HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN ZATERDAG 8 AUG. 1925 TWEEDE BLAD EEN MERKWAARDIG VONNIS De heer Cornelis van der Kreek had zich vergaloppeerd. Hij was ie ver ge gaan, had zich onvoorzichtig uitgelaten oter dingen, die hij als tecre punten be ter had gedaan met aan te roereu. Zoo iets is altijd onplezierig, voor iedereen, v oor een ambtenaar is het bo vendien niet zonder gevaar. Lu in ha chelijke tijden wordt hem zijn vrijmoe digheid licht noodlottig. Dit ondervond de heer- Van der Kreek. Hij was „gaarder van het geniaal", amb tenaar du.-., en dc tijdsomstandigheden waren uiterst kritiek, ik behoef uen le zer slechts te herinneren aan den toe stand van ons vaderland in het jaar 17Öo om hem een tooneel van wanorde en verwarring voor oogen te stellen. Overat onlusten. Burgeroorlog dreigt. In Utrecht staan de Patriotten cit dc Prinsgezinder! gewapend tegenover elkan der. in Gelderland begint van stadhou derlijke zijde de troepenbeweging, die llattem en Elburg zal bedwingen. Hol land bereidt zich voor tot gewapende tusschenkomst in het Sticht. De Pr.ns heelt zijn residentie verlaten, nadat hem reeds vroeger net commando over het garnizoen ter plaatse was ontnomen. In den loop van den ochtend van 7 September 17SO, drie dagen na dc inne ming van Hattem, waarbij wel tranen maar gcên druppel bloed was gestori. kreeg de gaarder op Z'jn kantoor ten be zoek van den heer üttenhoff. Uit een praatje over het w er ontwikkelde zich ecu gesprek over de gebeurtenissen van den dag, waarbij duidelijk aan het licht trad, dat dc lieeren geen politieke vrien den waren. Plotseling maakte een oj>- nicrking van den ambtenaar aan het on derhoud een eind: hij meende zeker te welen, dat „den Prins het commando on wettig was afgenomen, vermits de cent stem der meerderheid voor veertigdui zend guldens den nacht te voren was omgekocht". De patriottische bezoeker vond, dat het zijn lijd werd, hij stond op en ging heen. On weg naar huis liep hij even aan bij zijn geestverwant Abra ham Vos om cr zijn serontwaardiging over het gehoorde te luchten. In den namiddag van dicnzelfden dag zou Van der Krc« al over ziin onhan digheid ottderhouden worden, niet door den hoofdolficier, maar door -zijn poli tieke tegenstanders. De toevallige ontntoc tuig had plaats ten huize van den heer Vos, een man, die zich na de omwente ling tegenover ifn medeburgers in meer dan een betrekking verdienstelijk hc ft gfmaakt. Het komt mij voor, dat hij het middelpunt vormde van een kring van gelijkgezinden en dat enkelen van hen, na de zaak vernomen te hebbcj. zich in hun ontsteltenis tot in. wendden. Zoo verscheen nier dan eerst de lieer Van Varclen, kort daarop mejuffrouw de we duwe Noppen, geb. KIcyncnoerg. ra haar Adnaan Loosjes Pz.. en tvn slotte de belastinggaarder, de schuldige, die zich argeloos begaf in het hol van den leeuw. Tlii zocht dc juffrouw, had ge hoord, dat ze bij Vos was, trad er bin nen en stond tegenover zijn .echtcrs. Vier legen écn. Verwijten, vermanin- 5en, waarschuwingen, bedreigingen en aartflgenover de oranjeklant ..zich alleen behelpende met voor te wenden, dat hij dit zijn zeggen per discours en van hoo- ren Zv^gcn liadue". Of de aanwezigen met d ze veront schuldiging genoegen namen, weet ik niet. Maar dc hoofdofficier, dc heer Fa- her van Riemsdijk, die inmiddels met het gebeurde in kennis was gesteld, meende tc moeten ingrijpen. Hij verzocht een door een notaris op te maken ver klaring van de getuigen aangaande het geen zit gehoord en gezien hadden, en verlecnae enkele dagen later tegen Cor nells van der Kreek decreet van dagvaar ding in persoon. Van ztin krnt wendde beklaagde zich nu tot schepenen met een schrift'ijk v