HAARLEM'S DAGBLAD De controle bij de Spoorwegen FLITSEN dTscüërloviïg WOESDAG 23 JULI 1924 - TWEEDE BLAD Een onderhoud met den Chef der Treincontróle bij de Nederlandsche Spoorwegen s zijn b«gor.rten «n -wij zijn «p hei oogenblik m hei drukst van het Men kan er van op aan dat vooral in dezen drukken tijd voor hen, die er op uit zijn zichzelf te hevoordeelen en tiaar evenredigheid de Nederluxische Spoorwe gen te benadeelen of andere ..«reinwtsdrii- wen" te plegen, getracht wordt hun kwade praotijken uit te oefenen. I>e controle der epoorwegem. altijd op haar qui vive. i» in i ■dezen tijd natuur'ijk dubbel op baar hoede. Nog onlangs werd gemeld, Jat de N'ederlarideehe Spoorwegen overleg heb-1 ben gepleegd met de buitenlandsche auto- rite.ten betreffende maatregelen tegen zakkenrollers, die hun beroep in de trei zien uitoefenen. ■"Wij hebben getracht, iele te weien fcbmen van den aarj en den omvang der ontduikingen, waarlegen de treincontrole voortdurend te strijden heeft en hadden daarom het genoegen van «en onderhoud •met den heer P. J. Arnoldt, Chef dér Treincontrole bij do Nederlandsche Spoor wegen, die daartoe op ocis verzoek ge machtigd door den Chef der Exploitatie, den heer E. C. W. van Dijk, ons welwil lend «enige mededeelingen deed. De heer Amoldt is wel bij uitstek be voegd deze materie te behaadelcn; hij is reeds 40 jaar bij de Ned. Spoorwegen in verschillende functies werkzaam geweest en aan hem werd in 19N opgedragen den dienst der Treincontrole bij de Holland actie Spoor (een paar jaar eerder bij de (staatsspoorwegen ingevoerd) te organi- Tos nu toe spraken wij Tonne'.ijk van de Treincontrole. Mi>(ch!«n zouden wij beter begrepen worden, wanneer wij. minder vormelijk, spraken van „de Zwar e Berde", want Ouder dien naam rijn <i« trehtcyntroleura algemeen liekend. Mas: dut jouden wij fn conflict komen met Jeui heer Arr.oldt en dat ,'igt allerminst in onxe bedoeling. Toen wij hem h.l. xeiden, dat wij gaarne hot «en «n ander wilden weten treffende „leven en werken der zwane kende" teekende hij er dadelijk pro:-«t tegen aan, dat wij dien naam gebruikten. „Wij vormen uie'. de zwarte ber.de". zeide hij, „maar die anderen, do knoeiers, d ie behooren tot «en zwarte bende «n ij zijn er juist, om d i ,,cwa:to bende" op te sporen!" Hol «chijnt, dat do '.reineontroleura hun min !«i.' aangenzun klinkenden col lectieven bijnaam niet (o danken heb ben, coools vaak wordt gedacht, aan hun Kwarto kleeding. Maar leen indertijd de eoroto trelncontroleurs werden aangesteld, waren dit toevallig allen mannen van donker uiterlijk. En zóó ontstond, raar de meeniag van den heer Amoldt, de bij r-aam. dien wij r.u vorder niet meer zul len gebruiken. He*. begrijpelijk, da', de gedar.c mededeelingen, die wij hieronder zullen weergeven, aan vaagheid laboieeren. „Ik «ou bo«kdee>n kunnen vullen, bij wijze van spreken," aldus de heer Ar r.oldt, „met verba'.co betreffende de ver- schillende manieren, waarop men tracht do opoorwegambtenaren to bedotton. maar als ik daar in publiek over ga vertellen maak ik hen, dlo óók wel eens „een out duikinkje Zouden willoj, probeeren." te wijs en om voor do hand liggendo redenen kan ik u ook niet* mededcelen over de maatregelen die wij r.em«n om bcdricgo- rljcn tegen te gaan of to ontdekken. Maar wol kan Ik u in 't algemeen *<y gen dat