HAARLEM'S DAGBLAD Naar het binnenland van Brazilië EEN BELANGRIJK RAPPORT ZATERDAG 11 JULI 1925 DERDE BLAD (Voor Haarlem cn Omstreken uitsluitend door Haarlem'» Dagblad gepubliceerd). ia den Paulistawagen gehangen cn was' Drie misdadigers bevonden zich den kan hier natuurlijk al die verschillende op een andere plaats gaan zitten dit volgenden morgen op het politiebureau, zienswijzen niet mccdeelcn en moet mij bewijs van vertrouwen was beschaamd. Het was. toen wij op het vastgestelde beperken ook wat betreft de andere op- In Porto Espcranca aan de Para» uur aantraden, bevolkt door een levend lay bevonden wij ons temidden van de geraamte, dcu nragersten luitenant, dien gebruikelijke kudde, die daar kwaad» ik ooit heb ontmoet en een dwergach» aardig worstelt om een hut in de rader» tigen neger, die er revolutionair uitzng. boot, die ons naar Corumha zou bren» Dit waren de beide beulsknechten van de reis van de expeditie van Rio dc X neiro naar Cuyaba, DE EXPEDITIE VAN KOLONEL FAWCETT De reis van Rio de Janeiro naar Cuyaba. Sao Paulo, een Ëraziliaansche koopstad. Alcoholische soep. Behandeling van slan genbeet. Op reis in den saionwagen van den president van Brazilië. De aankomst te Corumba. (Copyright 192S bg United Telegraph; nadruk, ook gedeeltelijk, verboden). Kiiloncl Fawcctt, zijn zoon Jack en kruis of het ijzeren kruis of beide, toen Raleigh Kimcll zijn thans het ondoor» ik ccn verstandig gezicht veinsde bij zochtc oerwoud van Brazilië bfnnengc» verschillende lofspraken, ofschoon ik. drongen, van Cuyaba Mat to Grosso uit. gelijk men dat noemt, niet geheel nor» de meest verwijderde beschaafde neder» maal was. Tenminste, een dame ver» zetting op hun weg. Dc onderzoeker en trouwde mij den volgenden dag in een zijn beide tochtgcnootcn denken ccn I openhartige bui toe. dat zij dezelfde ge» jaar of langer in dc wildernis verblijf i waarwording had gehad, te zullen houden. Van hun ervaringen Onnoodig tc zeggen, dat wij naar Du» cn ontdekkingen doen zij mcdcdeelingtanan gingen, dc „fabric* dc soco", in rapporten, welke door Indianen, die waar het scrum tegen slangenbeet wordt als koeriers dienst doen naar gccivili» vervaardigd, ccn Inrichting, zooals er «eerde plaatsen worden gebracht. Het ccn aanwezig behoorde tc zijn in alle bericht, dat hieronder volgt^bcschrijft streken, waar vergiftige slangen worden angetroffen. Dc vermaarde uitvinder in het middel. Dr. Vital Brasil. leidde ons rond. Wanneer incn geoefende han den als het ware heeft zien spelen met den dood. dan vermindert de vrees voor deze reptielen en wij leerden in ccn gesprek van een uur meer, dan ik ooit in boeken over dit onderwerp heh aan- getroffen. Een der leden van het gezel schap, die had geleden aan obcesslcs voor wat hij noemde „boschduivels", koestert er geen vrees meer voor, al thans in theorie. Een uitgelezen gezelschap deed ons litgelcidc met dc Paulistalijn tot Bauru. Autoriteiten maakten zich zenuwachtig en vroegen met den hoed in dc hand. of alles wel naar wensch was. Wij na» men plants in den Pullmanwagen van den president en reisden gratis. Wan neer we kaartjes zouden hebben gekocht en om een plaats gevochten, dan was ons geweest, met den hoed in de hand te staan. Het verwondert 'mij niet dat millionairs zich particuliere wn» gen» verschaffen. Wij voelden ons opgc» wekt en, het moet gezegd worden, ta» mcljjk superieur. Wij stonden genadig» lijk toe, dat men ons met veel buigin» gen naar den restauratiewagen bracht voor het middagmaal; daama trokken 'ij ons statig in onze splendid isola» tion terug. Op deze vorstelijke wijze reisden wij naar dc Parana. Hier sleet het verguldsel al eenigszins af. Wij wa» ren er nog niet. Wij moesten onzen Paulistawagcn verlaten cn met een on» gclooflijk wrakke sleepboot over de ri» vier getransporteerd worden; niettemin gedroegen wij ons waardig, want wij versierden de brug van dc sleepboot in gezelschap van plaatselijke autoriteiten en ecnigc vicc.consuls, die ons uit Tres Lagoas tegemoet waren- gereisd om ons tc begroeten en ons naar ccn anderen «pedalen wagen tc brengen, die minder mooi was dun de vorige. Er is ten Westen van dc Parana geen enkel dorp dat