HAARLEM'S DAGBLAD
Brieven uit Engeland
Uit de Omstreken
FLITSEN
Binnenland
ffi SCHIJNVERLOVING
VRIJDAG I AUGUSTUS 1924 - TWEEDE BLAD
(Van onzen correspondent),,
Zusterstaten
Londen, 31 JulL
De tijd is voorbij, toen Canada en
Australië, Zuid-Afrika en Nieuw-Zee
land naar GroOt-Blittanje opkeken
als naar hun Moederland. al9 „Home"
Het jongere geslacht in de Dominions
bedankt er voor als burger van een
onde gi-scbikt aebied, als „kolonialen"
beschouwd to worden. Zelfbewust
noemen zij zich Canad-ezen of Austra
liërs of wat zij ook ziin en «nd< zij
zelfregeering hébben zijn zi) vritwel
geheel onafhankelijk van Groot Brit-
tanje geworden.
Brittenwillen zij we! genoemd
worden, maar niet „Engelschen' Zij
hebben daarin even gerechtznatigde
trots als de Schotten en Welshmen en
Ieren hebben, die evenmin tevreden
zijn met den naam van Engelschen.
Nu is Groot-Brittanje een mogend
heid, die met gemoedelijkheid en ge
zond vorstand weet te rogeeren en te
koloniseeren. Het maak* de incest
stumperige fouten soms, de moest ko-
loa'ale blunders als in do behande
ling van Ierland tnaar het is niet
zoo dom in een gemaakte fout re vol
harden. Vrijwel altijd ziet he( kans
nog op het laatste oogenblik met
mooi gebaar de begane fouten te her
stellen en de tegenstanders tot vrien
den en bondgenoot en te maken.
Zuid-Afrika ge>*ft daarvan een goed
en treffend bewijs- Betrekkelijk zeer
kort nu den bloedige» Boerenoorlog
schonk Engeland aan de overwonnen
republieken een relfregeering, die vrij
wel met onafhankelijkheid geliik
stond. Had het dit niet gedann dan
zou waarschijnlijk in den Europce-
aclien oorlog, geheel Zuid-Afrika zich
van het Bri'.scho Rijk hebben afge
scheiden, nu vochten Boeren mee
aan het Fransrhe front in Dehille en
veroverden troepen van de Unie van
Zuid-Afrika de Duiteche bezittingen
in Oost- en Zuid Weet-Afrika. F.n in
de vroegere Transvaal en Vrijstaat
zelf bestreden Boeren de rebellen, die
met overigens niet onbegrijpelijken
gemnedsdrang hoopten de pude repu
blieken te doen herleven, toen het
oogenblik daarvoor zoo uiterst gun
stig sche- n Maar de opstand dier on-
verzoenlijken was niet populair. Dc
groots meerderheid der Boeren vond
dat Engeland hen fair bejegend had
door her teruggeven der onafhenk"-
'iikheirl fzii het onder de Britsehe
kroon) en later bij het verkenen van
den status van •-'*» Dominion of xelf-
regeerend gebied van de Unie van
Zuid-Afrika. en die meerderheid ver
zette er ziel» tegen Engeland in den
rug aan te vallen nu het in zulk een
zwaren strijd togen Centraal E ropa
gewikkeld was.
Het moet werkelijk woidèn gezegd
dat dc hugcltchen do zeer moeilijke
kun t van koloiusoercn verstaan. Zij
loeren met vallen cn opstaan, vol-
etiekt niet door een ver vooruitzien-
den blik en rijp-beraden doorzicht
Oat tooneu tie dwaze |>ogingen van een
-unner tun Zuid-Afrika te onderdruk
ken, van een Macready en ten Wilson
om Ierland to rogooring met de ijze
ren vuist, van een Dyer, die Amritsar
drenkte in bloed maar veel meet
door telkona opnieuw op het laatste
oojrenbhk tot het inzicht te komen
dat een fier volk zich niet knechten
laat en dan ook zich met gratio ge
wonnen te geven. Zuid-Afrika is thans
een Dominion, Ierland is een Domi-
ninon, Indit m zooal niet een Domi
nion toch vrijwel daarmee gelijkge
steld: Engeland ziet in dat de decen
tralisatie den band tusschen Groot-
Brinanji' en de overzeesclie gebieden
niet verslapt doch hem integendeel
nauwer toehaalt, Ja dat 4® emanci
patie der rijken overzee de «enige na-
nier is om to maken dut het Britwhe
Rijk niet in stukken uiteenvalt. Het
Jongere, In Canada geboren en geto
gen geslacht voelt niet sentimenteel
jegens een ..homo" ergens tiendui
zend mijl ver over den Atlanti'chen
Oceaan. Een Cnnadeesche bevolking
voelt voor een oitren beheer en behai
ticing van eigen belangen cn zal al
tijd Canada stollen boven Groot Brit-
tanjc.
