HAARLEM' ENGELSCH DE SCHIJNVERLOVING DAGBLAD ALLERLEI Een tocht naar de Bromo ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1 Terwijl ik dit schrijf rijn de meenings- verschillea ia de conferentie, welke hier bijeen is voor het regelen van de kwes tie der schadevergoedingen, klaarblij kelijk teruggebracht tot een enkel punt. Do andere geschilpunten rijn blijkbaar van minder ernstigen aard. De groote kwestie is die van een leening van veer tig millioen pond sterling aan Duitsch- land. Deie leening vormt de basis van het plan, door óe economische deskun digen onder voorzitterschap van den Amerikaan Dawes opgemaakt, dat door alle betrokken staten in begin»el is goedgekeurd. De conferentie heeft in verband met öio leening het advies ge vraagd vaa vooraanstaande bankiersin de geallieerde landen. En deze man nen hebben rich uiteraard op het stand punt geplaatst van den particulieren belegger, van wien hel geld moei ko men, en die nooit bereid rou rijn geld te verstrekken ronder a/doende za kelijke" of andere zekerheid. De ban- kiers nu twijfelen aan de waarde van de aangebeden zekerheid, in dit geval aan Duitsehland dat gelegenheid zal hebben alle waarde-bronnen van zijn gansche gebied vrijelijk en ongestoord uit re buiten, waarmede tenslotte alleen het geld voor do schadevergoedingen aan de geallieerden kan worden opge bracht. De bankiers vreezetf dat Frank rijk in de toekomst opnieuw op eigen houtje in Duitschland zou kunnea op treden en dat fret aldus de waarborgen voor de leening rou verzwakken of ge heel vernietigen. Dat gevar i> niet denkbeeldigwant in de bestaande voorstellen is niets dat Frankrijk kan weerhouden bij een vermeend of echt in gebreke blijven van Duitschland „sancties" toe te passen van den aard als de bezetting van hel Roergebied. Van het standpunt van strikt fioan- viel beleid beschouwd i» de opvatting der bankiers ongetwijfeld juist. Hun opvatting brengt uiteraard de geheele raak van Franktijk's militaire veilig heid op het tapijt. Men heeft een ui weg getocht om de bankiers te bevredigen, door voor te stellen dat Frankrijk in het bijzonder borg zou staan voor de leening.... maar het :s duidelijk dat Frankrijk zoo'n stap niet licht kan doen. Iatusschen legt de opvatting van groote -financier» en bekwame econo misten veel gewicht in de schaaL Men kan haar niet veronachtzamen. Poli- tieke overwegingen zijn aan bun uit spraken vreemd. Het zijn de piactische en onontkoombare wetten der econo mie. waarop bun advies berust. Maar tenslotte is de aangelegenheid niet aj- leen economisch maar ook in hooge mate politiek. En bij de gedachte aan wat er met deze conferentie op het spel staat, vraagt men zich af of bet in dit geval geen aanbeveling zou verdienen met die leening, wat dekking betreft. wa« te risqueeren. Dat gevoelen komt hier in Engeland ruim tot uiting. Ten behoeve van den Europeesrhen vrede, redeneert men, mag men wel wat risico nemen. Dat zouden de inschrijvers op de leening ook kunnen erkennen. Men neemt in de financirelc wereld zoo vaak en zoo veel risico's in de verwachting van racer dan normale winst, dat men het in dit geval ook wel en reker met meer reden zou kunnen doen. Zelfs al bleek het geld tenslotte or.yer- baalbaar, dan zouden rust en evenwicht in Europa met veertig millioen pond sterling niet te duur zijn gekocht. En indirect zou bet zijn interest gauw op brengen. Men gelooft algemeen dat op een re geling der Europeevche kwestie? en in het bijzonder die brandende kwestie der «rhadevergoedingen spoedig werkelijk een herleving van den handel rou volgen. De particuliere belegger, wiens financieele positie in hooge en schadelijke mate wordt getroffen door de bestaande onzekerheid rn de daar- uit voortvloeiende bedrijfsslapte, zou er goed aan doen. hoort men nier, in. dien hi; rich tevreden zou stellen met minder perfecte waarborgen voor zijn inschrijving op deze leeaing. De tentoonstelling te Wembley is nu om zoo te zeggen halverwege. F.n de tot nu toe opgedane ervaring geeft Kf- legenheid de positie