Te"wentïltrap
HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
Muziek
FLITSEN
VRIJDAG 24 APRIL 1925 - TWEEDE BLAD
No. 3455
Het Beheer van den Stadsschouwburg
De omstandigheid dat ons blad zij
delings betrokken is bij het bedanken
van ueo beer J. B. Schuil als secre
taris van de Commissie van beheer
behoeft natuurlijk geen reden te zijn
om over deze aangelegenheid te zwij
gen integendeel zijn wij. 20U ik zeg
gen. er het naast aan toe om hierover
een en ander in het midden ie bren
gen.
Niet omdat wij duur rechtstreeks
bij betrokken zouden zijn, want dat
is het geval niet. Men zal grif van mij
gelooven, dat ik, toen de heer Schuil
vertelde van zijn voornemen om naar
de functie van directeur te sollicitee-
ren, moeite heb gedaau om hem daar
van terug te brengen in de eerste
plaats omdat indien hij benoemd
werd. een zeer gewaardeerd medewer
ker voor ons blad verloren zou gaan.
De heer Schuil immers zag in (en ik
kon bet niet tegenspreken) dat de
combinatie van schouwburgdirecteur
cn tooneelcriticus t-c-n onmogelijkheid
zijn zou. De vriendelijke beoor
deelaars. die in den namiddag hun
heele of halve onwetendheid aan de
bittertafel verspreiden, hebben
kondigd. dat de heer Schuil ..genoeg
van de krant had", maar dit is volko
men bezijden de waarheid. De too-
neelcritick zelf was hem even lief als
altoos en tusachen ons beiden is niet.
is nooit eenig verschil van meening of
inzicht geweestde reden via zijn
sollicitatie was dan ook niet negatief,
maar z*er positief >-» wel deze, dat
hij als kenner van het t©one«-! iu het
algemeen en van den Haatlemschen
schouwburg in het bijzoDdor meende,
daarvoor goed werk te kunnen doen
en tijd genoeg over te houden om
weer eens een jongensboek of een
tooneelstuk te schrijven.
Het eigenbelang dat mij drong hem
te bewegen van die sollicitatie af te
zien. maakte mijn positie als adviseur
uit den aard van de zaak niet sterk.
Zelfs niet. toen ik vriendschappelijk
een principieel bezwaar opperde, na
melijk <>f de functie hem op den duur
wel voldoen zou. Ofschoon de lite!
directeur doet denken aan iemand,
die in zekere onafhankelijkheid lei
ding geeft, is de practijk van de stich
ting af. geweest ast de directeur meer
administrateur was en dat de directie,
het beheer, meer in 't bijzonder toe
viel aan de commissie van beheer,
vooral aan haar secretaris, den heer
Schuil, zelf. De naam van dejte com
missie. commissi© van be
heer, wijst daar reeds op hoe kan
naast een directeur, nog een commis
sie van beheer bestaan ,1 Wijzende op
dezen toestand vroeg ik den heer
.Schuil of hij niet vreesde, dat zoodra
hij eenmaal als directeur opgetreden
zou zijn. een nieuw* secretaris van de
commissie de leiding nemen zou. Dit
verwachtte de heer Schuil evenwel
niet en zoo moest ik, met groot leed
wezen, aanzien dat mijn vertoogen
niet baatten en dat hij zijn voornemen
om te solliciteeren doorzette.
Maar eerst, nadat hij zeker
dat hij daarbij den heer Chabot niet
in den weg zou staan. Herhaaldelijk
heeft bij mij verzekerd, dat hij den
heer Chabot. voor het directeurschap
volkomen geschikt vond en er niet
aan dacht, naar de betrekking te
dingen, wanneer d© heer Chabot die
begeerde, Om twee andere redenen
nog: dat deze buiten betrekking en
de schoonzoon van den heer Van
Casteren «iu. Ik heb den heer Schuil
in de vele jaren dat hij aan ons blad
medewerkt, goed Irrren kennen en i!
weet. dat hij altijd recht door zei
gaat. eerlijk voor zijn meening uit
komt. tot den een nooit anders spreekt
dan tor, den ander, in één woord het
moeilijk precies te omschrijven
pies van eigenschappen in zich ver
eenigt. dat men aanduidt met het
woord gentleman. Insinuaties dat er
iels onduidelijk*, iels onhelders zou
zijn in dc geschiedenis van zijn solli
citatie, missen dan ook allen grond.
