f HAARLEM'S DAGBLAD UIT DE WERELD Imm Abdijsiroop ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1924 - DERDE BLAD EEN PLANEET, DIE HAAR WAARNEMERS HEEL WAT HOOFD. BREKEN GEKOST HEEFT. Mercurlus, de kleinste der hoofdpla neten. Beet&at er een planeet tus sehen Mercurlus en de zen? De soh IJngestalten van Merourlire. Morgon- en avondster. Haar aswenteling. Heeft rij een atmosfeer? Ie zij be- woonbaar vcor eenig lovend wezen? Tussehen dc aard© en de zon weme len twee planeten, Mercurius en Ve nus, de eerste in 88. de laatste in 224 dagen, om het middelpunt van ons zonnestelsel. De haan van Mercurius is zeer langwerpig rond: haar kleiuste afstand van de zon is 45 en een half millioen Kilometer, terwijl de groot ste 00 millioen kilometer bedraagt (de gemiddelde afstand van onze aarde tot de zon is 149 millioen K.M.). De door Mercurius afgelegde weg vertoont cenige onregelmatigheden, die sommi ge astronomen hebben trachten te ver klaren door aan te nemen dat er zich tussehen dit hemellichaam en de zon nog een andere planeet bevond. De beroemde wiskunstenaar I>e Verriur. dezelfde die. zooals do lezer u-eet, Nep- tunus ontdekt heeft zuiver door here, kening, kwam tot de conclusie, dat de onbekende planeet, die hij Vu letmus noemde, hoogst waarschijnlijk den 22sten Maart 1877 voorbij de zonne schijf zou trekken. Alle sterrekundi- gen over de geheel© wereld bespiedden op ili.-n das.' onafgebroken het schitte rend hemellichaam, maar niet het ge ringst© zwarte etipje was op de zonne schijf waar te nomen. De zonsverduis tering. die het volgend jaar (29 Juli 1878) plaats had. scheen echter de theorie van I-o Verrior gedeeltelijk te bevestigen. Twee Amorika.vnsche .«tor- renkundigen, Watson on Swift, be richtten dat zij in de onmiddellijke bijheid van de verduisterde zon nieuwe planeten ontdekt hadden. Reeds hoopte men. dat hierdoor de raadselachtige onregelmatigheden zouden verklaard worden, toen het Meek, dat de twee seronderetelde pla neten twee zeer bekende sterren waren uit het sterrenbeeld de Kreeft. Nog la Ier word door den Duitechen astro noom Oppolzer eon doorgang der ge zochte planeet over do zonneschijf aangekondigd, maar on den door hem aangegeven dag word ondanks de ijverigste nn»poringen niets ontdekt, dat tot het bestaan daarvan kon doen besluiten. Laten we hier nog bijvoe gen, dat door de nieuwe theorie van Prof. Lorentx, nader uitgewerkt door Einstein, de ongelijkheden der bewe ging van Mercurius hebben opgehou den voor do sterrenkundigen een raad- se! te zijn. Door zijn groole nabijheid bij de zon kan Mercurius zich nooit meer dau 28 graden er van verwijderen. Staat hij voor een of andere plaats op aarde hooger boven den horizon dan de zon, dan gaat hij op zijn hoogst bijna twee uur na de zon onder; evenzoo, wan neer hij lager dan do zon aan den horizon staat, is hij a! onder, wan neer dc zon aan den westelijken liori- zon verdwijnt. Maar in dat geval komt hij v«56r <le zon aan den oOstelijken ho rizon op en wel op z'n hoogst nog geen 2 uur. Morenrinu i< dus gedurende ©on doel van zijn loopbaan avondster, ge durende het ander© deel morgenster. Nu duurt zijn werkelijke omloop iets minder dan 88 d.dgen, maar om weer ten opzichte van de aarde in denzelf den Mand te komen heeft hij langer tijd noodig. Nemen we bij voorbeeld den stand, dien men de benedenste conjunctie noemt; do plarieet be vindt zich tussehen de zon en de aar de. Na 88 dagen heeft zij baar we? om. de zon afgelegd, maar in dien tijd is do aarde in dezelfde richting west oost op haar baan voortgerold. Om ons in te halen h»y>ft Mercurius gemiddeld 28 dagen noodig. zoodat zij na gemid deld 116 dagen weer in de beneden- conjunctie is aangekomen. In dezen stand is de donkere helft naar ons toegekeerd, in den tegenover- gestelden of boven-conjunct Je (Mercu rius-zon-anrde) do verlichte helft; daanusschen krijgt met dezelfde over. gangen of schijngestalten als bij de maan. Men zou dus kunnen spreken van nieuwe.Morcurius. eerste kwar tier volle Mercurius. laatste kwar tier. In de eerste en derde schijnge stalte of phase gaat hij tegelijk met "de zon op of onder, in be: eerste en liet laatste kwartier bereikt hij