te overzien en de tot heden bereikte uitkomsten na te gaan. De autoriteiten houden zich over tuigd dat de tentoonstelling in baat ef fect op bancel en industrie een succes kan worden genoemd. Ze leert de Brit- sehe fabrikanten de bronnen voor grondstoffen, welke aanwezig zijn in de verschillende deelen van het_ rijk. Ze leert de rasgenooten der Engelsrhen overzee dat de productie- en handels organisaties van het Moederland den Feuilleton NaarbstEngelsch van BERTA RUCK. ..Wat voor meinjes bedoel Je? Pc soort die nu den een dan den ander lief hebben?" ..Ik behoor tot hen, die nooit ver liefd worden", zei ik korlaf. ..Hoe dan ook, ik vind den tweeden bloei van de brem prachtig tegenover het blauw van de zee". „Ja, Je houdt veel vnn hot effect ■van bloeiende planten tegenover de blauwe zee.izooals ik meen, dat je al eerder zei. op dien avond, toen mij') oom bij ons op The Lawn was", zei Billy geheel onverwacht, om mij tc plagen, „maar toen noemde je. ge loof ik. oleanders en mirten op en de Riviera „O, Billy! Ik dacht nooit, dat Je dal doen zou", viel ik hem op verwijlen den toon in de rede. „Neen. ik had nooit, gedacht, dat Je zoo leeliik zou w.ezen, om mij aan dien vreeselijken avond fca herinneren!" Er was stilt© voor een oogenblik. - DERDE BLAD O» conferentie voor schadevergoe dingen. De tcekomet van Wembley. Een enkele draadlooze etem. Spcrtm snieren, Gevangenen met vaoantle. oorlog hebben overleefd en dat ze nog degelijk kunnen voortbrengen en dis- tribueeren. De tentoonstelling heeft het productievermogen van hei rijk aange- wakkerd. Wembley is ook het wacht woord geworden voor hei groote pu bliek men inig in dat verband spre ken van een populair succes. Maar de vraag of de tentoonstelling ook ïecht- streeks een financieel succes zal blij ken, of ze zich zal bedruipen, la3t zich niet op dezelfde gunstige wijzo beant woorden. De weersgesteldheid is voor het bezoek over bet algemeen ongun stig geweest. De dertig millioen be- zoekeis, waarop de berekeningen voor hel financieele succes waren gebaseerd, zullen er wanneer op 31 October tiet einde komt niet zijn geweest. Die basis was trouwens verkeerd. Het getal was te groot. Hoe groot het terrein ook ts. het kan zulke massa's niet geriefe lijk beigen. De populariteit der ten toonstelling is inmiddels zoo groot dat het duidelijk is dat nog niet de helft van het publiek, dat haar grondig zou wil len bestudeeren, daarvoor dit jaar ge legenheid zal hebben. En daarom is er een sterke strooming voor heropening het volgeed jaar. Zulk een tweede sei zoen verschaft het vooruitzicht dat de enorme kosten voor de inrichting en den bouw zouden worden goedgemaakt. En het schijnt dan ook heel goed mo gelijk dat men zal beproeven op die wijze, door heropening het volgend jaar. de tentoonstelling ook een recht streeks-financieel succes te maken. Bij wijze van proef heeft de British Broadcasting Company (da! is do in stelling. welke he*. Britsche publiek vat draadloos vermaak of ontspanning voorziet) onlangs een draadloos pro gram uitgezonden van haar nieuw hoogspanning-station te Chelmsford. Het doe| was na te gaan of men op deze wijze met succes het gansche land kon bedienen door dd Uag-<pannir.g- «tations van Londen, Manchester, Aberdeen, Glasgow enz. het uitgezon den program op hun eigen golflengten to laten doorzenden. Het voordeel van deze wijze van draadloos verspreiden is o.a. da: de golflengte, welke er voor kan worden gebruikt, weinig of ge-n stoornissen toestaat v«n andere draad looze nmmunicaties. De geluiden vnn de landlijnen, waarlangs tot nu toe vaak draadlooze programma's moesten wor den doorgeronden, worden er uiteraard door opgeheven. En ook hoopt men da: atmosferische invloeden bij de krachtige uitzending niet zooveel in vloed kunnen doen gelden. Het eerste experiment is niet heelemaal met suc ces bekroond. Verscheidene stations hadden last van die geheimzinnige bij geluiden. welke men bij gebrek aan ware kennis over het verschijnsel maar atmosferische stoornissen noemt. An dere