HAARLEM'S DAGBLAD
Stadsnieuws
FLITSEN
Het kampeeren op Zandvoort
Dinsdag 19 Augustus 1924.
TWEEDE BLAD
De schijnbare dood in
Nederiandsche boomen
Oe meening van Prof. Stomps
De heer A J. G. Strengholb, deelt
in „Het buitenverblijf" mede dat hij
een uiiderhoud nad met prof. Stomos
te Amsterdam omtrent de z.e.n.
boomeiuiokte die op verscheidene
plaatsen in hot land schijnt te heer-
schen.
Het volgende is er aan ontleend:
De heer Stomps is niet zoo onge
rust al» vele anderen. I)e hoogleeranr
.is bijkans ia 't geheel niet ongerust.
„Want", zoo vertel;, hij ons. ..aan
tonstaan van een reeks verschillende
plantoi-, i. c. boomenziekten f c-
zelfdertijd geloof ik niet. Het
is bekend, dat in do natuur een
groote specialiteit heerscht: elke
plantensoort haast heeft weer liaar
eigen schimmelsoort., waarvan zij te
vreezen heeft voor haar bestaan.
Zoodat slechte oen enkele bepaalde
schimmel, een enkele bepaalde boom
soort kwaad kan doen! ..Welnu, als
ongeveer op denzelfden tijd verschil
lende hoornsoorten symptomen gaan
vortoonen, die ziekte-verschijnselen
lijken, dan zou daaruit voortvloeien
dat lallooze boomen t e z e 1 f d e r-
t ij d zouden zijn aangetast door de
«■éne seliiminelsoort, die uit de vele
bestaande voor hen gevaarlijk zou
zijn. Dit nu lijkt me niet zeer aan
nemelijk!
...Mair professor", vroegen we,
.deedt go zelf nog geen ervaringen
ter zake op!"
,,Ik mo*-? u bekennen van noen",
antwoordde de heer Stomps. ..Mijn
«enige ondervinding als botanicus is.
dat in den Hortus een mooie, oude
Tilia argentea den levensstrijd heeft
moetton opgeven".
„En de oorzaak?"
,,De oorzauk is misschien dezelfde
als waarmee het door u genoemde
.ziekteverschijnsel" te verklaren
valt. Sinds de oorlogsjaren schijnt,
zooals algemeen bekend is, do natuur
wat in de war. Do winter verglijdt
veelal zonder noemenswaardigen over-
8alig in den zomer: de tusschen-
periode de lente, schijnt te ontbre
ken. En daardoor komt het voor,
dat de grond bijwijlen vier, vijf,
soms zelfs zes maanden bevroren is.
Het gevolg is, dat het voor eiken
groei zoo noodige vocht ongeregeld
en onvoldoende tof, do wortel» door
dringt. En daar dit verschijnsel zich
nu reeds e enige jaren achtereen ge
openbaard heeft, is het m.i. zeer wel
mogelijk, dat juist nu, dus na enkele
jaren herhaling .do nadeeligo gevol
gen van dien zich doen gevoelen. In
casu door liet verschijnsel, dat u
noemde".
„Maar klopt die redeneering met
het uitbotten van nieuw leven, ter
wijl do kroon van den boom als dor
en dood is?"
,,Dit kan zeer zeker. Waait als na
derhand te laat souls lol den
lioom voldoende vocht, doordringt, is
'i in lamste instantie de kroou die
daarvan 't profijt ondervindt".
..Maar", opperden wij nog, „we
vernamen ook van een klacht uit de
Betuwe, waar een boomgaard er
nogenschijnlijk héél triest uitzag!
Schuilt daar geen gevaar?"
„Och. ik zou eerst moeten weten
of werkelijk een vakman de hoornen
in cpiuestic ziek verklaart, liet mankt
zoo licht op den leek den indruk dat
een boom aood s e h ii n t, terwijl
toch in werkelijkheid slechts een tijd
perk van verslapping is ingetreden,
dat veelal gevolgd wordt door her
nieuwden groei en bloei. Iets derge
lijks verioonen de Italiaansche popu
lieren.
„Reeu mee rende: voor eeo bijzon
dere anvst lijkt mij vooralsnog geen
reden. Wat oud en afgeleefd is zal
gedoemd zijn te verdwijnen. En voor
het jongere en sterko zal de natuur
zorgen, ook al schijnt zij de laatste
jaren wel wat uit haar evenwicht".
