HAARLEM'S DAGBLAD DE REDDER J. Th. KORT Woelige Dagen DERDE BLAD Zaterdag.1 November 1924. INSTANTANÉS DE ERFENIS Xc verboden.) 53. Tilly w«s ecu der bwto soldaten van onit sx»:. Hii '.ui uii weinige d;endcu. Hoe b.j dull vvcg iwar Ji&r- derwijk bad gevonden, it, luii altijd oen raadoól g«_-aleven. Over zijn vrve- (Cr leven li«-t hij zich u^en uitmond uit. snaar het was aan allee te i Tilly; aavoordde niet. Hij keek strak voor zich op den grond. „Do «uaisumi-iosident heeft een ni unduat tot uitbetaling voor Je! 't Is 'ii hoc!" «om, hé, 'u beele som, 2400 gulden Nog steed® zweeg do suhlaat. ..AU ik. hot eens voor Je bewaarde, Tiily!" viel op eens do doktor in. ..J«- -.voet zelf. Loc do kameraden zijn! Ala dio in do gaten krijgen, dut jij geld in handen hobt, ben jo 't in een paar weken kwijt!" Ik z..-' duidelijk, datriTilly een ho- vigen trijd inct zich ZcTf had to voe ren. Hij beet 2ich op de li] pen en keek al moer naar dun grond. b jn ju 1 kerol 1"j";;ö£'r"b£j„7 droni! d. dokter -eer oor.. t b j lijk fa iiJu aanlig apj«.-;tjo voor den dorat. als Jo; v voom HANDEL t"*»! PARTICULIEREN. MARMENJANSWEG 21 KEUR SNELTJES BEL OR 2370 ken. zou zot betere t' J Hij 1 srgeefo vbi soldoa ■ktud. i Till; :i bud t mot een manieree. die r© fuseliers ••Is prompt was bii ook builen dienst rr«t en beleefd. Geen sol- i,jO n zzirg voor zijn uiterlijk Op welk oogenblik je beta ook tegenkwam. altijd zag h.j er ..tip-top" uit. lïfj was. wat Jo fsoenit 'ii model-soldaat „Voor iniju part sturen a mij mor gei honderd Tilly"#!" placht onze is 'ii juweel van 'n kerelEen hcBt canpagni© van zulke soldaten on je merkt nauwelijks, dat je oen comman do habt P' Weinig vermoed do de goede man, dat hü «Ons den dag zou zegenen, waarop hij van Tilly verlost werd. -.tit dienst komt! Hier op den post zou )e het toch maar in armoe verteren!" "pccus koek Tilly op. Ik begreep, dat de strijd gestreden waai 't Is goéd. dokter. Neem u het 'dan maar!" rei hij zacht. „Alles!" vroeg de doktor. In iilWl" Het kwam er uit als een explosie, ham' i de bentonir kwam toet oen groolc, enveloppe in zijn hand. ..Heb jij 'n zekeren Tilly onder J<> manschappen I" vroeg hij aan den commandant. ..Ja zeker! 'n Pracht van 'n sol daat!" antwoord da onze kapitein niet zonder trots. „Een Frararhnnnf* ,.J.\ i'.iflt!" „Z<v>Nou, dan heb jk goeie fijdlng voor hem I>o naelatent-rfsWent haaldo een yroot vel papier uit de enveloppe toonde het ons. „Asjeblieft I Een erfenis van 6000 trams!" „Wat z je? Voor Tilly 1", onze commandant ««prong oi>. alaof htj door oen wivtp f> «token was. „Vijfduizend franc*, jat 2400 gul den. asjeblieft, lees zelf I" Wij lazen het atokl Hot was waar, «en laandaat tot uitbetaling van 2400 ruiden nsft 2400 gulden ter. behoeve Van den soldaat Pierre Tilly, neef van madenuikello 1/ontine Tilly, gestorven den Baten Februari van het vorige Jaar to Tour». ..2400 gulden!.... Maar dat wor.lt hun toch niet uitbetaald, hoop ik 1' »fotterde do kapitein. ..Als hii dat w:l, Ja zeker! Op etaanden voet zelfs l"- lachte de on- Mstsnt-reflidsnt. l )io ramp zal mij toch niet over. komen I" „'n Ramp?" „Ja. zeker. *n r.unpl Wat tnoet ik hier op tn'n l>ost doen met 'n soldaat, die 2400 gulden in handen krijgt. Hot onheil zou niet te overzien zijn!" jKjchtii» ooi* commandant» „Kom nou!' kalmeerde de teut-ntudontl. „Och. wmw, jij kent den Indjachon soldaat nor ni-tl 2400 gulden I Je kunt net zo.-» goed do h««»b> benteng in brand su-kon2400 golden 1" M«t tToote passen liop do ecsnman- dant <io voorgalorSJ lw«ai on weer. al maar nuchtend „2400 gulden 1 2400 gulden 1" Do dokter was er nu ook Mjgcxo- men. Me*- «<n» vieren hielden wij krijireraad. 