HAARLEM'S DAGBLAD Naar het binnenland van Brazilië Kerk en School Een merkwaardige promotie. INSTANTANÉS lÖTabT GRIEP TE TOKIO 20 Febr, GRIEP TE LONDEN I Maart GRIEP TE HAARLEM Onze Laebiioelf Sportpraatje SCHULDIG? ZATERDAG 28 FEBRUARI 1925 - DERDE BLAD (Voor Haarlem on Omstreken uitsluitend door Haarlem's Dagblad gepubliceerd) Vervolg Inleiding (door L. F. PARTON) (Copyright bij United Telegraph). (Nadruk ook gedeeltelijk verboden). BEKNOPTE INHOUD VAN VORIGE PUBLICATIES. Do expeditie van kolonel Fawceit naar het binnenland van Brazilië, die door 'de EngeUchc en Awcnkaata-eho geografische vereenigingen gesanc tioneerd :s en gesteund» heeft op grond van voorloopige onderzoekin gen. die achttien a a r hebben, ten doel de Uide centra van een dusrvtr verborgen b<-«.ii.»\yig te rne te vinóen. wier blo-iiijd vólgens Itet oordeel van kolonel Faweetr ten- minete 10.000 Jaar vóór do Egypt it-he v alt. Hejj gaat om twee ►loden, die. ingesloten door dusver ondoor dringbaar '-erv.oud. voor het eerst be treden zullen worden. Kolonel Few- cett wil het bewij-j l-iibreuren. dat niet het gebied van de Eniphrnat. doch veeleer <iit gebied de wieg der menschheid is. Van de beide steden i* de eene. ge- lijk kolonel Fawcei: betoogt door aardschokken en andere natuurkrach ten ingeetort en onder het aardopper vlak verdwenen, de andere „iaatbei de zouden bewoond ?«««.-• zijn door !<!.-inke mrnsrh««n. coeu Indianen, w ier nakomelingen in decadenten toestand aldaar no» aanwezig zouden zijn. Kolonel Pawcett h«ft de dusver verzamelde gegevens gelieim gehou den en allc-r- »*n de beide fceiten verstrekt. P. R. G. S.. D. S. O door G. F. PARTON. New-York. Februari. Kolonel Fawcett, F. K. S., D. s. O.. «Ie Vermaard* Zuid-Ame: ka-onderzoeker, heeft «bvhtn écn «ni- leel in overvloed <i* xev«-n lettere achter zijn naam. die rijn woten.u'hap. oeliike waardigheden aanduiden en welFellow Royal Geographical So. ciety en Doctor Science Oxford. Do overate, die op weg oegaau is. n»n. ge. lijk bekend, een verbergen oude «tod in Brazilië te zoeken <u zo.i moge lijk «*n nieuw höOfdatuk van «1* ge. whiedenis der ntenecliheid te e '.irij ven, ie ecu ach<enri|fti a t b 1 e ar ia r I Bij mogelijke conflicten met dc zwarte, met bijlen zwaaiende holbe woners of ipet wreede Mucunwdue, zuilen kolonel Fawcett"» tegenstanders hern in ring-form" aantreffen. Dat geldt eveneens voor zijn een-en-twiiilig j.ing-t» *<v»n Jack en Ralaiglt ltiinmol, den t-toicljiuchen iongen Engekclimnn, dio hen verge zelt. Geen enkele deelnemer aan do Olytnpischo spelen wo« ooit voortref felijker getraind dan deze drie gere serveerde. nuchtere EngebHien, wier wee naar een vergeten wereld be dreigd wordt door pijlen. gevaar- iijko ziekten en wilde beesten. Geen hunner bekommert zi' h ntn tabok en w-ijn. allo drie zijn hartstochtelijke ridtetrrp^iers en tot liet «.ogenblik van zijn vertrek wu* kolonel Fawcett in zijn vri:6 oogenblikkcn op het cricketrcld to vinden. Z ij n vader. E. B. Fawcett. die in Torqay woon- dc. was «en van de meest vnmwrde batsmen van zijn tijd en de overste zelf heeft geen geringe vermaardheid, als batsman eu als bowler, verkre gen. DE ONTBERINGEN OP DEN TOCHT. Overste Fawceit ;j gevraagd. waar om de leden van de expeditie tot. een vele jaren eieclien training, tot ja renlange matigheid waren geil won* 8WU' ..Omdat dit de evnige w«g 'v te ko men waar wij heen willen", luidde het antwoord. ..Nadat w ij het ^lichte oerwoud zim binnengedrongen zullen wij onze muildieren in den «trek moeten laten en zware pakkeu alleen moeten torsen. Wij zullen onzen weg moeten hakken door een wirwar van slingerplanten struiken en wortels, waardoor wij slecht» m staat zuilen z jn t w eo f d ri« Enge], ttcho m ij Ion per dag af t« leg gen. Wij zullen nan allo soorten van gevaren cn ontberingen bloot staan, waarhij wij het inet een mm, mum a on voedsel zullen moeten nellen. daar