r- zock om ..ui submissie ontvangen te worden. „Wie dit request leest, krijgt den indruk, dat hier geen 'roos ojrzet in het spel, maar dat Cornelis wat los in den mond was. Hij belijdt schuld, hi is der Staten zeer getrouwe onderdaan. Hij heeft niet alleen „aanstonds zijn inpru- dente en losse handelwijze gepenetreerd, maar ook daarover een wezentlijk leed wezen en verfoeiing gehad. Aangaande het voorgevallene ten huize van den heer Vos, verklaart hij „dat dezelve jaersonen hem op een vrij hartigen toon aanspre kende, zulks, door de confusie waarin hij gebracht wierd, aanleiding heelt gc- ;even, dat hij het gebeurde wel niet icelt willen ontkennen, doch dat hij voor God Almachtig betuigt, geen dolens op zet, veel minder eenig oproerjg ednkbeeld voor gehad te hebben, maar dat het zel- meer aan gebrek van verstand en zwakheid vati nersenen, dan aan cenige kwade oogmerken toe te schrijven is". Hij verzekert „in ziin hart alle eerbied en onderdanigheid voor zijn Hoogc en Wettige Overigheid, zoo van deze Pro vincie als van dc Stad tc hebben" en besluit met de ootmoedige bekenten,s „geen de minste verkeerde inzichten ot cenige de allerminste belecdiging van de Souvereine Vergadering ol de leden van dien te hebben gebutccrd, als waartegens hij opentlijk zijn afkeer bij deze uog- ilechr- Blij stcld, cn ik houd het er voor, dat in male tijden ook de rechters niet- een der gelijke belijdenis genoegen zouden ge nomen hebben. Maar de tijden waren niet normaal. Was deze gaarder een stumperd, gebrekkig van verstand en zwak van Ttoofd, zooals hij de eer had zichzelf aan zijn rechters voor tc stellen? OI slechts een flapuit? Hij bekent wat ge wilt dat hij bekennen zal cn aan de hee- icn die hij ongelukkigerwijs in de armen liep, vraagt hij oin „derzelver goede raad, geheimhouding en bijstand". Ik ben niet in staat een oordeel uit tc spreken over de gemoedsgesteldheid van de/en Misch, en teeken daarom tegen het von- i der heeren schepenen geen appèl n. Met dit al acht ik het een merkwaar dig vonnis, dat den 17 October 17S6 hier op liet raadhuis is geveld. Cornelis werd uitgenoodigd „te comparecren ter ka mere van den Gerechte dezer stad. cn aldaar dan God, de Hoogc Overigheid cn de Justitie te bidden om vergiffenis wegens zijn voorzegde licentieuse ge sprekken. met betuiging van zijn oprecht leedwezen des wegens en zijn voornemen om voorlaan zich. zoo in zijn gesprekken als anderzints, met de diepste eerbied voor Hun Edele Groot Mogende te zul len gedragen". Nu. dit had de ongeluk kige zich reeds ernstig voorgenomen, hij kon dus met ccn gerust geweten doen wat hem was opgelegd cn den 20 Octo ber had de plechtigheid plaats. Maar de Justitie vergaf hem zijn mis daad niet, zij meende althans hier te moeten straffen. En dit is het merkwaar digste vten dit merkwaardige vonnis: schepenen „ontzeggen hem voorts voo' altoos de inwoning binnen deze stad en de jurisdictie van dien, zonder immer zich aldaar weder metterwoon te mogen nederzetten, op poene van zwaarder straf fen". Van der Kreek kon gaan cn elders zijn onvoorzichtigheid betreuren. H. E. KNAPPERT. BINNENLAND INGEZONDEN M EDEDEELINGEN a 80 Cts. per regel. Doorzitten bij Wielrijden en een door de Zon verschroeide Huid. Schrijnen en Smetten, verzacht en geneest men met PUROL Het tarief voor Code telegrammen Dreigende verhooging De aandacht van de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rotterdam is ge- igd op de voorstellen, die verschillende telegraaf.administraitien voor de te Parijs te houden Internationale Telegraaf Confe rentie hebben gediend, om <laar tot wijzi ging van de bestaande bepalingen omtrent dc woordentelling van tolegrwtrmem te ge raken. Eén van (leze