Te"wentïltrap HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN Muziek FLITSEN VRIJDAG 24 APRIL 1925 - TWEEDE BLAD No. 3455 Het Beheer van den Stadsschouwburg De omstandigheid dat ons blad zij delings betrokken is bij het bedanken van ueo beer J. B. Schuil als secre taris van de Commissie van beheer behoeft natuurlijk geen reden te zijn om over deze aangelegenheid te zwij gen integendeel zijn wij. 20U ik zeg gen. er het naast aan toe om hierover een en ander in het midden ie bren gen. Niet omdat wij duur rechtstreeks bij betrokken zouden zijn, want dat is het geval niet. Men zal grif van mij gelooven, dat ik, toen de heer Schuil vertelde van zijn voornemen om naar de functie van directeur te sollicitee- ren, moeite heb gedaau om hem daar van terug te brengen in de eerste plaats omdat indien hij benoemd werd. een zeer gewaardeerd medewer ker voor ons blad verloren zou gaan. De heer Schuil immers zag in (en ik kon bet niet tegenspreken) dat de combinatie van schouwburgdirecteur cn tooneelcriticus t-c-n onmogelijkheid zijn zou. De vriendelijke beoor deelaars. die in den namiddag hun heele of halve onwetendheid aan de bittertafel verspreiden, hebben kondigd. dat de heer Schuil ..genoeg van de krant had", maar dit is volko men bezijden de waarheid. De too- neelcritick zelf was hem even lief als altoos en tusachen ons beiden is niet. is nooit eenig verschil van meening of inzicht geweestde reden via zijn sollicitatie was dan ook niet negatief, maar z*er positief >-» wel deze, dat hij als kenner van het t©one«-! iu het algemeen en van den Haatlemschen schouwburg in het bijzoDdor meende, daarvoor goed werk te kunnen doen en tijd genoeg over te houden om weer eens een jongensboek of een tooneelstuk te schrijven. Het eigenbelang dat mij drong hem te bewegen van die sollicitatie af te zien. maakte mijn positie als adviseur uit den aard van de zaak niet sterk. Zelfs niet. toen ik vriendschappelijk een principieel bezwaar opperde, na melijk <>f de functie hem op den duur wel voldoen zou. Ofschoon de lite! directeur doet denken aan iemand, die in zekere onafhankelijkheid lei ding geeft, is de practijk van de stich ting af. geweest ast de directeur meer administrateur was en dat de directie, het beheer, meer in 't bijzonder toe viel aan de commissie van beheer, vooral aan haar secretaris, den heer Schuil, zelf. De naam van dejte com missie. commissi© van be heer, wijst daar reeds op hoe kan naast een directeur, nog een commis sie van beheer bestaan ,1 Wijzende op dezen toestand vroeg ik den heer .Schuil of hij niet vreesde, dat zoodra hij eenmaal als directeur opgetreden zou zijn. een nieuw* secretaris van de commissie de leiding nemen zou. Dit verwachtte de heer Schuil evenwel niet en zoo moest ik, met groot leed wezen, aanzien dat mijn vertoogen niet baatten en dat hij zijn voornemen om te solliciteeren doorzette. Maar eerst, nadat hij zeker dat hij daarbij den heer Chabot niet in den weg zou staan. Herhaaldelijk heeft bij mij verzekerd, dat hij den heer Chabot. voor het directeurschap volkomen geschikt vond en er niet aan dacht, naar de betrekking te dingen, wanneer d© heer Chabot die begeerde, Om twee andere redenen nog: dat deze buiten betrekking en de schoonzoon van den heer Van Casteren «iu. Ik heb den heer Schuil in de vele jaren dat hij aan ons blad medewerkt, goed Irrren kennen en i! weet. dat hij altijd recht door zei gaat. eerlijk voor zijn meening uit