onze ervaringen treurig zijn. (Uil had do lie*r Van Dijk cru trouwen» ook »«eds medegedeeld). Het bedrog wordt waarlijk niet (zooals je wei ecu» hoort ver onderstellen) alleen door derde-klas rei zigers gepleegd, maar ook door reiziger* tweede en eerste klav Mcnichen ul'. alle rangen en standen doen er aan mee." Dames ookl" vroegen wij. „Dames T Met dames Is 't somt erger lijk!" wa» 't antwoord. „Meermalen wor den di« in hoogero klassen, dan waarop zij blijken* haar plaatsbewijs recht bobben. Aangetroffen en al* zij betrapt worden hebben zij aoin» allerlei praatjes tegen den conducteur of controleur: „Maar man. wat dénk je?" Of: „Man. je bent onlc 1»»fd. Ik zal over jou schrijvenJ" Of: ,,Dc chef heeft mij hier geplaatst!" Ook schro men sommigen niet. een valtclien naam op te geven. Of zij dat geleerd liohben van mannen die het óók doen f (Bekeur den, die zich daaraan schuldig maken, be reiden zich «en bittere verrassing en even eens zij, die trachten om te koopen). Maar ook advocaten, officieren, inge nieur*och, u kunt het u niet voor stellen, wie er a! niet trachten me*, een on juist plaatsbewijs, een vervalseht Abonne ment of alleen maar niet «en perronkaartjo op een goedkoop® manier te reizen! De vernuftigste dingen worden uitgedacht. F.n de treincontrole moet maar zorgen, dat zij nóg slimmer en vernuftiger Ia dan de sluwste bedrieger. Het is ongelooflijk, wat er gebeurt. Toen de werkmanskaarten nog beston den. werd daar veel mee geknoeid en thans gebeurt dit nog wel met de abonnemen ten. De vervslschingen worden soms zóó prachtig aangebracht, dat je er voor stiét. Van een kort traject wordt op de kaart een veel langer traject gemaakt, bijvoor beeld: Haarlem-Vogelenzang wordt veran derd iu HaarlemDen Haag. Ook wordt geknoeid wat den tijd betreft. Op een abonnement geldig van Januari tot April wordt bijvoorbeeld April in Juli veran derd. En dan niet te vergeten het knoeien met de prijzen 1 Door middel van dit zoogenaamde ,ra deepen" van abonnementen bedriegen kinderen hun ouders of voogden en rei zigers hun patroons of firma's. Zoodra liet bedrog (dat juridisch natuurlijk valt onder ralschheid in geschrifte) ontdekt word', dc-or de controle geeft die er onmiddellijk keunis van aan de betrokken ouders of patroons. Kan de zaak dan in der minne door he* betalen van een schadevergoeding an de Ned. Spoorwegen geschikt wor- den, dan volgt geen aangifte. Maar blijft de betrokken* ontkennen, dan wordt lui aangeklaagd wegens valschheid in ge schrift® en boet he'. gepleegde bedrog in de gevangenis. Bovendien wordt aan iemand, die eenmaal getracht heeft de Spoorwegmaatschappij er in te laten loo pen of een ander treinmisdrijf (er gebeurt ir. treinen heel wat v.-.arv.w het groote publiek nieta wett m s-aarran slechts .-11 >;an oens iets uitlekt) hoef', gepleegd c!-> daarbij i? betrapt, nooit meer een luietnent verstrekt. „Kaartspelers", v.ttdess, trein muzikanten, zakken ~'f. krijgen geen Cornement. Toch hten cij nog wel er een te bemachtigen op oaam van een ander en plegen dan dus bij het plaatsen van e<-n naam die de hunne niet i» onder de aanvrage weer slschheid in geschrifte. Nu u toch over deze dingen echrijft xnudt u er goed aan doen meteen eer.s te zeggen, da', er meermalen klachten inko men van reizigers, die in de treinen wor den Inv.ig gevallen door medereizigers nnelijke en vrouwelijke) die zieh ont poppen «Is kaartspelers, treinmuzikantcn, handelaars in sigaren, sigaretten, choco- pleisters, prentbriefkaarten enz. Zoodra da: wordt ontdekt, worden maat regelen genomen. Masr het is raadzaam dat het publiek in 't algemeen zich niet hi laat met dergelijke mensehen. Ktn truc, die door treindieven len word', toegepast en waardoor niet do spoorwegmaatschappij n .