HAARLEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN FLITSEN WOENSDAG 19 AUG. 1925 TWEEDE BLAD No. 3487 SCHETSEN OVER ARNHEM (Slot) AJ behoeft Haarlem op het gebied i de flora zeker niet voor Arnhem onder te doen, op het gebied van de fauna is Gelderlands hoofdstad ons de haas. Er is, op SonsUcek, een herten* kamp zooals wij er een bezitten in den Hout, maar bovendien kun Arnhem stoffen op een dierentuin, al is het een kleine, die gelegen is in de nabijheid van het openluchtmuseum. Let wel: deze twee instellingen worden in de practijk niet met elkaar verward, zoo» dat niemand bang behoeft te zijn. dat hü in het openlucht-museum plotseling een iccuv. z.ii tegenkomen, waarvan de schoolmeester zoo terecht placht te zeggen: en komt er soms een leeuw op je aan. dan doe je beter, met maar op zij te gaan. Het spijt mij. geen verslag te kunnen 'doen van den dierentuin, die in elk ge* geval, vergeleken met ons onvolprezen A r t i s N a t u r s M a g i s t ra. de N a< tuur is de Meestcrcssc der Kunst, en daarom ten onrechte gewoonlijk A r t i s genoemd, omdut N u t u r u een betere titel zou wezen, maar een dierentuintje wezen moet. Maar een andere dierlijke inrichting heb ik wel bekeken, name* lijk het aquarium van de Nederland* sehc Hei de-Maatschappij. Het gebouwtje, want groot is het niet, staat dicht bij de vermaarde thceschcn* kcrij op Sonsbcck en ziet er van buiten zoo rustig uit. dat niemand er zooveel levendigheid in zoeken zou. Terwijl wij bellen, vragen wij ons af. waarom aan de visschcn geen stemgeluid gcschon» ken is. zood t zij hun angst en hun blijdschap, hun doodsnood en hun vreugde niet door uiterlijke teckcncn aan den dag kunnen leggen, zooals de meeste andere dieren. De natuurondcr» zoeker zal daarop waarschijnlijk ten antwoord geven, dat de natuur het wij» sclijk zóó heeft ingesteld, omdat de vis schcn in het element waarin zij leven en dat zij niet verlaten kunnen, veel vijanden hebben, zoodat hun stomheid ook een veiligheidsmaatregel is en hun levensbehoud kan zijn. Een bewaarder doet ietwat angstval lig de deur open. waaruit wij mogen afleiden, dat het aquarium aan grootc stroomen bezoekers niet gewend is. Wij treffen het goed. omdat er juist een op* ziehier van de 1 IcidcMaatschappij gc< vcstigd is. de heer H. Holtkamp, die de vriendelijkheid heeft ons ccnigc in* lichtingen te geven, met de trouwhartige belangstelling, die ik ook in andere pro» vincicn bij ambtenaren Van de Maat* schappij heb aangetroffen: het is duidc* lijk. dat hun liefde voor de natuur voor plant en dier, hen aanleiding is geweest de cursussen te volgen ter op leiding voor hun taak. Niet iedereen is in de gelukkige omstandigheid, dat hij van zijn neiging en liefhebberij zijn levenswerk maken kan. Allereerst brengt de heer Holtkainp ons naar liet voorportaal, waar kolos» sale vis6chcn in glas te zien zijn. stiller dan stil. want ze zijn onbewegelijk, worden bewaard in wat wij, lcckcn woon zijn sterk water te noemen, i in de practijk verdunde formaline blijkt te svc/cn, daar alcohol te kostbaar zou zijn. Zalmen z:jn het, gemerkt door vor* schillende kleine verminkingen voor controle wegen» groei en ontwikkeling. Interessanter voor den Icckcntocschou. w-cr is het aquarium, dat niet groot is, maar de moeite waard om te bezien. VV'ij vinden er den Japanschen karper, een sicrvisch, de zonncbaars, een roof- visch ook, die dus voor openbare walt- ren