f
HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE WERELD
Imm Abdijsiroop
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1924 - DERDE BLAD
EEN PLANEET, DIE HAAR WAARNEMERS HEEL WAT HOOFD.
BREKEN GEKOST HEEFT.
Mercurlus, de kleinste der hoofdpla neten. Beet&at er een planeet tus
sehen Mercurlus en de zen? De soh IJngestalten van Merourlire. Morgon-
en avondster. Haar aswenteling. Heeft rij een atmosfeer? Ie zij be-
woonbaar vcor eenig lovend wezen?
Tussehen dc aard© en de zon weme
len twee planeten, Mercurius en Ve
nus, de eerste in 88. de laatste in 224
dagen, om het middelpunt van ons
zonnestelsel. De haan van Mercurius
is zeer langwerpig rond: haar kleiuste
afstand van de zon is 45 en een half
millioen Kilometer, terwijl de groot
ste 00 millioen kilometer bedraagt (de
gemiddelde afstand van onze aarde tot
de zon is 149 millioen K.M.). De door
Mercurius afgelegde weg vertoont
cenige onregelmatigheden, die sommi
ge astronomen hebben trachten te ver
klaren door aan te nemen dat er zich
tussehen dit hemellichaam en de zon
nog een andere planeet bevond. De
beroemde wiskunstenaar I>e Verriur.
dezelfde die. zooals do lezer u-eet, Nep-
tunus ontdekt heeft zuiver door here,
kening, kwam tot de conclusie, dat de
onbekende planeet, die hij Vu letmus
noemde, hoogst waarschijnlijk den
22sten Maart 1877 voorbij de zonne
schijf zou trekken. Alle sterrekundi-
gen over de geheel© wereld bespiedden
op ili.-n das.' onafgebroken het schitte
rend hemellichaam, maar niet het ge
ringst© zwarte etipje was op de zonne
schijf waar te nomen. De zonsverduis
tering. die het volgend jaar (29 Juli
1878) plaats had. scheen echter de
theorie van I-o Verrior gedeeltelijk te
bevestigen. Twee Amorika.vnsche .«tor-
renkundigen, Watson on Swift, be
richtten dat zij in de onmiddellijke
bijheid van de verduisterde zon
nieuwe planeten ontdekt hadden.
Reeds hoopte men. dat hierdoor de
raadselachtige onregelmatigheden
zouden verklaard worden, toen het
Meek, dat de twee seronderetelde pla
neten twee zeer bekende sterren waren
uit het sterrenbeeld de Kreeft. Nog
la Ier word door den Duitechen astro
noom Oppolzer eon doorgang der ge
zochte planeet over do zonneschijf
aangekondigd, maar on den door hem
aangegeven dag word ondanks de
ijverigste nn»poringen niets ontdekt,
dat tot het bestaan daarvan kon doen
besluiten. Laten we hier nog bijvoe
gen, dat door de nieuwe theorie van
Prof. Lorentx, nader uitgewerkt door
Einstein, de ongelijkheden der bewe
ging van Mercurius hebben opgehou
den voor do sterrenkundigen een raad-
se! te zijn.
Door zijn groole nabijheid bij de zon
kan Mercurius zich nooit meer dau 28
graden er van verwijderen. Staat hij
voor een of andere plaats op aarde
hooger boven den horizon dan de zon,
dan gaat hij op zijn hoogst bijna twee
uur na de zon onder; evenzoo, wan
neer hij lager dan do zon aan den
horizon staat, is hij a! onder, wan
neer dc zon aan den westelijken liori-
zon verdwijnt. Maar in dat geval komt
hij v«56r <le zon aan den oOstelijken ho
rizon op en wel op z'n hoogst nog geen
2 uur. Morenrinu i< dus gedurende ©on
doel van zijn loopbaan avondster, ge
durende het ander© deel morgenster.
Nu duurt zijn werkelijke omloop iets
minder dan 88 d.dgen, maar om weer
ten opzichte van de aarde in denzelf
den Mand te komen heeft hij langer
tijd noodig. Nemen we bij voorbeeld
den stand, dien men de benedenste
conjunctie noemt; do plarieet be
vindt zich tussehen de zon en de aar
de. Na 88 dagen heeft zij baar we? om.
de zon afgelegd, maar in dien tijd is
do aarde in dezelfde richting west
oost op haar baan voortgerold. Om ons
in te halen h»y>ft Mercurius gemiddeld
28 dagen noodig. zoodat zij na gemid
deld 116 dagen weer in de beneden-
conjunctie is aangekomen.
In dezen stand is de donkere helft
naar ons toegekeerd, in den tegenover-
gestelden of boven-conjunct Je (Mercu
rius-zon-anrde) do verlichte helft;
daanusschen krijgt met dezelfde over.
gangen of schijngestalten als bij de
maan. Men zou dus kunnen spreken
van nieuwe.Morcurius. eerste kwar
tier volle Mercurius. laatste kwar
tier. In de eerste en derde schijnge
stalte of phase gaat hij tegelijk met
"de zon op of onder, in be: eerste en liet
laatste kwartier bereikt hij zijn groof-
sten elongntie (afstand oostelijk
westelijk van de zon) en is avond- of
morgenster.