bijzondere aandacht ver» dient. Wanneer men er een gezien heeft, kent men ze alle. Zij zijn zonder uit» zondering droefgeestige bijdragen tot dc kennis van hetgeen menschelijke we zens willen doorstaan, om in hun levens onderhoud te voorzien. Zij schenen mij een naargeestige verzameling van vijf» derangs winkels, in de sombere en scha mele interieurs, waarvan de eigenaars naar koopers loeren gelijk spinnen op een vlieg. Zij zijn in het algemeen bc« kend nis Turken, maar dat is een bc> leefde en vergoelijkende uitdrukking. Toch. criminaliteit is cr in deze plaat sen niet. Ik vermoed, dat zij tc moei» lijk bereikbaar cn te onherbergzaam zijn .■oor misdadigers. Wanneer men den ncrvloed van Mulatten, van Indiaan, -chc bastaarden, het mengelmoes van illcrlei rassen cn dc onbeperkte immi gratie in aanmerking neemt, komen cr in Brazilië betrekkelijk weinig misdrij» ven voor. Maar het leven wordt voor de minder bedeelden voortdurend lijkcr en het is niet onmogelijk, dat dc toestand in dit opzicht verandert. Hoe meer wij dc Paraguay naderden, des tc meer ging er vun onze deftigheid verloren, Roodc stofdeeltjes drongen overal binnen de ramen moesten ge sloten worden cn doordat wij ten gevolge van de buitengewone hitte sterk transpireerden, namen de stof deeltjes vasten vorm aan en vormden allengs ccn papje op alle dcelen van het lichaam, die niet door klceding waren .cn Maar onze bagage, ofschoon ver» iomfanid, wn» intact. Zij heeft bij het inschepen tc New-York meer geleden, dan hij de landing in en het reizen door Brazilië. Corumba, vroolijk met vlaggen ge» tooitl. herbergde ons den volgenden dag. Wij sloten ons aan bij dc andere reizigers en betaalden zoo haastig moge» liik dc buitengewoon hoogc tarieven Rio de Janeiro, Mei. (pet koerier van Cuyaba Mat, to'Grosso). Er schuilt ccn romantische, geheim zinnige bekoring in. den top te berei ken van een berg, die nog niet is be klommen. een van de polen, of het een» trum van een gebied, dat uit aardrijks» kundig of anthropologisch oogpunt bc> langwekkend kan worden geacht. Cuya, ba. de hoofdstad van Matto Grosso, is ongeveer het middelpunt van het Zuid» Amerikaansche vasteland. Ifct heeft de waardigheid van hoofdstad pas in 1825 verkregen; voor dien tijd heeft het al» leen ecnige reputatie gehad als alluviaal goudveld. Wanneer men er geduld voor zou hebben, re tc zoeken, zou men he» den ten dage in de straten nog kleine stukjes goud kunnen oprapen. Wanneer men zou willen. Maar zelfs de kinde ren kan men cr niet toe brengen, zoo» veel geduld aan den dag te leggen. Vil» la Bella aan de Ciuapare is de oorspron» kclijke hoofdstad geweest, maar zij is bezweken door dc vijandigheid van de Indianen cn het niet te overwinnen pc» brek aan hygiene. Doch Cuyaba wordt meer en meer een beschaafde plaats, 't gaat langzaam cn met een zekere sta» tige ingetogenheid voort op den weg der beschaving; er zijn nu al dertig Fordwa» gens en de meisjes dragen pagchanr. De reiziger, die zich geen weelde cn Semak wil ontzeggen, kan Cuyaba langs et water bereiken r.in Buenos Aires uit maar dan mist hij het belangwck» kcnds'c gedeelte van den tocht. Daar wij goed in den pas stonden bij dc re. gcering van Brazilië reisden wij van Rio naar Cuyaba op vorstelijke wijze. Of» schoon wij niets mochten betalen, wer» den wij wellicht nog meer naar dc oogen gezien cn nog beter bediend, dun wan» neer wij het onze hadden bijgedragen in de ontvangsten van de spoorwegen. Van Rio tot Sao Paulo sliepen wij. Het was pikdonker cn afschuwelijk heet vóór de weg begon tc «tijgen. Wij ont» waakten in Sao Paulo. aan een station, dat eenigc mijlen van de bewoonde wij» ken verwijderd was; voor een grootc stad is dat iets bijzonders. Naar het scheen was deze situatie het gevolg van een kortzichtige zuinighcidsmaat» regel van de spoorwegmaatschappij gc» wecst, immers, de spoorlijn strekt zich uit tot het midden van dc stad. Niette- min moest ccn Ford-autobus dc rest doen. Sao Paulo Is een van dc plaatsen, die er zoo opgeblazen uitzien, dat zij doen denken aan Egyptische vliegen. Welk een stad! Een handelsmetropool die niet groote snelheid en als het ware met sprongen groeit