De heer Chabot heeft mii persoonlijk
verzekerd, dat de heer Sehuil (ot hem
gezegd heeft ..als gij solliciteert, doe
ik het niet". Kerst toen do heer Cha
bot daarvan afzag, omdat de functie
hem torn hij waarnemend directeur
was, in vele opzichten (onvoldoende
belooning. belemmering in zijn hui-
seliik leven) niet bevredigde- diende
de heer Schuil zijn sollicitatie 5n.
Waarom nn de meerderheid van de
Commissie leden van het College van
B. en W. den heer Schuil nie» ge
schikt vonden, is een zaak, waarop ik
niet, uitvoerig behoef in te gaan. Mis
schien i* de overtuiging, dat. hij
maal directeur hectende. ook als di-1
als ik zeide, schijnt mij meer toe die
administrateur te zijn, vooral nu
B. en W. ter .bezuiniging de boekhou
ding niet meex aan een afzonderlijke
kracht, maar aan den directeur opge-
dragen wenschen te zien. L'it wat de
heer Chabot mij mededeelde is inij
wel gebleken, dat aan het directeur
schap allerlei arbeid, ook van con
trole. voor ondergeschikte zaken is
erbonden, die bij het begrip van
directeur kwalijk past.
Deze quaestio een oogenblik ter
zijde latende wensch ik de aandacht
te vestigen op twee fouten van ver
houding. die- nu een nieuwe functio
naris zal worden benoemd, wellicht
verbeterd kunnen worden. In de eer
ste plaats, dat wanneer bet gemeente
bestuur feitelijk een administrateur
wenseht, het ook verstandig zal zijn
hem dien titel te geven en niet dien
vnn directeur, welke op zijn taak niet
skaat. Voor de verhouding van den
nieuw te benoemen functionaris ten
opzichte van de Commissie van beheer
kan dit nuttig zijn moeilijkheden
kunnen danrdoor waarschijnlijk yoor-
komen worden.
Een andere foutieve verhoudinjz be
staat, ineen ïk, tusschen B. en
de Commissie van beheer. Althaus bij
het geval van de benoeming van een
directeur of administrateur. liet blijkt
dat van B. cn W. vóórdat de Com
missie van beheer een voordracht had
opgemaakt, een wenk is uitgegaan,
dat het College den heer Schuil niet
wensehtr. Maar matigden zich B. en
W. daarbij niet een vrijheid aan, die
hun niet toekwam. Zeker, de instruc
tie van de Commissie regelt niet hoe
die voordracht en die benoeming in
hun werk zullen gaan. maar logisch
schijnt het mij toe, dat een Commis
sie vun beheer, ik herhaal: vnn
beheer, uit kracht van hare kennis
zaken, die B. en W. natuurlijk-
missen, een voordracht opmaakt, die
B. cn W. zonder meer op hun beurt
indienen bij den Raad. aan wien de
bcnocmiDg is- Deze wijze van doen
past des te meer. omdat een van de
wethouders voorzitter van de commis-
en dus voldoende verband tus
schen de twee Colleges bestaat. Hou
den B. en W. de voordracht of aanbe
veling aan den Raad in eigen han
den, dan miskennen zij daarmee het
karakter der commissie, die tot taak
heeft te beheeren en niet B. en W.
bij te staan of van advies te dienen
N'a deze algemeen© opmerkingen
at ik den draad van mijn betoog
eer op. De heer Schuil, getroffen
door het verschil tusschen de hem
steels gebrachte hulde als secretaris
de commissie en de houding van
n W. en dc meerderheid der com
missie bij zijne sollicitatie als direc
teur. heeft zijn ontslag als lid van de
commissie ingediend. De een vindt
„hij had dat niet moeten doen", de
ander: .-hij beeft groot gelijk"., het
komt mij voor, dat wij met zijn be
sluit niet te maken hebben. Hij zag
wat hem te doen stond zooals hij dat
zag en dat hebben wij t« respectee-
ren.