zijn groof- sten elongntie (afstand oostelijk westelijk van de zon) en is avond- of morgenster. Met sterke kijkers is de planeet bij na hij iedere elongatie zichtbaar mits de lucht volkomen helder is. Met het bloote oog is het undent gesteld. Wan neer de zon boven den horizon staat, i* de planeet natuurlijk onzichtbaar, maar ook in 'de avond- en morgensche mering is zij in onze streken moeilijk waarneembaar. Tussehen de keerkrin gen, waar de schemering slechte kort duurt, levert dit geen bezwaar op, evenals in streken met zeer doorzich tige lucht. zooals het oude Babylon, •aar men zo reeds zeer vroeg als dwaalster kende. In onze streken ech- is do lucht aau den norizon veelal bezwaard mot nevelen, waardoorbeen bij schemering haar licht niet tot ons kan doordringen. Men verhaalt zolfs, dat Copernicus, de grondlegger der nieuwere astronomische wetenschap, op zijn sterfbed .1513) verklaard heeft dat het, hem in zijn gebeele leven niet eenmaal mogelijk was geweest Mercu rius te aanschouwen. Deze groote as tronoom namelijk had bij zijn der tigjarige waarneming van den ster renhemel geen ander middel dan het bloote oog, want de verrekijker is een vinding van later tijd. Hoewel de waarheid van het verhaal tegenwoor dig in twijfel wordt getrokken, vooral daar in Engeland, waar de lucht zeker niet minder dampig ia dan in Polen, een astronoom de planeet niet minder dan 150 maal met het. bloote oug ge zien heeft, blijft het een feit, dat onze streken de waarneming er zeer moeilijk is. De gunstigste tijd is die der grootste elongatics, acht a tien dagen er voor en er na is zij hot dui delijkst zichtbaar. De oude volken, voorzoover zij de sterrenkunde beoefenden, zagen in Mercurius twee verschillende sterren. Zoo noemden do Grieken hem als avondster Mercurius iHermesi en als morgensier Apollo, Toen het echter op den langen duur bleek, dat Apollo alleen aan den morgcnhemel verscheen gedurende den tijd. dat Hermes aan den avondlicmel zich niet xaeer ver toonde, kwam men op hot denkbeeld, dat bedde slechts één waren. Mercurius is de kleinste der hoofd- planeten, haar middellijn bedraagt iets minder dan 3 achtste deelen van die der narde, of wel 4800 Kilometer, slechts ongeveer 1000 K.M. meer dan de maan. Volgons de waarnemingen )an verschillende geleerden draait zij in ruim 24 uren om haar as; maar de beroemde It&liaaimche sterrenkundige Schiaparelli (uit te spreken: ekio-pa- relli) kwam in 1890 tot een geheel an der resultaat. Volgens dezen wentelt Mercurius om zijn ns in 88 dagen, d.i. in denzelfden tijd, dien hij noodig heeft voor zijn baan om de zon; «ven als bij onze Maan één aswenteling en een omloop óm do aarde van gelijke duur rijn (27 dagen. 7 uur, 43 minu ten, II seconden). Hiertegenover staat weer. dat Ijoo Brenner door rijn waar nemingen op d« in prachtig heldere lucht gelegen sterrenwacht fa I.tisin- piccolo komt tot een aswenteling in bijna 31 uur. Een nndere zaak, die ook nog niet vaststaat, is of Morcurius een atmos feer heeft, en zoo ja, of deze dichter of ijler is dan onze dampkringslucht. Terwijl om een voorbeeld to noemen, Flnmmarion aanneemt, dat op Mer curius de lucht tweemaal zoo dicht is ais op de aarde, komt do Abbé Mo- reux tot de gevolgtrekking, dat die planeet genoegzaam geen dampkring heeft. F.n nu do vraag: is er leven moge lijk op MercuriusI De zonneschijf heeft «r een oppervlakte negenmaal 7/>o groot als van hieruit gezien; de gemid delde temperatuur moet er bijna 200 graden Colciuo zijn. Do gemiddelde temperatuur, want daar de baan zeer langwerpig is. zoodat tussehen haar kleinsten en haar grootsten afstand tot de zon een verschil is van 24 mil lioen Kilometer, is gedurende die helft van haar loophaan die zich het dichtst bij de zon bevindt, naar berekenyig de gemiddelde temperatuur ongeveer 240 graden. Zwavel en tin kunnen daar alleen in gesmolten toestand voorkomen. En als .Schiaparelli gelijk heeft in zijn conclusies en de planeet dus in 88 dagen om baar as wentelt en derhalve een en dezelfde helft steeds naar do zon is gekeerd, terwijl de andere helft steeds van haar is afge wend, dnn moet er op de door de zon verlichte helft een temperatuur heer- schen, dio tot zelfs 400 graden kan be reiken, dus hooger dan die van ge smolten lood; terwijl op de 'donkere helft, ren kou heeVscbt veel feller dan die van onze poolstreken. De Abbé Moreux komt tot de gevolgtrekking, dat in die omstandigheden alle orga nisme onbestaanbaar is. Toch mag hier nie* onvermeld blijven dat vol gens Leo Brenner, den Merrenkundi- ge, die gekomen is tot een aswente- lingBtijd van 34 uren, aan de polen Feuilleton (Geautoriseerde vertaling). Naar het Engelse h van J. S. FLETCHER. 