HAARLEM'S DAGBLAD
UIT DE WERELD
JONG VERDRIET
Woelige Dagen
ZATERDAG 6 DECEMBER 1924 -
JERDE BLAD
HET EINDE VAN SHACKLETONS ZUIDPOOLEXPEDITIE.
Een primitieve woning. De red dende winterkou. Nuttige dieren.
De achtergeblevenen op Victoria land. Op de Croote Barrière.
BovenmcnKhclijke inspanning en xellbeheersMhinS. Drie slachtoffers
Eindelijk gered.
Daags nadat Shackleion mei zijn
vij f wakkere gezellen iu «eu vrijwel
open boot oen gevuarvolicu tocht over
den zuidelijken oceean had aanvaard
om hulp to zoeken voor «1© schipbreu
kelingen op Olifant-eêland. kwamen
gtuw'dig© ijsmassa's van alle kanten
uit ze© opzetten en vormden een soort
ringmuur om hei eiland l>ecn. Groote
bloCken ila werden door wind en gol
ven oj> net strand geworpen tot bo
ven dc ijtgrot, waarin de mannen zich
aanvankelijk getargen hadden. Hier
door werd ecu e*uk strand aan de zee-
zijde afgesloten cn zij besloten de grot.
waar rij opeengedrongen waren, te
verwisselen voor oen ruimer verblijf-
Zij kond'11 nu beschikken over een
uiigcsirektheid strSod van 150 Meter
lang en -kf breed, een ruimte. nog wel
nauwelijks voldoend# voor een kamp,
maar t«Seh iu ieder geval verreweg
verkieselijk i«>ven d? nauwe grot,
v i«rin zo zich nauwelijks konden bc-
Zij begonnen met vier muren op te
richten van «tecnea, die zij op het
et rand wsuden. Ilooger dan GO centi
meter konden lio tnuteu niet worden,
want y.-rdcr reikte^de aanwezige hoe-
dak werden <1© twee bootrn t onder-te
bo en op do muren ■geplaatst «n hier-
in- vin waa hei huis voltooid. Kn in dit
bijna oni<»clitit verblijf, waar de
wind doortieen bli©*. waar de sneeuw
binnenstoof door de openingen tus-
s "hen do steenen. moenten «ie ongeluk-
kigen vertoeven tot er redding kwam
ojdagen! Z'j hadden levensmiddelen
liir.gen aan flarden, «ie hrandsiof was
1 ijna ten einde, en «int bij een kou van
4'. graden onder nu!. Een van de man-
n«-n kreeg bevroren teenrn; het geval
werd zoo ernstig, dat de dokter z©
motst afzetten, maar ron«ier ander in
strument dan een zakmes! Bij de
schipbreuk vun de Endurance waren
zi.u instrumenten verloren gegaan..
Bij al dio e!lcn«le voegden zioh nog
onvoorziene gevaren. Op xek«-r©n d->g
stortte een ©tuk van een gletacher,
d:e zich over de rotsen achter hen illf-
s«rekte, naar ben-dan en had bijna lief
hrele kamp verplet ford; oen anderen
keer w» rd door een hevigen storm ©ei 1
pui goalagen in d»n ijsval v-hór
en dtvisden geweldige golven het huls
m©f zijn bewoners te verzwelgen.
Do winter, die naar zij allen dacb-
ten, hun ellrndo ten top zou voeren
bracht gelukkig redding. Het drijfiji
raakte vast en vormde oen aaneenge
sloten ijsvlakte, en weldra kwamen
daar tal van zeehonden, die onschat
bare dieren, di© den mensch het ver
blijf in »le poolstreken ir.ogcl'Jk maken.
De zeehond voorziet in til de behoef -
ren van d.-n mensch wat betreft woe
ding, kleeding, schoeisel, verwarming
en verlichting, liet vlenrh levert een
gezond en smakelijk voedsel, de huid
warme kleeding en uitstekend schoei-
oei, liet vet geeft een wel ni^t aung'
naam riekende. maar overigens zeer
bruikbare brandstof en houdt do lam
pen <A> gang; in één woord, <1© komst
der zéelionden stelde de innnnen <g>
Olifant-eiland in staat geduldig do Ie
rugkomst van Shackleion af to wach
ten.
Zoodra Shackleion de twee en twin
tig schipbreukelingen veilig cn wel
luid overgebracht naar Punt a Arena»,
de zuidelijkste haven van Chili (Zuid-
Amerika) waar hij en de zijnen met
onbeschrijfelijke geestdrift ontvangen
worden, ging hij opnieuw scheen naar
Nieuw Zeeland, van waaruit hij den
23sfen December 1916 een nieuwen
tocht ondernam om do of» Virtorialênd
achtergebloren mnnneu te hulp te ko
men.
Nog «teeds verkeerds men in onze.
Verheid omtrent het lot van der
tien op Vlctorialand achtergelatenen.