Met sterke kijkers is de planeet bij
na hij iedere elongatie zichtbaar mits
de lucht volkomen helder is. Met het
bloote oog is het undent gesteld. Wan
neer de zon boven den horizon staat,
i* de planeet natuurlijk onzichtbaar,
maar ook in 'de avond- en morgensche
mering is zij in onze streken moeilijk
waarneembaar. Tussehen de keerkrin
gen, waar de schemering slechte kort
duurt, levert dit geen bezwaar op,
evenals in streken met zeer doorzich
tige lucht. zooals het oude Babylon,
•aar men zo reeds zeer vroeg als
dwaalster kende. In onze streken ech-
is do lucht aau den norizon veelal
bezwaard mot nevelen, waardoorbeen
bij schemering haar licht niet tot ons
kan doordringen. Men verhaalt zolfs,
dat Copernicus, de grondlegger der
nieuwere astronomische wetenschap,
op zijn sterfbed .1513) verklaard heeft
dat het, hem in zijn gebeele leven niet
eenmaal mogelijk was geweest Mercu
rius te aanschouwen. Deze groote as
tronoom namelijk had bij zijn der
tigjarige waarneming van den ster
renhemel geen ander middel dan het
bloote oog, want de verrekijker is een
vinding van later tijd. Hoewel de
waarheid van het verhaal tegenwoor
dig in twijfel wordt getrokken, vooral
daar in Engeland, waar de lucht zeker
niet minder dampig ia dan in Polen,
een astronoom de planeet niet minder
dan 150 maal met het. bloote oug ge
zien heeft, blijft het een feit, dat
onze streken de waarneming er
zeer moeilijk is. De gunstigste tijd is
die der grootste elongatics, acht a tien
dagen er voor en er na is zij hot dui
delijkst zichtbaar.
De oude volken, voorzoover zij de
sterrenkunde beoefenden, zagen in
Mercurius twee verschillende sterren.
Zoo noemden do Grieken hem als
avondster Mercurius iHermesi en als
morgensier Apollo, Toen het echter
op den langen duur bleek, dat Apollo
alleen aan den morgcnhemel verscheen
gedurende den tijd. dat Hermes aan
den avondlicmel zich niet xaeer ver
toonde, kwam men op hot denkbeeld,
dat bedde slechts één waren.
Mercurius is de kleinste der hoofd-
planeten, haar middellijn bedraagt
iets minder dan 3 achtste deelen van
die der narde, of wel 4800 Kilometer,
slechts ongeveer 1000 K.M. meer dan
de maan. Volgons de waarnemingen
)an verschillende geleerden draait zij
in ruim 24 uren om haar as; maar de
beroemde It&liaaimche sterrenkundige
Schiaparelli (uit te spreken: ekio-pa-
relli) kwam in 1890 tot een geheel an
der resultaat. Volgens dezen wentelt
Mercurius om zijn ns in 88 dagen, d.i.
in denzelfden tijd, dien hij noodig
heeft voor zijn baan om de zon; «ven
als bij onze Maan één aswenteling en
een omloop óm do aarde van gelijke
duur rijn (27 dagen. 7 uur, 43 minu
ten, II seconden). Hiertegenover staat
weer. dat Ijoo Brenner door rijn waar
nemingen op d« in prachtig heldere
lucht gelegen sterrenwacht fa I.tisin-
piccolo komt tot een aswenteling in
bijna 31 uur.
Een nndere zaak, die ook nog niet
vaststaat, is of Morcurius een atmos
feer heeft, en zoo ja, of deze dichter of
ijler is dan onze dampkringslucht.
Terwijl om een voorbeeld to noemen,
Flnmmarion aanneemt, dat op Mer
curius de lucht tweemaal zoo dicht is
ais op de aarde, komt do Abbé Mo-
reux tot de gevolgtrekking, dat die
planeet genoegzaam geen dampkring
heeft.
F.n nu do vraag: is er leven moge
lijk op MercuriusI De zonneschijf heeft
«r een oppervlakte negenmaal 7/>o
groot als van hieruit gezien; de gemid
delde temperatuur moet er bijna 200
graden Colciuo zijn. Do gemiddelde
temperatuur, want daar de baan zeer
langwerpig is. zoodat tussehen haar
kleinsten en haar grootsten afstand
tot de zon een verschil is van 24 mil
lioen Kilometer, is gedurende die helft
van haar loophaan die zich het dichtst
bij de zon bevindt, naar berekenyig
de gemiddelde temperatuur ongeveer
240 graden. Zwavel en tin kunnen
daar alleen in gesmolten toestand
voorkomen. En als .Schiaparelli gelijk
heeft in zijn conclusies en de planeet
dus in 88 dagen om baar as wentelt en
derhalve een en dezelfde helft steeds
naar do zon is gekeerd, terwijl de
andere helft steeds van haar is afge
wend, dnn moet er op de door de zon
verlichte helft een temperatuur heer-
schen, dio tot zelfs 400 graden kan be
reiken, dus hooger dan die van ge
smolten lood; terwijl op de 'donkere
helft, ren kou heeVscbt veel feller dan
die van onze poolstreken. De Abbé
Moreux komt tot de gevolgtrekking,
dat in die omstandigheden alle orga
nisme onbestaanbaar is. Toch mag
hier nie* onvermeld blijven dat vol
gens Leo Brenner, den Merrenkundi-
ge, die gekomen is tot een aswente-
lingBtijd van 34 uren, aan de polen
Feuilleton
(Geautoriseerde vertaling).