komt. tot den een nooit anders spreekt dan tor, den ander, in één woord het moeilijk precies te omschrijven pies van eigenschappen in zich ver eenigt. dat men aanduidt met het woord gentleman. Insinuaties dat er iels onduidelijk*, iels onhelders zou zijn in dc geschiedenis van zijn solli citatie, missen dan ook allen grond. De heer Chabot heeft mii persoonlijk verzekerd, dat de heer Sehuil (ot hem gezegd heeft ..als gij solliciteert, doe ik het niet". Kerst toen do heer Cha bot daarvan afzag, omdat de functie hem torn hij waarnemend directeur was, in vele opzichten (onvoldoende belooning. belemmering in zijn hui- seliik leven) niet bevredigde- diende de heer Schuil zijn sollicitatie 5n. Waarom nn de meerderheid van de Commissie leden van het College van B. en W. den heer Schuil nie» ge schikt vonden, is een zaak, waarop ik niet, uitvoerig behoef in te gaan. Mis schien i* de overtuiging, dat. hij maal directeur hectende. ook als di-1 als ik zeide, schijnt mij meer toe die administrateur te zijn, vooral nu B. en W. ter .bezuiniging de boekhou ding niet meex aan een afzonderlijke kracht, maar aan den directeur opge- dragen wenschen te zien. L'it wat de heer Chabot mij mededeelde is inij wel gebleken, dat aan het directeur schap allerlei arbeid, ook van con trole. voor ondergeschikte zaken is erbonden, die bij het begrip van directeur kwalijk past. Deze quaestio een oogenblik ter zijde latende wensch ik de aandacht te vestigen op twee fouten van ver houding. die- nu een nieuwe functio naris zal worden benoemd, wellicht verbeterd kunnen worden. In de eer ste plaats, dat wanneer bet gemeente bestuur feitelijk een administrateur wenseht, het ook verstandig zal zijn hem dien titel te geven en niet dien vnn directeur, welke op zijn taak niet skaat. Voor de verhouding van den nieuw te benoemen functionaris ten opzichte van de Commissie van beheer kan dit nuttig zijn moeilijkheden kunnen danrdoor waarschijnlijk yoor- komen worden. Een andere foutieve verhoudinjz be staat, ineen ïk, tusschen B. en de Commissie van beheer. Althaus bij het geval van de benoeming van een directeur of administrateur. liet blijkt dat van B. cn W. vóórdat de Com missie van beheer een voordracht had opgemaakt, een wenk is uitgegaan, dat het College den heer Schuil niet wensehtr. Maar matigden zich B. en W. daarbij niet een vrijheid aan, die hun niet toekwam. Zeker, de instruc tie van de Commissie regelt niet hoe die voordracht en die benoeming in hun werk zullen gaan. maar logisch schijnt het mij toe, dat een Commis sie vun beheer, ik herhaal: vnn beheer, uit kracht van hare kennis zaken, die B. en W. natuurlijk- missen, een voordracht opmaakt, die B. cn W. zonder meer op hun beurt indienen bij den Raad. aan wien de bcnocmiDg is- Deze wijze van doen past des te meer. omdat een van de wethouders voorzitter van de commis- en dus voldoende verband tus schen de twee Colleges bestaat. Hou den B. en W. de voordracht of aanbe veling aan den Raad in eigen han den, dan miskennen zij daarmee het karakter der commissie, die tot taak heeft te beheeren en niet B. en W. bij te staan of van advies te dienen N'a deze algemeen© opmerkingen at ik den draad van mijn betoog eer op. De heer Schuil, getroffen door het verschil tusschen de hem steels gebrachte hulde als secretaris de commissie en de houding van n W. en dc meerderheid der com missie bij zijne sollicitatie als direc teur. heeft zijn ontslag als lid van de commissie ingediend. De een vindt „hij had dat niet moeten doen", de ander: .