zij telt reeds drie kwart milliocn inwoners: dc middellijn van de stad heeft een lengte van on geveer vijftig mijl. Sao Paulo is vroeger een grootc Indiaansche nederzetting geweest. Zij was goed gekozen. Maar degecn, die er zich vestigt om zijn brood te verdienen, is even hulpeloos nis een vat in ccn draaikolk. Wij had den het land aan deze stad. Wij had den het land aan het rumoer cn het gewoel. Elk fortuin, dat men daar maakt cn er is veel rijkdom cn weel, dc schijnt duur betaald. Ondanks de 5astvrijheid, die wij er genoten, speet et ons geenszins, dat wij vertrokken. Sao Paulo is niet „droog" en ik ge» loof niet, dat het dit spoedig zal wor den. Niet alleen zijn de dranken in hooge mate alcoholhoudend, maar ik heb ook eenige verdenking ten opzichte i dc soep. Althans bij een maaltijd gaven. Het rapport ligt her gemeente-archief (ingang raadhuis) dagelijks van 's voormiddags negen tot des namiddags vijf uur. Maar eokeic. gegevens moei ik er nog uit ovemt, me». In de kolom, die een beaid geeft van den toestand op 31 December 1819, vind ik de letter G driemaal, de M twaalfmaal, de K jen cn twintigmaal- Hetgeen beieekcnt, dat 3 botlrijvcn den chef van de politi- Wij stonden onderdanig op, toen hij tenslotte zelf verscheen. Hij las onze papieren cn onze aanbevelingsbrieven met indrukwekkende traagheid en bc» greep cr geen woord van. Maar aan zijn kantoor was de eer bewezen, die het - - toekwam cn. terwijl hij op zijn geweldig keereo m een goeden, ,2 m een m.d zwaard leunde, sloeg hij dc hakken te» delmatigen toestand en dat cr 21 kwtj gen elkaar en salueerde en wij boecn »e». De gelukkige G's bthooren aat, veerlieden en kruiers, zoodra de onophoudelijk, de een na den ander, de heerea J. Enschedé en Zonen, een .Delegado de I'olicia" ont toestond Wij konden bij de gratie van den door» voor hun letterdrukken-, de andere voor jnn land tc gaan. Dat duurde ccnigcn luchtigcn Delegado dc Policia dc Go» tiun lettergieterij, de derde kroont de tijd. want w ij hadden geen paspoorten:rumha, Estado de Matto Grosso scheep Haarlemsche oliemakerij. De Enschedé's zij waren in Rio achtergebleven cn ccn gaan cn naar de hoofdstad vertrekken, leveren „behalven het lopend drukwerk, nieuwe wet maakte ze noodzakelijk. j kerkboeken en bijbels, alsmccdc de -7 I Haarlemsche Courant", ze hebben 50 werklieden cn 20 jongens in dienst, die respectievelijk 1.25 en 0.40 per dag verdienen, en ze zijn (de patroons doel ik) vóór „ontheffing of verligting van het zegelregi op gedrukte papieren, annonces, etc. Bij dc garenververij ver dient de werkman f 5 a 6 per week; in dc garenfabrick arbeiden „10 werklie Uit de staat welke hiernevens gaat, ten", maar ook aan de fabrikanten, die zullen UEGct. voorzeker met weemoed huiverig bleken om inlichtingen te ge ontwaren den kwijnenden staat van'ven-Mc» krijgt den indruk, dat de men- meest alle dc inrigtingen. terwijl wij schen Ce zaak niet vertrouwden, aat zij de» aan.Je fabriek, 29 werklieden en uithoofde onzer lokale kennis UEGct. aan cnquèten nog wennen moesteu, ge- |even zovele kinderen aan huune hui- stcllig kunnen verzekeren, dat de ag*'hee| anders dus dan wij, die met het,"" ,er. d28looQ bedraagt °ncl«t- tcrgeolcvcnc opgaven dit tableau niet invullen van staten vertrouwd zijn g*. scneidenhjk 1.50—f 0.00 en 0.07 1/2. bemoedigender zouden maken, maar raakt. Bij deze tweede poging was de Dergelijke cijfers roggen ons niet veel allen zich in cencn kwijnenden toestand lcgcering voorzichtiger. De plaatselijke aangaande de toen heerschcnde toestan- ONZE LACHHOEK beetje vriendelijk kij ken. mijnheer." vroeg de toto- graaf. Die man keelt vriendelijk. „üw hoofd een ietsje meer naar linke." fcwaen nog eens de «ein van on der de zwarte 1*P- .Meen, meer de oogen bewegen." Be lap weid weggeslagen en de foto graaf kwam te voorschijn. De gélaatsutU drukking voldeed hem en derhalve lelde hij den tijd voor belichting 'uit. „Dank. U, het ie klaar," merkte bij op, „maar ik ben bang dat O op uw hoed ge- zelen bobt." „Op mijn hoed." schreeuwde de bezoe ker, .waarom zegt U dat nu eerst?" „Mijn waarde heer," pr-resteerde de fo* cgraaif, „als ik dat zoo even gezegd had* gezicht