CURSUS HOOFDACTE.
Kaar wij vernemen zullen cc lessen
aan dc afdeeling B van de Nutskweek-
schoo] alhier, opleidende voor de acte
van hoofd-onderwiizer. worden gegeven
door de volgende docenten: H. VV. Kc-
stra (directeur), Nederiandsche Taal
en LetterkundeW. Kraak, Opvoed
kunde mej. J. W. Lcdcboer, Geschie
denis J. B. te Kicfte, Aardrijkskunde
en R. J. Gars sen. Wis- en Natuurkunde.
GEM. DIENST VOOR DE LICHA
MELIJKE OPVOEDING.
In do Gem. zwem- en badinrich
ting zijn in het tijdvak 115 Augus
tus 1GG01 baden genomen verdeeld
als volgt:
Zweminrichting aan de Delft
Mannen. Vrouwen.
Abonné's 1629 1630
Baden ad 35 ets 163 18S
Baden ad 10 ets. 1362 1477
3154 3295
Zwom inrichting aan- do J-Iout-
vaart
Mannen. Vrouwen.
Abonné's 1519 1297
Baden ad 35 ets. 37 45
Baden ad 10 ets 802 624
Kosteloos 3083 2715
5471
4681
EEN JUBILEUM
Do roM'-rvenfabriek „Hollanflift" van
'li hoeren J. van Winterswijk en S. J.
Kuijper. Brouwersvaart 62, zal 21 Augus
:us ie i -g jaar bestaan.
De hcor W. L. Jforsink richtte in 1912
de fabriek op aan het Donkere Snoarnc
en op 21 Februari van dat jaar werd met
het werk begonnen. De heer van Win
terswijk was eerst bedrijfsleider. Er werd
toen nog nieis anders gedaan dan vruch
ten en groenten in glas eteri'.Uecron. Tn
April 1921 nam de heer van Winterswijk
de zaak over een associeerde zir.h mot
den heer Knijper. Meteen werd do fa-
Lri-dr verplaatst staar de Brouwersvaart.
Voorheen was h« nog een klein be
drijf geweest, waar alleen met handkracht
werd gewerkt. Doch nu ging de firma er
ioo r.ver ook blikgroen'.en in den handel
:e brengen en vruchten in luxe flacons.
He: w.i* nu noodig «-enige uitbreiding aan
de raak te geven. Er kwamen modeme
machines, die door clectrioiteit werden ge
dreven. Ook de verttoop werd in hroedere
hanen geleid. Was vóór 1021 alleen hei
binnenland bewerkt, daarna kwam cr ook
vertegenwoordiger van de firma in
inderdae 21 Augustus zal hel jubi
i in intiemen kring worden her
TUBERCULOSEBESTRIJDING.
- eer. 4tal studenten uit "s lier"
>oseh, verhlijflioudende in een reis
wagen. wordt de vacantia benut, om door
het maken van muziek en den verkoop
•an prenlbriefkarten, giften in te zamelen
ter bestrijding van de tuberculose. Thans
zij te Zandvoort.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD
MEER VUURPIJLEN
Laatste instructies
zal hij voorzichtig zijn
en bij vader blijven
Angstig toezicht op del Zij zal toch maar lie-1 Lezen gaat niet je
voorbereidingen I ver in huis gaan en I weet niet wat voor
wat lezen vreeselijks er buiten
gebeurt
Schrik bij ver verwij
derde knallen zij kan
niet stil zitten
en gaat naar buiten. 1 als vader een lont aan-
Het blijkt dat zij nogsteekt, waarschuwt zij
geen enkele pijl hebben dat. de anderen te
afgestoken dichtbij liggen
en die groote d
springt dadelijk
ziet den rook toch
Jantje, ga een ein'dio
achteruit vader
windt zich op
en springt niet vlug
genoeg op zij wat
aanleiding geeft tot
woorden
sluit haar oogen, wach
tend op den knal, gilt
als die komt
en gaat terug in huis,
wenschc-nde dat de
„feesf'-dag om was.
(Nadruk verboden.)
Een avond en een nacht met de kampbewoners
Verbeteringen hoogst noodzakelijk
EEN KIJKJE OP HET TENTEN KAMP IN ZANDVOORT.
