HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN FLITSEN DE WENTELTRAP DONDERDAG 19 MAART 1925 TWEEDE BLAD No. 3440 De windhandel in Tulpen Nu do blocMjicntontooristelling de be langrijkste gtroeurtcnis in deze om geving uitmaakt, is het- misschien dc tijd eens iets tc vertellen over den wimihandel in tulpen, die omstreeks 1634 of 1630 ontstaan, spoedig tot zijn hoogtepunt geklommen is, om natuur lijk even snel weer neer te storten, tot groote schade van dc meesten die er aan hebben meegedaan. Als wij ona alleen main- voorstellen, dat in die dagen voor simpele tulpenbollen kolossale prijzen gegeven zijn. dan is dat totaal onverklaarbaar, anders dan als een vorm van tijdclijken waan- zin. Zoo geheel bodemloos is evenwel de beweging niet geweest en daar het billijk is. zelfs bij dc klaarblijkelijke dwaasheden van dc menschen naar een redelijken oorsprong te zoeken, moet in de eerste plaats herinnerd worden aan het feit. dat in dien tijd de groote Oostersche prnchtbloern, de tulp, bij de liefhebbers- gewoonlijk rijke, lieden, in Nederland niet inleen, maar ook in Duitsehland, Frankrijk en Italië zeer gewild was. Daardoor werden nieuwe en mooie soorten duur, „zooals in onzen tijd oude meubelen t-n allerlei huisraad", zegt Dr. llildc- brand- aan wiens uitvoerige mede- deeüiigeu hier em en ander wordt ontleend. Hooge prijzen die voor een tulpenbol betaald werden zijn dus vol strekt geen teeken voor de latere zwendelperiode. Er is een mededec- ling uil dien tijd van zuivere liefde voor do bloem zelf, dat voor tien bol len een prijs van twaalfduizend gulden geweigerd werd. In April van het jaar 1825 rnoet 3Ü00 geboden zijn voor twee bollen, maar dc eigenaar wees het bod af. omdat het- te gering was. daar hij alleen de bollen bezat. De geschiedschrijver Wa.-sonaar noemt als een van deze echte tulpenlief hebbers. don bekenden Adriaau Pauw, pensionaris van de stad Amsterdam, op zijn buitengoed ie Heemstede. ..Ik heb daar", zoo schrijft hij- ,-ec-n tuin met verschillende tulpen gezich met een kabinet in het midden, dat aan alle kanten spiegels had, zoodat het beeld van nl deze bloemen daarin zoo sierlijk weerkaatst werd. alsof het een koninklijk verblijf was." Een van de 'mooiste tulpen moet destijds de S e m p e r A u g u s t u s geweest zijn. Een bol daarvan werd voor duizend gulden verkocht- tot groot verdriet van den eigenaar, daar deze bij het opnemen twee zijbollen er aan ontdekte, zoodat hij er tv.ee duizend gulden bij inschoot. Te Parijs kwam dc tulp in denzclf- den tijd zeer in de mode, dames kregen die van hare vereerders ten geschenke en pronkten met de duur ste. Ook dit gaf aanleiding tot uitbrei ding van dc cultuur en veel bedrijfs kapitaal was daarvoor niet noodig de tulpen werden uit za.-.o gewonnen en in een tuintje gekweekt. Het gehcolc bedrijf was op wederzijdwh vertrou wen gegrond daar het niet- te contro leren «as en men den gekochtcn bol voortbrengen en roegere ;hcid et van bcdro; het slecht uil dat de bolle, -den to. hui inden tc Het zou we' een wonder f^w-rp»t zijn. wanneer zulk een gemakkelijk en voordeelig bedrijf geen succes gevon den had bij menseben. die epoedig rijk wilden worden. Sommigen vei- kochten, om zich op de hollcncultuur te kunnen toeleggen, daarvoor hun zaakje hun gereedschap of namen bui tensporige hypotheek op hun huizen, denkende dat met de winsten alles weer in