheid vnn zijn schouders glijden. Ziedaar de reden, waarom zoo velen cr hun zo- mervacantie doorbrengen, ofschoon het strand tegen zonnewarmte wel de minst mogelijke beecherming ople vert. Als ik de bonte menigte der strand stoelen inspecteer, blijkt overduide lijk dat ik met dat netje weer een flater gemaakt heb. Er zijn meer da mes met netjes. Tante had gelijk met liet linro en ik heb weer een dwaas heid gezegd, rooft!s eon man altijd moet, wanneer hij het over do mode heeft. Waarom blijft hij dan niet lie ver van het onderwerp af. Omdat het liem zooveel belangstelling inboezemt. Zio op zoo'n strand van Zandvoort, dat nog niet eens voor een mondaine badplaats doorgaat, do variëteit in kleur van de domeskleeding; het mng dan waar zijn, dat er in het zand van de duinen geen bloem kon groeien, do kleuren en haar nuances op Zandvoort zijn zoo talrijk, dat het moeilijk is ons voor to 6tollon dat zij allen ontleend zijn aan een en het zelfde zonnespectrum, Is hot wonder, dat er op het strand een genoeglijke, gemoedolijko stem ming hoe rechtalsof wij allen te zo men do familie Keptunus vormenT Zie dat knusse samendringen om don ijswugen, die onder anderen handelt in s p a t s i s, waarvan ik 'ot mijn spijt niet kan zeggen wat het zijn. Er komt een juffrouw op mij af. die vraagt, „of ik misschien con spoor- boekjo heb. om zoo ereis te zoggen". Ik moot haar antwoorden, dat ik haar helaas niet helpen kan. Do Juffrouw draagt mij er gelukkig geen kwnnci hart. om toe. „Wat niet ken. kcii niet. hei" Dit ia een prnclische op vatting. Wij scheiden in vrede. Kinderen van Ncptunus zijn even wel het meest de baders en baadsters in zee. Heelo (roepen dartelen vroo lijk in de zilte golven. Maar verreweg het aardigste schouwspel on het strand zijn de kleine kinderen bij hun spel. Zio zo draven naar do zee en, instinctmatig wanneer ze den water kant naderen, inhouden uit eerbied dan toch voor dio 1 iog« golven, die daar over elkaar heen komen aan bui telen je kon niet wetenHeuvels van een turf hoog gaan in galop met een emmertje in de hand naar een kuil, die vol niet water staat, vullen het met inspanning van ai. hun krach ten en keeren het emmertje dan weer om. Zij beschouwen het werk nog niet als middel tot een doel. maar alleen om de beweging zelfzie hoe zij voort durend in haastige beweging zijn, alsof zij vreesden dat de zee wol eens zou kunnen verdwijnen onderwijl zij daar aankomen. En is hun taak aan zee nfgeloopen, dan keeren zc weer op een drafje naar moeder terug, die zij toch niet ai te lang uit bet oog verlie zen willen. Bij die bevalligheid blijven de mooist gekleede menschen in hun be wegingen achter. Die hebben de on bevangenheid verloren, de onbewuste gratie, die het monopolie ia van de jeugd. Als zij er niet waren, de kinde ren, dan zou het strand zijn grootste aantrekkelijkheid verliezen. En kom er 's avonds, wanneer de kleintjes, moo gespeeld, in hun bed gestopt zijn het strand heeft zijn grootste sierlijk heid verloren, het is saai geworden, met al die groote menschen, die zoo afgemeten stappen en letten op el kander, al houden ze zich alsof ze niemand zien Schilderachtig zijn ook de inboor lingen. Wij herkennen ze aan hun bloote voeten. Zie ze gaan over bet strand, de zware manden met vruch ten aan het juk over de schouders, telkens de waar aanbiedend, zonder te blijven staan wanneer zij worden afgewezen. Echte zonen van ds kust, mager en gespierd, onvermoeid de zware vracht torsend totdat de dag- jesmenschen langzamerhand verdwij nen en de