HAARLEM'S DAGBLAD
Naar het binnenland van Brazilië
Kerk en School
Een merkwaardige
promotie.
INSTANTANÉS
lÖTabT GRIEP TE TOKIO
20 Febr, GRIEP TE LONDEN
I Maart GRIEP TE HAARLEM
Onze Laebiioelf
Sportpraatje
SCHULDIG?
ZATERDAG 28 FEBRUARI 1925 - DERDE BLAD
(Voor Haarlem on Omstreken uitsluitend door Haarlem's Dagblad gepubliceerd)
Vervolg Inleiding
(door L. F. PARTON)
(Copyright bij United Telegraph).
(Nadruk ook gedeeltelijk verboden).
BEKNOPTE INHOUD VAN
VORIGE PUBLICATIES.
Do expeditie van kolonel Fawceit
naar het binnenland van Brazilië, die
door 'de EngeUchc en Awcnkaata-eho
geografische vereenigingen gesanc
tioneerd :s en gesteund» heeft op
grond van voorloopige onderzoekin
gen. die achttien a a r
hebben, ten doel de Uide centra van
een dusrvtr verborgen b<-«.ii.»\yig te
rne te vinóen. wier blo-iiijd vólgens
Itet oordeel van kolonel Faweetr ten-
minete 10.000 Jaar vóór do Egypt it-he
v alt. Hejj gaat om twee ►loden,
die. ingesloten door dusver ondoor
dringbaar '-erv.oud. voor het eerst be
treden zullen worden. Kolonel Few-
cett wil het bewij-j l-iibreuren. dat
niet het gebied van de Eniphrnat. doch
veeleer <iit gebied de wieg der
menschheid is.
Van de beide steden i* de eene. ge-
lijk kolonel Fawcei: betoogt door
aardschokken en andere natuurkrach
ten ingeetort en onder het aardopper
vlak verdwenen, de andere „iaatbei
de zouden bewoond ?«««.-• zijn door
!<!.-inke mrnsrh««n. coeu Indianen, w ier
nakomelingen in decadenten toestand
aldaar no» aanwezig zouden zijn.
Kolonel Pawcett h«ft de dusver
verzamelde gegevens gelieim gehou
den en allc-r- »*n de beide
fceiten verstrekt.
P. R. G. S.. D. S. O
door G. F. PARTON.
New-York. Februari.
Kolonel Fawcett, F. K. S.,
D. s. O.. «Ie Vermaard* Zuid-Ame:
ka-onderzoeker, heeft «bvhtn écn «ni-
leel in overvloed <i* xev«-n lettere
achter zijn naam. die rijn woten.u'hap.
oeliike waardigheden aanduiden en
welFellow Royal Geographical So.
ciety en Doctor Science Oxford. Do
overate, die op weg oegaau is. n»n. ge.
lijk bekend, een verbergen oude «tod
in Brazilië te zoeken <u zo.i moge
lijk «*n nieuw höOfdatuk van «1* ge.
whiedenis der ntenecliheid te e '.irij
ven, ie ecu
ach<enri|fti
a t b 1 e
ar ia r I
Bij mogelijke conflicten met dc
zwarte, met bijlen zwaaiende holbe
woners of ipet wreede
Mucunwdue, zuilen kolonel Fawcett"»
tegenstanders hern in ring-form"
aantreffen. Dat geldt eveneens voor
zijn een-en-twiiilig j.ing-t» *<v»n Jack
en Ralaiglt ltiinmol, den t-toicljiuchen
iongen Engekclimnn, dio hen verge
zelt.
Geen enkele deelnemer aan do
Olytnpischo spelen wo« ooit voortref
felijker getraind dan deze drie gere
serveerde. nuchtere EngebHien, wier
wee naar een vergeten wereld be
dreigd wordt door pijlen. gevaar-
iijko ziekten en wilde beesten. Geen
hunner bekommert zi' h ntn tabok en
w-ijn. allo drie zijn hartstochtelijke
ridtetrrp^iers en tot liet «.ogenblik
van zijn vertrek wu* kolonel Fawcett
in zijn vri:6 oogenblikkcn op het
cricketrcld to vinden.
Z ij n vader.
E. B. Fawcett. die in Torqay woon-
dc. was «en van de meest vnmwrde
batsmen van zijn tijd en de overste
zelf heeft geen geringe vermaardheid,
als batsman eu als bowler, verkre
gen.
DE ONTBERINGEN OP DEN
TOCHT.