Naar het Engelse h van
J. S. FLETCHER.
11)
,,U zult misschien denken dat het
niets beteokent", zei hij. toen hij
hun verteld had van do twee paar
schoenen, ..maar ik vind liet. heel be
langrijk. Toen we vanavond Deane's
lichaam en zijn kleeren onderzoch
ten is me iets opgevallen wat me
nogal van beteekenr- scheen. Hij was
uitgegaan met een paar avondschoe
nen aan lakschoenen met dunne
zolen! Hoe vindt u dat, meneer Shel-
more. wat maakt u daaruit op?"
„Ik ben niet erg snugger met zul
ke dingen", antwoordde Shelmore.
„Wat maakt u er uit op?"
„Wel, dat, hij niet van plan was
om ver weg te gaan; dat hij wist da'
hii niet van het trottoir behoefde te
gaan; dat hij een bepaald doel bad
een of ander particulier huis. hier in
de buurt!" antwoordde Mellapont
triomfantelijk. „Die juffrouw boven
kan zeggen wat ze wil, maar Deane
kende deze stad, en i«.nand, die hier
woont. Wie? Daar moeten we nog
achter zien te komen. Hei. meisje
denkt misschien dat. haar voogd hier
nooit, eerder geweest is eu hier geen
kennissen had, maar. we zullen
zien. Tussehen twee haakjes, hoe
gaat het met haar? Is ze erg geschrok
ken?"
..Ze was erg geschrokken, maar ze
heeft zich goed gehouden", antwoord
de Shelmore. ..Mijn tante is bij haar
en blijft hier vannacht".
„Uw tante is een goede ziel", zei
Mellapont. „Nu, we zullen haar mor
gen heel wat le ivragen hebben.
Maar", ging hij voort, terwijl hij
zich tot den hotelhouder wendde
„ik zou nu graag eens willen zien
wat de arme" man allemaal iu num
mer zeven heeft, achtergelaten. Je
weet nooit wat je zult vinden en hoe
gauwer het. gebeurt hoe beter. Boven
is zeker niemand, meneer Belling?
Brengt u er meneer Shelmore en mij
dan maar heen".
Belling ging hen voor over dc bin
nenplaats naar een soort gang en
toen Cen trap op naar de eerste ver
dieping. Hij maakte de deur van num
nier zeven open, draaide bet electrisch
licht op. fluisterde tegen Mellapont
dat hij eu Shelmore er op konden re
kenen dat ze niet, gestoord zouden
worden en de kamer op slot konden
doen en hem den sleutel konden geven
als ze klaar warejj met hun onder
van Mercurius soortgelijke vlekken
zijn waar te nemen ule aan do polen
van Mars, waar zich, naar wat men
algemeen aanneemt, ijsvlakten bevin
den. die af- of toenemen, al naarmate
op hot halfrond waar zich de pool
bevindt, zomer of winter heersebt.
Indien de middelpunten van zon
Mercurius en aarde in hetzelfde vlak
lagen, zou telkens wanneer de eerst
genoemde planeet in haar benedenste
conjunctie is, zij als een zwarte stip
over do zonneschijf trekken. Daar
haar baan echter met het baanvlak
der ;>?rde een hoek maakt (van 7 gra
den), kan het verschijnsel rich alleen
voordoen, als Morcurius in één der
twee snijpunten of knoopen staat. Dit
gebeurt met achtereenvolgende tus-
schenpoozen van 13. 7, 10, 3, 10 en 3
jaren, de laatste maal den 7den Mei
1024, de eerstvolgende 8 November
1927 (voor deze streken onzichtbaar).
Deze doorgangen over de zonueeohajf
hebben den sterrenkundigen gegevens
aan <lc hand gedaan omtrent de groot
te en den loop der planeet, maar stel
len hen ook voor meer dan een pro
bleem, o.a. liet volgende. Alle waarne
mers hebben om de zwarte stip bij
haar trekken over de zonneschijf een
lichtenden krans opgemerkt, die naar
hun meening gevormd werd door de
atmosfeer der planeet. Maar wat ge
leurde er? In November 1907 toen het
verschijnsel zich weer zou voordoen,
riep de lieer Moreux "Verscheidene me
dewerkers bijeen om gelijktijdig, ieder
met zijn eigen kijker, waarnemingen
te doen. Allen zagen herhaaldelijk den
lichtkrans, maar. vreemd genoeg, niet
op hetzelfde oogenblik. Ook de breedte
van den krans en zijn tint wisselden af
met «Ie grootte van het gebruikte ob
jectief (voorwerpsglss). Latera proef
nemingen met kunstmatige schijven
stelden den vernuftigen geleerde in
etant het raadsel op ie lossen; de lich
tende krans bleek te zijn een optische
illusie, gezichtsbedrog. Dit is een «Ier
redenen, die hem er toe gebracht heb
ben om, zooals boven reeds is opge
merkt te gelooven, dat Mercurius bij
na totaal ontbloot is van atmosfeer.
