HAARLEM'
ENGELSCH
DE SCHIJNVERLOVING
DAGBLAD
ALLERLEI
Een tocht naar de Bromo
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1
Terwijl ik dit schrijf rijn de meenings-
verschillea ia de conferentie, welke hier
bijeen is voor het regelen van de kwes
tie der schadevergoedingen, klaarblij
kelijk teruggebracht tot een enkel punt.
Do andere geschilpunten rijn blijkbaar
van minder ernstigen aard. De groote
kwestie is die van een leening van veer
tig millioen pond sterling aan Duitsch-
land. Deie leening vormt de basis van
het plan, door óe economische deskun
digen onder voorzitterschap van den
Amerikaan Dawes opgemaakt, dat door
alle betrokken staten in begin»el is
goedgekeurd. De conferentie heeft in
verband met öio leening het advies ge
vraagd vaa vooraanstaande bankiersin
de geallieerde landen. En deze man
nen hebben rich uiteraard op het stand
punt geplaatst van den particulieren
belegger, van wien hel geld moei ko
men, en die nooit bereid rou rijn geld
te verstrekken ronder a/doende za
kelijke" of andere zekerheid. De ban-
kiers nu twijfelen aan de waarde van
de aangebeden zekerheid, in dit geval
aan Duitsehland dat gelegenheid zal
hebben alle waarde-bronnen van zijn
gansche gebied vrijelijk en ongestoord
uit re buiten, waarmede tenslotte alleen
het geld voor do schadevergoedingen
aan de geallieerden kan worden opge
bracht. De bankiers vreezetf dat Frank
rijk in de toekomst opnieuw op eigen
houtje in Duitschland zou kunnea op
treden en dat fret aldus de waarborgen
voor de leening rou verzwakken of ge
heel vernietigen. Dat gevar i> niet
denkbeeldigwant in de bestaande
voorstellen is niets dat Frankrijk kan
weerhouden bij een vermeend of echt
in gebreke blijven van Duitschland
„sancties" toe te passen van den aard
als de bezetting van hel Roergebied.
Van het standpunt van strikt fioan-
viel beleid beschouwd i» de opvatting
der bankiers ongetwijfeld juist. Hun
opvatting brengt uiteraard de geheele
raak van Franktijk's militaire veilig
heid op het tapijt. Men heeft een ui weg
getocht om de bankiers te bevredigen,
door voor te stellen dat Frankrijk in
het bijzonder borg zou staan voor de
leening.... maar het :s duidelijk dat
Frankrijk zoo'n stap niet licht kan
doen. Iatusschen legt de opvatting van
groote -financier» en bekwame econo
misten veel gewicht in de schaaL Men
kan haar niet veronachtzamen. Poli-
tieke overwegingen zijn aan bun uit
spraken vreemd. Het zijn de piactische
en onontkoombare wetten der econo
mie. waarop bun advies berust. Maar
tenslotte is de aangelegenheid niet aj-
leen economisch maar ook in hooge
mate politiek. En bij de gedachte aan
wat er met deze conferentie op het spel
staat, vraagt men zich af of bet in dit
geval geen aanbeveling zou verdienen
met die leening, wat dekking betreft.
wa« te risqueeren. Dat gevoelen komt
hier in Engeland ruim tot uiting. Ten
behoeve van den Europeesrhen vrede,
redeneert men, mag men wel wat risico
nemen. Dat zouden de inschrijvers op
de leening ook kunnen erkennen. Men
neemt in de financirelc wereld zoo vaak
en zoo veel risico's in de verwachting
van racer dan normale winst, dat men
het in dit geval ook wel en reker
met meer reden zou kunnen doen.
Zelfs al bleek het geld tenslotte or.yer-
baalbaar, dan zouden rust en evenwicht
in Europa met veertig millioen pond
sterling niet te duur zijn gekocht. En
indirect zou bet zijn interest gauw op
brengen.
Men gelooft algemeen dat op een re
geling der Europeevche kwestie? en
in het bijzonder die brandende kwestie
der «rhadevergoedingen spoedig
werkelijk een herleving van den handel
rou volgen. De particuliere belegger,
wiens financieele positie in hooge en
schadelijke mate wordt getroffen door
de bestaande onzekerheid rn de daar-
uit voortvloeiende bedrijfsslapte, zou
er goed aan doen. hoort men nier, in.
dien hi; rich tevreden zou stellen met
minder perfecte waarborgen voor zijn
inschrijving op deze leeaing.
De tentoonstelling te Wembley is nu
om zoo te zeggen halverwege. F.n de
tot nu toe opgedane ervaring geeft Kf-
legenheid de positie te overzien en de
tot heden bereikte uitkomsten na te
gaan. De autoriteiten houden zich over
tuigd dat de tentoonstelling in baat ef
fect op bancel en industrie een succes
kan worden genoemd. Ze leert de Brit-
sehe fabrikanten de bronnen voor
grondstoffen, welke aanwezig zijn in de
verschillende deelen van het_ rijk. Ze
leert de rasgenooten der Engelsrhen
overzee dat de productie- en handels
organisaties van het Moederland den
Feuilleton
NaarbstEngelsch van
BERTA RUCK.