11) ,,U zult misschien denken dat het niets beteokent", zei hij. toen hij hun verteld had van do twee paar schoenen, ..maar ik vind liet. heel be langrijk. Toen we vanavond Deane's lichaam en zijn kleeren onderzoch ten is me iets opgevallen wat me nogal van beteekenr- scheen. Hij was uitgegaan met een paar avondschoe nen aan lakschoenen met dunne zolen! Hoe vindt u dat, meneer Shel- more. wat maakt u daaruit op?" „Ik ben niet erg snugger met zul ke dingen", antwoordde Shelmore. „Wat maakt u er uit op?" „Wel, dat, hij niet van plan was om ver weg te gaan; dat hij wist da' hii niet van het trottoir behoefde te gaan; dat hij een bepaald doel bad een of ander particulier huis. hier in de buurt!" antwoordde Mellapont triomfantelijk. „Die juffrouw boven kan zeggen wat ze wil, maar Deane kende deze stad, en i«.nand, die hier woont. Wie? Daar moeten we nog achter zien te komen. Hei. meisje denkt misschien dat. haar voogd hier nooit, eerder geweest is eu hier geen kennissen had, maar. we zullen zien. Tussehen twee haakjes, hoe gaat het met haar? Is ze erg geschrok ken?" ..Ze was erg geschrokken, maar ze heeft zich goed gehouden", antwoord de Shelmore. ..Mijn tante is bij haar en blijft hier vannacht". „Uw tante is een goede ziel", zei Mellapont. „Nu, we zullen haar mor gen heel wat le ivragen hebben. Maar", ging hij voort, terwijl hij zich tot den hotelhouder wendde „ik zou nu graag eens willen zien wat de arme" man allemaal iu num mer zeven heeft, achtergelaten. Je weet nooit wat je zult vinden en hoe gauwer het. gebeurt hoe beter. Boven is zeker niemand, meneer Belling? Brengt u er meneer Shelmore en mij dan maar heen". Belling ging hen voor over dc bin nenplaats naar een soort gang en toen Cen trap op naar de eerste ver dieping. Hij maakte de deur van num nier zeven open, draaide bet electrisch licht op. fluisterde tegen Mellapont dat hij eu Shelmore er op konden re kenen dat ze niet, gestoord zouden worden en de kamer op slot konden doen en hem den sleutel konden geven als ze klaar warejj met hun onder van Mercurius soortgelijke vlekken zijn waar te nemen ule aan do polen van Mars, waar zich, naar wat men algemeen aanneemt, ijsvlakten bevin den. die af- of toenemen, al naarmate op hot halfrond waar zich de pool bevindt, zomer of winter heersebt. Indien de middelpunten van zon Mercurius en aarde in hetzelfde vlak lagen, zou telkens wanneer de eerst genoemde planeet in haar benedenste conjunctie is, zij als een zwarte stip over do zonneschijf trekken. Daar haar baan echter met het baanvlak der ;>?rde een hoek maakt (van 7 gra den), kan het verschijnsel rich alleen voordoen, als Morcurius in één der twee snijpunten of knoopen staat. Dit gebeurt met achtereenvolgende tus- schenpoozen van 13. 7, 10, 3, 10 en 3 jaren, de laatste maal den 7den Mei 1024, de eerstvolgende 8 November 1927 (voor deze streken onzichtbaar). Deze doorgangen over de zonueeohajf hebben den sterrenkundigen gegevens aan <lc hand gedaan omtrent de groot te en den loop der planeet, maar stel len hen ook voor meer dan een pro bleem, o.a. liet volgende. Alle waarne mers hebben om de zwarte stip bij haar trekken over de zonneschijf een lichtenden krans opgemerkt, die naar hun meening gevormd werd door de atmosfeer der planeet. Maar wat ge leurde er? In November 1907 toen het verschijnsel zich weer zou voordoen, riep de lieer Moreux "Verscheidene me dewerkers bijeen om gelijktijdig, ieder met zijn eigen kijker, waarnemingen te doen. Allen zagen herhaaldelijk den lichtkrans, maar. vreemd genoeg, niet op hetzelfde oogenblik. Ook de breedte van den krans en zijn tint wisselden af met «Ie grootte van het gebruikte ob jectief (voorwerpsglss). Latera proef nemingen met kunstmatige schijven stelden den vernuftigen geleerde in etant het raadsel op ie lossen; de lich tende krans bleek te zijn een optische illusie, gezichtsbedrog. Dit is een «Ier redenen, die hem er toe gebracht heb ben om, zooals boven reeds is opge merkt te gelooven, dat Mercurius bij na totaal ontbloot is van atmosfeer. EEN STORTBAD monolooc voor een bak- VI8CH. door SIMON MOS. Het tooneel 6telt een net gemeubel de kamer voor. (Boppie. iu huwhoudschort, is be zig voorworpen op deu schoorsteen af te etoffen met een plumeau.) O. 