HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
Stadsnieuws
Muziek.
FLITSEN
DE SCHIJNVERLOViNG
DINSDAG 15 JULI 1924
TWEEDE BLAD
No. 3343
Babbeltjes van den Zeekant
Het is bijna vacantia het is al moo»
Wear en de trek gaat naar den zee
kant. Nu do poorten van Duitscliland
opengezet zijn, krijgen de hötels te
Zandvoort weer meer casten dan waar
ze op konden rekenen, want de Duit-
solter reist graag en is gecharmeerd
op Zandvoort- Het toeval wilde, dat
ik Maandag een Nederlander ont
moette die pas uit Berlijn kwam en
op mijn vraag: „hebben de Duitschers
nu eigenlijk geld of hebben ze hel
niet?" ten antwoord gat: „velen heb
ben het niet, de winkeliers en de in-
telleciueelen bijvoorbeeld, de arbei
ders verdienen goed geld en dan is er
een categorie van handige lui, die
zonder bepaald ..Schieber" to zijn.
van alle omstandigheden weten to
profiteeren om geld te maken Zoo
was zijn kijk op den toestand. Ande
ren bezien het weer anders.
Hoe hot ook zij, de Duitsehe bad
gasten komen dus weer cn do dagjes
mensehen blijven komen als altoos:
die zijn in do afgeloupen jaren nooit
weg geweest. Volgens de nieuwste ta
rieven kun je weer een retour naar
Zandvoort krijgen (er is nogal eens ver
andoring in dé prijzen van tramver-
voer) en het mooiste is. dat de prij6
van den rit gedaald is: de maatschap-
pij brengt ons voor vijftig enten
heen en terug Het is Den Haag-
Scheveningen nog wel niet voor een
dubbeltje per rit. dus twintig centen
voor het retour, maar wij willen grif
aannemen, dat de train het daa: niet j
voor doen kan. Mei een kwartje per
rit zijn wij al wonderwel tevreden, 1
Minder met het slechte Neder-
land=ch, dat ons op het biljetje wordt
toegediend. Waarom is het onder
broken van de reis niet geoorloofd,
terwijl afbreken Nederlnjjdsch zou
zijn geweest? Waarom dat afschuwe
lijke germanisme: „dit biljet IS gedu-
rendo de reis to bewaren' in
plant* van: moet «edureudo de reis
bewaard worden. Al krijgt d,; maat
schappij veol Duitichera te vervoeren,
dan behoeft zij hun toch niet vertaald
Duitsch voor te zetten!
Do trein die uit drie wagen» be
staat, is al vrij vol uit Amsterdam ge
komen. „i'uha, pahal" roept een
jochio dat gauw in don tweeden wa
gen is geklommen, ,."k heb «een
plan*". Paha is niet in de buurt,
maar twee welwillende juffrouwen
schikken wat op en maken wat ruim
te voor den jongeling aio nog ver af
is van den leeftijd, waarop men cor-
pu'.entie moet vreezen. Hii ia dus te
vreden cn noemt doe! aan de algeme
ne opgewekte stemming. In do eersto
plaats «aan de menschen die on weg
naar Zandvoort ziin. uit (Je hoeft
er nooit examen of andere on afin re
name dingen te doen} bovendien is
het een eindpunt en overstap pen.
waar menigeen zich zenuwachtig o'.or
mankt, dus niet noodig. De passagiers
ver koeren dus in een stemming van
vroolijko verwachting, zelfs tweo
nichtjes dio met een tauto uit zijn en
geen zitplaats kunnen vinden, omdat
nr nog maar voor tante over was.
l)o zuurste badgast zou vroolijk wor
den bij liet door en door goedharti
ge gozicht van tante, maar waar<m.
waarom hoeft die goeie dame een
netje over hour haren getrokken, zoo.
dat. een broodo band over 't voorhoofd
list, waaronder zij geducht moet
lijden bij deze warmte!
Iemand zegt mij, dat do vrouw hot
meest gesteld is op modes, waarvan
zij pijn en ongemak lijden moet, zoo
als schoentjes met hoogo hakken, cor-
setten en dergelijke meer de zelf
opoffering beweert zij. geeft voldoe
ning. Ik waatr mij verder niet op dit
gevaarlijke pad en neem afscheid van
tante met do opmerking, dat z i liet
meest gelijkt op 'n reusachtige kapel,
die pas met huid en haar onder con
vlindcrnctjo gevangen is.