..Wat voor meinjes bedoel Je? Pc
soort die nu den een dan den ander
lief hebben?"
..Ik behoor tot hen, die nooit ver
liefd worden", zei ik korlaf. ..Hoe dan
ook, ik vind den tweeden bloei van de
brem prachtig tegenover het blauw
van de zee".
„Ja, Je houdt veel vnn hot effect
■van bloeiende planten tegenover de
blauwe zee.izooals ik meen, dat je al
eerder zei. op dien avond, toen mij')
oom bij ons op The Lawn was", zei
Billy geheel onverwacht, om mij tc
plagen, „maar toen noemde je. ge
loof ik. oleanders en mirten op en de
Riviera
„O, Billy! Ik dacht nooit, dat Je dal
doen zou", viel ik hem op verwijlen
den toon in de rede. „Neen. ik had
nooit, gedacht, dat Je zoo leeliik zou
w.ezen, om mij aan dien vreeselijken
avond fca herinneren!"
Er was stilt© voor een oogenblik.
- DERDE BLAD
O» conferentie voor schadevergoe
dingen.
De tcekomet van Wembley.
Een enkele draadlooze etem.
Spcrtm snieren,
Gevangenen met vaoantle.
oorlog hebben overleefd en dat ze nog
degelijk kunnen voortbrengen en dis-
tribueeren. De tentoonstelling heeft het
productievermogen van hei rijk aange-
wakkerd. Wembley is ook het wacht
woord geworden voor hei groote pu
bliek men inig in dat verband spre
ken van een populair succes. Maar de
vraag of de tentoonstelling ook ïecht-
streeks een financieel succes zal blij
ken, of ze zich zal bedruipen, la3t zich
niet op dezelfde gunstige wijzo beant
woorden. De weersgesteldheid is voor
het bezoek over bet algemeen ongun
stig geweest. De dertig millioen be-
zoekeis, waarop de berekeningen voor
hel financieele succes waren gebaseerd,
zullen er wanneer op 31 October tiet
einde komt niet zijn geweest. Die
basis was trouwens verkeerd. Het getal
was te groot. Hoe groot het terrein ook
ts. het kan zulke massa's niet geriefe
lijk beigen. De populariteit der ten
toonstelling is inmiddels zoo groot dat
het duidelijk is dat nog niet de helft van
het publiek, dat haar grondig zou wil
len bestudeeren, daarvoor dit jaar ge
legenheid zal hebben. En daarom is er
een sterke strooming voor heropening
het volgeed jaar. Zulk een tweede sei
zoen verschaft het vooruitzicht dat de
enorme kosten voor de inrichting en
den bouw zouden worden goedgemaakt.
En het schijnt dan ook heel goed mo
gelijk dat men zal beproeven op die
wijze, door heropening het volgend
jaar. de tentoonstelling ook een recht
streeks-financieel succes te maken.
Bij wijze van proef heeft de British
Broadcasting Company (da! is do in
stelling. welke he*. Britsche publiek vat
draadloos vermaak of ontspanning
voorziet) onlangs een draadloos pro
gram uitgezonden van haar nieuw
hoogspanning-station te Chelmsford.
Het doe| was na te gaan of men op
deze wijze met succes het gansche land
kon bedienen door dd Uag-<pannir.g-
«tations van Londen, Manchester,
Aberdeen, Glasgow enz. het uitgezon
den program op hun eigen golflengten
to laten doorzenden. Het voordeel van
deze wijze van draadloos verspreiden is
o.a. da: de golflengte, welke er voor
kan worden gebruikt, weinig of ge-n
stoornissen toestaat v«n andere draad
looze nmmunicaties. De geluiden vnn
de landlijnen, waarlangs tot nu toe vaak
draadlooze programma's moesten wor
den doorgeronden, worden er uiteraard
door opgeheven. En ook hoopt men
da: atmosferische invloeden bij de
krachtige uitzending niet zooveel in
vloed kunnen doen gelden. Het eerste
experiment is niet heelemaal met suc
ces bekroond. Verscheidene stations
hadden last van die geheimzinnige bij
geluiden. welke men bij gebrek aan
ware kennis over het verschijnsel maar
atmosferische stoornissen noemt. An
dere station» ontvingen de golven
daarentegen ongelengd of onvermengd
en dat geeft de hoop, dat men op den
duur zal slagen. Indien men zoo ver is
zullen eenvoudige toestellen met ren
kiistal-detector op grooten afstand van
het uitzendende centrum gelegen <lc
programma's kunnen opvangen. De
meest afgelegen stulp, langs een een
zame kust of op woeste heidevelden, zal
met de wereld mee kunnen leven zon
der dat er een kostbaar ontvangtoestel
voor noodig is. De uitstraling van dit
station te Che'msford heeft plaat» in
een omtrek van duiz*id mijl, iwoda:
milliocnen op hei vas*«Vnd zijn pro
gram kunnen opvangen. Het station is
de eerste stap in de richting van het
groote. doel, waarnaar de ingenieurs tier
draadlocze streven -- stem, welke
over de gansc'te wereld zai gaan.