natuurlijk niet sneer in den goeden plooi gekomen." Dit zinnetje uit een „missive" destijds schreef men geen brieven maar ..missi» ven") van ons stadsbestuur aan Gcdcpu» teerde Staten van Noordholland, waar» schuwt den lezer, dat hij iets droevigs tc lezen krijgt. Er is sprake van kwijnen» de inrichtingen, van toestanden die out» moedigen, cn Gedeputeerden worden gc-» acht van dit alles kennis tc zullen nc» men met weemoed. Ik zeg niet, dat bur» gemccstcrcn hier tc donker kleuren, maar ik doe hun geen onrecht erbij tc voegen, dat het voor ons tc laat is om weemoedig tc worden. Immers hun brief is van 9 Augustus 1920. Wat zij daarin kwijnend noemen, is sedert lang her» stcld, toegenomen in kracht, tot bloei gekomen. Zoodat wij reden hebben om ons te verheugen. Het betreft hier den toestand der Haarlemsche fahrieken en trafieken. De heer Prinsen, dc man van dc nieuwe leesmethode, zegt in zijn „Belangrijk Leesboek", dat deze twee woorden „veel gebruikt, maar weinig juist ver» staaji worden". Daarom legt hij u het verschil uit: „fabrijk noemt nTcn in het lgcmccn zulke inrigtingen. waar meest» _1 dc ruwe cn onbewerkte voortbrengse» Icn der Natuur, in het groot, door gc» schikte werktuigen cn verscheidene bij» zondcre personen, tot ons gebruik dienstig gemaakt worden". Na dit door ccn voorbeeld verduidelijkt tc hebben, vervolgt dc schrijver: „trafijk bctcckcnt zooveel als handel of hantering, men verstaat daardoor zoodanige inngting. waarbij men gemaakte of gedeeltelijk bereide goederen inkoopt, om die ccnigs» zins verder te bewerken, cn zoo. op» nieuw bewerkt, weder tc verkoopen". Mij dunkt, dat dit duidelijk is. Prinsen 1 was dc man om je iets uit te leggen, en ik wou, dat mijn onderwerp mee bracht het een cn ander uit zijn ..Bc» overheden moesten zich wel wachten „d» den, zoolang we ze met met vele andere inwinning der opgave» aan iemand op vergelijken kunnen. Dit het weinig» te dragon, die in openlijke en regtstreck |°at ik den lezer hier kon geven, zal hij sche betrekking stond, hetzij met judi' °an ook wel geen gevolgtrekking ma- cicele poücie hetzij met cemg vak der Eén ding staat echter vast; mei de langs of plaatselijke belastingen; heb Haarlemsche pijverheid was het droevig bendo de ondervinding geleerd, hoe. ««tela. En al moge het onderzoek van door zulke maatregelen de belangheb* ,Sl9 10» de Jater gevolgde herleving vreL benden io de meen Leg geraakten, alsof "•'«en bijgedragen, belangrijk mag dc van hen verzochte opgaven gevraagd °€t rapport niettemin heeten wegens de werden, om hen daardoor of te bepe». ken of lasten op te leggen". Dit wa» het doel niet, dat de regeenng met haar enquête trachtte te bereiken, daarvan moest de bevolking doordrongen, het vertrouwen, door vroegere maatregelen ondermijnd, moest hersteld worden, zoo dat het wenschelijk was aan belangheb benden de verzekering te geven, dat „hetgeen hun gevraagd werd, zijne grenzen daar vond, waar verder ondei. zoek een onbescheiden indringen zoude zi n in datgeen, hetwelk bij alle bedrij ven bei hg i=". Wat de minister met dit la»tj:e bedoelde, begreep en begrijpt natuurlijk iedere man van zaken. Hij kon dus gerust wezen en zijn bart uit storten. Voor den ingang van het hel tigdom der fabrieken e» der trafieken vatte dc engel der bescheidenheid post, cu Z. E. zou het niet betreden. Of deze goed bedoelde geruststelling het ge- wcnschte gevolg heeft gehad? In hun brief aan Gedeputeerde^ waaruit ik dat weemoedige zinnetje aanhaalde, schrijven burgemeesteren van Haarlem (we hadden er toen nog vier): „niette, genstaande onze dringende aanzoeken bij dc onderscheidene fabriekanten en trafiekatea alhier, is het ons niet mo gen gelukken om zelfs de helft der op. gaven terug te bekomen; een vernieuwd bewijs.., dat de veelvuldige vroegere aanvragen van dien aard, welke steeds lnngrijk Leesboek" mee te dcelen. Want /onijcl. eenigc gcwcnscht gevolg zijn gc .I., t-1.«i„U.