orde komen zou. Zoo begon de sjwcxilatieperiode en daar mee was de kiein tot den zwendel ge legd. Sautvn Kluit, die vee! over dc historie van den tulpenwindhandel geschreven heeft, vertelt dat nog in het begin van deze eeuw- b*j d< «t.id Haarlem een aantal kleine tuintjes uit deze periode overgebleven zijn. fn het begin heeft men zijn bollen zeker in den tijd verhandeld, dat zij leverbaar waren, van einde Juni nf dat zij uit den grond genomen wor den. tot September dat zii weer moesten worden ingeplant. Daarna zullen zich allengs de zaken uitge strekt hebben over het gchecle jaar en afgesloten zijn tot levering in den zomertijd. Al naar gelang van de vraag ontstonden verschillen in de prijzen, j-eldspeculnntcn maakten zich van den tulpenhandel meestor als een geschikte basis voor hun doel cn daar mee raakten do bloembollen op den achtergrond en ontaardde do zaak in zuiver beursspel. In het begin zijn zeker de bollen. ,die toch ieder jaar maar één bloem opleveren konden, per stuk verkoent, maar naderhand werd per gewicht verkocht, wat verschillende voordee- len had. Zoo kwam het, dat ook de minder gewaardeerde soorten aan de prijsverhooging deelnamen. Men noemde dat „pontgoedt" en daar ie dereen heb gemakkelijk krijgen kon, was er voor velen gelegenheid zicii in de speculatie te begeven, zpndor zich veel zorg te maken over' den leve ringstermijn. Zoo ontwikkelde zich een volledige organisatie van tulpen- zaken op de manier van een beurs. Er ontstonden colleges, die vergader lokalen in de herbergen hadden, daar hunne, samenkomsten (comparities) hielden, hunne bepaalde gebruiken voor koop en verkoop vaststelden eu velschillen verrekenden. De beken de historicus Schrevelius zegt daar over: ijdeze kooplieden namen da gelijks in aantal zoo toe, dut één herberg niet voldoende waszij kwa men uit alle kwartieren samen, zoo- dat vele colleges en comparities ge houden werden en wel tot voldoening der herbergiers, opdat de handel block-ti zou. Men zat daar op hooge stoelen als raodshccren. die over koop cn verkoop van bloemenwaren te wa ken hadden, op hunne manier wetten gaven en die naar goedvinden weder introkken Uitvoerig wordt beschreven, hoe koop cn verkoop in het werk gingeD. Er waren twee methoden: .,rnet de schijven ofte borden-' cn „in het ootje" bij welke lautstc manier oen cijfer dat gebodeu was, gezet werd in ecu cirkel. Het zou mij tc ver Voeren, dit uitvoerig tc beschrijven. Hierover worden vele bijzonderheden meege deeld in de zoogenaamde samenspra ken tusschen „Gaorgoedfc" en ,-Waer- niondt", voorstellende twee wevers, die met elkaar over den tulpenhandel van gedachten wisselen. Deze samen spraken zijn gedrukt en herdrukt en met verschillende spotprenten op den geheelen windhandel als merk waardige herinneringen aan dezen tijd overgebleven. Blijkbaar werd cr ook op allerlei wijze geknoeid in deze bedorven spe culatie-atmosfeer. Scbrevolius deelt mee. dat er bedriegers opgetreden zijn, die aL spionnen dagelijks onder tie menschen verkeerden, in de col- legiën rondgingen om te hooren wat tiaar voorviel cn den prijzen in den bloemenhandel mnuktcn. Er zijn er geweest die uitgezonden waren en zich hielden alsof zij cr niets van be grepen. maar nauwkeurig letten op alles wat cr gesproken werd cn ge beurde. Sommigen wisten zich sluw cn arglistig in het vertrouwen van de bloemisten te dringeb, zoadat