het land arm nan wild Wij zullen een njej, gering zoowel intellectueel als lichamelijk weerstandsvermogen aan den dag moeten leggen, want tal van mannen zijn onder soortgelijke omstandigheden wat hun zenuwen be treft bezweken, nog voor hun lichaam niet meer etand hield. ..Ik heb deze faxtoren voor zoover maar mogelijk wtus op bijna weten- schappelijke wijze overwogen. In mijn talrijke Zuid-Amerikaanse he jaren heb ik de ..luchthartiger)" zeer snel en zr!fs nog voor zij inet de moeilijk heden en de ellende van het oerwoud b idden kennis gemaakt, zien falen. Wanneer men door ingetogenheid, fnteche lucht, sportbeoefening en een voudige k->t is gestaald, kan men er tenminste zeker van zijn, dat men het maximum van zijn krachten voor het avontuur meebrengt." ..In hoofdzaak uit deze overwegin gen beperkte ik de expeditie tot slechts drie man. want het zou indopraktijk eenvoudig o It m o g c I :;k r. ij n, een grooter aantal mannen o p t e s p o r e li, d i o t o be wogen i O u d o Ti z ij n. dut v o I to houden. Ieder die ••en zii het ook r-techts korte v&oantie in e*»n tentenkamp heeft doorge- bracht- zal weten, dat menschendie langen 11 .<3 in de eenzaamheid sam'cn doorbrengen, elkander beginnen te kwellen en te achtervolgen. Wij vor men een ..familie-expeditie" wij zijn er duo ook op getraind, elkaurs gezel schap ie verdragen. Do lang.» duur van het alleen-zijn en dc ontberingen, die wii moeten verdragen, tonden bij een groot er gezelschap weldra tot mislukking van den toclit leiden. Onder de weinigen, die gedurende bet verblijf van de Fawcetts in New- York van lien hoorden, heerfichte «Ie meening. dat de enortieve vooruit zichten tegen de onversaagde on derzoekers waren. Komen zii echter weer terug nadat zii h*t mcedoogen- looze gebied luesrhen Xingu en Ta- ï'-iioz eenmaal hebben betreden, d.-in zullen zii iets volbrengen, dat nie mand tevoren is gelukt. Het ge beente v an t a 1 1 o o z e v o ii- tu r i rt rust in li e t moe ra S i ge oorwoud. Weet -jeriven, avonturier* en do'-r de Bra- iondrn niet tsruj g«le« r d. Hun lot is onbekend. Kolon»! Fawcett heeft zijn kansen zorgvuldig overwogen. Als resultaat daarvan besloot bij. een laatste worp" te wapen. omdat Jiij meende, dat Ensclxrh uithoudingsvermogen plus iruinio0sSaren hem er door zulleu helpen. Na het verlaten van Cnynha zal dc expeditie op de Paraguay enkele mij len, tot Baqtiiri, verder varen, waar - van a li.- verhand niet do be- «•Laafde wereld zal afstond doen on in Ite» Oerwoud onderduiken. «int aan rousachtifo slangen en zwarte pan ters «ven gaotvrii onderdak verleent als aan de gevaarlijkste en meest pri mitieve Indianenstammen ter we reld". „Wii zullen te rugkoe reu on wij zullen thuis - H. w ai w li z o e k e n". luidden de laatste w o O r d e n v a n over* to F a w- cett, toen do loopplank b ii hot vertrek van do ».V lubsn" na a r II i o d e J a- n e i r o werd ingehaald. Een 62-jarlge doctor in de rechtsgeleerdheid. Aan de universiteit te Leiden is be vorderd tot doctor in de rechte •-•el oord- hei»! op proefschrift getitHd ..I>o ko<- liewetgovini? voor do buitengewesten tan Ned.-Indiè" dc heer W'. G. Hev- ting. oud jaar, oud-resident van IJanJoemas, aldus meldt de Tel. NED. HERV. KERK. Aangenomen naar Balk door d». D. M. Vermel, tc Klaaswaal. Beroeper, naar Aapte kerke (toezeg ging) caodidaat A. .Zonneveld te Pijn- acker; ie Wirdum ds. 11. II. Schip per te Willemsoord. Beroeren (toezegging) te lakker- kerk) d*. H. W. Bloem hof f tc Harkste de (Gr.) KEES, MIJN AAP. EEN INSTANTANé VOOR DE JONGEREN. (Nadruk verboden.) Ik wil jullie vertellen van Kees, mijn aap. Het was een zoogenaamde „Lam- pongsche aap", zooais jullie ze mis schien wel kent uit de groote apenkooi in Artis te Amsterdam. Ze zeggen wel eens, dat apen „valsch" zijn. maar ik nooit makker, vriendelijker en aar diger bee si gehad dan Kees, mijn aap. Ik woonde in Indic op een klein plaatsje op Borneo en had hem daar gekregen van den dokter. Kees en ik .