2403 guidon :ti handen van Tilly govcn. dat botlekende niet» dan ellende I Al» de kameraden een maal wiiton. cafe één van hen eon er fenis had gekregen, dan soiaden rij hom niet met runt laten, voordat do 24CO galden in bier «m jenever was om?, zet. „Al» wij hom een» konden bewegen, bot gold bij één van or.* vieren in !«•- waring :e geven!" stelde do dokter voor. Dat leek nok onzen commandant do beste oplossing toe. „ut zal hem hier laten komen I" zei hij. „Wanneer wil dat gedaan konden krijgen, dan zoud'-n vrij gered rijn!" Even later stond Tilly stram in do houding voor ons. „Weet jij. dat Je *n erfenis hebt gekregen van Jo tante Lóontin© Tilly te Tours I" vroeg do kapitein. ,Ja wel commandant! EOOO francs!" antwoordde do soldaat, correct en be loofd als altijd. „HmJ Zeef Ki\ wat ben Jo van plan daarmee te doen!" 11 t gu.iat o ii onzen commandant j rijn bevel gesloten werd, gingen aarde vichtbaar of>- „Dat m nou eens manschappen met Tilly naar den r t i.dir.' van je, kerel! Dat is no t..chineesclK-n kamp" om Tante Leon- :ns verstandigbromde hij. tine's erfenis «p te maken en eiken ,.1!-: zal jo "n kwitantio geven!" re: avond kwamen zo zwaaiend en zingend do doktor ii hij zat al aan de tafel jn benteng terug. lederen morgen om te schrijven. I weer stond er op liet rapport een heel d :.:«r. dat hoeft niet. Ik ge-j rijtje soldaten, die den vorigen ttwid lo-.'! het wel!" lachte do soldaat en iuj Tilly hadden geholpen in het opmaken maakte Ugcbjk een afwerend gabaar, j van tante'.s apaarduiten. En wanneer „Nee, me, jo kunt nooit weten, wat de commandant Tilly bij zich liet ko-' •r gebuurtdroog do doktor aan. |men en hem wilde overhalen liet ree- ,,In gè'.'lsoi:eo kun je niet te correct teerende geld bij hem in bewaring te zijn!" geven, dan kreeg hij altijd hetzelfde Tilly ontving zijn kwitantie. Even antwoord: „Nee, kapitein, daar heb staarde hij er op; toen zei hij: „C'est Ik niets dan narigheid van!" Lira drólo! 24ÖU gulden in 'depf>: en Zelf dronk hij nooit een druppel te gcun cent op zak 1" Danroji stak hijy« r-l; altijd bleef hij even correct en Ji.-t pi-j' - -".in zijn portcmonnaiv. •e!il. liij was alleen maar „de man, aolueurae en ging heen. (die traineerde". „Als hij 't maar voUu>udt!" zei d«>; O, tante Leontine, tante Leontine' kapitein, wien de zaak blijkbaar al tu iala :«t nog denk aan al de ellende, die uio i ging. jouw bespaarde penningen over onzen „O, daar ben ik geen ooganblik I"*'- hebben gebracht. Weken lang za- lang voor!" stcldo do doktor hom gc- ,,,n &He provoosten vol en eiken dag j Een luid gebrul was het (..'antwoord uit de cantine. bevestigend Dien zelfden avond was er bijna geen enkele Europeesche 6o:daat op onzen poet meer nuchter. De francs van tante Leontine hadden hun werk gedaan. Met, onze rust was het na dien Zon dag afgeloopen. Elke dag bracht nieuwe drinkgelagen! Wat onze com ,,A;» t" t nmt !nx'.. maiil aiaadant ook voor maatregelen nam, dan ook geen cenl'. niets hielp. Wanneer do cantine rust. Maar do kapitein wns er flog niet zoo zeker van en bromde: ,,2MX) gul den! Ik moot het eerst zien, voor ik bet geloofJ" Twee w ken verliepen, zonder dut or iets gebeurde «n wij duchten niit andora dan dat do erfenis van tante I.éontino veilig in do geldkist van den dokter zou blijven tot den dag. waar op Tilly van onzen post vertrekken zoo toen hij op een Zondagmorgen in hot hospitaal onverwachts voor den dok ter stond. „Mag ik u cv*n Spreken, dokter!" „Toch niet ziek!" informeerde onze art». Nee, dokter, nee... ehdat nieteh Maar eh wou u vragen dokter, otn eh neh Onze ar!» begreep onmiddellijk, dat het »m de erfenis te doen wen. „Nou, wat heb jo op Je linrtt" Tilly keek «trak naar r.ijn schoenen. Toen op een» z«-i hij vlug: „Ik wot graag m'a gold hebban, d«jkter!" „Wet i» dut!" Even koek Tilly op on bijna flui*tu rend ging hij plotseling in het Franse li overgaande door: „Ik kan bet niet langer