Wij hooren de laat «te dagen veel over
slechte manieren in de sportwereld. Het
vuistgevecht van Carpenticr, wiens roem
ten einde i-, dat onlangs in de Ver-
ernigde Staten plaats had. ging verge
zeld van bonze beloogingen. Een
crickctwedjtriid van de F.ngrlsche graaf
schap-competitie, waarbij vormelijkheid
en „sportmanship" steeds hoogtij ple
gen te vieren, werd deze week bedor
ven door onpleïzicrige incidenten. F.eni-
ge wedstrijden van de Olympische Spe
len waren een hevige schending van
het wetboek der «port-etiquette. Een
voornaam blad hier ging zoo ver met
te verklaren dal de Olympische Spelen,
welke o.a. ook ten doel hadden inter
nationale vriendschap aan te kweeken,
integendeel internationale animositeit,
zelfs haat aanwakkerden, zoodat ze
moesten verdwijnen. De Britten heb
ben op de wedstrijden te Parijs geen
al te best figuur gemaakt. En eenige
collega'* van den journalist, die voor
Hij staarde mij aan. maar ik wou niet
opkijken. Ik draaide mij wat om, otn
naar een bij t© kijkori, die iets vleiends
scheen te fluisteren in het oor van «en
brembloesem.
Toen hoorde ik hem zeggen:
„Vrecselijk, noem je hem dat nog?"
„Ja, natuurlijk".
„Ik begrijp je", zei hij langzaam.
...Te bedoelt, dat je nog «enigen wrok
hebt tegen mij. Dat. je nog niet, ver-
pp ten lichtTe voelt «e nog helee-
digd cr door hoewel we afspraken, om
srienden te zijn hoewel in mii den
indruk gaf. dat het. nu niet meer zoo
afschuwelijk moeilijk voor je wns. .Te
bedoelt dus, dat Ie mii nog altiid kwa
lijk neemt van dien kus?"
Het was het laatste, wat ik ver
wacht had, te hooren.
Dc eenige manier, om de zaak on
der de oogeu te kunnen zien, leek mij
om zoo vroolijk en luchthartig moge
lijk te zeggen:
O, daar heb ik nooit, aan gedacht,
Billy. Ik begreep het best. Je kon het,
ook eigenlijk niet eens een kus noe-
men".
„Nee", zei hij gejaagd. „Dat kon
je niet. is liet wel?"
Hij kwam een patir stappen nader
en greep mij bij den schouder.
Ik dacht voor een oogenblik, dat
hij mij door elkaar ging schudden,
zooals ik die eerste week op The Lawn
het alarmeerende artikel in het groote
blad verantwoordelijk was zij waren
<5<5k Engelscheu hebben de meening
uitgesproken' dat het artikel zoo al
niet in de pen gegeven door hartzeer
over de weinig glorieuze prestaties der
Engelsche athleten niettemin den in
vloed van dat hartzeer verraadt. Er
schijnt inderdaad geen reden te bestaan
de Olympische Spelen te doen verdwij
nen, wijl een bokser zijn tegenstauder
een beet toediende of omdat Italiaan-
sphe, Fransche en Hongaarsche scher
mers elkaar in de haren vlogen. De
beste manier om deze wilden tc temmen
i; de Spelen te laten voortduren in de
hoop dat zij op den duur goede manie
ren rullen leeren. Sport maakt mensche-
lijk daar -is geen twijfel aan. En ath
leten. die te begeerig zijn te winnen
en die redekavelen en erger doen in
het vuur van den strijd, leeren bij voort
gezette beoefening van sport en wed
strijden het ritueel er voor en worden
brave kerels.
Het idee dat gevangetien vacantie
rouden krijgen schijnt wat fantastisch.