Omtrent vier hunner, n.l, degenen, dio
in Scott's vroeger winterkwartier wa
ren gebleven, kon men MVd zijn; zij
hadden volop levensmiddelen en varen
beachut (zoo dacht men) t©«cn dc kou;
tnanr d© zes ,d;o Sbackleton waren
tegemoet getrokken naar den ui'erMen
rand van «ie Groote Barrière om liem
en zijn drie tochtgenooten van levens
middelen te voorzien, wat zou er van
ben geworden xijnl
Laten wij zien, welke hun lotgeval-
!»n gowvsest waren tot op het oogen-
blik dat Shackleion hen kwam afha-
Toen de Aurora in het ijs beklemd
raakte was de toestand der achterge
blevenen niet zeer rooskleurig. Levens
middelen aaddc-n zij, maar de voor
raad steenkool, die aan den oever van
de 1-aai was opgeslagen, was weggc-
-cjx»eld door een vloedgolf, die door liet
ineenstorten van een ijsberg Mas ver
oorzaakt. Eu het ergste was, dat toen
de verbinding tu*»-iien het eoiiip en
der. wal verbroken werd, de warme
winterkleervn nog niet ontscheept wa
ren; en dat bij de te verwachten bitte
re winterkou! Gelukkig bracht oc|t
hier de zeehond redding Drie man
waren voortdurend op de jacht en
dank zij dc behendigheid, die zij wel
dra verkregen had de kleermaker van
den troep weldra gelegenheid om klee-
rt-n en mokassiius te maken, ond«x>r-
drintrtaar voor vocht en kou. Ook Ie-
verdon de gerelde- dieren e«-u ruin»-
"jts voldoende hoeveelheid vet
de verwarming en de verlichting
hun verblijf; wel was de lucli
van het bramlende vet afschuwelijk,
maar in de poolstreken let men op een
dergelijke kleinigheid niet.
De winter van 1015 liep dus zonder
ongeval ten einde en nauwelijks wa
de lente gekomen (dat is in de zuid
pool*? reken October) of kapitein
Mackintosh, die bij de landing op Vïc-
torialand het bevel over de Aurora
had ©vergegey n -urn luitenant Sten
house, om zelf den tocht over de
Groote Burner© te leiden, trok
vijf man naar het zuiden oin aan dc
uiterste grens van den gletscher, aan
den voet van het randgebergte,
bergplaats van levensmiddelen in
richten. Volgens afspraak zouden
Sbackleton en zijn drie tocht genoot cn
legen het eind van den zomer daar
aankomen cn «W oo hun verderen,
lochr voor gebr<-k gevrijwaard zijn.
Mackintosh en zijn vijf metgezellen
Jovce, \Yild, Diehard», Hayward en
■•-i-tneer-Smith) hadden een vvg af te
-g«-n van I-V*) Ki1om«l?r .*11) uren
gaan) met zwaar be!ad«-n deden. waar
op zich «ie voorraad levensmiddelen
en al het reismaterinal bevonden.
In het begin ging alles naar weasnh,
aar den 22» ten Januari 1916 begon
de t --genspoed.
Zii hadden nog maar 125 kilometer
af te leggen om het eindpunt van den
tocht hrenwwarts t* bereiken, toen
Spencer-Smith zoo ziek werd. dat hij
met geen mogelijkhei-1 verder kon
tt i- nu te doen I Als Sbackleton en
jn drie toclttgenooten. aan den noor-
delijken voet van het randgebergte ge-
kotnen, geen levensmiddelen vonden,
zouden zij van honger omkomen. Er
werd dus 1** loten den zieken man
tnet voldoende levensmiddelen in een
tent achter te laten en zoo snel moge
lijk verder te trekken om het depot
aan de zuidgrens der barrière fe ves
tigen en op den terugweg Spencer-
Smith weder mede te nemen. Zeven
dagen later waren zij terug, maar do
arme zieke was inmiddels zoo achter-
uitgegaan, «lat hij niet meer op do
been kon blijven. Het was echter zmik,
met h' t oog op liet minderen der le
vensmiddelen en het naderend eind
van- den zomer, too spoedig mogelijk
den terugweg te vervolgen, en ze luid'
den nog ruim 7"0 Kilometer af te leg
gen Er bleef dus niets anders ovei
dan den zieke op een der sleden te leg
gen en inot dozen nieuwen last. te
trachten het winterkwartier te l>crri-
ken. Maar twee dagen later volgde een
nieuwe ramp: Mackintosh zelf werd
ziek; or vie! niet aan te twijfelen; de
gevreesde ziekte, de Kmurtelijkc
scheurbuik had Jiem evenals zijn mak
ker Srencer-Smith aangetast. Tooit
bleef nij m«f inspanning van alle
krachten op de been, en voort ging
de tocht
In Februari kwafhen zij in eb- ft
w-nar Scott en zijn tochtgenooten van
honger «u koud? waren omgekomen
en weldra echeeo het, dat hen hetzelf
de vreoselijke lot zou treffen. Den 17en
barstte een van die woedende sneeuw
stormen los. die hel grootste gevaar,
der zuid poolstreken uitmaken, een van
die orkanen, waarin men niet ksti
ademen en waarin de lucht zoo vol
dichte sneeuwvlokken is. dat men geen
twee voet voor z.iol» uit kan zien.
Het wa» onmogelijk verder t<- trekken
n ncht dagen lang waren Zij genood
zaakt in hun tent te blijven. Maar de
levensmiddelen rankten op. de-zieken
werden met den dog zwakker, men
nioe.vt dus te midden van den orkaan
opbreken en trachten het naaslbijziju-
de depot tc- bereiken (êen afstond van
sIcMits '20 kilometer), wilde men niet
onder dezelfde omstandigheden als
Scott den dood vinden.