Onzo tramtrein draait het viaduct
af, den Aarden hou', in. Daar staan
aan een zijweg villa's te koop. D©
nomenclatuur der woningen heeft
voortgang gemankt, evenals in ande
re categorieën des menschdoms. hen
heeronhuis ben je al gauw en zoodra
er niet meer dan twee hoerenhuizen
nan elkaar vost gebouwd zijn, heetcn
ze villa's. Jo merkt het alleen in den
huurprijs, overigens wordt er niemand
gehinderd of benndecld.
Wanneer wij te Zandvoort uitstap
pen is hot eersto wat ons oog ziet 'de
Verkoors-Agont, Dit is geruststellend.
Het bewijst, dat wij in Zandvoort niet
aan ons zelf overgelaten zijn. De
overheid houdt een oogje op ons. Dit
is geruststellend voor de braven. Met
I.
do slechten geven wij ons natuurlijk
niet af. En wanneer een van mijn
beste vrienden ergens in een café-,
restaurant te Zondvoort 1.75 voor
I een whisky-soda heeft moeten beta
len, dan mag hij daarvan zeker aan
den verkeersagent geen verwijt maken
I had hij zelf dezen inderdaad opge-
jsohroefden prijs niet kunnen ontgaan,
door dezen gevaarlijken drank te la
ten staan en liever een tweede kop
thee te nemen voor den ei vielen prijs
van twee kwartjes?
Men zal zeggen dat ik van de hak
op de tak spring. Inderdaad. Maar
dit is een eigenaardigheid van een
badplaats. Probeer eons een wiskun
dig probleem op te lossen aan zee. of
een philosopische stelling met on
verbiddelijke logica te verdedigen
tot aan het biltere einde! Het lukt
niet. Men praat te Amsterdam, men
betoogt te Leiden, men babbelt te
Zandvoort. Let maar op de tallooz-e
kringetjes van strandstoeleu, waarin
drukke gesprekken gevoerd worden:
dit zijn geen diepgaande gesprekken,
het zijn babbeltjes. Ik zeg dat niet
omdat drie kwart van de strandisten
vrouwen en kinderen zijn op Zon
dag alö do mannen present zijn. is liet
niets beter. De zee is bewegelijk, niet
degelijk. Zij komt op vaste tijden
dreigend op ons af, bedenkt zich dan
weer en deinst achteruit, op den oevei
zand achterlatende dat al evenmin
een serieus© stof genoemd kan wor
den. daar het per korrel geen volumen
heeft en bij massa als water door de
vinger» vloeit. Daarbij dat voortdu
rend dansen van de golven. Neen. de
ernstigst© mensch voelt op het zee
strand iets van zijn gewichtigheid vnn
zijn schouders glijden. Ziedaar de
reden, waarom zoo velen cr hun zo-
mervacantie doorbrengen, ofschoon
het strand tegen zonnewarmte wel de
minst mogelijke beecherming ople
vert.
Als ik de bonte menigte der strand
stoelen inspecteer, blijkt overduide
lijk dat ik met dat netje weer een
flater gemaakt heb. Er zijn meer da
mes met netjes. Tante had gelijk met
liet linro en ik heb weer een dwaas
heid gezegd, rooft!s eon man altijd
moet, wanneer hij het over do mode
heeft. Waarom blijft hij dan niet lie
ver van het onderwerp af. Omdat het
liem zooveel belangstelling inboezemt.
Zio op zoo'n strand van Zandvoort,
dat nog niet eens voor een mondaine
badplaats doorgaat, do variëteit in
kleur van de domeskleeding; het
mng dan waar zijn, dat er in het
zand van de duinen geen bloem kon
groeien, do kleuren en haar nuances
op Zandvoort zijn zoo talrijk, dat het
moeilijk is ons voor to 6tollon dat zij
allen ontleend zijn aan een en het
zelfde zonnespectrum,
Is hot wonder, dat er op het strand
een genoeglijke, gemoedolijko stem
ming hoe rechtalsof wij allen te zo
men do familie Keptunus vormenT
Zie dat knusse samendringen om don
ijswugen, die onder anderen handelt
in s p a t s i s, waarvan ik 'ot mijn
spijt niet kan zeggen wat het zijn.