Nu levert dat natuurlijk heel dik
wijls moeilijkheden op. want het
Britsehe Kijk is langzamerhand ge
groeid en volstrekt niet in alle he
melstreken even vlug cn voorspoedig,
zoodat men met eike omstandigheid
en met elk land afzonderlijk rekening
moet houden cn elke nieuwe kwestie
weer op zichzelf moet beschouwen.
De oorlog, die dc banden tusschen
de verschillende deelen van het Rijk
zoo nauw toehaalde is echter ook
verantwoordelijk voor eert deel van
di© nieuwe verwikkelingen. Men
voelde hier zeer sterk, dat het niet
aanging de deelen van het Rijk. die
zoo dapper meegevochten luidden,
niet doen deelnemen aan de vre
desonderhandelingen en zoo is hot
dan gebeurd dat te Versailles de
voornaamste ministers van de Do
minions ook hun handteekeningen
hebben gezet onder het verdrag.
De "roote const ilutioneele veran
dering in de verhouding tusschen
Groot Rrittanje en de Dominions is
eigenlijk reeds iets vroeger ontstaan.
Tijdens den oorlog, in 1917. riep de
coalitie-regeering van Lloyd George
tie vertegenwoordigers der Dominions
op voor een conferentie te I.onden en
van dat oogemblik af namen zij een
werkzaam aandeel in de buiten-
1 a n d s c li o politiek van het
Britsehe Rijk.
Het Britsehe Foreign Office fMi
nisterie van Buitenlandsche Zaken)
kon dien ommekeer niet zoo spoedig
verwerken en beging ral van tactische
fouten. Voor de conferentie te Lau-
sinne werden de Dominions niet uit-
genoodigd. hoewel zij te Versailles
als eeliiken van de onafhankelijke
natie*) liaddcn deelgenomen aan de
beraadslagingen. En op de conferentie
die thans ie Londen zit, is weer een
fout van de ergste soort gemaakt
De Dominions wenschten toegang tot
de Conferentie voor hun in Londen
gevestigde Hooge Commissaries-en en
Canada droeg zelfs een zijner minis
ters. die op weg naar Europa was,
de taak op. het Dominion ter confe
rentie te vertegenwoordigen. Hem
werd evenwel de toegang als zoodanig
geweigerd, hoewel hem roet do ge
won e Engelse he nonchalance in vrij
pijnlijke omstandigheden was aan
geboden deoJ uit to maken van dc de
legatie df-r Britache regeering. Dit
weigerde hiï natuurlijk. Hij wilde on
afhankelijk zijn.
Toen bedacht men er weer wat
anders op. De Dominionsvertcgcn-
woordigers moesten een soort geza
menlijke afvaardiging vormen, waar
van er telkens «en zou worden toege
laten. Ze konden dan onderling hun
godrncsliin vaststellen.
Ook dit werd geweigerd en ten
slotte i» ecu vergelijk getroffen, waar-
hij de koloniale afgevaardigden alle
vergadering naar wcnecli konden
bijwonen maan... waarbij hun werd
te kennen gegeven, dat ze hu» rnoud
maar moesten houden.
Men kan zich voorstellen, dat de
Dominions hierover ontsticht zijn en
dat er scherpe nota's worde» gewis
seld tusschen de rogeeringen der Do
minions et» Downing Street. Minister
Ramsay MacDonald heeft daarom de
wijste partij gekozen en heeft de af
gevaardigden der Dominions bijeenge
roepen tot een conferentie, die hope-
1 ik reeds in October zal pla«t6 vin
den.