voorstellen is afkom- vnn de Netlorlandsoh-Indische admi nistratie. var aanleiding daarvan heeft de Kauner adres tot den minister van Arbeid. Hendel en Nijverheid gericht, wjiarm er de aandacht op geveeiigd wordt, dat het Ne- derlansch-Indieche vooretel een vcihooging beteekent van 100 van de geldende tarie. m voor «Ion inhoud van codo-telegram- Bij de beteokemis, aldus bet adres welke de telegram-code's zich hebben ver. ■en met name in het buiten-Europee, sche verkeer, waar zij voor ongeveer 90 van alle gewisselde telegrammen worden gebruikt zullen d«tc vooretellen dus nieuwen last op den handel leggen. Meer in het bijzonder vraagt de Kamer te dezen aanzien de aandacht van den mime. voor- de bande>!-«rekkingen tusschen Nederland en NVderlandsch.Indlë, welke door deze vorhooging rullen worden ge troffen op h« tijdstip, dat de hernieuwde 'o«t van liAJetgcnocmd land ai belang, rijks mate ten goede eohijn* te zullen ko. n aan de verbetering van de economi sche verhoudingen m het Rijk in Europa. De Kamer verzoekt den minister ten slot te zijn invloed bij zijn ambtgenoot van Koloniën aan te wonden om te verkrijgen, dat de door de Neder!a-ndsch.Indische od. ïnfotratie ingediende voorstellen niet zul len worden verwezenlijkt. Zij veroorlooft zich daarbij er de aandacht van den minis, op to vestigen, dat to dozer zako binnen r korten tijd oen definitieve beslissing moeten worden genomen, daar de Inter nationale Telegraaf Conferentie reeds in de maand September 1925 te Parije zal eamen. komen. DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN Door e®n locomotief gegrepen Een luxe rijtuig met zes personen van de familie erheggen uit Buggc» gum is 2an den bewaakten overweg aldaar, dien men echter had vergeten af tc sluiten, door ccn losse locomotief ir.n achteren gegrepen. De mevrouw, het dienstmeisje cn ccn jongen werden ernstig gewond. Het rijtuig werd vers nicld HET ONGELUK IN ZWITSERLAND De toestand van Dr. Radema ker nog steeds ernstig Wij lezen in de Nieuwe Crt. Vrijdagavond: Om vier uur hedenmiddag ontvingen wij het volgende telegram, door den zoon van dr. Rademakcr (zelf arts) on> dcrtcckcnd: Zware hersenschudding, schouder, ontwrichting, handwoitclfractuur. Be, wustzijn komt cenigermate terug Toe stand ernstig. Hebben echter goede hoop. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 365 BUITEN ZITTEN Vader merkt op dat het toch maar een weelde is. dat je op zoo'n warmen avond buiten kunt zitten van de veranda der Kommcrs weerklinkt een luiden klap en gebrom van Jan, dat hij nog nooit zooveel muggen bij elkaar heeft gezien de Jansens van den overkant zit» ten zwaar te dampen om het ge» dierte uit de buurt te houden Kees Groen, de andere buurman, ontdoet zich van eenige hartige woorden over de muggenplaag waarop mevrouw Groen hem vermaant, niet zulke taal tc ge» bruiken, de heele straat kan hem hoorei» mevrouw Hendriks deelt haar man mee, dat ze niet zoo zouden jeuken, als hij er maar niet aan krabbeldo aan de overzijde stelt Jansen op luiden toon voor, maar naar bed te gaan waarop Kommer na veel getrap» pel en in het rond slaan aankon» digt, dat hij het niet langer kan uithouden waarop vader hef voorbeeld' der buren maar volgt. (Nadruk varboden Propagandacomité voor wegenverbetering Doel en werkwijze van het comité Wij hebben' onlangs melding ge» maakt van dc oprichting van ccn l'ropagancfit'Uomitc voor wegenver» betering. Thans ontvingen wij 'n pers» commyniqué met nadere bijzonder» heden aangaande hot doel van dat comité. Wij ontlecnen daar aan het volgende: Het comité stelt zich ten doel door woord cn gcs'ehrift en door overleg niet verschillende webbeheerders, krachtig propaganda te voeren voor deze zoo bij