•p. van den eersten dag af aan de beste maatjes! Kees had bij den dokter Jtiid in een kleine ijzeren kooi geze- en, waar hij nauwelijks genoeg ruimte ia 1 om rond tc springen. Toen ik Kees kreeg, haalde ik hem dadelijk uit ziia kooi, bood hem aan een lang touw en nam hem in mijn armen mee naar hub. Kees was zóó blij met deze be vrijding uit zijn gevangenschap, dat hij' dadelijk Op miin schouder sprong en in mijn baren ging krabben om te zoeken naar., nou ja, jullie begrijpt e!. Ik botvi Kees' touw aan een 'ing onder aan een kleinen boom vast en ik had nauwelijks gezegd „Vooruit, ga nou je gang maar. jongen!" of hij vloog heelemaal naar boven en Gingerde al? een razende aan den 'noogsten tak been en «ver. Hij kraai de ja, werkelijk, kraaien was bet, wat hij ceed! van louter pleizier. Kcs wïblijkbaar niet, hoe hij het bad. Hij schommelde over eiken tak, bui lde over zijn kop, liet zirh pardoes naar beneden tallen, om dadelijk daarop r-r vlug siaar het bovenste takje te klauteren en ais ik riep „Kees, Kees, kom eens hier!" dan rat hij zoo hoog mogelijk in zijn boom tegen mij gezichten te trekken, net of bij teggen wou ..Dat dacht je maar, ouwe heer! Ik zit, waar ik zit! Kom maai eens bij me, als je kunt!" Kees wist toen nog niet, dat ik maar even aan het touwtje had te trekken om hem naar beneden te kriigen. Hij dacht blijkbaar niet anders dan Hat bii heele maal veilig en vrij was. Toen ik den eersten keer aan het touw ging trek- keo. gilde bij v-an ang't en toen ik hem in mijn armen nam. keek hij zóó ver drietig mij aan, dat h^t net was of hii zeggen wou; „Is het nu al gedaan? Moet ik u al weer naar mijn gevange nis terug?" Kees was net.een mensch; het «preken ontbrak hem alleen nog qjaar. Och, och. a's jullie gezien hadt, die dankbaarheid van Kees, men ik hem opnieuw 1o? liet. Onmiddellijk zat hij weer boven in den boom. schommelde hij van den cenen tak nnar den andere, krabde zich louter van genoegen met zijn voorpoot over ziin hcelc li diaam. Apenooties, ja zelfs pisang', lokten hem niet nnar beneden. Toen ik onder aan den boom stond met groote, gele banaan in mijn hand, zat Keer, als een oud, mummelend manne ke, boven op een tak naar mij te kij ken. Het was, of hij zeggen wou „Toe geef hem nou! Ik heb er zoo'n aan!" maar hij dacht er niet aan naar beneden tc konten- Ik moest weer aan bet touw trekken ora hem van zijn hoogen tak af te krijgen. Kees was zóó bang. dat ik hem weer naar zijn kooi bij den dokter terug zou brengen, dat bij zelfs de pisang in miin hand niet zag, doch al maar klageJijk huil de, net zoo ongeveer als een klein hondje dat doet- Maar toen ik hem de pirang voor hield, greep hij er toch haastig naar en nauwelijks had ik hem weer losgelaten, of hij klom m«"t zim pisang vlugger dan een kat naar boven. Daar stopte hij ziin mond holte gauw vol ea gooide de schillen naar beneden, juist op mijn hoofd. Den volgenden morgen, toen ik weer met vruchten onder den boom stond, kwam Kees uil zichzelf naar beneden. De honger was hem blijkbaar te mach tig Maar zoodra had hij niet een pi sang uil mijn hand gegrist, of hij vloog weer naar boven om haar daar op zijn tak op zijn dooie gemak op tc eten. De schillen kreeg ik als belooning eiken keer op mijn hoofd- I Zoo ging het nog twee dagen, maar den sierden dag kwam Kees ook naar tnij toe, zonder dat ik lekkernijen voor hem in de hand had. Hij 'nad geen wantrouwen meer, hij begreep, dat hij veilig bij mij was. Hij rat dan op mijn knie. op mijn arm, mijn schouders en dadelijk begon hij zooals wij dat noemden te „vlooien"- Hij zat al door aan de haartjes van mijn handen of mijn hals te pulken, alsof ik een oude aap was en zijn grootste plezier aas om in mijn haren te „grazen". En ;k liet Kees maar ziin gang gaan, om dat ik wist, dat hij dat een zaligheid vond. Zoo werden wij