-.tniere reizigers benadeeld worden ia de volgende: «en meneer blijft lang» den trein been en weer loopen, vliegt op het nip pertjo In de coupé, gaat zitten en vliegt er weer uit als d« trein in beweging gaat. Maar...,.: nooit hij dan zander Uv.hjo of portefeuille, dto hij met „be wonderenswaardige" handigheid in één togenblik heeft weten bemachtigen. En dan het vernielen in de comparti menten van alies wat loe en vatt is! Stu denten hebben hier een handje van en schijnen er ook «en eer in t« «tellen hun kamer te vcrnleren met „gemoerde" Icope ren «vhimkjes, bordjes met „verboden te rooken" cjh. I Tegen al deze bedriegerijen, dieverijen enz, neem', de treincontrolo haar maatre gelen. Maar, zooala reeds gezegd, daar kan weinig of niets van worden medegedeeld. Wij moeten hier volstaan met te vermelden dut alle plaatsbewijzen kenteekenen echtheid en geldigheid hebben, die den trelncontroleur* de controle gemakkelijk maken. Bij het beoordeelen der overtredingen wordt er natuurlijk rekening gehouden met wie ze plegen. Wanneer een in het reizen 'eer onervarene met een derde-klas-kaartje in de eerste klas gaat zitten, wordt dit zoo'n „heituut" (onder dezen naam zijn dergelijke reizlgera bij de controle bekend) niet zwaar aangerekend; hier is dan ook geen quaeatie Tan opzettelijk bedrog. Som» worden bedriegers wel «en» door over liet algemeen vinden de controle) van he: publiek oiiet veel medewerking Keen aangename behandeling. Ook de t rigor» die er niet nan denken zich aan drog schuldig te maken treden maar al dikwijl» tegen at revend en aotna opzettelijk plagend tegen d« treinconlroleura op. Zij kunnen zoogenaamd hun kaartje niet vin- den ais er om gevraagd wordt en behan delen de controleurs vaak als honden en het is alleen t« danken aan hun geschoold heid dat het d«n controleerenden treinbe- ambten meestal gelukt tegenover een der gelijk optreden en taai geduld te bewaren en beleefd hoewel beslist - te blijven, Deze beambten verdienen waarlijk meer waaTdcering. Hun aantal ia niet zoo bij zonder groot (verleden jaar wareneer 12). toch gebeurt het dat zij 30, 40 treinen op één d.ig controleercn. Zij „werken" paar uur op die station, een paar uur op dér, rijden met sommige treinen op en neer en arbeiden verspreid door het ge heel® lajid. Zoo zijn zij, omdat het publiek natuurlijk nooit van te voren van hun ver schijnen op de hoogte ia, in ataat veel kwaad te voorkomen: hun optreden werkt preventief. Altijd moet hun geeet helder zijn. Komt er een trein binnen die hun ter controle ia aangewezen, dan moeten zij dadelijk weten: die reizigers komen daarvandaan, gaan déérheen, moeten dus die en die plaatsbewijzen hebben. Geen oogenblik kunnen zij bun aandacht laten verslappen, want onder de controle door moeten zij terdege hun menschen aankijken: er kon den eens „goede kennissen" bij zijn Er zijn nog altijd tal van menschen die meenen, dat de fiscus