EEN STORTBAD
monolooc voor een bak-
VI8CH.
door SIMON MOS.
Het tooneel 6telt een net gemeubel
de kamer voor.
(Boppie. iu huwhoudschort, is be
zig voorworpen op deu schoorsteen
af te etoffen met een plumeau.)
O. 't is verschrikkelijk(komt
naar voren). N* éen paar jaar op de
k<*t«chOol geweest te zijn, om tot een
..welopgevoed nie:ej© gevormd te wor
den"... .ben ik thans weer terug... in
het ouderlijk huis... Om mijn opvoo-
«iiug te voltooien, moet ik nu, zei
moeder, alle voorkomende huiselijke
bezigheden verrichten.... en daartoe
behoort het stofvrij maken van de
voorwerpen, welke zich in deze kamer
bevinden..,, fs <lat. niet verschrtkfcalijk
akelig?.... O, 't ie alleridiootet
(gooit do plumeau in e«en hoek). Mijn
zuster Tillv studeert muziek... voor
haar het minder noodigde huie
houding bedoel ikDag kind!" zei
ze. toen ik uit den trein stapte. Kind!
Zoo'n spook 1... ze is hoogstens vijftien
maanden ouder dan ik... Ik keek haar
niet aan. maar ziedde van kwaadheid,
vooral daar 74} een fonkelnieuw coe-
tuum aan had ©en elegante zomor-
jap<m van Jtedrukte foulard en ik
een afleggertje yoor de reis.... Kind,
zei ik verachtelijk, dat. ben ik niet!..
Iemand van zestien jaar en tien en
een halve maand j.i geen kind m«vtr...
wel ben ik de aesepoetstor in de fami
lie. dat geef ik toe.... Maar i k behoef
me de hemel xii dank niet op
te knappen door nieuwe coetuumpjee -
de natuur versiert mij gelukkig vol
doendesnibbigde ik.... Hè! wat
flauw!,... kostschool aardigheid", re
pliceerde ze, kwaad wegloopend....
..Je schijnt weinig veranderd te zijn,
Bep 1" bromde moeder, „je manieren
laten n<*r steeds te wenschen"....
Daarop zweeg ik.... Moeder had
klaarblijkelijk nog altijd dezelfde
idoeón omtrent kinderen; zij moeeten
zijn een verzameling persoontjes, al
len in denzelfden vorm gegoten...
mengseltjes .van verlegenheid en
vroolijkheid... ingetogenheid en uit
gelatenheidal naar het. te pas
kwam.... Maar zij zullen ondervinden
dat ik geen kind meer ben... dat de
tivü voorbij ia, dat ik met een boter
ham en een glas melk naar boven
werd gezonden... ze moesten eens we
ten, dat ik zelf ook een mooie japon
heb meegebracht... een baljapon....
prachtig!.... Opgespaard van m'n
zakgeld... Eén keer heb ik ze aange
had... en ze staat me snoezig!... (gaat-
naar de canapé) Hier zit ze in... in
die doos... Zal ik de japon eens aan
zoek. Toen liet (hij hen .alleen, Mel
lapont draaide den sleutel om in het
slot toen de hotelhouder weg was en
keek eens om zich heen.
„Een keurig net mannetje, die me
neer", mompelde hij. „Dat zie ik zoo
Shelmore zag wat hij bedoelde. Of
het vertrek zoo was achtergelaten
door den ongelukkige, die hier ht
laatst had gewoond, of opgeruimd
was door her. kamermeisje de ka
mer was in ieder geval keurig netjes.
Verschillende toiletartikelen Ineen
symmetrisch op de toilettafel; tiio
schriften en kranten op een keurig
stapeltje, door de halfopen deur van
een kleerc-nkast zagen ze dc kleeren
netjes hangen; elk voorwerp in de
kamer scheep op zijn vaste plaats te
staan.
„Wat denkt u hier te vinden?'
vroeg Shelmore, die niet begreep
waarom Mellapont. juist naur deze
kamer had willen .gaan. „Denkt u
hier een sjj^or te vinden?"
„Je weel nooit wat je vinden zult,
meneer Shelmore". antwoordde Mel
lapont, die nog steeds rond keek. Er
is hier meer te zien en Ce vinden dan
we in zijn kleeren hebben' gevonden.
Hackdale heeft liet 11 zeker wel ver
teld? niets 7.al er in zijn zakken!
Ze waren allemaal leeg gehaald, zelfs
zijn zakdoek was weg. Dat laa
vind ik erg vreemd, en is mi'schier.
trekken?.... O. zij ia doddig!... Als
moeder maar niet komt (aarzelt.) eerst,
moet dat nare schort uit... Ajakkes
wat 'n mal ding toch... de baljapon
flatteert me meer... natuurlijk...
(opent de doos) komt er iemand
(buigt zich luisterend naar de deur).
