HAARLEM'S DAGBLAD Stadsnieuws FLITSEN Het kampeeren op Zandvoort Dinsdag 19 Augustus 1924. TWEEDE BLAD De schijnbare dood in Nederiandsche boomen Oe meening van Prof. Stomps De heer A J. G. Strengholb, deelt in „Het buitenverblijf" mede dat hij een uiiderhoud nad met prof. Stomos te Amsterdam omtrent de z.e.n. boomeiuiokte die op verscheidene plaatsen in hot land schijnt te heer- schen. Het volgende is er aan ontleend: De heer Stomps is niet zoo onge rust al» vele anderen. I)e hoogleeranr .is bijkans ia 't geheel niet ongerust. „Want", zoo vertel;, hij ons. ..aan tonstaan van een reeks verschillende plantoi-, i. c. boomenziekten f c- zelfdertijd geloof ik niet. Het is bekend, dat in do natuur een groote specialiteit heerscht: elke plantensoort haast heeft weer liaar eigen schimmelsoort., waarvan zij te vreezen heeft voor haar bestaan. Zoodat slechte oen enkele bepaalde schimmel, een enkele bepaalde boom soort kwaad kan doen! ..Welnu, als ongeveer op denzelfden tijd verschil lende hoornsoorten symptomen gaan vortoonen, die ziekte-verschijnselen lijken, dan zou daaruit voortvloeien dat lallooze boomen t e z e 1 f d e r- t ij d zouden zijn aangetast door de «■éne seliiminelsoort, die uit de vele bestaande voor hen gevaarlijk zou zijn. Dit nu lijkt me niet zeer aan nemelijk! ...Mair professor", vroegen we, .deedt go zelf nog geen ervaringen ter zake op!" ,,Ik mo*-? u bekennen van noen", antwoordde de heer Stomps. ..Mijn «enige ondervinding als botanicus is. dat in den Hortus een mooie, oude Tilia argentea den levensstrijd heeft moetton opgeven". „En de oorzaak?" ,,De oorzauk is misschien dezelfde als waarmee het door u genoemde .ziekteverschijnsel" te verklaren valt. Sinds de oorlogsjaren schijnt, zooals algemeen bekend is, do natuur wat in de war. Do winter verglijdt veelal zonder noemenswaardigen over- 8alig in den zomer: de tusschen- periode de lente, schijnt te ontbre ken. En daardoor komt het voor, dat de grond bijwijlen vier, vijf, soms zelfs zes maanden bevroren is. Het gevolg is, dat het voor eiken groei zoo noodige vocht ongeregeld en onvoldoende tof, do wortel» door dringt. En daar dit verschijnsel zich nu reeds e enige jaren achtereen ge openbaard heeft, is het m.i. zeer wel mogelijk, dat juist nu, dus na enkele jaren herhaling .do nadeeligo gevol gen van dien zich doen gevoelen. In casu door liet verschijnsel, dat u noemde". „Maar klopt die redeneering met het uitbotten van nieuw leven, ter wijl do kroon van den boom als dor en dood is?" ,,Dit kan zeer zeker. Waait als na derhand te laat souls lol den lioom voldoende vocht, doordringt, is 'i in lamste instantie de kroou die daarvan 't profijt ondervindt". ..Maar", opperden wij nog, „we vernamen ook van een klacht uit de Betuwe, waar een boomgaard er nogenschijnlijk héél triest uitzag! Schuilt daar geen gevaar?" „Och. ik zou eerst moeten weten of werkelijk een vakman de hoornen in cpiuestic ziek verklaart, liet mankt zoo licht op den leek den indruk dat een boom aood s e h ii n t, terwijl toch in werkelijkheid slechts een tijd perk van verslapping is ingetreden, dat veelal gevolgd wordt door her nieuwden groei en bloei. Iets derge lijks verioonen de Italiaansche popu lieren. „Reeu mee rende: voor eeo bijzon dere anvst lijkt mij vooralsnog geen reden. Wat oud en afgeleefd is zal gedoemd zijn te verdwijnen. En voor het jongere en sterko zal de natuur zorgen, ook al schijnt zij de laatste jaren wel wat uit haar evenwicht". CURSUS HOOFDACTE. Kaar wij vernemen zullen cc lessen aan dc afdeeling B van de