Bij de behandeling van de begreo-
hng voor Ko!oni.;n is de heelo zaak
gistere» in het Lagerhuis ter sprake
gebracht. Verleden week hebben we
reeds uit het debat in het lioogerhuis
gezien, dat het voorgestelde verbond
van onderlinge hulp dat. een der
grondvesten van den Volkenbond is
in Engeland is gestrand op de rots
vasten tegenstand der Dominions die
absoluut weigeren zich te verbinden
tot militaire htilp ingeval van vijan
delijkheden tusschen bijvoorbeeld
Tijecho-Slowakije en Hongarije. Thans
las ons de minister van Koloniën een
lang telegram voor, dat hij aan dc re
geeringen der Dominions had gezon
den en r.-.arvan dc grondtoon is
..Kom hier en hel]) ons een oplossing
te vinden voor «lore moeilijkheid."
Hij legde tevens uit hoe tham in de
practijk gehandeld rerd om iedereen
in binnen- en buitenland tevreden te
stellen.
Eiken dag vergaderen alle afgevaar
digden der Dominions met den Pre
mier. den minister van Financiën en
met den minister van Koloniën en dan
wordt de geheele toestand in de con
ferentie besproken. Verder zijn op al
le volledige vergaderingen der Confe
rentie alle afgevaardigden der Domi
nions tegenwoordig en in de commis
sie-vergaderingen in bet geheel drie
vertegenwoordigers van het Britsehe
Rijk. twee van de regeering en een
van de Dominions. Maar dit is schip
peren en stellig niet een permanente
oplossing van het vraagstuk in hoever
re de Dominions recht hebben mede
te doen aan de builcnlandsehe politiek
der Britsehe regeering.
Het- is van groot belang voor elke
koloniale mogendheid ter wereld cn
ons land zeer zeker 'om te weten hoe
de Dominions-Premier en de Britsehe
Regeering in October dit vraagstuk
zullen oplossen, tenminste als er een
oplossing gevonden wordt. In elk ge
val wordt het de belangrijkste Impe
riale Conferentie, die wij hier nog heb
ben gehad.
VELSEN
STUKKEN VOOR DEN RAAD.
Uitgifte grond in «rfpaolit.
en W. stelle*) voor bepalingen «e tref-
voor uUgifio van grond in erfpachi.
Der« voordracht dateert reeds van 19 Juli
toen op voorstel van den heer Ver
meulen werd besloten eer©t advies van «en
jurist of notaris in te winnen.
Opheffing Postkantoor.
Annexatie?
De heer H. Groeneveld heeft de volgende
vragen gesteld.
Aan B. en W. zullen niet ontgaan'zijn
de mededeelingen in de per», waarbij ver
meld :s dar de reconstructie van het post
kantoor te Vel tan uitzicht werd gesteld
beneven» hel vestigen van «en hulpkantoor
in de afd. Wijkeroog onder het reesort
Beverwijk.
1. „Zien B. en w- bi deze handeling,
wanneer deze werkelijkheid wordt, bene-
i bei feit hatgeen geschied is met de
kantoren der direete belaslingen. hier ook
in het streven van eomroigen. welke
«uren om het Noordelijk deel onzer
gemeente te brengen onder oen ander
ilsstwlijk bestuur f
2. Is het Uw College bekend, dat door
ele bewoner» van de afd. Wijkeroog mei
zorg bovengenoemde indeeling wordt be-
in verhand met de genoemde feiten
in vraag 1 f
3. Achten B. en W. hel niet een groot
belang voor onze gemeente, dal hot post-
kantoor te V*)t*n ala zoodanig intact blijft
het eventueel t« vestigen hulpkantoor te
ikeroog komt te ressorteeren onder het
postkantoor te Vclern I
4. Indien vraag 1 eu 3 «er. bereetiging
inhouden, welke maatregelen denken B. en
W. te nemen om te trachten te voorkomen,
dat bedoelde plannen niet tot uitvoering
konven in den gc»t als bij de in uitzicht
geeteldo reconstructie hel geval aal zijn!"
erop wordt door B. en W. het volgende
geantwoord:
Hel Is one college inderdaad niet ont
gaan. dat cr een reorganisatie inzake den
postdienst te Velsen wordt vooiberetd. Dit
ia orio echter niet uit d® Pers gcb'.okcn.
doch lang» den directcn vreg. door middel
den heer Inspecteur der Posterijen
en Telegrafie. Der* heeft r.amelijk inedeg»
deeld, dat de terreinen bij hel station te
Ve'*en niet langer ter beschikking van het
Rijk behoeven te worden gehouden, aange
zien niet tol vestiging van oen hoofdkan
toor t« Velaeroord zal worden overgegaan.