station» ontvingen de golven daarentegen ongelengd of onvermengd en dat geeft de hoop, dat men op den duur zal slagen. Indien men zoo ver is zullen eenvoudige toestellen met ren kiistal-detector op grooten afstand van het uitzendende centrum gelegen <lc programma's kunnen opvangen. De meest afgelegen stulp, langs een een zame kust of op woeste heidevelden, zal met de wereld mee kunnen leven zon der dat er een kostbaar ontvangtoestel voor noodig is. De uitstraling van dit station te Che'msford heeft plaat» in een omtrek van duiz*id mijl, iwoda: milliocnen op hei vas*«Vnd zijn pro gram kunnen opvangen. Het station is de eerste stap in de richting van het groote. doel, waarnaar de ingenieurs tier draadlocze streven -- stem, welke over de gansc'te wereld zai gaan. Wij hooren de laat «te dagen veel over slechte manieren in de sportwereld. Het vuistgevecht van Carpenticr, wiens roem ten einde i-, dat onlangs in de Ver- ernigde Staten plaats had. ging verge zeld van bonze beloogingen. Een crickctwedjtriid van de F.ngrlsche graaf schap-competitie, waarbij vormelijkheid en „sportmanship" steeds hoogtij ple gen te vieren, werd deze week bedor ven door onpleïzicrige incidenten. F.eni- ge wedstrijden van de Olympische Spe len waren een hevige schending van het wetboek der «port-etiquette. Een voornaam blad hier ging zoo ver met te verklaren dal de Olympische Spelen, welke o.a. ook ten doel hadden inter nationale vriendschap aan te kweeken, integendeel internationale animositeit, zelfs haat aanwakkerden, zoodat ze moesten verdwijnen. De Britten heb ben op de wedstrijden te Parijs geen al te best figuur gemaakt. En eenige collega'* van den journalist, die voor Hij staarde mij aan. maar ik wou niet opkijken. Ik draaide mij wat om, otn naar een bij t© kijkori, die iets vleiends scheen te fluisteren in het oor van «en brembloesem. Toen hoorde ik hem zeggen: „Vrecselijk, noem je hem dat nog?" „Ja, natuurlijk". „Ik begrijp je", zei hij langzaam. ...Te bedoelt, dat je nog «enigen wrok hebt tegen mij. Dat. je nog niet, ver- pp ten lichtTe voelt «e nog helee- digd cr door hoewel we afspraken, om srienden te zijn hoewel in mii den indruk gaf. dat het. nu niet meer zoo afschuwelijk moeilijk voor je wns. .Te bedoelt dus, dat Ie mii nog altiid kwa lijk neemt van dien kus?" Het was het laatste, wat ik ver wacht had, te hooren. Dc eenige manier, om de zaak on der de oogeu te kunnen zien, leek mij om zoo vroolijk en luchthartig moge lijk te zeggen: O, daar heb ik nooit, aan gedacht, Billy. Ik begreep het best. Je kon het, ook eigenlijk niet eens een kus noe- men". „Nee", zei hij gejaagd. „Dat kon je niet. is liet wel?" Hij kwam een patir stappen nader en greep mij bij den schouder. Ik dacht voor een oogenblik, dat hij mij door elkaar ging schudden, zooals ik die eerste week op The Lawn het alarmeerende artikel in het groote blad verantwoordelijk was zij waren <5<5k Engelscheu hebben de meening uitgesproken' dat het artikel zoo al niet in de pen gegeven door hartzeer over de weinig glorieuze prestaties der Engelsche athleten niettemin den in vloed van dat hartzeer verraadt. Er schijnt inderdaad geen reden te bestaan de Olympische Spelen te doen verdwij nen, wijl een bokser zijn tegenstauder een beet toediende of omdat Italiaan- sphe, Fransche en Hongaarsche scher mers elkaar in de haren vlogen. De beste manier om deze wilden tc temmen i; de Spelen te laten voortduren in de hoop dat zij op den duur goede manie ren rullen leeren. Sport maakt mensche- lijk daar -is geen twijfel aan. En ath leten. die te begeerig zijn te winnen en die redekavelen en erger doen in het vuur van den strijd, leeren bij voort gezette beoefening van sport en wed strijden het ritueel er voor en worden brave kerels. Het idee dat gevangetien vacantie rouden krijgen schijnt wat fantastisch. Het feit doet rich niettemin hier in Engeland voor. En de fantasie kan dus rusten. Veertig loge's van 6e gevange nis \an Maidstone, in het zuidelijke graafschap Kent, zijn mei vacantie op het schoone eiland Wight, zoo