Ik zal baar er maar inlaten (sluit de
doos weer) er schijnt iemand te ko
men... Wat een nare boel hier (zoekt
de plumeau weer op en gaat weer af;
etoffen). Maar die toeetand kan zóó
niet blijven voortduren... als het te
lang duurt, maak ik er subiet een
onverwacht einde aan... het kan me
niet schelen wat er dan gebeurt....
Desnoods ga ik trouwen! D^arl...
..Met wien?" zult u vragen... Och, ik
kan het, u wel zoggen.... U zult het
niet oververtellen..,. U is niet zoo
verschrikkelijk onaardig om mijn ge
heimpje te verklappen... (komt tot
voor op het tooneelzeer vertrouwe
lijk) U moet da" weten, dat jk op
hot laatste bal van de kostschool, met
hem heb gedanstWie was dat?"
zult. u weer vragen... Ik wil het u wel
meedeelen... Het was... maar mondje
dicht hoor!... "t was (kijkt even ach
terom) de gymnawtiekleéraar van de
school... We verschillen wel een wei
nig in leeftijd... hij is een en dertig...
maar een ideaal van mannelijke
schoonheid en kracht.... En dansen
dat hij deed... o. zalig!... verrukke
lijk!.... Maar hij was ook vol bewon
dering over m ij Ti dansen.., Hel. was
.hoe zei hij dat ook weer o, ja 1
gracieus en bekoorlijk!.... En het zou
doodjammer zijn, verklaarde hii ver
der. wanneer ik deze, klaarblijkelijk
natuurlijke gave. niet onder bekwa
me leiding verder zou ontwikkelen...
hii raadde inii ten sterkste de Dal-
crctfe-echool aan. om «laar le« te ne
men... Nu. daar heb ik met de ouwe
lui hier nog maar niet over gespro
ken... moeder zxvu het verschrikkelijk
vinden. als ik de kamer met den
dansvloer en mijn huidhoudschort rnet.
een tulle sluier verwisselde.... zij
kunnen zich niet voorstellen, daiy 't
moderne km ge meisje, dat over ec-nige
capaciteiten beschikt, zich in vele
takken van kunet ken bekwamen..
Wat moeten wij met huishoudelijk1
werk!... dat kunnen wij gerust aan
de dienstboden overlaten... (met. een
zware zucht') Och. dar i k nu juist
zoo'n ouderwetsche moeder moet heb
ben... (vlug) O. ik weet zeker, dat ze
mijn huwelijk ook niet zal goedkeu
ren... Dan ben ik weer te jong, na
tuurlijk! En moet mijn tijd afwach
ten... Een welopgevoed meisje, zegt
ze altijd, wacht af, tot de ware man
komt.-., (zucht) Of mijn gymnastiek-
leorsar zich al verklaard heeft?...
Ne", dat niet!... Daartoe is het ge
schikte moment nog niet gekomen...
Althans voor hem blijkbanr niet....
Ik voor mii-.. ben van meening. dat
hii een praoht-gelegenheid verloren
heeft laten gaan... Eenmaal «aten we,
na afloop van een dans in de groote
serre, onder-een waaierpalm, toen hij
met mij ftp rak over enkele schoolza-
ken.... Ik begreep, dat hii maar iets
veraonWij zijn toen een geruimen
tijd heel gezellig 'blijven bablielen,
waarover weet ik heusch niet meer....
Maar. o. zoo heerlijk!... zoo ontzet
tend leuk.... Mijn hart jaagde en
klopte zoo onstuimig, maar ik moest
kalm en bedaard zijn... Hij zat dicht
naast mij... "Was hij verliefd?... Of
ik?... of allebei!... Tk weet, het niet...
Verliefdheid, wat is het?.. Er zijn
al zooveel boeken over de liefde ge
schreven.... en ik heb zno ontzettend
veel gelezen... en ik heb mijn eigen
levenservaringen natuurlijk!... Maar
toen ik daar zoo vertrouwelijk zat,
zoo rustig. ver van het dansgewoel,
onder het zacht ruischen van verre
muziek gevoelde ik mii onuitspre
kelijk gelukkig... in de nabijheid van
hèm... Ik gloeide over mijn geheele
gezicht.... ik vond hem cen schat
een snoes, en zei hem een compli
mentje.... Hii keek me scherp aan,.,
hij kan ie 7.00 vreemd aanzien...
greep m'n hand en drukte die innig
tegen zich aanBeppie I" zei hij,
„wij kunnen hier niet langer blij
ven".... Och, waarom niet? dacht
ik. Het leek een heerlijke idylle, in
den trant van die van Paul en Vir
ginia... Als hii mij toen had ge
vraagd. als- Pelleas in het drama van
Maeterlinck..sedert wanneer heb je
mii lief zou ik als Melisande heb
ben geantwoord: „Sedert altijd. Se
dert alt ie gezien heb'1... (droevig, met
een zucht) En sindsdien mocht ik hem
niet. meer ontmoeten... ziin mijn il-
lusnee verdwenen?... nee, dat
niet., doch 7.ii hebben een gevoeligen
knak gekregen... Geen enkele tijding
mocht ik ontvangen, ofschoon mijn
adres bii de directrice bekend is....