trouwe kame raden, Kees en ik. Zoodra Kees mij uit mijn huis zag komen, sprong hij van pure blijdschap al heen en weer en als ik eens door liep, zonder naar hem om te kijkeo, zat hij klagelijk als een k!e:a kind te kreunen. Nieuwsgierig als Kees was., nee maar, daar heb jullie geen idee ran! Je kon letterlijk niets onder zijn joom binnen zijn bereik leggen, of hij njocst het onderzoeken. Hij s;>rong dan naar beneden, graaide bet weg en klom ice naar boven op zijn tak. En geen grooter genoegea voor Kees dan alles ie verscheuren en vernielen! Als je hcfu een ouden doek gaf, scheurde hij hem dadelijk in tweeën. De ecne helft wik kelde hij om /ich heen alsof hel een sjaal was, de andere helft verscheurde hij verder tot in de kleinste stukjes. En natuurlijk zocht hij met zijn lange vin gers, of er in den doek nog wat van zijn gading te vinden was. cq flesch of een kruik zette bij geregeld voor zijn bek om er het laatste druppeltje vocht uit te drinken. Als bij haar heelemaal leeggeslurpt bad, nam hij dc flesch mee naar boven cn dan.... pat»! dan moert zij altijd kapot op den grond! Met een kwak neet hij baar naar beneden. Met een spiegel had je altijd het meeste pleizier! Kees meende dan na tuurlijk, dat er een apdcrc Kees achter ii glas zat en wilde dadelijk zich zelf •looien". Als bij dan merkte, dat dit niet ging en hij dien Kees in den spie gel niet te pakken kon krijgen, greep bij vlug met zijn poot achter het glas om dien andere te verschalken. Wan neer ook dat geen resultaat opleverde, gluurde hij stiekum over het glas heen aan den anderen kant cn was altijd weer wonderlijk verrast, als die Kees dan opeens verdwenen was en toch weer voor hem zat, als hij opnieuw in den picgel keek. Op het laatst kwakte hij geregeld den spiegel nijdig op den grond en a's hij dan ook een Kees van onderen zag, vluchtte hij den boom in en ging als een rarende aan dc takken slingeren. Opmerkelijk was bet, dat Kees pre cies wisr. wie zijn natuurlijke vijanden w-aren. Hoe nicuw.-gierig bij ook was, Ker-. zou nooit naar beneden komen, a's je ern doode slang onder zijn boom legde. Hij klom dan zoo ver mogelijk naar boven en keek aldoor maar schuin naar beneden. Van die slang moest bii niets hebben. En dóódshang was ook hii voor bet pantervel, dat wii in huis hadden. Als hii f-idin, de.n Inlandschen bediende, met dat pantervel maar naar buiten zag komen, begop hii te krii- «ehen ran ang<t. Het was, of hij het roofdier uil de wildernis er nog aan rook! Kees wist niet, hoe hoog hij zou klauteren om het pantervel tc ont vluchten en als dc bediende om Kees tc plagen naar den boom toe kwant, met de dierenhuid om zich heen, dan schreeuwde Kees erbarmelijk hulp. Sidin was Kees' doodsvijand, enkel en alleen door dat plagen mei het pan tervel. Wanneer Sidin voorbij ging, zat Kees aldoor tc blazen cn sissen van nijd cn liet hij al ziin landen zien Dan was hij werkelijk „valsch"! En dan niet te vergeten, dc bonden van den dokter! Die kon Kees ook niet luchten of zien! En omgekeerd! Want ook Kees was de gezworen vijand de hondenDe honden moesten daarom altijd er bij tc pas komen, wanneer Ker; een» „los" was, want dat gebeur de nog al eens, tot schrik van alle be woner' van onzen pou. Ik woonde daar in Borneo namelijk in een „ben- teng", een soort fort. Kees zou, als hij „los" was. het nooit wagen buiten dc benteng te gaan, maar de hcelc bcn- leng w.v-. dan ook ziin terrein. Ik heb er wat een last mee gehad, wanneer Kees aan den wandel was I Hoe hij los kwam, was ons dikwijls een raadsel, maar liet gebeurde herhaalde- luk. Dan zat hij boven op het dak van bet huis van den dokter, vloog langs de dakgoot altijd het touw achter zich aansleepend. sprong naar bene den en stal al het eetbare, dat hij krij gen kon. De eerste keeren, dat hij los was lokte ik hem met een pisang naar be neden en liet hij zich gemakkelijk van-, gen. Maar Kees was