Overste Fawceit ;j gevraagd. waar
om de leden van de expeditie tot. een
vele jaren eieclien training, tot ja
renlange matigheid waren geil won*
8WU'
..Omdat dit de evnige w«g 'v te ko
men waar wij heen willen", luidde
het antwoord. ..Nadat w ij het ^lichte
oerwoud zim binnengedrongen zullen
wij onze muildieren in den «trek
moeten laten en zware pakkeu alleen
moeten torsen. Wij zullen onzen weg
moeten hakken door een wirwar van
slingerplanten struiken en wortels,
waardoor wij slecht» m staat zuilen
z jn t w eo f d ri« Enge],
ttcho m ij Ion per dag af t« leg
gen. Wij zullen nan allo soorten van
gevaren cn ontberingen bloot staan,
waarhij wij het inet een mm, mum a on
voedsel zullen moeten nellen. daar
het land arm nan wild Wij zullen
een njej, gering zoowel intellectueel
als lichamelijk weerstandsvermogen
aan den dag moeten leggen, want tal
van mannen zijn onder soortgelijke
omstandigheden wat hun zenuwen be
treft bezweken, nog voor hun lichaam
niet meer etand hield.
..Ik heb deze faxtoren voor zoover
maar mogelijk wtus op bijna weten-
schappelijke wijze overwogen. In mijn
talrijke Zuid-Amerikaanse he jaren
heb ik de ..luchthartiger)" zeer snel
en zr!fs nog voor zij inet de moeilijk
heden en de ellende van het oerwoud
b idden kennis gemaakt, zien falen.
Wanneer men door ingetogenheid,
fnteche lucht, sportbeoefening en een
voudige k->t is gestaald, kan men er
tenminste zeker van zijn, dat men het
maximum van zijn krachten voor het
avontuur meebrengt."
..In hoofdzaak uit deze overwegin
gen beperkte ik de expeditie tot
slechts drie man. want het zou
indopraktijk eenvoudig
o It m o g c I :;k r. ij n, een
grooter aantal mannen
o p t e s p o r e li, d i o t o be
wogen i O u d o Ti z ij n. dut
v o I to houden. Ieder die
••en zii het ook r-techts korte v&oantie
in e*»n tentenkamp heeft doorge-
bracht- zal weten, dat menschendie
langen 11 .<3 in de eenzaamheid sam'cn
doorbrengen, elkander beginnen te
kwellen en te achtervolgen. Wij vor
men een ..familie-expeditie" wij zijn
er duo ook op getraind, elkaurs gezel
schap ie verdragen. Do lang.» duur
van het alleen-zijn en dc ontberingen,
die wii moeten verdragen, tonden bij
een groot er gezelschap weldra tot
mislukking van den toclit leiden.
Onder de weinigen, die gedurende
bet verblijf van de Fawcetts in New-
York van lien hoorden, heerfichte «Ie
meening. dat de enortieve vooruit
zichten tegen de onversaagde on
derzoekers waren. Komen zii echter
weer terug nadat zii h*t mcedoogen-
looze gebied luesrhen Xingu en Ta-
ï'-iioz eenmaal hebben betreden, d.-in
zullen zii iets volbrengen, dat nie
mand tevoren is gelukt. Het ge
beente v an t a 1 1 o o z e v o ii-
tu r i rt rust in li e t
moe ra S i ge oorwoud. Weet
-jeriven, avonturier* en do'-r de Bra-
iondrn
niet tsruj g«le« r d.
Hun lot is onbekend.
Kolon»! Fawcett heeft zijn kansen
zorgvuldig overwogen. Als resultaat
daarvan besloot bij. een laatste worp"
te wapen. omdat Jiij meende, dat
Ensclxrh uithoudingsvermogen plus
iruinio0sSaren hem er door zulleu
helpen.
Na het verlaten van Cnynha zal dc
expeditie op de Paraguay enkele mij
len, tot Baqtiiri, verder varen, waar
- van a li.- verhand niet do be-
«•Laafde wereld zal afstond doen on in
Ite» Oerwoud onderduiken. «int aan
rousachtifo slangen en zwarte pan
ters «ven gaotvrii onderdak verleent
als aan de gevaarlijkste en meest pri
mitieve Indianenstammen ter we
reld".
„Wii zullen te rugkoe reu
on wij zullen thuis
- H. w ai w li z o e k e n".
luidden de laatste
w o O r d e n v a n over* to F a w-
cett, toen do loopplank
b ii hot vertrek van do
».V lubsn" na a r II i o d e J a-
n e i r o werd ingehaald.
Een 62-jarlge doctor in de
rechtsgeleerdheid.
Aan de universiteit te Leiden is be
vorderd tot doctor in de rechte •-•el oord-
hei»! op proefschrift getitHd ..I>o ko<-
liewetgovini? voor do buitengewesten
tan Ned.-Indiè" dc heer W'. G. Hev-
ting. oud jaar, oud-resident van
IJanJoemas, aldus meldt de Tel.
NED. HERV. KERK.
Aangenomen naar Balk door d». D.
M. Vermel, tc Klaaswaal.
Beroeper, naar Aapte kerke (toezeg
ging) caodidaat A. .Zonneveld te Pijn-
acker; ie Wirdum ds. 11. II. Schip
per te Willemsoord.
Beroeren (toezegging) te lakker-
kerk) d*. H. W. Bloem hof f tc Harkste
de (Gr.)
KEES, MIJN AAP.
EEN INSTANTANé VOOR DE
JONGEREN.
