HAARLEM'S DAGBLAD
DE REDDER
J. Th. KORT
Woelige Dagen
DERDE BLAD
Zaterdag.1 November 1924.
INSTANTANÉS
DE ERFENIS
Xc
verboden.)
53.
Tilly w«s ecu der bwto soldaten van
onit sx»:. Hii '.ui uii weinige
d;endcu. Hoe b.j dull vvcg iwar Ji&r-
derwijk bad gevonden, it, luii altijd
oen raadoól g«_-aleven. Over zijn vrve-
(Cr leven li«-t hij zich u^en uitmond
uit. snaar het was aan allee te i
Tilly; aavoordde niet. Hij keek strak
voor zich op den grond.
„Do «uaisumi-iosident heeft een
ni unduat tot uitbetaling voor Je! 't Is
'ii hoc!" «om, hé, 'u beele som, 2400
gulden
Nog steed® zweeg do suhlaat.
..AU ik. hot eens voor Je bewaarde,
Tiily!" viel op eens do doktor in.
..J«- -.voet zelf. Loc do kameraden zijn!
Ala dio in do gaten krijgen, dut jij
geld in handen hobt, ben jo 't in een
paar weken kwijt!"
Ik z..-' duidelijk, datriTilly een ho-
vigen trijd inct zich ZcTf had to voe
ren. Hij beet 2ich op de li] pen en keek
al moer naar dun grond.
b jn ju 1 kerol 1"j";;ö£'r"b£j„7
droni! d. dokter -eer oor.. t b j lijk fa iiJu
aanlig apj«.-;tjo voor den dorat. als Jo;
v voom HANDEL t"*»!
PARTICULIEREN.
MARMENJANSWEG 21
KEUR SNELTJES
BEL OR 2370
ken.
zou zot
betere
t' J Hij 1
srgeefo vbi
soldoa
■ktud.
i Till;
:i bud
t mot een
manieree. die
r© fuseliers
••Is prompt
was bii ook builen dienst
rr«t en beleefd. Geen sol-
i,jO n zzirg voor zijn uiterlijk
Op welk oogenblik je beta
ook tegenkwam. altijd zag h.j er
..tip-top" uit. lïfj was. wat Jo fsoenit
'ii model-soldaat
„Voor iniju part sturen a mij mor
gei honderd Tilly"#!" placht onze
is 'ii juweel van 'n kerelEen hcBt
canpagni© van zulke soldaten on je
merkt nauwelijks, dat je oen comman
do habt P'
Weinig vermoed do de goede man,
dat hü «Ons den dag zou zegenen,
waarop hij van Tilly verlost werd.
-.tit dienst komt! Hier op den post zou
)e het toch maar in armoe verteren!"
"pccus koek Tilly op. Ik begreep,
dat de strijd gestreden waai
't Is goéd. dokter. Neem u het 'dan
maar!" rei hij zacht.
„Alles!" vroeg de doktor.
In iilWl" Het kwam er uit als een
explosie,
ham'
i de
bentonir kwam toet oen groolc,
enveloppe in zijn hand.
..Heb jij 'n zekeren Tilly onder J<>
manschappen I" vroeg hij aan den
commandant.
..Ja zeker! 'n Pracht van 'n sol
daat!" antwoord da onze kapitein niet
zonder trots.
„Een Frararhnnnf*
,.J.\ i'.iflt!"
„Z<v>Nou, dan heb jk goeie fijdlng
voor hem
I>o naelatent-rfsWent haaldo een
yroot vel papier uit de enveloppe
toonde het ons.
„Asjeblieft I Een erfenis van 6000
trams!"
„Wat z je? Voor Tilly 1", onze
commandant ««prong oi>. alaof htj door
oen wivtp f> «token was.
„Vijfduizend franc*, jat 2400 gul
den. asjeblieft, lees zelf I"
Wij lazen het atokl Hot was waar,
«en laandaat tot uitbetaling van
2400 ruiden nsft 2400 gulden
ter. behoeve Van den soldaat Pierre
Tilly, neef van madenuikello 1/ontine
Tilly, gestorven den Baten Februari
van het vorige Jaar to Tour».
..2400 gulden!.... Maar dat wor.lt
hun toch niet uitbetaald, hoop ik 1'
»fotterde do kapitein.
..Als hii dat w:l, Ja zeker! Op
etaanden voet zelfs l"- lachte de on-
Mstsnt-reflidsnt.
l )io ramp zal mij toch niet over.
komen I"
„'n Ramp?"
„Ja. zeker. *n r.unpl Wat tnoet ik
hier op tn'n l>ost doen met 'n soldaat,
die 2400 gulden in handen krijgt. Hot
onheil zou niet te overzien zijn!"
jKjchtii» ooi* commandant»
„Kom nou!' kalmeerde de
teut-ntudontl.