„.t-»a M.I, ,111 1-n h l .1 "1 - bedekt Wij bereikten de Paraguay den zevenden dag na ons vertrek en kwa. men toen voor het eerst uit de klcc» ren. Jack ontdekte, dat zijn zakken ge rold waren; zijn geld cn alle andere din- tc mijner ccrc ontving ik het Victoria» gen waren verdwenen. Hij had zijn jas dit kleine boekje 54 bladzijden bij een formaat van 10 bij 16 c.M. -- bevat schat van wetenswaardigheden. ,-an jc gewoonlijk het ware niet weet. In allerlei soorten van letters ver» telt deze onderwijskundige zijn leerlin» 1 van ik weet niet hoeveel fabrieken trafieken, cn zijn boekje verouderde niet. omdat dc nieuwe drukken werden bijgewerkt: dc tiende, die in 1S58 ver» scheen, toont het bestaan te kennen van lichtstoffen en van pennen. Van stalen pennen, die bezig waren dc .schachten cn houten" te verdringen, liii weet zijn technisch onderwijs tc kruiden met tal van leuke opmerkingen, wanneer hij zijn kleinen lezers uit legt, dat het niet gemakkelijk is ccn ge oefend kleermaker te worden, „dewijl dc mode telkens de klccdcrdragt doet veranderen", dan komt de moralist eventjes om den hoek kijken. Zonder zedelijke strekking ging het natuurlijk niet, maar daarvoor heeft eigenlijk dc heer A. van der Willigen gezorgd, die dc „gepaste versjes, geschikt om aan het gevoel ccn goede stemming tc ge ven" schreef cn achter dc lesjes plaatste. Zoo konden dc jongens cn meisjes onder meer ook die van de le- dcrbercidcrs lecrcn, dat „gelijk bij 't Icêr, is bij dc jeugd, de buigzaamheid ccn eerste deugd". Iedereen droeg iets bij tot hun zedelijke vorming, dc grut» ter en de hoedenmaker, evengoed als de stukadoor en de kammenmakcr. De betrokken minister da» wilde in bet bezit komen van gedetailleerde op gaven aangaande den toestand der fa brieken en trafieken in onze provincie, zocals die toestand zich vertoonde op 31 Dec. 1819. Een vroegere poging om die te veTkriige-n was deerlijk mislukt. Z. E- schrijft deze teleurstelling toe aan „het onpelijlcvormig, onvolledig dikwijls ondoelmatig opvolgen door vele gemeentebesturen van de voorschrli- bleevcn, de lieden weinig aanmoedigd om dczclvcn voortduuren te suppcditc- Het helpt toch 'niet! Dc gewone dacht van hen, die geen oog hebben ■oor de beteekenis der enquête en haar ■.vaarde miskennen. Met dit al kon Haarlem aan den roi ster een belangrijk rapport zenden. Daarin staan de opgaven aangaande 36 verschillende soorten van bedrijven, 19 ragen worden er beantwoord- Der» racen betreffen de hoofd- en bijzon, dere benaming en het aantal der fa brieken en trafieken; de werktuigen, het getal der werklieden, de arbeidsloo. ncn, het afzetgebied, den vroegeren en den tegenwoordigen toestand der inricn tingen; de oorzaken van bloei of verval, ehen de jaren 18141820, en ein delijk dc .middelen van redres of aan moediging". Wat dit laatste betreft! Burgemeesteren vatten hun oordeel sa. men iu een uitspraak, die iuist in onze dagen de aandacht veldtent. „De mid delen van herstei op den staat vermeld" aldus deze vrijhandelsmannen. „zijn loor de fabriekanten en trafiekanten zeiven opgegeven, terwijl wij de doelma tigheid van zommigen derzelven grote, lijks betwijffelen; cn veeleer geloven, dat geen zwaardere verbodsweltcn, maar vrije handel en minder bezwaren de indirecte belastingen alleen in staat zijn om den zozeer vervallenen staat dezer inrigtingen op te beuren; de on dcrvinding heeft ons overtuigend doen rien. dat toen den vrijen handel hier te lande plaats had, de fabrieken en tra fieken het toppunt van karen bloeij be. reikt hebben en dat derzelyer verval ze" dert de oorlogen ter zee en verbodswet* ten hand over hand heeft toegeno. men.." Zoo weten we dan meteeni dat een deel der Haarlemsche industrièelen een andere meening was toegedaan- gegevens die het verschaft aangaande de Haarlemsche fabrieken en trafieken in de eerste jaren na het herstel onzer onafhankelijkheid. H.,E- KNAPPERT. CONCURRENTEN SIMON MOS. De gruttérij ,.De Korenschoof' wa* een heel oude zaak, v n vader op zoon over gegaan, en betoond reeds meer dan hon derd jaar. Do tktfatiwootylóge eigenaar. Tobfe Knolvoct, bezat evenwel geen (mannelijke nazal en, de van ouds bekende gruttérij zou in andere taanden moeten overgaan, of ophouden te bestaan na den dood var den laatsten bezitter. Want aijn e&nAge dochter, die toen moeder «nerf, de taais, houding had waargenomen, was niet in «raat de gruwersaffaire voort te zetten