(Nadruk verboden.)
Ik wil jullie vertellen van Kees, mijn
aap. Het was een zoogenaamde „Lam-
pongsche aap", zooais jullie ze mis
schien wel kent uit de groote apenkooi
in Artis te Amsterdam. Ze zeggen wel
eens, dat apen „valsch" zijn. maar ik
nooit makker, vriendelijker en aar
diger bee si gehad dan Kees, mijn aap.
Ik woonde in Indic op een klein
plaatsje op Borneo en had hem daar
gekregen van den dokter. Kees en ik
.•p. van den eersten dag af aan de
beste maatjes! Kees had bij den dokter
Jtiid in een kleine ijzeren kooi geze-
en, waar hij nauwelijks genoeg ruimte
ia 1 om rond tc springen. Toen ik Kees
kreeg, haalde ik hem dadelijk uit ziia
kooi, bood hem aan een lang touw en
nam hem in mijn armen mee naar
hub. Kees was zóó blij met deze be
vrijding uit zijn gevangenschap, dat hij'
dadelijk Op miin schouder sprong en
in mijn baren ging krabben om te
zoeken naar., nou ja, jullie begrijpt
e!. Ik botvi Kees' touw aan een 'ing
onder aan een kleinen boom vast en
ik had nauwelijks gezegd „Vooruit,
ga nou je gang maar. jongen!"
of hij vloog heelemaal naar boven en
Gingerde al? een razende aan den
'noogsten tak been en «ver. Hij kraai
de ja, werkelijk, kraaien was bet,
wat hij ceed! van louter pleizier.
Kcs wïblijkbaar niet, hoe hij het
bad. Hij schommelde over eiken tak, bui
lde over zijn kop, liet zirh pardoes
naar beneden tallen, om dadelijk daarop
r-r vlug siaar het bovenste takje te
klauteren en ais ik riep „Kees, Kees,
kom eens hier!" dan rat hij zoo
hoog mogelijk in zijn boom tegen
mij gezichten te trekken, net of bij
teggen wou ..Dat dacht je maar, ouwe
heer! Ik zit, waar ik zit! Kom maai
eens bij me, als je kunt!"
Kees wist toen nog niet, dat ik maar
even aan het touwtje had te trekken om
hem naar beneden te kriigen. Hij dacht
blijkbaar niet anders dan Hat bii heele
maal veilig en vrij was. Toen ik den
eersten keer aan het touw ging trek-
keo. gilde bij v-an ang't en toen ik hem
in mijn armen nam. keek hij zóó ver
drietig mij aan, dat h^t net was of hii
zeggen wou; „Is het nu al gedaan?
Moet ik u al weer naar mijn gevange
nis terug?" Kees was net.een mensch;
het «preken ontbrak hem alleen nog
qjaar.
Och, och. a's jullie gezien hadt, die
dankbaarheid van Kees, men ik hem
opnieuw 1o? liet. Onmiddellijk zat hij
weer boven in den boom. schommelde
hij van den cenen tak nnar den andere,
krabde zich louter van genoegen
met zijn voorpoot over ziin hcelc li
diaam. Apenooties, ja zelfs pisang',
lokten hem niet nnar beneden. Toen ik
onder aan den boom stond met
groote, gele banaan in mijn hand, zat
Keer, als een oud, mummelend manne
ke, boven op een tak naar mij te kij
ken. Het was, of hij zeggen wou „Toe
geef hem nou! Ik heb er zoo'n
aan!" maar hij dacht er niet aan
naar beneden tc konten- Ik moest weer
aan bet touw trekken ora hem van
zijn hoogen tak af te krijgen. Kees was
zóó bang. dat ik hem weer naar zijn
kooi bij den dokter terug zou brengen,
dat bij zelfs de pisang in miin hand
niet zag, doch al maar klageJijk huil
de, net zoo ongeveer als een klein
hondje dat doet- Maar toen ik hem de
pirang voor hield, greep hij er toch
haastig naar en nauwelijks had ik hem
weer losgelaten, of hij klom m«"t
zim pisang vlugger dan een kat
naar boven. Daar stopte hij ziin mond
holte gauw vol ea gooide de schillen
naar beneden, juist op mijn hoofd.
Den volgenden morgen, toen ik weer
met vruchten onder den boom stond,
kwam Kees uil zichzelf naar beneden.
De honger was hem blijkbaar te mach
tig Maar zoodra had hij niet een pi
sang uil mijn hand gegrist, of hij vloog
weer naar boven om haar daar op zijn
tak op zijn dooie gemak op tc eten.