dezen aan bedrog niet dachten zij wisten dezen handel uit tc breiden on, te vergrooten en dreven de prijzen van tie bloemen ongeloofelijk omhoog. Uierdoor werden beginnende ca on- ficocfcndc bloemisten gedreven tot bramlcade begeerte naar dc bloe men. als mmsnhen die niet goed' bij bun verstand waren. De betalingsvoorwaarden zijn in r-vcrcenstenuiiing met de veranderin gen in het- L< drijf gewijzigd. Soms geschiedden ze in baar geld. vaak ook in andere zaken, tarwe, togge, koeien, schapen, bier. wijn en2. Öbk wel ge deeltelijk in meubelen. Er werden ook wel premiezaken gedanu, aldus, dat een koop vaststaan zon- wanneer bin nen den tijd van zee maanden* geen daling in den prijs on stond kwam die wel. dan ging do koop niet door en kreeg de verkoopcr 10 procent rouwkoop. Dat het rccbtetrecksohc bedrog dicht voor dc hand Lag, blijkt wol uit een van dc samenspraken waarin Gaer- goedt tot zijn vrouw Chmtijntje zegt. nadat hij het bericht gekregen, heeft van de plotselinge daling in u! de prij zen van dc tulpen„och vrouw, trek het je maar niet aan. het zal zoo erg niet worden ik heb goede hoop. dat cr vanmiddag iemand komen zal, dien ik probceren zal een goede partij aan te smeren, ik moet mij wat van de waar ontdoen, daar ik nog te veel bij mij heb. I)ie weet cr ook niets van cn hoewel het een goede Tiend eti een oude bekende is, moot toch ieder uit zijn oogen zien, wan- r de zaken zóó gaan dat liet be ter is iemand anders verdriet tc zien. ■J.-iri zijn eigen." Hierop antwoordt C'hrisiijntjo..het zou goed zijn. als gij hem van het pondgocd wat kondt aansmeren". Tamelijk onverwacht trad in Fe- 1637 de catastrophe, bij dezen brui hollen handel Id. Misschien, zegt Uil- debrand, ontstond zij daardoor, dat menige rijke bloemenliefhebber, in wie de tulpenhandel toch zijn eenige, betrouwbare basis had, afkeerig werd van den loop der dingen en zich ont trok, misschien ook wel groote par tijen bollen tradlitte te verkoopen. Daaruit ontstond een paniek. De ei genaars zochten hun voorraad nog zoo veel mogelijk van de hand te doen, maar de kooplust was weg en de prij zen daalden dientengevolge snel. Wel beproefden de bloemisten onder elkander, door de tot al te hooge prijzen afgesloten koopen te annulc-e- ren. een eenigszins normalen toe stand terug te krijgen, maar vergeefs de paniek was eenmaal begonnen en niet weer te verbannen. Er weiden vertegenwoordigers be noemd uit de steden Haarlem, Delft, Gouda, Utrecht, Alkmaar, Leiden, Rotterdam, die te Amsterdam bijeen kwamen en aan wier besluiten bij 'meerderheid van stemmen de bloemis ten uit Vianen, Hoorn, Enkhuizen en Hedembük verklaarden zich te willen onderwerpen alleen die van Amster dam weigerden. Deze vergadering be sloot, dat- alle tulpeü2aken die tot ultimo November 1636 waren afgeslo ten, moesten worden nagekomen en uitgevoerdde latere zouden evenwel afgedaan zijn met betuling door den kooper van tien' procent. Maar ook dat bleek onmogelijk te zijn, ieder wees op dc anderen en zei: als zij betalen, zal ik ook betalen. Niemand wist er meer uit te komen en zoo verzocht men de gemeentebe sturen om hulp. Er volgt een langdu rige- ge d ach te n w isse ling tusschen de verschillende autoriteiten, maar ten- lotte zijn dc maatregelen in het zand geloopen onder veel kapitaalsver schuiving en tot schade van onvermo gende speculanten. Velen die den han del geheel wilden