volhouden, dokter 1" „Men Jo nou gok, kerel!" „Mijn kameraden weten, dat ik gold heb! Zij heblien de kwitantio gezien' Zo zegg«i, dat Ik 'n giarigoard ben, 'u kloploqpérZo pceten mij op do chambree tui noemen mij den Fran- BOhcn vrek! Dat is geen leven meer! Dat houd ik geen «lag moer uit! Dan maar liever geen centime moer I" De dokter liep nadenkend op neer. ..Als !k Jo dan ©ens lion gulden gaf!" stelde hij don soldaat eindelijk voor. „Nee, dokter, ik wil alleal" „Alles 1" „Ja, alle»! Ik weet, dat ik hier an der» over twee dagen toch weer bij u eta!" „2100 guldeal Maar, kerel, wat moet Je met 2400 gulden doen!" riep do dok- lor uit. „Dat weet ik niot! Maar zij zuilon zien, wat 'n Fransche vrek ia!" Tien minuten later had Tilly zijn 2400 gulden en oven daarna klonk een oorverdoovend „hoeral" op uit de cantine. „Wat i» dat T' vroeg do comman dant verschrikt. 1 „Dat i» do erfenis van tante Léon- tine!" antwoordde de dokter, dio op datzelfde «ogenblik binnon kwam. „Hol Watl" „Tiily Jiecft zijn 2400 gulcn opge vraagd! Nu is hij begonnen met ze op te maken!" Em oogcnMIk zat do kapitein per- pk-x. ,,'t I» toch niot waar F' riep hij. „Asjeblieft, hier heb Jo do kwitan tie-1" cm do dokter toonde hum t stuk, dat hij van TÜly terug had ontvan gen. „2100 guldenNou i» de ellende niet .te «verzien I" zuchtte de kapitein. weer zuchtte onw commandant: ,,lk wou, dat die ellendige tante nooit star ven wasl" Eindelijk op een morgen kwam Tilly op bet compagniesbureau. „Wat mot je?" vroeg de comman- dnut, die Tüly na den bewasten Zftn- dag niet moor kon uilslaan. Ik kom u rapportaereu. comman- dunt, dat ik door m'n erfenis heen ben'." „lied innaai?" „Complot-ment!" antwoordde Tilly. ...\Iuar mi heb ik bericht ontvangen, dat mijn taiito Ernestine ook gestor ven i»!" „IIó? En door heb je toch niet van geerfd, hoop ik?" schreeuwde de kapiVjju. „Tien duizend francs!' antwoord de Tilly. Mijn kapitein was een flauwte nabij, Hoo het mot dio 10000 francs is ge gaan, weet ik niet, want, voordat de erfenis los kwam, was Tilly gelukkig naar Batavia overgeplaatst. Ik bob nooit gehoord, of er nog veel soldo, ton van do erfenis van tante Erne, ut ine hebben geprofiteerd, maar wel weet ik. dat ik mi?n ouden comman dant nooit vrooiijker heb gezien dan op den dag, toen Tilly van onzen post verdween, B. SCHUIL'. :£en herinnering, opgediept uit bet grijs verleden, bij de herdenking; van liet 100-jarig bestaan der N. en Z.-Hollandsche Roddingsmaatachap- Pij) v door CONST. DE RAYMOND. lien gure herfstdag; oen kille, stijve Noord-westeil en een woelige zee. Ruwe golven, met witte schuün-kop- jwhi, rollen en spatten uiteen. Aan een neveligcn horizon, is do kuat slechts flauw waarneembaar. Een grooto vlet, bemand met vier roeiers, plonst haar hoogeu punt. l>oeg telken» plomp-boteend, in kokende watermassa. De mannen trekken stevig en gelijkmatig aan de riemen, opdat de voorman, achter omkijkend, een oogenblik kan turen naar de zuidelijke kim, in dc hoop aldaar een schip te zullen zien do gen. In dit geval willen zij den kapi tein hun diensten aanbieden, bij liet in de haven loepen van den zeevaar der. Met behulp van hun vlet bren gen zij dan, ten dienste van hot schip trossen uit, oin die aan palen langs de kade te bevestigen, bij de lig plaats aan den steiger, waar het vaartuig gemeerd moet worden. De vletterlul wachten niot totdat het pcbip van uit de haven zichtbaar wordt, maar varen er reeds *a mop- gons vroeg op uit. In do hoop er in ree een te zullen zien opdagen, want er zijn veel vletterlui in den Heldor het Nieuw.ediep; zij trachten el kaar vóór te zijn, en maar al te dik- rijU blijkt de reis teveigeefsch. Doch deze zeelieden zijn van alle markten thuis. Is het in den liariugr jd, maken ze met fcaringtrekken langs do kust, dikwijls