èn de spoorweg maatschappijen gerust bedrogen mogen worden. Wij vragen meer waardeerir.g voor de mannen van de spoor met de zwarte jassen die voortdurend etrijd tegen deze de ra ken niet zoo nauw nemende medeburgers hebben te voeren en wïen daarmede in derdaad «en zeer vermoeiende taak en veel verantwoordelijkheid op de schouders ia Stadsnieuws VAN HAARLEM'S DAGBLAD ÊEN BEDANKJE SCHRIJVEN Over de bedrijfsveiligheid Per dag gebeuren in ons land 300 bedrijfsongevallen Laakbare onverschilligheid Pogingen om verbeteringen te brengen De heer A. J3. Michielsen, voorzitter au den Raad van Arbeid, 6chrijft ons: Het zij mij veroorloofd de aaudacht j te vragen voor oen onderwerp, waal - over in de dagbladpers zelden ge schreven wordt en terecht, want de lectuur zou er op den duur niet aangenamer door worden en het welk ook in particuliere gesprekken en op vergaderingen betrekkelijk zel den wordt behandeld, n.l. voor de bedrijfsveiligheid. Over de verkeersveiligheid of on veiligheid lezen wij den laateten tijd herhaaldelijk en ook in gesprekken wordt dit chapiter nog al eens aan gevoerd en er is reden voor! Toch is het onderwerp der bedrijfs veiligheid niet minder belangrijk en ik geloof, dat het. alleen onbekend heid ie met den omvang en de be- tcekenis van dit, vraagstuk, welke er toe leidt dit nagenoeg onbesproken te laten. Om den lezer aanstonds midden in het onderwerp ie plaatsen, mogen een paar cijfers dienen. AANTAL ONGEVALSAANGIFTEN. Je wilt juist gaan zitten lezen a£s je vrouw je er op attent maakt da.t je tante Emma nog moet bedanken voor die an tieke snuifdoos je hebt er vandaag juist aan gedacht, maar bent haar adres vergeten je zult het vast en zeker morgen doen je begeeft je, na aan drang, naar je bureau, opmerkende dat er geen haast bij is, nu toch al drie weken geleden je zoekt naar papier en vindt niets dan je vrouw's rose velletjes met monogram kan je toch niet gebruiken je vrouw vindt zonder moeite je eigen papier, ■waarop je somber op je bureau gaat zitten trommelen je gezicht klaart plotse ling op als je ontdekt dat je pen droog is, dus je zult het wel moe ten uitstellen Gemiddeld per werkdag. Per jaar. 1913. 2$2 86617 191». 257 78886 1915. 253 78523 1916. 285 87529 1917. 278 83416 1918. 263 80838 1919. 298 91499 1920. 339 104657 1921. 326 100418 1922. 309 94834 Wat dit aan schadeloosstellingen wogen a genets- en heelkundige be handeling. tijdelijke uitkeeringen, invalidiieitsrenten. begrafeniskosten, renten aan nagelaten betrekkingen, onz per jaar kost, moge blijken uit het volgende welsprekende staatje. Ik rond cn bedragen af. 1913 ruim 4.i milüoen. 1914 1915 4.6 1916 1917 1918 6.1 1919 7.- 1920 9— 1921 10.3 1922 10.5 Natuurlijk wordt er nog andere geldelijke schade geleden, welke in bovenstaande opgave niet is en kon worden opgenomen, o.a. de schade voortvloeiende uit ongevallen, voor gekomen in bedrijven, wellco niet bij de Rijksverzekeringsbank bekend zijn: dus dio in het landbouw- en zeevis- scherijbedrijf en die bedrijven, welke in 1922 en voorafeaande jaren nog onder de Ongevallenwet vielen, en welk aantal bedrijven zeer belangrijk is. Afzonderlijke vermelding verdient, dat alleen de administratie van een en ander aan de Rijksverzekerings bank in 1922 een bedrag vorderde van ruim 4.1 millioen, waarbij dan nog komen de zeer