Bevriend met Sehuil als ik ben spijt
het mij dat hij op dit oogenblik een
teleurstelling ondervindt: dat wij hem
nu als tooneelcritieus behouden is mij
een reden tot groote blijdschap. Ons
blad verliest dus niet een gewaar
deerd medewerkerdie niet alleen
van alles wat het tooneel betreft on
de hoogte is als weinigen, maar ook
aan den vorm waarin hij zijn art'kejen
weet te kleeden. groote aantrekkelijk
beid geeft. Zoo licht komt een beoor
de^laar. murw geworden door de veel
heid van werk- er toe. ten «lotte zijn
eritiek in een vasten mal te gieten,
die voor hem de tank vergemakke
lijkt, maar de fri«ehheid ten slotte
zeer benadeelt. Hij niet. ITij maakt
van iedere eritiek een afzonderlijk ar
tikel cn boeit daarmede allen, die op
deugdelijke voorlichting in tooncelza-
ken prijs stellen.
In deze meening slaan wij waarlijk
niet alleen. Iets beters heb ik in deze
nog aan te voeren, dan de belangen
van de courant alleen. De opinie van
het publiek. De keeren zijn niet te
tellen, dat lezers mij uit eigen bewe
ging hun wftardeering hebben betuigd
over zijn tooneelbeschouwingcn, den
beschaafden toon waarin zij gesteld
zijn en de deskundigheid. die er
steeds uit spreekt. Ik heb dan ook nu
al vernomen, dat getrouwe lezers met
vreugde hebben gezien, dat zij zijne
artikelen in de toekomst, niet zullen
moeten missen. Hoe het liefhebberij-
recteur zou willen optreden, daaraan tooneel in Haarlem hem waardeert,
niet vreemd geweest. De functie, zoo is meermalen gebleken. En dat dc
tooneelspelere zelf zijn oordeel zeer
op prijs stellen, kwam ons dikwijls
;er oore.
Wat ons betreft is dug eind goed, al
goed. Ons dat wil zeggen de lezers
ns dagblad. Schuil kan van de
algemeene waardeering van zijn
werk in Haarlem en ver daarbuiten
(een tijd lang werkte hij aan de Nieu
we Ilott. Courant mee, maar moest
dit wegens de overgroote inspanning
die hèt, met zijn andere werk. van
hem vergde, laten varen) ten volle ver
zekerd zijn. Het stille seizoen nadert.
Maar tegen den winter zullen onze
lozers zijn beschouwingen en critieken
weer. als zoovele jaren, in ons dag
blad vipden. Tot hun. dat weet ik.
groote ingenomenheid.
J. C. P.
Vervolg Stadsnieuws.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 278
TANTE IN DE BIOSCOOP.
velsen's gemengd koor
„zang VEREDELT.".
Dezen avond, waarop de vereenigiug
zelf inaar ttfec liederen zong, had Leo
Pielage voor het grootste deel aan het
eerst in Januari opgerichte kinder
koor gewijd. Het d.-i.uut was sue
De zang der kinderen was goed
zuiver en de bijzondere eigenschappen
die de uitvoeringen, welke onder de
zen dirigent gegeven worden, zoozeer
kenmerken, namelijk de groote zorg,
die «loor hem aan levendige voor-
drucht besteed wordt, had ook hier
haar invloed doen gelden. Zoowel
het kinder- als het groot® koor zullen
nog veel kunnen winnen op gebied
van klankschooivheid en eenheid enz.
Wat deze zaken aangaat, zijn dc
praestaties nog slechts „aardig" le
no®men, bij een ijverige studie en
na langere» tijd <lu-t kinderkoor is nog
een „zuigeling" wat den leeftijd aan
gaat) kan dat misschien wel „mooi"
worden. Vanzelfsprekend is het. dat
de zaal van ,.d© Pnns" de uitvoe
ring niet verbeteren zal, alles klinkt
er hard en dat euvel zal vooralsnog
wel niet weg to nemen 2ijn.
Het gemengd koor, waarvan ik al
leen Loots' Lentezang hoorde, heeft
ook nu weer blijk gegeven van goed
eiudeeren. In het begin overstemden
echter de kinderstemmen het groote
koor wel iets. Later ging het beter en
bleek het, een uitmuntend slot te zijn.