Het feit doet rich niettemin hier in
Engeland voor. En de fantasie kan dus
rusten. Veertig loge's van 6e gevange
nis \an Maidstone, in het zuidelijke
graafschap Kent, zijn mei vacantie op
het schoone eiland Wight, zoo wel be
kend bij alle touristen, die deze kusten
aandoen. Het zijn gevangenen, die zich
voorbeeldig hebben gedragen en die
dientengevolge met deze humane be
handeling worden beloond. Men heeft
hier te doen met een eerste proef voor
de verbetering van het Engelsche straf,
stelsel, waaraan nog heel wat te verbe
teren is. Do mannen wonen daar in
Wight :n wat wij „cottages" zouden
notmen, aardige kleine huizen, maar
natuurlijk minder aanzienlijk van in
richting ca uiterlijk dan de landelijke
„cottages" .welke inen ook in Ne
derland we', voor de stadsmenschen
bouwt, die naast hu* stadswoning een
woninkje willen hebben op het land. De
gevangenen werken in het bosch van
Pafikhurs', een van de mooiste bos-
sche van Let eiland. Zij hebben er liun
eigeu tuintje, dat zii onderhouden «n
waa[ zij gewassen kunnen verbouwe».
Zij dragen mn::c;tnpeiten en marine
blauwe jisten cn met de roode stre
pen vo.k goéd gedrag op hun mouwen,
zou men hen eerder houden voor ma
trozen, die hun bed.tj! eenigen tijd heb
ben afgev isseld mzt het bedrijf vaa den
landrot, c>n voor gevtngenisklintcn.
Zij eten gezamenlijk *n komen 'sazond»
bij elkaar in de rookkamer, waar zij
dagbladen en boekc» kunren lezen <-n
waar zij tabak en cigaretten krijgen.Zij
mogen re'Js vrijelijk gaan wandelen id
dat mooie Pankhutsi-bosch, waar zj
echter geen publiek ontmoeten, daar
dit voor het gewone publiek niet toe
gankelijk is. Voor goed gedrag en
vcor arbeid krijgen zij belooning in
geld en er is een „droog gehouden"
caniinc. waar zij lekkernijen en kleine
weeldedingen kunnen koopen. Alle
veertig zijn mannen, die zich aan ern
stige misdrijven hebben schuldig ge
maakt en die deswege langdurige ge
vangenisstraffen moeten ondergaan.
Der» bij uitstek humane behandeling
der gevangenen heeft hier veel kritiek
gewekt. De openbare meening is bui
tengewoon hatd tegenover misdadigers.
Gevangenen, redeneert men. moeten als
zoodanig worden behandeld en toege
vendheid en zachtheid passen tegenover
hen niet. Maar de kleine minderheid in
de Britsche natie, welke moderner op.
vattingen huldigt i« over deze vacantie
van gev^pgenen verheugd.
Londen, 31 Juli 1924.
De grootsche Indische natuur
De Bromo en andere bergen
Over bandjirs
Do zoon van een ouzor abonné's
zond zijn ouders een interessante be-
scju ijitug van een der mooiste toch.en
die men op Java maken kan.
Na ©en opsomming 'au alle deelheb-
bors turn <-n toebereidselen tob den
tocht vervolgt hij aldus:
Zoo vertrokken wij dan 's morgens
vroeg van hier met twee auto's het
gebergte in. Na ongeveer drie kwar
tier rijden kwamen wij aan de halte
N'gepocng. een paar duizend voet
hoog, waar wij de auto'» terug zon
den om van daaruit verder op berg
paarden te rijden, dio van to voren
besteld waren, naar Sookapoera. Dat
is een mooi gelogen plaatsje, waar
een grooto Gouvernement® Pasangra-
han staat en waur vele gefortuneerde
Europeanen uit. deze «treek hun land
huizen en huisjes hebben neergezet
Het ligt op ongeveer dezelfde hoogte
on heeft liet zelfde klimaat, als Tosari.
Wij hieven in de Pasangrahan wat
uitrusten en lekker rijstfafelc-n, we
tende, dat deze rijsttafel daar be-
zoo dikwijls venvacht had.
Maar, neen,
In korter tijd dan ik het moe kan
deelen, hBd hij mijn zonnehoed losgc-
strikt en op den naasten bremstruik
gegooid, (Zijn hand onder mijn kin ge
legd en voor ik nog writ, wat snij
overkwam, bukte hij zich naar mij
toe en kuste mij driemaal op den
mond. terwijl hij zei:
„F.n wat noem je dit en dit en dit?"
Voor een oogenblik "moest ik mij
aan hem vastgrijpen, om op de been
te blijven, want het, was mij, of zee
en klip en brem met mij in de rondte
draaiden.
Toen rukte ik mij los en keek hem
aan, maar kon hen» nauwelijks onder
scheiden.
„Spreek niets tegen mo", hoorde ik
mijzelf zoggen mot een stem, die on
natuurlijk kalm en rustig klonk. „Dit
kan ik je niet vergeven. Vraag het
mij dus niet".
Ik hoorde, dat hij iets begon te zeg
gen van:
„Nnncy
„Spreek niet tegen me, als Je blieft"
z.ei ik nog steeds met die onnatuurlijk
kalmo stem. „Zeg niets meer".
Ik greep mijn zonnehoed van de
bremstruik, zette hem op en snoerde
hem zoo vast onder mijn kin, dat ik
bijna stikte.
roemd was. Er is dan ook gesmuld.