Alice hielp slechts sporadisch in den «rinkel .was rvet up «te hoogte van de zaa&, had arch er nimmer op toegelegd Aan uitbreiding cd verandering van d« gruttérij had de oude Knolvoet tioett ze. dacht. Aan moderniseering van winkel bedrijf deed hij nte». Hij zag het noodza kelijke er niet van in. De tnensehen kwa. men toch bij hom. De Korenschoof op he Kerkplein was de «onige gruttérij in adagedeelte .waarom zou hij aie'n druk i&ken. Hii verkocht puike waar, maar :t ze goed betalen, en waarom niet? Het publiek kon neijgens ander* terecht, urrentie had hij niet te duchten, om zou hij geen stijve winst nemen? Maar hij hield zich stipt aam de artikelen an het vak: erwten, booncn, rij-t 1 tn dergelijke, dccfc andere waren, zelfs Jc aanverwante ingrediënten, ale: krenten, rozijnen, sucade en gist verwees hij aar den kruidenier Hij was oudcrwetsch aden de klanten Best! Dat w maar bij wilde het blijven ook, beweerde hij dan. Hoewel bij vaste clientele be. had hij het toch tniiet bijzonder druk. Met behulp van een knechtje, dlie thuisbezorging was en ook wel den winkel hielp, kon hij het best af. Tn de namiddaguren was het winfccldehtet gering, kon hij de Affaire wel aan zijn doekier overlaten. Dan veroceloofde bij zich een wandelingetje, het ploin'.je rond, paar («.raaijes «om, naarmate 1 was. Op een morgen had hij in het hcek- op het pkin, een woning die al eenige maanden leeg stond, werklui bezig geren. Des middags op de wandeling, toog hij er eens langs en informeerde een timmerman, die bezig was oen schut, tóng om het huis op te trekken, ol woraing verbouwd en weer bewoond worden. En op eon bevestigend antwoord vroeg hij nader of de man ook wist welke zaak er in gevestigd werd. De timmerman verzette zijn pruim ta. lak van links naar rechte, plaatste de honden op zijn heupen en nam «cn ge makkelijke houding aan. "n Gruiterij, meneer! zei hij g!unde. Het de 1 drukking welke hij al. hij geen dadelijke .wat hem vreemd vecgfg. Tobias Knolveet schrikte geweldig, was totaal vert>onwereerd_ Hij opende den mond ccn iets te zeggen doch kon het neet vetyler brengen dan: HunjlZoo! tijd bezigde oplossing w voorkwam. Aanvankelijk dacht hij 1 svng van den «nranermau, maar dit waa het niet. Het hoekhuis werd in imoderoncn tijl opgetrokken, keurig ingericht, en <r kwam wel degelijk «on gruttérij ui, die .erd genaamd „Het. Molentje". Op dein openingsdag wa» de winkel en de etalage «les avonds schitterend verlicht Midden -n de eta'.age, opgesteld nis schen zakjes graan, «taande me» behulp van een motortje, van een miniatuur korenmolen ■lectrsche lampjes versierde wie. ken, In vmohjke licb'.-cbitteeing rond. De eigenaar Leo Molm, een ongehuwd jongmenech scheen «te affaire flink aange pakt te hebben, kosien noch moeite*» ïen, om de klantern van het noodiigc te kWimen helpen. Naast de he. kende grutterswaren, verkocht hij ook allerlei andere artikelen, die er afe 't toe behoorden, in elk geval 'ik. wijls gevraagd werden. Keurig in vakken, tonnen en vaatjes gerangschikt, roe: glae -verdekt, of wel verpak", on nette doozen ?n pukjes, was alles het toppunt van hygtécfische verzorgdheid. Er, wat voor het kxpend publiek dikwijls opi-r -.jr. 3v.% het meeste ge-«i.-ht in de schaaf! legt. de prijzen warea me-.tegenstaande andere voordeelem, aanmerkelijk lager dan in gruttérij van Tobias Knolvoet. Het Ikon wel niet anders of dut moest verlies van klanten voor do oude affaire tengevolge hebben. En dat was wat voor dan heer Knolroet. Daarom, hij was ge. noodzaakt zijn prijzen lajger te stellen. Want hij was koppig en gaf rich niet spoedig gewonnen. Al cncest bean dat nu geld kosten, dat £on hem rriet scheien. Maar bij zou trachten d:e nieuwe zaak in dein grond te boren, dat had hij zirh voorgenomen, al zrj hij decnoods tr.et srües moeten werken. Sindsdien waren de grutterijen van ouds De Korenschoof" en de nieuwe „Het Molentje", geduchte concurrenten, 't Waa r, de prijzen van Tobias Knolvoet wu- altijd bedenkelijk hoog geweest, maar as hom toch orivMiklaarbaar, hoe dlie nieuwe grutter de waren zóó laag 'kon Tevoren, dan imoosten ze van mindere kwaliteit eijn. dat kon niet anders. Of hij zou