De pianiste, die hei kinderkoor bege
leidde, mejuffrouw- J. Misset, werd, in
dank voor haar goed aicyinpagikcicn
mooi bouquet aangeboden.
:t programma was goed in elkaar
t. De heel Pidace voerde enkel
werf»en en werkjes uit van Loots en
ter afwisseling speelde de heer Tuin
met een leerling© (mej. Oostervdd) en
zijn twee zoons deelen uit twee
strijkquartetten van Havdn (Op. 33
No. 3 en Op. 77 no 1). Er werd een
r l>evredigend emsemble gevormd,
het Adagio van het eerste quartet
was de klank van den «e reten violist
in verhouding tot. die zijner partneis
oen beetje te veel naar voren tredend!
Daarentegen was liet Allegretto vooi
do twee violen alleen (uit. datzelfde
quartet) zc-er goed. De warme toon der
altviool trof vooral in dc belangrijke
vulnoten".
Het tweede quartet was hij den in-
et w-at ongelijk cn onrbythmisch,
doch ook het Iwsluit hiervan was goed.
Het publiek genoot veel van al het ge-
l»odepe en dankte met een enthousiast
applaus. De wijze waarop in deze klei
ne plaatsen gemusiceerd en geluisterd
wordt verdient waardeering.
LOUIS DELACHAUX.
NED. VEREEN. VOOR AMATEUR
COOCHELAARS „HANDS DOWN'
Naar men ons meldt, heef: het be
stuur der Nederlandsche vereeniging
van Amateur Goochelaars „Hands-
Down", aangemoïdigd door het j-icces
roes «es onlangs te Amsterdam gegevea
uitvoering, besloten ook hier ter stede
een dergeliiken avond te organiseeren
en wel op Dinsdag 28 April in „Cabaret
Modern".
He: batig saldo van dezen cabaret
avond (waaraan behalve dc leden van
„Hands-Down", de artisten van Mo
dern hun medewerking verleenen) aan
het Nederlandsch Olympisch Comité ten
goede.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
In d© week van 12 tot en met 13
April kwamen voor te Haarlem 1
geval van roodvonk en 2 gevallen van
diphtheritis, te VeUen 3 gevallen van
roodvonk en te Zandvoort 3 gevallen
van roodvonk.
SCHOORSTEENBRANDJE.
Aan het Zuider Buiten Spaarne in
perceel 21 brak Donderdagavond te on
geveer 7-1 s uur een schoorsteenbrandje
uit, door een aanlading van roet. Met
zont bluschte de bewoner het vuur.
De brandweer rukte uit, dooh
hoefde geen dienst te doen-
Tante gaat met vaak I merkt tegen mevrouw
naar do bioscoop, maar Kommer, die mee is, op,
als het dan ook eens dat ze niet gelooft, dat
voorkomtdeze film heusch echt in
Alaska is opgenomen
en legt in détails pre
cies uit, hoe ze in Cali-
fornië dergelijke sneeuw
effecten imiteeren
gewoon zout
sprekend over CaJifor-
nië herinnert haar aan
wat zij laatst over de
toestanden daar gelezen
heeft
en niet alleen dat, maar
zij heeft een neef. d;e
daar op een appelkwee-
kerij werkt en die
schreef de vorige
weck -
nou vraag ik Je vindt
mevrouw Kommer dat
nou toestanden en dan
al die jonge menschen,
die zooveel verdienen
vervalt een oogenblik
tot stilzwijgen als de
heldin te paard van een
steile hc-Uing rijdt,
vervolgd door den
schurk
en meent dat dat vast
de ster, die op het pro
gramma staat, zelf niet
is, die waagt haar Ier.-en
niet ZOO gauw
wijdt de volgende mi
nuten aan statistische
gegevens van salarissen
en leeftijden van ver
schillende actrices en
acteurs
verklaart, bij de groote
ontploffingsscène. hoe
dit precies nagemaakt
wordt, want ook daar
over heeft zij gelezen
kijkt verstoord om naar
haar achterbuurvrouw,
die de titels hardop zit
te lezen
en betreurt het, dat er
zooveel menschen rijn,
die niet in etilte van
een film kunnen genie
ten.