Er komt een juffrouw op mij af. die
vraagt, „of ik misschien con spoor-
boekjo heb. om zoo ereis te zoggen".
Ik moot haar antwoorden, dat ik haar
helaas niet helpen kan. Do Juffrouw
draagt mij er gelukkig geen kwnnci
hart. om toe. „Wat niet ken. kcii
niet. hei" Dit ia een prnclische op
vatting. Wij scheiden in vrede.
Kinderen van Ncptunus zijn even
wel het meest de baders en baadsters
in zee. Heelo (roepen dartelen vroo
lijk in de zilte golven. Maar verreweg
het aardigste schouwspel on het
strand zijn de kleine kinderen bij hun
spel. Zio zo draven naar do zee en,
instinctmatig wanneer ze den water
kant naderen, inhouden uit eerbied
dan toch voor dio 1 iog« golven, die
daar over elkaar heen komen aan bui
telen je kon niet wetenHeuvels
van een turf hoog gaan in galop met
een emmertje in de hand naar een
kuil, die vol niet water staat, vullen
het met inspanning van ai. hun krach
ten en keeren het emmertje dan weer
om. Zij beschouwen het werk nog niet
als middel tot een doel. maar alleen
om de beweging zelfzie hoe zij voort
durend in haastige beweging zijn,
alsof zij vreesden dat de zee wol eens
zou kunnen verdwijnen onderwijl zij
daar aankomen. En is hun taak aan
zee nfgeloopen, dan keeren zc weer op
een drafje naar moeder terug, die zij
toch niet ai te lang uit bet oog verlie
zen willen.
Bij die bevalligheid blijven de
mooist gekleede menschen in hun be
wegingen achter. Die hebben de on
bevangenheid verloren, de onbewuste
gratie, die het monopolie ia van de
jeugd. Als zij er niet waren, de kinde
ren, dan zou het strand zijn grootste
aantrekkelijkheid verliezen. En kom
er 's avonds, wanneer de kleintjes,
moo gespeeld, in hun bed gestopt zijn
het strand heeft zijn grootste sierlijk
heid verloren, het is saai geworden,
met al die groote menschen, die zoo
afgemeten stappen en letten op el
kander, al houden ze zich alsof ze
niemand zien
Schilderachtig zijn ook de inboor
lingen. Wij herkennen ze aan hun
bloote voeten. Zie ze gaan over bet
strand, de zware manden met vruch
ten aan het juk over de schouders,
telkens de waar aanbiedend, zonder
te blijven staan wanneer zij worden
afgewezen. Echte zonen van ds kust,
mager en gespierd, onvermoeid de
zware vracht torsend totdat de dag-
jesmenschen langzamerhand verdwij
nen en de logés dwalen naar hun hö-
fel of pension om zich wat te verklee-
rlen en op t« frisschen in afwachtine
dat- de gong lien straks aan tafel roept
Er is een nieuwe mode op het
strand te zien. De liefhebberij in klei
ne hondjes. Dames wandelen rond,
met de magere beestjes die de dunne
fijne pootjes snel bewegen in het dikke
zand. Het schoothondje van vroeger
herleeft. En als daar een groote her
dershond met zijn baas komt aange
wandeld en zoo'n miniatuur diertje
ziet, blijft hij vol verbazing staan en
kijkt het natuurwonder nan. alsof hii
niet gelooven wil dat dit °°k
een hond zou kunnen wezen, A 1s
hij er bij denkt, veronderstelt
hij dan dat het een muis
moet zijn? Dit is zeker: hij keurt na
•en paar seconden het beestje geen
aandacht tneer waard, draa't zich oir.
_n wandelt waardig v:g met zijn baas,
terwijl, wie weet, h kleine honden-
hartje angstig bonst en de eigenares
?t groot - dier verlicht nakijkt.
Maar 't w, -db vijf uur. de bezoekers
dunnen al. En wij v..i buiten zoeken
onze tram op en keeren naar liaan cm
of Amsterdam terug. TCP
Groot Nationaal Concours voor
Harmonie- en Fanfarekorpsen
te Wormerveer
Zondagmiddag.