De schillen kreeg ik als belooning
eiken keer op mijn hoofd-
I Zoo ging het nog twee dagen, maar
den sierden dag kwam Kees ook naar
tnij toe, zonder dat ik lekkernijen voor
hem in de hand had. Hij 'nad geen
wantrouwen meer, hij begreep, dat hij
veilig bij mij was. Hij rat dan op mijn
knie. op mijn arm, mijn schouders en
dadelijk begon hij zooals wij dat
noemden te „vlooien"- Hij zat al
door aan de haartjes van mijn handen
of mijn hals te pulken, alsof ik een
oude aap was en zijn grootste plezier
aas om in mijn haren te „grazen". En
;k liet Kees maar ziin gang gaan, om
dat ik wist, dat hij dat een zaligheid
vond. Zoo werden wij trouwe kame
raden, Kees en ik.
Zoodra Kees mij uit mijn huis zag
komen, sprong hij van pure blijdschap
al heen en weer en als ik eens door
liep, zonder naar hem om te kijkeo,
zat hij klagelijk als een k!e:a kind te
kreunen. Nieuwsgierig als Kees was.,
nee maar, daar heb jullie geen idee
ran! Je kon letterlijk niets onder zijn
joom binnen zijn bereik leggen, of hij
njocst het onderzoeken. Hij s;>rong dan
naar beneden, graaide bet weg en klom
ice naar boven op zijn tak. En geen
grooter genoegea voor Kees dan alles
ie verscheuren en vernielen! Als je hcfu
een ouden doek gaf, scheurde hij hem
dadelijk in tweeën. De ecne helft wik
kelde hij om /ich heen alsof hel een
sjaal was, de andere helft verscheurde
hij verder tot in de kleinste stukjes. En
natuurlijk zocht hij met zijn lange vin
gers, of er in den doek nog wat van
zijn gading te vinden was.
cq flesch of een kruik zette bij
geregeld voor zijn bek om er het laatste
druppeltje vocht uit te drinken. Als
bij haar heelemaal leeggeslurpt bad,
nam hij dc flesch mee naar boven cn
dan.... pat»! dan moert zij altijd
kapot op den grond! Met een kwak
neet hij baar naar beneden.
Met een spiegel had je altijd het
meeste pleizier! Kees meende dan na
tuurlijk, dat er een apdcrc Kees achter
ii glas zat en wilde dadelijk zich zelf
•looien". Als bij dan merkte, dat dit
niet ging en hij dien Kees in den spie
gel niet te pakken kon krijgen, greep
bij vlug met zijn poot achter het glas
om dien andere te verschalken. Wan
neer ook dat geen resultaat opleverde,
gluurde hij stiekum over het glas heen
aan den anderen kant cn was altijd weer
wonderlijk verrast, als die Kees dan
opeens verdwenen was en toch weer
voor hem zat, als hij opnieuw in den
picgel keek. Op het laatst kwakte hij
geregeld den spiegel nijdig op den
grond en a's hij dan ook een Kees van
onderen zag, vluchtte hij den boom in
en ging als een rarende aan dc takken
slingeren.
Opmerkelijk was bet, dat Kees pre
cies wisr. wie zijn natuurlijke vijanden
w-aren. Hoe nicuw.-gierig bij ook was,
Ker-. zou nooit naar beneden komen,
a's je ern doode slang onder zijn boom
legde. Hij klom dan zoo ver mogelijk
naar boven en keek aldoor maar schuin
naar beneden. Van die slang moest bii
niets hebben. En dóódshang was ook
hii voor bet pantervel, dat wii in huis
hadden. Als hii f-idin, de.n Inlandschen
bediende, met dat pantervel maar naar
buiten zag komen, begop hii te krii-
«ehen ran ang<t. Het was, of hij het
roofdier uil de wildernis er nog aan
rook! Kees wist niet, hoe hoog hij zou
klauteren om het pantervel tc ont
vluchten en als dc bediende om
Kees tc plagen naar den boom toe
kwant, met de dierenhuid om zich heen,
dan schreeuwde Kees erbarmelijk
hulp.
Sidin was Kees' doodsvijand, enkel
en alleen door dat plagen mei het pan
tervel. Wanneer Sidin voorbij ging, zat
Kees aldoor tc blazen cn sissen van
nijd cn liet hij al ziin landen zien
Dan was hij werkelijk „valsch"!
En dan niet te vergeten, dc bonden
van den dokter! Die kon Kees ook niet
luchten of zien! En omgekeerd! Want
ook Kees was de gezworen vijand
de hondenDe honden moesten daarom
altijd er bij tc pas komen, wanneer
Ker; een» „los" was, want dat gebeur
de nog al eens, tot schrik van alle be
woner' van onzen pou. Ik woonde
daar in Borneo namelijk in een „ben-
teng", een soort fort. Kees zou, als hij
„los" was. het nooit wagen buiten dc
benteng te gaan, maar de hcelc bcn-
leng w.v-. dan ook ziin terrein.
Ik heb er wat een last mee gehad,
wanneer Kees aan den wandel was I Hoe
hij los kwam, was ons dikwijls een
raadsel, maar liet gebeurde herhaalde-
luk. Dan zat hij boven op het dak van
bet huis van den dokter, vloog langs
de dakgoot altijd het touw achter
zich aansleepend. sprong naar bene
den en stal al het eetbare, dat hij krij
gen kon.