(Nadruk verboden)
Feuilleton
Naar het Amerikaansch
MARY ROBERTS RINEHART.
42)
„Dcgeen die getroffen is moet mank
loopen", zei Halsey. ..Het schot was
te laag om iets anders clan een been
of een voet geraakt te kunnen heb
ben".
Van dat oogenblik af keek ik .naar
iedereen die ik tegenkwam of hij ook
mank liep en tot op den huidiaen dag
voel ik een soort van wantrouwen
voor icderen man die met zijn been
trekt. Maar in Casanova was er nie
mand mank: het eenigc wat er op
leek was een oude man. die den over
weg van den trein bewaakte, en toen
ik er naar informeerde hoorde ik dat
hij twee kunsbbeenen bad. De in
breker was wer en van den grooten en
kostharen stal van ZonDeboek was
niets meer over dan wat smeulend
hout. Warner was er van overtuigd
dat de brand mei: opzet was aange
stoken en in verband met wat er
dien nacht verder gebeurde, scheen
er wel geen twijfel mogelijk.
HOOFDSTUK XXIV.
Flinders.
Als Halsey mij nu maar volkomen
in vertrouwen had genomen zou het
veel eenvoudiger geweest zijn. Als hij
mij alles verteld had wat hij wist
over Jack Bailey en als hij m.'j den
dag na den brand verteld had. wat
hij vermoedde, zouden we niet zoo'n
ellendigen tijd gekregen hebben, en
zou hij niet in gevaar ziin geweest.
Maar jonge mensehen willen nooit
prnfiteeren van de ondervinding van
ouderen en soms moeten de ouderen
het meest daaronder lijden.
Den dag na den brand was ik erg
zenuwachtig en Gertrude drong er op
aan dat ik uit zou gaan. De auto was
tijdelijk onbruikbaar en de paarden
van bei rijtuig waren gedurende den
zomer bij een boer. Ten slotte huur
de Gertrude een rijtuigje bij een stal
houder in Casanova en we gingen er
in uit. Net toen we van de oprijlaan
op den weg kwamen, ontmoetten we
een vrouw. Ze had een kleine tasch op
den grond gezet en stond het huis en
den tuin terdege op te nemen. Ik
zou niet eens op haar gelet hebben,
als ze niet zoo vreeselijk van de pok
ken geschonden was geweest.
..HM" zei Gertrude, toen we baar
voorbij waren. „Wat ©en gezicht! Ik
I zal er vannacht vast. van tlroomcn.
Toe. vooruit. Flinders".
..Flinders!" vroeg ik. „Heet het
paard zool"
..Ja". Ze streek even langs de ma
nen met baar zweep. -.Hij zag er niet
uit als een stalbouderspaard en de
man zei dat hij hem van de Arm
strongs gekooht had. toen zij een
paar auto's aanschaften. Zoete Flin
ders toe maar!"
Flinders was zeker geen alge
meen voorkomende naam voor een
paard en toch had bet jongentje in
Richfield zijn speelkameraad, die als
paard fungeerde, ook Flinders ge
noemd. Het viel mii dadelijk op.
Op mijn verzoek had Halsey al be
richt over den brand gestuurd aan
den makelaar van wien we het huis
gehuurd hadden. Bovendien had hij
Jamieson opgebeld en hem cenigs
zins omzichtig verteld wat er 's nachts
gebeurd was. Jamieson beloofde, dat
bij 's avonds komen zou cn noR
iemand mee zou brengen. Het leek
mij niet noodig om mevrouw Arm
strong bericht te sturen, nu ze toch
in het dorp woonde. Ze bad natuur
lijk wel van den hrnnd gehoord en
omdat ik bleef peigeren om het huis
te verlaten, zon bet onderhoud nu
niet bepaald plezierig geweest zijn.
Maar toen we bet wit-met-groene buis
van dokter Walker voorbijreden krepg
ik plotseling een idéc.
„Wacht hier eens even. Gertrude",
Het bezoek van Mgr.
Dr. I. Seipel aan Haarlem
De vroegere Oostenrijksche
bondskanselier bracht
verschillende bezoeken
Een toespraak in het R. K. Lyceum
De rede in den Stadsschouwburg
De aankomst en de
bezoeken.