niet geschikt zou zijn. Want dit is een gedeelte van de omvangrijke tank van de Hcidc-Mautschnppij. jonge visch te leveren, die in de openbare wateren kan worden uitgezet. Zoo heeft zij vcef succes gehad met de pootaal, die wan neer zij een lengte van 25 c.M. bereikt heeft, kan worden uitgezet. Toen inder tijd een gedeelte van Noordholland overstroomd waa geweest, heeft men met deze visch veel succes gehad. W zien hier ook de glasaaltjcs (Montcs) uit Engeland afkomstig. Dan is er de mooie goudvisch. nuttige waterbewoner, omdat hij veel mugjes ophapt; de zeelt, een zeer nut* tlgc visch. maar waarvan de Duitschcrs veel meer profijt hebben dan Holland. Nederlanders eten niet veel visch; hier geldt nog altijd de legende dat vlccsch begeerlijker en visch min* derwaardig zijn zou. De cllcrling, een aardig siervischje, dient voornamelijk tot voedsel van fo rellen, die wij straks zullen zien. Dan. zwemt achter do ruiten de karper, een geduchte roovcr, die de Heidcmaat' schappij levert aan particuliere vischvij. vers en zelfs aan gemeentelijke kwcckc- rijen in het zuiden, waar bij dient voor export. in Amerikaanschcn oorsprong is de dwcrgwels, die hier pas veertig jaar ge- leden ingevoerd werd, maar door zijn roofzucht ook al niet deugt voor onze openbare wateren. Daarvoor is beter de echt'Hollandsche blei, beter bekend der zijn ouden naain van brasem. Vroolijk zwemt in het aquarium ook de voorn rond. zonder zich er om te bekommeren, dat de heer Holtkamp hem een onaanzienlijke visch noemt. Meer aanzien heeft ongetwijfeld de Hollandsche goudwindc, die grijszwart is bij de geboorte, maar naderhand door de warmte verkleurt. Er komt veel goudwinde uit Italic, waar zij, zooals wij begrijpen kunnen, mooier is dan hier. Een merkwaardigheid is, dat in de- diersoort albino's voorkomen, zuiver wit zjjn. Dit is de bevolking van het aquarium, die daar rondzwemt achter de dikke ruiten, terwijl wij uit het donker, hunne soms bevallige, soma logge bewegingen rustig kunnen volgen. Maar er is op deze kleine plek meet te zien. De heer Holtkamp gaat ons voor naar de forellenvijvers. Wij hoo* ren nog de merkwaardige bijzonder* hcid, dat de zalm bij zijn geboorte zes weken voedsel meekrijgt, een van de staaltjes van onvergelijkelijke wijsheid der schepping. Want na zes weken is de zalm m staat, zelf zijn voedsel te qcken. zoodat zijn voorraadschuur bij Je geboorte hem behoedt voor een on- tijd.gen dood en hem tegelijkertijd dwingt voor zichzelf te zorgen, zoo dra hij daar-oc in staat is. De forel is een visch. waaraan de Heide Maatschappij grootc zorgen wijdt. Het kweckcrijtjc te Arnhem is maar klein, vergeleken bij die te Gul pen van 3 hectare. Apeldoorn van 60 en vooral die van Vafkenswaard, die 100 hectare groot is Toch is ook hier hunne ontwikkeling interessant om te zien. Levend in stroo- mend water worden zij zorgvuldig naar Srootte gerangschikt en bij elkaar ge» ouden, omdat het cenige wat hen weerhoudt elkaar op te eten de gelijke afmeting, dus de gelijke kracht is. Hier hcerscht het recht van den sterkste. Geen wonder, dar zulke strijdlustige visschcti sterk en levendig zijn. Zij z:t» ten steeds vóór den stroom en zouden, hield een borstwering hen niet tegen, zonder twijfel overspringen in de beek, die hen weer meevoeren zou. Feitelijk leven zij dus in gevangen* schap, wat hun niet belet tuk te zijn op hun voedsel, dit bestaat uit vlcesch, afkomstig