Deze foto is Maandagmiddag genomen. Het stormdo toen geducht, zoodat
reecis verschillend© kampeerders hun tent opgebroken had-den, maar toch was
het aantal u:c oen storm trotseerden, nog groot. Op mooie Zondagen is het
aantal wntcn evenwel nog veel grootcr. Toch is reeds op deze foto te zien, dat
dc tenten te dicht op elkaar sta30.
Er wordt veel g<---
ten Zaï:
op het t
oken in en bui-
Jiet kampeeren
:raud aldaar. Er worden goe-
t ook siechte dingen verteld
van het kmnp. We meenden dan ook'
niet beter te kunnen doen, dan zelf
eens hot kuinp te bezoeken en al was
het dan maar voor één avond en één
nacht, het leven van de kampbewoners
mee te maken. I
Tegen zeven uur des avonds kwamen
we bij het kamp ..om dc* Zuid" dat
onge.eer begint achter Paviljoen Drie-
huizen en zich van daar uitstrekt tot
no? ver voorbij paal 08. Daar !ng dan
't kamp met zijn vele tenten, dicht op
een. Veel te dicht zelfs. Het kostte
moeit© er tusschen door te komen zon-
'der te struikelen over de spantou
wen. Wo kregen dadelijk don indruk
dar zóó toch veel verloren moet gaan
van liet mooie van het kampleven.
Het moet onaangenaam cn teven6
erg onvrj zijn. zóó dicht bij elkaar
te wonen. De menschen vluchten weg
uit dc benauwde stad. ze hebben meer
dan genoeg van dat dient op elkaar,
wonen Waarom doen ze het hier dan
weer! Waarom niet verder uit elkaar
en meer vrijheid gezocht? We vroegen
het een paar kampbewoners en deze
vertelden, dat het gedaan werd om bij
een storm beter weerstand te kunnen
lieden, om meer Iveschut te zijn.
Maar cr is nóg een oorzaak en dit is
misschien wel de grootste. Ter hoog
te van Driehuizen is een gelegenheid,
waar do kampbewoners inkoopen kun
nen doen. Een groot gemak, dat ze
allen liefst zoo dicht mogelijk in hun
nabijheid hebben. Vandaar de groote
opeenhooping om dit centrum. Toch is
liet een verkeerde toestond. Zoo kén
het, zoo mag het niet blijven. Spoedi
ge verbetering is gewenscht. want de
menschen bederven het op die maaier
voor elkaar.
Ons eerste bezoek gold den
winkel van Henk. Wie Henk iel
Een padvinder, een stoere boy van
firoep IV uit Haarlem, die met veel
ust en ijver zijn groot aantal klanten
bedient, trouw bijgestaan door een
paar collega's. Teder kenl in liet kamp'
IJonk. Van de kleinste kinderen tot de
oudste ingezetenen van het tentendorp.
In zijn houten winkeltje voorziet hij
dc mensehen van brood, melk, krui
denierswaren, olie. kaas. boter, kren
ten. ja. we zouden haast beter kunnen
opsommen, waar hij ze niet aan helpt.
Heel eenvoudig is dit winkeltje. Del
bezoeker ziet zijn beeld niet weerspie
geld in een blinkenden spiegelruit, Hij
staat zoo maar ineens voor de toon
bank en moet al iets heel geks vragen
Ds bewoner heeft voor zich en zijn gezin alles in orde, er kan gcslapeu.
gekookt, gegeten en gedronken worden. Alels is wel behelpen, maar d-at is juist
het aantrekkelijke van het kampeeren.
als Henk er hem niet aan helpt. Za-J
gen we niet een moeder die een flesch
melk en een flesch petroleum tegelijk
kocht, terwijl haar dochtertje zich op
een lollie liet traeteeren uit dezelfde
zaal:? De buitenzijde van het gebouw
tje is zooveel mogelijk productief ge
maakt voor reclame. Elke schot,
iedere plank is met witte hane|joo(en
beschilderd, een lijst van waren publi-
ccerende, die in den winkel te krijgen
zijn.
Toch is dit nog niet voldoende om
aile artikelen bekend te maken. Henk
zou er zeker nog heel wat vierkante
meters hout voor noodig hebben.