Hoewel aanvankelijk bepaald was,
dill .Mgr. Dr. I. Seipel Donderdagmid
dag om 4-J3 uur met den trein uit Den
Haag zou komen, art iveerde hij des mid
dags per auto, in gezelschap van den
Oostenrijkschen zaakgelastigde in Ne
derland, den heer Carl I'uppek, en een
paar kennissen.
Id restaurant „Hildebrand" werd de
lunch gebruikt, waarna een bezoek werd
gcbrachi aan het Frans Halsmuseum-
Mgr. Seipel werd daar rondgeleid
door den directeur, den heer G- D. Gra-
taraa.
Vervolgens ging het naar dc bloemen
tentoonstelling te Heemstede, waar de
heer E. H. Krclage den hoogen gast
ontving en de tentoonstelling liet be
zichtigen-
Het derde bezoek gold het r -K. Ly
ceum aan den Zijlwcg te Over veen-
Te ongeveer half vier kwam Mgr.
Seipel aan het U.K. Lyceum aan
en werd daar --ooreetsteld aan den lec
tor Pater Dr. N. Th. Vlaar O.E.S.A.
en leeraren en aan bestuursleden van
de vereeniging .,Gelo-f 1 Weten
schap.''
De leerlingen van de school hadden
zich verzameld in" het. gymnastiek
lokaal daarheen begaf zich Mgr. Sei
pel. Bij zijn binnenkomen /peelde
een strijkje van de leerlingen een
marsch, waarna P ter li. Woerd
man het woord nam en Mgr. Seipel,
namens rector, leeraren en leerlingen
eu alle andere aanwezigen welkom
heet te.
Wij begroeten in u. aldus spreker,
niet alleen den prooten staatsman,
maar ook den kloosterbroeder, die zijn
kloostercel verliet om in zware tij
den zijn volk en zijn vaderland trouw
to dienen met zijn groote talenten.
Zelfs ziin leven was aan zijn vader
land gewijd.
Spreker herinnerde aan den moord
aanslag op Dr. Seipel en zei. dat deze
aanslag veel afprijzen heeft gewekt.
Voorts sprak hii er ziin blijdschap
over uit dat Pr. Seipel dit bezoek
bracht en besloot met do woorden
„God bescherm© en behoede u cn ze-
gene uw vaderland
zei ik. ..Ik moet er even uit".
„Gaat u Louise opzoeken?" vroeg
ze
Neen. ik wil Walker iets vragen".
Ik begreep wel dat ze nieuwsgierig
was, maar ik legde het haar niet ver
der uit. Ik liep naar het huis toe,
vond den ingang voor de patiënten
en ging naar binnen. De wachtkamer
was leeg maar ia de spreekkamer
hoorde ik twee menschen praten, op
niet zeer vriendschappelijken toon.
„Het is een bespottelijk bedrag",
zei er iemand. Toen hoorde ik de
stem van den dokter, rustig en kalm.
Maar ik had geen tijd om te luiste,
ren naar de bezwaren van iemand, die
blijkbaar zijn rekening te hoog vond,
dus ik kuchte even. Onmiddellijk zwe
gen de stemmener ging ergens een
deur dicht cn de dokter kwam vnn uit
de gang binnen. Hij was blijkbaar
verbaasd mij te zien.
„Goeden middag, dokter." zei ik
stijfjes.» Ik zal u niet van uw patient
af houden. Ik wilde u alleen maar
iets vragen".
,.Wilt u niet gaan zitten?"
„Dat is niet noodig. Dokier. is er
vanochtend ook iemand bij u ge
weest om zich te laten behandelen
voor een schotwond?''
,-Neen. zoo iets opwindends heb ik
niet beleefd", zei hij. „Een schot
wond Het schijnt nog niet erg rustig
te zijn op Zonnehoek".
Eén der Oostenrijksdie leerlingen,
W. Paulik heette daarna Dr. Seipel
welkom en ook de leerling J. Krebs
voerde hei woord. Ondeugend merkte
hij op, dat- dit. bezoek wel een extra
dag vaeantic waard was.