-hij beeft groot gelijk"., het komt mij voor, dat wij met zijn be sluit niet te maken hebben. Hij zag wat hem te doen stond zooals hij dat zag en dat hebben wij t« respectee- ren. Bevriend met Sehuil als ik ben spijt het mij dat hij op dit oogenblik een teleurstelling ondervindt: dat wij hem nu als tooneelcritieus behouden is mij een reden tot groote blijdschap. Ons blad verliest dus niet een gewaar deerd medewerkerdie niet alleen van alles wat het tooneel betreft on de hoogte is als weinigen, maar ook aan den vorm waarin hij zijn art'kejen weet te kleeden. groote aantrekkelijk beid geeft. Zoo licht komt een beoor de^laar. murw geworden door de veel heid van werk- er toe. ten «lotte zijn eritiek in een vasten mal te gieten, die voor hem de tank vergemakke lijkt, maar de fri«ehheid ten slotte zeer benadeelt. Hij niet. ITij maakt van iedere eritiek een afzonderlijk ar tikel cn boeit daarmede allen, die op deugdelijke voorlichting in tooncelza- ken prijs stellen. In deze meening slaan wij waarlijk niet alleen. Iets beters heb ik in deze nog aan te voeren, dan de belangen van de courant alleen. De opinie van het publiek. De keeren zijn niet te tellen, dat lezers mij uit eigen bewe ging hun wftardeering hebben betuigd over zijn tooneelbeschouwingcn, den beschaafden toon waarin zij gesteld zijn en de deskundigheid. die er steeds uit spreekt. Ik heb dan ook nu al vernomen, dat getrouwe lezers met vreugde hebben gezien, dat zij zijne artikelen in de toekomst, niet zullen moeten missen. Hoe het liefhebberij- recteur zou willen optreden, daaraan tooneel in Haarlem hem waardeert, niet vreemd geweest. De functie, zoo is meermalen gebleken. En dat dc tooneelspelere zelf zijn oordeel zeer op prijs stellen, kwam ons dikwijls ;er oore. Wat ons betreft is dug eind goed, al goed. Ons dat wil zeggen de lezers ns dagblad. Schuil kan van de algemeene waardeering van zijn werk in Haarlem en ver daarbuiten (een tijd lang werkte hij aan de Nieu we Ilott. Courant mee, maar moest dit wegens de overgroote inspanning die hèt, met zijn andere werk. van hem vergde, laten varen) ten volle ver zekerd zijn. Het stille seizoen nadert. Maar tegen den winter zullen onze lozers zijn beschouwingen en critieken weer. als zoovele jaren, in ons dag blad vipden. Tot hun. dat weet ik. groote ingenomenheid. J. C. P. Vervolg Stadsnieuws. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 278 TANTE IN DE BIOSCOOP. velsen's gemengd koor „zang VEREDELT.". Dezen avond, waarop de vereenigiug zelf inaar ttfec liederen zong, had Leo Pielage voor het grootste deel aan het eerst in Januari opgerichte kinder koor gewijd. Het d.-i.uut was sue De zang der kinderen was goed zuiver en de bijzondere eigenschappen die de uitvoeringen, welke onder de zen dirigent gegeven worden, zoozeer kenmerken, namelijk de groote zorg, die «loor hem aan levendige voor- drucht besteed wordt, had ook hier haar invloed doen gelden. Zoowel het kinder- als het groot® koor zullen nog veel kunnen winnen op gebied van klankschooivheid en eenheid enz. Wat deze zaken aangaat, zijn dc praestaties nog slechts „aardig" le no®men, bij een ijverige studie en na langere» tijd <lu-t kinderkoor is nog een „zuigeling" wat den leeftijd aan gaat) kan dat misschien wel „mooi" worden. Vanzelfsprekend is het. dat de zaal van ,.d© Pnns" de uitvoe ring niet verbeteren zal, alles