't is verschrikkelijk(komt naar voren). N* éen paar jaar op de k<*t«chOol geweest te zijn, om tot een ..welopgevoed nie:ej© gevormd te wor den"... .ben ik thans weer terug... in het ouderlijk huis... Om mijn opvoo- «iiug te voltooien, moet ik nu, zei moeder, alle voorkomende huiselijke bezigheden verrichten.... en daartoe behoort het stofvrij maken van de voorwerpen, welke zich in deze kamer bevinden..,, fs <lat. niet verschrtkfcalijk akelig?.... O, 't ie alleridiootet (gooit do plumeau in e«en hoek). Mijn zuster Tillv studeert muziek... voor haar het minder noodigde huie houding bedoel ikDag kind!" zei ze. toen ik uit den trein stapte. Kind! Zoo'n spook 1... ze is hoogstens vijftien maanden ouder dan ik... Ik keek haar niet aan. maar ziedde van kwaadheid, vooral daar 74} een fonkelnieuw coe- tuum aan had ©en elegante zomor- jap<m van Jtedrukte foulard en ik een afleggertje yoor de reis.... Kind, zei ik verachtelijk, dat. ben ik niet!.. Iemand van zestien jaar en tien en een halve maand j.i geen kind m«vtr... wel ben ik de aesepoetstor in de fami lie. dat geef ik toe.... Maar i k behoef me de hemel xii dank niet op te knappen door nieuwe coetuumpjee - de natuur versiert mij gelukkig vol doendesnibbigde ik.... Hè! wat flauw!,... kostschool aardigheid", re pliceerde ze, kwaad wegloopend.... ..Je schijnt weinig veranderd te zijn, Bep 1" bromde moeder, „je manieren laten n<*r steeds te wenschen".... Daarop zweeg ik.... Moeder had klaarblijkelijk nog altijd dezelfde idoeón omtrent kinderen; zij moeeten zijn een verzameling persoontjes, al len in denzelfden vorm gegoten... mengseltjes .van verlegenheid en vroolijkheid... ingetogenheid en uit gelatenheidal naar het. te pas kwam.... Maar zij zullen ondervinden dat ik geen kind meer ben... dat de tivü voorbij ia, dat ik met een boter ham en een glas melk naar boven werd gezonden... ze moesten eens we ten, dat ik zelf ook een mooie japon heb meegebracht... een baljapon.... prachtig!.... Opgespaard van m'n zakgeld... Eén keer heb ik ze aange had... en ze staat me snoezig!... (gaat- naar de canapé) Hier zit ze in... in die doos... Zal ik de japon eens aan zoek. Toen liet (hij hen .alleen, Mel lapont draaide den sleutel om in het slot toen de hotelhouder weg was en keek eens om zich heen. „Een keurig net mannetje, die me neer", mompelde hij. „Dat zie ik zoo Shelmore zag wat hij bedoelde. Of het vertrek zoo was achtergelaten door den ongelukkige, die hier ht laatst had gewoond, of opgeruimd was door her. kamermeisje de ka mer was in ieder geval keurig netjes. Verschillende toiletartikelen Ineen symmetrisch op de toilettafel; tiio schriften en kranten op een keurig stapeltje, door de halfopen deur van een kleerc-nkast zagen ze dc kleeren netjes hangen; elk voorwerp in de kamer scheep op zijn vaste plaats te staan. „Wat denkt u hier te vinden?' vroeg Shelmore, die niet begreep waarom Mellapont. juist naur deze kamer had willen .gaan. „Denkt u hier een sjj^or te vinden?" „Je weel nooit wat je vinden zult, meneer Shelmore". antwoordde Mel lapont, die nog steeds rond keek. Er is hier meer te zien en Ce vinden dan we in zijn kleeren hebben' gevonden. Hackdale heeft liet 11 zeker wel ver teld? niets 7.al er in zijn zakken! Ze waren allemaal leeg gehaald, zelfs zijn zakdoek was weg. Dat laa vind ik erg vreemd, en is mi'schier. trekken?.... O. zij ia doddig!... Als moeder maar niet komt (aarzelt.) eerst, moet dat nare schort uit... Ajakkes wat 'n mal ding toch... de baljapon flatteert me meer... natuurlijk... (opent de doos) komt er iemand (buigt zich luisterend naar de deur). Ik zal baar er maar