een knap weekloon; wanneer bii stormweer 'n schip strandt, en de lading kan mei 1-ehulp van lichters geborgen wor den, strijken ze per noofd soms een aardig sommetje op; en de voorwer ken, welke dagelijks op de kust aan- ipoelenlj verschaffen eveneens aan menigeen een extratje. Omdat de vletterlui altijd bij de hand zijn, indien er iets te vordle nen valt, overal bij zijn on op alles aanvallen, worden ze door anderen wel eens als „de kraaien" betiteld, daar deze zwarte brutale rakkers eveneens op alles azen. Doch wanneer een schip zich, hij ag of nacht, in nood bevindt, «rn ulp seint, als mgnschenlevene in ge sar verkeert n, staan deze lieden ook gereed. Dan aarzelen niet, om bij liet zwaarste stormweer, in Ftikdonkeren nacht-, als het noodic is, hun eigen leven in de waagschaal te stellen, met de reddingboot er «p uit te gaan, om te trachten de men- echen van het zinkende wrak te red den. Dan vragen ze niet wat er te verdienen valt, dan bemoeien ze zich niet met loon. dan denken ze uitbui tend aan do inenschenlevens. dio zon der hun hulp verloren zullen gaan. En als de schipper van de redding boot mannen verzoekt, om als roeier mee te gaan, rijn er altijd ge noeg vrijwilligers, dikwijls te veel, die het jammer vinden te moeten achterblijven. Kees Dito wafi de voorman van de vW vletterlui. hier boven geschetste Hij had als schipper van de rcdding- J<wt, heel wat schepen, die in go- vaar vorkoordenhulp geboden en talrijke levens gered. En monigen keer had hij liet zwaar te U-kampen gehad. want. «Ie reddingbooten, wa ren toentertijd nog niet zoo m de perfectie ingericht als thans. Het omslaan was lang niet buitengeslo ten. en ging dan bijna alUjil ge paard met het onzekere vooruitzicht of do boot zich we! weer zou oprich ten. De rooiers maakten dan kennis niet, do woelende golven, en die.uun niet uitstekend kon zwemmen, wae meestal reddeloos verloren, boes Dito was het echter gelukt tol nog toe met bcjiulp zijner mannen de boot steeds weer recht t« Krijgen en zich te kunnen redden. Maar hij was dun ook «en hoogst bekwaam zwemmer, oen moedig duiker, «en échte water rat. die in de moeilijkste omslamhg- beden weer boven wist te komen. Tal van monschenlevens haddon aan Kees Dito hun behoud t« danken; öon groot aantal medailles en andere ondorscheidingsteekenen, ook van buiten!andsche vorsten en reederiJen, waren hem ten deel gevallen. Toen do roeiers weder rustten op de riemen, en Kees weer uou horizon ten zuiden onderzocht, klaarde zijn gezicht op. Er teekenden zich flauw af in schemerig verschiet, vormen van zeilen en masten, dio langzamer hand in afmeting toenamen. Zo koersten in de richting van het schip. In blij vooruitzicht trokken do roeiers nog krachtiger aan do ne- jmKliu XaÜerbiJ gekomen, bloeit het schip oen vollo driemaster 1o zijn, diep geladen, prachtig van' bouw, en flink onder zijn tuig. Zo praaiden hot schip, waarop re- v.aaga werd wat zij wildon. Nadat. Kees Dito dit had uiteengezet, en do loods, reeds aan boord. 'Joor don kapitein was gehoord, werd hurt hod aangenomen en de prijs voor hun diensten vasgtceteld. Do vier vletterlui gingen nu voor- Ioopig over op het scliip. totdfit dit, hij do haven zou zijn gekorhen; daar toe werd een touwladder buiten boord gelaten. Na kennismaking met do «yjuipago van hot schip, liepen 'de vier vlet terlui hot dek op en neer, ten einde hun verstijfde voeten weer wat le niger te doen worden. Zij waren kil en huiverig. Zij draaiden om do kombuis hoen; het was daar wartó en de geur van liet eten deed hun neuB vleugels prikkelen. Zij hadden den goheelen dag nog nieto gegeten, dan oen li arde l>otor- harn, met een ecl«raap6eltje reuzol. Hot middageten wm door het echeenevolk blijkbaar Juist genuttigd. Het «venschot stond op <y*i tafel in de kombuis: een