van het slachthuis, dat niet alleen fijn gehakt, maar bovendien ook nog gekookt moet worden. De ketel staat bij de hand. maar. blijkbaar is het uur van den maaltijd nog niet aange broken of al voorbij, want er is op dit oogenblik geen voer aanwezig. De heer Holtkamp gooit dus kleine kluitjes aarde in het water en op eens schieten de forellen driftig te voorschijn. Wij danken onzen geleider voor zijn inlichtingen en keert :i naar hótcl Slons» beek terug, waar wjj misschien straks, bij de lunch of het diner, den fijnen, sinakclijkcn visch op tafel zullen vinden. Kon ik kiezen waar ik wonen zou. dan bleef ik nog in Haarlem of haar omstreken. Hier :s alles bij elkaar: stad. bosch, duin, zee en het nuttige en aan gename van de hoofdst- J op een half uur afstands. Maar had 'ik veel vrijen tijd, dan zou ik een maand van het jaar in Arnhem willen zijn. genietend van de prachtige omgeving, de mooie lig ging van den Rijn en het gemoedelijke van de gezellig gebouwde stad. Aan een besenrijving van die wande» lingen begin ik niet. Zij zou te lang worden en nooit kunnen halen bij het genoegen om die zelf te maken. Wie trouwens kent er niet vele van. het buiten Roscndaal, de Stccnen Tafel, den Savoyenberg. den Musschenberg. Klarenbeck en honderd andere! De be» dnegertjes op Roscndaal kent ieder» een. misschien hebben al deze wande» lm gen een gedeelte van hun bcteckc* nis verloren, sinds zoovelen er langs snellen per fiets of. vlugger nog. per auto. Zij zien zonder twijfel meer, maar ook even zeker minder goed. Ons gidsje van Arnhem verzuimt niet melding te maker, van de begraaf* plaats en van vele, deftige families, die daar begraven zijn. Ik laat die er rusten, maar toch wekken enkele na» men onze herinnering on. Van Daam Eockema, den jovialen bondsman uit den Nederl. Wielerbond, van generaal Karei van der Heijden, jarenlang com» mandant van Bronbeek, die nog maaT cén oog had, maar een geducht, van Cicr rd Keiler, eertijds een bekend litterator, maar nu alweer meegesleept den onverbkMcl ijken ma akst room 1 der vergetelheid, van Clement van Maasdijk, den eersten Nederlander die durfde vliegen, maar helaas vioL Dat is alweer vijftien jaar geleden en nog altijd is het vliegen niet zonder gevaar, maar hoeveel veiliger niot geworden in de/cn korten tijd! Eén opmerking heb ik over Am* hem in t voorbijgaan gemaakt, die ik hier nog even wil herhalen en iritbrei» den. I.ang vóórdat wij in Haariem era- stig over asphalt dachten, was in Arn hem de bmnenstad er mee geplaveid. Zij zijn ons dus voor, ook in nun maat* regelen van verkeer en zoo worden in de drukste straten op drukke uren fiets» rijders geweerd: zij mogen alleen te voet, met de fiets aan de hand, door die straten gaan. Zijn wij in Haarlem aan dergelijke maatregelen nog niet toe? Zoo niet, dan zal wel spoedig de noodzakelijk heid blijken, naarmate meer «traten worden geasphaltccrd. Voor geen goud of wereldsoh goed wensch ik de keien van de Groote Houtstraat te» rug, maar, wie er te voet doorgaan moeten wel waargenomen hebben, dat zij daar weinig van profitecren. Snel voorbijschietende fietsen, drijven hen op de trottoirs. Die trottoirs waren er vroeger ook al. maar de wielrijders gingen zoo snel niet en het verkeer wordt door hun groeiend aantal moei lijk en gevaarlijk. Den wijzer van den tijd terug zetten wil niemand. Arnhems gemeentebe stuur laat in de voor fietsers verboden straten wel de