T)e tocht werd dus opnieuw ban
kaard. maar M.ickintos viel weldra be
wusteloos neer. In den gierenden storm
werd de t«ii nagtnaai* opgeslagen
en de beide zieken werden onder de
hoede van Wild achtergelaten met
de laatste overgebleven levcnsmidde;
len; Joyce, Hayward en Richards, al
leen voorzien van enkele beschuiten,
trokken verder om zoo mogelijk liei
denot ie bereiken en .nieuw voedsel te
halen. Slaagden zij niet, dan wa» al
ler ondergang onvermijdelijk. Drie
dagen lang worstelden de stcn.-re man
nen tegen de ontketende natuurkrach
ten, eindelijk bereikten zij het doel en
zonder zich den tijd te gunnen om uit
te rusten, keerden zij uaar de drie
achtergeblevenen terug. Zij kwamen
nog juist bijtijds: de allerlaatste krui
mels voedsel waren kort te voien ver
bruikt.
Lang konden zij echter niet. in «Ie
tent vertoeven, want de fionger dreig
de opnieuw, cn langzaam voortstrom
pelend trokken zij weer in den ontzet
lenden storm, cn met de uiterste
krachtsinspanning bereikte» zij het
depot, maar deze laatste tocht had
Hayward zoo uitgeput, dat ook hij
machteloos neerzonk.
En nog steeds woedde de orkaan
Er viel niet aan te denken den tocht
'oort te zetten met drie pun, die het
w*rk moesten verrichten fan z.-« en
buitendien hun drie r.eke makker*
moesten voorttrekken over den glet-
s«-her met zijn onoverkomelijke hin
dernissen. Eind«!ijk en ten langen
laatste kwam er uitkomst. Na twuulf
dagen gewoed te hebben, bedaarde de
storm; den l.-ten Mtmrt begon er een
iieerüjke zuidenwind t«- waaien; onmid
dellijk werden de sleden voorzien van
zeilen, de drie zieken op do sleden ge
legd en zeven dagen lang ging Set
rdwuari» in de richting van het
terkwartier. Maar toen op eens,
windstilte! De drie gezonde mannen
kouden met geen mogelijkheid zonder
de hulj» van de zeilen de zwaar lan
den sleden over b«'t ijs bewegen. Nn
gaf Mackintosh zijn mannen l--vcl
hem met twintig dagen voedsel nriuer
te laten en den tocht voort te zetten.
Dit gebeurde, maar de arme Spencer-
Smith, wiens toestand steeds verergerd
was. bezweek den Oden Maart. Het
lukte den overigen het eind van den'
giets-hrr te bereiken. Hayward werd
ondergebracht in een Ipjt aan de Mnc-
Murdo-Golf, daarna keerden de drie
wakkere mannen terug om hun aan
voerder te halen. En zoo w aren d© vijf
overgeblevenen na bovenwenvhelijk'
inspanning eindelijk in veiligheid! H-
kwam er mi nog maar allen op aan
de beide schcurhutklijders te genezen:
maar hier zou weer de zeehond haat
geven. Geen heter middel namelijk te-
g'-n scheurbuik dan versch vl©c*óh en
frisKbe groenten. Groenten waren er
natuurlijk, niet maar wwl een onttit-
Cuttelijk© voorraad telken» versch zee-
ondenyleesch: in een mannd tijd w»
ren de zb-k«-n volmaakt gezond.
Om nu het winterkwartier aan
Hasp Evans te bereiken, moesten zij
afwachten tbt <1© drijvende Ijsmn^a'i
in de golf van Mac-Murdo waren ann
eengevroren, m-'iar hoewel ©r een kou
heerechte van 1">. ja van 20 groden
onder nul, het ijs raakte niet vast;
telkens kwam er een storm op die allo#
weer stuk sloeg. Toen eindelijk in liet
begin van Mei d© golf dicht lag. be
sloten Mackintosh en Hayward voor
uit te gaan naar'het winterkwartier;
maar nauwelijks waren zij vertrokken,
"f ©en nieuwe orkaan barstte lo*.
Nooit heeft men iet» meer van hen
vernomen
In Januari 1017 ftloeg ook voor ile
zeven overlevenden ©j> Yi' torin-lnnd
liet uur der bevrijding. Shnckletou, die
z/ioals wij boven gezien hebben, den
23stcn December uit Nieuw /.©eland
wa» vertrokken, landde den lOden Ja
nuari om ook hen te redden. Hun on
geschokt vertrouwen in hun aanvoer
der werd niet beschaamd.
door
Const, de Raymond.
Nu nog een schoonen, witten boord
de mooie Zondagsch© das, en Henk
wa» gereedHij zei zijn moeder goe
den dag en was vlug verdwenen. Op
den hoek van hot «'.raatje keerde hij
zicli nog even om. ,,Daaa©!Dag
moe!" riep hij, zwaaiend met z'n
rechterarm, zette cr toen de «pal in,
want hij wan wat laat. Eu li ij wilde
op tijd zijn, geen minuut verspil-
len.