uitstek urgente zaak: dc noodzakelijke verbetering van het Nederlandschc wegennet. Het wil door ccn ijverige propagan» da, waarvoor het de medewerking van dc pers inroept, en door het uitgeven van geschriften, het publiek doordringen van het grootc belang, zoowel vont dc steden als voor het platte land, van ccn snelle verbetering onzer ver» keers- -egen. Het streeft cr naar zijn doel te bc« reiken: Door dc aandacht te vestigen op dc grootc voordeden voor de Gemeen schap, van wegen, geschikt voor het moderne verkeer; BEKERS VAN ONDOORDRING» BAAR PAPIER. Dc restaurateur van het spoorweg» station tc Amersfoort laat tegenwoor» dig dc consumpties langs dc coupés aanbieden in bekers, welke het midden houden tusschen celluloid cn papier. Het grootc voordeel hiervan is. dat de Reizigers niet direct de bestelde con» sumjitic behoeven te nuttigen, omdat dc piccolo niet op glas of kop wacht, want de beker mog worden medegeno» men en kan zelfs thans nog vele malen dienst doen. En ook het twaalfuurtje ordt thans op ondoordringbaar papier verkocht en kan in den trein genuttigd worden, want er wordt een vork bij toegegeven. De reizigers stellen deze icuwtjes blijkbaar op prijs. IN EEN TOBBE VERDRONKEN. Te Losser is een 2-jarig kind van den stratenmaker B. in een tobbe water gevallen en verdronken. 'JOHAX DE WITT»HERDENKING. Het Dordtsche comité tot herden» king van den 300stcn geboortedag van Johan dc Witt heeft in beginsel beslo, ten op den herdenkingsdag. 24 Sept. in „Kunstmin" een grootc bij» ccnkomst tc houden. Twee op den voor» grond tredende historici zullen worden \crzocht dien avond tc spreken over den persoon cn het werk van Johan dc Witt. Een voordrachtkunstenaar zal toe» passelijke verzen zeggen. door te bevorderen, dat de opbrengst van belastingen, geheven voor het go» bruik van wegen, ook alleen aan de wegen ten goede komt. Het heeft zich reeds gewrgd tv. verschillende lichamen, met verzoek om financicelen steun voor zijn arbeid en heeft alreeds ten behoeve van het projzagancawerk, bijdragen ontvangen van onderscheidene Kamers van Koop» handel, van gemeentebesturen, van de Nederlandschc -Maatschappij voor H»n» del cn Nijverheid, van verschillende wcrkgcversvercenigingen cn bonden, die de gebruikers van den weg vertegen» woordigen. ELECTRISCHE TECHNIEK ALS LEERVAK. Dc Maatschappij tot verkoop van clcctrischen stroom der Staatsmijnen in Limburg heeft aan B. cn W. van Venlo het verzoek gerieht tc willen bc» vorderen dat bij bet onderwijs aan de lagere scholen als lccrv ak wordt opge» nomen de electrischc techniek onder het vak: kennis der natuur. Het doel is, door voorlichitng van de jeugd te verkrijgen, dat deze hit vernielen cn beschadigen van dc electrischc draden niet langer als een amusement be» schouwt. BLOEDVERGIFTIGING. Een 54=jarige mctselaarsputroon uit Leiden die zijn hand openhaalde aan een doom en daarna de wond met sloot» water afwaschte, is aag bloedvcrgifti» ging overleden. Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Toen ik dezer dagen thuis kwam uit Zandvoort (w%ar zou iemand in dezen zomertijd anders vandaan komen?) vond ik ccn brief, die alkomstig bleek te we zen van de commiezenhuisjes op de Grootc Houtbrug. Zij zonden er naar modernen trant, een cliché bij die hier onder is afgedrukt cn waarop ieder kan zien dat de oostelijke dobbelsteen in groote droefenis verkeert. De tranen loo- pen over de wijzerplaat van dc klok. „Geachte Heer", aldus luidde dc brief, „mijn broeder, de westelijke dobbelsteen en ik, wenden zich tot U, met vriende lijk verzoek ons te helpen bij dc vervul ling van een reeds lang door ons gc- kocs'crden hartewensch. Wij willen na melijk int Haarlem weg. Meer dan hon derd