wel be kend bij alle touristen, die deze kusten aandoen. Het zijn gevangenen, die zich voorbeeldig hebben gedragen en die dientengevolge met deze humane be handeling worden beloond. Men heeft hier te doen met een eerste proef voor de verbetering van het Engelsche straf, stelsel, waaraan nog heel wat te verbe teren is. Do mannen wonen daar in Wight :n wat wij „cottages" zouden notmen, aardige kleine huizen, maar natuurlijk minder aanzienlijk van in richting ca uiterlijk dan de landelijke „cottages" .welke inen ook in Ne derland we', voor de stadsmenschen bouwt, die naast hu* stadswoning een woninkje willen hebben op het land. De gevangenen werken in het bosch van Pafikhurs', een van de mooiste bos- sche van Let eiland. Zij hebben er liun eigeu tuintje, dat zii onderhouden «n waa[ zij gewassen kunnen verbouwe». Zij dragen mn::c;tnpeiten en marine blauwe jisten cn met de roode stre pen vo.k goéd gedrag op hun mouwen, zou men hen eerder houden voor ma trozen, die hun bed.tj! eenigen tijd heb ben afgev isseld mzt het bedrijf vaa den landrot, c>n voor gevtngenisklintcn. Zij eten gezamenlijk *n komen 'sazond» bij elkaar in de rookkamer, waar zij dagbladen en boekc» kunren lezen <-n waar zij tabak en cigaretten krijgen.Zij mogen re'Js vrijelijk gaan wandelen id dat mooie Pankhutsi-bosch, waar zj echter geen publiek ontmoeten, daar dit voor het gewone publiek niet toe gankelijk is. Voor goed gedrag en vcor arbeid krijgen zij belooning in geld en er is een „droog gehouden" caniinc. waar zij lekkernijen en kleine weeldedingen kunnen koopen. Alle veertig zijn mannen, die zich aan ern stige misdrijven hebben schuldig ge maakt en die deswege langdurige ge vangenisstraffen moeten ondergaan. Der» bij uitstek humane behandeling der gevangenen heeft hier veel kritiek gewekt. De openbare meening is bui tengewoon hatd tegenover misdadigers. Gevangenen, redeneert men. moeten als zoodanig worden behandeld en toege vendheid en zachtheid passen tegenover hen niet. Maar de kleine minderheid in de Britsche natie, welke moderner op. vattingen huldigt i« over deze vacantie van gev^pgenen verheugd. Londen, 31 Juli 1924. De grootsche Indische natuur De Bromo en andere bergen Over bandjirs Do zoon van een ouzor abonné's zond zijn ouders een interessante be- scju ijitug van een der mooiste toch.en die men op Java maken kan. Na ©en opsomming 'au alle deelheb- bors turn <-n toebereidselen tob den tocht vervolgt hij aldus: Zoo vertrokken wij dan 's morgens vroeg van hier met twee auto's het gebergte in. Na ongeveer drie kwar tier rijden kwamen wij aan de halte N'gepocng. een paar duizend voet hoog, waar wij de auto'» terug zon den om van daaruit verder op berg paarden te rijden, dio van to voren besteld waren, naar Sookapoera. Dat is een mooi gelogen plaatsje, waar een grooto Gouvernement® Pasangra- han staat en waur vele gefortuneerde Europeanen uit. deze «treek hun land huizen en huisjes hebben neergezet Het ligt op ongeveer dezelfde hoogte on heeft liet zelfde klimaat, als Tosari. Wij hieven in de Pasangrahan wat uitrusten en lekker rijstfafelc-n, we tende, dat deze rijsttafel daar be- zoo dikwijls venvacht had. Maar, neen, In korter tijd dan ik het moe kan deelen, hBd hij mijn zonnehoed losgc- strikt en op den naasten bremstruik gegooid, (Zijn hand onder mijn kin ge legd en voor ik nog writ, wat snij overkwam, bukte hij zich naar mij toe en kuste mij driemaal op den mond. terwijl hij zei: „F.n wat noem je dit en dit en dit?" Voor een oogenblik "moest ik mij aan hem vastgrijpen, om op de been te blijven, want het, was mij, of zee en klip en brem met mij in de rondte draaiden. Toen rukte ik mij los en keek hem aan, maar kon hen» nauwelijks onder scheiden. „Spreek niets tegen mo", hoorde ik mijzelf zoggen mot een stem, die on natuurlijk kalm en rustig klonk. „Dit kan ik je niet vergeven. Vraag het mij dus niet". Ik hoorde, dat hij iets begon te zeg gen van: „Nnncy „Spreek niet tegen me, als Je blieft" z.ei ik nog steeds met die onnatuurlijk kalmo stem. „Zeg niets meer". Ik