auto's toe. Op den duur zal wel blijken, dat in de geasphalteer- de hoofdstraten op drukke uren geen fietsers meer toegelaten kunnen wor den, die mcercndccls er alleen doorrij, tien, dus evengoed een anderen, stille ren weg kiezen kunnen. J. C. P. "BINNENLAND^ VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 373 DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT De moord op den makelaar Busch De instructie gesloten Naar de Tel. verneemt, is de in structie In de zaak tegen len aanne» mcr M„ die verdacht wordt den koop man Busch van het leven te hebben beroofd, thans gesloten. De zaak is naar de openbare terechtzitting verwc» zen en zal waarschijnlijk half Septem ber bij de Amsterdamsche rechtbank behandeling komen. WERKLÖOZENK ASSEN De minister van arbeid, handel en nijverheid zegt in een omzendbrief het •oigende: Indien in geval van werkloosheid loon of vergoeding wordt uitgekeerd, wordt alleen dan u;tkc«ring ir.t de kas verstrekt, indien dat loon of die ver goeding minder bedraagt dan 70 pet. der gemiddelde dagciijkschc verdien ste met dien verstande, dit het bedrag der uitkeertng, vermeerderd met het loon of de vergoeding, het maximum bedrag van 70 pet. der gemiddelde da gciijkschc vcrdiicnste niet mag over» schrijden. Naar aanleiding van een onlangs voorgekomen geval vestig ik er de aan dacht op. dat. wanneer een lid eencr werkJoozenkas uitkecring uit zijn werk- loozenkas ontving en later, al dan niet ingevolge een rechterlijke uitspraak, van zijn werkgever nog loon of vergoe» dm ontvangt over dagen, na zijn ont slag vallende, over welke hij uitkecring heeft genoten, bovenaangehaalde bepa ling alsnog toepasselijk moet worden geacht, en de verstrekte uitkeermgen door het lid in de werkloozenkas moe» ten worden teruggekeerd. DIR ECTEUR.G E N ERA AL VAN MARINE. Naar het ..Vad." verneemt is de ka- pitcin»luitenant ter zee A. van Hengel, directeur van de hoogere krijgsschool der marine, bestemd om op te treden als directeur-generaal bij het Departe ment van Marine. De heer Van Hengel staat volgens genoemd blad bekend als een vurig te» genstander van de verccniging van de beide militaire departementen en vat de splitsing der marine. EEN VREEMDE ..NEDERZETTING' De correspondent van Het Volk te Ruincrwold meldt: Mcj. de wed. K. noddcldc over den straatweg McppelKüinerwold. Even 'vóór ze de kom van laatstgenoemde gemeente binnenreed kreeg ze een ge» voel, alsof er van achteren heftig aan hcur haar werd get.okkcn. Toen ze echter een van haar :.anden snel in de richting van het achterhoofd bracht, bleek tot haar ontzetting, dat er een andere oorzaak was, die haar dat on aangename gevoel bracht. Een grootc zwerm wespen had zich n.l op het achterhoofd van de vrouw nedergezet en de insecten begonnen reeds haar leclijk te steken. Ze vluchtte het huis binnen van den heer D. D.. waar men haar van de lastige „nederzetting" be» vrijddc. Intusschcn hadden de wespen haar zoo gestoken, dat ze zich direct onder dokters behandeling moest stel» len. Portret van den man die niet van limonade houdt en zich er juist van ontdoet, als de gastvrouw in zijn richting kijkt. (Nadruk verboden). Het drama in deSpaarn- dammerstraat te Amsterdam In September wordt de zaak behandeld De instructie in de zaak tegen van D„ die zijn vrouw en twee kmderen van het leven heeft beroofd, is. naar gemeld wordt, thans gesloten. De open bare behandeling van de zaak zal