klinkt er hard en dat euvel zal vooralsnog wel niet weg to nemen 2ijn. Het gemengd koor, waarvan ik al leen Loots' Lentezang hoorde, heeft ook nu weer blijk gegeven van goed eiudeeren. In het begin overstemden echter de kinderstemmen het groote koor wel iets. Later ging het beter en bleek het, een uitmuntend slot te zijn. De pianiste, die hei kinderkoor bege leidde, mejuffrouw- J. Misset, werd, in dank voor haar goed aicyinpagikcicn mooi bouquet aangeboden. :t programma was goed in elkaar t. De heel Pidace voerde enkel werf»en en werkjes uit van Loots en ter afwisseling speelde de heer Tuin met een leerling© (mej. Oostervdd) en zijn twee zoons deelen uit twee strijkquartetten van Havdn (Op. 33 No. 3 en Op. 77 no 1). Er werd een r l>evredigend emsemble gevormd, het Adagio van het eerste quartet was de klank van den «e reten violist in verhouding tot. die zijner partneis oen beetje te veel naar voren tredend! Daarentegen was liet Allegretto vooi do twee violen alleen (uit. datzelfde quartet) zc-er goed. De warme toon der altviool trof vooral in dc belangrijke vulnoten". Het tweede quartet was hij den in- et w-at ongelijk cn onrbythmisch, doch ook het Iwsluit hiervan was goed. Het publiek genoot veel van al het ge- l»odepe en dankte met een enthousiast applaus. De wijze waarop in deze klei ne plaatsen gemusiceerd en geluisterd wordt verdient waardeering. LOUIS DELACHAUX. NED. VEREEN. VOOR AMATEUR COOCHELAARS „HANDS DOWN' Naar men ons meldt, heef: het be stuur der Nederlandsche vereeniging van Amateur Goochelaars „Hands- Down", aangemoïdigd door het j-icces roes «es onlangs te Amsterdam gegevea uitvoering, besloten ook hier ter stede een dergeliiken avond te organiseeren en wel op Dinsdag 28 April in „Cabaret Modern". He: batig saldo van dezen cabaret avond (waaraan behalve dc leden van „Hands-Down", de artisten van Mo dern hun medewerking verleenen) aan het Nederlandsch Olympisch Comité ten goede. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In d© week van 12 tot en met 13 April kwamen voor te Haarlem 1 geval van roodvonk en 2 gevallen van diphtheritis, te VeUen 3 gevallen van roodvonk en te Zandvoort 3 gevallen van roodvonk. SCHOORSTEENBRANDJE. Aan het Zuider Buiten Spaarne in perceel 21 brak Donderdagavond te on geveer 7-1 s uur een schoorsteenbrandje uit, door een aanlading van roet. Met zont bluschte de bewoner het vuur. De brandweer rukte uit, dooh hoefde geen dienst te doen- Tante gaat met vaak I merkt tegen mevrouw naar do bioscoop, maar Kommer, die mee is, op, als het dan ook eens dat ze niet gelooft, dat voorkomtdeze film heusch echt in Alaska is opgenomen en legt in détails pre cies uit, hoe ze in Cali- fornië dergelijke sneeuw effecten imiteeren gewoon zout sprekend over CaJifor- nië herinnert haar aan wat zij laatst over de toestanden daar gelezen heeft en niet alleen dat, maar zij heeft een neef. d;e daar op een appelkwee- kerij werkt en die schreef de vorige weck - nou vraag ik Je vindt mevrouw Kommer dat nou toestanden en dan al die jonge menschen, die zooveel verdienen vervalt een oogenblik tot stilzwijgen als de heldin te paard van een steile hc-Uing rijdt, vervolgd door den schurk en meent dat dat vast de ster, die op het pro gramma staat, zelf niet is, die waagt haar Ier.