belangrijke admini stratiekosten van werkgevers en ande re risicodragers. Ik heb mij tot dusver gehouden op zuiver materieel gebied, maar de je vrouw vult je pen in een oogwenk en je blijft eenigen tijd nijdig ernaar ritten kijken je vraagt plotseling waarom bedankt zij niet, als ze den volgen den keer aan tante schrijft dat is toch even goed je slaakt een diepen zucht van volkomen oveTgave, grijpt je pen 6tevig vasten zegt: nou, zeg dan maar wat ik moet schrijven. (Nadruk verboden.! schade, welke hier geleden wordt, is feitelijk nog de geringste. Welke pen is in staat, het naamloos leed te schetsen, hetwelk er spreekt uit cijfers als van 300 ongevallen per dag in ons kleine landje. Hier iemand een lichaamsdeel wreed afgescheurd, do ar een jonge man voor zijn leven blind, elders iemand afgrijselijk verminkt. Een echtgenoot aan zijn liefhebbende vrouw en Jeugdige kinderen, zoon aan zijn oude hulpbehoevende moeder, ontijdig ontrukt. Om van de onderstnne pijnen, de angsten en smarten, de maandenlange zieken- liuisverplegingen niet eens te spre ken! liet is onnoodig m.'J aan het schet sen van al dit naamloos wee te wa gen, mijn schildering zou toch steeds ver beneden de werkelijkheid blijven. Het ergste is echter ,dat veel van dit alles zou kunnen worden vermeden. Veel van deze geestelijke, lichamelij ke en materieels schade behoefde er niet te zijn, wanneer aan het vraag stuk der bedrijfsveiligheid wat meer aandacht werd gewijd. Ik begin met het ergste kwaad. Er zijn personen, die ondanks het voor treffelijk toezicht der Arbeidsinspec tie niet te verwarren met de Ra den van Arbeid in gebreke blijven in hunne fabrieken en werkplaatsen de noodige maatregelen tot beveili ging van hun personeel te nemen en die op de toepassing daarvan geen acht slaan. Dat is van die patronen heel erg een leelijk woord zal ik daarvoor niet gebruiken. Er zijn arbeiders, die de door hun patroon soms met belangrijke gel delijke opofferingen aangebrachte beveiligingsmaatregelen, buiten ge bruik stellen, die dat alles minachten en zich bovendien vrijwillig en voort durend aan groot gevaar blootstellen. Dat is van die arbeiders niet minder erg een leelijk woord zal ik d a a r- v o o r ook niet gebruiken. Toch hebben werkgever en werkne mer bij een hoog opgevoerde veilig heid in de werkplaats zulk een over weldigend belang Vanwaar dan die wederzijdsche na latigheid Wij meenen dit te moeten toeschrij ven aan onbekendheid en onverschil ligheid. Wanneer wij die beide facto ren konden wegnemen, zouden wij een eind weegs gevorderd zijn. Nu is er den laatsten tijd in dit opzicht veel gedaan. Te Amsterdam flobbemastraat 22) bestaat het Veiligheidsmuseum. Dit Yeiligheidsmuaeum vervult ten aan zien der bedrijven ongeveer de rol van den verkeersagenthet duidt ons aan, welken weg wij moeten volgen om zoo weinig mogelijk bedrijfsongevallen te krijgen. In dit museum zijn allerlei voorwer pen, van de meest uiteenloonende ver scheidenheid ten dienste der veilig heid aanwezig om den bezoeker te worden gedemonstreerd. Van dit Vei ligheidsmuseum gaat verder een inten se propaganda uit tot bevordering van de veiligheid. Zoo worden o.a. tal van platen verkrijgbaar gesteld, waarvan een voorlichtende en waarschuwende beteekenis uitgaat. De eene plaat is beter geslaagd dan de andere, maar over het algemeen