jaar staan wij hier cn, hoe aardig wij deze stad als woonplaats ook ge vonden hebben, op onzen leeftijd mo gen wij aanspraak maken op pensioen, daar andere gemeente-ambtenaren op hun bóste jaar met pensioen plegen te gaan en hoogstens tot hun zeventigste, van jaar tot jaar gecontinueerd worden. Deze cijfers zijn zonder twijfel over tuigend. Wat wij vragen is geen bede. maar een recht. Wij worden oud en ik, de oostelijkste van dc twee broeders, mag u niet verhel-n. dat het gekriebel van dc altijd ronddraaiende wijzers en van het uurwerk op mijn maag, mij schrikkelijk beginnen te hinderen. Help ons, geachte heer, opdat wij weggeruimd worden ctt naar ecu rustiger plaats over gebracht om onze laatste levensdagen te slijten. Ronduit gezegd: mijn broér en ik zijn van Vlaainsche afkomst. De architect Suys, die ons bouwde, was een Belg, en nu is het igenaardig dat mijn broeder, aan den westkant veel meer vasthoudt aan zijn nationaliteit, dan ik. Hij wil daarom naar Vlaanderen terug cn ik zou het liefst onzen ouden dag doorbrengen in liet open lucht-museum bij Arnhem, waarvan ik zooveel gehoord heb". T een ik zoover gelezen had vond ik een groote inktvlek op hel papier. „Gelieve deze klad. geachte heer", zoo luidde de brief verder, „te verontschuldi gen. Juist reed de lompe bestuurder van een auto vrachtwagen tegen mijn zij op met een geweld, dal mijn heele lichaam er pijn van deed. Dat is geen zeldzaam heid. Telkens vallen er van deze botsin gen voor en het pijnlijkst is dat dc be stuurders ons dan nog uitschelden op den koop toe. alsof wij het konden helpen, dat men ons nog maar altijd hier laat staan, ofschoon wij zelf, beter nog dan iemand anders, gevoelen dat wij hier niet behoo- ren. Is er voor iemand die zich respec teert wel iets schrikkc! ijker denkbaar, oortdurend gedreun van rij- en voertu - ;en ons niet meer hindert, wisselen inïjn iroer en ik onze indrukken van den dag. Ze zijn één voortdurende klacht over ons droevig staan, ik wil zeggen bestaan. Dc meeste menschcn vinden ons lecelijk. Wij zijn het daar niet mee eens. Kan men in redelijkheid van iemand ver» wachten, dat hij zichzelf lcclijk vindt?, Misschien kan niemand in dit opzicht zichzelf bcoordcclcn, muur liet grieft dan toch. wanneer een voorbijganger je zoo bard als hij kan ccn schop geeft j cn daarbij uitroept: „maak dat jc weg» knmt. lcelijkc sla in den weg!" Welnu, dit is mijn broer in den afgcloopcn nacht overkomen. Wij trilden beiden van verontwaardiging op onze grond» vesten. Maar wat baat ons dat! Na cl» ken rustigen nacht komt weer ccn roe» zigc dag van rumoer, lawaai cn botsin» gen. Dc stille rusturen zijn telkens noo» dig. opdat wij ons kunnen herstellen van de hevige hoofdpijnen, tlie wij in den loop van den dag hebben opge» daan. En dan spreek ik nog niet van dc ccurcn. die de grachten aan onzen voet verspreiden en die wij inademen moe- ten. of wij willen of niet. In dezen, ogzen nood hebben wij gedacht aan u geachte heer. Kom ons tc hulp. Laat iedereen in Haarlem het weten, dat wij dit leven moede zijn. dat wij weg willen van ccn plaats waar wij niet meer thuis zijn cn die wij dus gaarne zouden verlaten. Waar» heen wij zullen vertrekken, zullen wij samen wel uitmaken: ik als oudste, heb ccn passegden invloed op mijn broc» der. Mij zal er ten slotte wel in toe» ttemmen dat wij ccn rustig plekje vinden in het openluchtmuseum, waar iedereen op zijn plaats is, die vroeger een rol gespeeld heeft, welke nu afgcloopcn is. Gij komt eiken morgen tegen negen uur over dc Groote Houtbrug, wij hebben u vaak gezien. Warneer gij morgenochtend weer langs komt. zullen dc tnagen op mijn oud gezicht opgedroogd zijn. Ik heb zelfbeheer» selling genoeg, om niets