zoo slim als een measoh! Nadat hij drie maal er zoo in gevlogen was, was het uit, liet hij 2ich niet meer knippen! Hij zat, veilig en ver van mij af, met begcerige blikken naar mijn pisang te kijken, hij „praat te" op zijn manier met mij door als een oud vrouwtje met ziin bekje tc mummelen, maar hij dacht er niet aan naar mij toe te komen. Heelemaal zonder gevaar was het niet, als Kees los was, want bij smeet .alles om, wat bij te pakken kreeg, vazen, i glazen, kopjes, potjes en panncijesl ingezonden mededeelinoen 60 Ct«. per regel. misschien zullen we eerstdaags lezen Gij allen kunt trachten dit te voorko men door L' minder vatbaar te maken voor griep. Regelmatig gebruik van Akkers Abdijsiroop vereterkt Uw ademhalingsorganen en maakt Uw 6 lijm vliezen ongevoeliger voor ziekte' kiemen, waardoor het gevaar van be smetting vermindert. Wacht daarom niet, totdat ge reeds 2iek zijt, juist de 1-oretversterkende eigenschappen van Akker's Abdijsiroop, bereid uit genees- krachtig® kruiden, zal vaak ziek «or den voorkomen, Gc zijt verplicht je gens Uw huiagenooten, Uw buren, Uw collega .-, kortom jegens iedereen met wien gij in aanraking komt, om het griepgevaar zooveel mogelijk tc- beper ken. door besmetting te voorkomen. Koop dus nog heden Akker's Abdijsi roop en ge zult gewapend zijn. OVERDREVEN. in het glaasje gekeken en zoo als gewoonlijk begon hij in de kroeg op zijn kracht te pochen „Hier in het dorp sla, ik ieder een tegen den gronxV' zwets- Niemand sloeg acht op here en daarom ging hij s-oort: „In het heele laad is er niemand of ik sla hem tegen den grond."' Hij hul hard gesproken en dus hoorde iemand van buiten, achter in het zaakje hem ook. Deze man was echter niet zoo k&kn a'= -Je andere en bij liep dan ook den emi'l om hem met een klap tegen den grond te sanijten: snii-J had echter een vroolljke bui en leukwtg vei hij, terwijl hij overeind krab bel- Jc „Mijne heeren, het schijnt, dat ik de gienzeu te groot getrokken heb."- Niets was veilig voor hem! Het was altijd weer een schrik als wij hoorden: „Kees is los! Kees is los!" Eens op een morgen kwam de vrouw van mijn over buurman wanhopig mijn huis binnen vliegen. „Kom toch gauwl Kees is los! Hij gooit bij ons alle- -tuk!" riep wij. En het was waar! Twee vazen had hij al kapot gesmeten en toen ik kwam, zat hij op het uiterste hoekie van de ge dekte ontbijttafel inet zijn poot in een gclcipot te graaien. Even keek hij mij aan toen kwakte hij den geldpot van tafel en holde weg, klom naar boven op het dak! En daar, veilig geborgen, keek bij naar beneden, alsof bij zeg gen wou „Kom nou maar eens bier, als je kunt!" Maar hoe verstandig ook, toch vloog Kccc er telkens weer in. Zoodra wij de bonden nt3ar hadden geroepen cn deze beneden tegen cc aap daar boven oor- verdoovend stonden te blaffen cn kef- was Kees verloren, want dan sprong lii.i, :i»-cnd en blazend naar beneden en tegelijk pardoes op dc hon den af! Dat was altijd het o ogenblik om hem te grijpen- Voordat het tot n gevecht tusschen Kees en zijn vij anden kwam, had ik het touw al te pak- zat Kees in mijn armen. En wil jullie wel gelooven, dat Kees boe niidig hij dan ook op de honden was mij nooit wat zou doen. Hij siste cn blies al maar door tegen de woedende bon den. maar liet zirh tegelijk door mij zijn kop streelen. Ja, Kees en ik, waren vertrouwde kameraden van elk ander 1 Toen' Kees stierf, ben jV: erg be droefd geweest, al was Kees dan ook. maar een aap. een gewoon dier! Op een morgen hoorde ik hem klagelijk builen.en kermen. Ik kwam buiten en ig hem onder aan den boom liggen, ct ziin achterpootjes hoog opgetrok ken. Ik begreep dadelijk, dat hij iets gegeten had, dat niet goed was cn dat hii sterven ging. Ik ging bij hem zit ten, nam hem op mijn knieën, streelde hem over zijn kopje, sprak mijn vrjen- rleliik-te woorden tegen licm! Kees mummelde nog eenmaal dankbaar te gen mij, zooals hij altijd