zijn zij voortreffe lijk. Kleinere afdrukken van die platen zijn verkrijgbaar als sluitzege! i. Daar naast worden kunstvolle maandkalen- ders in den handel gebracht. Alles te zamen vormt een krachtige, indruk wekkende propaganda, waarvan de gunstige gevolgen niet uitblijven. Die propaganda ten gunste der be drijfsveiligheid zal de onbekendheid cn de onverschilligheid op dit terrein wegnemen. Als dit maar bereikt is, dan is er v e el bereikt. Daarom, boe intenser de propaganda tot bevorde ring der veiligheid, hoe beter. Wij leven tegenwoordig snel, geagi teerd de industrialiseering, de me chaniseering van ons land, van ons bedrijfsleven neemt band over hand toe en daarmee ook de mate der ge varen, In dezelfde mate dient ook de zeer moderne propaganda voor de veiligheid te groeien. Laten daarom allen werkgevers, werknemers, vakbeweging en in het kort allen die in dit bij uitstek soci ale werk belang stellen, de handen aan den ploeg slaan, om door de versprei ding der platen, de propaganda voor de veiligheid te steunen. De platen (in kleuren en in 24 soor ten) zijn tegen geringe kosten ook bij den Raad van Arbeid verkrijgbaar. Een bezoek aan het Veiügheidsmu- seum (kosteloos) is voor ieder interes sant p.n aanbevelenswaardig. Indien ecnige pronaganda ooit ren dabel is, dan zeker deze. HOOFDACTE-EXAMENS. Haarlem, 22 Juli 1924. Geëxamineerd 6 vrouwelijke candid-a- len, afgewezen 2. Toegelaten C. Winkel, van Hoorn; W. Wijnand, van Amsterdam; A. Kooi, van Zaandam; M. M. Kaas, van Noord- Scharwoude. 8000 AUTOMOBIELEN PER DAC. Wij lazen in het Fransche tijdschrift „Forti ia", dat in de fabrieken van den automobielkoning Henry Ford thans on geveer 8000 automobielen per dag worden vervaardigd. Indien wij ons slechts even indenken, dat dit getal auto's, achter el kaar rijdende, één lange onafgebroken file wagens zou vormen, d'e den geheelen weg tusschen Amsterdam en den Haag zou beslaan, kunnen wij one misschien een denkbeeld vormen, wat de productie van één enkelen dag dezer fabrieken betee- kent. De enorme productie wordt dan ook door geen enkele andere fabriek ter wereld ge- even aard. Onwillekeurig rijst echter bij ons de vraag: Waar blijven al deze automobie len? Voor den afzet der productie zorgt eveneens een machtige Ford-organisatie, die in bijna elk land der wereld ha.Te fi lialen heeft. Deze filialen beschikken op haar beurt weer over een keur van „Ford. dealers" zoodat geen plekje aarde onbe- arbeid blijft." Hoe een „Ford" eigenlijk „geboren" wordt? Hiervan gaf de onlangs in den Schouwburg aan den Jansweg door de N.V. Haar'.emeche Autocenri-ale vertoonde „Ford-film" een interessant beeld. Ach tereenvolgens zagen wij: de Ford-bos- schen, de Ford-ertsmijnen, de Ford-ko lenmijnen, de Ford-hoogovens en zoowaat de Ford-spoorwegen. Alle grondstoffen voor hare talrijke fa brieken levert derhalve de Ford-Motor Company zelf. Al het benoodigde glas, linnen en andere voor den bouw barer auto's benoodigde stoffen worden in eigen fabrieken vervaardigd. Van het begin van den bouw tot aan hel punt vatn voltooi ing als de auto door eigen kracht de fa briek verlaat, geschiedt de fabricatie langs rails, waarlangs de m aanmaak zijode wa gen langzaam automatisch woTdt voortbe wogen. Elke arbeider heeft zijn eigen „arbeidssfeer", en draagt er zorg voor de door hem te