De eerste keeren, dat hij los was
lokte ik hem met een pisang naar be
neden en liet hij zich gemakkelijk van-,
gen. Maar Kees was zoo slim als een
measoh! Nadat hij drie maal er zoo in
gevlogen was, was het uit, liet hij 2ich
niet meer knippen! Hij zat, veilig en
ver van mij af, met begcerige blikken
naar mijn pisang te kijken, hij „praat
te" op zijn manier met mij door als
een oud vrouwtje met ziin bekje tc
mummelen, maar hij dacht er niet aan
naar mij toe te komen.
Heelemaal zonder gevaar was het niet,
als Kees los was, want bij smeet .alles
om, wat bij te pakken kreeg, vazen,
i glazen, kopjes, potjes en panncijesl
ingezonden mededeelinoen
60 Ct«. per regel.
misschien zullen we eerstdaags lezen
Gij allen kunt trachten dit te voorko
men door L' minder vatbaar te maken
voor griep. Regelmatig gebruik van
Akkers Abdijsiroop vereterkt Uw
ademhalingsorganen en maakt Uw
6 lijm vliezen ongevoeliger voor ziekte'
kiemen, waardoor het gevaar van be
smetting vermindert. Wacht daarom
niet, totdat ge reeds 2iek zijt, juist de
1-oretversterkende eigenschappen van
Akker's Abdijsiroop, bereid uit genees-
krachtig® kruiden, zal vaak ziek «or
den voorkomen, Gc zijt verplicht je
gens Uw huiagenooten, Uw buren, Uw
collega .-, kortom jegens iedereen met
wien gij in aanraking komt, om het
griepgevaar zooveel mogelijk tc- beper
ken. door besmetting te voorkomen.
Koop dus nog heden Akker's Abdijsi
roop en ge zult gewapend zijn.
OVERDREVEN.
in het glaasje
gekeken en zoo
als gewoonlijk
begon hij in de
kroeg op zijn
kracht te pochen
„Hier in het
dorp sla, ik ieder
een tegen den
gronxV' zwets-
Niemand sloeg acht op here en daarom
ging hij s-oort: „In het heele laad is er
niemand of ik sla hem tegen den grond."'
Hij hul hard gesproken en dus hoorde
iemand van buiten, achter in het zaakje
hem ook. Deze man was echter niet zoo
k&kn a'= -Je andere en bij liep dan ook
den emi'l om hem met een klap
tegen den grond te sanijten:
snii-J had echter een vroolljke bui en
leukwtg vei hij, terwijl hij overeind krab
bel- Jc „Mijne heeren, het schijnt, dat ik
de gienzeu te groot getrokken heb."-
Niets was veilig voor hem! Het was
altijd weer een schrik als wij hoorden:
„Kees is los! Kees is los!" Eens op een
morgen kwam de vrouw van mijn over
buurman wanhopig mijn huis binnen
vliegen.
„Kom toch gauwl Kees is los! Hij
gooit bij ons alle- -tuk!" riep wij. En
het was waar! Twee vazen had hij al
kapot gesmeten en toen ik kwam, zat
hij op het uiterste hoekie van de ge
dekte ontbijttafel inet zijn poot in een
gclcipot te graaien. Even keek hij mij
aan toen kwakte hij den geldpot van
tafel en holde weg, klom naar boven
op het dak! En daar, veilig geborgen,
keek bij naar beneden, alsof bij zeg
gen wou „Kom nou maar eens bier,
als je kunt!"
Maar hoe verstandig ook, toch vloog
Kccc er telkens weer in. Zoodra wij de
bonden nt3ar hadden geroepen cn deze
beneden tegen cc aap daar boven oor-
verdoovend stonden te blaffen cn kef-
was Kees verloren, want dan
sprong lii.i, :i»-cnd en blazend naar
beneden en tegelijk pardoes op dc hon
den af! Dat was altijd het o ogenblik
om hem te grijpen- Voordat het tot
n gevecht tusschen Kees en zijn vij
anden kwam, had ik het touw al te pak-
zat Kees in mijn armen. En wil
jullie wel gelooven, dat Kees boe
niidig hij dan ook op de honden was
mij nooit wat zou doen. Hij siste cn blies
al maar door tegen de woedende bon
den. maar liet zirh tegelijk door mij
zijn kop streelen. Ja, Kees en ik,
waren vertrouwde kameraden van elk
ander 1
Toen' Kees stierf, ben jV: erg be
droefd geweest, al was Kees dan ook.