Ik zelf durf hem nog niet te schrij
ven.... maar mogelijk met. Sint-Nico-
laas zal ik trachten hem een surprise
te zenden... En dan sluit ik daarin
een gedicht, hetwelk mijn gemoeds
stemming duidelijk zal verklaren...
Een liefdeegedicht is echter verbazend
moeilijk... ten minste een zoodanig
iets. waarin je je geheele hart bloot
legt... Tk hen al eens bezag geweest,
maar het lukt me n«ïg niet bijster....
(Haalt een opgevouwen stukje papier
uit de zak van haar schort). Wil ik
het eens voorlezen?... U praat er toch
niet over hè? (leest) „Aan G. 1 (Hij
heet meen ik. Gerard
belangrijk. Waarom zou iemand een
doode 'Van zoo iets berooven een
zakdoek! Maar er was niets. Geld,
dingen van waarde, papieren, (als hij
die bii zich had) allemaal weg. Dat
herinnert mij aan iets als we weer
naar beneden gaan. moet ik Belling
nog een paar dingen vragen. Maar
laien we nu eerst, eens rondkijken.
Die twee tasschen daar als je zoo
iets doet, moet je alrijd bii het begin
beginnen, meneer Shelmore. Mooi,
stevig leer. die tasschen zeo goe.i
worden ze tegenwoordig niet ge
maakt".
Een voor een lichtte hij de deksel:
van do twee tasschen, die op <-
standaard naast liet bed stonden, op;
ze waren allebei leeg.
,,'n Man, die alles netjes en volgens
cen systeem deed", mompelde M
pont. „Alles weggeborgen in de kast
en in de laden. Nu eerst maar de
kleeren. Misschien zitten er brieten
of papieren in de zakken".
Er hingen twee pakken en een over
jas in do kast, maar het onderzoek
van de zakken leverde niets op. En
in de laden lag ook niets anders dan
een flinke hoeveelheid obdnr-"
sokken en dergelijke allemaal keurig
opgevouwen en weggelegd. MeMapm
keek toen naar een klein handtaschje
dat op een stoel vlak bij hem stond.
„Daar zullen wc misschien wel pa
pleren in vinden", zei hij. „En 1
ingezonden mededeelinceh
a 60 Cis. per regel.
Kougevat?MMMHaa
B neemt AKKER'i
Mijn schat, mijn engel, 1 nieter eens,
'k Hooo dat je 't a.arddg virvJjt,
H)ier in dit doosje ie 'n geech-ertk,
Van haar die je bemint.
'k Hoop. dat 't naar genoegen ia,
F.n dat ie ook van mij houat.
Dan ziin we weldra saam ©en paar,
En binnenkort getrouwd'.
Meer heb 'k nog niet, maar 'k zal
mi in best doen nog «sen te maken
Maar dichten kun je niet altijd
daarvoor moet je geïnspireerd zijn en
in de juiste stemming verkeeren
Waarschijnlijk dat het thans lukt
(gaat met het papier en potlood op de
canapé zitten) (probeert het met
naar het plafond gerichte oogen, doch
staat na enkele oogenblikken driftig
op) och nee, het gaat niet Dat is
immers onmogelijkIn een huis-
houdschort dichten Maar in een
baljapon?Da it, zou kunnen zijn
(ojient de doos, haalt de japon er uit
en laat. die aan het, publiek zien). Dod
dig! Vindt u niet?Als ik nu maar
even (trekt haastig haar schort
uit) zou ik het wagen? (trekt na
<-c-nig aarzelen en luisteren de balja
pon achter het achterscherm aan,
komt er mee terug en gaat naar den
spiegel; tot 't publiek): Nou, hoe vindt
u me? Keurig, niet waar? Ook voor de
Dnlcroze-school 7,ou het een snoezig ja
ponnetje zijn. Maar dan moesten de
haren los (mankt heirr haar los. dat
golvend over de schouders hangt). Zie
zoo! Nu zou ik alles kunnen voor
stellen, bijvoorbeeld de boschndmf
Ik voel er toch veel voor. voor de
dansschool bedoel ik Het poëtische
is steeds mijn ideaal geweest In
de dans zou ik dat tot uiting kunnen
brengen bijvoorbeeld: een smach
tende blik zoo met balf gesloten
oogen het hoofd een beetje op zij
gebogen het haar los golvend af
hangend Zoo zou ik de fee der da
len voorstellen (gaat theatraal, met
lange sleeppassen, over het tooneel)
Of ik zou met zeer vlugge stappen
heen en weer kunnen-hollen, terwijl jk
de armen snel beweeg, over het hoofd
en langs 'het- lichaam, met in de han
den eet; gazen zilversluier, om te ein
digen in duizelingwekkenden 'draai-
fttand en zoo voor te stellen: de
wervelwind!(Doet dez^ laat6te
bewegingen zooveel mogelijk na). Dat
gaat dan zoo! Roef! (vliegt naar de
rechterzijde) en Roef! (vliegt naar de
linkerzijde)
Moeder: komt dóór de middendeur
op (kan ook als stem achter de scher
men blijven): rij staat een oogenblik
perplex. Ach! Ach! Wat heb 'k
bier aan de hand Hoe is 't in vre
desnaam mogelijk'. Bep! Wat man
keert je Ben je niet wijs Hoe
kom je zoo toegetakeld? Ik zal je.