had gedaan, als wii samen te „praten" zaten, maar hij plukte niet meer aan dn haartjes op miin arm. graaide niet meer naar de pisang, die ik in mijn hand liad. Hij kermde maar al, zacht klagelijk- Ik haalde een mandje voor hem legde hem daarin; zielig bleef Kees, die anders geen seconde stil kon zitten, pijnlijk kreunend, daar onbeweeglijk liggen- In dat mandje is hij gestorven e"n ii dat mandje hebben wij Kees achter de benteng begraven. En nu mogen jullie het kinderachtig en flauw van mij den, maar toen ik Kees daar neerlegde in ziin kleine graf, toen liepen mij de tranen langs de wangen en ik zei nog eens zacht, alsof bij mij hoorea kon „Dag, Keej! Dag. Keessie!" Wij waren ook altiid zulke trouwe kameraden van elkaar geweest, Kees en ik! J. B. SCHUIL. De eerste ronde voor der N. V. B,-beker Hoewel competitiewedstrijden zich vrij wel in de algesneone gunst der voetballief- Iiciibcrs mogen verheugen, zullen velen het toch zeer ptettig vinden, dat de competitie, altham wat do Westelijke eentfe klas: hrërcft, voor «en weekje is stilgezet, o. plaat i te maken .voor een aloud en zeer ge- wnardcerd voc-tbalP-sMjn. namelijk de wed strijden om den Nedcrlandschen Voetbal- beker. De animo hiervoor is zelfs bijzander Een zeer gunstig toeken in een. tijd a.-iriu vee! over professionalisme gespro ken weidt. Een zuiverder amateurisme, dan het spelen om «en beker, is toch wel Baast denkbaar. Ruim 190 elftallen zullen beste krachten inspannen, om het be geerde kleinood te bc-machtige-n. Tol ons genoegen hebben vrijwel al'.e clubs uit Haarlem en omstreken, van den hoogsteu tot den laagstest rang, inge schreven. Wel is liet ja torn er. dat H. F. C. dia zich voor de komende wedstrijden geducht oefenen geen zwaardere tegenpartij heeft gekregen, dan de vierde kiasse-club .Asfc-ndelft". Weliswaar plegen er juist in bekerwedstrijden de grootste en onver wachtste verrassingen '.e komen, maar het toch al heel gek moeten loopen, als As.-cndelft niet een gemakkelijke prooi •oor Arie van Beektim en Miezérus wordt H. F. C. gaat met het gewone elftal den «rijd aanbinden. Alleen zal Cohen Ter- tert niet van de partij wezen. Het elftal van Haarlem, dat Swift" morgen met een nederlaag naar huis te rugstuurt want daar zal het natuurlijk wel op tiilloopen is rec-ds in ons num mer van Donderdag gepubliceerd. Voor Swift moet lie; een prettige gewaarwording om op zulk een prachtig eerste klas terrein, nis (int van Haarlem, te mogen -pelen. Do Amsterdammers hebben er rouwen» om gevraagd. Voor de supporters der roorlbroeken is het aangenaam, dat M. Houtkooper, die eenige weken op het appèl outbroken heeft weer van de partij razijn. Swift speelt in dc derde klasse A en «iaat onderaan met twee gewonnen wed strijden. Het lot heeft het gewild, dat E. D. O. en R. C. 11. cn -/.waren hekerwedstrijd moe ien spelen. E. P. O. ontvangt op haar ter rein arm de Kleverlaan het Amsierdam- sche Ajax. dat ziin 25-jarig bestaan niet' met een kampioenschap heeft kunnen vie waar deze Amsterdammers misschien wel van gedroomd zullen hebben. De E. D. O,-spelers kunnen c-r van op aan, dat Ajax nu haar uiterste best zal doen, om althans den beker to bemachtigen. Dat i 7.e evenwol niet doen, zonder E. D. O. kloppen en dal dit niet gemakkelijk gaat, hebben do Amsterdammers nog op Zondag 18 Januari ondervonden, toen zij met een 2—1 nederlaag naar huis werden teruggestuurd. R. C. II. ou Stormvogels, die elkander nog éóil keer in IJmuiden voor de com petitie moeten bestrijden, komen éérst nog op het terrein aan den Middenweg t^onovcr elkander tc slaan, wat op 25 No- vemher ook reeds geschied is, met het ge volg, dat Stormvogels met een 42 over winning ging strijken. Intusschen zijn de IJmuidenarcn de laatste weken danig in het aftakelen gegaan. Toch kan ook hier een zeer spannende wedstrijd ver wacht worden. Bloemendaa) gaat een uitstapje öaar Rotterdam maken. Nog wel naar Spartal Het uitstapje als zoodanig zal voor de witten wel aardig zijn en misschien óók de wedstrijd zelf, maar de twee puntjes zullen wc! in de Maasstad blijven. Tenzij de Bloemendaaischo keeper Beijk een: verdienstelijk doelwachter kans ziet. r-m de talrijke scherpe schoten van" Ruffelse cn Formenoov te houden en weg te werken. Zandvoort gaat in Laren tegen „Laren"" avonturen. Deze club speelt in de derde k!.