Dr. Seipel dankte allereerst, voor de
vriendelijke woorden, tot hem gespro
ken en zet. dat hii nu voor het eerst
in Haarlem was. In den korten tijd,
dat hij er was had hii reeds twee be
zoeken afgc-legd en dit. aJdus spreker,
is het derde. Het eerste bezoek gold
de gouden natuurde prachtige
bloemententoonstelling to Heem
stede.
liet tweede bezoek gold de kunst en
de traditie: Het Frans Hals Mu-
e11 dat derde bezoek geldt de jeugd,
die iets leeren wil om later iets te
kunnen prestoeren in de samenleving.
Die zich voorbereidt op een nuttige le
venstaak.
Sprekende over Holland, zei Dr.
Seipel dat men in het buitenland niet
behoeft te vragen of Holland groot is.
Want Holland is groot in geeet en in
cultuur.
Wie zou niet troisch zijn tot zulk
een volk te behoorent Welke iopge
man verlangt niet op te groeien tot
een volwaseen Hollander?
Er zijn verschillen tusschen Hol
land en Oostenrijk. Holland heeft de
zee, Oostenrijk de bergen met de
eeuwige sneeuw Holland liet in
Weet-. Oostenrijk in Midden-Europa.
Holland heeft groote havens cn Oos
tenrijk groote verkeerswegen.
Vervolgens wees spr. op den achter
uitgang van Oostenrijk na den oorlog-
1100 lift eerst een staat was van
40 milüoen zielen. Thans heeft Oos
tenrijk nog slechts 6 12 millioen
bewoners. Sfaar toch heeft dit land
met zijn rijke geschiedenis, een toe
komst.
Dr. Seipel sprak met waardeering
over de hulp. door Holland na den
oorlog aan Oostenrijk verleend. In het
bijzonder aan de kinderen, die in
Holland verpleegd zijn geworden. Ik
spreek veel over Oostenrijk nu, zei
spreker, maar waar het hart vol van
is, loopt de mond van over. Hij zei
verder dal een priester zeker land en
God samen kan dienen, zooals hij ge
daan heeft. Men kan zeker het vader
land zijn krachten geven, als men den
godsdienst maar niet verwaarloost.
Sprekende over den vrede zei dr
Seipel. dat er alleen dan waarachtige
vrede kan ziin. als er vrede is in de
menschen zelf. Met de beste wenschen
besloot Mgr. Seipel zijn toespraak.
De rector deelde daarop mede dat
de Paasclwncantie met een dag ver
lengd zou worden, waarna de lieer
A. M .Julius dank zesde voor het be-
zoek van Mgr. Seipel.
„Ik heb Diet gezegd dat. het op
Zonnehoek was gebeurd. Maar toeval
lig was het we! zoo. Als er zoo iemand
bij u komt, wilt u dan zoo vriende
lijk zijn om het mij te laten weten?"
„Het zal mij zeer aangenaam zijn",
zei hij. „Ik hoor, dat u er brand
heeft gehad ook. Brand en een schiet
partij in één nacht is wel veel voor
een rustig buitenverblijf'.
..Het is er allesbehalve rustig", ant
woordde ik en keerde mij om om weg
te gaan.
„Én blijft u er toch wonen?"
..Tot ik er uitgebrand word", zei ik.
Op de stoep keerde ik mij op eens
om.
„Dokter", vroeg ik. gedreven door
een plotselinge ingeving, „heeft u wel
eens gehoord van een kind dat Lucien
Wallace heet
Hij was wel handig, maar even
kwain er toch een andere uitdrukking
op zijn gezicht.
„Lucien Wallace?" herhaalde hij.
..Neen, dat geloof ik niet. Er wonen
hier nogal veel menschen van dien
naam. maar van een Lucien heb ik
nooit, gehoord".
Ik was er vrijwel zeker van dat hij
er wèl van gehoord had. Menschen
vertellen mij niet gemakkelijk een leu
gen en deze man loog_ ongetwijfeld.
Maar ik kon nu toch niets meer van
hem te weten komen: hij was nu op
zijn qui-vive cn ik ging heen, een
Nadab de thee was geserveerd ver
trok de hooge bezoeker.
Van het Lyceum begaf Dr. Seipel ach
naar dea Bisschop, om dezen een bezoek
te -brengen, waarna tenslotte de kathe
drale keik Si» Bavo werd bezichtigd.