„Och. wmw, jij kent den Indjachon
soldaat nor ni-tl 2400 gulden I Je
kunt net zo.-» goed do h««»b> benteng in
brand su-kon2400 golden 1"
M«t tToote passen liop do ecsnman-
dant <io voorgalorSJ lw«ai on weer. al
maar nuchtend „2400 gulden 1 2400
gulden 1"
Do dokter was er nu ook Mjgcxo-
men. Me*- «<n» vieren hielden wij
krijireraad. 2403 guidon :ti handen
van Tilly govcn. dat botlekende niet»
dan ellende I Al» de kameraden een
maal wiiton. cafe één van hen eon er
fenis had gekregen, dan soiaden rij
hom niet met runt laten, voordat do
24CO galden in bier «m jenever was
om?, zet.
„Al» wij hom een» konden bewegen,
bot gold bij één van or.* vieren in !«•-
waring :e geven!" stelde do dokter
voor.
Dat leek nok onzen commandant do
beste oplossing toe.
„ut zal hem hier laten komen I" zei
hij. „Wanneer wil dat gedaan konden
krijgen, dan zoud'-n vrij gered rijn!"
Even later stond Tilly stram in do
houding voor ons.
„Weet jij. dat Je *n erfenis hebt
gekregen van Jo tante Lóontin© Tilly
te Tours I" vroeg do kapitein.
,Ja wel commandant! EOOO francs!"
antwoordde do soldaat, correct en be
loofd als altijd.
„HmJ Zeef Ki\ wat ben Jo van plan
daarmee te doen!"
11 t gu.iat o ii onzen commandant j rijn bevel gesloten werd, gingen
aarde vichtbaar of>- „Dat m nou eens manschappen met Tilly naar den
r t i.dir.' van je, kerel! Dat is no t..chineesclK-n kamp" om Tante Leon-
:ns verstandigbromde hij. tine's erfenis «p te maken en eiken
,.1!-: zal jo "n kwitantio geven!" re: avond kwamen zo zwaaiend en zingend
do doktor ii hij zat al aan de tafel jn benteng terug. lederen morgen
om te schrijven. I weer stond er op liet rapport een heel
d :.:«r. dat hoeft niet. Ik ge-j rijtje soldaten, die den vorigen ttwid
lo-.'! het wel!" lachte do soldaat en iuj Tilly hadden geholpen in het opmaken
maakte Ugcbjk een afwerend gabaar, j van tante'.s apaarduiten. En wanneer
„Nee, me, jo kunt nooit weten, wat de commandant Tilly bij zich liet ko-'
•r gebuurtdroog do doktor aan. |men en hem wilde overhalen liet ree-
,,In gè'.'lsoi:eo kun je niet te correct teerende geld bij hem in bewaring te
zijn!" geven, dan kreeg hij altijd hetzelfde
Tilly ontving zijn kwitantie. Even antwoord: „Nee, kapitein, daar heb
staarde hij er op; toen zei hij: „C'est Ik niets dan narigheid van!"
Lira drólo! 24ÖU gulden in 'depf>: en Zelf dronk hij nooit een druppel te
gcun cent op zak 1" Danroji stak hijy« r-l; altijd bleef hij even correct en
Ji.-t pi-j' - -".in zijn portcmonnaiv. •e!il. liij was alleen maar „de man,
aolueurae en ging heen. (die traineerde".
„Als hij 't maar voUu>udt!" zei d«>; O, tante Leontine, tante Leontine'
kapitein, wien de zaak blijkbaar al tu iala :«t nog denk aan al de ellende, die
uio i ging. jouw bespaarde penningen over onzen
„O, daar ben ik geen ooganblik I"*'- hebben gebracht. Weken lang za-
lang voor!" stcldo do doktor hom gc- ,,,n &He provoosten vol en eiken dag
j Een luid gebrul was het
(..'antwoord uit de cantine.
bevestigend
Dien zelfden avond was er bijna
geen enkele Europeesche 6o:daat op
onzen poet meer nuchter. De francs
van tante Leontine hadden hun werk
gedaan.
Met, onze rust was het na dien Zon
dag afgeloopen. Elke dag bracht
nieuwe drinkgelagen! Wat onze com
,,A;» t" t nmt !nx'.. maiil aiaadant ook voor maatregelen nam,
dan ook geen cenl'. niets hielp. Wanneer do cantine
rust.
Maar do kapitein wns er flog niet
zoo zeker van en bromde: ,,2MX) gul
den! Ik moot het eerst zien, voor ik
bet geloofJ"
Twee w ken verliepen, zonder dut
or iets gebeurde «n wij duchten niit
andora dan dat do erfenis van tante
I.éontino veilig in do geldkist van den
dokter zou blijven tot den dag. waar
op Tilly van onzen post vertrekken zoo
toen hij op een Zondagmorgen in hot
hospitaal onverwachts voor den dok
ter stond.
„Mag ik u cv*n Spreken, dokter!"