\s«e D en bezet daar de tweede plaats. Het ral Zandvoort. die aanspraak op een" plaat' in .ie eerste klas maakt, dus nieS moeilijk vallen, ook den eersten wedstrijd in de bekercompetitie te winnen. In dezelfde kt.is'c, waarin Laren uit komt, speelt ook Arcs, tegen wie Schoten moet spelen. Hier zullen de krachten «lkaar niet veel ontloopen, He» overige programma. De eers'e wedstrijd om het kampioen schap van Nederland wordt mopgen in Den Haag gespeeld lusschen H. B. S. en Go Ahead. Dat is voor het Haagsche voet balpubliek wel hel neusje van den zalm! In Rotterdam wordt aan den Scbieweg een wanhopige wedstrijd gespeeld tusscheri V. O. C., <ii„ niet degradeeien en A- D. O, die promoveeren wil. Feuilleton Amenkaansche Dom an van OTTO HOECKER. ii) „Een fijn heer zat <?r achter. Zi n naam wilde Huntington tnij niet zeg gen, en hij mc-n 'e zelfs, dat dez® mij niet mocht zien, ook mijn adres niet weten, want hij zou mij mot de werkelijke Nellie Minkera kunnon o-u- xnenbrengen cn dan liep «lies mis. Mij was 't goed, in tnijn sch< ilhoek was het heel best, om uit te houden totdat Huntington mij voor den n.»- taris brach'. Dat gob-urdc eergiste ren. Huntington beval mij in het hotel op hem te wachten, hij zou om twaalf uur terug zijn en mij do Greenbacks brengen. M ie niet kwam dat. was mijn jongen! Dat ergerde mij, doch spoedig wist ik, waar ik aan toe was. toen ik den waard uit vroeg en hoorde, dat de schavuit 's morgens reeds zijn boeltje weg had !a»en brengen. Nu. ik wist hem wel ie vinden, dat: verzeker ik u. Had hij jn een roes 'e avonds t« voren niet ge- regd, dat hij bij zijn neef er voor het laatst ook non een paar duizend wik de uitkloppen? Diens adres kende Ik. ..Ik dus niet lui en naar den lucht krabber. Dat was een gewaagd® zaak. Die ellendige detectiven ziin overal; ik vertrouwde het zaak) - niet gin? me' :n dc lift cn verliet tnij op niiic eigen beenen. Toen ik nu het kantoor binnen kwam. was Pbelp» er alben, ik dacht dat hij me dood wil de fiaan, torn hii nuj aanzag. Hl) wilde mij er uit «mijten, doch dun melen er twee zijn. Hola. mijn jon- „•en, zo--' hebben wij niet afgesproken fi ii:. Komt Iluntingtm niet, dan komt toch zijn neef; ean van beiden moet ik spreken. Ik ben toch geen uilskuiken! Toen bracht hij mij ln de andere kamer en ik moest me daar op een stoel zetten als een zoet kind. Goed. ik wachtte. Op eens hoor ik stemmen „Wat dat Huntington Whistler?" kon de detective Keane niet nalaten er tusschen te roepen. Bob zog verwonderd en schijnbaar verbluft op, toen voelde hij weder zijn pijn. „Neen. dat was hij niet. Plotseling zonk mij het hart in de schoenen, ik plaatste mij achter het gordijn en wist zelfs nauwelijks, hoe het toe ging; maar ik dacht toch, een slech te schuilhoek ls beter dan «en vel. ligo cel Ralph Wal don xvaa het geweest, die op liet kantoor gekomen was. Door het gordijn heen had hij, die er achter verborgen stond, de gehee ls kamer kunnen overzien, zonder zeil gezien te worden. Dc boeken bad den meegegeven en z6o had hij zich gemakkelijker kunnen verbergen. Zeer uitvoerig schilderde oe grijze Bob nu, wat Phelp; reeds had mee gedeeld. Hij had duidelijk gezien, hoe Witldon iets In dc fles h i-eschud had die op de schrijftafel stond to n hij zoover gekomen xvas. werd Ralph Waldon voor den eersten keer Z'-i.r onrustig. Hij spreng op in zou zich met gebalde vuist op den getuige j-eworpen hebben, indien meer agen- ten hem niet met geweld hadden te ruggehouden en naar zijn plaats te rug gebracht. ..Dat zou jij gezien heb!