't Was Zondag de laatat© dag van
den wedstrijd, uitgeschreven door de
Harmonievereenigine „Ons Genoe
gen" te Wormerveer.
Tien kor peen namen deel, waaron
der ook Laurens janszoon Coster
uit Haarlem, directeur J. A. Meng,
dat uitkwam in do afdeeling uit-
mun'endheid Harmonie.
Vooraf trine weer de marschwed-
atriid, met 8 deelnemende vereeni-
gingen.
Ditmaal werden ooor de jury vier
prijzen toegekend. in plaats van drie,;
zooals de vorige weken.
Ziehier de uitslae van den marech-
wedstrijd
lepriis: „Brandweer-muziekkorps
Amsterdam, met 43 1/2 p.
Ie prijs„Crescendo", West zaan,
met 43 1/2 p.
2o prijs. Amsterd. Fanfare-orkest,
mot 40 1/2 p.
3o prijs: „Excelsior", Wester
speeltuin. Amsterdam, met 39 p.
Het concertconcours zette vrij
slapies in met de derde afd. Fanfare
B. De drie vereenigingen die er zich
in lieten hoeren, wisten zich niet bo
ven het middelmatige te verheffen.
Ook het korps uit Akersloot dat
den vorigen Zondag ziin beurt had
laten voorbijgaan, en die nu kwam
vervullen (2do afd. harm.) bleef
boneden peil.
..Brandweer-Muziekkorps". Am
sterdam (eersto afd afd. Harm.)
bracht heel wat verheffing. Onder de
vakkundige leiding van Fr. van Die
penbeek. werd een mooi klinkend en
stevig rhvthmisch geheel gegeven,
zoowel in het; zware verplichte werk
„Polonia" van F. Sali, als in „Bal
let Egvptien" van Luigini.
Reeds de vorige keer repte ik
een woord over de verplichte werken
op dit concours, die vrii moeilijk
zijn. doch van een smaakvolle keuze
fotuigen. Ook over de werken die
dozen Zondag verplicht gesteld wer
den valt hetzelfde te zeggen.
Het stuk dat de drie conourrenten
in de Af' Üuitmuntendheid harmo
nie te vertolken hadden, nl. „L.Heu-
reux "Voyage" van den beroemden
VAN HAARLEM'S DAGBLAD
EEN MINUUT, DIE EEN EEUW LIJKT
Wanneer je een bekend uitzienden rug met een stevigen slag hebt begroet en
de eigenaar van dien rug een volkomen onbekend gezicht naar je toekeert.
(Nadruk verboden.1
Belgischen meester Paul Gilscn. stelt
een opgave, alleen slechts door een
uitmuntend keurkorps ie verwezen
lijken. En dan is het eer. compCfiiiie
van voorname artistieke waarde, in
teressant reeds door de ryfchmisclio
verscheidenheid zijner motieven,
door de virtuose contra pun tisch© bo-
werkin" door talrijke vondsten
kleur en inotievenbehandeling.
Maar... de uitvoering! Ik "kan niet
zeggen dat eene der drie korpsen hei
stuk meester was. „Excelsior" uii
Amsterdam kwam zeker het dichtst
hii het bevredigende, maar noch „Wil
len is Knnnen" uit Den Haag, noch
„L. J. Coster" uit Haarlem reikten
zoo verre.
Ik vermoed wel dat er zal e
lda&od worden over den to hoogi
moeilijkheidsgraad van het verplichte
stukik ben echter de laatste om dit
loco te goveu
Ik vind dat van een afdeeling
Uitmuntendheid wel wat.
mag gevergd worden, en al bereikt
men dan niet het vereische resultaat,
men zal zich ten minste niet noode-
loos inspannen, maar heel
Ieerd hebben aan een stuk dat een
b'izondere inspanning overwaard
was.
Wat 'n praciisehe studie bieden al
leen reeds Gilson'e origineel© rytli-
men?