vermoedelijk een truc gebruiken en beste waren in de etalage laag prijzen, doch een mindere fcwakieit den klant Hoe he» zij, die eaak bleef nachtmerrie voor den ouden Tobias, ai miner concurrente gekend had. Vaa de k'.ontcn, die hem nog trouw waren, gebleven, moest hij a»nhou«ienü vernemen dat dit of da: in „Het Molentje" toch. voordeeliger was. En dan sloop hij vroeg in den morgen langs don winkel van den concurrent, «am, tersluik^ kijkend, de prijzen uit de etalage dn zijn ouden hoofd to prenten.; cn dan thuisgekomen, prijsde hij in zijn uitstalkast, de anitkelen nóg lager. Het publiek profiteerde niet zui nig van een en andc-r Eten van grutters, v aren kwam meer en meer :n zwang- Ds kostelijkste erwten en boon en waren voor >.en schijntje te krijgen ro bende zv ken. Toch had het er soms var., of Tobiis het sou injeten afleggen- Hij oleek niet gewiekst genoeg Eenmaal had hij den loopjongen raar den concurrente gezonden om' eon pond van die goedkoope bruuie boonen, die in de etalage geprijsd ston. den, maar beslist uit de etalage, moest 'hij zeggen- Je komt zeker van den grutter Knol. voet? vroeg hij arglistig hot jongimensoh. Jawel, meneerI was het onuoozeCe antwoord. Zoo, zoo! lachte do heer Molm; zeg dan maar tegen je baas, dat hij zélf moet komen, heart. Dag vrind! Woedend was de oude Tobias geweest, toen de j«ongen he*n dit antwoord bracht. Hum; Zool blies hij nijdig. Maar hij zou dóen knoeier, dien pru'ser wel krsjgen. Hij had nog een partijtje heele beste gori, nog al duur op 't mo ment, die zou hij óm do uitstalkast aan- FEUILLETON DE GEWELDENAAR Uit het Eügelsch van MARJORIE BOWEN. 47) Zijn pauw blauwe wambuis was ver frommeld. ziin haar hing sluik neer en zijne handen beefden hij zap er diep ongelukkig- uit. ,,Dus gisteren nacht gisleren nacht was Visconti in dit vertrek' geweest in zijne macht! en hij bad zijn tijd verbeu zeld met een knaap over een schaak spel Een der soldaten duwde de deur zacht open en kwam berichten dat de print» was teruggekeerd^ „Zoo spoedig reedsmompetde Conrad, ,,zoo spoedig!" ,,IIe'- leger is van Brescia in aan tocht met 't plan om op Milaan aan te rukken." Met de manschappen die er niet meer ziinkermde Conrad. ,,üe her'og kwam den heer d'Es'es tegen hij weet alles zeide de soldaat, ruw weg en verliet het ver trek. Hij h«ad dien vreemden fat, die hen thans aan verderf had blootg-e» Btold. wel Lunrm wunren. Conrad gevoeldo zich, hoewel wan hopend, toch verlucht, Zou "Vincenzo's verwante even genadig voor hem zijn vroeg hij zichzelf twijfelend af. Hij gevoelde een wilden aandrang om zich te gaan verbergen totdat. Delia «Scala's woede voobij zou zijn. Terwijl hij daar ongelukkig en on beslist «tond te overwegen» hoorde hij d«« soldaten salueeren en een zware stap jiaderijijkomen. Opeens kwam hem te binnen, dat. Mastino een reus wna een reus di<> hem eenmaal met zijn kracht gered had. doch hem nu eens zou kunnen neervellen. Het mns echter geen vrees, doch diene schaam 1c, welke hem nu hijna oj> de knieën deed neervallen. Hij wist, dat Delia Scala voor hem s'ond, hoewcf hij het hoofd nie' oprichtte. ..Conrad zeide Mastino op ge heel anderen toon dan gewoonlijk Conrad Deze deed zich geweld aan en slopg de ooeen op tot Mastino. die me"- ren doodsbleek gelaat was blijven staan voor de deur. welke hij gesloten hnd Wonneer bebt, gij dit ontdekt?" vroeg hij cm het perkament wijzend. Alle verontschuldigingen en aanroe pen welke Conrad gereed had, be stierven op zijn tong. ..Een uur geleden antwoordde hij gelaten. ,.E«-'n uur geleden?" herbaalde Mas tino naar het perkament toetredend- Corrad volgde hem met de oogen hij kon geen woorden vinden om de 8?ilte te verbreken. Eerst !a« Delia «Scala wat erop s'ond- trok toen het perkament van den muur en kneep het jn zijnc hand samen. Vervolgens keek hti naar de deur die nans'-ond- Hoevee' zijn er gedeserteerd 1 Yin- tnzo zeer het halve leger." zeide hij op harden toon- Con^ad kon er de waarheid niet ui' brengen. .Hoeveel?" hnhaalde Mastino zich 'ot hem wendend. .Carrara heeft al ziin manschappen '«genomen»" stamelde Conradein delijk. Mastino kneep bet perkament nog ijver in zijn hand en kwam naar