laten varen hebben met partijen overeenkomsten gemaakt en van vijf tot tien procent, sotns meer, betaald. Naderhand heeft ook het stadsbestuur tot gemoedelijke op lossing van verschillende quaesties bijgedragen. Wanneer de tulpen windhandel, die biermede dus ten einde was- feitelijk begonnen is. staat niet vast: de een meent in 1636. de ander in 1634. Dit is zeker, dat na den afloop de eebte liefhebberij in tulpen nog niet- ver dwenen washet blijkt dat weinige weken na de catastrophe voor een tulp nog 50 betaald is weliswaar had deze gedurende den windhandel 5000 gegolden! J. C. P. Vervolg Stadsnieuws Karei de Jong vijftig jaar Zondag a s. 22 Maart, zal iemand, wiens naam in den laatsten tijd herhaalde ma len in ons blucj onder mu/liclj- ernieken te Jë- zen staat, de lieer Ka-rel de Jong. den vijf- tig jarigen leef tijd bereiken, de schrijver van geestige, degelijk-; en ze r deskundige, critie- ken is de heer Do Jong onzen lezers hoofdzakelijk bekend, maar de n zickcritiek is toch zijn voornaam—. arbeid niet: lui is loeraai' ao.ii het Conservatorium eu de Muziekschool avn ..Toonkunst" fe Amsterdam cn aan do Muziekschool van Toonkunst alhier, Sedert 101? woont de heer De Jong te Haarlem. Hij geeft nog zee veel particuliere lossen on heeft dus tot spijt van velen geen tijd meer om, zooais hij vroeger vaak placht lo doen, eigen piano-avonden te gcvni of als pianist op te treden met medewerking van dc orkesten van Mengelberg,Hutïchenniyter, Van Anrooy. L)r. Kunwald, Van Giise en anderen. Do h>vr De was oorsprpn- keliY,.; niet voor een muzikale loop baan bestemd. Zijn vilder was muziek onderwijzer en vroeger ook kapel meester, te Middelburg en voelde er niet veel voor, dnl zijn zoon zijn voet stappen zou drukken. Zoo kwam Karei de Jong9 op elfjarigen leeftijd op hel gymnasium te Middelburg, zonder dal hem nog een bepaald*- richting van studie vóórstond. Toen hij z,.-ventten jaar was. had hij het einddiploma A in d« n zak. Later deed hij ook liet aanvullingsexamen voor IJ. Intusschen had hü- veel piano ge- etudetrd, onder leiding vuu zijn wi der cn van den onlangs overleden Henri Vink, te Dordrecht, en in 1893 reeds, dus ongeveer een jaar na het verlaten van het gymnasium, he- VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 249 NIEUWE SCHOENEN. Vader heeft nieu we schoenen ge kocht en verlaat den wankel met het oude paar on der zijn arm kijkt zijdelings in een winkelraam .en komt tot de conclusie dat ze et- voor den prijs nog niet zoo slecht uitzien vraagt zich af of iedereen werkelijk naar zijn schoe nen kijkt ol verbeeldt hij het zich maar maakt zijn passen! wat korter ze zitten nu toch niet zoo gemakke lijk als toen hij ze in den winkel paste blijft voor een winkel staan om zijn voeten wat rust te geven en werkt met zijn teen om het wat gemakkelijker te maken ontdekt dat dit de zaak eer verer gerd heeft en heeft er spijt van dat hij zich die kleinere maat ii*eeft lalen aan praten wacht hij "t trot toir tot er geen voertuig In de buurt is, want met die schoenen zou hij nergens aan kunnen ont snappen hinkt verder en telt de huizen die nog komen moe ten voor hij zijn eigen heeft be reikt en zijn oude schoenen weer kan aantrekken. (Nadruk verboden) haalde hij de twee toen pon ge scheiden diploma's van de Maat- schi ppij voor Toonkunst voor piano cn piano-onderwijs, beide met den hoogsten graad. Daarna