Nutskweek- schoo] alhier, opleidende voor de acte van hoofd-onderwiizer. worden gegeven door de volgende docenten: H. VV. Kc- stra (directeur), Nederiandsche Taal en LetterkundeW. Kraak, Opvoed kunde mej. J. W. Lcdcboer, Geschie denis J. B. te Kicfte, Aardrijkskunde en R. J. Gars sen. Wis- en Natuurkunde. GEM. DIENST VOOR DE LICHA MELIJKE OPVOEDING. In do Gem. zwem- en badinrich ting zijn in het tijdvak 115 Augus tus 1GG01 baden genomen verdeeld als volgt: Zweminrichting aan de Delft Mannen. Vrouwen. Abonné's 1629 1630 Baden ad 35 ets 163 18S Baden ad 10 ets. 1362 1477 3154 3295 Zwom inrichting aan- do J-Iout- vaart Mannen. Vrouwen. Abonné's 1519 1297 Baden ad 35 ets. 37 45 Baden ad 10 ets 802 624 Kosteloos 3083 2715 5471 4681 EEN JUBILEUM Do roM'-rvenfabriek „Hollanflift" van 'li hoeren J. van Winterswijk en S. J. Kuijper. Brouwersvaart 62, zal 21 Augus :us ie i -g jaar bestaan. De hcor W. L. Jforsink richtte in 1912 de fabriek op aan het Donkere Snoarnc en op 21 Februari van dat jaar werd met het werk begonnen. De heer van Win terswijk was eerst bedrijfsleider. Er werd toen nog nieis anders gedaan dan vruch ten en groenten in glas eteri'.Uecron. Tn April 1921 nam de heer van Winterswijk de zaak over een associeerde zir.h mot den heer Knijper. Meteen werd do fa- Lri-dr verplaatst staar de Brouwersvaart. Voorheen was h« nog een klein be drijf geweest, waar alleen met handkracht werd gewerkt. Doch nu ging de firma er ioo r.ver ook blikgroen'.en in den handel :e brengen en vruchten in luxe flacons. He: w.i* nu noodig «-enige uitbreiding aan de raak te geven. Er kwamen modeme machines, die door clectrioiteit werden ge dreven. Ook de verttoop werd in hroedere hanen geleid. Was vóór 1021 alleen hei binnenland bewerkt, daarna kwam cr ook vertegenwoordiger van de firma in inderdae 21 Augustus zal hel jubi i in intiemen kring worden her TUBERCULOSEBESTRIJDING. - eer. 4tal studenten uit "s lier" >oseh, verhlijflioudende in een reis wagen. wordt de vacantia benut, om door het maken van muziek en den verkoop •an prenlbriefkarten, giften in te zamelen ter bestrijding van de tuberculose. Thans zij te Zandvoort. VAN HAARLEM'S DAGBLAD MEER VUURPIJLEN Laatste instructies zal hij voorzichtig zijn en bij vader blijven Angstig toezicht op del Zij zal toch maar lie-1 Lezen gaat niet je voorbereidingen I ver in huis gaan en I weet niet wat voor wat lezen vreeselijks er buiten gebeurt Schrik bij ver verwij derde knallen zij kan niet stil zitten en gaat naar buiten. 1 als vader een lont aan- Het blijkt dat zij nogsteekt, waarschuwt zij geen enkele pijl hebben dat. de anderen te afgestoken dichtbij liggen en die groote d springt dadelijk ziet den rook toch Jantje, ga een ein'dio achteruit vader windt zich op en springt niet vlug genoeg op zij wat aanleiding geeft tot woorden sluit haar oogen, wach tend op den knal, gilt als die komt en gaat terug in huis, wenschc-nde dat de „feesf'-dag om was. (Nadruk verboden.) Een avond en een nacht met de kampbewoners Verbeteringen hoogst noodzakelijk EEN KIJKJE OP HET TENTEN KAMP IN ZANDVOORT. Deze foto is Maandagmiddag genomen. Het stormdo toen geducht, zoodat reecis verschillend© kampeerders hun tent opgebroken had-den, maar toch was het aantal u:c oen storm trotseerden, nog groot. Op mooie Zondagen is het aantal wntcn evenwel nog veel grootcr. Toch is reeds op deze foto te zien, dat dc tenten te dicht op elkaar sta30. Er wordt veel g<--- ten Zaï: op het t oken in en bui- Jiet kampeeren :raud aldaar. Er worden goe- t ook siechte dingen verteld van