Jammer is hot, dat er nog niet ge
schilderd staat: IIL'LPPOSTKAN-
TOOB. want dat is het ook zoo onge
veer. Het is daar een bedrijvig gedoe,
Grooien en kleinen klauteren hot duin
op en af om hun inkoopen te doen
Noodig in het kamp zijn goede
W.C.'e Ja, er staat er een vooraan in
het kamp en letters met krijt op de
deur gekladderd, laten u weten, dat
het gebruik maken van die gelegenheid
maar(l) drie centen kost. Zeker, boven
in Paviljoen Driehuizen is er ook nog
een, maar die is zoo ver weg en kost
vijf cent.
Stel u den toestand eens voor. Een
kamp met honderden menschen en één
of liever twee W.C.'s. Beide vlak bij
elkaar aan het uiterste einde van het
kamp. Niets dus voV de menschen die
midden in of aan het andere einde wo-
Daar zijn huishoudingen bij met veel
kinderen. Hoe zullen die menschen in
staat zijn steeds maar weer drie cen
ten neer tc- tellen? Neen, ook dit is
een toestand die niet voort mag duren.
Is liet wonder, dat er op deze manier
onreinheid komt in de omgeving van
het kamp? En is het zoo moeilijk hier
in verbetering te brengen
Mof hel drinkwater is het iet6 beter
gesteld. Henk verschaft aan zijn klan
ten kosteloos goed leidingwater. Maar
dat is ook alleen goed voor menschen
die vlak bij wonen. Want wat moeten
zii, wier tent honderden meiers verder
staat?
Op het strand 8taat een Nortonpomp
maar ook weer in het centrum. Juist
waair ze wel gemist zon kunnen wor
den. Trouwens heerlijk water geeft de
pomp niet. wo hebben ons daar per
soonlijk van overtuigd. Al kan het
voor koffie en thee zeer goed 'dienen.
We hadden hel geluk en het genoe
gen Oomo I-eendcrt en tante Geert te
troffen. Twee menschen. die al jaren
op Zandvoort kampeeren in een prach
tige tent. Oom c-n tante zijn in het
koinp goed bekend, wat bleek uit het
groot aantal menschen, dat hun tent
bezoekt.
Typisch is het, dat de menscllen in
liet kamp, die toch heel veel met el
kaar omgaan, eikaars achternaam
meestal niet eens kennen. Oome Leen
dert bood aan ons eens 'door het kamp
te leiden om te zien, hoe de menschen
wonen. Het eerst bracht hij ons bij
zijn beste kennissen, oome Rinus, tan
te Bet, en tante Ant. die eerst heel
wantrouwend keken naar den man,
dien oome Leendert meebracht. Dat
wns met recht, een vreemde eend in de
bijt.
Maar al spoedig waren we ook met
deze familie goede vrienden. Nu moes
ten we mee naar Opoe en Opa.
oudste kampbewoners, die tevens het
jlanest op Zandvoort. kampeeren. We
troffen het niet, opoe voelde zich niet
al te lekker, had roos in den mond, zei
ze. Maar opoe moest opoe niet zijn als
ze er niet even vroolijk onder was en
gaarne liet ze ons haar tent eens kij-
ken. Toen namen we ook van opoe af
scheid, We waren nog niet ver weg of
we hoorden: „meneer, meneer, u hebt
mijn oud-IIollan'dsch ameublement nog
niet bewonderd".
We keerden terug, want dat hadden
we inderdaad over hot hoofd gezien.
En waaruit bestond dit mooie ameu
blement? Uit stoelen, banken en ta
feltjes, alles van aangespoeld wrak
hout vervaardigd. Kon dit origineeler,
■kon het mooier? Opoe keek vol welge-
DE STRANDWINKEL IN HET TENTENKAMP.
Van alles is hier te koop, brood, melk, kaas, koek, aardappelen, groente, pe
troleum, kaarsen. Een warenhuis in 't klein!
vullen naar haar ameublement. Opa
lachte schalksch, als wilde hij zeggen:
,.Is dat nu oud-Hollandsch of is liet
dat niet?"
Sl c-eds verder ging het nu, langs ver
schillende tenteu. Er waren mooie bij,
maar ach, war soms ook een onooge-
Iijke dingen. Dikwijls niet veel meer
dan een paar stokken met lompen be
hangen. In en om de meeste tenten
was liet zindelijk. Maar do tegenstel
lingen ontbraken niet. Afval en stroo
in sommige tenten, die het geheel
zoo'n rommelig en onverkwikkelijk
aanzien geven, dat men niet begrijpen
kun, hoe menschen zóó voor hun ple
zier uit kampeeren kunnen zijn.