-on?! J® lieg», schurk! Je liegt!" schreeuwde hij woester en plechtig voegde hij er «ran toe: „Bij den almachtigen hemel, die In het verborgene ons ziet: het is alles leugen en verzinsel, om mij in het verderf te storten!" Hij viel gebroken op zijn stoel terug en sloeg de beide handen voor het gelaat. Heftig snikken deed zijn ge stalte beven. Toen, plotseling weder opspringend, naderde hij, met tranen, in de oogea en gevouwen handen, zijn vroogeren vriend. „Nad! Beste Naaf'' Kwam liet 'ge broken over zijn lippen. „Kan jij ook gelooven, dat ik moordenaar heb willen zijn?" Zijn klacht» n troffen Nad d ep in het hart. Ook hem stonden de blanke tranen in de oogen. En hij kon niet. an ders: vergeten waren alle slechte ge dachten, die hij tegeD Ralph gekoes terd had, cn hij zag in l,cm weer a»- leen den trouwen vriend van vroege»-, die zooveel geluk en jeugdpleizier trouw met hem gedeeld had. En lv| voelde een innerlijken aandraug wijd de armen uit te breiden en don sidderenden vriend, die nauwelijks kon blijven staan, aan het hart te drukken. „Neen, Ralph, er mag tusschen ons zijn wat wil, maar dat geloof ik niet dat niet! Je bent niet n staat om koelbloedig een moord te bedrijven!" Voor hij het kon verhinderen, had Ralph zijn hand gegrepen en aan zijn lippen gedrukt, „Nad, ik dank je", sprak hij zacht. ,,Je woord geeft mij het geloof in d® menschen terug, nu mag komen wat wil! Ik zou liet niet kunnen ver dragen, zoo ik door jou veroordeel werd!" Het gebeurde tusschen de twee man nen had niet uagelaten diepen indruk te maken. De president was oogen- schijnlijk geroerd en ook Mr. Murray do aanklager, zag er meer bewogen uit dan anders. „Ter zake!" riep hij echter na een oogenblik. ,,De getuige is aan 't woord, wij moeten hem verder hooren". „Nu, ik kan het nier anders zeg gen", knorde dc- grijze Bob. Doch ook Nad Whistler was reeds naar voren gcireden. Door een hoofd knik gaf de president hem bescheid. „Je hebt de hoofdzaak vergeten, man! Daar w«s nog een tweede flesch op mijn schrijfbureau en daar schudde Phelps van het vergif in". ,,'t Is niet waar! Laat je niets wijs maken!" schreeuwde Phelps nu en sprong mei woeste gebaren van zijn stoel op. Doch de sterk gebouwde Nad was reeds, vóór iemand het verhinderen kon. dicht bij hem. „Geen woord meer! Waag het nie», ook nog slechts door een blik je hel per te beinvloed.n, of ik wurg je met eigen hand!' Daarop stelde hij den sidderenden hooswicht in handen van twee agen ten, die hem, terwijl hij te vergeefs tegenspartelde, op zijn stoel neer drukten en hem den mond toehiel- den, terwijl zij tegelijkertijd zich zot» plaatsten, dat de beide kameraden elkander niet konden zien. Nu wendde Nad Whistler zich an dermaal tot den grijzen Bob. „Spreek op! lloe staat het met dat tweede fleschje? Als u het eene ge zien hebt kan u ook het andere zeker niet ontgaan zijn, want hierbij moest locb eerst voorzichtig een pak ket ireopendj een flesch er uit ge haald, het g:f dearin geschud en ver volgens het pakket wed-er gesloten worden... Nu'gij, booswicht, wat hebt. u gezien? Wie van beiden hee'.t het vergif in de tweede flesch geschud. Mr. Waldon of die Phelps daar?" ,,Mr. Waldon", antwoordde Bob, zonder zich te bedenken. „En hoe laat gebeurde dat? Spree* op", voegde hij er dreigend aan toe, teen de andt-r aarzelde. „Weet ik nier. Ik draag geen hor loge. Maar het was onmiddellijk voor Huntington kwam; geen vijf miDUten vroeger was het Ik dacht non, Phelps moet hem onderweg zijn te gengekomen ik wil zeggen Wal don! Of neen, toch Phelps: zij gingen samen zoowat tegelijk weg". ..Er is geconstatetrd, dat Huntins- ton Whistier eerst kort vóór drié, 's namiddags, mijn kantoor is binnen gekomen", verklaarde Nad nu zich tot den president wendend, met ver. heffing van stem. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 9