„Toch niet ziek!" informeerde onze
art».
Nee, dokter, nee... ehdat
nieteh Maar eh
wou u vragen dokter, otn eh
neh
Onze ar!» begreep onmiddellijk, dat
het »m de erfenis te doen wen.
„Nou, wat heb jo op Je linrtt"
Tilly keek «trak naar r.ijn schoenen.
Toen op een» z«-i hij vlug: „Ik wot
graag m'a gold hebban, d«jkter!"
„Wet i» dut!"
Even koek Tilly op on bijna flui*tu
rend ging hij plotseling in het
Franse li overgaande door: „Ik kan
bet niet langer volhouden, dokter 1"
„Men Jo nou gok, kerel!"
„Mijn kameraden weten, dat ik gold
heb! Zij heblien de kwitantio gezien'
Zo zegg«i, dat Ik 'n giarigoard ben,
'u kloploqpérZo pceten mij op do
chambree tui noemen mij den Fran-
BOhcn vrek! Dat is geen leven meer!
Dat houd ik geen «lag moer uit! Dan
maar liever geen centime moer I"
De dokter liep nadenkend op
neer.
..Als !k Jo dan ©ens lion gulden gaf!"
stelde hij don soldaat eindelijk voor.
„Nee, dokter, ik wil alleal"
„Alles 1"
„Ja, alle»! Ik weet, dat ik hier an
der» over twee dagen toch weer bij u
eta!"
„2100 guldeal Maar, kerel, wat moet
Je met 2400 gulden doen!" riep do dok-
lor uit.
„Dat weet ik niot! Maar zij zuilon
zien, wat 'n Fransche vrek ia!"
Tien minuten later had Tilly zijn
2400 gulden en oven daarna klonk een
oorverdoovend „hoeral" op uit de
cantine.
„Wat i» dat T' vroeg do comman
dant verschrikt.
1 „Dat i» do erfenis van tante Léon-
tine!" antwoordde de dokter, dio op
datzelfde «ogenblik binnon kwam.
„Hol Watl"
„Tiily Jiecft zijn 2400 gulcn opge
vraagd! Nu is hij begonnen met ze op
te maken!"
Em oogcnMIk zat do kapitein per-
pk-x.
,,'t I» toch niot waar F' riep hij.
„Asjeblieft, hier heb Jo do kwitan
tie-1" cm do dokter toonde hum t stuk,
dat hij van TÜly terug had ontvan
gen.
„2100 guldenNou i» de ellende niet
.te «verzien I" zuchtte de kapitein.
weer zuchtte onw commandant: ,,lk
wou, dat die ellendige tante nooit
star ven wasl"
Eindelijk op een morgen kwam Tilly
op bet compagniesbureau.
„Wat mot je?" vroeg de comman-
dnut, die Tüly na den bewasten Zftn-
dag niet moor kon uilslaan.
Ik kom u rapportaereu. comman-
dunt, dat ik door m'n erfenis heen
ben'."
„lied innaai?"
„Complot-ment!" antwoordde Tilly.
...\Iuar mi heb ik bericht ontvangen,
dat mijn taiito Ernestine ook gestor
ven i»!"
„IIó? En door heb je toch niet
van geerfd, hoop ik?" schreeuwde de
kapiVjju.
„Tien duizend francs!' antwoord
de Tilly.
Mijn kapitein was een flauwte nabij,
Hoo het mot dio 10000 francs is ge
gaan, weet ik niet, want, voordat de
erfenis los kwam, was Tilly gelukkig
naar Batavia overgeplaatst. Ik bob
nooit gehoord, of er nog veel soldo,
ton van do erfenis van tante Erne,
ut ine hebben geprofiteerd, maar wel
weet ik. dat ik mi?n ouden comman
dant nooit vrooiijker heb gezien dan
op den dag, toen Tilly van onzen post
verdween,
B. SCHUIL'.
:£en herinnering, opgediept uit
bet grijs verleden, bij de herdenking;
van liet 100-jarig bestaan der N. en
Z.-Hollandsche Roddingsmaatachap-
Pij)
v door
CONST. DE RAYMOND.
lien gure herfstdag; oen kille, stijve
Noord-westeil en een woelige zee.
Ruwe golven, met witte schuün-kop-
jwhi, rollen en spatten uiteen. Aan
een neveligcn horizon, is do kuat
slechts flauw waarneembaar.
Een grooto vlet, bemand met vier
roeiers, plonst haar hoogeu punt.
l>oeg telken» plomp-boteend, in
kokende watermassa. De mannen
trekken stevig en gelijkmatig aan de
riemen, opdat de voorman, achter
omkijkend, een oogenblik kan turen
naar de zuidelijke kim, in dc hoop
aldaar een schip te zullen zien do
gen. In dit geval willen zij den kapi
tein hun diensten aanbieden, bij liet
in de haven loepen van den zeevaar
der. Met behulp van hun vlet bren
gen zij dan, ten dienste van hot schip
trossen uit, oin die aan palen langs
de kade te bevestigen, bij de lig
plaats aan den steiger, waar het
vaartuig gemeerd moet worden.