De thans te Velscroord beetaande geschei
den diensten zullen in Mn hulpkantoor
met v.r.-'.erkten dienst worden onderge
bracht Teven» zou «en hulpkantoor wor
den gevestigd te Wijkcroog, Van waaruit
dit hulpkantoor zal worden bediend, is ons
niet medegedeeld; doch indien dit van Be
verwijk uit zon geechieden, zou dit naar
onze meaning slechts in het voordeel van
de bewoners van Wijkcroog kunnen zijn.
Dat dit eenigtalns zou kunnen influcn-
eceren, op «ene men kan gerust zeggen
denkbeeld'.go-a mioxalio van dit deel onzor
gemeente door Beverwijk schijnt geheel
uitgefloten. Immers Sn plaatsen, waar de
zelfde maatregelen zijn genomen, hebben
zij niet geleid tot dergelijke gevolgen, als
de vrager meent, en waar wël annexatie
plaat» heeft gehad of zal hebben, is nim
mer een regeling als bedoeld wordt, als
motief opgegeven.
Dat in Velsen zelf dan een hulpkantoor
zal worden gevestigd schijnt ons geen be-
zwanr to zijn; voor «en klein,-n kring als
daarvoor overblijft, is een hulj>kontoor ze
ker voldoende. Burgemeester en wethou
ders hebben dan ook den Inspecteur mede-
gedeeld, dat. wat hun bt-lreft. geen bezwa
ren tegen deze plannen bestonden, aange
zien VeUeroord en Wïjkeroog er op voor
uit gaan, doch teven* is aan Z.Ed. geschre
ven. lat de mogelijkheid bestond, dat er
uit den Raad bedenkingen tegen het plan
zouden worden geopperd-
Ceon geld voor stofbestrlj-
ding in 1034.
P« heer V. F. C. Roelse heeft de vol
gende vragen gesteld:
Achten B. on W. het niet gewen echt bij
do hecreehende droogte e» het eteeds toe
nemend autoverkeer over te gaan tot daad
werkelijke st of beat rijd ing. zulks in het be
lang der volksgezondheid.
Indien hiervoor geen gelden beschikbaar
rijn, zijn B. en W. dan niet voornemens
hiervoor een orediet bij den Raad aan t<
vragen."
Hierop wordt (loor B. en W. het volgend'
geantwoord:
Dat het in het algemeen gewenscht moet
worden geacht over te gaan tot stofbestrij.
ding op rje wegen in deze gemeente, wordt
door ons college arkend.
Wij zijn dan ook voornemens, op de
ontwerp begrooting voor IffiS een post uit
to trekken voor aanschaffing van oen auto-
eproeiwagen.
Dp do begrooting voor het loopendc
dienstjaar zijn inderdaad voor het onder.
jh-Tvige doel geen gelden beschikbaar, doch
wij achten het niet gewenscht voor dit jaar
VAN HAARLEM'S DAGBLAD
NOU VOORUIT.;: OPRUIMEN.:. EN NAAR BED
Moet hij nu al oprui
men en is het heusch
tijd om naar bed te
gaan? Hoe laat ia het
en kan hij niet
al lea lof. morgen laten
liggen. Met een diepen
zucht gaat hij aan den
arbeid en legt ennige
boeken op den hoek van
de tafel
waar zij onmiddellijk
weer afglijden. Nou, hij
heeft zijn plicht ge
daan, iaat ze dan maar
liggen
wil moeder even helpen,
liij kan die akelige rails
niet uit elkaar krijgen
kijkt toe, terwijl moe
der werkt en vraagt
van tijd tot tijd of hij
nog een koel:je krijgt
ontvangt de verzeke
ring, dat hij niets krijgt
als hij niet gauw op
ruimt en gaat plotse
ling aan het werk
legt een armvol in de
lade en ontdekt, een
bromtol, 'die hij heele-
maal vergeten was, eens
zien of hij nog goed
gaat
loopt door het geheele
huis om te vragen of
iemand het 'deksel van
zijn doos met houten
beestjes ook gezien
heeft
hoort zeggen dat hij in
twee minuten klaar
moot zijn, hangt zijn
jasje op, terwijl nl het
andere van de haken
valt
hoort moeder opmerken
dat het tijd is en vult
zijn blokkendoos meer
snel 'dan netjes
kondigt vreugdevol aan.