Eiken Woensdag- en Zaterda«mid-
dag. twee uur. moeet hij zich aan
melden aan do villa, waar zijn va
der als tuinman in dienst was, IJan
bracht mevrouw hem, als het weer
het toeliet, in den tuin; bij slecht
weer, naar de serre, waar haar doch
tertje dio binnen of builen, steeds op
een gemakkelijken stoel lae uitge
strekt. Na oen zware ziekte was
Sonja, nu aan liet opknappen. en
hoe meer afleiding ze nu bad. boo
beter het was voor haar herstel, had
de dokter uitgelegd. Daarom had
mevrouw den tuinman verzocht, of
Henk, die ongeveer van denzelfden
INGEZONDEN ME0E0EELINCEN
a 60 Cts. psr regel.
Wilt gij uw blouse niet bederven?
Verft dan met KRAKELINGEN-VERVEN
In vele prachtige kleuren. 20 CENT
per pakje. Bij uw drogist
Jeoftijd was als haar dochtertje,
baar op do vrije' middagen van
school, een paar uurtjes gezelschap
moclit houden. Henk deed nn
Jen l»oodschappen voor de familie.
Mond bekeua als een nette, beleefde
Jongen. Henk zou haar weer under©
afleiding kunnen bezorgen dan me
vrouw cn de meisjes, welke zich
hoofdzaak bepaalden tot voorlezen
vertellen.
aar Henk maakte in deu tuin
groote forten van aarde en zoden,
met loopgraven er om heen. of bouw
de in «Ie serre hoog* torens en ker
ken met blokken uit een doos.
nooit w*s Henk iels te veel. Altijd
deed hij mot het grootste genoecen,
hetgcu lie', meisje vroeg. Als ze den
toren hooger wenschte, probeerde hij
hel altijd weer, al vielen -Ie blokken
telkens om. Steeds lachend zocht b
weer den bal, wanneor het meisj-3
iien bij liet opgooien aanhoudend
liet vallen. Eu wat kou z-. dan een
pre» helAen, als hij ecu nieuwe
steenen pijp van vader had ineeg-
bracht en dun met wat zeepwater in
de keuken verzocht, aan bel bellen
l/azen giiur. Hel lukte Henk vaak
van die heel© croote, schitterende
bollen in de lucht te doen gaan. bij
©til weer heel langzaam stijgend en
afdrijvend, om eindelijk mei een on
liooiJissr knalletje uiteen te spatten.
Een enk«ieu k«cr las hij haar ook
wel eens voor, als zs zich op andere
dagen te druk had gemaakt en li
Jioofdje te voel kleur had. Dan
inoclit ze niet spreken, enkel maar
luisteren. Mei hal! ge-vloten oogen
hoorde zo dan naar liet verhaal,
Henk haar voorla», sprookjes of
gesel i ieden i &se n
In Jiet begin hadden d© jongens
uit de buurt vreemd opgezien eu hem
nageroepen, toen JuJ de eerste maal
uurl /ijii beste pakje m Zondag;-, lie
laarzen op 6t.-qi ging. Maar" dal had
item niets kunnen »- holen, daar
lachte hij om. AVel vond hu liet eerst
minder jirettig. dat It.j zijn vrije
middagen niet kon benutten, om met
zijn makkers in het veld. of in li©t
l-o>-.h te »p:len. maar reeds dadelijk
ita den eersten ke«-i met het meisje in
gezelschap te zijn geweest, verlangde
hij naar deu .volgenden vrijen mid
dag.
Wiiarom. wist hij lo©n nog niet
recht. Beloonine in gold kreeg
er niet voor. Mevrouw mocht
niet» voor geven, bad vader ge
Ho uk' zelf zou het trouwens met aan
genomen hebben. Hij kr©©©
heer!ijko tliec mot suiker en lekkere
biscuut. zoovel hij wilde. Muar daar
om was liet hem óók niet te doen.
Het blec-f vreemd. Ilij ging graag,
ofschoon hij er eerst erg tegen op
luid gezien. Hij was verlegen
voelde zich aanvankelijk niet op zijn
gemak. Doch dit veranderde spoedig.
Sou Ju was tegemoetkomend cn bleek
en alleraardigst mei-Je; ze kon zoo
Luk met liein babbelen en zoo lief
iets verzoeken, dat het nooit was te
weigeren. Weldra w;d liet hom dan
ook duidelijk, dat het Souja v
hein eiken Woensdag en Zuterda©
naar do villa trok. Wat vond hij toen
iio ttiMchendagen vroesclijk lang,
vooral die drie. tuaschen Zaterdag en
Woensdag, dat waren vervelende
leeg© dagen.
Maar Jioewel moeder wel wist, dat
Jiij gaarne uaar mevrouw en haar
dochter ging, had hij toch de voor-
naomsto reden voor ieder, ook voor
haar, ais oen geheim weten te be
waren. Hij vertelde niet dal het. eigen
lijk om Souja zelf was, om haar weer
eins to mogen zien, met haar te
kunnen spreken, haar iu stilte te
bewonderen. Dat was het. Hij dutfde
het voor zich wol te bekennen. Daar
om ging hij graag. Om Sonja zelf.
Ze was zoo heel anders dan andere
meisjes die hij konde. Daar kon je
niet mee omgaan en spelletjes doen;
met Sonja vlogen do uren voorbij.