verrichten werkzaamheden binnen den gestelden termijn, die de wa gen noodig heeft om zijn afdeeling ie doorioopen, te verrichten. Wij kregen verder op het doek o.a. nog hoogst inte ressante kijkjes van de verschillende af- deelingen, waar de vóórassen, de achter assen. d« veeren. de dinamo's, de carros serieën enz. werden vervaardigd. Alles werkelijk zeer belangwekkend. Voor enkele weken beeft de 10.000.000ste Ford-auto de fabriek verlaten! Werkelijk een enorme prestatie! Het is dam ook niet te verwen deren dat Henry Ford, eens een arme boe renjongen, thans de rijkste man ter wereld is. Zijn kapitaal, in de Ecgelsche banken wordt momenteel alléén geschat op 20Q millioen pond sterling. Feuilleton Naar taetEngelsch van BERTA RUCK. 39) Eerst zei hij niefs. Toen vervolgde hij weer kalm: „Bedoel je, dat je een antipathie tegen me hebt?" ,,Ik ken je nauwelijks goed genoeg om van sympathie of antipathie tc spreken", zei ik koel, „cn wat hebben wij daarenboven gemeen, zoo dat we kunnen verwachten, dat we het goed zouden kunnen vinden samen?" Ik wist, wat een hopelooze vraag dat was. „Wat heb je dan gemeen met Ik begreep, dat hij op Sydney Van- deleür doelde, maar liii sprak dien naam niet uit, maar vervolgde„bij voorbeeld, met een man als Mont-ré- sor? Jij bent «en en twintig en hij is vijftig, misschien zestig. Toch praat je met hem en je schijnt het goed met hem te kunnen vinden, ook". „Natuurlijk", zei ik. De Baas zweeg. Het scheen een long» discussie te zullen worden. Ik ging op de tuinbank zitten een paar stappen van hem af, en hij leunde tegen een lagen tak van den bruinen beuk. Ik draaide mij een beetje om, om naar dc glimmende wit telorenfjes van een tabaksplant, te kijken, die achter de bank groeide en den geur op te snuiven. Wij hadden er indert'id hee- lo bedden van cn 's avonds kon je den geur door den heelen tuin waar nemen „Majoor Montrésor heeft, je immers zelf verteld, dat hij mijn beele familie gekend had", ging ik voort. „Hij ken de al de plaasten, waar ik treweest. ben, vóór ik alles. wat. mij dierbaar tvns, moest verlaten, om voor mijn onderhoud te gaan zwoegen in die af schuwelijke stad van jou*. „Je spreekt, alsof de City mii toebe hoorde alsof ik er voor aanspra kelijk was, dat je daar moest wer ken, alsof ik schuld had aan dat al les' Is dat rechtvaardig? Moet je voortgaan, dat aan mij te wijten? Stel je liever eens voor, Nancy, duf je mij niet daar het eerst ontmoet, had". Voor de eerste maal noemde hij mij onwillekeurig en heel gewoon bij mijn naam. „Denk je niet", ging hij voort, „dat we het dan vrij goed hadden kunnen vinden samen?" „Hoe kan ik dat weten?" zei ik'. Ik voelde nog niets voor zijn voorstel, „Tracht je eens voor te stellen", hield hij vol, „dat ik je in je eigen huis ontmoet had, net, als die hoe heet hij ook weer De naam Vandeleur zweefde weer tufschen ons door net als de vleer muis. „Net als Montrésor. Stel jo voor, dat je nooit, op „De Scheepsagen tuur" was geweest er nooit zelfs van gehoord had, dan zou er in plaats van al dat gekibbel en al dat ge plaag „Mijn eenige toevlucht", dacbt Ik, „en die wil hij mij ontnemen". „zeker en vast tusschen ons iels geweest kunnen zijn, dat op vriend schap leek". „Ik weet het, niet", zei ik koppig. Hij veranderde even van plaats. Ik kan zijn gezicht niet onderschei den. „Maar