dat hij op tijd klaar is,
laat op hetzelfde oogen
blik alles weer uit de'
doos vallen
en begeeft zich tevreden
naar zijn koekje, terwijl
moeder de blokkendoos
onder handen neemt.
(Nadruk verboden.!
rog «en crediet bij den gemeenteraad aan
to vragen.
Echter zal worden nagegaan in hoeverre
het mogeiijk is reeds thans «roatbesproci-
ing to doen plaats hebben.
Overplaatsing onderwijzeres.
Naar aanleiding van een «dros va® het
hoofd van echool D, aangaande overplaat
sing van oen onderwijzeres zonder zijn
advies, hebben B. eu W. «cn onderzoek
ingesteld, waaruit h.i. bleek dn*, het school
hoofd niet met tact is opgetreden cn dc
onderwijzeres zich openlijk heeft verzet
'■Ven het schoolhoofd. Do overplaatsing,
zeggen B. en W. was geboden èn voor het
onderwijs èn voor de gezondheid van do
onderwijzeres. De wet cischt geen advies
van het schoolhoofd.
Geen tegeltrottoirs.
B. en W. «tellen voor afwijzend te be
schikt:*» op he< adfes van bewoners van
den Hagelir-gerwflg die een tegcltrouoir
vragen inplaat» van het bestaande griad-
'roltosr. Dc koeeen zijn i 1000 cn er is op
da loopende begrooting geen geld voor be
schikbaar gesteld.
Onbewoonbaar vorklaarde
woningen.
Voorgesteld wordt den termijn van ont
ruiming van een aantal onbewoonbaar
verklaarde woningen andermaal te verlen
gen met zes maanden,
Literair-sconomlschs afdes-
ling aan de R. H. B. S.
Op advice van den directeur der R. H.
R stellen B. en W. voor «<-n afdeeling
ais bovenbedoeld in het leven te roepen.
Daar het bij de wet vereisehte aantal leer
lingen met aanwezig is, komen do kosten
(f 3000 voor elke klasse) voor rekening der
gemeente, zoolang Sict aantal leerlingen
van 27 niet wordt bereikt.
ZANDVOORT
HET JUBILEER EN DE DIACONIE
HUIS.
Naar aanleiding van de Bazar, die
in het Diaconiehuis op G en 7 Augus
tus gehouden wordt, verzoeke het Co-
niiiO ons opname van liet volgende:
liet Diaconiehuis der Ned. Here.
Gemeente te Zandvoort is opgericht
in den tijd dat Ds. G. Hulsman hier
predikant was. De gelden, voor do
oprichting bcnoodigd. heelt genoemde
predikant bij badgasten, vrienden en
ingezetenen van Zandvoort weten in
ie zamelen met- zoo gunstig gevolg,
dat de nieuwgebouwde stichting op
den 9en October 1899, met zuster S. E.
vu» Melle als 'directrice aan het
hoofd, tof. opneming van oude lieden
kon opengesteld worden. Dat boven-
'genoemde stichting bepaald in een
behoefte voorziet, behoeft zeker geen
betoog. De 43 verpleegden, die in de
volgende jaren 'daar een rustigen, on-
bezorgden levensavond doorbrachten
en de 10 verpleegden, die daar nu nog
een rustig tehuis vinden, zullen meer
malen met een dankbaar hart aan den
stichter van 'dit Huis gedacht hebben,
poor ziekte vertrok Zr. S. v. Melle,
in 1911 naar Haarlem en werd door
hare zuster M. A. van Melle vervan
gen, die in Januari 1913 tot directri
ce werd benoemd. In November 1917
werd Mej. J. E. Horstink uit Arnhem
als hare opvolgster benoemd. Moge
het haar gegeven worden nog vele
jaren met lust en opgewektheid en ni
goede gezondheid hare functie te blij
ven waarnemen tot heil van de ver
pleegden eu tot voldoening van haar
zejf. Moge ook Zr. Dina Bronders,
die reeds 21 jaar als inwonende wijk
zuster de verpleegden bijstaat, als de
kwalen van den ouden dag zich doen
gevoelen (de oudste inwoonster is 93
jaar) nog lief en leed met de bewo
ners van het Diaconiehuis deelen.