Over 't algemeen was dit rythme
bii „L. J. Coster" te slap, te weinig
gedisciplineerd. Hetzelfde ook met
de dynamiek. Bijv. merkte ik op een
mooi gespeelde mineur-cantilene met
een typisch basfiguurtje, dat zich
moten lang herhaejtdeze passage
verliep iu zooverre heel goed, tot
men aan een climax kwam die zijn
effect miste, omdat het dynamisch
element reeds uitgeput was voor zijn
tijd.
Een gelukkige passage was dt
cantilene met chromatische tegenstem
Ook de zang van saxoph en bariton
met zijne open begeleiding was niet
kwaad. Maar ik herhaal, er was ie
kort aan stevig sluitend en gedisci
plineerd rythme.
Laat ,,L. J. Coster" op dit stuk nog
eens flink na-sludeeren, er is nog
heel wat mee te bereiken voor het
korps.
Met do suite o p„Le Ttoi s'amuee"
n Delibes was de Haarlemsche ver-
eeniging vrii wat fortuinlijker. Deze
gemakkelijk aansprekende homopho-
ne-muziek stelt ook heel wat lager
cischen. ->
Mooi klonk het kooper in het ma
drigaal, en bij de ?e strofe was ook
het houtwerk fijn van timbre. III
•d zangerig gespeeld. IV was vrij
slap van rythme. In V voldeed het
spel der klarinetten zeer; het bin
nenwerk was echter weinig meegaan
de. VI kenmerkte zich weer door een
slap rythme. Het slotdeel ging heel
goed.
De «ere-afd. Fanfare bracht twee
concurrenten in het krijt, die zec-r
verdienstelijk werk leverden. Vooral
was dit, het geval met...Crescendo" uit
Westzaan, dir. A. Ie Vries. Trouwens
op dal de Zaanstreek lang niet de
minste korpsen bezit.
De uitslag van de jury (als vorige
Zondagen, de heeren M. Lürsen, A.
J. Hazebroek en H. A. Maa6), luidde
als volgt
Derde afd. Fanfare B
„Do Vriendschap", Schoorldijib, 2e
prijs, met 150 punten.
„Eensgezindheid", Heilo, 2e prijs,
160 1/2 p.
„Rijper Fanfarecorps", le prije,
174 p.
2e Afd. Harmonie.
..St. Cecilia", Akersloot, 3e prij'6,
141 punten.
le Afd. Harmonie.
„Brandweer Muziekk.". Amster
dam, le prijs, 180 p,
Afd. Uitmuntendheid Harmonie.
Laurens Janez. Coster", Haar
lem, 2e prijs, 159 p.
„Excelsior". Amsterdam, le prijs,
„Willen is Kunnen", Den Haag, 2e
priie. 169 1/2 p.
Eere-afdeelink Fanfare.
„Amsterd. Fanfare-orkest, le pr„
178 1/2 p.
„Crescendo". Westzaan, le priis,
198 p.
Verder maakte de voorzitter der
tury, de heer M. Lürsen, bekend, dat
aan „De Eendracht" van Veleen. dir.
K. H. Kerkhoff, den prijs van het
hoogst aantal punten op het concours
behaald, kon toegewezen worden.
Deze vereen j ging bleef nog 4 1/2 p.
boven het daaropvolgende cijfer.
Z o n d a g-a vond.
De belangstelling was stijgende
naarmate den wedstrijd naar het
einde Jiep. De aanwezigen op dezen
laatsten eere-wedstriid werden op
4000 geschat. De attractie van de
zen avond werd immers vergroot door
de uitspraak die heden na afloop vol
gen zou, over de prestaties dc-r drie
Zondagen. Daar waren ook Haarlem
sche belanghebbenden bii. immers
onze „Politieniuziekvereeniging" en
„Excelsior" hadden in den eerewed-
slriid gespeeld. Ook „De Eendracht"
uit Veisen en „Crescendo" uit Spaarn-
dam. waren bii het geval betrokken,
Alvorens de nieuwsgierigheid kon
bevredigd worden, zouden de eerste-
prijswinners van heden zich eerst nog
laten hooren.
„Rijper Fanfarekorps" zette de
reeks in met een vrij slappe vertol
king (vooral in 't kleine koper) van
Fructidor van Andrieux.