inlaten (sluit de doos weer) er schijnt iemand te ko men... Wat een nare boel hier (zoekt de plumeau weer op en gaat weer af; etoffen). Maar die toeetand kan zóó niet blijven voortduren... als het te lang duurt, maak ik er subiet een onverwacht einde aan... het kan me niet schelen wat er dan gebeurt.... Desnoods ga ik trouwen! D^arl... ..Met wien?" zult u vragen... Och, ik kan het, u wel zoggen.... U zult het niet oververtellen..,. U is niet zoo verschrikkelijk onaardig om mijn ge heimpje te verklappen... (komt tot voor op het tooneelzeer vertrouwe lijk) U moet da" weten, dat jk op hot laatste bal van de kostschool, met hem heb gedanstWie was dat?" zult. u weer vragen... Ik wil het u wel meedeelen... Het was... maar mondje dicht hoor!... "t was (kijkt even ach terom) de gymnawtiekleéraar van de school... We verschillen wel een wei nig in leeftijd... hij is een en dertig... maar een ideaal van mannelijke schoonheid en kracht.... En dansen dat hij deed... o. zalig!... verrukke lijk!.... Maar hij was ook vol bewon dering over m ij Ti dansen.., Hel. was .hoe zei hij dat ook weer o, ja 1 gracieus en bekoorlijk!.... En het zou doodjammer zijn, verklaarde hii ver der. wanneer ik deze, klaarblijkelijk natuurlijke gave. niet onder bekwa me leiding verder zou ontwikkelen... hii raadde inii ten sterkste de Dal- crctfe-echool aan. om «laar le« te ne men... Nu. daar heb ik met de ouwe lui hier nog maar niet over gespro ken... moeder zxvu het verschrikkelijk vinden. als ik de kamer met den dansvloer en mijn huidhoudschort rnet. een tulle sluier verwisselde.... zij kunnen zich niet voorstellen, daiy 't moderne km ge meisje, dat over ec-nige capaciteiten beschikt, zich in vele takken van kunet ken bekwamen.. Wat moeten wij met huishoudelijk1 werk!... dat kunnen wij gerust aan de dienstboden overlaten... (met. een zware zucht') Och. dar i k nu juist zoo'n ouderwetsche moeder moet heb ben... (vlug) O. ik weet zeker, dat ze mijn huwelijk ook niet zal goedkeu ren... Dan ben ik weer te jong, na tuurlijk! En moet mijn tijd afwach ten... Een welopgevoed meisje, zegt ze altijd, wacht af, tot de ware man komt.-., (zucht) Of mijn gymnastiek- leorsar zich al verklaard heeft?... Ne", dat niet!... Daartoe is het ge schikte moment nog niet gekomen... Althans voor hem blijkbanr niet.... Ik voor mii-.. ben van meening. dat hii een praoht-gelegenheid verloren heeft laten gaan... Eenmaal «aten we, na afloop van een dans in de groote serre, onder-een waaierpalm, toen hij met mij ftp rak over enkele schoolza- ken.... Ik begreep, dat hii maar iets veraonWij zijn toen een geruimen tijd heel gezellig 'blijven bablielen, waarover weet ik heusch niet meer.... Maar. o. zoo heerlijk!... zoo ontzet tend leuk.... Mijn hart jaagde en klopte zoo onstuimig, maar ik moest kalm en bedaard zijn... Hij zat dicht naast mij... "Was hij verliefd?... Of ik?... of allebei!... Tk weet, het niet... Verliefdheid, wat is het?.. Er zijn al zooveel boeken over de liefde ge schreven.... en ik heb zno ontzettend veel gelezen... en ik heb mijn eigen levenservaringen natuurlijk!... Maar toen ik daar zoo vertrouwelijk zat, zoo rustig. ver van het dansgewoel, onder het zacht ruischen van verre muziek gevoelde ik mii onuitspre kelijk gelukkig... in de nabijheid van hèm... Ik gloeide over mijn geheele gezicht.... ik vond hem cen schat een snoes, en zei hem een compli mentje.... Hii keek me scherp aan,., hij kan ie 7.00 vreemd aanzien... greep m'n hand en drukte die innig tegen zich aanBeppie I" zei hij, „wij kunnen hier niet langer blij ven".... Och, waarom niet? dacht ik. Het leek een heerlijke idylle, in den trant van die van Paul en Vir ginia... Als hii mij toen had ge vraagd. als- Pelleas in het drama van Maeterlinck..sedert wanneer heb je mii lief zou ik als Melisande heb ben geantwoord: „Sedert altijd. Se dert alt ie gezien heb'1... (droevig, met een zucht) En sindsdien mocht ik hem niet. meer ontmoeten... ziin mijn il- lusnee verdwenen?... nee, dat niet., doch 7.ii hebben een gevoeligen knak gekregen... Geen enkele tijding mocht ik ontvangen, ofschoon mijn adres bii de directrice bekend is.... Ik zelf durf hem nog niet te schrij ven.... maar