greep mijn zonnehoed van de bremstruik, zette hem op en snoerde hem zoo vast onder mijn kin, dat ik bijna stikte. roemd was. Er is dan ook gesmuld. Dadelijk na het eten, zonder rUBteu, stegen wij weer te paard eu ging de tocht verder omhoog het gebergte in, naur den rand van het Tengergeberg- fce. We waren nog geen uur op weg, toen we werden overvallen door een geweldige piasbui. Een flinke Indi sche regenbui is zoo iets geweldigs, dat je in den tijd van een oogenblik ook absoluut door en door nat bent. Zoo ging het ons ook. C. en ik reden achter en hebben nog ruim een uur onder een overdekt stuk weg ge schuild, maar toen de regen maar bleef aanhouden zij'n wi] door gere den. Stel Je den toestand voor. dri'f en drijf nat in de kou, wat. wij al niet meer gewend zijn hier beneden en dan sul te moeten zitten op oen paard, dat je geregeld goed in de gaten moet houden om den gladden weg en om het stijgen. Ondanks dat, zagen wij een schitte rend schouwspel. Plotseling hoorden wij de Inlanders, verscholen in hun kamponghuisjes voor den regen, gil len en roepen: ..Banjir", „Banjir" en ook kijkend in de richting waar naar onze gidsen en koelies die de bagage droc-gen, angstig heen keken, zagen wij hoog hoven ons aan den anderen kant van een diep ravijn, een breeden donker bruinen waterstroom naar be neden vallen met donderend geraas, dwars door een Oerwoud heen, alles aan boomen cn struiken meevoerend in zijn geweldige woede en snelheid. Dikko boomen zagen wij als stroohal- men afknappen en met oorverdooveud lawaai stortte alles in het ravijn, ter wijl groote stofwolken opwoeien en langzamerhand alles aan ons ge/.icht onttrok. Alleen klonk nog uren lang een geweldig geraas, waar door heen het angstig huilend geroep van de bevolking die gespaard bleef. Ban jir„Banjir". Ofschoon huivering wekkend, was het toch iets zoo gewel digs, dat de koude rillingen me over den rug liepen en de kille vocht die door alle kleeren tot op je lichaam doordrong me nog meer het verschrik kelijke v.an de natuurkrachten d«»ed gevoelen. Toen ik dit alles zoo uit mijn schuil plaats stond gade te slaan, kwam het onvergetelijke stuk proza van Multa- tuli mij weer in de gedachten: „De Banjir". „Alles zweeg, alles luisterde, alles schrikte Banjirl Hoe zal ik u beschrijven, machtige stortvloed van het gebergte. Waar mee zal ik u vergelijken, reus van wa ter, die wegvoert wut u Iepen staat, die boomen ombuigt als halmen, en geheele wouden glad strijkt! Banjir! De aarde dreunt, de lucht perst saem, het ademhalen wordt bemoei lijkt, de ooren suisen alsof alle geluid zich oplost in één klank, dien men zou beschrijven al* een reusachtig» R., wanneer c-r beschrijving van dien Itlank mogelijk was. Weg, alles wat weerstand biedt weg, alles wat vlucht! Tegen die kracht beslaat geen kracht, tegen die snelheid bestaat geen snelheid! Weg, rund en paard en mensch weg, plant, boom. tuin cn woud weg. alles weg en glsd geschaafd, gemaaid, geschoren1 Zoo spreekt Multatuli 1 ij het aan schouwen van het wonder. Even geweldig weet Meijer in zijn ..Afscheid van Java" te dichten: „Hoort gij dien toon vol schrikbre klem. Die het angstig dal vervult? Het. is des strytvloeds wilde stem, Die in de bergkloof brult, Tlii komt. de zwarte waterval. Wiens macht de rolsen slaat te mortel. Et', boomen afrukt van hun wortel, E11 met ver klinkend krijgsgcschal Een mefr vormt in het siddrend dal". Ofschoon de regen aanhield en zelfs heviger werd, moesten wij toch ver der, stegen weer te paard eu vervolg den onzen weg. Ik werd ul gauw zou koud en kil van de aanhoudende klets- buien, mijn voeten stonden vol water in mijn schoenen en werden Ijskoud, otndat. ze geen beweging hadden, zoo dat ik van mijn paard afging en den tocht verder tc voet deed, loopende naast het paard van C., terwjil wij voor afleiding nog mnar wéér eens dienstherinneringen ophaalden. Zoo hebben wij nog twee en een half uur door gesjouwd. Steeds stijgend langs do meest gevaarlijkste wegen doo» ravijnen, over kleine bruggetjes, dan weer steil