Hier werd -Mgr. Seipel rondgeleid door
plebaan L- A. A- M- Westerwoudt.
Na dit bezoek ging het gezelschap
naar het restaurant „Hildebrand'', waar
door de vereeniging „Geloof en Weten
schap" een diner werd aangeboden,
waarbij de bestuursleden van „Geloof en
Wetenschap" aanzaten.
De rede in den Stads
schouwburg.
Voor de leden van de Vereeniging
Nederland-Oostenrijk en van d© Ver
eeniging „Geloof en Wetenschap"
trad Donderdagavond in den Stads
schouwburg als spreker od de afge
treden Oostenrijksche Bondskanselier
Mgr. Dr. I. Seipel.
Ofschoon de schouwburg tamelijk
goed bezet was, hadden wij toch een
2rooter® opkomst verwacht op dezen
avond, die gelegenheid bood een der
rneest. op den voorgrond tredende
staatslieden van den tijd te hooren
spreken van zijn denkbeelden over:
„Pacifisme en Christendom".
Onder de aanwezigen werden opge
merkt de burgemeester van Haarlem,
dc heer C. Maarschalk (wien Dr. Sei
pel na afloop van zijn rede in zijn loge
een bezoek bracht), de heer Hendrix,
lid van Ged. Staten van Noord-Hol-
!and, Mgr. Ebbinkhuysen, Regent van
net Seminarie „Hageveld", en Rector
Vlaar van liet R.K. Lyceum. -
Mr. F Vorstman, voorzitter van
..Geloof en Wetenschap" opende de
bijeenkomst met een kort woord,
waarin hij in 't bijzonder de gasten
der beide vereenigingen welkom heette
en verder zeide dat het een groot voor
recht was, in deze tijden, waarin de
eigenlijke vrede nog lang niet bereikt
is, naar het woord van een oprecht
vredesapostel te mogen luisteren.
l-Iierna was het woord aan den spre
ker van den avond, die gedurende het
openingswoord van Mr. Vorstman rus
tig en roerloos in een armstoel op het
tooneel had gezeten en nu opstond en
begon te spreken met een kalmte en
een zekerheid, die hem gedlrende zijn
geheele rede niet verlieten.
Een rustig, prettig, gemakkeliik te
volgen spreker is deze sympathieke
vredesapostel, die zijn kracht niet
zoekt in stout®, beeldrijke taal of in
heftigheid Van gebaar, maar van
wiens eenvoudig woord tóch een groo
te invloed uitgaat omdat er in door
klinken zijn oprecht geloof en zijn
rotsvast® overtuiging dat deze wereld
een hetere toekomst wacht als maar
de goede middelen worden aangewend
om die toekomst te bereiken.
beetje nijdig en zonder er iets van te
begrijpen.
Bij dokter Stewart werden we heel
anders ontvangen. Dadelijk werden
we in den familiekring gebracht. We
bonden Flinders vast aan den kant
van den weg en Gertrude en ik wer
den getracteerd op eigen gemaaktcn
bessenwijn en vertelden van den
brand. Van wat er dien nacht verder
was gebeurd zeiden we niets. Maar
toen wij tenslotte afscheid hadden
genomen van de familie cn de dokter
ons paard los maakte, vroeg ik hem
hetzelfde als ik aan dokter Walker
gevraagd had.
,.Een schotwond?" zei hij. .,Neen.
niemand. Wat heeft 11 nu uitgehaald
op Zonnehoek, juffrouw Innes?"
„Er heeft iemand geprobeerd om
tijdens den brand in te breken", zet
ik. ..en hij is licht gewond door een
revolverschot. Praat u er maar niet
verder^ over, wc- willen er zoo weinig
mogelijk ruchtbaarheid aan geven".
Er was nog een andere mogelijk
heid, die we ook probeerden. Öp het
station van Casanova zocht, ik den
chef op en vroeg hem of er ook tus
schen één uur 's nachts en den vol
genden morgen vroeg treinen gingen.
De eerste vertrok 's morgens pas om
6 uur. De volgende vraag moest ik
een beetje diplomatiek inkleeden.
(Wordt vervolgd).