De vletterlul wachten niot totdat
het pcbip van uit de haven zichtbaar
wordt, maar varen er reeds *a mop-
gons vroeg op uit. In do hoop er in
ree een te zullen zien opdagen, want
er zijn veel vletterlui in den Heldor
het Nieuw.ediep; zij trachten el
kaar vóór te zijn, en maar al te dik-
rijU blijkt de reis teveigeefsch.
Doch deze zeelieden zijn van alle
markten thuis. Is het in den liariugr
jd, maken ze met fcaringtrekken
langs do kust, dikwijls een knap
weekloon; wanneer bii stormweer 'n
schip strandt, en de lading kan mei
1-ehulp van lichters geborgen wor
den, strijken ze per noofd soms een
aardig sommetje op; en de voorwer
ken, welke dagelijks op de kust aan-
ipoelenlj verschaffen eveneens aan
menigeen een extratje.
Omdat de vletterlui altijd bij de
hand zijn, indien er iets te vordle
nen valt, overal bij zijn on op alles
aanvallen, worden ze door anderen
wel eens als „de kraaien" betiteld,
daar deze zwarte brutale rakkers
eveneens op alles azen.
Doch wanneer een schip zich, hij
ag of nacht, in nood bevindt, «rn
ulp seint, als mgnschenlevene in ge
sar verkeert n, staan deze lieden
ook gereed. Dan aarzelen niet,
om bij liet zwaarste stormweer, in
Ftikdonkeren nacht-, als het noodic
is, hun eigen leven in de waagschaal
te stellen, met de reddingboot er «p
uit te gaan, om te trachten de men-
echen van het zinkende wrak te red
den. Dan vragen ze niet wat er te
verdienen valt, dan bemoeien ze zich
niet met loon. dan denken ze uitbui
tend aan do inenschenlevens. dio zon
der hun hulp verloren zullen gaan.
En als de schipper van de redding
boot mannen verzoekt, om als
roeier mee te gaan, rijn er altijd ge
noeg vrijwilligers, dikwijls te veel,
die het jammer vinden te moeten
achterblijven.
Kees Dito wafi de voorman van de
vW vletterlui. hier boven geschetste
Hij had als schipper van de rcdding-
J<wt, heel wat schepen, die in go-
vaar vorkoordenhulp geboden en
talrijke levens gered. En monigen
keer had hij liet zwaar te U-kampen
gehad. want. «Ie reddingbooten, wa
ren toentertijd nog niet zoo m de
perfectie ingericht als thans. Het
omslaan was lang niet buitengeslo
ten. en ging dan bijna alUjil ge
paard met het onzekere vooruitzicht
of do boot zich we! weer zou oprich
ten. De rooiers maakten dan kennis
niet, do woelende golven, en die.uun
niet uitstekend kon zwemmen, wae
meestal reddeloos verloren, boes
Dito was het echter gelukt tol nog
toe met bcjiulp zijner mannen de boot
steeds weer recht t« Krijgen en zich
te kunnen redden. Maar hij was dun
ook «en hoogst bekwaam zwemmer,
oen moedig duiker, «en échte water
rat. die in de moeilijkste omslamhg-
beden weer boven wist te komen. Tal
van monschenlevens haddon aan
Kees Dito hun behoud t« danken;
öon groot aantal medailles en andere
ondorscheidingsteekenen, ook van
buiten!andsche vorsten en reederiJen,
waren hem ten deel gevallen.
Toen do roeiers weder rustten op
de riemen, en Kees weer uou horizon
ten zuiden onderzocht, klaarde zijn
gezicht op. Er teekenden zich flauw
af in schemerig verschiet, vormen
van zeilen en masten, dio langzamer
hand in afmeting toenamen.
Zo koersten in de richting van het
schip. In blij vooruitzicht trokken
do roeiers nog krachtiger aan do ne-
jmKliu XaÜerbiJ gekomen, bloeit het
schip oen vollo driemaster 1o zijn,
diep geladen, prachtig van' bouw,
en flink onder zijn tuig.
Zo praaiden hot schip, waarop re-
v.aaga werd wat zij wildon. Nadat.
Kees Dito dit had uiteengezet, en do
loods, reeds aan boord. 'Joor don
kapitein was gehoord, werd hurt
hod aangenomen en de prijs voor hun
diensten vasgtceteld.
Do vier vletterlui gingen nu voor-
Ioopig over op het scliip. totdfit dit,
hij do haven zou zijn gekorhen; daar
toe werd een touwladder buiten
boord gelaten.