logés dwalen naar hun hö- fel of pension om zich wat te verklee- rlen en op t« frisschen in afwachtine dat- de gong lien straks aan tafel roept Er is een nieuwe mode op het strand te zien. De liefhebberij in klei ne hondjes. Dames wandelen rond, met de magere beestjes die de dunne fijne pootjes snel bewegen in het dikke zand. Het schoothondje van vroeger herleeft. En als daar een groote her dershond met zijn baas komt aange wandeld en zoo'n miniatuur diertje ziet, blijft hij vol verbazing staan en kijkt het natuurwonder nan. alsof hii niet gelooven wil dat dit °°k een hond zou kunnen wezen, A 1s hij er bij denkt, veronderstelt hij dan dat het een muis moet zijn? Dit is zeker: hij keurt na •en paar seconden het beestje geen aandacht tneer waard, draa't zich oir. _n wandelt waardig v:g met zijn baas, terwijl, wie weet, h kleine honden- hartje angstig bonst en de eigenares ?t groot - dier verlicht nakijkt. Maar 't w, -db vijf uur. de bezoekers dunnen al. En wij v..i buiten zoeken onze tram op en keeren naar liaan cm of Amsterdam terug. TCP Groot Nationaal Concours voor Harmonie- en Fanfarekorpsen te Wormerveer Zondagmiddag. 't Was Zondag de laatat© dag van den wedstrijd, uitgeschreven door de Harmonievereenigine „Ons Genoe gen" te Wormerveer. Tien kor peen namen deel, waaron der ook Laurens janszoon Coster uit Haarlem, directeur J. A. Meng, dat uitkwam in do afdeeling uit- mun'endheid Harmonie. Vooraf trine weer de marschwed- atriid, met 8 deelnemende vereeni- gingen. Ditmaal werden ooor de jury vier prijzen toegekend. in plaats van drie,; zooals de vorige weken. Ziehier de uitslae van den marech- wedstrijd lepriis: „Brandweer-muziekkorps Amsterdam, met 43 1/2 p. Ie prijs„Crescendo", West zaan, met 43 1/2 p. 2o prijs. Amsterd. Fanfare-orkest, mot 40 1/2 p. 3o prijs: „Excelsior", Wester speeltuin. Amsterdam, met 39 p. Het concertconcours zette vrij slapies in met de derde afd. Fanfare B. De drie vereenigingen die er zich in lieten hoeren, wisten zich niet bo ven het middelmatige te verheffen. Ook het korps uit Akersloot dat den vorigen Zondag ziin beurt had laten voorbijgaan, en die nu kwam vervullen (2do afd. harm.) bleef boneden peil. ..Brandweer-Muziekkorps". Am sterdam (eersto afd afd. Harm.) bracht heel wat verheffing. Onder de vakkundige leiding van Fr. van Die penbeek. werd een mooi klinkend en stevig rhvthmisch geheel gegeven, zoowel in het; zware verplichte werk „Polonia" van F. Sali, als in „Bal let Egvptien" van Luigini. Reeds de vorige keer repte ik een woord over de verplichte werken op dit concours, die vrii moeilijk zijn. doch van een smaakvolle keuze fotuigen. Ook over de werken die dozen Zondag verplicht gesteld wer den valt hetzelfde te zeggen. Het stuk dat de drie conourrenten in de Af' Üuitmuntendheid harmo nie te vertolken hadden, nl. „L.Heu- reux "Voyage" van den beroemden VAN HAARLEM'S DAGBLAD EEN MINUUT, DIE EEN EEUW LIJKT Wanneer je een bekend uitzienden rug met een stevigen slag hebt begroet en de eigenaar van dien rug een volkomen onbekend gezicht naar je toekeert. (Nadruk verboden.1 Belgischen meester Paul Gilscn. stelt een opgave, alleen slechts door een uitmuntend keurkorps ie verwezen lijken. En dan is het eer. compCfiiiie van voorname artistieke waarde, in teressant reeds door de ryfchmisclio verscheidenheid zijner motieven, door de virtuose contra pun tisch© bo- werkin" door talrijke vondsten kleur en inotievenbehandeling. Maar... de uitvoering! Ik "kan niet zeggen dat eene der drie korpsen hei stuk meester