waarschijnlijk 21 of 22 September voor de Amsterdamsche Rechtbank plaats vinden. Een auto-ongeluk bij Tilburg Een autobus in een sloot De autobus der onderneming ..Vites» se" is op weg naar Hilvarenbcck, ter hoogte van de fabriek van de firma Van Dooren op den Brockhovensche» weg te Tilburg, in botsing gekomen met een vrachtauto der firma Van Eindhoven. De autobus kantelde tengevolge van de botsing in een sloot. De passagiers, waarvan allen schrammen bekwamen, konden door het achterportier den auto verlaten. Mcj- H-, uit Hilvarenbcck, kreeg een kaakfractuur. Een ander raakte zoo* danig overstuur, dat zij per ziekenauto naar huis moest worden gebracht. De autobus werd ernstig beschadigd. LIJK OPGEHAALD Door een schipper is nabij Gorsscl uit den IJsel opgehaald het lijk van den 12*jarigen D. K. uit Doesburg, die de vorige week bij het zwemmen is - dronken. DE SAMENVOEGING DER GOOISCHE GEMEENTEN. Vrijdagavond 28 dezer zal in de raad» zaal ten gemccntehuize te Huizen, de tweede conferentie van raadsleden uit de drie gemcenien HuizenNaarden Bussum worden gehouden, ter bespre» king van het samcnvocgingsvraagstuk- Ook thans is het initiatief genomen door den heer Kruisweg, raadslid en ar» chitcct te Bussum De bedoeling is, dat de raadsleden, aanwezig op de ongeveer een maand geleden in Bussum gehouden bespre» king, inmiddels overleg h'.bbcn ge pleegd met hun partiiyc .ooten in die reden, zoodat op de Kuizer»ve.-gade- ling een uitspraak der fracties over de annexatie kan worden gevraagd- Het „pakhuis" van „Jaap de koloniaal" De Rotterdamsche beroovers We lezen ip. De Tel De vorige week vervoegde zich bij een sigarenwinkelier in den Oppert te Rotterdam een man. die zich Groene» weg noemde. Hij gaf voor, markikoop» man te zijn en wilde de achter zijn winkel gelegen ruimte, die op de Bin» ncn Rotte uitkomt, voor pakhuis ln» richten- De sigarenwinkelier ging er op in, en verhuurde de bergruimte aan den man. Dezer dagen bleek der politic ech ter. dat de zg. marktkoopman niemand anders was dan de beruchte beroover Jaap Grocneweg, bijgenaamd „Jaap de Koloniaal". Er werd een onderzoek in» gesteld, waarbij aan het licht kwam, dat het pakhuis geheel als roofhol was ingericht. De winkelier heeft de opdracht ge» kregen, den „klapper" onmiddellijk te doen ontruimen, daar anders zoowel aan de zijde van den Oppert als aan de Binnen Rotte een vaste post aan de deur geplaatst zou worden. DE KEURLOONEN VOOR BEVROPP.N* VLEESCH De Nrd Bono van Importeurs en Grossiers i-i bevroren vlecsch en vet heeft eer: ndres gericht tot den minis* tci van Arheid om te wijzen op de omstandigheid, dat bij den invoer van bevroren vlecsch een keurloon van 5 cent per kilo moet worden voldaan Ondanks, den sterk toegenomen invoer is dit bedrag, door den minister her haaldelijk „een zuivere retributie" ge» noemd, niet verlaagd Tn 1924. toen de invoer bedroeg 27-682 000 K.G. beliep het keurloon een totaal van ruw ge schat f 1.375 000. Adressante is van mecning. dat de keurlooncn. thans te zeer drukken pp den verkoopprijs van bevroren vleesch, zoodat indien tot verlaging werd over» gegaan, hieruit tevens verlaging der vleeschprijzcn zou kunnen voortvloeien En dit wordt in het belang geacht van de verbruikers. Om deze redenen verzoekt de ver* ecniging den minister het daarheen te willen leiden, dat het keurloon zijn ka» raktcr van retributie herkrijgt- In een tweede adres, eveneens