„Brandweer-Muziekkorps" uit Am
sterdam. dir. Fr. van Diepenbeek
kwam stevig voor den dag niet „Sui
te do Ballet" van Poppv. Pittig ge-
rythmeerd spel, fijn 6iaccato, mooie
cantilenen van klarinetten, saxoplioon
en bariton, zuiver timbre der hout-
blazers in 't geheel een fameuse pres
tatie. Niet minder belangrijk was de
vertolking van het mooie stuk „Har
mon ia" van A. Rousse, door „Excel
sior" uit Amsterdam, dir. P. Swa-
gcr. Speciaal noteerde ik een tiju sa
menspel van klarinet en tuba, een
leuk borduurwerk van 't kleine ko-
wii deden op dit concours den indruk Por, een geestig ryfehmiscli allegro,
'een zacht getimbreerd zangthema, en
een mooi gezongen mineur-phrase
van den piston tegen een karakteris
tieke tubafiguur.
„Amsterd. Fanfare-orkest", dir.
H. Reygersberg, was over 't geheel
minder gelukkig met een fantasie op
„Cavalerie Rusticana." Er waren wel
goede détails van piston en tuba,
doch globaal genomen viel de pres
tatie tegen.
De clou van den avond was het
optreden van „Crescendo" uit West
zaan, dir. A. de Vries, die „Néron
au Cirque" van G. Guillement ter
uitvoering gekozen had. Laat ik van
dit samenspel geen détails noemen,
alleen mijn bewondering uitdrukken
voor die disciplinaire eenheid in
rythme, die echt muzikale zangerig
heid. die zuivere klankverhouding,
die beschaafde opvatting, dat delicate
spel. Ik zei het immere reeds: aan
de Zaan kent men er wel wat van om
goede muziek te maken.
En nu de zoolang verwachte uit
slag van den eerewedstrijd
Harmonie.
le prijs „De Eendracht". Velsen,
dir. K. H. Kerkhoff. met 90 punten.
2e prijs „Graficus", Amsterdam,
met 79 1/2 p.
3e prijs „Brandweer-Muziekkorps"
Amsterdam, met 75 p.
Fanfare.
Ie priis „Crescendo", Westzaan",
met 90 n.
2e prijs: „Crescendo". Spaarndam,
(dir. F. A, Dekker) met 76 1/2 p.
3e prijs „Door Oefening Beter",
Haarden, met 75 punten.
En hiermee behoort dit welgeslaagd
concours weer tot het verleden. Het
is onder veie oprichten belangrijk
geweest. Vooral is het ons opgeval
len dat, op enkele uitzonderingen na,
het pei) der muziekvereenigingen stij
gende is. Wanneer, zooals hier, goe
de, echt muzikale en voorzoover mo
gelijk gedistingeerde muziek, als ver
plichte werken opgelegd wordt-, is er
kans dat er nog veel bereikt, zal wor
den. Ook de goede orde waarin dit
concours verliep was merkwaardig,
geen enkel incident deed zich voor.
Dus „Ons Gexoegen" van Wormer
veer haalde eer van zijn wedstrijd.
Wii kunnen ook de inrichters on
zen dank betuigen voor de égards
tegenover de persvertegenwoordigers
bewezen.
JOS. DE KLERK.
EEN ZWEMPARTIJ IN DEN
KAMPERSINCEL.
In een kroegje in de De Witstraat
hadden ze ritten babbelen.
Een lange en een dikke man.
Hoofdzakelijk waren het verhalen over
heldendaden, waarbij het er om ging,
aan de waakzaamheid van de politie te
ontsnappen.
Plotseling kwam er één op de ge
dachte, om een bad te gaan nemen.
Na lang wikken en wegen werd daar
voor het water van den Kampersingel
gekozen.
De lange en de dikke man zouden om
een weddenschap van f 5.laten zien,
dat zij daartoe den moed bezaten.
«NCEZONDEN MEDEDEELINCEN (t 60 ets. per regel.
{Vlinder fraaie Handen door arbeid of weersinvloeden, weer zacht en blank door PUROL.
Feuilleton
Naar het Engelsch van
BERTA RÜCK.