was. „Excelsior" uii Amsterdam kwam zeker het dichtst hii het bevredigende, maar noch „Wil len is Knnnen" uit Den Haag, noch „L. J. Coster" uit Haarlem reikten zoo verre. Ik vermoed wel dat er zal e lda&od worden over den to hoogi moeilijkheidsgraad van het verplichte stukik ben echter de laatste om dit loco te goveu Ik vind dat van een afdeeling Uitmuntendheid wel wat. mag gevergd worden, en al bereikt men dan niet het vereische resultaat, men zal zich ten minste niet noode- loos inspannen, maar heel Ieerd hebben aan een stuk dat een b'izondere inspanning overwaard was. Wat 'n praciisehe studie bieden al leen reeds Gilson'e origineel© rytli- men? Over 't algemeen was dit rythme bii „L. J. Coster" te slap, te weinig gedisciplineerd. Hetzelfde ook met de dynamiek. Bijv. merkte ik op een mooi gespeelde mineur-cantilene met een typisch basfiguurtje, dat zich moten lang herhaejtdeze passage verliep iu zooverre heel goed, tot men aan een climax kwam die zijn effect miste, omdat het dynamisch element reeds uitgeput was voor zijn tijd. Een gelukkige passage was dt cantilene met chromatische tegenstem Ook de zang van saxoph en bariton met zijne open begeleiding was niet kwaad. Maar ik herhaal, er was ie kort aan stevig sluitend en gedisci plineerd rythme. Laat ,,L. J. Coster" op dit stuk nog eens flink na-sludeeren, er is nog heel wat mee te bereiken voor het korps. Met do suite o p„Le Ttoi s'amuee" n Delibes was de Haarlemsche ver- eeniging vrii wat fortuinlijker. Deze gemakkelijk aansprekende homopho- ne-muziek stelt ook heel wat lager cischen. -> Mooi klonk het kooper in het ma drigaal, en bij de ?e strofe was ook het houtwerk fijn van timbre. III •d zangerig gespeeld. IV was vrij slap van rythme. In V voldeed het spel der klarinetten zeer; het bin nenwerk was echter weinig meegaan de. VI kenmerkte zich weer door een slap rythme. Het slotdeel ging heel goed. De «ere-afd. Fanfare bracht twee concurrenten in het krijt, die zec-r verdienstelijk werk leverden. Vooral was dit, het geval met...Crescendo" uit Westzaan, dir. A. Ie Vries. Trouwens op dal de Zaanstreek lang niet de minste korpsen bezit. De uitslag van de jury (als vorige Zondagen, de heeren M. Lürsen, A. J. Hazebroek en H. A. Maa6), luidde als volgt Derde afd. Fanfare B „Do Vriendschap", Schoorldijib, 2e prijs, met 150 punten. „Eensgezindheid", Heilo, 2e prijs, 160 1/2 p. „Rijper Fanfarecorps", le prije, 174 p. 2e Afd. Harmonie. ..St. Cecilia", Akersloot, 3e prij'6, 141 punten. le Afd. Harmonie. „Brandweer Muziekk.". Amster dam, le prijs, 180 p, Afd. Uitmuntendheid Harmonie. Laurens Janez. Coster", Haar lem, 2e prijs, 159 p. „Excelsior". Amsterdam, le prijs, „Willen is Kunnen", Den Haag, 2e priie. 169 1/2 p. Eere-afdeelink Fanfare. „Amsterd. Fanfare-orkest, le pr„ 178 1/2 p. „Crescendo". Westzaan, le priis, 198 p. Verder maakte de voorzitter der tury, de heer M. Lürsen, bekend, dat aan „De Eendracht" van Veleen. dir. K. H. Kerkhoff, den prijs van het hoogst aantal punten op het concours behaald, kon toegewezen worden. Deze vereen j ging bleef nog 4 1/2 p. boven het daaropvolgende cijfer. Z o n d a g-a vond. De belangstelling was stijgende naarmate den wedstrijd naar het einde Jiep. De aanwezigen op dezen laatsten eere-wedstriid werden op 4000 geschat. De attractie van de zen avond werd immers vergroot door de uitspraak die heden na afloop vol gen zou, over de prestaties dc-r drie Zondagen. Daar waren ook Haarlem sche belanghebbenden bii. immers onze „Politieniuziekvereeniging" en „Excelsior" hadden