Conrad top. die voor do uitdrukking van zijn gelaat sidderde. ..Uw zwaard, graaf." zeide hij. Con rad aarzelde verschrikt. "Gij zijt niet langer in mijn dienst. Gij draagt dat zwaard als een mijner officieren r.u eisch ik he'- ter»? om wat gij zijt." En'hii stak zijn hand uit. Zwijgend trok Conrad het uit d» sche ede. Mastino brak hel in tweeën en wierp de «tukken op den grond. ,.En nn kunt.'gij gaan." zeide Mi- Eindelijk vond Conrad ziin stem te ig en smeekte: ..Laat mij hier Mij nt. edele heer." „Ga heen." antwoordde Mastino. ,,ïk wil Wijven otn «oed f« maken at ik misdaan heb," stamelde Con rad. Delia Scala keerde hem echter den ig loe met; ,,Ga naar Visconti. Ti- rio kan bijna evengoed schaken als Vincenio.' Deze tarting maakte Conrad's tong weer lo*. ..Niemand kan meer ei schen dan dat een andere man vernedenl 1 deemoedig om vergiffenis smeek?" „Dat vraa? ik nie? zeide Masti no zonder zich om *-?. wenden. „Er is u geen leed geschied." Toen Conrad daama zijn gelaat weer zag, besefte hij wat hij gedaan had en dat woorden niets konden uit werken. Hij liep naar de deur toe cn mompelde iets onverstaanbaars Nog man Is begon hij„Delle Scala, ik ,lk wil nimmer uw gelaat meer zien-" viel Mastino hem in de rede. „Ga naar Milaan om u bij mijne au de'e bondgenoot*:n te voegen ..Ik zal naar Milaan gaan en met God's hulp daar voor uwe belangen waken." zeide Conrad zich Wsch op richtend, »,a] laat ik ook mijn zwaard in uwe handen." Mastino bleef onbeweeglijk «taan terwijl Conrad zich langzaam verwij derde. de deuren door. de trappen af ende soldaten, langs, dip hem den rug toedraaidenweg, ve.rsehopl. vel bannen. Toen de deur achter hem toeviel, wendde Mastino zich driftig om en trad de binnenkamer jn zonder te we ten wat hij deed- zoo groot was de zielepijnigiug zijner woede cn wan hoop. Een somber vens'er zag op liet open land uit. Zonder te letten op de noodlottige rustbank en den bevlek ten vloer ging hij aan 'fc raam staan staren- Hij zag alleen maar groene velden van Lnrnbardije en de vermin derde tenten zijner manschappen, die tot op de kleinste helft waren terug gebracht. Hij sloeg met de hand te gen den kan'- van het uenster Vis conti had t-ezegepraald 1 Dieilzelfdeu avond had hij gehoopt Milaan te nemen-Nu moest hij weer van voren afaan beginnen wachten wikken en wegen, plannen maken, zijne verbondenen tevreden stellen. Carrara's verraad goed maken en dan IsottaMet een kreet welke ui' zijn hart opwelde, verborg hij het hoofd in de handen me': Isotta' Isotta Het zonlicht viel op het verfrommel de perkament dat op den grond lap. Toen Mastino het hoofd weer'ophief en '1 daar zag liggen, stampte hij er met zij voet op en riep met, wanhoop uit: .Zal ik dan altijd bedropen en verraden, altijd met valschheid ge diend worden en van dwazen, afhan gen Zal ik dan nooit le.eren door de menschcn veel te vertrouwen?" Hii keek in 't vertrek rond om nog maals met onbeschrijfelijke bitter heid te beseffen da? rierhts kort ge leden Visconti hier aanwezig was ge weest. Hij bleef moedeloos tegen den muur aan leunen het zonlicht scheen verduisterd en de hemel kon hem geen hoop of moed meer schenken. Toch kwam zijn gees? tegen zijn noodlot op. Hij haalde een klein medaillon te voorschijn dat hij altijd droeg, een medaillon met een rand van paarlen» en kuste het- Toen scheen hij plotse ling weer tot bezinning te komen, liep voorwaarts zonder te weten waar hij heenging en opende een der twee deuren, welke me? een paar treden naar beneden toegang eaf to? een kleine kapel.Eerst trad hij verschrikt terug niet goed beseffend tvat hij rag Het. was een hoog koepelvormig dak en eenvoudige steenen muTcn, waarin 'wee veus'ers tegenover^ el kaar welke achter donkere gordijnen verborgen waren zoodat er maar wei nig- licht binnen viel. liet was er koud en vochtig als in een grafkelder. Er s'ond geen enkel meubelstuk behalve een purper voetkussen en twee lam pen van rossig goud. welke aan lan ge- zwart geworden kettingen van de zoldering neerhingen. De lampen waren reeds lang uitge brand toch was er nog een zwakke geur van wierook blijven hangen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 9