30
„Wat hebben wij in onzen tijd veel
romances meegemaakt! Dat is voor
ons, helaas, nu voorbijl Wij genieten
echter, als wij het opkomende ge
slacht het zien voortzetten. Ik wensch
het alle goede toe. Wite erica brengt
geluk nan. is het niet 1 Ja, ja, ik moet
een van die takjes in mijn knoopsgat
steken, ter gelegenheid aan deze heug
lijke gebeurtenis. Hoe heb ik het. nu?
Is iedereen klaar behalve ik? Ik ge
loof, dat ik to veel praat. Ik moet
zorgen, dat ik ook klaar kom."
Ilij begon zoo snel mogelijk te eten,
maar bleef onderwijl toch praten.
„Jasmijn? Prachtig! Ik hoop, dat
het niet lang zal duren, voor wij een
kransechto oranjebloesem om het
hoofd van een zekere jonge dame zien
Ja, Mary, ik moet ter eere daarvan
nog even een glas champagne drin-
Jcen
Hij dronk zijn champagne dadelijk
op, ik ook. Ik voelde, alsof ik het
poodig had.
Mevrouw Waters liet de hare staan
uitbruiscn - Blanche, boewei ze mom
pelde, dat liet afschuwelijke goed haar
altijd herinnerde aan ictoria-w-ater,
waarin messen afgewasschen waren,
proefde er even van ter eere van „de
gelegenheid". Majoor Montrésor
dronk het glas leeg maar keerde
daarna weer tot zijn whisky-soda tc-
rug-
Do ecnige „volwassene dm geen
champagne nam, was mijn chef. bt-ill
Waters weigerde zelfs zijn gewone
glaasje likeur en dronk gewoon water.
Nu en dan deed hij krampachtige
pogingen, om te bedenken, dat hij
gasten hadmaar met weinig succes.
Dit werkte mee, om mij niet op mijn
gemak to doen voelen.
Ik zag zijn moeder een enkele maal
zijn kant uitkijken, met een half-
humoristischen glimlach.
Trok zij bet zich niet aan, dat do
gastheer zoo onredelijk toegaf aan
zijn luimen? Schijnbaar niet. Moge
lijk lrnd zij hem vroeger ook wel eens
zoo bijgewoond al wist zij met, wat
nu de reden er van kon zijn.
Ik was dankbaar dat een van do
aanzittenden het gezelschap zoo be
zighield: tot Op zekere hoogte was xk
zelfs blij, dat Theo zoo druk was.
Het kind werd bij iederen gang meer
opgewonden. Ilaar wangen gloeiden,
het lint was van haar krullen gegle
den en hing over haar eone wenk
brauw. Maar wat haar broer wel
meest voelen en wat. zijn officieel©
bruid doormaakte!
Het eenige, wat beiden te doen
stond was, rich te schikken naar de
omstandigheden. Hij had daar echter
geen zin in, of kon het niet. Dus
moest ik het wel doen. Er is een ze
kere rust in, te weten, dat, jo ellende
haar toppunt bereikt heeft, en je dus
niets ergers behoeft te verwachten.
Zoo voeld ik, toen oom Albert einde
lijk zijn speech had afgestoken en
den wensch uitsprak, om to mogen
vernemen waar do jongelui heengin
gen op hun huwelijksreis.
„O, naar de Riviera!" riep ik dade
lijk. „Het zal zoo heerlijk zijn, om
palmen en Moeiende oleanders en
violence de Parme te zien afsteken
tegen een schitterende, blauwe zee,
cn de gouden zonneschijn te genieten
midden in den winter".
„Winter?" bracht oom Albert ge
heel verontwaardigd in liet midden,
j „Maar mijn lieve kind, we hebben
pas Juni !Je wilt toch zoker dien ar
men Billy van jou" met een hand
beweging in do richting van hot
hoofd des huizes „niet laten wach
ten tot November of December?"
„O waaraom niet? Wo had
don zoo gedacht
„Wij dochten juffrouw Trant
zei ten minste, dat een engagement
van een jaar stotterde de Baas.