DE MOBILISATIE HERDENKING.
Donderdagavond heeft op den
Slrandboulevard te Scheveningen de
plechtige herdenking van de uitvaardi
•ring van het Mobilisatie-besluit op 31
luli 1914 plaats gehad. In de buurt
an het monument voor land- en zee
macht was een raaio-aj*paraat opge
steld, dat in verbinding niet een aau-
tal loud-speakers er voor zorgde dat
dc te houden redevoeringen goed ver
staanbaar zouden zijn.
Er waren heel wat autoriteiten tegen
woordig en opgemerkt werden o.m.
Minister Westerveld, de heer van
Leeuwen, vice-president van den Raad
van State, Baron Sweerts de Landas
1\ yborgh. Commissaris der Koningin
in Zuid-Holland, de schout bij nacht
Surie en verschillende hooge militaire
autoriteiten.
Nadat de muziek zicli had laten
hooren nam generaal van Terwisga
voor de microfoon plaats en sprak een
rede uit. Hij wees er op hoe er in Ne
derland velen zijn, die de beteekenis
van de herdenking niet begrijpen. Hij
sprak de hoop uit dat zij. die niets voe
len voor deze herdenking, tot een
ander inzicht zouden komen. Het na
tionaal Comité, aldus spreker, is er
van overtuigd dat. niettegenstaande
de moeilijke tijdsomstandigheden, het
edel gevoel van de hulpvaardige Ne
derlanders, hetwelk zich zoo dikwijls
in en na de oorlogsjaren heeft getoond
ook nu weer zal spreken nu het geldt
te helpen de vele medeburgers, die
nog altijd lijden tengevolge van den
langen zwaren dienst tijdens de mo
bilisatie.
Na de hoop uit gesproken te hebben
dat deze herdenking mag leiden tot
versterking van eenheid en trouwhar
tige samenwerking tusschen (Vorstin,
Regeering en Volk gaf de generaal het
woord aan minister Ruys de Eeeren-
bronck.
.Spreker herinnerde aan de angstige
tijden van het begin van den oorlog.
Door do mobilisatie heeft Nederland
getoond dat het zijn neutraliteit niet
alleen met het woord wilde verdedi
gen maar ook bereid was daden te
verrichten.
Daden? Eene kleine Gideons-bende
zou overmachtige heerscharen bestrij
den? Vleide men zich wellicht met
den jjdejen waan, aldus spreker, dat
wij, gelij'k het- oude Israël, Gods uit
verkoren Volk waren Niets van dit
alles. Wij waren gelijk de toenmalige
voorzitter van het kabinet het even
eenvoudig als treffend uitdrukte, be
reid ons zelfstandig volksbestaan met
de wapenen in de hand liegèh iederen
indringer te verdedigen. Niets meer,
niets minder.
Ver achter ons liggen de tijden', 'dat
ieder man slechts op zijn oorlogsbruïk-
baarheid werd getoetst, dat helden
moed de eenige mannelijke deugd
werd geheeten. Wij achten het schoo
ner voor het vaderland te leven dan te
sterven. Maar wie voor zijn land wil
leven, moet ook bereid zijn er voor te
sterven. De menschhcid, is nu een
maal nog niet genaderd tot het hooge
ideaal, dab recht boven macht gaat.
Spreker wees op de koene houding
van de duizenden jonge mannon die
gedurende de lange oorlogsjaren vast
beraden hun post hebben vervulu.
Hoezeer wij ook zouden wenschen',
zesde de minister, dat het oogenblik
aangebroken was om den laatsten sol
daat af te danken, wij moeten ons re
kenschap geven van de nuchtere wer
kelijkheid. Ieder oogenblik kan Ne
derland, kunnen de overzeesclie ge
westen zich weder bevinden in het
midden van een wereldbrand. Strate
gisch is de ligging, zoo van moeder
als dochterlandj nu eenmaal de meest
gevaarlijke, die zich wellicht laat den
ken.