het kmnp. We meenden dan ook' niet beter te kunnen doen, dan zelf eens hot kuinp te bezoeken en al was het dan maar voor één avond en één nacht, het leven van de kampbewoners mee te maken. I Tegen zeven uur des avonds kwamen we bij het kamp ..om dc* Zuid" dat onge.eer begint achter Paviljoen Drie- huizen en zich van daar uitstrekt tot no? ver voorbij paal 08. Daar !ng dan 't kamp met zijn vele tenten, dicht op een. Veel te dicht zelfs. Het kostte moeit© er tusschen door te komen zon- 'der te struikelen over de spantou wen. Wo kregen dadelijk don indruk dar zóó toch veel verloren moet gaan van liet mooie van het kampleven. Het moet onaangenaam cn teven6 erg onvrj zijn. zóó dicht bij elkaar te wonen. De menschen vluchten weg uit dc benauwde stad. ze hebben meer dan genoeg van dat dient op elkaar, wonen Waarom doen ze het hier dan weer! Waarom niet verder uit elkaar en meer vrijheid gezocht? We vroegen het een paar kampbewoners en deze vertelden, dat het gedaan werd om bij een storm beter weerstand te kunnen lieden, om meer Iveschut te zijn. Maar cr is nóg een oorzaak en dit is misschien wel de grootste. Ter hoog te van Driehuizen is een gelegenheid, waar do kampbewoners inkoopen kun nen doen. Een groot gemak, dat ze allen liefst zoo dicht mogelijk in hun nabijheid hebben. Vandaar de groote opeenhooping om dit centrum. Toch is liet een verkeerde toestond. Zoo kén het, zoo mag het niet blijven. Spoedi ge verbetering is gewenscht. want de menschen bederven het op die maaier voor elkaar. Ons eerste bezoek gold den winkel van Henk. Wie Henk iel Een padvinder, een stoere boy van firoep IV uit Haarlem, die met veel ust en ijver zijn groot aantal klanten bedient, trouw bijgestaan door een paar collega's. Teder kenl in liet kamp' IJonk. Van de kleinste kinderen tot de oudste ingezetenen van het tentendorp. In zijn houten winkeltje voorziet hij dc mensehen van brood, melk, krui denierswaren, olie. kaas. boter, kren ten. ja. we zouden haast beter kunnen opsommen, waar hij ze niet aan helpt. Heel eenvoudig is dit winkeltje. Del bezoeker ziet zijn beeld niet weerspie geld in een blinkenden spiegelruit, Hij staat zoo maar ineens voor de toon bank en moet al iets heel geks vragen Ds bewoner heeft voor zich en zijn gezin alles in orde, er kan gcslapeu. gekookt, gegeten en gedronken worden. Alels is wel behelpen, maar d-at is juist het aantrekkelijke van het kampeeren. als Henk er hem niet aan helpt. Za-J gen we niet een moeder die een flesch melk en een flesch petroleum tegelijk kocht, terwijl haar dochtertje zich op een lollie liet traeteeren uit dezelfde zaal:? De buitenzijde van het gebouw tje is zooveel mogelijk productief ge maakt voor reclame. Elke schot, iedere plank is met witte hane|joo(en beschilderd, een lijst van waren publi- ccerende, die in den winkel te krijgen zijn. Toch is dit nog niet voldoende om aile artikelen bekend te maken. Henk zou er zeker nog heel wat vierkante meters hout voor noodig hebben. Jammer is hot, dat er nog niet ge schilderd staat: IIL'LPPOSTKAN- TOOB. want dat is het ook zoo onge veer. Het is daar een bedrijvig gedoe, Grooien en kleinen klauteren hot duin op en af om hun inkoopen te doen Noodig in het kamp zijn goede W.C.'e Ja, er staat er een vooraan in het kamp en letters met krijt op de deur gekladderd, laten u weten, dat het gebruik maken van die gelegenheid maar(l) drie centen kost. Zeker, boven in Paviljoen Driehuizen is er ook nog een, maar die is zoo ver weg en kost vijf cent. Stel u den toestand eens voor. Een kamp met honderden