bleef de heer De Joiio- nog oen jaar te (Middelburg; vervolgens ging hii te Utrecht studeeren, eerst in de pharmacic, later in dc plant en dierkunde, in welke beide vakken hij het candidaate-examen aflegde. Inmiddels was hij ook al in 1895 te Utrecht als pianist opge treden met Hutsehenruyter's orkest. In 1899 leek het, dat er van een muzikale loopbaan niets meer zon komen. De heer De Jong werd toen benoemd tot leeraar in de plant- en dierkunde aan de H.B.S. en het Gymnasium te Sneck. Maar het leer- aarschap scheen toch niet op den duur voor hem weggelegd te zijn: de muziek bleef trekken. In 1901 kwam. er op zekeren dag een telegram met betaald antwoord van den adminis trateur van het Concertgebouw' te Amsterdam, met her- verzoek of de 'neer De Jong daar wilde, komen spe len met Mengelberg. Niettegenstaan de er maar rijf dagc-n van voorbe reiding waren, seinde Dc Jong on middellijk dapper terug: ..Ja". En zijn moed werd beloond. Hij kreeg uitstekende critieken: de critici waren algemeen van oordeel dat De Jong's leven vertier langs de Paden der muziek en lancs geen an dere wegen behoorde te loonen. Na 1901 vroeg en verkreeg de lieer De -Tong ontging uit ziin betrekking te Sn eek (het onderwij s-geven trok hem ook niet bijzonder aan) en ging hij weer naar Utrecht terug. Hij stu deerde eerst nog eenicen tijd verder aan de Universiteit maar spoedig werd het besluit genomen. dat hij zich geheel aan de muziek zou wij den. Mengelberg beval hem warm aan bij den beroemden Busoni te Berlijn, 'die verleden jaar overleden is) en onder diens leiding studeerde hij door, geruimen tijd. Na afloop van zijn studiën te Ber lijn vestigde de heer De Jong zich in 1907 te Amsterdam- Hii speelde, zoo als gezegd, op verschillende concer ten en on eigen avonden (o.a. ook in 1914 in do Salie Malakoff te i'arijs). In 1909 volgde ziin benoeming aan de genoemde Amsterdamsche Muziek school en in 1914 die aan de Muziek school van Toonkunst alhifer. Tn 1917 vestigde de heer De Jong zich te Haarlem. ALLIANCE FRANpAISE. Welk ce.11 bekoring ging er nit van dezen eenvoudigen Normandiër uit Honfleur, den Franschen schilder Léon I.e Clerc, die daar zoo prettig en ge- moedelijk over ,-La vicille chanson Normande" stond te kouten! Hij zou gpen Franechman zijn ge weest, als hij ons niet. ter inleiding van zijn voordracht, had gesproken over de schoonheid van ons land en ons niet had -gecomplimenteerd over de meesterwerken van onze Hollandsche schilders. I11 't bijzonder noemde dc beer Le Clerc Jongkind, die in 1862 en 1865 te Honfleur heeft gewerkt en van wieu hij een groot bewonderaar is. Wij vreeeden daarna een oogenblik, dat dc conférencier zich zou gaan ver liezen in historische bijzonderheden, maai- gelukkig ging hij spoedig over naar zijn eigenlijk onderwerp. llij vertelde hoe groot de liefde van de afstammelingen der barbaars che Noormannen voor het rijm is. Er waait een frtssohe wind door hun natuurlijke verzen, zij roepen gedachten op aan geheimzinnige wouden en groote vlak ten. Voor alles heeft de Normandiër ge dichten: voor den kindertijd, voor do rijpere jeugd, voor hot tijdperk der ontluikende liefdeverlangens, voor het. huwelijk. Hij heeft zijn verzen voor dc zeelieden en voor de harde werkers op hot. land; hij heeft ook zijn verzen met religieuzen ondeTgrond, die thuis op de lange winteravonden gezongen wor den, zooals .