De minister besloot met de volgen
de woorden
Laten wij op een dag als deze de
innige hoop uitspreken, dat God ons
de verschrikkingen van een nieuwen
oorlog moge besparen, maar dat, zoo
ons een ander lot beschoren wordt,
het dan levend geslacht zich moge
gedragen als de mannen van 1914.
Feuilleton
Naar het Engelsch van
BERTA RUCK.
40)
Hei haar was goudgeel geschilderd
nol als de brem. die in massa er om
heen groeide. Het jakje was wit. met
groen afgezet; do hoed was eveneens
groen cn ook de ruiker, die zii toeoi
haar horst hield. Toch had het beeld
nietlcg-nuaande ai dat v.jt cn groen
iet%ecl menschelijkers dan ecnig
standbeeld, dat ik ooit gezien heb.
Zou «Int zijn. omdat Het beeld eens
deel tan een schip heeft uitgemaakt?
Ik kon mij dat beeld van een slank
meisje zoo voorstellen, nis voorsteven
van liet schip van haar verloofde de
golven ploegend.
Nu atond het onbeweeglijk op de
rots. terwijl d9 zeemeeuwen er omheen
fladderden
..F.n de werkelijke Gladys® Was zij
op het 'chin, men het zonk?" vroeg ik
a m juffrouw Roberts.
„Neen. gelukkig niet. Alle opvaren
den werden gered. De kapitein, haar
man, is een neef van me, en nu heb
ben zo een logement Sn Blaumaris. En
ze is zóó dik geworden!"
..Het zou aandoenlijker geweest
zijn, als ze verdronken was, toen",
ze: Blanche half fluisterend.
„Maar juffrouw!" zei juffrouw Ro
berts.
Mevrouw Waters maakte daarop
een eind aun hot gesprek door te ver
tollen. dat kapitein Lloyd on Gladys
drie alleraardigste kleinkinderen had
den. Zn had ze eens ontmoet.
Zij vond het zeker verreweg to ver
kiezen zoowel voor een _schii> als voor
een mooie vrouw, om in een veilige
haven aangeland te ziin. Nu, mis
schien heeft ze wel gelijk
Wij waren intusschen bij den vlag-
gesfok gekomen en zetten onze verf
potten tusschen de bremstruiken en
do heideplanten.
Billy loopt geregeld met omgesla
gen mouwen en mijn witte jurk hoeft
maar halve mouwen, dus waren we in
geschikt tenue voor ons werkje.
Juffrouw Roberts had mij noe haar
linnen huishoudschort willen leencn,
maar het was too vuil en vet en olie
achtig en rook letterlijk naar het kip
penhok, dat ik er maar voor bedankt
had.
Hier l oven op de klip geurde hef
zoo heerlijk, dat hot zelfs de terpen
tijn van de verf overstemde.
„Wc moeten haar nu in rood, zwart
eu wit schilderen", zei Lilly. Haar
hoed en jakje rood. Vind jc niet? Maar
haar handen en Eczicht. Welke kleur
moeten die hebben?"
„Sommigen zeggen de kleur van
kamperfoelie", antwoordde ik afge
trokken.
Ik weet niet heel zeker, of hij weer
naai Sydney Vaudeleur dacht, toon
hij vrij scherp zet:
„Och kom?"
Ik was blij, dat mijn proole zonne
hoed mij zoo goed beschutte, terwijl
ik cr heel gewoon op liet volgen:
,,Je zou een geschikte vleeschkleur
misschien wel kunnen krijgen door
een beetje rood te mengen door liet
wil. Ik liet liet gezicht en de han
den anders maar crème, znoals ze nu
zijn".
„Goed; en dan schilderen we do lip
pen, hef. jakje en den hoed rood cn
zetten een paar roode bloemen in de
groene bouquet cn we geven haar een
zwarte vlerk op haar hoed".
„En we laten het haar, zooals het
is", zoi ik.
„Neen, daar heb ik expres die
zwarte verf voor gekocht", zei hij en
begon meteen het voor lianr te schil
deren. Ze moet nu eens uiet meer
goudblond zijn".