Dadelijk na het eten, zonder rUBteu,
stegen wij weer te paard eu ging de
tocht verder omhoog het gebergte in,
naur den rand van het Tengergeberg-
fce. We waren nog geen uur op weg,
toen we werden overvallen door een
geweldige piasbui. Een flinke Indi
sche regenbui is zoo iets geweldigs,
dat je in den tijd van een oogenblik
ook absoluut door en door nat bent.
Zoo ging het ons ook. C. en ik reden
achter en hebben nog ruim een uur
onder een overdekt stuk weg ge
schuild, maar toen de regen maar
bleef aanhouden zij'n wi] door gere
den.
Stel Je den toestand voor. dri'f en
drijf nat in de kou, wat. wij al niet
meer gewend zijn hier beneden en dan
sul te moeten zitten op oen paard,
dat je geregeld goed in de gaten moet
houden om den gladden weg en om
het stijgen.
Ondanks dat, zagen wij een schitte
rend schouwspel. Plotseling hoorden
wij de Inlanders, verscholen in hun
kamponghuisjes voor den regen, gil
len en roepen: ..Banjir", „Banjir" en
ook kijkend in de richting waar naar
onze gidsen en koelies die de bagage
droc-gen, angstig heen keken, zagen
wij hoog hoven ons aan den anderen
kant van een diep ravijn, een breeden
donker bruinen waterstroom naar be
neden vallen met donderend geraas,
dwars door een Oerwoud heen, alles
aan boomen cn struiken meevoerend
in zijn geweldige woede en snelheid.
Dikko boomen zagen wij als stroohal-
men afknappen en met oorverdooveud
lawaai stortte alles in het ravijn, ter
wijl groote stofwolken opwoeien en
langzamerhand alles aan ons ge/.icht
onttrok. Alleen klonk nog uren lang
een geweldig geraas, waar door heen
het angstig huilend geroep van de
bevolking die gespaard bleef. Ban
jir„Banjir". Ofschoon huivering
wekkend, was het toch iets zoo gewel
digs, dat de koude rillingen me over
den rug liepen en de kille vocht die
door alle kleeren tot op je lichaam
doordrong me nog meer het verschrik
kelijke v.an de natuurkrachten d«»ed
gevoelen.
Toen ik dit alles zoo uit mijn schuil
plaats stond gade te slaan, kwam het
onvergetelijke stuk proza van Multa-
tuli mij weer in de gedachten: „De
Banjir".
„Alles zweeg, alles luisterde, alles
schrikte
Banjirl
Hoe zal ik u beschrijven, machtige
stortvloed van het gebergte. Waar
mee zal ik u vergelijken, reus van wa
ter, die wegvoert wut u Iepen staat,
die boomen ombuigt als halmen, en
geheele wouden glad strijkt!
Banjir!
De aarde dreunt, de lucht perst
saem, het ademhalen wordt bemoei
lijkt, de ooren suisen alsof alle geluid
zich oplost in één klank, dien men
zou beschrijven al* een reusachtig» R.,
wanneer c-r beschrijving van dien
Itlank mogelijk was.
Weg, alles wat weerstand biedt
weg, alles wat vlucht!
Tegen die kracht beslaat geen
kracht, tegen die snelheid bestaat
geen snelheid! Weg, rund en paard en
mensch weg, plant, boom. tuin
cn woud weg. alles weg en glsd
geschaafd, gemaaid, geschoren1
Zoo spreekt Multatuli 1 ij het aan
schouwen van het wonder.
Even geweldig weet Meijer in zijn
..Afscheid van Java" te dichten:
„Hoort gij dien toon vol schrikbre
klem.
Die het angstig dal vervult?
Het. is des strytvloeds wilde stem,
Die in de bergkloof brult,
Tlii komt. de zwarte waterval.
Wiens macht de rolsen slaat te
mortel.
Et', boomen afrukt van hun wortel,
E11 met ver klinkend krijgsgcschal
Een mefr vormt in het siddrend
dal".
Ofschoon de regen aanhield en zelfs
heviger werd, moesten wij toch ver
der, stegen weer te paard eu vervolg
den onzen weg. Ik werd ul gauw zou
koud en kil van de aanhoudende klets-
buien, mijn voeten stonden vol water
in mijn schoenen en werden Ijskoud,
otndat. ze geen beweging hadden, zoo
dat ik van mijn paard afging en den
tocht verder tc voet deed, loopende
naast het paard van C., terwjil wij
voor afleiding nog mnar wéér eens
dienstherinneringen ophaalden. Zoo
hebben wij nog twee en een half uur
door gesjouwd. Steeds stijgend langs
do meest gevaarlijkste wegen doo»
ravijnen, over kleine bruggetjes, dan
weer steil omhoog en dan weer langs
kleine glibberige paadjes naar hene
den, zoodat het paard soms enkele
meiers naar omlaag gleed en ik moei
te had op de been te blijven. Helaas
konden wij niet genieten van mooie
uitzichten, maar de weelderige bloe-
Daarop draaide ik mij om en zei:
,,Ik verbied je, mij te. volgen", cn
liet hem daar slaan bij de houten
vrouw.