ge» richt tot den minister var. Arbeid, wijst de verccniging op het feit, dat door het gering aantal „Eerste kantoren" voor vlceschkeuring en de hooge keur» ioonen in vele gemeenten gevraagd, het bevroren vlecsch belast wordt met 8 a 9 cent keurloon per K.G. Adressanic verzoekt, dat bij invoer in een gemeente, welke geen „eerste kantoor" is. niet voor de tweede maal keurloon zal worden geheven- V erkeersonge vallen Door een auto overreden. Te Worth-Rheden is de 20-jarige mi litair J. S. uit Revenler door een auto mobiel overreden. Hij bekwam ernstige hoofdwonden en brak 'n sleutelbeen. Door den bestuurder van een passeerenden auto werd hij naar het ziekenhuis vervoerd. De bestuurder van den auto is doorge reden, doch is bekend. EEN RUMOERIGE KERMIS. Tijdens de kermis in Gastel is ver scheidene malen de hulp der politie in geroepen om de orde te helpen handha ven. Het ging er vaakrumoerig toe. In een der talrijke café's, waar de dansende paartjes zich verdrongen, ontstond een heftige ruzie, die weldra ontaardde in een vechtpartij. M. van Kruisland stak S. uit Gastel met een mes in den rug en vluchtte daarna weg. Hij heeft zich ech ter spoedig bij de politie aangemeld en volledige tekentenis afgelegd. De getroffene is een berucht sujet, die telkenmale ruzie uitlokte. Zijn toestand is niet van djen aard dat voor levensge vaar moet worden gevreesd DROEVIG'ONGELUK TE ROTTER. DAM. Dinsdagmiddag geraakte de 9-jarige J. C. K.. wonende aan boord van het in de Maashaven 1e Roiierdam liggende lichterschip ..Haringvliet", te waler. toen het meisje bezig was water te scheppen. Het kind verdween onmiddellijk in de diepte en eerst na vijf minuten gelukte het den vader zijn dochtertje in bewuste- loozen toestand 'op te halen. Dired werd aangevangen met het toepassen van de kunstmatige ademhaling en het toedienen van zuurstof. Uren is men daar mede be zig geweest, omdat aanvankelijk nog le ven werd geconstateerd, doch ten slotte kon Dr. Vrieze slechts den dood consta- teeren. LIEFHEBBERS GENOEG! Voor de betrekking van machinist van de gemeentelijke drinkwaterleiding te Winterswijk hebben'zich 636 sollici» tan ten aangemeld. HET 100 090ste BAD TE SCHEVE. NINGEN. Maandagmidag omstreeks kwart voor vijf werd hij de Maatschappij Zeebad Schcveningcn het 100 000ste bad in dit seizoen genomen en wel door mcj- Son» ja Hiel, uit Rotterdam, die door den badmeester, den heer Hagervorst, werd geluk gewenscht Haar werd namens de maatschappij een cadeau uitgereikt, bestaande in een gouden damesarm» bnndhorlogc. Mcj Hiel werd vervol» gens naar een luxe cabine gebracht, die speciaal met het oog op dit heugelijke feit was gereserveerd- Aan het badpersoneel werden ver» schillende graiificaties verleend, waar» na het personeel den badmeester een bloemenhulde bracht FEUILLETON DE GEWELDENAAR Uit het Rngelsch van MARJOR1E BOWEN. 80) „Edele h,*:r", begon de Knaap schuch ter en hield het gelaat aigewend, „de hertogin is veilig en wel vertrokken. Ik zag naar met blijde oogen den draag stoel ingaan. Men zond mij haastig voor uit om u dit t. komen berichten". „O!.." Delia ocala klon nog hooger en beschutte zijne oogen met de hand. Hij droeg - ine wapenrusting en had zi i schild aan den ann het schild met de Ladder der Scaligeri. langs welke hij zoo hoog was opgeklommen om zoo laag neer te val!.ti! Tomaso hurkte zwijgend en angstig naast hem neer. Hoewel hij zijn vader er door verloren had. was hij Delia Scala toch ge:.