in den eerewed- slriid gespeeld. Ook „De Eendracht" uit Veisen en „Crescendo" uit Spaarn- dam. waren bii het geval betrokken, Alvorens de nieuwsgierigheid kon bevredigd worden, zouden de eerste- prijswinners van heden zich eerst nog laten hooren. „Rijper Fanfarekorps" zette de reeks in met een vrij slappe vertol king (vooral in 't kleine koper) van Fructidor van Andrieux. „Brandweer-Muziekkorps" uit Am sterdam. dir. Fr. van Diepenbeek kwam stevig voor den dag niet „Sui te do Ballet" van Poppv. Pittig ge- rythmeerd spel, fijn 6iaccato, mooie cantilenen van klarinetten, saxoplioon en bariton, zuiver timbre der hout- blazers in 't geheel een fameuse pres tatie. Niet minder belangrijk was de vertolking van het mooie stuk „Har mon ia" van A. Rousse, door „Excel sior" uit Amsterdam, dir. P. Swa- gcr. Speciaal noteerde ik een tiju sa menspel van klarinet en tuba, een leuk borduurwerk van 't kleine ko- wii deden op dit concours den indruk Por, een geestig ryfehmiscli allegro, 'een zacht getimbreerd zangthema, en een mooi gezongen mineur-phrase van den piston tegen een karakteris tieke tubafiguur. „Amsterd. Fanfare-orkest", dir. H. Reygersberg, was over 't geheel minder gelukkig met een fantasie op „Cavalerie Rusticana." Er waren wel goede détails van piston en tuba, doch globaal genomen viel de pres tatie tegen. De clou van den avond was het optreden van „Crescendo" uit West zaan, dir. A. de Vries, die „Néron au Cirque" van G. Guillement ter uitvoering gekozen had. Laat ik van dit samenspel geen détails noemen, alleen mijn bewondering uitdrukken voor die disciplinaire eenheid in rythme, die echt muzikale zangerig heid. die zuivere klankverhouding, die beschaafde opvatting, dat delicate spel. Ik zei het immere reeds: aan de Zaan kent men er wel wat van om goede muziek te maken. En nu de zoolang verwachte uit slag van den eerewedstrijd Harmonie. le prijs „De Eendracht". Velsen, dir. K. H. Kerkhoff. met 90 punten. 2e prijs „Graficus", Amsterdam, met 79 1/2 p. 3e prijs „Brandweer-Muziekkorps" Amsterdam, met 75 p. Fanfare. Ie priis „Crescendo", Westzaan", met 90 n. 2e prijs: „Crescendo". Spaarndam, (dir. F. A, Dekker) met 76 1/2 p. 3e prijs „Door Oefening Beter", Haarden, met 75 punten. En hiermee behoort dit welgeslaagd concours weer tot het verleden. Het is onder veie oprichten belangrijk geweest. Vooral is het ons opgeval len dat, op enkele uitzonderingen na, het pei) der muziekvereenigingen stij gende is. Wanneer, zooals hier, goe de, echt muzikale en voorzoover mo gelijk gedistingeerde muziek, als ver plichte werken opgelegd wordt-, is er kans dat er nog veel bereikt, zal wor den. Ook de goede orde waarin dit concours verliep was merkwaardig, geen enkel incident deed zich voor. Dus „Ons Gexoegen" van Wormer veer haalde eer van zijn wedstrijd. Wii kunnen ook de inrichters on zen dank betuigen voor de égards tegenover de persvertegenwoordigers bewezen. JOS. DE KLERK. EEN ZWEMPARTIJ IN DEN KAMPERSINCEL. In een kroegje in de De Witstraat hadden ze ritten babbelen. Een lange en een dikke man. Hoofdzakelijk waren het verhalen over heldendaden, waarbij het er om ging, aan de waakzaamheid van de politie te ontsnappen. Plotseling kwam er één op de ge dachte, om een bad te gaan nemen. Na lang wikken en wegen werd daar voor het water van den Kampersingel gekozen. De lange en de dikke man zouden om een weddenschap van f 5.laten zien, dat zij daartoe den moed bezaten. «NCEZONDEN MEDEDEELINCEN (t 60 ets. per regel. {Vlinder fraaie Handen door arbeid of