Zie zoo! Hij was or al wcor. Een
flinke ruk aan do ouderwetsche
schelJvort daarop vvordt open
gedaan.... \reenid! Ilij moet even
wacht««n, zei h©t ineisje, dat hem an
ders altijd dadelijk naar mevrouw
bracht.
Mevrouw kwam nu blijkbaar naar
hèm too, hij hoorde haar stem iu de
lial:
„Och, dat is waar ook.... Dat heb
ben wij lieeleinaal vergoten, door die
plotselinge drukte",
v Intu*schen was zij bij Honk geko
men. Zij sprak tegen hem. Wal ze
precies zeldo, wist hij een oogenblik
later niet meer geheel. maar liet
kwam hierop neer, «iat Sonja voor
linar volledig herstel b#glucht moest
hebben. Een oom van haar. die in
Zwitserland woonde, was toevallig
bier gekomen, en nu was beelolen,
dat Sonja met hem zou reizen.
Daarqm waa ze gisteren iu allerijl
-ertrokken met haar oom. Een en an
der had heel wat zorgen en drukte
gegeven, en daardoor was vergeten
Henk te waarschuwen, dat hij nie*
meer behoefde te komen.
Zoo iets had mevrouw eezeid, en
eer hij goed begrepen had, stond hij
weer op de straat.
Loom drentelde hij op huis aan.
zonder doel.
Sonja weg!.. Heel ver... Yoorloopig
zou ze niet terugkeeren; binnen het
jaar zeker niet. zei mevrouw. Zou
Jiij haar wel ooit terugzien?
Hij had haar niet in den tuin ont
dekt, toen hij langs het achterhek
ging, maar dat had hij niet vreemd
gevonden, het weer was immers niet
zoo mooi; hij had wel gedacht haar
iu de sen© te moeten bezoeken. Maar
dat ze er n i i zou zijn, noch in
den tuin, noch in de serre, in het ge
ilede huis ni©t. had hij niet kunnen
vermoeden. Wel had lijj de mogelijk
heid voor oogen gehad, dat eenmaal
zijn taak zou zijn afgeloopen. Na
tuurlijk, als Sonja beter vyas, zouden
zijn diensten overtollig zijn. gewor
den. Doch hij had dc- hoop blijven
koesteren, haar dan tocli nog wel
eens te kunnen zien of spreken, als
hij een boodschap voor haar moe liad
doen.. Maar dat ze zoo plot-
selfng zou heengaan, uit haar "iu-
geving Verdwijnen, daaraan had
hij niet gedacht.
Hoe dichter hij zijn huis naderde,
hoe meer doordrongen hij werd van
het werkelijke feit, dat zij vertrok
ken was. Het was alsof hij iets inisto
iets verloren had. eeu voorwerp van
grouts waarde, een rijk bezit, dat
l.cm wreed ontuomen was.
Alle gepasseerde middagen doem
den weer voor zijn geest op. Jlij kon
allts precies nagaan. op welken
W"©'-dag dit. op welken Zaterdag
d a t was gebeurd, welke spelletjes
ze in 'len tuin op dien dag deden
en welke in de serre op dien,
de titels van alle boeken, waaruit
lijj haar had voorgelezen, wist hij op
te noemen, alles, alles herinnerde
hij zich.
Als hij zijn oogen een weinig sluit
ziet hij. haar liggen, of gedeeltelijk
overeind zitten in haar langen si oei
met kussens. Dan ziet h>j haar
lachend gezicht, mei de zwak mse
wangen, haar prachtig zwart haar in
golven over haar schouders hangend,
haar kleine handjes teot en broos als
porcelein, de fijngeyormde «latike
vingertjes, die hij schier niet durfde
te drukken, als zij haar handje tot
begroeting reikte. Eu haar voetjes
o, wal waren ze klein, haar
goud beslikte muiltjes leken goppen-
tchoenljes. Eenmaal, toen ze mocht
opritten, had ze in een lach
bui om zijn grapjes, spelend met
Jiaar been, een muiltje van liaar
getrapt, hetwelk op eenigcu afetaud
in de Kiezelsteenen van deu tuin viel.
Henk had het vlug opgeraapt, ei:
werd verzocht het weer aan haar voei
te plaatsen. Aascheooestertje cn de
prins", lachte zij. Later noemde
hem schertsend: „mijn prins".r
Dat a 1 e s is nu voorbij!.. Voorbij
voor altijd!.... Ilij zou haar wel nooit
meer zien... nooit meer met haar
'llii trachtte een brok in zijn keel
weg te slikken. Hij had groote moeit
zijn tranen te bedwingen. Als het hein
mi maar gelukte, ongemerkt bij liet
thuiskomen naar boven te kunnen
gaan, naar zijn kamertje. En als
nou maat' niet te veel zouden yrai
thuis; hij zou in ten huilbui uit
barsten, liij voelde het. Hij zou
wel uit kunnen snikken, liob was het
toch mogelijk, dat haar vertrek bij
hem zoo n groote leegte achte-het.
Geen oogenblik was het hem uit de
gedachten, dat ze wég was, vertrok
ken naar een ver land, waar ze aan
hem wellicht niet meer zou denken
en geliecl vergeten, dat ze samen
zulke qenoegelijk© uren hadden door
gebracht.