igroote schaal,gevuld met bruine bootion. waarop vierkante stukjes 6pek. Zii bemerkten nu ©er?' terdege, dat ze honger haddon, die vletterlui. en koken met bogeerige blikken't zag or zoo smakelijk uit. dat enkelen het water in den .mond kwam. De koksmaat deed een paar echep- pon vet, op de boonen en vroeg daarna INCEZ0NDEH MEDEDEELIMCEN a 60 Cts. per regel. Lange Veerstraat 22-26-27-29 HAARLEM LEIOSCHE WOLLEN QEKENS WOLLEN ONDERGOEDEREN Onze Laehfioefe ONDER VERDENKING. Meneer Pieterse had twaalf kin den niannea ol zii het eten wildon] Beeeeró: werd «lit aanbod aan vaard, onder hartelijke dankbetui ging. Doch juifet toen zij aan het smake lijke maal zouden begin min. kwam de kok in <le kombuis en ziende wat de koksmaat luid gedaan, iu zajn afwe zigheid. stoof hij vreealiik op. Hij nam. met een zeer krachtig woord, den schotel boonen weg. liep er sclue- hek ineo naar de verschansing en voor iemand wist wat er gebeurde, had bij »>*n heerlijken -inhoud het kostelijke eten, subiet in zoe gesme ten. ,,'k Gun het de viaschen nog liever, dan dio kraaien!" waa zijn be scheid. Kvcü stonden de vletterlui paf. doch toen kwamen de tongen jo». en zii aren niet «nalsch^ in hun oordeel ver zoo'n lage, minne liandelwijze. Kot» Dito echter zei niets. Die han delwijze was hom to gemeen er een woord over vuil te maken. Glim lachend trok hij de schouders op, haalde ziin tabaksdoos voor den dag en stopte ziin nijpt©. 'Al» hij rookte voelde hij den Longer minder. De wind wa» röeetr naar het. Noor den geloopen an in kracht toegeno men. zoodat het schip weinig vor derde. Het wae al in den avond, eer do driemaster het havenhoofd van het Niouwedieof binnenliep. De vletterlui waren nu weer in liun eigen vaart ui" «-n gereed de behulp- .1110 hand to bieden bij het invaren. Na moeilijk g<^manoeuvreer was het «schip eindelijk tot voor de kade ge komen en aan de ligplaats hit den steiger gemoerd. Do bedrijvigheid d«k nam moer en meer toe. De beman ning haastte sac1- met het werk. Ieder was verlangend aan den wal te ko men. Familie en kennissen stonden in afwachting te turen op de donkere kade. Do kok wa» een dor eereteri, die an boord wilde gaan. Hij stond reede op do verschansing «n trachtte toen met een aprongetjo den wal te berei ken. Doch in do donkerte had hij den afsiand «slecht geschat, waardoor hij niissprong «i tusschen schip en steiger te water plofte. „E*-n man over boord 1" klonk hot onmiddellijk van verschillendo kan ten. Doch hoe hem to re'dden?... Tié vloed wns op hot, hevigst, er liep «-en razende st,rooming on de donkerte be nam hefi uitzicht... Voor Kei* Dito waren dit echter lemnal geen beletselen. Plots rende hij n.-iur hol: voordeke wierp zicih van den hoo gen hoec in hot 'etroomende wateri dook en verdween in de don kere diepte. Onder angstige spanning van ieder, on hel aohip on do kade, word ge wacht enkele seconden, die echter uren geleken, Maar daar kwam do redder weer boven. Mot, één hand hield hii den kok vast. met do andere greep hij schielijk het, toegeworpen touw. Beiden wart® toen weldra aan dek cn zoo goed als ongedeerd. Een luid hoera 1 klonk op hei echip cn aan den wal. Kees Dito werd door <Je bemanning van drogo kloeten voorzien, en door allen geprezen om zijn heldenmoed, maar hij verlangde naar huifi, naar eigen omgeving, .Tuiat zou hij hot. schip verlaten en do loopplank af-aan, toen de kok, die zijn natte colbertje weer met zijn Icokskleedinr» verwisseld had den redder verzocht oven met h«m mee t e gaan. Kees keek rreomd op. aarzelde eerst doch h«*Ioot toeV hem te vo1-en. De kok bracht hem in de messroom. «Ie eetzaal der officieren, cn daar was op helder wit linnen gereed gezet een keurig maal. Heerlijk gebraad, met gebakken aardappelen* doperwtjes, zalm cn owtong. verscJi wit brood, allee wat