weersinvloeden, weer zacht en blank door PUROL. Feuilleton Naar het Engelsch van BERTA RÜCK. 30 „Wat hebben wij in onzen tijd veel romances meegemaakt! Dat is voor ons, helaas, nu voorbijl Wij genieten echter, als wij het opkomende ge slacht het zien voortzetten. Ik wensch het alle goede toe. Wite erica brengt geluk nan. is het niet 1 Ja, ja, ik moet een van die takjes in mijn knoopsgat steken, ter gelegenheid aan deze heug lijke gebeurtenis. Hoe heb ik het. nu? Is iedereen klaar behalve ik? Ik ge loof, dat ik to veel praat. Ik moet zorgen, dat ik ook klaar kom." Ilij begon zoo snel mogelijk te eten, maar bleef onderwijl toch praten. „Jasmijn? Prachtig! Ik hoop, dat het niet lang zal duren, voor wij een kransechto oranjebloesem om het hoofd van een zekere jonge dame zien Ja, Mary, ik moet ter eere daarvan nog even een glas champagne drin- Jcen Hij dronk zijn champagne dadelijk op, ik ook. Ik voelde, alsof ik het poodig had. Mevrouw Waters liet de hare staan uitbruiscn - Blanche, boewei ze mom pelde, dat liet afschuwelijke goed haar altijd herinnerde aan ictoria-w-ater, waarin messen afgewasschen waren, proefde er even van ter eere van „de gelegenheid". Majoor Montrésor dronk het glas leeg maar keerde daarna weer tot zijn whisky-soda tc- rug- Do ecnige „volwassene dm geen champagne nam, was mijn chef. bt-ill Waters weigerde zelfs zijn gewone glaasje likeur en dronk gewoon water. Nu en dan deed hij krampachtige pogingen, om te bedenken, dat hij gasten hadmaar met weinig succes. Dit werkte mee, om mij niet op mijn gemak to doen voelen. Ik zag zijn moeder een enkele maal zijn kant uitkijken, met een half- humoristischen glimlach. Trok zij bet zich niet aan, dat do gastheer zoo onredelijk toegaf aan zijn luimen? Schijnbaar niet. Moge lijk lrnd zij hem vroeger ook wel eens zoo bijgewoond al wist zij met, wat nu de reden er van kon zijn. Ik was dankbaar dat een van do aanzittenden het gezelschap zoo be zighield: tot Op zekere hoogte was xk zelfs blij, dat Theo zoo druk was. Het kind werd bij iederen gang meer opgewonden. Ilaar wangen gloeiden, het lint was van haar krullen gegle den en hing over haar eone wenk brauw. Maar wat haar broer wel meest voelen en wat. zijn officieel© bruid doormaakte! Het eenige, wat beiden te doen stond was, rich te schikken naar de omstandigheden. Hij had daar echter geen zin in, of kon het niet. Dus moest ik het wel doen. Er is een ze kere rust in, te weten, dat, jo ellende haar toppunt bereikt heeft, en je dus niets ergers behoeft te verwachten. Zoo voeld ik, toen oom Albert einde lijk zijn speech had afgestoken en den wensch uitsprak, om to mogen vernemen waar do jongelui heengin gen op hun huwelijksreis. „O, naar de Riviera!" riep ik dade lijk. „Het zal zoo heerlijk zijn, om palmen en Moeiende oleanders en violence de Parme te zien afsteken tegen een schitterende, blauwe zee, cn de gouden zonneschijn te genieten midden in den winter". „Winter?" bracht oom Albert ge heel verontwaardigd in liet midden, j „Maar mijn lieve kind, we hebben pas Juni !Je wilt toch zoker dien ar men Billy van jou" met een hand beweging in do richting van hot hoofd des huizes „niet laten wach ten tot November of December?" „O waaraom niet? Wo had don zoo gedacht „Wij dochten juffrouw Trant zei ten minste, dat een engagement van een jaar stotterde de Baas. „Veel te lang, jongenlief!" viel zijn oom hem op beslisten toon in de rede, „veel te lang! Daarin moet je haar zin niet doenl Waai' zou je op wach ten? Waarom waciiten, Biliv? (Is dat- ijs? Neen, dank