Groote goedheid, wat zal me overko
men?
Beppie: Bluf bedaard moeder!.
Ik oefen me!"
Moeder: Ik zal Je oefenen! Hier
pak an De sokken 1
Beppie: Sokkon Abah!Van
wie
Moeder: Van Je va'der en je broers,
hé
Beppie: (meer en meer verbaasd):
Enne Wat moet daarmee?
Moeder: Gestopt worden, natuurlijk!
Beppie: Gestopt
Moeder: Ja zeker! ze liggen er
nog van de vorige week ook. Het is
een heele mand vol.
Beppie: (met verachting) Sokken
stoppen Tk Al die sokken
Wat, ontzettend prozaïsch (vn.lt snik
kend op de canapé). 0, dat is ver
schrikkelijk
(GoTdijn dicht).
Binnenland
Tuberculose onder het
Rundvee
Rapport eener commissie uit de
Maatschappij voor Dierkunde
Op voorstel van de afdeeling Noord-
Holland droeg de algemeene vergade
ring der Maatschappij voor Dierge
neeskunde aan 't hoofdbestuur in 1922,
te Utrecht op een commissio te benoe
men, die een rajrport zou samenstellen,
waarin aangegPA-en zou worden de bes
te en meest practische methode ter be
strijding van de tuberculose onder het
rundvee. Deze commissie bestond uit
prof. dr. L. de Blieck voorzitter, de
heeren Th. Bosnia, dr. A. Overbeek, P.
H. van Kempendr. A. .T. Winkel en
dr. A. J. Beyers (secretaris). De com
missie heeft getracht door behande
ling van enkele vraagpunten haar op-
ding is gelukkig niet op slot. Wat 1
hebben we daar?"
Hij zette het, taschje op een tafe'
vlak onder liet electrisch lidht en
deed het open: Shelmo.ro stond vlak
naast hem, terwijl hij den inhoud or.
derzocht.
„Voor het meerendeel papieren en
boeken", mompelde Mellapont. „Ze
zien er uit als reisgidsen"
Hij nam ze er een voor een uit.
verscheidene oningebonden boeken zo->
als hij gezegd had gidsen van
steden, catliedralen. bekende ruïnes,
en zoo voorts. Daaronder lag een por
tefeuille toet papier en enveloppen;
Shelmore zag dat er hetzelfde adres
op stond dat hij op het visitekaartje
van juffrouw Knap had gezien. In
een zak van de portefeuille zaten ver
scheidene brieven, geadresseerd aan
den heer James Deane, naar verschei
dene plaatsen, en allemaal oudertee-
kend: „Uwe u liefhebbende Cynthia".
I11 een andere afdeeling zat een ver
zameling keurig opgevouwen hotel
rekeningen.
„Daar kunnen we in ieder geval uit
opmaken waar bii den laatsten tijd
geweest is", zei Mellapont. toen hii
even naar de data had gekeken. „I-lij
schijnt nogal veel gereisd te hebben.
En hier zijn blijkbaar foto's die hij
op reis heeft verzameld hij moet er
een zwak voor gehad hebben, geloof
ik, meneer Shelmore behalve als
.'dracht te volbrengen. Het uïtvoerigó
rapport door deze commissie uitge
bracht, komt, naar het ,,U1r. Dbl."
meldt, tot de volgende conclusie:
1. De tuberculosebestrijding onder
het vee is noodzakelijk, zoowel uit het
oogpunt van hygiëne van den mensoh
als om economische redenen. De be
strijding is eveneens urgent, daar de
ziekie in vele streken toeneemt.
2. De vrijwillige bestrijding met
volle medewerking der belanghebben
den moet op 'den voorgrond staan. De
bestrijding wordt geleid 'door bet Vee-
aTtsenijkundig Staatstoezicht, dat
daartoe in de richting van het hygiëne
consulentschap behoort te worden ont
wikkeld.
3. Onderzoekingen betreffende im-
munisatie_tegen tuberculose en andere
onderzoekingen, met 't t.b.c.-vraag-
stuk verband houdende moeten
krachtdadig worden gesteund.
4. De kosten der bestrijding komen
in hoofdzaak voor rekening der be
langstellende veehouders, die zich on
derling dienen te organiseeren. De
siaat subsidieert slechts de vereenigin-
gen, die voldoen aan de beneden te
noemen voorwaarden. Het is wensche-
lijk de gelden van den keuringsdienst
voor uitvoer van vleesch en voor in
voer. doorvoer en uitvoer van vee voor
zoover niet benoodigd voor dekking
dor koeten van dien dienst voor de tu
berculosebestrijding beschikbaar te
stellen.
5. Het is gewenscht dat krachtens
art. 45 der Veewet voor open tubercu
lose van het rund aangifteplicht, art.
17) verplichte afzondering (art. 20 sub
a) en maatregelen ten opzichte, van
melk, merken 'art. 20 sub c) en ver-
v oer verbod (art. 35) worden ingevoerd.