- v gebleven. Hij had het gedrag van zijn vader niet ku wen begnjpen. Niettegenstaande wat er thans voorviel. hetgeen hem de oogen om trent zijn vader en andere dingen begon te openen, bleef hij toen nog aan zijn meester verklonken. Hij sloeg de blikken op naar de som bere gedaante. Mastino droeg geen man tel en de gouden kroon was van zijn helm afgenomen, want hij was niet lan ger hertog van Verona. Hij had ook geen pages of volgers meer; alleen deze knaap; en hij droeg zijn eigen schild, hield zijn eigen paard aan den teugel, geminaent door hen, die hij vroeger zelfs beneden minachting waande. Paardengetrappel kwam de stilte ver breken en speren glinsterden tusschen het rossige kastanjegroen achter hem. „De Veroneezen" dacht Tomaso „de soldaten van Verona". Delia Scala wendde het hoofd niet om en b!eel onlxeweeglijk Haan, zijn schild aan zijn linkerarm, zijn rechter slap aan zijn zijde. Tomaso had zich niet vergist. Het was een troep Veroneezen welke in vollen ga lop uit de schaduw in 't zonilcht kwa men aanstuiven, klaarblijkelijk in groote woede. Met schrik zag Tomaso ze na dere-. Van stomme verbazing waren zij overgegaan in wilde furie. Zij kwamen recht op Mastino aan; hun zwijgen was vreeselijker dan kreten van haat hadden kunnen rijn. Eindelijk wendde Mastino het gelaat naar hen toe en beschouwde hen met verwilderde oog n. De voorste ruiter had hen sjroedig be reikt en hield erwoed voor hem stil. Hij trok zijn dolk en wier dien met volle kracht naar Mastino, ioch stuitte op het schild af. „Dat hebt gij van mij dal en mijne minachting, Delia Scala!" riep hij uit zich in zijne stijgbeugels opheffend. Mastino was er op voorbereid. Hij bleef onbevreesd en rechtop staan. Toen kwam een andere voorbij die voorover boog en trachtte hem in 't gelaat te spuwen. Ook zijn dolk gleed op 't schild af dolken waar zijn eigen wa- penteeken op stond, omdat zijn eigen soldaten die droegen. Een ander rukte een ketting van zijn hals, een ketting wel ken Mastino hem omgehangen had, en smeet dien met vloeken aan zijn voeten „Verrader! waar is Ligozzi?" klonk het met een vloek van een ander, waar op Mastino met een kreet welke hem ontwrongen werd, terugtrad. De man was reeds voorbij en in zijn plaats een andere Veronees die hem met uiterste haat aanzag. En zoo kwamen zij allen langs, de een na den ander. Allen wier- jren hem hunne dolken toe en sommigen bovendien een eereteeken of een bewijs van zijn vriendschap. Mies kwam afstui ten op dat schild, dat hij aan den arm droeg. „Daar!., om uwe schande op te vrool ijken!" „Dat is om een ketting van te maken voor Isotta d'Este!" „Dat is van mij, die gaarne mijn leven voor u gelaten had!" Bittere, wilde, tartende kreten, welke hem met woede, minachting en haat wer den toegeworpen. Behalve die eene, en kele beweging, was Mastino onbevreesd pal blijven staan, zonder voor dien wil den aanval uit den weg te treden. Een goed uur 'had hij daar geslaen, terwijl de Veroneezen langs hem heen reden en Scala hun dolken op zijn schild neerratelden cn"' als weigerden zij minachtend hem te treffen. „Houd op! houd in 's hemelsnaam op!" schreeuwde Tomaso met de han den aan de ooren. Zij letten echter niet op den knaap; in hunne wilde furie zagen zij hem niet eens. Wat Tomaso echter 't vreeslijkst vond, was dat Delia Scala geen enkele beweging maakte om zich te verdedigen. Zijne