Maar h ij zou dat niet. Nooit zou
hij lmar vergeten....
Hij zou steeds aan haar blijven
denken, altijd!....
Als hii haar nog maar even had
mogen zien, éénmaal had kunnen
spreken voor haar vertrek, dan....
Kijk uit, sloom© suffer!! riep
eem kruideniersbediende, die niet e?n
mand op zijn rug, in zoodanige aan
raking kwam met den rechterschou
der van Ilcnk, dat de bediende
het trottoir stoof.
Henk zei uiets. Zijn schouder had
een gevoeligen duw gekregen. h'1
deed geducht pijn, maar wat deerde
hem dat. VYat beteekent pïin bij het
schrijnend gevoel, dat hem bleef
doorknagen. Wel etroomden hem de
tranen langs de wangen, maar
hij liet ze den vrijen loop, op^ ge
vaar, dal die andere hem voor* laf
zou houden. Hij deed geen moeite
meer ze te bedwingen, liet gaf hem
gelegenheid zijn andere smart te
uiteei; een opluchting was het einde
lijk eens goed te kunnen uithuilen.
ONZE LACUHOEK
slechts weinigen z
DE VERLEIDER.
Een (ooneel.
speler vond, dat
zijn hospita
goed voor hc-m
was en wilde de
vrouw daarvoor
beloonen. Oj>
zekeren ochtend
gaf hij haar een
gezegelde enve
loppe en «ei:
„Alstublieft me-
geschenk, dal ik aan
geven. Het is een vrij
kaart voor het schellinkje van den schouw
burg. Komt u vanavond kijken? Ik treed
op in mijn glansrol als Don Jean."
De hospita was zeer gevoelig voor deze
ttenüe en natuurlijk maakte zij iran het
vrijkaartje gebruik. Hoe verbaasd was ©eli
de tooneelspelcr, toen hij 'a avonds
thuiskwam en ai zijn koffers voor de deur
opgestapeld vond. Op zijn schellen keek
de hospita uit het raam eu de artist vroeg:
„Mevrouw, vrat beteekent deze vertoo
nt Ik wil naar mijn kamer!"
„Kijlc eens aan." verklaarde de oude
dame, „als u denkt, dat ik «en man ais
mijn huis wil hebl>©n, bent u ver
keerd Ik hen zelf fatsoenlijk en mijn huis
-k. Ik heb nog nooit in mijn leven zoo'n
schurk als u gezien! Mijn deur blijft ge
sloten en u kunt uw troost zoeken bij die
i, die je zoo gemeen bedrogen
Pers-Overzicht
ZWITSERLAND EN DE ONTWAPENING
In liet Haug6Che Maand-
b 1 a d steil Edouani Chapuisot «ie
vraag wat Zwitserland zal doen in
dien een eventueel© ontwa|reningsCOn-
ferenlio tot het besluit, komt, dat de
staten hun legers zullen ontbinden en
antwoordt:
Oppervlakkig geredeneerd zou nv'n
.unnen denken, dat jni-t een land als
Zwüs'-rlund het voorbeeld van ontwa
pening zou moeten geven. Zwitser
land'6 onzijdigheid is gewaarborgd
reeds sedert den vrede van Munster,
in 1648, ze is in. 1815 bevestigd door
het congres van Yersaiiles. En voert
het Roode Kruis niet hetzelfde em
bleem als het wapenschild van Zwit
serland, dat bc-t aanzien schonk aan
dit groote werk der menschelijfcheid en
barmhartigheid? Dringen de Zwitser-
ie traditie® niet naar afkeuring
n alle daden van geweld en oor-
beschouwen wij het recht niet
als onze vaste burcht
..Het zou echter hoogst onvoorzich
tig zijn, uit dit alles voorbarige gevolg
trekkingen Ie maken".
Na een historisch onderzoek van de
•rechillende argumenten, komt de
heer Cbapuisat tot de volgende con
clusie:
Den 2»®n Februari 1020 heeft de
Yolkenhopd nuz eens plechtig de se
dert lang aan Zwitserland toegekeudc
onzijdigheid bevestigd, maar de ver
klaring van London bevat een voor
schrift dat Zwitserland voornemens
s. met pijnlijke zorgvuldigheid in acht
e nemen: zelf zal liet te allen tijde
de onschendbaarheid van zijn grond
gebied verdedigen. Dit kleine land
eet groot te zijn tegenover dezen plicht.
..De omstandigheden zijn intussehen
niei gunstig. De een gelooft, dat Zwit
serland in een volgenden oorlog even
min aangevallen zal worden als in
1911; de anderen achten tie vooruit
gang der oorlogstechniek zóó slerk,
dat het voor een klein land nutteloos
wordt, mede in het strijdperk t© wil
len treden. Heiden vergeten, dat dit
niels te maken heeft met hei plichts
besef, zoo sterk in dit opzicht ontwik
keld bij het Zwiisersèke volk, een be
sef. dat door de lessen der historie
altijd verlevendigd z<ou worden, 'mocht
het gevaar loopen Ie verslappen. Er
ger dan- de malerieele gevolgen zou
echter de moreel® uitwerking eene-r Ie
vroeg ondernomen ontwapening zijn:
het prijsgeven van zoo verheven be
grippen als vrijheid, onafhankelijk
heid, en van de nobele instellingen,
waarop ons volk trot&ch is. Zeker, ©r
zal ontwapend moeten worden. De
veroveringszucht moet in het- hart der
staatslieden worden uitgeroeid. Dip
militaire ontwapening zal echter
slechts mogelijk worden nadat de ge
moederen ontwapend zijn; nadat het
geweten der meuschheid de natiën
geleerd zal hebben hoe het vredes
vraagstuk is op te lossen: niet werk
tuigelijk, maar door de ontwikkeling
der gedachte.