de kok in korten tnjd bij el kaar had kunnen krijgen ca geneed- maken, w.v3 aanwezig, zelfs een fijne fleech wijn. Hij noodigde «ten red der nu maar flink toe to taston. Koee Dito keek hem glunder aan;- eon medelijdende elimlach speelde om zijn broeden mond. En terwijl liij met den linkerarm een afwerende bewe ging mnakto. zei hij kalm. doch be slist en heelemaal niet uit de hoogtes „Dank jel 'k Heb nou geen hon ger r mee veel moeilo voor zijn twaalf wurmpjte vrij van school te hebben gekre- ccn) bevond hij zich inet het kleine leger zijn gezin uitmaakte op het punt de tram in te gappen. politieagent 'Jrad op hem toe ert vroeg dreigend: „Wat heb- u uitgevoerd F* „Ik... uitgevoerdstotterde Pie rt»:'?, „Ik heb n:el6 gedaanl" Do agent wtafde met zijn hand naar de kinderachtar en vroegs „Waarom loopen die kinderen a dan allemaal achtgrnaf"- Binnenland Het strafstelsel in Nederland. Een centrale vrouwen gevangenis? Voor hetgeen «Ie minister van Justi- „e heeft, gedaan om de celstraf te hervormen werd, blijkens het voorl. verslag der Tweede Kamer dn zakede begrooting der Justitie, waardeering geuit. Niettemin drong men er op aan, dut in de richting van reorgani satie van het gevangeniswezen verder u worden gegaan. Opgemerkt werd, dat nu in verhand met de circulaire van den Minister, betreffende wijzigingen in het straf stelsel. aan de colleges van regenten over de gevangenissen gezonden, aan het dienstdoend personeel der gevan- ;enisseu een zooveel verantwoordelij- cer 1 aak zal worden opgelegd, het een vereischto is een zoo uitstekend moge lijk corps ambtenaren en beambten te hebben. Sommige leden -wenschten, vooral Ier bevordering van de reclasseering der veroordeelden, dat niet alleen aan do mannelijke, maar ook aan de •vrou welijke gevangenen meer onderwijs wordt gegeven en dat haar meer gele, genhoid tot werken wordt verstrekt, .Men gaf voorla in overweging vrou wen, die tot langdurige gevangenis straf zijn veroordeeld, land- of tuin bouw arbeid te doen verrichten, zooala met de mannelijke gevangenen reeda geschiedt. Eenige leden bepleitten in: bet bijzonder bet verstrekken van eeiiig vakonderwijs, vooral handwerk- onderwijs, aan vrouwelijke gevange nen. Tevens werd bij alle waardee- riisg voor de meerdere centralisatie,- die ten opzichte van de vrouwelijke gevangenen in de laatste Jaren heeft plaats gehad aangedrongen op de instelling van een centrale vrouwen gevangenis met deskundige directie en personeel. DOOR EEN STIER 'AANGE VALLEN. De landbouwer R. te öwalmen, die oen etier uit de weide haalde en dezen naar de stal wilde brengen, werd op don grond geworpen en kiee^ eenige sl ooi en in den rug. Door over 'n heg te vluchten, wist hij zich nog juist bij tijds aan de woede van het dier te onttrokken. R. die zich onder dokters behandeling moest stellen, bleek zwa re inwendige kneuzingen te hebber! opgeloopen. Hij had drie ribben ge broken. De stier is later opgevan gen. DE WERELDTENTOONSTELLING 1928 NIET TE AMSTERDAM.! (h er een in de dagbladen verschenen bericht dat hier te lande een consor tium is gevormd, dat de voorbereiding heeft ter hand genomen voor een tij dens de Olympiade 1928. te Amster dam te houden -wereldtentoonstelling, heeft de Nijverbeidsraad in rijn jong ste vergadering van gedachten gewis- sold. De Raad ie daarbij aanvankelijk tot de overtuiging^ gekomen, dat althans uit een industrie-el oogpunt beschouwd tegen he*, houden van een wereldten toonstelling in Nederland ernstige be zwaren kunnen bestaan. De raad heeft echter alvorens 'n definitief oor- deel nit te spreken, besloten over deze aangelegenheid met de Ned. Vereeni- eing voor Teuioonstellingsbelangen overleg te plegen. INCEZONDEN MEDEDEELIMCEN A 60 Cts. per regal, Rheumatiek, Influenza, Gevatte Koude, Kiespijn Geen beter middel hiertegen dan Mijnhardt's Sanapirin-tabletten Feuilleton jGcautoriscerde vertaling naar het Ëngclsch van BARONES OKCZY. 