maar een aap. een gewoon dier! Op
een morgen hoorde ik hem klagelijk
builen.en kermen. Ik kwam buiten en
ig hem onder aan den boom liggen,
ct ziin achterpootjes hoog opgetrok
ken. Ik begreep dadelijk, dat hij iets
gegeten had, dat niet goed was cn dat
hii sterven ging. Ik ging bij hem zit
ten, nam hem op mijn knieën, streelde
hem over zijn kopje, sprak mijn vrjen-
rleliik-te woorden tegen licm! Kees
mummelde nog eenmaal dankbaar te
gen mij, zooals hij altijd had gedaan,
als wii samen te „praten" zaten, maar
hij plukte niet meer aan dn haartjes op
miin arm. graaide niet meer naar de
pisang, die ik in mijn hand liad. Hij
kermde maar al, zacht klagelijk-
Ik haalde een mandje voor hem
legde hem daarin; zielig bleef Kees,
die anders geen seconde stil kon zitten,
pijnlijk kreunend, daar onbeweeglijk
liggen-
In dat mandje is hij gestorven e"n ii
dat mandje hebben wij Kees achter de
benteng begraven. En nu mogen jullie
het kinderachtig en flauw van mij
den, maar toen ik Kees daar neerlegde
in ziin kleine graf, toen liepen mij de
tranen langs de wangen en ik zei nog
eens zacht, alsof bij mij hoorea kon
„Dag, Keej! Dag. Keessie!" Wij waren
ook altiid zulke trouwe kameraden van
elkaar geweest, Kees en ik!
J. B. SCHUIL.
De eerste ronde voor der
N. V. B,-beker
Hoewel competitiewedstrijden zich vrij
wel in de algesneone gunst der voetballief-
Iiciibcrs mogen verheugen, zullen velen het
toch zeer ptettig vinden, dat de competitie,
altham wat do Westelijke eentfe klas:
hrërcft, voor «en weekje is stilgezet, o.
plaat i te maken .voor een aloud en zeer ge-
wnardcerd voc-tbalP-sMjn. namelijk de wed
strijden om den Nedcrlandschen Voetbal-
beker.
De animo hiervoor is zelfs bijzander
Een zeer gunstig toeken in een. tijd
a.-iriu vee! over professionalisme gespro
ken weidt. Een zuiverder amateurisme, dan
het spelen om «en beker, is toch wel Baast
denkbaar. Ruim 190 elftallen zullen
beste krachten inspannen, om het be
geerde kleinood te bc-machtige-n.
Tol ons genoegen hebben vrijwel al'.e
clubs uit Haarlem en omstreken, van den
hoogsteu tot den laagstest rang, inge
schreven.
Wel is liet ja torn er. dat H. F. C. dia
zich voor de komende wedstrijden geducht
oefenen geen zwaardere tegenpartij
heeft gekregen, dan de vierde kiasse-club
.Asfc-ndelft". Weliswaar plegen er juist
in bekerwedstrijden de grootste en onver
wachtste verrassingen '.e komen, maar het
toch al heel gek moeten loopen, als
As.-cndelft niet een gemakkelijke prooi
•oor Arie van Beektim en Miezérus wordt
H. F. C. gaat met het gewone elftal den
«rijd aanbinden. Alleen zal Cohen Ter-
tert niet van de partij wezen.
Het elftal van Haarlem, dat Swift"
morgen met een nederlaag naar huis te
rugstuurt want daar zal het natuurlijk
wel op tiilloopen is rec-ds in ons num
mer van Donderdag gepubliceerd. Voor
Swift moet lie; een prettige gewaarwording
om op zulk een prachtig eerste klas
terrein, nis (int van Haarlem, te mogen
-pelen. Do Amsterdammers hebben er
rouwen» om gevraagd. Voor de supporters
der roorlbroeken is het aangenaam, dat
M. Houtkooper, die eenige weken op het
appèl outbroken heeft weer van de partij
razijn. Swift speelt in dc derde klasse A
en «iaat onderaan met twee gewonnen wed
strijden.
Het lot heeft het gewild, dat E. D. O. en
R. C. 11. cn -/.waren hekerwedstrijd moe
ien spelen. E. P. O. ontvangt op haar ter
rein arm de Kleverlaan het Amsierdam-
sche Ajax. dat ziin 25-jarig bestaan niet'
met een kampioenschap heeft kunnen vie
waar deze Amsterdammers misschien
wel van gedroomd zullen hebben. De E.
D. O,-spelers kunnen c-r van op aan, dat
Ajax nu haar uiterste best zal doen, om
althans den beker to bemachtigen. Dat
i 7.e evenwol niet doen, zonder E. D. O.
kloppen en dal dit niet gemakkelijk
gaat, hebben do Amsterdammers nog op
Zondag 18 Januari ondervonden, toen zij
met een 2—1 nederlaag naar huis werden
teruggestuurd.
R. C. II. ou Stormvogels, die elkander
nog éóil keer in IJmuiden voor de com
petitie moeten bestrijden, komen éérst nog
op het terrein aan den Middenweg
t^onovcr elkander tc slaan, wat op 25 No-
vemher ook reeds geschied is, met het ge
volg, dat Stormvogels met een 42 over
winning ging strijken. Intusschen zijn de
IJmuidenarcn de laatste weken danig
in het aftakelen gegaan. Toch kan ook
hier een zeer spannende wedstrijd ver
wacht worden.