Na kennismaking met do «yjuipago
van hot schip, liepen 'de vier vlet
terlui hot dek op en neer, ten einde
hun verstijfde voeten weer wat le
niger te doen worden. Zij waren kil
en huiverig. Zij draaiden om do
kombuis hoen; het was daar wartó en
de geur van liet eten deed hun neuB
vleugels prikkelen.
Zij hadden den goheelen dag nog
nieto gegeten, dan oen li arde l>otor-
harn, met een ecl«raap6eltje reuzol.
Hot middageten wm door het
echeenevolk blijkbaar Juist genuttigd.
Het «venschot stond op <y*i tafel in de
kombuis: een igroote schaal,gevuld
met bruine bootion. waarop vierkante
stukjes 6pek. Zii bemerkten nu ©er?'
terdege, dat ze honger haddon, die
vletterlui. en koken met bogeerige
blikken't zag or zoo smakelijk uit.
dat enkelen het water in den .mond
kwam.
De koksmaat deed een paar echep-
pon vet, op de boonen en vroeg daarna
INCEZ0NDEH MEDEDEELIMCEN
a 60 Cts. per regel.
Lange Veerstraat 22-26-27-29
HAARLEM
LEIOSCHE WOLLEN QEKENS
WOLLEN ONDERGOEDEREN
Onze Laehfioefe
ONDER VERDENKING.
Meneer Pieterse
had twaalf kin
den niannea ol zii het eten wildon]
Beeeeró: werd «lit aanbod aan
vaard, onder hartelijke dankbetui
ging.
Doch juifet toen zij aan het smake
lijke maal zouden begin min. kwam de
kok in <le kombuis en ziende wat de
koksmaat luid gedaan, iu zajn afwe
zigheid. stoof hij vreealiik op. Hij
nam. met een zeer krachtig woord,
den schotel boonen weg. liep er sclue-
hek ineo naar de verschansing en
voor iemand wist wat er gebeurde,
had bij »>*n heerlijken -inhoud het
kostelijke eten, subiet in zoe gesme
ten.
,,'k Gun het de viaschen nog liever,
dan dio kraaien!" waa zijn be
scheid.
Kvcü stonden de vletterlui paf. doch
toen kwamen de tongen jo». en zii
aren niet «nalsch^ in hun oordeel
ver zoo'n lage, minne liandelwijze.
Kot» Dito echter zei niets. Die han
delwijze was hom to gemeen er een
woord over vuil te maken. Glim
lachend trok hij de schouders op,
haalde ziin tabaksdoos voor den dag
en stopte ziin nijpt©. 'Al» hij rookte
voelde hij den Longer minder.
De wind wa» röeetr naar het. Noor
den geloopen an in kracht toegeno
men. zoodat het schip weinig vor
derde. Het wae al in den avond, eer
do driemaster het havenhoofd van
het Niouwedieof binnenliep.
De vletterlui waren nu weer in liun
eigen vaart ui" «-n gereed de behulp-
.1110 hand to bieden bij het invaren.
Na moeilijk g<^manoeuvreer was het
«schip eindelijk tot voor de kade ge
komen en aan de ligplaats hit den
steiger gemoerd. Do bedrijvigheid
d«k nam moer en meer toe. De beman
ning haastte sac1- met het werk. Ieder
was verlangend aan den wal te ko
men. Familie en kennissen stonden in
afwachting te turen op de donkere
kade.
Do kok wa» een dor eereteri, die
an boord wilde gaan. Hij stond reede
op do verschansing «n trachtte toen
met een aprongetjo den wal te berei
ken.
Doch in do donkerte had hij den
afsiand «slecht geschat, waardoor hij
niissprong «i tusschen schip en steiger
te water plofte.
„E*-n man over boord 1" klonk hot
onmiddellijk van verschillendo kan
ten.
Doch hoe hem to re'dden?... Tié
vloed wns op hot, hevigst, er liep «-en
razende st,rooming on de donkerte be
nam hefi uitzicht...
Voor Kei* Dito waren dit echter
lemnal geen beletselen. Plots rende
hij n.-iur hol: voordeke wierp zicih van
den hoo gen hoec in hot 'etroomende
wateri dook en verdween in de don
kere diepte.
Onder angstige spanning van ieder,
on hel aohip on do kade, word ge
wacht enkele seconden, die echter
uren geleken,
Maar daar kwam do redder weer
boven. Mot, één hand hield hii den
kok vast. met do andere greep hij
schielijk het, toegeworpen touw.
Beiden wart® toen weldra aan dek
cn zoo goed als ongedeerd. Een luid
hoera 1 klonk op hei echip cn aan den
wal.
Kees Dito werd door <Je bemanning
van drogo kloeten voorzien, en door
allen geprezen om zijn heldenmoed,
maar hij verlangde naar huifi, naar
eigen omgeving,
.Tuiat zou hij hot. schip verlaten en
do loopplank af-aan, toen de kok, die
zijn natte colbertje weer met zijn
Icokskleedinr» verwisseld had den
redder verzocht oven met h«m mee t e
gaan.