menschen en één of liever twee W.C.'s. Beide vlak bij elkaar aan het uiterste einde van het kamp. Niets dus voV de menschen die midden in of aan het andere einde wo- Daar zijn huishoudingen bij met veel kinderen. Hoe zullen die menschen in staat zijn steeds maar weer drie cen ten neer tc- tellen? Neen, ook dit is een toestand die niet voort mag duren. Is liet wonder, dat er op deze manier onreinheid komt in de omgeving van het kamp? En is het zoo moeilijk hier in verbetering te brengen Mof hel drinkwater is het iet6 beter gesteld. Henk verschaft aan zijn klan ten kosteloos goed leidingwater. Maar dat is ook alleen goed voor menschen die vlak bij wonen. Want wat moeten zii, wier tent honderden meiers verder staat? Op het strand 8taat een Nortonpomp maar ook weer in het centrum. Juist waair ze wel gemist zon kunnen wor den. Trouwens heerlijk water geeft de pomp niet. wo hebben ons daar per soonlijk van overtuigd. Al kan het voor koffie en thee zeer goed 'dienen. We hadden hel geluk en het genoe gen Oomo I-eendcrt en tante Geert te troffen. Twee menschen. die al jaren op Zandvoort kampeeren in een prach tige tent. Oom c-n tante zijn in het koinp goed bekend, wat bleek uit het groot aantal menschen, dat hun tent bezoekt. Typisch is het, dat de menscllen in liet kamp, die toch heel veel met el kaar omgaan, eikaars achternaam meestal niet eens kennen. Oome Leen dert bood aan ons eens 'door het kamp te leiden om te zien, hoe de menschen wonen. Het eerst bracht hij ons bij zijn beste kennissen, oome Rinus, tan te Bet, en tante Ant. die eerst heel wantrouwend keken naar den man, dien oome Leendert meebracht. Dat wns met recht, een vreemde eend in de bijt. Maar al spoedig waren we ook met deze familie goede vrienden. Nu moes ten we mee naar Opoe en Opa. oudste kampbewoners, die tevens het jlanest op Zandvoort. kampeeren. We troffen het niet, opoe voelde zich niet al te lekker, had roos in den mond, zei ze. Maar opoe moest opoe niet zijn als ze er niet even vroolijk onder was en gaarne liet ze ons haar tent eens kij- ken. Toen namen we ook van opoe af scheid, We waren nog niet ver weg of we hoorden: „meneer, meneer, u hebt mijn oud-IIollan'dsch ameublement nog niet bewonderd". We keerden terug, want dat hadden we inderdaad over hot hoofd gezien. En waaruit bestond dit mooie ameu blement? Uit stoelen, banken en ta feltjes, alles van aangespoeld wrak hout vervaardigd. Kon dit origineeler, ■kon het mooier? Opoe keek vol welge- DE STRANDWINKEL IN HET TENTENKAMP. Van alles is hier te koop, brood, melk, kaas, koek, aardappelen, groente, pe troleum, kaarsen. Een warenhuis in 't klein! vullen naar haar ameublement. Opa lachte schalksch, als wilde hij zeggen: ,.Is dat nu oud-Hollandsch of is liet dat niet?" Sl c-eds verder ging het nu, langs ver schillende tenteu. Er waren mooie bij, maar ach, war soms ook een onooge- Iijke dingen. Dikwijls niet veel meer dan een paar stokken met lompen be hangen. In en om de meeste tenten was liet zindelijk. Maar do tegenstel lingen ontbraken niet. Afval en stroo in sommige tenten, die het geheel zoo'n rommelig en onverkwikkelijk aanzien geven, dat men niet begrijpen kun, hoe menschen zóó voor hun ple zier uit kampeeren kunnen zijn. Enkele tenten maakten een heel goe den indruk door eenvoudige muur toch aardige versieringen. Hier en daar wa ren zelfs tenten ruim van bloemen en groen voorzien. Vlak bij het kamp had één der kampeerders van znn'd een kro kodil gemaakt in natuurlijke grootte. Schelpen deden als schubben dienst, liet geheel was werkelijk