„Veel te lang, jongenlief!" viel zijn
oom hem op beslisten toon in de rede,
„veel te lang! Daarin moet je haar
zin niet doenl Waai' zou je op wach
ten? Waarom waciiten, Biliv? (Is dat-
ijs? Neen, dank jo). Als ik nog jouw
leeftijd had en een lief meisje en ge
noeg geld, om een huishouden op te
zetten, zou ik niet rusten, voor ik
een trouwring aan haar vinger ge
schoven had. Ér gaat niets boven trou
wen als jo er de gelegenheid voor hebt
Net als op dio schilderij hoe heet
die ook jvcer? Och, jullie weten het;
well Do mooiste schilderij, die er be
staat, mijns inziens. Jaren geleden
hing zij in de Royal Academy, Je riet
er nu overal platen van in de winkel
kasten. Hoe heet zo nu ook weer?"
„Mijn vriend, meneer White?"
vroeg de Majoor.
„Neen. noen, maar wat kan het 1111
wezen 1 Een echt mooi ding is het. Als
ik 't mij nu maar kou herinneren".
„Hoop door G. F. Watts?" opperde
zacht de moeder van den Baas.
„Neen".
„Harmonie?" vroeg Blanche,
„Tiet ontwaken der ziel, oom Al
bert?" klonk het fortissimo uit Theo's
mond.
„Neen, allemaal niet. Jullie kennen
het toch. Zoo met een zal de naam
mij wel weer te binnen schieten. Tn
allen geval ben ik van plan, om de
jongelui de mooiste plaat, te geven,
dio cr van bestaat, om in hun hall op
t-e hangen".
En zijn bijziende, grijze oogon
staarden over mij been naar iets, wat
hij zeker in gedachten zag.
„Maar, zij moeten zich wat haas
ten. Ik wil niets meer van dien onzin
liooren; verbeeldt je een jaar wach
ten! Hoe korter, hoe beter", zeg ik.
„En wat denk jij er van. Majoor?"
„Ik ben het geheel met je eens'',
zei Majoor Montrésor. „Zie je, Wa
ters, lioo langer je met een visch
speelt, des te meer kans heb je, dat
zij je ontsnapt. Het is beter haar met
een in te halen".
„Hoor je dat, Billy?" (De Baas
keek, alsof hij hét niet lang nrner zou
kunnen uithouden). „Haal haar da
delijk binnen, dat is een goede raad.
Waar dachten jullie de trouwpartij te
hebben, Rlary? Hier, denk ik, is liet
niet?"
„Dat had ik tenminste gehoopt",
zei mevrouw Waters en keek mij glim
lachend aan.
„O, ja, hier oom Albert!" riep
Blanche, die, zooals ik weet, die
trouwpartij als een generale repetitie
a-n de hare zou beschouwen.
Daarop begonnen zij en Theo samen
uit to wijden over iets, dat nooit
plaats zal hebben.
„Een groote tent op het grasveld".
„Een rood kleed op het grint".
„Een groote trouwtaart daar in het
midden" en Theo wees naar den spie
gel met zilveren rand midden op de
tafel.
„Al de prachtige cadeaus uitge
stald in liet heiligdom".
„Neen, dat is er te klein voor,
Blanche! Oom Albert geeft hun na
tuurlijk al zijn meubels".
„Nu, dan in Moeders slaapkamer.
We kunnen die best zoo inrichten,
dat zij op een gewone kamer lijkt".
„Ja en Billy eii Nancy moeten in
het salon naast elkaar staan natuur
lijk en zich laten feliciteeren en om
helzen
„Ja, en weken later regent het nog
confetti uit alle mogelijke hoeden
„En een orkest, dat- alle trouwmar-
chen spec-ït en allerlei dansmuziek
„En een wit satijn schoentje achter
aan den auto gebonden, als ze weg
rijden
„Ja, een van mij, zoodat je het ten
minste zien kunt. O, zal het niet fijn
wezen?" juichte Theo, en sprong op
en neer op haar stoel. „O, waarom is
liet al niet de volgende week? Maar
nu is het al bijna even heerlijk als
ecu trouwdejeuner! Vinden jullie dat
ook niet, allemaal? Nancy ziet. er zoo
lief uit in die japon en dan mijn ta-
folgarneering en de ..hainpague en
alles! Aan één kant is 't- nu nog heer
lijker, want als liet een echte trouw
partij was, zouden de bruid en "e
bruigom vanavond weggaan en nu
blijven zij", eindigde ze, „en er is
geen sprake van dat afschuwelijke af
scheid nemen en schreien".
(Wordt vervolgd).-