omhoog en dan weer langs kleine glibberige paadjes naar hene den, zoodat het paard soms enkele meiers naar omlaag gleed en ik moei te had op de been te blijven. Helaas konden wij niet genieten van mooie uitzichten, maar de weelderige bloe- Daarop draaide ik mij om en zei: ,,Ik verbied je, mij te. volgen", cn liet hem daar slaan bij de houten vrouw. Ik liep bedaard voort, totdat ik meende, dal; hij mij niet meer zien kon toen zette ik het op een loopen. Op den drempel van het. grootste huisje /.at Theo hel zand uit haar wit linnen schoenen te schudden. „Hallo, Nancy! Weet Je, dat jullie Carittd zoo verveelden, dat hij naar huis is gekomen?" zei z:j. ..En Waar hel» je den geliefden Billy geiat.en? Is hij „Laat me even langs je gaan", zei ik bedaard en ging haastig naar biu- neu. De keukendeur stond open en juf frouw Roberts was bezig de tafel te dekken. Zij begon: „Hebt u Is klaar met schilderen?" Maar ik liep door en rende de trap op naar mijn kamer. Do kanier kon ik niet op slot doen. Ze heefi. niets dan een klink. Ik ging op mijn bed zitten. Ik ge loof niet, dat ik ergens aan dacht.. Ik weet ook niet., hoe lane ik zoo bleef zitten. Eindelijk hoorde ik een lichten voetstap op de trap en werd er getikt. ..Kom als je blieft, niet binnen". liet was Blanche. „Nancy", zei ze. „Het eten ïs raenpracht die bveral m het SCÜd ondanks den regen, geurde, gaf ons toch (voldoening van al ons zwoegen. Eindelijk Begon ae regen op te hou den en bereikten wij de toppen van het gebergte. De Wolken trokken ais) groote proppen watten langs de hooge bergranden weg en zaciit-rose tintte de ondergaande zon de geheele om geving. Daar tegen de helling boven ons lag de Dessa N'gadisarie, waar we straka onze Pasangrahan zouden vin den 0111 den nacht door te brengen. De anderen waren reeds lang boven en stonden voor het kleine gebouw tje (met een grooten witten schoor steen) op ons te wachten, imet armen en doeken zwaaiende. Nog een half uurtje klimmen en wij waren in ons primitief hotel. Toen zagen wij pas, wat die schoonsteen beteekende. Er stond een heerlijk Hol- landsch fornuis waarin takken en blok ken hout lustig knapperden en waar we al heel gauw allen omheen za ten. Och, wat was dat fijn! Door en door verkleumd als we waren, was dit een waar geluk, en wij kwamen dan ook langzamerhand weer bij. Een deel van onze kleeren hadden wij aan touwtjes boven het vuur te drogen ge hangen, dus je begrijpt hoe mooi het gezelschap er uitzag. Mevrouw W., als eenige vrouw onder vijf heeren, die zich den geheelen tocht kranig ge houden had, zat in een warmen bad mantel met haar voeten tegen de opengeslagen ovendeksel. Een pracht vertooning! De koelies, die met de zware ba- rang wat achter gebleven waren, kwamen na een uurtje oolc boven en toen vlogen wij als uitgehongerden op onze valiezen en mandjes af. Maar w-at zag dat er allemaal uit! De mees te waren door en door nat en de klee ren die er in lagen, waren niet meer te gebruiken, die moestr-n boven het vuur drogen. Mijn koffertje, dat flin ke, stevige ding, was gelukkig de ecnigste die niet doorgelekt was, zoo dat ik van kleeren verwisselen kon, en in een warme jaeger-broek en hemd met een pyama er overheen, me weer gelukkig voelde. Voor dat het geheel donker was, gingen wij nog even buiten kijken naar de schitterende vergezichten. Daar op een kleinen afstand boven ons lag de hoogste rand van het ge bergte, waarover wij den volgenden morgen zouden trekken om bij d« Brorno te komen. Ver acb'.er den rand vandaan, zagen wij een geel bruinen rookkolom opstijgen. Dat was de damp en asch, die sinds enkele maan den geregeld uit de Bromo komen en waardoor men verwacht dat er bin nenkort wel weer eens een kleine uit barsting zal volgen. Weer binnen gekomen hebben we ons verlustigd in de medegenomen dranken, die ons heerlijk verwarm den. Nadat wij den inhoud van de blik jes, verorberd hadden en nog een heer lijke gebakken kip, door den mandoer daar klaargemaakt, gingen wij ieder ons bed opzoeken. Er waren een stel kleine kamertjes, net genoeg voor ons. Leuke kleine Hollandrohe bedden, zonder klamboe. Mijn deken, die ik meegenomen had. was gelukkig droog gebleven, en zoo lagen wij weldra In Morpheus armen. 