mogelijk met. Sint-Nico- laas zal ik trachten hem een surprise te zenden... En dan sluit ik daarin een gedicht, hetwelk mijn gemoeds stemming duidelijk zal verklaren... Een liefdeegedicht is echter verbazend moeilijk... ten minste een zoodanig iets. waarin je je geheele hart bloot legt... Tk hen al eens bezag geweest, maar het lukt me n«ïg niet bijster.... (Haalt een opgevouwen stukje papier uit de zak van haar schort). Wil ik het eens voorlezen?... U praat er toch niet over hè? (leest) „Aan G. 1 (Hij heet meen ik. Gerard belangrijk. Waarom zou iemand een doode 'Van zoo iets berooven een zakdoek! Maar er was niets. Geld, dingen van waarde, papieren, (als hij die bii zich had) allemaal weg. Dat herinnert mij aan iets als we weer naar beneden gaan. moet ik Belling nog een paar dingen vragen. Maar laien we nu eerst, eens rondkijken. Die twee tasschen daar als je zoo iets doet, moet je alrijd bii het begin beginnen, meneer Shelmore. Mooi, stevig leer. die tasschen zeo goe.i worden ze tegenwoordig niet ge maakt". Een voor een lichtte hij de deksel: van do twee tasschen, die op <- standaard naast liet bed stonden, op; ze waren allebei leeg. ,,'n Man, die alles netjes en volgens cen systeem deed", mompelde M pont. „Alles weggeborgen in de kast en in de laden. Nu eerst maar de kleeren. Misschien zitten er brieten of papieren in de zakken". Er hingen twee pakken en een over jas in do kast, maar het onderzoek van de zakken leverde niets op. En in de laden lag ook niets anders dan een flinke hoeveelheid obdnr-" sokken en dergelijke allemaal keurig opgevouwen en weggelegd. MeMapm keek toen naar een klein handtaschje dat op een stoel vlak bij hem stond. „Daar zullen wc misschien wel pa pleren in vinden", zei hij. „En 1 ingezonden mededeelinceh a 60 Cis. per regel. Kougevat?MMMHaa B neemt AKKER'i Mijn schat, mijn engel, 1 nieter eens, 'k Hooo dat je 't a.arddg virvJjt, H)ier in dit doosje ie 'n geech-ertk, Van haar die je bemint. 'k Hoop. dat 't naar genoegen ia, F.n dat ie ook van mij houat. Dan ziin we weldra saam ©en paar, En binnenkort getrouwd'. Meer heb 'k nog niet, maar 'k zal mi in best doen nog «sen te maken Maar dichten kun je niet altijd daarvoor moet je geïnspireerd zijn en in de juiste stemming verkeeren Waarschijnlijk dat het thans lukt (gaat met het papier en potlood op de canapé zitten) (probeert het met naar het plafond gerichte oogen, doch staat na enkele oogenblikken driftig op) och nee, het gaat niet Dat is immers onmogelijkIn een huis- houdschort dichten Maar in een baljapon?Da it, zou kunnen zijn (ojient de doos, haalt de japon er uit en laat. die aan het, publiek zien). Dod dig! Vindt u niet?Als ik nu maar even (trekt haastig haar schort uit) zou ik het wagen? (trekt na <-c-nig aarzelen en luisteren de balja pon achter het achterscherm aan, komt er mee terug en gaat naar den spiegel; tot 't publiek): Nou, hoe vindt u me? Keurig, niet waar? Ook voor de Dnlcroze-school 7,ou het een snoezig ja ponnetje zijn. Maar dan moesten de haren los (mankt heirr haar los. dat golvend over de schouders hangt). Zie zoo! Nu zou ik alles kunnen voor stellen, bijvoorbeeld de boschndmf Ik voel er toch veel voor. voor de dansschool bedoel ik Het poëtische is steeds mijn ideaal geweest In de dans zou ik dat tot uiting kunnen brengen bijvoorbeeld: een smach tende blik zoo met balf gesloten oogen het hoofd een beetje op zij gebogen het haar los golvend af hangend Zoo zou ik de fee der da len voorstellen (gaat theatraal, met lange sleeppassen, over het tooneel) Of ik zou met zeer vlugge stappen heen en weer kunnen-hollen, terwijl jk de armen snel beweeg, over het hoofd en langs 'het- lichaam, met in de han den eet; gazen zilversluier, om te ein digen in duizelingwekkenden 'draai- fttand en zoo voor te stellen: de wervelwind!