-La fuitc en Egypte", met het. zineen waarvan deze schilder-zan- ger folklorist zijn conférence eindigd* Nog acht andere voorbeelden vj oud-Normandische chansons, op mu ziek gezet door Rone Lefèbvre, zong de sympathieke conferencier met zachte stem en op gevoelige wijze, zooals het ondeugende „Haul lo pied". het spot tende „Ah v M'n enfant!", het eatyr' ke „La harbe li (lui) branie" en d;~. „f^e He tour du Marin", eigenlijk Ten nyson's Enoch Arden ..in a nutshell". Het was een aardige avond, waar voor zeer veel belangstelling was. Mejuffrouw C'oba Swaan. uit Am sterdam, begeleidde den heer Le Clerc uitmuntend. Beiden riep de heer Sauvenr, met een hartelijk woord van dank, een lot weerziens toe. Het Tooneel „JACOB VAN LENNEP". „Twee gelukkige dagen". Wc behoeven -.-an dit Kadelhergsche product eigenlijk geen inhoudsopgave te doen, omdat het inhoudloos is; slechts een feécl vreemde aaneenschakeling van steeds vreemde gebeurtenissen. Ongerijmde, ondoordachte, onfijne da den van een eigenaardig soort van men sdien geesteskundcren van Duitschc fcluohtsipelfabrJkanlco. Van geest is eigenlijk óók weer geen :prake, want in zoo een klucht is de geestigste ft geestig; de domsie tc dom, de mismaaktste waarlijk tè mis maakt. Dat „Van Lcnnep" het op het reper toire nam, is zeker te wijten aan mo tieven al3„zoo iets. eens voor afwisse ling", of „Laten we nieuwe krachten hier eens gelegenheid geven." Want eenige nieuwe krachten hebben zioh Woensdagavond werkelijk zeer in gespannen. Over het algemeen werden de twee eerste bedrijven het best gespeeld- Ook omdat dc schrijvers van het stuk, hier niet de grenzen tussc&en normaal en "belachelijk overschreden. Want in het derde bedrijf komt een allerzonderlingst gezelschap bijeen, van om cn bij 15 menschen, die zich in den salon van hun gastheer op te onwaar schijnlijke wijze vermaken. Het is moeilijk om van dergelijke scènes nog iets aannemelijks te maken. Het rnoet gezegd worden.dat ceDÏge der spelers zich werkelijk met veel suc ces van hun moeilijke laak hebben ge kweten. Op dc programma's staan dezen keer de namen van de opvoerders niet vol uit. Moest deze voorstelling niet heelemaal „ou sérieux" genomen wor den? Den heer 'A'. van H. vermelden we in de eerste jt'aais als den uitstekenden vertolker van oom Lüttchcn, dc sym pathiekste figuur trouwens uit het hecle stuk. De her If- heeft met zorg, fijnen smaak en waar mogelijk, fijnen geest, het beminnelijke oude heertje ge schetst. Mej. M- L'. een nieuwe kracht Was een allerliefste dochter Else. Mej- L. beweegt zich zeer vrij heeft veel mee vor een uitstekende dilettante. Zij spréékt dikwijls te slordig, moet beter articulcercn, waaraan -zij zich zeker wel zal kunnen gewennen. De lieer H. v. L. verdient vermelding voor zijn vertolking van Joseph Thei- singer, den drukken, ingebecldcn, maar heel eerlijken jongen uit Weenen. Heel aardig cn .bevredigend was deze crea- Van Tante Christine Iïollwitz door ■Mevrouw M. B. kan hetzelfde wor den gezegd. Zij is mede verantwoorde lijkheid voor een groot ceel van het succes. De heeren G- G. en H. v- Z. hebben aard-ge figuren gemaakt van Morawetz en Weinholz. Te ongeveer half twaalf begaven zich de bezoekers naar liet gebouw van den Haarlemsoheti Kegelbond in de Tempeliers.strnat, waar een heel prettig bal den avond besloot. Fenill€ftorr Naar het Amerikasnsch MARY ROBERTS RINEIIART