„Wat zal dat juffrouw Roberts spij
ten! Ze zal zeggen, dat wc het beeld
daardoor heelemaal bedorven hebben"
riep ik uit, maar werkte ondertus-
schen vlijtig voort met de roode verf
op den rug van het jakje.
„Onzin. Ze ziet er zoo veel beter
uit. Ik vind, dat er veel meer leven
is in een vrouw met zwart haar.
Blonde vrouwen hebben soms zoo iets
flets".
„Zoo denken wij, vrouwen er niet
over. Je hoort nooit, dat een blonde
vrouw zich zwart, verft. Het is altijd
het tegenovergestelde".
„Ik ken cr een, die heur haar nooit
zou verven", begon hii en keek over
den schouder van de houten vrouw
naar mij. ...Je behoeft heusch het te
gendeel niet te beweren. Waarom
lach je?"
„O, ik dacht op eens aan iets".
„En wat was dat?"
„Iets pas op, Billy, anders loopt,
die druppel zwarte verf langs haar
gezicht iets, dat een meisje, dat.
ik ken, zei van blonde mannen. Ze
herinnerden haar het meeste aan slap
pe thee".
„Dat beduidt zeker, dat ze jouw
keus. wat betrof je verloofde, niet be
wonderde". zei Billy Waters en lach
te ondeugend. Ik lachte ook «n voor
de twintigste maal zeker Jacht ik bij
mezelf, wat een prettige «r.hikkinz wij
toch getroffen hadden, toen wij die
vriendschap sloten. I
Weinig droomde ik, dat die vriend
schap nog maar-vijf minuten zou du
ren!
„Kijki" zei Billy, -wijl hij op
stond en een paar stappen terug deed,
„je kunt toch niet zeggen, dat het
geen verbetering is! Wat zou je vrien
din van die kleur van naar zeggen?"
„Dat ze haar aan sterke thee lier-
inneide; thee die te lang getrokken
heeft".
„Je kijkt er niet eens naar. Kom
hier even staan en kijk dan nog eens
goed".
Ik kwam ook overeind en ging
naast hem staan.
„Zeg, Nancy, nu lijkt de jonge
dame wel wat op jou!"
Eu waarlijk, het contrast tusschen
do zwarte lokken en het roomkleurige
gelaat met de frissche, roode lippen
herinnerde mij eenigsz.ins aan het
beeld, dat ik ochtend en avond in
mijn spiegel zie.
„Ik hoop, dat het niet lijkt, alsof
ik mijn lippen verfde", zei ik.
„Dat. doe je toch niet. Is het wel?"
.Natuurlijk niet", zei jk en wendde
mijn blikken af van de houten vrouw
en liet ze rusten on de zee met haar
diepere, tcederder kleur.
..O. het is hier heerlijk", zuchtte ik,
terwijl ik genoot van het schitterende
effect van zee en lucht. .'.Heb je de
lucht ooit zoo blauw gezieu als van-1
„Of de brem zoo absoluut goud
kleurig?" vroeg Billy, terwijl hii rond
keek over de bremstruiken in vollen
bloei
„Weet je. dat er een spreekwoord
is hier in Wales, dat dïl het goudlanl
noemt? Vindt je dat geen aardig
beeld? Het zal hier in het voorjaar
ook schitterend mooi geweest zijnl
Iemand, die ik ken, zei, dat het er
net mee wo.3, als met de liefde".
„Wat bedoelde hij daarmee?"
vroeg ik, toen hij zweeg.
„Waarom schilder je die vlerk niet
meteen, nu je kwast nog zoo vol
zwarte verf zit?"
„Dat zal ik dadelijk doen. Waar
hadden we het ook weer over? O, ja,
over die brem. Hij zei. dat de eerste
brem nog meer opvallend mooi was
dan de tweede, maar dat de tweede
geuriger was, net als liefde op oude
ren leeftijd dieper zit dan wanneer
wij nog zoo lieel jong zijn. Wat vindt
jij daarvan?"
„Hoe zou ik dat weten?" zei ik luch-
tigjes, om mijn verbazing te verber
gen, dat Billv een vriend zou hebben,
die zoo geheel met hrm verschilde.
..Je kon me nu toch wel goed genoeg
kennen, om te weten, dat ik niet tot
dat soort, meisjes behoor".
(Wordt vervólg'd).