ik weet het wel. Ik weet. dat. je dat je Hij wachtte even. „Nu?" zei ik, niet erg op mijn ge mak. Wat kon ik?" „Je zou heel geschikt tegen me kun nen zijn, als je wou". Ik ben er van overtuigd, dat hij bedoeld had, heel iets anderR te zeg gen, maar dat het, hem uit, den mond was gevallen. Het zou veel natuurlij ker voor hem geweest zijn, om nog een uur lang door te gaan met argu menteeren. Hij weet niet, dat een vrouw veel gevoeliger is voor de geringste waar- deering dan voor een logisch argu ment. „Heel geschikt! Hij vond mij daa.r dus toe in Btaat. Ik was blij, dat het zoo donker was onder deu beuk, want ik wilde niet, dat hij zien zou, dat zijn woorden «enig effect gehad hadden, en ik bloos de van verbazing. Ik wilde niet aar zelen. maar ik wist, niet zoo gauw, wat ik zeggen moest. Ik was blij, dat hij een eindje van mij afstond Daar kwam hij opeens naast inlj zitten. „Wel?" vroeg hij vol verwachting. „H'm heel goed", hoorde ik mij met een zucht zeggen. „Je bedoelt dus, dat je wilt?" cn liij voegde er haastig aan toe. „Er is dus vrede tusschen ons?" „Ja" Het kwam er niet zoo heel 1 volmondig uit. „En inplants van officieel verloofd" hij lachte even, „zullen we dus nu vrienden zijn echte kameraden?" „Zooals je wilt", ik zuchtte weer, „Je hebt promotie gemaakt", zei ik daarop, ik wilde niet al te beleefd zijn' „Nancv, ik weet dat er heel wat aan mij mankeert", zei hij openhartig „Je inoet wel denken, dat ik een ellen dig humeur heb" „Nu", zei ik, „je schopte Cariad flink, is 't niet?" „Hij verdient het. Hij is ontzet tend bedorven. Moeder bederft ieder een „En je hebt Theo aan het schreien gemaakt". „Dat zal haar goed gedaan heb ben". „Dat deed het niet. Ze was van daag weer even erg". „Zoo? Dan zal ik haar „Neen, ze was het niet. Ik bedoei jij was weer even erg". „O, maar ik wij beginnen van- daug met een heel ander leven", zei hij lachend. „Dat is nu toch afgespro ken niet waar? Goed. Het zai nu heel wat beter gaan". „Ja, gemakkelijk genoeg voor liem, om dat te zeggen", dacht ik, terwijl ik opstond, om naar huis terug te keeren. Hij stond ook op. Nancy", zei hij toen, terwijl hij zich in zijn heele lengte uitstrekte, „zullen we er elkaar de hand op ge ven?" „Dat is goed", zei ik. Wat moest ik anders zeggen? Ik denk niet, dat het zoo'n groote verbetering zal wezen. Voor mij zal het veel moeilijker zijn en een beetje vernederend ook. Toch Toen hij zijn hand uitstak, en ik de mijne er in legde, drukte hi; die met warmte en hartelijkheid. Het was de eerste maal, dat we el kaar een hand gaven. Gisterenavond, een kus op mijn liaarl Vanavond, een handdruk! En tegen mijn verwachting in. heeft hij dien kus heelemaal niet ge noemd. Ik denk, dat hij het nu cok niet meer doen zal. HOOFDSTUK XX. Dikwijls, als ik mij voorstelde, dat iets heel prettig en gemakkelijk zou gaan, kwam het heel anders uit eu bracht het mij niets dan moeilijkhe den en onaangenaamheid. Dat wa» ook het geval met. het op eigen bee- neu staan iu Londen. Andere dingen, waarvan ik niets goeds verwachtte, bleken niet zoo kwaad te zijn, als zij wel leken, zoo als nu bijvoorbeeld die overeenkomst met mijn chef, meneer Waters, om vrienden, echie kameraden te zijn. Hij is werkelijk hoe zal ik liefi noemen? anders geworden. (Wordt vervolgd.J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5