's Nachts om half vier werden wij gewekt om onzen tocht te vervolgen. Wij lieten nu al onze bagage achter totdat wij over enkele uren terug zou den komen om te ontbijten, namen wat boterhammen mede, en gingen te paard weer verder omhoog. Het was pik-donker. Gewapend met flambouwen liepen onze koelies voor uit om den weg, die zeer gevaarlijk was, te belichten. Langzaam aan be gon Jiet lichter te woorden en na een laatste, steile helling, bereikten wij dtp hoogen rand van het gebergte. Al het sohoons, dat wij daar plotse ling te zien kregen was zoo overwel digend en grootsch, dat woorden toch niet in staat zijn om ook maar eenigs- zins weer te geven wat, daar in de diepte en in de verte zicht baar was. Een onmetelijk groote zandzee, middenin drie groote bergtoppen. Rechts een groote, kegelvormige top, de Batok en iets meer links de Wi- doedareu. waaraan vast, iets lager de Bromo, die een dikke geel-bruinen rookwolk de lucht inzond. Om htet geheel, als een muur, de rand van het Tengger-gebergle. en in het ver schiet daarachter de top van de Sme- roe, de hoogste en meest woeste berg van Java. Je kunt je misschien eenigs zins liet geweldige er van voorstellen als ik vertel, dar die zand ge© er ge heel omheen zoo groot is, dat men te paard er ruim 10 uren over doet om haar_ rond te rijden. Duidelijk was nu zichtbaar hoe het geheel een ont zettend groote krater was geweest, waarin nog drie punten waren over gebleven (do hierboven genoemde ber gen) waarvan alleen de Bromo nog werkte. Toen de zon was opgekomen, stegen wij weer te paard en begon de klaar". ,,lk heb geen trek. Ik kom niet be neden". „Wat is er dan. ben je ziek?" klonk het op bezorgden loon. „Neen, ik ben niet ziek". „Heb je hoofdpijn?" „Neen, ook geen hoofdpijn, maar ga, als je blieft, weg. Ik wil liever niemand zien. Ik hoorde haar weer zaohtjet naar beneden gaandaarop ging de keu kendeur open en hoorde ik het geluid van stemmen. Ook zijn stem. Dat. bracht mijn bloed aan 't koken. Ik ging overeind zitten. Hoe durfde hij! Hoe durfde hij! Om op die manier partij te trek ken van onzg verhouding. Dit lag niet in onze afspraak opgesloten. Ik had mij maar in naam met hem geënga geerd Dit had hij kunnen vermijden. Het was niet hetzelfde van dieii anderen keer. IIij had mij heusch niet op het ver schil behoeven te wijzen van toen en nu. Toen meende ik, dat ik boos op, hein was. Mijn woede van nu ver schilde er evenveel van, als de kussen verschilden. 01 Hij heeft het contract verbroken hij weet, dat we afspraken, 'dat zoö Iff GEZOND EM MEDEDEEUNCEN it 60 Cts, per regel. Aan de Kliniek wor TANDHEELKUNDE Ged. Oude Gracht 84, zal tot nader1, aankondiging geen spreekuur gehou den worden. Gedurende dezen tijd kunnen patiënten welke zich van kunsttanden of gebitten willen voor zien zich bij de zusters der inrichting laten inschrijven. Voor den midden stand kliniek van 13 uur, voor mm- dergegoeden of ziekenfonds kliniek 's morgens van 911 uur. afdaling naar de zandzee. Steil naaf beneden nog ruim 300 voet. Daar aan gekomen wachtten wi] eerst, even op elkaar en toen in volle galop oVer de vlakte, die bestaat uit verharde lava en asch, recht op de Bromo aan. Soms was het net, of wi] over holle, blikke doozen reden en klokten de paardenhoeven over den grond. Zoo reden wij nog een half uur en kwamen toen aan den voet van den berg. Eerst moesten wij nog wat stijgen langs een kronkelend pad, over brokken verharde lava en rotsen en toen waren wij onder aan de trap. Ja een werkelijk zeer goed gemetselde trap gaat in de helling omhoog. Een prachtig stuk werk, anders was die steile kant ook niet te beklimmen. 