6) Hij weg zeker hor©, omdat r.» hem ban; had gemaakt door wog te ioop« n, maar hij laclsto haar ook uit, omdat hij haar had ingehaald. Afgrijaelijk vond ze hem 31© wa» e:il blijven staan, omdat re eenvoudig niet vorder kon tenmin ste voor hot oogenblik niot. Over «en paar tellen zou zo weer wegloopen, weg van Jim ©n van allo andoren, zolfs van haar pleegvader, die beweerde, d.:- 5iij van haar hic-i 1 en haar gowoön weg gaf aan dtzen on^rnani'-'rden jon gen. alsof ze geen levend wezen wa», maar e. pak poeieren. Zo drukso haar handt n t«agea haar iwrgt, omdat ze bijna stikte door het heftige kloji- pe:i van baar hart. Toen sloeg Jim plotseling zijn armen om haar heen en «irukte haar zoo Mijt tegen zich nan dat ze geen kracht nu< r ovor hield om zich to verzetten. „Stoute Itab» «m zoo weg te loo pen!" zei hij. Zijrf1 gezicht was vlak bij het. hare, en erg rood en warm. Babs voelde dat zc nog nooit zoo'n hekel aan iemand had gehad als op hot oogenblik aan Jim. „Geef me een» een zoem Raja«ei hij, en op zulk een bevelenden toon. dat haar dertienjarige waardigheid hoprioce beleed igd was. Ze schudde henig hot boofd, cn was nog steeds te veel hutten adem om te kunnen spre ken. Ea hijgend en blazend antwoordde j: „Neen". Had ze ns'cd; pas enkele uren geleden gezworen dat re nooit toe zou staan, dat Jim Fiennc» haar kuste! Toen drukte hij zijn warme gezicht fg' n hot hare aan, cn ro kreeg een akelig brandend gevoel tegen haar wang, haar oogcm en haar mond. Zo had wel willen gillen, maar ze was te verontwaardigd cn to verne derd om een geluid te geven. Ze kreeg weer «enigszins haar kr.v hten t'-rug en ze vocht ea worstelde vol woede. Na eon oogenblik sl3agdo zo er in zich vrij to maken en weer begon z<> to hollen: maar dezen keer liep ze niet ver. niet vorder dan d«n rand van den vijver, waar d« zachte grond al onder haar weg zonk en hot water tot aan haflr cnkela kwam. Ze moest zich stevig ast houden aan hot sterke riet. an ders zou zc tot aan haar knieën in do waterlelie» zijn gezonken. Maar Jim was al weer bij haar en stak zijn groo- t© handen naar haar uit. „Als jo me weer aanraakt. James", zei ze vastberaden, „spring ik in den vijvor". Alle opwinding was verdwenen. Ze voelde zich heel kalm en volkomen z» kor van zichzelf. Als Jim weer probeer de om baar eon zoen t© geven zou ze in het meer springen, en als hij haar achterna sprong zou ze hem meetrek- keu cn zijn lioofd onder water houden tot hij verdronk. Ze haatte hem! Ze voelde, dat ze steeds dieper in de modder zakte. Ilte was een ellendig gevoel, want lioowel ze zwemmen kon. had zo «lat altijd gedaaz. in hot helde re water van den molenboek. Dit ge voel van zmergezogen te worden door modder on waterplanten was afschu welijk. Maar 7.0 gaf niet toe. Ze wou liever verdrinken dan zich weer door James te laten zoenen. De ondergaan-' de zon scheen nu niet meer in zijn ge zicht, maar recht in haar oogen, en zo werd er bijna door verblind; cn tegen do roodo lucht zag zo zijn hoofd als een donkere plek. met zijn woeste haar er aan alle kanten om heen; en ze kon niet zien welke uitdrukking zijn ge zicht op dat oogenblik had. Maar hij zeide niete en alles om hen heen was doodstil, terwijl de groote roode schijf van de zon langzaam weg zonk. Toen riep Jim plotseling uit: „W-at een kleine heks bon je toch!" en hij lachte: ja! hij lachte, o die ake lige sarcastische manier van hem, ter wijl zij langzaam in ees^ koud en not graf zonk. Hij stak zijn hand naar haar uit, maar hoewel ze wist, dat hot erg moeilijk voor haar zou rijn ,om uit de kleverige modder te komen, wees m rijn hulp verontwaardigd af. „Zal ik Tubal hierheen sturen, om Je