Kees keek rreomd op. aarzelde eerst
doch h«*Ioot toeV hem te vo1-en. De
kok bracht hem in de messroom. «Ie
eetzaal der officieren, cn daar was op
helder wit linnen gereed gezet een
keurig maal. Heerlijk gebraad, met
gebakken aardappelen* doperwtjes,
zalm cn owtong. verscJi wit brood,
allee wat de kok in korten tnjd bij el
kaar had kunnen krijgen ca geneed-
maken, w.v3 aanwezig, zelfs een fijne
fleech wijn. Hij noodigde «ten red
der nu maar flink toe to taston.
Koee Dito keek hem glunder aan;-
eon medelijdende elimlach speelde om
zijn broeden mond. En terwijl liij met
den linkerarm een afwerende bewe
ging mnakto. zei hij kalm. doch be
slist en heelemaal niet uit de hoogtes
„Dank jel 'k Heb nou geen hon
ger r
mee veel moeilo
voor zijn twaalf
wurmpjte vrij
van school te
hebben gekre-
ccn) bevond hij zich inet het kleine leger
zijn gezin uitmaakte op het punt de
tram in te gappen.
politieagent 'Jrad op hem toe ert
vroeg dreigend:
„Wat heb- u uitgevoerd F*
„Ik... uitgevoerdstotterde Pie
rt»:'?, „Ik heb n:el6 gedaanl"
Do agent wtafde met zijn hand naar
de kinderachtar en vroegs
„Waarom loopen die kinderen a dan
allemaal achtgrnaf"-
Binnenland
Het strafstelsel in
Nederland.
Een centrale vrouwen
gevangenis?
Voor hetgeen «Ie minister van Justi-
„e heeft, gedaan om de celstraf te
hervormen werd, blijkens het voorl.
verslag der Tweede Kamer dn zakede
begrooting der Justitie, waardeering
geuit. Niettemin drong men er op
aan, dut in de richting van reorgani
satie van het gevangeniswezen verder
u worden gegaan.
Opgemerkt werd, dat nu in verhand
met de circulaire van den Minister,
betreffende wijzigingen in het straf
stelsel. aan de colleges van regenten
over de gevangenissen gezonden, aan
het dienstdoend personeel der gevan-
;enisseu een zooveel verantwoordelij-
cer 1 aak zal worden opgelegd, het een
vereischto is een zoo uitstekend moge
lijk corps ambtenaren en beambten te
hebben.
Sommige leden -wenschten, vooral
Ier bevordering van de reclasseering
der veroordeelden, dat niet alleen aan
do mannelijke, maar ook aan de •vrou
welijke gevangenen meer onderwijs
wordt gegeven en dat haar meer gele,
genhoid tot werken wordt verstrekt,
.Men gaf voorla in overweging vrou
wen, die tot langdurige gevangenis
straf zijn veroordeeld, land- of tuin
bouw arbeid te doen verrichten, zooala
met de mannelijke gevangenen reeda
geschiedt. Eenige leden bepleitten in:
bet bijzonder bet verstrekken van
eeiiig vakonderwijs, vooral handwerk-
onderwijs, aan vrouwelijke gevange
nen. Tevens werd bij alle waardee-
riisg voor de meerdere centralisatie,-
die ten opzichte van de vrouwelijke
gevangenen in de laatste Jaren heeft
plaats gehad aangedrongen op de
instelling van een centrale vrouwen
gevangenis met deskundige directie en
personeel.
DOOR EEN STIER 'AANGE
VALLEN.
De landbouwer R. te öwalmen, die
oen etier uit de weide haalde en dezen
naar de stal wilde brengen, werd op
don grond geworpen en kiee^ eenige
sl ooi en in den rug. Door over 'n heg te
vluchten, wist hij zich nog juist bij
tijds aan de woede van het dier te
onttrokken. R. die zich onder dokters
behandeling moest stellen, bleek zwa
re inwendige kneuzingen te hebber!
opgeloopen. Hij had drie ribben ge
broken. De stier is later opgevan
gen.
DE WERELDTENTOONSTELLING
1928 NIET TE AMSTERDAM.!
(h er een in de dagbladen verschenen
bericht dat hier te lande een consor
tium is gevormd, dat de voorbereiding
heeft ter hand genomen voor een tij
dens de Olympiade 1928. te Amster
dam te houden -wereldtentoonstelling,
heeft de Nijverbeidsraad in rijn jong
ste vergadering van gedachten gewis-
sold.
De Raad ie daarbij aanvankelijk tot
de overtuiging^ gekomen, dat althans
uit een industrie-el oogpunt beschouwd
tegen he*, houden van een wereldten
toonstelling in Nederland ernstige be
zwaren kunnen bestaan. De raad
heeft echter alvorens 'n definitief oor-
deel nit te spreken, besloten over deze
aangelegenheid met de Ned. Vereeni-
eing voor Teuioonstellingsbelangen
overleg te plegen.