Bloemendaa) gaat een uitstapje öaar
Rotterdam maken. Nog wel naar Spartal
Het uitstapje als zoodanig zal voor de
witten wel aardig zijn en misschien óók
de wedstrijd zelf, maar de twee puntjes
zullen wc! in de Maasstad blijven. Tenzij
de Bloemendaaischo keeper Beijk een:
verdienstelijk doelwachter kans
ziet. r-m de talrijke scherpe schoten van"
Ruffelse cn Formenoov te houden en weg
te werken.
Zandvoort gaat in Laren tegen „Laren""
avonturen. Deze club speelt in de derde
k!.\s«e D en bezet daar de tweede plaats.
Het ral Zandvoort. die aanspraak op een"
plaat' in .ie eerste klas maakt, dus nieS
moeilijk vallen, ook den eersten wedstrijd
in de bekercompetitie te winnen.
In dezelfde kt.is'c, waarin Laren uit
komt, speelt ook Arcs, tegen wie Schoten
moet spelen. Hier zullen de krachten
«lkaar niet veel ontloopen,
He» overige programma.
De eers'e wedstrijd om het kampioen
schap van Nederland wordt mopgen in
Den Haag gespeeld lusschen H. B. S. en
Go Ahead. Dat is voor het Haagsche voet
balpubliek wel hel neusje van den zalm!
In Rotterdam wordt aan den Scbieweg
een wanhopige wedstrijd gespeeld tusscheri
V. O. C., <ii„ niet degradeeien en A- D. O,
die promoveeren wil.
Feuilleton
Amenkaansche Dom an van
OTTO HOECKER.
ii)
„Een fijn heer zat <?r achter. Zi n
naam wilde Huntington tnij niet zeg
gen, en hij mc-n 'e zelfs, dat dez®
mij niet mocht zien, ook mijn adres
niet weten, want hij zou mij mot de
werkelijke Nellie Minkera kunnon o-u-
xnenbrengen cn dan liep «lies mis. Mij
was 't goed, in tnijn sch< ilhoek was
het heel best, om uit te houden
totdat Huntington mij voor den n.»-
taris brach'. Dat gob-urdc eergiste
ren. Huntington beval mij in het
hotel op hem te wachten, hij zou om
twaalf uur terug zijn en mij do
Greenbacks brengen. M ie niet kwam
dat. was mijn jongen! Dat ergerde
mij, doch spoedig wist ik, waar ik
aan toe was. toen ik den waard uit
vroeg en hoorde, dat de schavuit
's morgens reeds zijn boeltje weg had
!a»en brengen. Nu. ik wist hem wel
ie vinden, dat: verzeker ik u. Had hij
jn een roes 'e avonds t« voren niet ge-
regd, dat hij bij zijn neef er voor het
laatst ook non een paar duizend wik
de uitkloppen? Diens adres kende Ik.
..Ik dus niet lui en naar den lucht
krabber. Dat was een gewaagd®
zaak. Die ellendige detectiven ziin
overal; ik vertrouwde het zaak) - niet
gin? me' :n dc lift cn verliet tnij op
niiic eigen beenen. Toen ik nu het
kantoor binnen kwam. was Pbelp» er
alben, ik dacht dat hij me dood wil
de fiaan, torn hii nuj aanzag. Hl)
wilde mij er uit «mijten, doch dun
melen er twee zijn. Hola. mijn jon-
„•en, zo--' hebben wij niet afgesproken
fi ii:. Komt Iluntingtm niet, dan
komt toch zijn neef; ean van beiden
moet ik spreken. Ik ben toch geen
uilskuiken! Toen bracht hij mij ln de
andere kamer en ik moest me daar
op een stoel zetten als een zoet kind.
Goed. ik wachtte. Op eens hoor ik
stemmen
„Wat dat Huntington Whistler?"
kon de detective Keane niet nalaten
er tusschen te roepen.
Bob zog verwonderd en schijnbaar
verbluft op, toen voelde hij weder
zijn pijn.
„Neen. dat was hij niet. Plotseling
zonk mij het hart in de schoenen, ik
plaatste mij achter het gordijn en
wist zelfs nauwelijks, hoe het toe
ging; maar ik dacht toch, een slech
te schuilhoek ls beter dan «en vel.
ligo cel
Ralph Wal don xvaa het geweest,
die op liet kantoor gekomen was.
Door het gordijn heen had hij, die
er achter verborgen stond, de gehee
ls kamer kunnen overzien, zonder
zeil gezien te worden. Dc boeken bad
den meegegeven en z6o had hij zich
gemakkelijker kunnen verbergen.
Zeer uitvoerig schilderde oe grijze
Bob nu, wat Phelp; reeds had mee
gedeeld. Hij had duidelijk gezien, hoe
Witldon iets In dc fles h i-eschud had
die op de schrijftafel stond
to n hij zoover gekomen xvas. werd
Ralph Waldon voor den eersten keer
Z'-i.r onrustig. Hij spreng op in zou
zich met gebalde vuist op den getuige
j-eworpen hebben, indien meer agen-
ten hem niet met geweld hadden te
ruggehouden en naar zijn plaats te
rug gebracht.