tc laten blij» ken van mijn verdriet aan dc onver» solrilligc, sjiottcnde menigte, die ons voorbijgaat. Maar ik smeek u, sta morgen ochtegd, wanneer gij aan dc Grootc Houtbrug komt een oogenblik stil. knik langzaam cn met nadruk driemaal in mijn richting, dan zal ik weten dat gij u over ons ontfermen wilt. Met dank bij voorbaat verblijf ik, namens mijg broeder, hoogachtend DE OOSTELIJKE DOBBELSTEEN. Alle menschcn zijn bang. F.n zijn er. die in ccn groote zaal zonder een enkele hartklopping een rumoerige menigte kugnen toespreken cn voor geen geld van dc wereld een onnoozcl spinnetje tusschen duim en vinger zouden willen nemen om in den tuin tc zetten. Er zijn anderen, die hot bevel voeren over een groot stoomschip, die midden op zee bij dc zwaarste stor» men koelbloedig blijven en eiken te» genspoed als gezagvoerder kalm bc» kijken cn trachten tc overwinnen, maar die aan den wal geen courage genoeg hebben om hun vrouw tc«en te spreken, wagnecr zij klaarblijkelijk ongelijk heeft. Weer anderen hebben moed genoeg om zich hun halve leven lang voor anderen op tc offeren cn missen dc dapperheid om ccn raam in de huis» kamer open te schuiven, al beweren ook dc huisgenooten, dat het in dc kamer duf en dompig is. Tegenover al die tegenstrijdigheden durf ik dan wel erkennen. dat ik bang ben voor onweer het hooge woord is cr dan nu eenmaal uit. Toch maak ik zonder rilling mijn aanslagbiljet van de belasting open, ook wanneer ik in de eerste maanden stellig buiten staat zal zijn om te bc» talen. Ja, onweer maakt mij bang: dc flitsende bliksem en de ratelende dog» der. Daarom kon ik geen oog dient doen. toen onlangs 's nachts een ge» weldig onweer losbarstte en ik nergens durfde blijven: in mijn bed niet, om» dat het op dc verdieping is en begc» den niet, omdat mijn huisgenooten al» lemaal boven waren gebleven. Eerst toen het onweer voorbij was ben ik weer naar bed gegaan, maar kon niet nicer tot een kalmen slaap komen; telkens dommelde ik in cn schrikte weer op en toen ik eindelijk tot slapen kwam, droomde ik allerlei wonderlijke dingen. Wat dat waren, zal ik vertellen. Ik zat in dc E. S. M. Tc Amsterdam ging ik over in een electrischc tram, die ergens hcenroldc. Op een oogen» blik (het gaat immers in een droom al» tijd met stootcn en schoklbgn) stond ik voor ccn hek en zei: „hc, dat is Artis!" In dc pnpcgnaicnlaan was het nog drukker cn lawaaiïger, dan anders. Pre» cics of dc papegaaien uit hun humeur waren, dat ze geen vacantie kregen net als andere menschcn; stel je dan ook voor. dat jc een heel jaar lang aan één poot op een stok of in een ring staat tc slingeren en nooit van dat wonderlijk vermaak eens vrijaf krijgt. Plotseling, zonder te weten hoe, stond ik voor dc berenkooi. Er liep ccn hrui» nc beer heen cn weer. al maar heen en weer. die met ccn ruk stilstond voor dc tralies, en duidelijk vroeg, ccn bcc» tje brommend, maar zoo praten som» migc mcnschen ook wel: ..Zoo, Fidelio, ben je daar ook? Je kent mij zeker niet, hé?" „Als je het mij niet kwalijk neemt, neen. ik kan het mij niet herinneren". „Ha!" zei hij en gromde zoo 'n bec= tje naar binnen, alsof dc klank uit zijn buik kwam. „Ik ben toch ccn wereld» beroemdheid. Kijk nog eens goed". „Pardon", zei ik, want hij maakte mij wat verlegen, „voor zoover ik weet heb ik u nooit ontmoet". „Zoo? Je hebt anders wel duizend maal over mij gelezen. Weet jc niet. dut iemand de huid van den beer nooit verkoopen moet, vóórdat dc beer ge» schoten is?" „Natuurlijk", zei ik, blij, dat ik cin» deliik eens toestemmend spreken kon. „Nu dan die beer ben ik!" Voordat ik van mijn verwondering bekomen was. had Morpheus, die im mers de god der droomen is, mij al» weer ccn ander tafreel