INCEZONDEN MEDEDEELIMCEN A 60 Cts. per regal,
Rheumatiek, Influenza, Gevatte Koude, Kiespijn
Geen beter middel hiertegen dan Mijnhardt's Sanapirin-tabletten
Feuilleton
jGcautoriscerde vertaling naar het
Ëngclsch van
BARONES OKCZY.
6)
Hij weg zeker hor©, omdat r.» hem
ban; had gemaakt door wog te ioop« n,
maar hij laclsto haar ook uit, omdat
hij haar had ingehaald. Afgrijaelijk
vond ze hem
31© wa» e:il blijven staan, omdat re
eenvoudig niet vorder kon tenmin
ste voor hot oogenblik niot. Over «en
paar tellen zou zo weer wegloopen,
weg van Jim ©n van allo andoren, zolfs
van haar pleegvader, die beweerde,
d.:- 5iij van haar hic-i 1 en haar gowoön
weg gaf aan dtzen on^rnani'-'rden jon
gen. alsof ze geen levend wezen wa»,
maar e. pak poeieren. Zo drukso
haar handt n t«agea haar iwrgt, omdat
ze bijna stikte door het heftige kloji-
pe:i van baar hart.
Toen sloeg Jim plotseling zijn armen
om haar heen en «irukte haar zoo Mijt
tegen zich nan dat ze geen kracht
nu< r ovor hield om zich to verzetten.
„Stoute Itab» «m zoo weg te loo
pen!" zei hij. Zijrf1 gezicht was vlak
bij het. hare, en erg rood en warm.
Babs voelde dat zc nog nooit zoo'n
hekel aan iemand had gehad als op
hot oogenblik aan Jim.
„Geef me een» een zoem Raja«ei
hij, en op zulk een bevelenden toon.
dat haar dertienjarige waardigheid
hoprioce beleed igd was. Ze schudde
henig hot boofd, cn was nog steeds te
veel hutten adem om te kunnen spre
ken.
Ea hijgend en blazend antwoordde
j: „Neen".
Had ze ns'cd; pas enkele uren geleden
gezworen dat re nooit toe zou staan,
dat Jim Fiennc» haar kuste!
Toen drukte hij zijn warme gezicht
fg' n hot hare aan, cn ro kreeg een
akelig brandend gevoel tegen haar
wang, haar oogcm en haar mond.
Zo had wel willen gillen, maar ze
was te verontwaardigd cn to verne
derd om een geluid te geven. Ze kreeg
weer «enigszins haar kr.v hten t'-rug en
ze vocht ea worstelde vol woede. Na
eon oogenblik sl3agdo zo er in zich vrij
to maken en weer begon z<> to hollen:
maar dezen keer liep ze niet ver. niet
vorder dan d«n rand van den vijver,
waar d« zachte grond al onder haar
weg zonk en hot water tot aan haflr
cnkela kwam. Ze moest zich stevig
ast houden aan hot sterke riet. an
ders zou zc tot aan haar knieën in do
waterlelie» zijn gezonken. Maar Jim
was al weer bij haar en stak zijn groo-
t© handen naar haar uit.
„Als jo me weer aanraakt. James",
zei ze vastberaden, „spring ik in den
vijvor".
Alle opwinding was verdwenen. Ze
voelde zich heel kalm en volkomen z»
kor van zichzelf. Als Jim weer probeer
de om baar eon zoen t© geven zou ze
in het meer springen, en als hij haar
achterna sprong zou ze hem meetrek-
keu cn zijn lioofd onder water houden
tot hij verdronk. Ze haatte hem!
Ze voelde, dat ze steeds dieper in de
modder zakte. Ilte was een ellendig
gevoel, want lioowel ze zwemmen kon.
had zo «lat altijd gedaaz. in hot helde
re water van den molenboek. Dit ge
voel van zmergezogen te worden door
modder on waterplanten was afschu
welijk. Maar 7.0 gaf niet toe. Ze wou
liever verdrinken dan zich weer door
James te laten zoenen. De ondergaan-'
de zon scheen nu niet meer in zijn ge
zicht, maar recht in haar oogen, en zo
werd er bijna door verblind; cn tegen
do roodo lucht zag zo zijn hoofd als
een donkere plek. met zijn woeste haar
er aan alle kanten om heen; en ze kon
niet zien welke uitdrukking zijn ge
zicht op dat oogenblik had. Maar hij
zeide niete en alles om hen heen was
doodstil, terwijl de groote roode schijf
van de zon langzaam weg zonk.