6. Het. blokkeeren of merken der
..reactiedieren"' is hoewel gewenscht,
voorloopig niet aan te bevelen. Zij
kunnen derhalve in het vrije verkeer
niet geweerd worden en de kooper
moet zichzelf vrijwaren door garantie
te vragen.
7. Vereen igingen kunnen worden er
kend als vereenigiiig tot bestrijding
der rundertuberculore als ze voldoen
aan de volgende voorwaarden:
a. Stat-uten en (of huishoudelijk re
glement moeten zijn goedgekeurd.
b. alle runderen van de leden der
vereeniging moeten van rijkswege een
maar per jaar diergeneeskundig wor
den onderzocht op kosten van de ver
eeniging of van de leden afzonderlijk.
c. De bij dit onderzoek opgespoorde
open tuberculoselijders m<5eten onver
wijld van de overige runderen wor
den afgezonderd, gemerkt en binnen 3
weken geslacht, op kosten der vereeni
ging. (Sectieresultaten moeten aan
den inspecteur van den veterinairen
dienst worden opgezonden.
d. De inspecteur kan herhaald on
derzoek eischc-n.
e. Door bij de vereeniging aangeslo
ten veehouders nieuw aangeschafte
runderen worden niet in het aanwezi
ge veebeslag.opgenomen en in de regis
ters 'dfr vereeniging ingeschreven,
dan na met gunstig gevolg dierge
neeskundig te zijn onderzocht.
8. Van rijkswege worden jaarlijks
gelden beschikbaar gesteld, waarvan
aan de erkende vereenigingen op voor
ste! van den inspecteur van den vete
rinairen dienst subsidie kan worden
verleend, berekend naar het aantal bij
do vereeniging ingeschreven runderen
en eventueel naar het aantal wegens
open tuberculose afgemaakt De subsi
die kan worden verhoogd wanneer de
vereeniging ook maatregelen neemt
van den tuberculosevrijen opfok der
kalveren of zij de bij haar leden inge
schreven runderen op gezette rijden
doet tuberculineeren en hen verplicht
reactiedieren te merken en niet an
ders op te ruimen dan voor de slacht
bank. Bewijzen van iuberculinatie, af
te geven door den insjaecteur, zijn
slechts 1 jaar geldig, kunnen echter
ook tussclientijds ingetrokken worden.
Mr. C. VERMEER.
Te Amsterdam is in de Boerhavekli-
niek overleden mr. C. Vermeer, voor
zitter van den Raad van Commissaris
sen der Nationale Bank voor belaste
waarden en lid van de bankiersfirma
Vermeer en Co.
Ook in sportkringen was mr. Ver
meer een bekende figuur, onder de
zeilers zelfs een der meest vooraan
staande mannen, schrijft het Hbld. Hij
was het. die jaren geleden den stoot
gaf aan verschillende belangrijke zeil-
festijnen. Heel bekend waren de sche
en, die hij achtereenvolgens liet
ouwen. Eerst de Davo I, volgens
ons reglement zes wedstrijdeenheden
groot: een schip, gebouwd voor de
wedstrijden om de Coupe Hollando-
Belge. Later de Davo II, het eerste
Neoerlandsche schip in dc internatio
nale 12 meter klasse. En toen dafc
schip 't- niet meer deed. de Davo III.
Mr. Vermeer heeft als zeiler met
deze schepen heel veel malen onze
vlag in het buitenland vertoond. Met
eere. Hij was een vaste gast bij de
Kieler Woche en mede bij de zeilwe-
ken op de zee van Cowes.
De overledene was eerelid van de
Koninklijke Nederlandsche Zeil- en
Roeivereeniging.
hij ze als een cadeautje voor zijn
nichtje bedoeld had misschien ver
zamelt, zij ze".
Hij wees op de linker helft van de
tasch. die vol Jag met stapels en sta
pels prentbriefkaarren. allemaal met
elastiekjes er om en op volgorde ge
legd. Mellapont haalde de pakjes er
nu en wees er op dat er allemaal eti
ketten op stonden. Hij noemde ook
do namen op van de plaatsen die er
op stonden.
„Blijkbaar heeft, hij deze onderweg
verzameld", merkte hy op. „Zei het,
meisje niet. dat hij naar het noorden
was geweest terwijl zij in Bath was?
Juist nu, hier kunnen we precies
zien waar hij geweest is. Exeter, Bris
tol Worcester, Birmingham, Shef
field, Normansholt waar ligt Nor-
mansholt. meneer Shelmore?""
Zonder dat Mellapont hei zag, was
Shelmore bij den naam Normansholt
wat geschrokken. Een van ziin twaalf
cliënten. Sir Raville Childerstone, dio
vlak buiten de stad op Childerstone
1 ark woonde, had bezittingen in
Normansholt en was den laatsten 1 i
bezorgd geweest over een van zün
pachters daar; hij was gedwongen sre-
weeri om er Shelmore bij te halen;
Shelmore kende den naam dus goed.
Hii keek nieuwsgierig naar de brief
kaarten, die Mellapont in zijn hand
hield.
Xwordi vervolgd.}