voorgesteld, het hok van de krokodil. Hij hapte naar vliegen, maar daar zijn bek zoo groot is cn hij blijkbaar heel lui was (dien dag brandde de zon geducht) hadden ze altijd volop gelegenheid om weg te vlic» gen. Dit scheen den krokodil in 't minst niet te hinderen, want hij hapte telkens maar weer gemoedelijk in dc lucht cn trok zich daar verder 'niets van aan. Eindelijk merkte hij op dat ik naar hem keek en draaide zijn grootc uitpui-- lende oogen naar mij toe. „Wat mot je?" zei hij, meer duïdc» lijk dan beleefd. „Ik wacht". „Waar wacht je op?" Zijn stem had ccn raspende klank, als ccn zaag, die over een steen gaat. „Wacht jc soms tot ik je verslind? Dat zou ik wel doen, als ik jc maar bereiken kon". Hij maakte een geluid, dat lachen beduiden moest, maar niets vroolijks had. „Ik wacht totdat ik je tranen zie storten." „O, ja, krokodillentranen natuurlijk. Dat is maar fantasie van de menschcn Krokodillentranen vergieten jullie, wij niet. Wij schreien nooit. Maak dut je weg komt!" Hij maakte weer zoo'n lcclijk, zagend geluid in zijn keel, dat ik maar weg» stapte. Hoe het kwam weet ik niet, maar het komt er in den droom ook niet op aan. maar plotseling stond ik voor het reptielenhuis. Ik hou niet van die trage beesten, die den heclen dag niet anders doen dan bun kronkels loswik» kelen cn weer inwikkelen. Glazig sta» ren hun gemeene oogen jc aan cn jc weet. dat ze. als ze konden, zich om jc heen zouden kronkelen cn zonder haast, zonder een geluid te geven, de beenderen in je lichaam zouden bre» ken. Terwijl ik naar die gladde, altijd bewegende lichamen zat te staren, hoor» dc ik op eens een paar hokken verder ccn stem, die half fluisterend mijn ia m riep. „Fidelio, hoor eens hier!" Wegstappende van het gehate slan» gcnkluwcn zag ik een wonderlijk ge» drocht ,cen soort van slang, met een grooten. vierkanten kop. die inij aan» keek niet een soort van glimlach en daarna, evenals dc beer, maar veel wel» willendcr dan die, vroeg: „Ken jc mij niet meer?"' Ik moest ook weer ontkennend ant» woorden. „Vreemd", zei het dier. „Ik zal het je maar zeggen: ik ben dc zeeslang". Eindelijk! Daar was dan eindelijk het beest, waarvan wij al die jaren lang zooveel gehoord hadden. De zeeslang. Opduikende zoodra cr gebrek aan stof in dc couranten kwam. trouwe ver» schijning in de stille maand Augustus. „Dus je bestaat dan toch", zei ik verwonderd en plotseling, met het in» stinct van den journalist, die ccn mooi onderwerp ruikt: „laat ik je eens inter» vicwen". ..Onmogelijk", zei dc zeeslang, „want om je de waarheid te zeggen: ik bc» sta niet". „Wat?" „Neen, ik besta niet. Allemaal fan» tasie van scheepskapiteins, die behoef» té hebben aan ccn verhaaltje of van ma» trozen met een brom in". „F.n -je bent hier toch!" „Allemaal karton". En zich ontrol» lende liet hij mij het bordpapier zien, waaruit hij samengesteld was ik rook dc stijfsel. „Als ik niet voorzichtig ben, scheur ik", zei hij. ..en wat zou Artis hebben aan een gescheurde zeeslang?" Juist toen ik bij ;nij zelf overlegde wat ik tegen dit wonderlijk creatuur zeggen moest.- werd ik wakker. 1 Iet bezoek aan Artis was afgcloopcn. De klok wees halfacht. hoog tijd om op te staan. Je gaat dan zitten in jc bed, na zoo'n driekwart verloren nacht, en gaapt, alsof het beetje Overgebleven fantasie ook nog verloren zal gaan cn wordt pas een beetje helder, wanneer ic het hcete hoofd in het koele water hebt opgefrisebt. Daarop ging ik het pad der deugd, hetgeen in dit geval zeggen wil de trap af. de eetkamer in r.'h-ct cn lien daarna 't pad der deugd verder, totdat ik aankwam op dc plaats, waar ik mijn dagclijksche bezigheden uitoefen FIDELIO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5