Enkele tenten maakten een heel goe
den indruk door eenvoudige muur toch
aardige versieringen. Hier en daar wa
ren zelfs tenten ruim van bloemen en
groen voorzien. Vlak bij het kamp had
één der kampeerders van znn'd een kro
kodil gemaakt in natuurlijke grootte.
Schelpen deden als schubben dienst,
liet geheel was werkelijk mooi en trok
groote belangstelling.
We gingen met oome Leendert terug
die ze-ide: Wilt u nu wel gelooven, dat
de menschen hier als broers en zusters
leven Altijd is het hier rustig en kalm
nooit, wordt de vrede verstoord". Ach,
oom Leendert. waarom sprak u deze
woorden? Was het omdat het niet ge
heel waar is, zooals u het vertelde? Of
wilde het noodlot uw woorden logen
straffen?
Waarom vlogen anders op dat riio-
ment juist twee honden op elkaar aan
Wat vochten die rakkers er lustig op
los. En wat het ergste was: de men
schen werden nog half in den strijd
betrokken, want deze trachtten de
honden te scheiden. Eindelijk lieten die
los. maar de menschen waren nog niet
uitgepraat. Het bleef bij een „monde
ling gevecht", waarbij de eigenaar
an den eenen hond beweerde, dat de
andere gevaarlijk was en vast be
hoorde te liggen. Natuurlijk werd
door den anderen eigenaar van 'den
hond hetzelfde betoogd, in omgekeer
den zin. Maar het was warm en geen
weer om je nóg warmer te maken. Zoo
liep deze kleine tragedie met een sis
ser af.
liet was eenig mooi weer, bladstil.
Dc zco was bijna effen en prachtig
ging de zon onder. Een amateur-kunst
schilder trachtte dit moment te ver
eeuwigen, maar voorzoover wij kon
den nagaan, leek zijn zon meer op een
verdroogden sinaasappel dan op de
werkelijke. Er heerschte rust in het
kamp. De meeste bewoners zaten en
lagen voor de tenten te genieten van
den heerlijken avond. Oome Leendert
nam ons mee naar zijn huis. zooais hij
zijn tent noemt, en tante Geert
schonk thee. Oom vertelde van het
kampleven. Hoe mooi het vroeger was
toen er nog niet zooveel tenten ston
den. Dat er een betere regeling moest
zijn en dat daar best een kleine belas
ting voor gelieven mocht worden. Niet
te hoog, dat zou te bezwaarlijk zijn
voor 'de vele kleine' luiden uit Amster
dam, die hier aan zee hun ai-moede
trachten te vergeten Eerlijk waren
allo menschen hier, daar was oom
van overtuigd. Gestolen wordt er nooit
iets, zoo klonk het uit oom Leenderts
mond. Maar speelde het noodlot dan
toch met oom 1 Wamt juist toen hij
hoog opgaf van de eerlijkheid, sprak
een buurvrouw tot een andere: „Weet
u al dat er een spiksplinternieuwe fiets
gestolen is?" En ja. nu moet u begrij
pen, ze vertellen ook dat een tent en
ec-n kamer worden vermist'. Oom
Leendert geloofde dit zoo grif nog niet;
vertelde dat hij alles gerust buiten
liet hangen 's nachis. Behalve op Za
terdag en Zondag, als de dagjesmen-
schen komen. Daar schijnen dé kamp
bewoners het over het algemeen niet
best mee te kunnen vinden. Volgens
hun zeggen maken die het 'door hun
optreden slecht voor de vaste bewo
ners.
Aan het strand vlamden vuren hoog
op. Bossen 6troo werden verbrand en
de jeugd die nog niet ter ruste was,
holde er heen. Het was een aardig
schouwspel. Vlak voor de tent van
oom Leendert waren wat padvinders
uit Nijmegen en Sneek komen liggen.
Ze kookten rijst, dronken koffie, speel
den mandoline en waren in eon oogeu-
blik de attractie. Het werd druk voor
het huis van oom en tante. Toen moes
ten we verder, want we hadden Henk
beloofd nog wat met hem in zijn win
keltje te komen praten.
Ilenk wachtte al met een paar vrien
den. Hij kon veel vertellen van het
WAT EEN KAMPBEW0 NER ACHTER LIET.