mooi en trok groote belangstelling. We gingen met oome Leendert terug die ze-ide: Wilt u nu wel gelooven, dat de menschen hier als broers en zusters leven Altijd is het hier rustig en kalm nooit, wordt de vrede verstoord". Ach, oom Leendert. waarom sprak u deze woorden? Was het omdat het niet ge heel waar is, zooals u het vertelde? Of wilde het noodlot uw woorden logen straffen? Waarom vlogen anders op dat riio- ment juist twee honden op elkaar aan Wat vochten die rakkers er lustig op los. En wat het ergste was: de men schen werden nog half in den strijd betrokken, want deze trachtten de honden te scheiden. Eindelijk lieten die los. maar de menschen waren nog niet uitgepraat. Het bleef bij een „monde ling gevecht", waarbij de eigenaar an den eenen hond beweerde, dat de andere gevaarlijk was en vast be hoorde te liggen. Natuurlijk werd door den anderen eigenaar van 'den hond hetzelfde betoogd, in omgekeer den zin. Maar het was warm en geen weer om je nóg warmer te maken. Zoo liep deze kleine tragedie met een sis ser af. liet was eenig mooi weer, bladstil. Dc zco was bijna effen en prachtig ging de zon onder. Een amateur-kunst schilder trachtte dit moment te ver eeuwigen, maar voorzoover wij kon den nagaan, leek zijn zon meer op een verdroogden sinaasappel dan op de werkelijke. Er heerschte rust in het kamp. De meeste bewoners zaten en lagen voor de tenten te genieten van den heerlijken avond. Oome Leendert nam ons mee naar zijn huis. zooais hij zijn tent noemt, en tante Geert schonk thee. Oom vertelde van het kampleven. Hoe mooi het vroeger was toen er nog niet zooveel tenten ston den. Dat er een betere regeling moest zijn en dat daar best een kleine belas ting voor gelieven mocht worden. Niet te hoog, dat zou te bezwaarlijk zijn voor 'de vele kleine' luiden uit Amster dam, die hier aan zee hun ai-moede trachten te vergeten Eerlijk waren allo menschen hier, daar was oom van overtuigd. Gestolen wordt er nooit iets, zoo klonk het uit oom Leenderts mond. Maar speelde het noodlot dan toch met oom 1 Wamt juist toen hij hoog opgaf van de eerlijkheid, sprak een buurvrouw tot een andere: „Weet u al dat er een spiksplinternieuwe fiets gestolen is?" En ja. nu moet u begrij pen, ze vertellen ook dat een tent en ec-n kamer worden vermist'. Oom Leendert geloofde dit zoo grif nog niet; vertelde dat hij alles gerust buiten liet hangen 's nachis. Behalve op Za terdag en Zondag, als de dagjesmen- schen komen. Daar schijnen dé kamp bewoners het over het algemeen niet best mee te kunnen vinden. Volgens hun zeggen maken die het 'door hun optreden slecht voor de vaste bewo ners. Aan het strand vlamden vuren hoog op. Bossen 6troo werden verbrand en de jeugd die nog niet ter ruste was, holde er heen. Het was een aardig schouwspel. Vlak voor de tent van oom Leendert waren wat padvinders uit Nijmegen en Sneek komen liggen. Ze kookten rijst, dronken koffie, speel den mandoline en waren in eon oogeu- blik de attractie. Het werd druk voor het huis van oom en tante. Toen moes ten we verder, want we hadden Henk beloofd nog wat met hem in zijn win keltje te komen praten. Ilenk wachtte al met een paar vrien den. Hij kon veel vertellen van het WAT EEN KAMPBEW0 NER ACHTER LIET. Sommige kampeerders moeten nog orde en netheid leeren. Als zij hun tent opbreken, moeten zij den rommel oprui men en niet op het strand laten liggen, zooals deze kampeerder deed, kamp, dat hij van het begin af heeft gekend. I-Iij noemde het geen kampeeren meer, wat de menschen doen. Het ech te denkbeeld van kampeeren