..Deze evolutie is thans gaande, in
vele landen. Wij moeten daaraan deel
nemen. ze ook niet tegenwerken door
het belang ervan te verkleinen Dit
werk is een werk van de volkeren ge
zamenlijk. De onfw3penings-conferen-
toe zal in het volgend jaar er den
groudsla? voor leggen, naar wij ho
pen. F.aat ons tevens hopen, dat ze
tevens aan de kleine natiën, belang
rijk juist om hun vredelievend stre
ven- de mogelijkheid zullen openen,
opnieuw hun militaire maatregelen te
herzien, die echter slecht.* één doel
kunnen hebben: <de verdediging van
het vaderland, van zijn tradities en
zijn geluk'.
Feuilleton
.Geautoriseerde >.-rtaling naar het
Engclrcj van
BARONES OBCZY.
36)
En hoe meer z© hier over na
dacht, hoe aicer ze or '-an overtuigd
raakte, dat het hajr plicht waa om
Jim to g-aan zoeken; alles om haar
heen op dezen warmen zomerdag
dwong cr haar toedc warme, be
dwelmende lucht, de geur der rozen,
het zingen der merels en lijster»
alle» scheen cr op aan tc dringen. Ze
moejt Jim zoeken, zeiden ze Ze
moest Jim zi©n te vinden en hem
zeggen, dat hij weg moest gaan. Ze
zou h'-m wel vinden, dftar twijfelde
z© niet aan. Zo moest haar plicht
doen en d0 hemel zou haar helpen.
Het was baar plicht cn ze moest het
zelf» doen al moest zo er haar trots
voor opzij zetten. Den laatstcn keer
was Jim zoo kortaf tegen haar ge
weest, ze zou zich in bedwang moeten
houden cn niet driftig mogen worden
als hij zich van haar afkeerde.
Maar terwijl ze dit bij zichzelf over
legde, wist z© at dat ze zon probee-
j-eji om hem t© vinden en dat ze wel
jjagéü moest; zo wist zelfs precies
waar ze hem zoeken zou en hoe laat.
Hij ging immer* naar Shutford en het
bosch. waarin hij zoo graag dwaalde
was immers niet v©r van het huis af
Ze ging aan Matthew zeggen dat hij
haar paard. Stella, om zeven uur
»«»nf haar gezadeld moest hebben.
Dat leek haar een mnoien tijd omdat
Tubal iets gezegd had over zonson
dergang. Toen liep ze weer langs de
slotgracht t©rug. D« zon was nog erg
heet en ornda'. ze moe was na de vele
emoties der laatste dagen, haalde ze
de oud© boot uit het bootenhuis, sta
pelde cr een paar kussen» in en maak
te haar vast onder d©n overhangen
den wilg. Yan hieruit had z© tuss©hen
de takken «lo©r een prachtig gezicht
op den zuidelijken gevel van het kas
teel, met de twee massieve torens
waarin dc groote trappen lagen, cn
onder het dak var. den westelijken to
ren, dc raadszaal waarin het kistje
van den koning werd bewaard. Droo-
mend cn peinzend bleef ze zoo een
paar uur liggen. Soms sliep ze half in.
som» lag ze te lezen. Ze had een van
haar lievelingsboeken meegenomen.
..De elfenkoningin", van Spencer
en in bet begin las ze ijverig door,
terwijl alles stil was om baar been en
het bootje af en toe zachtjes schom
melde. Ze las door, en genoot van het
mooie rhytme. van het schoonc ge-
dieht. t'»t ze aan deu regel kwam:
„Zoekend, mijn lief. ga ik van plek
tot plek"toen lief ze d« hand. waar
in ze het boek hield, zakken, en se
bleef achterover in de kusscus liggen
kijken naar de blauwe lucht, die ze
tusachcn de takken door zag.