(Doet dez^ laat6te bewegingen zooveel mogelijk na). Dat gaat dan zoo! Roef! (vliegt naar de rechterzijde) en Roef! (vliegt naar de linkerzijde) Moeder: komt dóór de middendeur op (kan ook als stem achter de scher men blijven): rij staat een oogenblik perplex. Ach! Ach! Wat heb 'k bier aan de hand Hoe is 't in vre desnaam mogelijk'. Bep! Wat man keert je Ben je niet wijs Hoe kom je zoo toegetakeld? Ik zal je. Groote goedheid, wat zal me overko men? Beppie: Bluf bedaard moeder!. Ik oefen me!" Moeder: Ik zal Je oefenen! Hier pak an De sokken 1 Beppie: Sokkon Abah!Van wie Moeder: Van Je va'der en je broers, hé Beppie: (meer en meer verbaasd): Enne Wat moet daarmee? Moeder: Gestopt worden, natuurlijk! Beppie: Gestopt Moeder: Ja zeker! ze liggen er nog van de vorige week ook. Het is een heele mand vol. Beppie: (met verachting) Sokken stoppen Tk Al die sokken Wat, ontzettend prozaïsch (vn.lt snik kend op de canapé). 0, dat is ver schrikkelijk (GoTdijn dicht). Binnenland Tuberculose onder het Rundvee Rapport eener commissie uit de Maatschappij voor Dierkunde Op voorstel van de afdeeling Noord- Holland droeg de algemeene vergade ring der Maatschappij voor Dierge neeskunde aan 't hoofdbestuur in 1922, te Utrecht op een commissio te benoe men, die een rajrport zou samenstellen, waarin aangegPA-en zou worden de bes te en meest practische methode ter be strijding van de tuberculose onder het rundvee. Deze commissie bestond uit prof. dr. L. de Blieck voorzitter, de heeren Th. Bosnia, dr. A. Overbeek, P. H. van Kempendr. A. .T. Winkel en dr. A. J. Beyers (secretaris). De com missie heeft getracht door behande ling van enkele vraagpunten haar op- ding is gelukkig niet op slot. Wat 1 hebben we daar?" Hij zette het, taschje op een tafe' vlak onder liet electrisch lidht en deed het open: Shelmo.ro stond vlak naast hem, terwijl hij den inhoud or. derzocht. „Voor het meerendeel papieren en boeken", mompelde Mellapont. „Ze zien er uit als reisgidsen" Hij nam ze er een voor een uit. verscheidene oningebonden boeken zo-> als hij gezegd had gidsen van steden, catliedralen. bekende ruïnes, en zoo voorts. Daaronder lag een por tefeuille toet papier en enveloppen; Shelmore zag dat er hetzelfde adres op stond dat hij op het visitekaartje van juffrouw Knap had gezien. In een zak van de portefeuille zaten ver scheidene brieven, geadresseerd aan den heer James Deane, naar verschei dene plaatsen, en allemaal oudertee- kend: „Uwe u liefhebbende Cynthia". I11 een andere afdeeling zat een ver zameling keurig opgevouwen hotel rekeningen. „Daar kunnen we in ieder geval uit opmaken waar bii den laatsten tijd geweest is", zei Mellapont. toen hii even naar de data had gekeken. „I-lij schijnt nogal veel gereisd te hebben. En hier zijn blijkbaar foto's die hij op reis heeft verzameld hij moet er een zwak voor gehad hebben, geloof ik, meneer Shelmore behalve als .'dracht te volbrengen. Het uïtvoerigó rapport door deze commissie uitge bracht, komt, naar het ,,U1r. Dbl." meldt, tot de volgende conclusie: 1. De tuberculosebestrijding onder het vee is noodzakelijk, zoowel uit het oogpunt van hygiëne van den mensoh als om economische redenen. De be strijding is eveneens urgent, daar de ziekie in vele streken toeneemt. 2. De vrijwillige bestrijding met volle medewerking der belanghebben den moet op 'den voorgrond staan. De bestrijding wordt geleid 'door bet Vee- aTtsenijkundig Staatstoezicht, dat daartoe in de richting van het hygiëne consulentschap behoort te worden ont wikkeld. 3. Onderzoekingen betreffende im- munisatie_tegen tuberculose en andere onderzoekingen, met 't t.b.c.-vraag- stuk verband houdende moeten krachtdadig worden gesteund. 4. De kosten der bestrijding komen in hoofdzaak voor rekening der be langstellende veehouders, die zich on derling dienen te organiseeren. De siaat subsidieert slechts de vereenigin- gen, die voldoen aan de beneden te noemen voorwaarden. Het is wensche- lijk de gelden van den keuringsdienst voor uitvoer van vleesch en voor in voer. doorvoer en uitvoer van vee voor zoover niet benoodigd voor dekking dor koeten van dien dienst voor de tu berculosebestrijding beschikbaar te stellen. 5. Het is gewenscht dat krachtens art. 45 der Veewet voor open tubercu lose van het rund aangifteplicht, art. 17) verplichte afzondering (art. 20 sub a) en maatregelen ten opzichte, van melk, merken 'art. 20 sub c) en ver- v oer verbod (art. 35) worden ingevoerd. 6. Het. blokkeeren of merken der ..reactiedieren"' is hoewel gewenscht, voorloopig niet aan te bevelen. Zij kunnen derhalve in het vrije verkeer niet geweerd worden en de kooper moet zichzelf vrijwaren door garantie te vragen. 