Ik liep bedaard voort, totdat ik
meende, dal; hij mij niet meer zien kon
toen zette ik het op een loopen. Op
den drempel van het. grootste huisje
/.at Theo hel zand uit haar wit linnen
schoenen te schudden.
„Hallo, Nancy! Weet Je, dat jullie
Carittd zoo verveelden, dat hij naar
huis is gekomen?" zei z:j. ..En Waar
hel» je den geliefden Billy geiat.en? Is
hij
„Laat me even langs je gaan", zei
ik bedaard en ging haastig naar biu-
neu.
De keukendeur stond open en juf
frouw Roberts was bezig de tafel te
dekken.
Zij begon: „Hebt u Is klaar
met schilderen?" Maar ik liep door en
rende de trap op naar mijn kamer. Do
kanier kon ik niet op slot doen. Ze
heefi. niets dan een klink.
Ik ging op mijn bed zitten. Ik ge
loof niet, dat ik ergens aan dacht..
Ik weet ook niet., hoe lane ik zoo
bleef zitten. Eindelijk hoorde ik een
lichten voetstap op de trap en werd
er getikt.
..Kom als je blieft, niet binnen".
liet was Blanche.
„Nancy", zei ze. „Het eten ïs
raenpracht die bveral m het SCÜd
ondanks den regen, geurde,
gaf ons toch (voldoening van al ons
zwoegen.
Eindelijk Begon ae regen op te hou
den en bereikten wij de toppen van
het gebergte. De Wolken trokken ais)
groote proppen watten langs de hooge
bergranden weg en zaciit-rose tintte
de ondergaande zon de geheele om
geving. Daar tegen de helling boven
ons lag de Dessa N'gadisarie, waar we
straka onze Pasangrahan zouden vin
den 0111 den nacht door te brengen.
De anderen waren reeds lang boven
en stonden voor het kleine gebouw
tje (met een grooten witten schoor
steen) op ons te wachten, imet armen
en doeken zwaaiende.
Nog een half uurtje klimmen en
wij waren in ons primitief hotel. Toen
zagen wij pas, wat die schoonsteen
beteekende. Er stond een heerlijk Hol-
landsch fornuis waarin takken en blok
ken hout lustig knapperden en waar
we al heel gauw allen omheen za
ten. Och, wat was dat fijn! Door en
door verkleumd als we waren, was dit
een waar geluk, en wij kwamen dan
ook langzamerhand weer bij. Een deel
van onze kleeren hadden wij aan
touwtjes boven het vuur te drogen ge
hangen, dus je begrijpt hoe mooi het
gezelschap er uitzag. Mevrouw W.,
als eenige vrouw onder vijf heeren,
die zich den geheelen tocht kranig ge
houden had, zat in een warmen bad
mantel met haar voeten tegen de
opengeslagen ovendeksel. Een pracht
vertooning!
De koelies, die met de zware ba-
rang wat achter gebleven waren,
kwamen na een uurtje oolc boven en
toen vlogen wij als uitgehongerden
op onze valiezen en mandjes af. Maar
w-at zag dat er allemaal uit! De mees
te waren door en door nat en de klee
ren die er in lagen, waren niet meer
te gebruiken, die moestr-n boven het
vuur drogen. Mijn koffertje, dat flin
ke, stevige ding, was gelukkig de
ecnigste die niet doorgelekt was, zoo
dat ik van kleeren verwisselen kon,
en in een warme jaeger-broek en
hemd met een pyama er overheen, me
weer gelukkig voelde.
Voor dat het geheel donker was,
gingen wij nog even buiten kijken
naar de schitterende vergezichten.
Daar op een kleinen afstand boven
ons lag de hoogste rand van het ge
bergte, waarover wij den volgenden
morgen zouden trekken om bij d«
Brorno te komen. Ver acb'.er den rand
vandaan, zagen wij een geel bruinen
rookkolom opstijgen. Dat was de
damp en asch, die sinds enkele maan
den geregeld uit de Bromo komen en
waardoor men verwacht dat er bin
nenkort wel weer eens een kleine uit
barsting zal volgen.
Weer binnen gekomen hebben we
ons verlustigd in de medegenomen
dranken, die ons heerlijk verwarm
den.
Nadat wij den inhoud van de blik
jes, verorberd hadden en nog een heer
lijke gebakken kip, door den mandoer
daar klaargemaakt, gingen wij ieder
ons bed opzoeken. Er waren een stel
kleine kamertjes, net genoeg voor
ons. Leuke kleine Hollandrohe bedden,
zonder klamboe. Mijn deken, die ik
meegenomen had. was gelukkig droog
gebleven, en zoo lagen wij weldra In
Morpheus armen.