is er hier af. De menscllen zijn van alle gemak ken voorzien en dat is juist niet zoo aardig, als wanneer je je eens moet be helpen. Hij gaf een andere lezing dan oom Leendert. Broers en zusters waren de kampbewoners lang niet allen. Het is er mee volgens hem als overal, Men schen die elkaar gaarne zien en omge keerd. Onreinheid is er op enkele plaatsen zeker. Zoo wordt een gebroken glas soms maar klakkeloos ergens neerge smeten en hij, Henk, had al heel wat menschen moeten verbinden, die in glas hadden getrapt. Hij meende dat alleen een goede kampleiding verbetering kan brengen. Het was intusschen elf uur gewor den en met één van I-Ienk's vrienden wandelden we nog eens door het kamp. Reeds waren velen ter ruste. Want heel wat mannen moeten 's morgens al te half vijf op om op tijd op hun werk te komen in Amsterdam. Anderen praatten nog wat na. Maar het was er rustig. Heel rustig. Geen onnoodig la waai. Alleen op Zaterdag en Zondag is er veel leven, volgens oom Leendert.- Dat doen dan de dagjesmonschen. Het was intusschen al laat ge worden en toen we in den winkel te rug kwamen had Henk het souper klaar. Brood met worst. Daar werd gretig gebruik van gemaakt. Een avond aan het strand maakt hongerig. Toen kwamen de cigaxetten en pijpen en een boom werd opgezet. Henk be pleitte het voordeel van een georgani seerd kamp en nog eens een goede lei ding. Het was diep in den nacht toen' we afscheid namen van do padvinders en onze tent opzochten om te slapen. Al denkende val je soms maar zoo onverwachts in slaap. En als je er dan niet om gedacht hebt je deken om te slaan, kan het nog heel onaangenaam wezen. Want het is 's nachts op het strand kil, erg kil zelfs. Zóó frisch, dat we bibberend van kou ontwaakten. Het was nog heel vroeg, nog lang geen vijf uur maar er gingen al kamp bewoners in de richting van het dorp op weg naar Amsterdam, waar het werk hen wacht.- De lezers zullen wellicht vragen hoe e ons een goed georganiseerd kamp dan wel denken. De kampbewoners zelf zouden met eenigen goeden wil een afdoende rege ling kunnen treffen. Vooreerst om de tenten op zekeren p-fstand van elkaar te plaatsen, bovendien om het afval gezamenlijk kwijt te raken. Zij moeten daartoe een vereeniging vormen, en een bestuur benoemen. Dat behoeft geen vereeniging te zijn voor één sei zoen, omdat meestal ieder jaar dezelf de menschen terug komen. Nieuwe bewoners kunnen natuurlijk in 'de ver eeniging worden opgenomen. In een reglement moeten de verschillende be palingen worden vastgelegd. Van de niet te booge contributie kunnen mis schien dan nog verschillende dingen worden gedaan, die een kamp als "dit ten goede komen. Een 'dergelijke ver eeniging zou veel nut hebben. Het zal nu misschien voorkomen, dat sommige menschen zich niet aan.willen sluiten; maar dit zullen zeldzame gevallen zijng omdat ieder in een dergelijk kamp da delijk 'de voordeelen van een goede re geling in zal zien. En juist als de men schen zich zelf die wetten oolecgen,- zullen ze gemakkelijker te dragonazijn, dan dat de_ overheid er zich mee be moeit. Wellicht zou door een vereeni ging ook een kampwacht kunnen wor. den benoemd. De geest in het kamp is goed. Maar ontbreekt nog veel aan de plaatsing der tenten, het kwijtraken van vuilnis enz. Tegenover de autoriteiten kan het bestuur van zulk een vereeniging met succes optreden in andere gevallen, bijvoorbeeld te weinig privaten, ontoe reikende watervoorziening en andere zaken, waarmee de openbare j heid gemoeid is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 5