Toen riep Jim plotseling uit:
„W-at een kleine heks bon je toch!"
en hij lachte: ja! hij lachte, o die ake
lige sarcastische manier van hem, ter
wijl zij langzaam in ees^ koud en not
graf zonk. Hij stak zijn hand naar
haar uit, maar hoewel ze wist, dat
hot erg moeilijk voor haar zou rijn
,om uit de kleverige modder te komen,
wees m rijn hulp verontwaardigd af.
„Zal ik Tubal hierheen sturen, om
Je uit den vijver te halen!" vroeg hij.
terwijl hij steeds bleef lachen. Was
hij geen afschuwelijk wezen? En teen
zij koppig bleef zwijgen, haalde bij
zijn schouders op, stak zijn handen in
do zakken van zijn broek, draaide /ich
om en liep kalm weg in de richting
van het huis, terwijl bij haar zoo goed
on zoo kwaad als het ging uit den vij
ver liet kruipen.
Haar japon zat vol vlekken, liaar
schoenen en kousen waren hopeloos
vernield en ze had haar mooie kan
ten muts verloren; ze was nog nooit
zoo na aan huilen toe geweest, of zoo
ongelukkig, of zoo warm, of zoo ver
drietig. Jim floot oen deuntje terwijl
hij wegliep; hij was onaardig en zc
haatte hem. Gelukkig keek hij niet
nog eens om hoe ze het er af bracht;
eenmaal, toen ze in zijn richting keek,
dacht zemaar neen! zo zou zich
wel vergist hebben: zo hoopte dat ze
zich vergiste, want al wan ze maar
een kind, ze wist dat ze or treurig uit
zag en haar vrouwelijke ijdelheid
drong haar zich ergens te gaan ver
stoppen. waar zc z^ker wns dat nie
mand haar kon zien, of anders een
schuilplaats tc zooken in d© armen van
haar kinderjuffrouw. Een oogenblik
later was Jim in huis verdwenen en na
een paar seconden slond, als bij ioo-
verslag de kinderjuffrouw voor haar.
Bahs huilde nu vrij uit, en do mede
lijdende vrouw nam haar op, en droeg
haar, zonder dat zo tegenstribbelde,
naar bed.
Hoofdstuk IHet gerom
mel van den donder.
Vier Jaren waren er voorbij gegaan
sedert dien Junidag, waarop twee kin
deren, op veriangen van hun ouders,
met elkaar trouwden. Het meerendeel
van dien tijd bad Babs op school door
gebracht. De Heer van Brent wilde,
aat ze de hoste opvoeding kreeg, «lie
er bestond, en daar hij zelf veel In
I-onden moest zijn voor zaken, den
koning betreffend©, stuurde hij haar
naar de school van Juffer Mukijn in
Putney, waar Bahs Griaksch leerde
en I-atijn, Natuurkunde en Wijsbe
geerte en Franscls en Jtaliaansch en
ik weet niet wat al meer, want in die
dagen moesten do meisjes veel keren
en juffer Barbara had «-en scherp ver
stand en een uitstekend geheugen.
Haar Jongen echtgenoot, zag ze niet
vaak. wat maar gelukkig was. want
ze had op haar trouwdag voor goed
een hekel aan hem gekregen. En eer
lijk gezegd stond hij nu niet zoo erg
best aangeschreven, de menschen zei
den dat hij lui was en brommerig en
terwijl zijn twee broers, Nathaniel en
John, al vaandrigs in het leger waren,
en oen werkzaam aandeel namen in 'de
woelig© politiek van die dagen, even
als hun vader, scheen James, «lie de
oudste was, niets te doen dan een bee
tje te luieren bij zijn boeken en ge
dichten te maken. Af en toe ging bij
op reis naar het vasteland," en dan
hoorde men maandenlang niets yan
hem.
Babs had den laatsten tijd ook niets
van Tubal gehoord. Kort na baar hu
welijk, c-n voor ze naar school ging,
had ze hem altijd gezien als ze me;
haar pleegvader naar kasteel Brough-
ton reed, om daar een bezoek te bren
gen. Tubal was nog even verliefd als
altijd, en c-r hadden zich een paar ont
roerende scenes tusschen beu afge
speeld, waarbij ze zwoeren dat ze el
kaar eeüwig trouw zouden blijven.
Met tranen :n de oogen bad Babs naar
Tubai's hand gekeken zijn linker,
waarop zoo duidelijk de beet van Di-
na's handen zichtbaar was. Het zou
rijn loven lang een lidfeeken blijven.
Tubal was er trotsch op, en Babs, diep
onder den indruk van het romantische
geval, drukte een kus op' de plek, die
haar weer herinnerde aan wat er dien
ochtend van haar trouwdag gebeurd
was. Jiin was zoo ruw en wreed ge
weest. niettegenstaande zijn moed en
Tubal zoo vriendelijk, zoo ridderlijk,
zonder vrees of blaam, alleen maar
denkend aan haar gevoelens en zonder
acht te slaan op de wond die hem wei
zijn leven had kunnen kosten.
.{Wordt vervolgd.!