's Nachts om half vier werden wij
gewekt om onzen tocht te vervolgen.
Wij lieten nu al onze bagage achter
totdat wij over enkele uren terug zou
den komen om te ontbijten, namen
wat boterhammen mede, en gingen te
paard weer verder omhoog.
Het was pik-donker. Gewapend met
flambouwen liepen onze koelies voor
uit om den weg, die zeer gevaarlijk
was, te belichten. Langzaam aan be
gon Jiet lichter te woorden en na een
laatste, steile helling, bereikten wij
dtp hoogen rand van het gebergte.
Al het sohoons, dat wij daar plotse
ling te zien kregen was zoo overwel
digend en grootsch, dat woorden toch
niet in staat zijn om ook maar eenigs-
zins weer te geven wat, daar in de
diepte en in de verte zicht baar was.
Een onmetelijk groote zandzee,
middenin drie groote bergtoppen.
Rechts een groote, kegelvormige top,
de Batok en iets meer links de Wi-
doedareu. waaraan vast, iets lager de
Bromo, die een dikke geel-bruinen
rookwolk de lucht inzond. Om htet
geheel, als een muur, de rand van
het Tengger-gebergle. en in het ver
schiet daarachter de top van de Sme-
roe, de hoogste en meest woeste berg
van Java. Je kunt je misschien eenigs
zins liet geweldige er van voorstellen
als ik vertel, dar die zand ge© er ge
heel omheen zoo groot is, dat men te
paard er ruim 10 uren over doet om
haar_ rond te rijden. Duidelijk was
nu zichtbaar hoe het geheel een ont
zettend groote krater was geweest,
waarin nog drie punten waren over
gebleven (do hierboven genoemde ber
gen) waarvan alleen de Bromo nog
werkte. Toen de zon was opgekomen,
stegen wij weer te paard en begon de
klaar".
,,lk heb geen trek. Ik kom niet be
neden".
„Wat is er dan. ben je ziek?" klonk
het op bezorgden loon.
„Neen, ik ben niet ziek".
„Heb je hoofdpijn?"
„Neen, ook geen hoofdpijn, maar
ga, als je blieft, weg. Ik wil liever
niemand zien.
Ik hoorde haar weer zaohtjet naar
beneden gaandaarop ging de keu
kendeur open en hoorde ik het geluid
van stemmen.
Ook zijn stem.
Dat. bracht mijn bloed aan 't koken.
Ik ging overeind zitten. Hoe durfde
hij! Hoe durfde hij!
Om op die manier partij te trek
ken van onzg verhouding. Dit lag niet
in onze afspraak opgesloten. Ik had
mij maar in naam met hem geënga
geerd
Dit had hij kunnen vermijden. Het
was niet hetzelfde van dieii anderen
keer.
IIij had mij heusch niet op het ver
schil behoeven te wijzen van toen en
nu. Toen meende ik, dat ik boos op,
hein was. Mijn woede van nu ver
schilde er evenveel van, als de kussen
verschilden.
01
Hij heeft het contract verbroken
hij weet, dat we afspraken, 'dat zoö
Iff GEZOND EM MEDEDEEUNCEN
it 60 Cts, per regel.
Aan de Kliniek wor
TANDHEELKUNDE
Ged. Oude Gracht 84, zal tot nader1,
aankondiging geen spreekuur gehou
den worden. Gedurende dezen tijd
kunnen patiënten welke zich van
kunsttanden of gebitten willen voor
zien zich bij de zusters der inrichting
laten inschrijven. Voor den midden
stand kliniek van 13 uur, voor mm-
dergegoeden of ziekenfonds kliniek
's morgens van 911 uur.
afdaling naar de zandzee. Steil naaf
beneden nog ruim 300 voet.
Daar aan gekomen wachtten wi]
eerst, even op elkaar en toen in volle
galop oVer de vlakte, die bestaat uit
verharde lava en asch, recht op de
Bromo aan. Soms was het net, of wi]
over holle, blikke doozen reden en
klokten de paardenhoeven over den
grond. Zoo reden wij nog een half uur
en kwamen toen aan den voet van
den berg. Eerst moesten wij nog wat
stijgen langs een kronkelend pad,
over brokken verharde lava en rotsen
en toen waren wij onder aan de trap.
Ja een werkelijk zeer goed gemetselde
trap gaat in de helling omhoog. Een
prachtig stuk werk, anders was die
steile kant ook niet te beklimmen.
250 treden, dus een heele luim!
Onder aan de trap stegen wii van
onze paarden af, toen begon de klim
partij. Boven was het voor menschen
die last van duizeligheid hebben geen
prettige gewaarwording. Je komt daar
op den rand van den krater. Deze
rand is niet breeder dan li Meter en
dan gaat het loodrecht, omlaag. Het
is net een reusachtige trechter. In de
diepste punt is een kloof en daaruit
komt een donderend geraas en gerom
mel van kokend water, terwijl dikke,
zware rookkolommen er uit opstijgen.