-en niet ZOO gauw wijdt de volgende mi nuten aan statistische gegevens van salarissen en leeftijden van ver schillende actrices en acteurs verklaart, bij de groote ontploffingsscène. hoe dit precies nagemaakt wordt, want ook daar over heeft zij gelezen kijkt verstoord om naar haar achterbuurvrouw, die de titels hardop zit te lezen en betreurt het, dat er zooveel menschen rijn, die niet in etilte van een film kunnen genie ten. (Nadruk verboden) Feuilleton Naar het Amerikaansch MARY ROBERTS RINEHART. 42) „Dcgeen die getroffen is moet mank loopen", zei Halsey. ..Het schot was te laag om iets anders clan een been of een voet geraakt te kunnen heb ben". Van dat oogenblik af keek ik .naar iedereen die ik tegenkwam of hij ook mank liep en tot op den huidiaen dag voel ik een soort van wantrouwen voor icderen man die met zijn been trekt. Maar in Casanova was er nie mand mank: het eenigc wat er op leek was een oude man. die den over weg van den trein bewaakte, en toen ik er naar informeerde hoorde ik dat hij twee kunsbbeenen bad. De in breker was wer en van den grooten en kostharen stal van ZonDeboek was niets meer over dan wat smeulend hout. Warner was er van overtuigd dat de brand mei: opzet was aange stoken en in verband met wat er dien nacht verder gebeurde, scheen er wel geen twijfel mogelijk. HOOFDSTUK XXIV. Flinders. Als Halsey mij nu maar volkomen in vertrouwen had genomen zou het veel eenvoudiger geweest zijn. Als hij mij alles verteld had wat hij wist over Jack Bailey en als hij m.'j den dag na den brand verteld had. wat hij vermoedde, zouden we niet zoo'n ellendigen tijd gekregen hebben, en zou hij niet in gevaar ziin geweest. Maar jonge mensehen willen nooit prnfiteeren van de ondervinding van ouderen en soms moeten de ouderen het meest daaronder lijden. Den dag na den brand was ik erg zenuwachtig en Gertrude drong er op aan dat ik uit zou gaan. De auto was tijdelijk onbruikbaar en de paarden van bei rijtuig waren gedurende den zomer bij een boer. Ten slotte huur de Gertrude een rijtuigje bij een stal houder in Casanova en we gingen er in uit. Net toen we van de oprijlaan op den weg kwamen, ontmoetten we een vrouw. Ze had een kleine tasch op den grond gezet en stond het huis en den tuin terdege op te nemen. Ik zou niet eens op haar gelet hebben, als ze niet zoo vreeselijk van de pok ken geschonden was geweest. ..HM" zei Gertrude, toen we baar voorbij waren. „Wat ©en gezicht! Ik I zal er vannacht vast. van tlroomcn. Toe. vooruit. Flinders". ..Flinders!" vroeg ik. „Heet het paard zool" ..Ja". Ze streek even langs de ma nen met baar zweep. -.Hij zag er niet uit als een stalbouderspaard en de man zei dat hij hem van de Arm strongs gekooht had. toen zij een paar auto's aanschaften. Zoete Flin ders toe maar!" Flinders was zeker geen alge meen voorkomende naam voor een paard en toch had bet jongentje in Richfield zijn speelkameraad, die als paard fungeerde, ook Flinders ge noemd. Het viel mii dadelijk op. Op mijn verzoek had Halsey al be richt over den brand gestuurd aan den makelaar van wien we het huis gehuurd hadden. Bovendien had hij Jamieson opgebeld en hem cenigs zins omzichtig verteld wat er 's nachts gebeurd was. Jamieson beloofde, dat bij 's avonds komen zou cn noR iemand mee zou brengen. Het leek mij niet noodig om mevrouw Arm strong bericht te sturen, nu ze toch in het dorp woonde. Ze bad natuur lijk wel van den hrnnd gehoord en omdat ik bleef peigeren om het huis te verlaten, zon bet onderhoud nu niet bepaald plezierig geweest zijn. Maar toen we bet wit-met-groene buis van dokter Walker voorbijreden krepg ik plotseling