„Zoekend, mijn lief, ga ik van plek
tot plek", mompelde ze af cn toe cn
toen werd z© s mbcr gestemd cn bad
diep medelijden met zichzelf. Wat
een heerlijke gewaarwording moest
het zijn om bijvoorbeeld in den zomer
door het bosch te dwalen, zoekend
naar den liefste, natuurlijk mes dc
zekerheid, dat men hem ten slotte
zou vinden. Iemand vinden, die de
armen naar haar zou uitstrekken,
wiens oogen zouden schitteren, cn die
©en kreet van vreugde zou geven als
hij haar zag! Welk e©n weelde! Maar
een weelde, die zij Barbara, nooit,
nooit in haar leven zou kennen. Ze
zou het grootste geluk, dat een
vrouw op deze aarde geschonken kan
worden, nooit kennen. Wat had ze ge
daan. wat had ze misdreven, dat haar
dit onthouden moest worden Het
was wreed, wreed. Ze waa jong, le
venslustig, en vol verlangen om lief
te hebben, maar ze was onherroepe
lijk gebonden aan iemand, die niets
voor haar voelde. En ook nooit voor
haar gevoeld kon hebben. Dat had
hij haar dien middag in het bosch
duidelijk genoeg laten blijken, toen
zij tegen hem bad gelachen en woor
den vol vriendschap en modelijden
had geproken en hij zoo koel en kort
af was geweest en haar te verstaan
had gegeven dat hij niete om baar
gaf. En zij was onherroepelijk gebon
den. Ze kon zich niet uicer wijs ma;
ken dat ze eenmaal vrij zou zijn, vrij
om lief te hebben en weer te trou
wen. Dc tijd ging voorbij, de toestand
werd steeds slechterals er weer vre
de was in dit ongelukkige land zou ze
waarschijnlijk to oud, cn zeker to moe
deloos zijn, om haar leven opnieuw te
beginnen. Overal om haar heen zon
gen de vogels, toemden de insecten,
en dc rozen werden door de bijen ge
kust. Overal om haar heen was
leven en liefde, de mooie blauwe he
mel cn de voortsnellende wolken de
dauwdrop op dc bladen der waterle
lie» de ïooie buiging van het riet
onder de liefkozing van den westen
wind cn haar hart deed pijn cn was
zoo vol van een groot, wild verlangen
dat er een brok in haar keel kwam en
©r tranen in haar oogen stonden. Ver
langen Z© wist nauwelijks waarnaar
ze verlangde! Ze strekte alleen de
armen uit en drukte ze toen weer.
leeg, tegen zich aan.
II:
De melancholieke roep van een
roerdomp klonk door de warme, stille
lucht. Barbara opende de oogen en
keek slaperig om zich been. Ec poos
je geleden bad zo zitten droomen en
peinz©n daarna moest zij in slaan
gevallen zijn. Het was nog vroeg in
den middag geweest toen z© voor het
laatst gekeken had naar de muren
van het kasteeler lagen dichte scha
duwen iu den rozentuin en in de
middagzon leek het water van de
slotgracht wel een veld vol glinste
rende diamanten. Nu was de onder
gaande zon al verdwenen achter de
muren; boven haar hoofd was de
hemel een verzamelign kleine gouden
wolkjes, waartusschen hier en aaar de
blauwe lucht zichtbaar werdde mu
ren \an het kasteel verrezen daar
donker en onheilspellend, en er was
maar één plek op hun oppervlakte,
die glinsterde daar boven in den to
ren, waar een openstaand venster de
straten van de ondergaande zon op
ving.
Barbara schudde het half verdoofde
gevoel van zich af, cn berispte zich
zelf. omdat ze den kostbaren tijd voor
bij had laten gaan. Tc oordeelen naar
de lengte der schaduwen moest het
nu wel bijna zes uur zijn, en ze had
zich voorgenomen, omstreeks dezen
lijd te paard te stijgen om Jim te zoe
ken. yiug greep ze naar de riemen en
zette zich af van den wal. Terwijl de
boot gcrui*chloos tot midden in de
gracht gleed, keek ze toevallig naar
boven. I.ater beweerde ze altijd, dat
hetgeen bloot toeval geweest kon zijn
dat haar toen deed opzien. Ze keek
naar den toren van de westertrao en
toen naar het raam van de zaal. hoog
onder het. dak. wel een twintig meter
of meer van den beganen grond ver
wijderd: de kamer, waarin het kost
bare kistje van den Koning bewaard
werd. Een deel van het raaci stond
open cn ving de stralen der onder
gaande zon op, zoodat het glas schit
terde als een opaal. Barbara, die ccn
oogenblik verblind was door het
schelle licht, verbaasde cr zich over
hoe het kwam, dat liet venster open
stond eu het volgende oogenblik zag
ze, dat er zich iels naar boven be
woog tusschen het raam en het dak
iels katachtigs, vlug co zeker, dat
tegen dien steilen muur opklom, waar
geen gewoon menscbelijk wezen cei:
steuntje voor zijn voeten zou hebben
kunnen vinden. Een paar seconden
later was bet visioen verdwenen tus
schen de twee puntige uitsteeksels bo
venop den toren, maar Barbara twij
felde er niet nicer aan wat het wa*.
dat. ze gezien had. De raadszaalhet
open raam! de gevaarlijke klimpar
tij Geen kat, maar eeh man had zijn
leven -gewaagd op dien gladden stel
len muur om het kistje van den ko
ning te stelen. Een maneen spion
dc man met het litteeken op zijn band
dien Barbara al tweemaal op haar
weg ontmoet had. dien ze al twee
maal in zijn werk had gestouid. maar
die haar tenslotte toch te vlug af
scheen te zijn.
De gedachte daaraan, de an est en
de vrees, was als een donderslag uit
een helderen hemel. Ze kon niet na
gaan hoeveel tijd <>f -elegcnh'-iil ze
had om den vijand zijn snoode plan
nen te beletten. Ze moest nu haude*
lend opticden.
((Wordt rervol^LJ