kalmte was angstwekkend. „Houd op!" riep Tomaso nogmaals „houd op!" Hoeveel nog? hoeveel? Hoeveel meer dolken om op het schild te komen afglijden en op den grond in 't zonlicht te blijven flikkeren? Hoeveel meer woe dende gezichten en bittere vloeken? Hoe lang zou Delia Scala daar als versteend blijven staan? Tomaso kroop neerge hurkt samen en bedekte zich de oogen. Eindelijk kwam de laatste de vaandel drager, die met verwoede handen de vlag in flarden rukte. „Verona bestaat niet meer!" schreeuw de hij, „de Scaligeri bestaan niet meer de vlag bestaat niet meer! de vlag van Verona!' Met een kreet van pijn wierp hij een wrong van rood en goud aan Mastino's voeten neer. Hij was een oude man, die Mastino en zijn va der getrouw gediend had. In tegenstel ling van de anderen bleet hij voor Mas tino stilsiaan en vroeg hem: „Waarom hebt gij zooiets gedaan, Mastino Delia waarom? O zeg mij dat gij er spijt over hebt!" Mastino zag den ouden man aan en antwoordde: „Verona bestaat niet meer en de Scaligeri ook niet. Rijd met de anderen mee, oude vriend". „Ik had u zoo lief!" riep de vaan deldrager met wringende handen uit. „Red uw ziel en zeg dat gij er spijt over hebt!" Met trotsch opgeheven hoofd gaf Mas tino terug: „Blijf ik leven om mijn ziel te redden? Ga met de anderen mee ik heb er geen spijt van". Verdrietig reed de oude man verder. Mastino zag hem achter de steenen en de buotnen verdwijnen. Hij was de laat ste en het werd weder stil. „Zij zijn weg!" fluisterde Delia Scala, „weg!" Toen viel zijn blik op zijn schild Het was overal ingedeukt en beschramd de Ladder der Saligeri was er af. De grond om hem heen lag,vol wapenen. Warkelend bedekte hij zijn oogen met de hand. De Ladder der Scaligeri was van zijn schild afgerukt! „Er zijn nog eenige manschappen over edele heer", voerde Tomaso eindelijk ver legen en jongensachtig aan, als om he: eenigen troost e bieden. Doch tever geefs zij die gebleven waren gaven nog meer reden van schaamte dan zij die gedeserteerd wren, schuim van het kamp, kerels, die alleen maar vochten om geld en buit, die on. schande lachten en verraad bewonderden dat waren de die overbleven. „Isotta!" nep Mastino met een wild gebaar uit; „waarom komt zij niet? Heb ik niet lang genoeg gewacht, en duur genoeg betaald?" „Ik geloof dat ik haar stoet in de ver te zie aankomen", zeide Tomaso schuch ter. Hem plotseling bij den arm grijpend zeide Mastino op een anderen toon: „lk geloof dat ik veranderd ben Tomaso, sinds ik haar voor de laatste maal zag. Misschien zal mij iet kennen of schrikken als zij mij ziet. Zij is zeer schoon en nu heb ik niets meer om haar aan te bieden. Ben ik erg veranderd Tomaso?" Hij was inderdaad veranderd. Zijn zachte bruine haar was met grijs door streept, zijn gelaat bleek er. verwron gen; zijne oogen. eenmaal zacht en vrien delijk, schitterden onnatuurlijk en had den een harde uitdrukking gekregen, evenals zijn mond. Mastino las 't antwoord op ziin vraag in Toniaso's verschrikte #oogen. Met een medelijdcnden lach zeide hij: „Zij zal niet meer om mij neven en bleef moedeloos tegen het zadel va.t zijn paard aanleunen. „Daar komt C3 hertogin' riep Toma so uit, Mastino bij de hand grijpend. De cavalcade kwam uit een bosch van struikgewas naar hen toerijden: solda ten van Visconti, Veroneezen, en te mid den daarvan een draagstoel met witte gordijnen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5