jo). Als ik nog jouw leeftijd had en een lief meisje en ge noeg geld, om een huishouden op te zetten, zou ik niet rusten, voor ik een trouwring aan haar vinger ge schoven had. Ér gaat niets boven trou wen als jo er de gelegenheid voor hebt Net als op dio schilderij hoe heet die ook jvcer? Och, jullie weten het; well Do mooiste schilderij, die er be staat, mijns inziens. Jaren geleden hing zij in de Royal Academy, Je riet er nu overal platen van in de winkel kasten. Hoe heet zo nu ook weer?" „Mijn vriend, meneer White?" vroeg de Majoor. „Neen. noen, maar wat kan het 1111 wezen 1 Een echt mooi ding is het. Als ik 't mij nu maar kou herinneren". „Hoop door G. F. Watts?" opperde zacht de moeder van den Baas. „Neen". „Harmonie?" vroeg Blanche, „Tiet ontwaken der ziel, oom Al bert?" klonk het fortissimo uit Theo's mond. „Neen, allemaal niet. Jullie kennen het toch. Zoo met een zal de naam mij wel weer te binnen schieten. Tn allen geval ben ik van plan, om de jongelui de mooiste plaat, te geven, dio cr van bestaat, om in hun hall op t-e hangen". En zijn bijziende, grijze oogon staarden over mij been naar iets, wat hij zeker in gedachten zag. „Maar, zij moeten zich wat haas ten. Ik wil niets meer van dien onzin liooren; verbeeldt je een jaar wach ten! Hoe korter, hoe beter", zeg ik. „En wat denk jij er van. Majoor?" „Ik ben het geheel met je eens'', zei Majoor Montrésor. „Zie je, Wa ters, lioo langer je met een visch speelt, des te meer kans heb je, dat zij je ontsnapt. Het is beter haar met een in te halen". „Hoor je dat, Billy?" (De Baas keek, alsof hij hét niet lang nrner zou kunnen uithouden). „Haal haar da delijk binnen, dat is een goede raad. Waar dachten jullie de trouwpartij te hebben, Rlary? Hier, denk ik, is liet niet?" „Dat had ik tenminste gehoopt", zei mevrouw Waters en keek mij glim lachend aan. „O, ja, hier oom Albert!" riep Blanche, die, zooals ik weet, die trouwpartij als een generale repetitie a-n de hare zou beschouwen. Daarop begonnen zij en Theo samen uit to wijden over iets, dat nooit plaats zal hebben. „Een groote tent op het grasveld". „Een rood kleed op het grint". „Een groote trouwtaart daar in het midden" en Theo wees naar den spie gel met zilveren rand midden op de tafel. „Al de prachtige cadeaus uitge stald in liet heiligdom". „Neen, dat is er te klein voor, Blanche! Oom Albert geeft hun na tuurlijk al zijn meubels". „Nu, dan in Moeders slaapkamer. We kunnen die best zoo inrichten, dat zij op een gewone kamer lijkt". „Ja en Billy eii Nancy moeten in het salon naast elkaar staan natuur lijk en zich laten feliciteeren en om helzen „Ja, en weken later regent het nog confetti uit alle mogelijke hoeden „En een orkest, dat- alle trouwmar- chen spec-ït en allerlei dansmuziek „En een wit satijn schoentje achter aan den auto gebonden, als ze weg rijden „Ja, een van mij, zoodat je het ten minste zien kunt. O, zal het niet fijn wezen?" juichte Theo, en sprong op en neer op haar stoel. „O, waarom is liet al niet de volgende week? Maar nu is het al bijna even heerlijk als ecu trouwdejeuner! Vinden jullie dat ook niet, allemaal? Nancy ziet. er zoo lief uit in die japon en dan mijn ta- folgarneering en de ..hainpague en alles! Aan één kant is 't- nu nog heer lijker, want als liet een echte trouw partij was, zouden de bruid en "e bruigom vanavond weggaan en nu blijven zij", eindigde ze, „en er is geen sprake van dat afschuwelijke af scheid nemen en schreien". (Wordt vervolgd).-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5