7. Vereen igingen kunnen worden er kend als vereenigiiig tot bestrijding der rundertuberculore als ze voldoen aan de volgende voorwaarden: a. Stat-uten en (of huishoudelijk re glement moeten zijn goedgekeurd. b. alle runderen van de leden der vereeniging moeten van rijkswege een maar per jaar diergeneeskundig wor den onderzocht op kosten van de ver eeniging of van de leden afzonderlijk. c. De bij dit onderzoek opgespoorde open tuberculoselijders m<5eten onver wijld van de overige runderen wor den afgezonderd, gemerkt en binnen 3 weken geslacht, op kosten der vereeni ging. (Sectieresultaten moeten aan den inspecteur van den veterinairen dienst worden opgezonden. d. De inspecteur kan herhaald on derzoek eischc-n. e. Door bij de vereeniging aangeslo ten veehouders nieuw aangeschafte runderen worden niet in het aanwezi ge veebeslag.opgenomen en in de regis ters 'dfr vereeniging ingeschreven, dan na met gunstig gevolg dierge neeskundig te zijn onderzocht. 8. Van rijkswege worden jaarlijks gelden beschikbaar gesteld, waarvan aan de erkende vereenigingen op voor ste! van den inspecteur van den vete rinairen dienst subsidie kan worden verleend, berekend naar het aantal bij do vereeniging ingeschreven runderen en eventueel naar het aantal wegens open tuberculose afgemaakt De subsi die kan worden verhoogd wanneer de vereeniging ook maatregelen neemt van den tuberculosevrijen opfok der kalveren of zij de bij haar leden inge schreven runderen op gezette rijden doet tuberculineeren en hen verplicht reactiedieren te merken en niet an ders op te ruimen dan voor de slacht bank. Bewijzen van iuberculinatie, af te geven door den insjaecteur, zijn slechts 1 jaar geldig, kunnen echter ook tussclientijds ingetrokken worden. Mr. C. VERMEER. Te Amsterdam is in de Boerhavekli- niek overleden mr. C. Vermeer, voor zitter van den Raad van Commissaris sen der Nationale Bank voor belaste waarden en lid van de bankiersfirma Vermeer en Co. Ook in sportkringen was mr. Ver meer een bekende figuur, onder de zeilers zelfs een der meest vooraan staande mannen, schrijft het Hbld. Hij was het. die jaren geleden den stoot gaf aan verschillende belangrijke zeil- festijnen. Heel bekend waren de sche en, die hij achtereenvolgens liet ouwen. Eerst de Davo I, volgens ons reglement zes wedstrijdeenheden groot: een schip, gebouwd voor de wedstrijden om de Coupe Hollando- Belge. Later de Davo II, het eerste Neoerlandsche schip in dc internatio nale 12 meter klasse. En toen dafc schip 't- niet meer deed. de Davo III. Mr. Vermeer heeft als zeiler met deze schepen heel veel malen onze vlag in het buitenland vertoond. Met eere. Hij was een vaste gast bij de Kieler Woche en mede bij de zeilwe- ken op de zee van Cowes. De overledene was eerelid van de Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging. hij ze als een cadeautje voor zijn nichtje bedoeld had misschien ver zamelt, zij ze". Hij wees op de linker helft van de tasch. die vol Jag met stapels en sta pels prentbriefkaarren. allemaal met elastiekjes er om en op volgorde ge legd. Mellapont haalde de pakjes er nu en wees er op dat er allemaal eti ketten op stonden. Hij noemde ook do namen op van de plaatsen die er op stonden. „Blijkbaar heeft, hij deze onderweg verzameld", merkte hy op. „Zei het, meisje niet. dat hij naar het noorden was geweest terwijl zij in Bath was? Juist nu, hier kunnen we precies zien waar hij geweest is. Exeter, Bris tol Worcester, Birmingham, Shef field, Normansholt waar ligt Nor- mansholt. meneer Shelmore?"" Zonder dat Mellapont hei zag, was Shelmore bij den naam Normansholt wat geschrokken. Een van ziin twaalf cliënten. Sir Raville Childerstone, dio vlak buiten de stad op Childerstone 1 ark woonde, had bezittingen in Normansholt en was den laatsten 1 i bezorgd geweest over een van zün pachters daar; hij was gedwongen sre- weeri om er Shelmore bij te halen; Shelmore kende den naam dus goed. Hii keek nieuwsgierig naar de brief kaarten, die Mellapont in zijn hand hield. Xwordi vervolgd.}

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 9