een idéc. „Wacht hier eens even. Gertrude", Het bezoek van Mgr. Dr. I. Seipel aan Haarlem De vroegere Oostenrijksche bondskanselier bracht verschillende bezoeken Een toespraak in het R. K. Lyceum De rede in den Stadsschouwburg De aankomst en de bezoeken. Hoewel aanvankelijk bepaald was, dill .Mgr. Dr. I. Seipel Donderdagmid dag om 4-J3 uur met den trein uit Den Haag zou komen, art iveerde hij des mid dags per auto, in gezelschap van den Oostenrijkschen zaakgelastigde in Ne derland, den heer Carl I'uppek, en een paar kennissen. Id restaurant „Hildebrand" werd de lunch gebruikt, waarna een bezoek werd gcbrachi aan het Frans Halsmuseum- Mgr. Seipel werd daar rondgeleid door den directeur, den heer G- D. Gra- taraa. Vervolgens ging het naar dc bloemen tentoonstelling te Heemstede, waar de heer E. H. Krclage den hoogen gast ontving en de tentoonstelling liet be zichtigen- Het derde bezoek gold het r -K. Ly ceum aan den Zijlwcg te Over veen- Te ongeveer half vier kwam Mgr. Seipel aan het U.K. Lyceum aan en werd daar --ooreetsteld aan den lec tor Pater Dr. N. Th. Vlaar O.E.S.A. en leeraren en aan bestuursleden van de vereeniging .,Gelo-f 1 Weten schap.'' De leerlingen van de school hadden zich verzameld in" het. gymnastiek lokaal daarheen begaf zich Mgr. Sei pel. Bij zijn binnenkomen /peelde een strijkje van de leerlingen een marsch, waarna P ter li. Woerd man het woord nam en Mgr. Seipel, namens rector, leeraren en leerlingen eu alle andere aanwezigen welkom heet te. Wij begroeten in u. aldus spreker, niet alleen den prooten staatsman, maar ook den kloosterbroeder, die zijn kloostercel verliet om in zware tij den zijn volk en zijn vaderland trouw to dienen met zijn groote talenten. Zelfs ziin leven was aan zijn vader land gewijd. Spreker herinnerde aan den moord aanslag op Dr. Seipel en zei. dat deze aanslag veel afprijzen heeft gewekt. Voorts sprak hii er ziin blijdschap over uit dat Pr. Seipel dit bezoek bracht en besloot met do woorden „God bescherm© en behoede u cn ze- gene uw vaderland zei ik. ..Ik moet er even uit". „Gaat u Louise opzoeken?" vroeg ze Neen. ik wil Walker iets vragen". Ik begreep wel dat ze nieuwsgierig was, maar ik legde het haar niet ver der uit. Ik liep naar het huis toe, vond den ingang voor de patiënten en ging naar binnen. De wachtkamer was leeg maar ia de spreekkamer hoorde ik twee menschen praten, op niet zeer vriendschappelijken toon. „Het is een bespottelijk bedrag", zei er iemand. Toen hoorde ik de stem van den dokter, rustig en kalm. Maar ik had geen tijd om te luiste, ren naar de bezwaren van iemand, die blijkbaar zijn rekening te hoog vond, dus ik kuchte even. Onmiddellijk zwe gen de stemmener ging ergens een deur dicht cn de dokter kwam vnn uit de gang binnen. Hij was blijkbaar verbaasd mij te zien. „Goeden middag, dokter." zei ik stijfjes.» Ik zal u niet van uw patient af houden. Ik wilde u alleen maar iets vragen". ,.Wilt u niet gaan zitten?" „Dat is niet noodig. Dokier. is er vanochtend ook iemand bij u ge weest om zich te laten behandelen voor een schotwond?'' ,-Neen. zoo iets opwindends heb ik niet beleefd", zei hij. „Een schot wond Het schijnt nog niet erg rustig te zijn op Zonnehoek". Eén der Oostenrijksdie leerlingen, W. Paulik heette daarna Dr. Seipel welkom en ook de leerling J. Krebs voerde hei woord. Ondeugend merkte hij op, dat- dit. bezoek wel een extra dag vaeantic waard was. Dr. Seipel dankte allereerst, voor de