I3) Tenslotte ging ik naar boven moe on somber. Juffrouw Watson eu Liddy zet iet» thee in de keuken. I11 sommige kj-iiigen is de trekpot «ie troost in tijden van nood of ziekte: men geeft thee aan een stervendo en doen lot in de zuigfleach van een kind. Juffrouw Watson maakte een blad klaar, dat naar mij toegebracht moest worden en toen ik baar naar Ros ie vroeg, antwoordde ze; ,,Ze is er nier., maar daar zou ik niet te veel waarde ann hechten, juf frouw Innes. Rosie is een kn-ip meis je en mi«c'-ien heeft ze een vrijer. Het zou z-lts wel g*-d tij-1 al- het zoo was. De meisjes blijven veel lan ger als ze zoo iets hebben, dal hen bindt". Gertrude was weer naar haar ka mer gegaan en terwijl ik een kop thee zat te drinken kwam meneer Jamieson binnen. „We zouden ons gesprek kunnen vervolgen waar we h»t anderhalf uur geleden hebben af2cv-roken". zei hij. ..Maar voor we v-nlo- gaan wil ik U d:r nog ïezgen: ..Df~ene. die ui» wasehkain«rs onf-napt ws e„n vrouw nv-r een goed eevorm''en voet van middelm-tise groot'e. Ze droeg aan haar re*-! t. rvni-f a'l en een kous, ii hoewel de d~ur n:o' on slot was, is ze door b«« ra-ut ontvlucht". En weer dacht ik aan Gertrude's verstuikten enkel. Was bet dc Imker of do rechter, HOOFDSTUK VIII. De andere helft van de n m&nchetkuoo „Juffrouw Innes", begon de detec tive. ..wat denkt 11 eigenlijk van de geda&nte die U cp de oostelijke ver anda heeft gezien, op dien avond toen 1: ei uw kamenier alleen thuis wa ren?" ..Dat was ccn vrouw", zei ik vol overtuiging. „En toch beweert uw kamenier met. e'etveel nadruk dat het een man was." ,,0nz;n", v:el ik hem in de rede. „Liddy had haar oogen dicht ze doet ze altijd dicht ais ze bang is". ..En heeft u er nooit, o er redacht dn't degern, die later in de nacht liet huis is binnengedrongen, een vrouw geweest, kon zijn dezelfde vrouw, die u op de veranda had ge zien?" ,.Ik had «t mijn redenen voor om to denk'-n dat het een m-n was", zei ik en ik dacht aan den manchet knoop. ,-Nu berinnen we op te schieten. 5Velkc red*----=n waren dat?" Ik aarzelde. „Als ii noz andere redeoeo h'-eft om l*v geloovcn dat uw middernach telijke ga*t meneer Armstrong was. dan hel feit, dat hij deu volgenden nacht hier is binnen gekomen, dan moet u mij dat. zoggen, juffrouw In nes, We kunnen niols als vanzelf sprc kond aannemen. Als hjjvoorl-.ee'd do- geen die de ijzeren slaaf liet vallen, waardoor de krassen op de trap kwa men u ziet, dat weet ik ook als dat een vrouw was. waarom kan dan die zelfde vrouw niet den vol genden nacht' ternggekom-n ziin en in haar angst Arnold Armstrong dood geschoten hebben, to-11 ze hem op de wenteltrap tegc-n kwam?" „Het was een man" herhaalde ik. En omdat ik geen enkele andere re den kon bedenken waarom ik daar zoo van overruied was. v-rte'de ik hem van den manchetknoop. Hij vond het hoogst belangrijk. „Wilt u mij dis knoop geven", zc! hij, toen ik uitgesproken was „of hem mij tenminste lat n zien? Het kan va» zeer veel gewicht zijn". „Is het niet voldoende als ik er u een beschrijving van geef?"' „Dat is niet zoo goed natuurlijk" ,.II°f spijt mij erg", zei ik zoo kalm mogelijk ..maar ik het dintr is weg. Hef moet uit een doosje op mijn toilettafel ge allen zijn". Ik voelde daf hij aan de waarheid van mijn woorden twijfelde, maar hij liet het niet blijken. Hij verzocht mij om den knoop zoo uitvoerig mo- gelijk te beschrijven.' cn