Wij ontdekten een echo, die negen
malen duidelijk hoorbaar was. Onder
al die pret merkten wij niet. dat de
wind gedraaid was en ons plotseling
in het gezicht woei, waardoor wij la
dingen zwarte fijne asch tegen op ons
kregeu. Wij wisten niet lioe gauw we
weer naar beneden zouden loopen en
huppelden als jonge veulens de trap
af. Alleen C. wilde heldhaftig zijn en
rende de schuine helling af over de
asch en lava. Het liep gelukkig goed
af. maar we hielden ons hart vast.
Vroeger had ik het ook gedaan zulke
gekheid, maar nu als vader van twee
kinderen dorst ik het niet meer aan.
Na te paard gestegen te zijn, reden
wij de zandzee weer in.
Terug tot de Pasangrahan hadden
wij steeds nog het prachtigste weer
van de wereld. Wij aten nog een ste
vig maal en gingen verder, terug
naar Soekapoera, waar we om 12 uur
aankwamen voor de rijsttafel. Hélaas
hadden wij de laatste twee uren van
den tocht al weer stortbuien, wij kwa
men kletsnat aan. Van verkleeden.
was nu geen sprake meer en zoo rn
onze natte kleeren liebhen wij gege
ten en trokken wij steeds in den re
gen verder naar Ngepoeng, waar de
auto's stonden te wachten, die 'ons
na een klein uurtje rijden thuis brach.
ten. Ik was blij weer in de warmte en
bij mijne vrouw en de kinderen te
zijn. Zoo waren wij terug van een van
de mooiste tochten die er in de we
reld te maken zijn, en die ik niet
licht vergeten zal.
Binnenland
DE DU ITS CHER, DIE AL ZIJN
GELD VERLOOR.
Verleden week maakten wij mel
ding van den Duitscher, die. volgens
zijn /.eggen, in Utrecht zijn porte
feuille. inhoudende 3500 en een
cheque van f 10 verloren had. De
man. die in <len korten tiid. dat hij
hier vertoefde hii wae denzelfden
morgen per autobus van Doorn omko
men. schrijft thans de Utrechts'he
Crt. had in een y.fé een en ander
gebruikt en toen hij naar het station-
ging. de vermissing bemerkt, althans
zoo luidde zijn verhaal. Met de poli
tie was hij den heelen middag op
sjouw geweest maar het café had men
niet kunnen terugvinden.
Thans is gebleken. dat des Duif-
schers aangifte niet geheel waar is
geweest. Hij ie dien dag in een café
aan de Moreelselaan binnengeloopen,
mar had daar al zeer opgewonden
gedaan en tegen den ober gezegd, dat
hii zijn portefeuille met 8000 goud
mark kwijt was. Dat is dus belangrijk
meer dan 3500 gulden. Ook is hij
terwijl hij bii de politie gezegd had,
zijn hotel te zullen opgeven nog
dienzelfden avond uit Utrecht ver
trokken zonder eeuig bericht achter te
laten. Men vermoedt daarom dat de
aangifte valsch was. Strafbaar is de
man cclrter niet, daar hij niemand
beschuldigd heeft. Tot- op heden heeft
men niets meer van hem vernomen.-
WrvrBRDIEN'ST NEDERLANDSCHB
SPOORWEGEN. De wmierdienst op da
Nederland scha Spoorwegen zal 5 October
ia werking Weden.
iets niet voor zou komen. Eigenlijk
hebben we nooit aan zoo iets gedacht.
Op mijn mond!
Nu, ik ben hem niets meer ver
plicht, nadat hij mij dit heeft aange-
Ik spreek geen woord meer met
hem.
Ik wil niets meer met hem te ma
ken hebben.
Hij mag mij als officieel met hem
verloofd blijven beschouwen, maar op
een afstand. Mijn naam anders
niets.
Ik blijf niet langer bij zijn familie!
Laat hem maar een excuus beden
ken tegenover zijn moeder. Laat hij
het maar uitleggen, zooals hij wil!
Ik zal hem niet helpen!
Al zou zijn leven er van afhangen,
ik zon geen vinger uitsteken, om hem
te helpen!
Ik ga meteen weg
Hoe kou hij het doen! Of hij alleen
wat wilde flirten met mij, of wat het
ook was, het kan mij niets schelenl
Wat had ik gezegd of gedaan, dat
hij hiertoe kwam?
Hij zou nog in staat zijn te zeggen,
dat. ik hem aangemoedigd had!
Afschuwelijk is het in één woord!
En ik ga wegl
Ongemanierde vlegell
Morgen ga ikl
(Wordt VèrvSTgd)',