250 treden, dus een heele luim! Onder aan de trap stegen wii van onze paarden af, toen begon de klim partij. Boven was het voor menschen die last van duizeligheid hebben geen prettige gewaarwording. Je komt daar op den rand van den krater. Deze rand is niet breeder dan li Meter en dan gaat het loodrecht, omlaag. Het is net een reusachtige trechter. In de diepste punt is een kloof en daaruit komt een donderend geraas en gerom mel van kokend water, terwijl dikke, zware rookkolommen er uit opstijgen. Wij ontdekten een echo, die negen malen duidelijk hoorbaar was. Onder al die pret merkten wij niet. dat de wind gedraaid was en ons plotseling in het gezicht woei, waardoor wij la dingen zwarte fijne asch tegen op ons kregeu. Wij wisten niet lioe gauw we weer naar beneden zouden loopen en huppelden als jonge veulens de trap af. Alleen C. wilde heldhaftig zijn en rende de schuine helling af over de asch en lava. Het liep gelukkig goed af. maar we hielden ons hart vast. Vroeger had ik het ook gedaan zulke gekheid, maar nu als vader van twee kinderen dorst ik het niet meer aan. Na te paard gestegen te zijn, reden wij de zandzee weer in. Terug tot de Pasangrahan hadden wij steeds nog het prachtigste weer van de wereld. Wij aten nog een ste vig maal en gingen verder, terug naar Soekapoera, waar we om 12 uur aankwamen voor de rijsttafel. Hélaas hadden wij de laatste twee uren van den tocht al weer stortbuien, wij kwa men kletsnat aan. Van verkleeden. was nu geen sprake meer en zoo rn onze natte kleeren liebhen wij gege ten en trokken wij steeds in den re gen verder naar Ngepoeng, waar de auto's stonden te wachten, die 'ons na een klein uurtje rijden thuis brach. ten. Ik was blij weer in de warmte en bij mijne vrouw en de kinderen te zijn. Zoo waren wij terug van een van de mooiste tochten die er in de we reld te maken zijn, en die ik niet licht vergeten zal. Binnenland DE DU ITS CHER, DIE AL ZIJN GELD VERLOOR. Verleden week maakten wij mel ding van den Duitscher, die. volgens zijn /.eggen, in Utrecht zijn porte feuille. inhoudende 3500 en een cheque van f 10 verloren had. De man. die in <len korten tiid. dat hij hier vertoefde hii wae denzelfden morgen per autobus van Doorn omko men. schrijft thans de Utrechts'he Crt. had in een y.fé een en ander gebruikt en toen hij naar het station- ging. de vermissing bemerkt, althans zoo luidde zijn verhaal. Met de poli tie was hij den heelen middag op sjouw geweest maar het café had men niet kunnen terugvinden. Thans is gebleken. dat des Duif- schers aangifte niet geheel waar is geweest. Hij ie dien dag in een café aan de Moreelselaan binnengeloopen, mar had daar al zeer opgewonden gedaan en tegen den ober gezegd, dat hii zijn portefeuille met 8000 goud mark kwijt was. Dat is dus belangrijk meer dan 3500 gulden. Ook is hij terwijl hij bii de politie gezegd had, zijn hotel te zullen opgeven nog dienzelfden avond uit Utrecht ver trokken zonder eeuig bericht achter te laten. Men vermoedt daarom dat de aangifte valsch was. Strafbaar is de man cclrter niet, daar hij niemand beschuldigd heeft. Tot- op heden heeft men niets meer van hem vernomen.- WrvrBRDIEN'ST NEDERLANDSCHB SPOORWEGEN. De wmierdienst op da Nederland scha Spoorwegen zal 5 October ia werking Weden. iets niet voor zou komen. Eigenlijk hebben we nooit aan zoo iets gedacht. Op mijn mond! Nu, ik ben hem niets meer ver plicht, nadat hij mij dit heeft aange- Ik spreek geen woord meer met hem. Ik wil niets meer met hem te ma ken hebben. Hij mag mij als officieel met hem verloofd blijven beschouwen, maar op een afstand. Mijn naam anders niets. Ik blijf niet langer bij zijn familie! Laat hem maar een excuus beden ken tegenover zijn moeder. Laat hij het maar uitleggen, zooals hij wil! Ik zal hem niet helpen! Al zou zijn leven er van afhangen, ik zon geen vinger uitsteken, om hem te helpen! Ik ga meteen weg Hoe kou hij het doen! Of hij alleen wat wilde flirten met mij, of wat het ook was, het kan mij niets schelenl Wat had ik gezegd of gedaan, dat hij hiertoe kwam? Hij zou nog in staat zijn te zeggen, dat. ik hem aangemoedigd had! Afschuwelijk is het in één woord! En ik ga wegl Ongemanierde vlegell Morgen ga ikl (Wordt VèrvSTgd)',

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 9