dat deed ik, terwijl hij naar een lijstje keek dat liij uit zijn zak haalde. „Een stel manchetknoopen mol mo nogram", las hij op, „een stel knoo- pen met een enkele parel, een stel kneopen met een vrouwenhoofd bezet met diamantjes. „Er staat geen en kele kuoop bij zooals u mij die heeft beschreven en toch moet. meneer Arm strong in zijn manchetten een heelen knoop hebben overgehouden, als uw theorie juist is en misschien nog de helft van den ander". Dat idee was heelemaal nieuw voor mij. Als het niet dc vermoorde man was geweest, die d:en nacht het huis was binnen gedrongen,, wie was het dan wel geweest'? „Er zijn een heeleboal vreemde din gen in verband met doze zaak", ging de detective voort, „Juffrouw Gertrude heeft verteld dat., ze iemand aan het slot hoorde morrelen, dat cle deur open ging en dat er bijna onmiddellijk daarop ge schoten werd. Eu dit is 1111 hiervan weer het vreemde, juffrouw Innes: Meneer Armstrong had geen sleutel bij zich. Er zat geen sleutel in het slot, er lag er ook geen on den vloer. Met andere woorden, alles wrst er duidelijk ot>, dat meneer Armstrong iu huis gelaten is door iemand die hier binnen was ..Dat is onmogelijk", viel ik hem tn de rede. „Weet u wel. wet dat zou beteekenen. meneer Jamieson Weet u wel dat 11 d-arae» Ger rude Innes er van beschuldigt, dat zo dien man in huis hooft, gelaten?" „Niet heelemaal". zei hij met ziin vriend el ij ken glimllach. „Ik hen er zelfs zeker van dat zo het niet heeft gedaan. Maar wat kan ik beginnen zoolang als u en zij mij slechts een deel van de waarheid vertellen? Ik weet, dat u iets uit het. tulpenbed heeft opgeraapt, maar u weigert 111 ij te zeggen war. het was. Ik wee* dal juffrouw Gertrude weer uaar de bil jartkamer terug is gecaan om iets Ie Imlen, maar zij wil niet zesre.- wat het was. U vermoedt wat er met den manchetknoop gebeurd is. maat U wilt het mij niet. vertellen, liet eenige, waar ik tot nu toe zeker van ben, is dit,: ik geloof niet dat Arnold Amstrong de middernachtelijke be zoeker was die u aan zoo aan hei schrikken bracht doordat hij, laten we zeggen: een golf-siok liet vallen. Eu ik Eeloof dat hij, toen hij kwam, door iemand hier in huis werd bin- l Den gelaten. Wie weet misschien wel door Liddy?" Ik roerde met een nijdig gezicht in miiit thee. Ifet gevoel voor humor van som mige menschen schijn; omgekeerd evenredig ie zijn aan den ernst van hun beroep", zei ik verontwaardigd. „Het gevoel voor humor dat een man heeft, juffrouw Innes is bar- baarscher en wreed er dan dar van een vromv. O, ben jij daar, Thomas? Kom binnen". Thomas Johnson stond in dc deur opening. Hij zag er uit of hii zich ergens ernstig bezorgd over maakte en plotseling dacht ik weer nan de tasch, die ik in de portierswoning had gezen. Thomas kwam binnen en slond met een eenigszins gebogen lioofd strak naar meneer Jamieson te kijken. „Thomaszei de detective, op vriendelijken toon, „ik heb om je ee- stuurd omdat ik graag wilde daf'ja ons eens vertelde wat je op de club iegen Sam Bohaunou gecegd hebt, den dag voor dat meneer Arno! 1 hier dood gevonden werd. Eens kij ken. Je bent hier Vrijdagsavonds ge komen om met juff ouw Innes te praten, is 't niet? En Zaterdagsoch tends ben je hier aan het werk ge- gaan?" Om den een of anderen onverklaard baren reden zag Thomas er merk* baar opgelucht uit. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5