uit den vijver te halen!" vroeg hij. terwijl hij steeds bleef lachen. Was hij geen afschuwelijk wezen? En teen zij koppig bleef zwijgen, haalde bij zijn schouders op, stak zijn handen in do zakken van zijn broek, draaide /ich om en liep kalm weg in de richting van het huis, terwijl bij haar zoo goed on zoo kwaad als het ging uit den vij ver liet kruipen. Haar japon zat vol vlekken, liaar schoenen en kousen waren hopeloos vernield en ze had haar mooie kan ten muts verloren; ze was nog nooit zoo na aan huilen toe geweest, of zoo ongelukkig, of zoo warm, of zoo ver drietig. Jim floot oen deuntje terwijl hij wegliep; hij was onaardig en zc haatte hem. Gelukkig keek hij niet nog eens om hoe ze het er af bracht; eenmaal, toen ze in zijn richting keek, dacht zemaar neen! zo zou zich wel vergist hebben: zo hoopte dat ze zich vergiste, want al wan ze maar een kind, ze wist dat ze or treurig uit zag en haar vrouwelijke ijdelheid drong haar zich ergens te gaan ver stoppen. waar zc z^ker wns dat nie mand haar kon zien, of anders een schuilplaats tc zooken in d© armen van haar kinderjuffrouw. Een oogenblik later was Jim in huis verdwenen en na een paar seconden slond, als bij ioo- verslag de kinderjuffrouw voor haar. Bahs huilde nu vrij uit, en do mede lijdende vrouw nam haar op, en droeg haar, zonder dat zo tegenstribbelde, naar bed. Hoofdstuk IHet gerom mel van den donder. Vier Jaren waren er voorbij gegaan sedert dien Junidag, waarop twee kin deren, op veriangen van hun ouders, met elkaar trouwden. Het meerendeel van dien tijd bad Babs op school door gebracht. De Heer van Brent wilde, aat ze de hoste opvoeding kreeg, «lie er bestond, en daar hij zelf veel In I-onden moest zijn voor zaken, den koning betreffend©, stuurde hij haar naar de school van Juffer Mukijn in Putney, waar Bahs Griaksch leerde en I-atijn, Natuurkunde en Wijsbe geerte en Franscls en Jtaliaansch en ik weet niet wat al meer, want in die dagen moesten do meisjes veel keren en juffer Barbara had «-en scherp ver stand en een uitstekend geheugen. Haar Jongen echtgenoot, zag ze niet vaak. wat maar gelukkig was. want ze had op haar trouwdag voor goed een hekel aan hem gekregen. En eer lijk gezegd stond hij nu niet zoo erg best aangeschreven, de menschen zei den dat hij lui was en brommerig en terwijl zijn twee broers, Nathaniel en John, al vaandrigs in het leger waren, en oen werkzaam aandeel namen in 'de woelig© politiek van die dagen, even als hun vader, scheen James, «lie de oudste was, niets te doen dan een bee tje te luieren bij zijn boeken en ge dichten te maken. Af en toe ging bij op reis naar het vasteland," en dan hoorde men maandenlang niets yan hem. Babs had den laatsten tijd ook niets van Tubal gehoord. Kort na baar hu welijk, c-n voor ze naar school ging, had ze hem altijd gezien als ze me; haar pleegvader naar kasteel Brough- ton reed, om daar een bezoek te bren gen. Tubal was nog even verliefd als altijd, en c-r hadden zich een paar ont roerende scenes tusschen beu afge speeld, waarbij ze zwoeren dat ze el kaar eeüwig trouw zouden blijven. Met tranen :n de oogen bad Babs naar Tubai's hand gekeken zijn linker, waarop zoo duidelijk de beet van Di- na's handen zichtbaar was. Het zou rijn loven lang een lidfeeken blijven. Tubal was er trotsch op, en Babs, diep onder den indruk van het romantische geval, drukte een kus op' de plek, die haar weer herinnerde aan wat er dien ochtend van haar trouwdag gebeurd was. Jiin was zoo ruw en wreed ge weest. niettegenstaande zijn moed en Tubal zoo vriendelijk, zoo ridderlijk, zonder vrees of blaam, alleen maar denkend aan haar gevoelens en zonder acht te slaan op de wond die hem wei zijn leven had kunnen kosten. .{Wordt vervolgd.!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1924 | | pagina 9