vriendelijke woorden, tot hem gespro ken en zet. dat hii nu voor het eerst in Haarlem was. In den korten tijd, dat hij er was had hii reeds twee be zoeken afgc-legd en dit. aJdus spreker, is het derde. Het eerste bezoek gold de gouden natuurde prachtige bloemententoonstelling to Heem stede. liet tweede bezoek gold de kunst en de traditie: Het Frans Hals Mu- e11 dat derde bezoek geldt de jeugd, die iets leeren wil om later iets te kunnen prestoeren in de samenleving. Die zich voorbereidt op een nuttige le venstaak. Sprekende over Holland, zei Dr. Seipel dat men in het buitenland niet behoeft te vragen of Holland groot is. Want Holland is groot in geeet en in cultuur. Wie zou niet troisch zijn tot zulk een volk te behoorent Welke iopge man verlangt niet op te groeien tot een volwaseen Hollander? Er zijn verschillen tusschen Hol land en Oostenrijk. Holland heeft de zee, Oostenrijk de bergen met de eeuwige sneeuw Holland liet in Weet-. Oostenrijk in Midden-Europa. Holland heeft groote havens cn Oos tenrijk groote verkeerswegen. Vervolgens wees spr. op den achter uitgang van Oostenrijk na den oorlog- 1100 lift eerst een staat was van 40 milüoen zielen. Thans heeft Oos tenrijk nog slechts 6 12 millioen bewoners. Sfaar toch heeft dit land met zijn rijke geschiedenis, een toe komst. Dr. Seipel sprak met waardeering over de hulp. door Holland na den oorlog aan Oostenrijk verleend. In het bijzonder aan de kinderen, die in Holland verpleegd zijn geworden. Ik spreek veel over Oostenrijk nu, zei spreker, maar waar het hart vol van is, loopt de mond van over. Hij zei verder dal een priester zeker land en God samen kan dienen, zooals hij ge daan heeft. Men kan zeker het vader land zijn krachten geven, als men den godsdienst maar niet verwaarloost. Sprekende over den vrede zei dr Seipel. dat er alleen dan waarachtige vrede kan ziin. als er vrede is in de menschen zelf. Met de beste wenschen besloot Mgr. Seipel zijn toespraak. De rector deelde daarop mede dat de Paasclwncantie met een dag ver lengd zou worden, waarna de lieer A. M .Julius dank zesde voor het be- zoek van Mgr. Seipel. „Ik heb Diet gezegd dat. het op Zonnehoek was gebeurd. Maar toeval lig was het we! zoo. Als er zoo iemand bij u komt, wilt u dan zoo vriende lijk zijn om het mij te laten weten?" „Het zal mij zeer aangenaam zijn", zei hij. „Ik hoor, dat u er brand heeft gehad ook. Brand en een schiet partij in één nacht is wel veel voor een rustig buitenverblijf'. ..Het is er allesbehalve rustig", ant woordde ik en keerde mij om om weg te gaan. „Én blijft u er toch wonen?" ..Tot ik er uitgebrand word", zei ik. Op de stoep keerde ik mij op eens om. „Dokter", vroeg ik. gedreven door een plotselinge ingeving, „heeft u wel eens gehoord van een kind dat Lucien Wallace heet Hij was wel handig, maar even kwain er toch een andere uitdrukking op zijn gezicht. „Lucien Wallace?" herhaalde hij. ..Neen, dat geloof ik niet. Er wonen hier nogal veel menschen van dien naam. maar van een Lucien heb ik nooit, gehoord". Ik was er vrijwel zeker van dat hij er wèl van gehoord had. Menschen vertellen mij niet gemakkelijk een leu gen en deze man loog_ ongetwijfeld. Maar ik kon nu toch niets meer van hem te weten komen: hij was nu op zijn qui-vive cn ik ging heen, een Nadab de thee was geserveerd ver trok de hooge bezoeker. Van het Lyceum begaf Dr. Seipel ach naar dea Bisschop, om dezen een bezoek te -brengen, waarna tenslotte de kathe drale