..Dat zou jij gezien heb!-on?! J®
lieg», schurk! Je liegt!" schreeuwde
hij woester en plechtig voegde hij er
«ran toe:
„Bij den almachtigen hemel, die In
het verborgene ons ziet: het is alles
leugen en verzinsel, om mij in het
verderf te storten!"
Hij viel gebroken op zijn stoel terug
en sloeg de beide handen voor het
gelaat. Heftig snikken deed zijn ge
stalte beven. Toen, plotseling weder
opspringend, naderde hij, met tranen,
in de oogea en gevouwen handen,
zijn vroogeren vriend.
„Nad! Beste Naaf'' Kwam liet 'ge
broken over zijn lippen.
„Kan jij ook gelooven, dat ik
moordenaar heb willen zijn?"
Zijn klacht» n troffen Nad d ep in
het hart.
Ook hem stonden de blanke tranen
in de oogen. En hij kon niet. an
ders: vergeten waren alle slechte ge
dachten, die hij tegeD Ralph gekoes
terd had, cn hij zag in l,cm weer a»-
leen den trouwen vriend van vroege»-,
die zooveel geluk en jeugdpleizier
trouw met hem gedeeld had. En lv|
voelde een innerlijken aandraug
wijd de armen uit te breiden en don
sidderenden vriend, die nauwelijks
kon blijven staan, aan het hart te
drukken.
„Neen, Ralph, er mag tusschen ons
zijn wat wil, maar dat geloof ik
niet dat niet! Je bent niet n
staat om koelbloedig een moord te
bedrijven!"
Voor hij het kon verhinderen, had
Ralph zijn hand gegrepen en aan zijn
lippen gedrukt,
„Nad, ik dank je", sprak hij zacht.
,,Je woord geeft mij het geloof in
d® menschen terug, nu mag komen
wat wil! Ik zou liet niet kunnen ver
dragen, zoo ik door jou veroordeel
werd!"
Het gebeurde tusschen de twee man
nen had niet uagelaten diepen indruk
te maken. De president was oogen-
schijnlijk geroerd en ook Mr. Murray
do aanklager, zag er meer bewogen
uit dan anders.
„Ter zake!" riep hij echter na een
oogenblik.
,,De getuige is aan 't woord, wij
moeten hem verder hooren".
„Nu, ik kan het nier anders zeg
gen", knorde dc- grijze Bob.
Doch ook Nad Whistler was reeds
naar voren gcireden. Door een hoofd
knik gaf de president hem bescheid.
„Je hebt de hoofdzaak vergeten,
man! Daar w«s nog een tweede flesch
op mijn schrijfbureau en daar
schudde Phelps van het vergif in".
,,'t Is niet waar! Laat je niets wijs
maken!" schreeuwde Phelps nu en
sprong mei woeste gebaren van zijn
stoel op.
Doch de sterk gebouwde Nad was
reeds, vóór iemand het verhinderen
kon. dicht bij hem.
„Geen woord meer! Waag het nie»,
ook nog slechts door een blik je hel
per te beinvloed.n, of ik wurg je met
eigen hand!'
Daarop stelde hij den sidderenden
hooswicht in handen van twee agen
ten, die hem, terwijl hij te vergeefs
tegenspartelde, op zijn stoel neer
drukten en hem den mond toehiel-
den, terwijl zij tegelijkertijd zich zot»
plaatsten, dat de beide kameraden
elkander niet konden zien.
Nu wendde Nad Whistler zich an
dermaal tot den grijzen Bob.
„Spreek op! lloe staat het met dat
tweede fleschje? Als u het eene ge
zien hebt kan u ook het andere zeker
niet ontgaan zijn, want hierbij
moest locb eerst voorzichtig een pak
ket ireopendj een flesch er uit ge
haald, het g:f dearin geschud en ver
volgens het pakket wed-er gesloten
worden... Nu'gij, booswicht, wat
hebt. u gezien? Wie van beiden hee'.t
het vergif in de tweede flesch geschud.
Mr. Waldon of die Phelps daar?"
,,Mr. Waldon", antwoordde Bob,
zonder zich te bedenken.
„En hoe laat gebeurde dat? Spree*
op", voegde hij er dreigend aan toe,
teen de andt-r aarzelde.
„Weet ik nier. Ik draag geen hor
loge. Maar het was onmiddellijk voor
Huntington kwam; geen vijf miDUten
vroeger was het Ik dacht non,
Phelps moet hem onderweg zijn te
gengekomen ik wil zeggen Wal
don! Of neen, toch Phelps: zij
gingen samen zoowat tegelijk weg".
..Er is geconstatetrd, dat Huntins-
ton Whistier eerst kort vóór drié,
's namiddags, mijn kantoor is binnen
gekomen", verklaarde Nad nu zich
tot den president wendend, met ver.
heffing van stem.
(Wordt vervolgd).