Sommige kampeerders moeten nog orde en netheid leeren. Als zij hun tent
opbreken, moeten zij den rommel oprui men en niet op het strand laten liggen,
zooals deze kampeerder deed,
kamp, dat hij van het begin af heeft
gekend.
I-Iij noemde het geen kampeeren
meer, wat de menschen doen. Het ech
te denkbeeld van kampeeren is er hier
af. De menscllen zijn van alle gemak
ken voorzien en dat is juist niet zoo
aardig, als wanneer je je eens moet be
helpen. Hij gaf een andere lezing dan
oom Leendert. Broers en zusters waren
de kampbewoners lang niet allen. Het
is er mee volgens hem als overal, Men
schen die elkaar gaarne zien en omge
keerd.
Onreinheid is er op enkele plaatsen
zeker. Zoo wordt een gebroken glas
soms maar klakkeloos ergens neerge
smeten en hij, Henk, had al heel wat
menschen moeten verbinden, die in
glas hadden getrapt.
Hij meende dat alleen een goede
kampleiding verbetering kan brengen.
Het was intusschen elf uur gewor
den en met één van I-Ienk's vrienden
wandelden we nog eens door het kamp.
Reeds waren velen ter ruste. Want
heel wat mannen moeten 's morgens
al te half vijf op om op tijd op hun
werk te komen in Amsterdam. Anderen
praatten nog wat na. Maar het was er
rustig. Heel rustig. Geen onnoodig la
waai. Alleen op Zaterdag en Zondag is
er veel leven, volgens oom Leendert.-
Dat doen dan de dagjesmonschen.
Het was intusschen al laat ge
worden en toen we in den winkel te
rug kwamen had Henk het souper
klaar. Brood met worst. Daar werd
gretig gebruik van gemaakt. Een
avond aan het strand maakt hongerig.
Toen kwamen de cigaxetten en pijpen
en een boom werd opgezet. Henk be
pleitte het voordeel van een georgani
seerd kamp en nog eens een goede lei
ding. Het was diep in den nacht toen'
we afscheid namen van do padvinders
en onze tent opzochten om te slapen.
Al denkende val je soms maar zoo
onverwachts in slaap. En als je er dan
niet om gedacht hebt je deken om te
slaan, kan het nog heel onaangenaam
wezen. Want het is 's nachts op het
strand kil, erg kil zelfs. Zóó frisch,
dat we bibberend van kou ontwaakten.
Het was nog heel vroeg, nog lang
geen vijf uur maar er gingen al kamp
bewoners in de richting van het dorp
op weg naar Amsterdam, waar het
werk hen wacht.-
De lezers zullen wellicht vragen hoe
e ons een goed georganiseerd kamp
dan wel denken.
De kampbewoners zelf zouden met
eenigen goeden wil een afdoende rege
ling kunnen treffen. Vooreerst om de
tenten op zekeren p-fstand van elkaar
te plaatsen, bovendien om het afval
gezamenlijk kwijt te raken. Zij moeten
daartoe een vereeniging vormen, en
een bestuur benoemen. Dat behoeft
geen vereeniging te zijn voor één sei
zoen, omdat meestal ieder jaar dezelf
de menschen terug komen. Nieuwe
bewoners kunnen natuurlijk in 'de ver
eeniging worden opgenomen. In een
reglement moeten de verschillende be
palingen worden vastgelegd. Van de
niet te booge contributie kunnen mis
schien dan nog verschillende dingen
worden gedaan, die een kamp als "dit
ten goede komen. Een 'dergelijke ver
eeniging zou veel nut hebben. Het zal
nu misschien voorkomen, dat sommige
menschen zich niet aan.willen sluiten;
maar dit zullen zeldzame gevallen zijng
omdat ieder in een dergelijk kamp da
delijk 'de voordeelen van een goede re
geling in zal zien. En juist als de men
schen zich zelf die wetten oolecgen,-
zullen ze gemakkelijker te dragonazijn,
dan dat de_ overheid er zich mee be
moeit. Wellicht zou door een vereeni
ging ook een kampwacht kunnen wor.
den benoemd.
De geest in het kamp is goed. Maar
ontbreekt nog veel aan de plaatsing
der tenten, het kwijtraken van vuilnis
enz. Tegenover de autoriteiten kan het
bestuur van zulk een vereeniging met
succes optreden in andere gevallen,
bijvoorbeeld te weinig privaten, ontoe
reikende watervoorziening en andere
zaken, waarmee de openbare j
heid gemoeid is.