keik Si» Bavo werd bezichtigd. Hier werd -Mgr. Seipel rondgeleid door plebaan L- A. A- M- Westerwoudt. Na dit bezoek ging het gezelschap naar het restaurant „Hildebrand'', waar door de vereeniging „Geloof en Weten schap" een diner werd aangeboden, waarbij de bestuursleden van „Geloof en Wetenschap" aanzaten. De rede in den Stads schouwburg. Voor de leden van de Vereeniging Nederland-Oostenrijk en van d© Ver eeniging „Geloof en Wetenschap" trad Donderdagavond in den Stads schouwburg als spreker od de afge treden Oostenrijksche Bondskanselier Mgr. Dr. I. Seipel. Ofschoon de schouwburg tamelijk goed bezet was, hadden wij toch een 2rooter® opkomst verwacht op dezen avond, die gelegenheid bood een der rneest. op den voorgrond tredende staatslieden van den tijd te hooren spreken van zijn denkbeelden over: „Pacifisme en Christendom". Onder de aanwezigen werden opge merkt de burgemeester van Haarlem, dc heer C. Maarschalk (wien Dr. Sei pel na afloop van zijn rede in zijn loge een bezoek bracht), de heer Hendrix, lid van Ged. Staten van Noord-Hol- !and, Mgr. Ebbinkhuysen, Regent van net Seminarie „Hageveld", en Rector Vlaar van liet R.K. Lyceum. - Mr. F Vorstman, voorzitter van ..Geloof en Wetenschap" opende de bijeenkomst met een kort woord, waarin hij in 't bijzonder de gasten der beide vereenigingen welkom heette en verder zeide dat het een groot voor recht was, in deze tijden, waarin de eigenlijke vrede nog lang niet bereikt is, naar het woord van een oprecht vredesapostel te mogen luisteren. l-Iierna was het woord aan den spre ker van den avond, die gedurende het openingswoord van Mr. Vorstman rus tig en roerloos in een armstoel op het tooneel had gezeten en nu opstond en begon te spreken met een kalmte en een zekerheid, die hem gedlrende zijn geheele rede niet verlieten. Een rustig, prettig, gemakkeliik te volgen spreker is deze sympathieke vredesapostel, die zijn kracht niet zoekt in stout®, beeldrijke taal of in heftigheid Van gebaar, maar van wiens eenvoudig woord tóch een groo te invloed uitgaat omdat er in door klinken zijn oprecht geloof en zijn rotsvast® overtuiging dat deze wereld een hetere toekomst wacht als maar de goede middelen worden aangewend om die toekomst te bereiken. beetje nijdig en zonder er iets van te begrijpen. Bij dokter Stewart werden we heel anders ontvangen. Dadelijk werden we in den familiekring gebracht. We bonden Flinders vast aan den kant van den weg en Gertrude en ik wer den getracteerd op eigen gemaaktcn bessenwijn en vertelden van den brand. Van wat er dien nacht verder was gebeurd zeiden we niets. Maar toen wij tenslotte afscheid hadden genomen van de familie cn de dokter ons paard los maakte, vroeg ik hem hetzelfde als ik aan dokter Walker gevraagd had. ,.Een schotwond?" zei hij. .,Neen. niemand. Wat heeft 11 nu uitgehaald op Zonnehoek, juffrouw Innes?" „Er heeft iemand geprobeerd om tijdens den brand in te breken", zet ik. ..en hij is licht gewond door een revolverschot. Praat u er maar niet verder^ over, wc- willen er zoo weinig mogelijk ruchtbaarheid aan geven". Er was nog een andere mogelijk heid, die we ook probeerden. Öp het station van Casanova zocht, ik den chef op en vroeg hem of er ook tus schen één uur 's nachts en den vol genden morgen vroeg treinen gingen. De eerste vertrok 's morgens pas om 6 uur. De volgende vraag moest ik een beetje diplomatiek inkleeden. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5