HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
FLITSEN
WOENSDAG 19 AUG. 1925 TWEEDE BLAD
No. 3487
SCHETSEN OVER ARNHEM
(Slot)
AJ behoeft Haarlem op het gebied
i de flora zeker niet voor Arnhem
onder te doen, op het gebied van de
fauna is Gelderlands hoofdstad ons de
haas. Er is, op SonsUcek, een herten*
kamp zooals wij er een bezitten in den
Hout, maar bovendien kun Arnhem
stoffen op een dierentuin, al is het een
kleine, die gelegen is in de nabijheid
van het openluchtmuseum. Let wel:
deze twee instellingen worden in de
practijk niet met elkaar verward, zoo»
dat niemand bang behoeft te zijn. dat
hü in het openlucht-museum plotseling
een iccuv. z.ii tegenkomen, waarvan de
schoolmeester zoo terecht placht te
zeggen:
en komt er soms een leeuw op je aan.
dan doe je beter, met maar op zij te
gaan.
Het spijt mij. geen verslag te kunnen
'doen van den dierentuin, die in elk ge*
geval, vergeleken met ons onvolprezen
A r t i s N a t u r s M a g i s t ra. de N a<
tuur is de Meestcrcssc der Kunst, en
daarom ten onrechte gewoonlijk A r t i s
genoemd, omdut N u t u r u een betere
titel zou wezen, maar een dierentuintje
wezen moet. Maar een andere dierlijke
inrichting heb ik wel bekeken, name*
lijk het aquarium van de Nederland*
sehc Hei de-Maatschappij.
Het gebouwtje, want groot is het niet,
staat dicht bij de vermaarde thceschcn*
kcrij op Sonsbcck en ziet er van buiten
zoo rustig uit. dat niemand er zooveel
levendigheid in zoeken zou. Terwijl wij
bellen, vragen wij ons af. waarom aan
de visschcn geen stemgeluid gcschon»
ken is. zood t zij hun angst en hun
blijdschap, hun doodsnood en hun
vreugde niet door uiterlijke teckcncn
aan den dag kunnen leggen, zooals de
meeste andere dieren. De natuurondcr»
zoeker zal daarop waarschijnlijk ten
antwoord geven, dat de natuur het wij»
sclijk zóó heeft ingesteld, omdat de vis
schcn in het element waarin zij leven
en dat zij niet verlaten kunnen, veel
vijanden hebben, zoodat hun stomheid
ook een veiligheidsmaatregel is en hun
levensbehoud kan zijn.
Een bewaarder doet ietwat angstval
lig de deur open. waaruit wij mogen
afleiden, dat het aquarium aan grootc
stroomen bezoekers niet gewend is. Wij
treffen het goed. omdat er juist een op*
ziehier van de 1 IcidcMaatschappij gc<
vcstigd is. de heer H. Holtkamp, die
de vriendelijkheid heeft ons ccnigc in*
lichtingen te geven, met de trouwhartige
belangstelling, die ik ook in andere pro»
vincicn bij ambtenaren Van de Maat*
schappij heb aangetroffen: het is duidc*
lijk. dat hun liefde voor de natuur
voor plant en dier, hen aanleiding is
geweest de cursussen te volgen ter op
leiding voor hun taak. Niet iedereen is
in de gelukkige omstandigheid, dat hij
van zijn neiging en liefhebberij zijn
levenswerk maken kan.
Allereerst brengt de heer Holtkainp
ons naar liet voorportaal, waar kolos»
sale vis6chcn in glas te zien zijn. stiller
dan stil. want ze zijn onbewegelijk,
worden bewaard in wat wij, lcckcn
woon zijn sterk water te noemen, i
in de practijk verdunde formaline blijkt
te svc/cn, daar alcohol te kostbaar zou
zijn. Zalmen z:jn het, gemerkt door vor*
schillende kleine verminkingen voor
controle wegen» groei en ontwikkeling.
Interessanter voor den Icckcntocschou.
w-cr is het aquarium, dat niet groot is,
maar de moeite waard om te bezien.
VV'ij vinden er den Japanschen karper,
een sicrvisch, de zonncbaars, een roof-
visch ook, die dus voor openbare walt-
ren niet geschikt zou zijn. Want dit is
een gedeelte van de omvangrijke tank
van de Hcidc-Mautschnppij. jonge visch
te leveren, die in de openbare wateren
kan worden uitgezet. Zoo heeft zij vcef
succes gehad met de pootaal, die wan
neer zij een lengte van 25 c.M. bereikt
heeft, kan worden uitgezet. Toen inder
tijd een gedeelte van Noordholland
overstroomd waa geweest, heeft men
met deze visch veel succes gehad. W
zien hier ook de glasaaltjcs (Montcs)
uit Engeland afkomstig.
Dan is er de mooie goudvisch.
nuttige waterbewoner, omdat hij veel
mugjes ophapt; de zeelt, een zeer nut*
tlgc visch. maar waarvan de Duitschcrs
veel meer profijt hebben dan
Holland. Nederlanders eten niet veel
visch; hier geldt nog altijd de legende
dat vlccsch begeerlijker en visch min*
derwaardig zijn zou.
De cllcrling, een aardig siervischje,
dient voornamelijk tot voedsel van fo
rellen, die wij straks zullen zien. Dan.
zwemt achter do ruiten de karper, een
geduchte roovcr, die de Heidcmaat'
schappij levert aan particuliere vischvij.
vers en zelfs aan gemeentelijke kwcckc-
rijen in het zuiden, waar bij dient voor
export.
in Amerikaanschcn oorsprong is de
dwcrgwels, die hier pas veertig jaar ge-
leden ingevoerd werd, maar door zijn
roofzucht ook al niet deugt voor onze
openbare wateren. Daarvoor is beter de
echt'Hollandsche blei, beter bekend
der zijn ouden naain van brasem.
Vroolijk zwemt in het aquarium ook
de voorn rond. zonder zich er om te
bekommeren, dat de heer Holtkamp
hem een onaanzienlijke visch noemt.
Meer aanzien heeft ongetwijfeld de
Hollandsche goudwindc, die grijszwart
is bij de geboorte, maar naderhand door
de warmte verkleurt. Er komt veel
goudwinde uit Italic, waar zij, zooals
wij begrijpen kunnen, mooier is dan
hier. Een merkwaardigheid is, dat in de-
diersoort albino's voorkomen,
zuiver wit zjjn.
Dit is de bevolking van het aquarium,
die daar rondzwemt achter de dikke
ruiten, terwijl wij uit het donker, hunne
soms bevallige, soma logge bewegingen
rustig kunnen volgen.
Maar er is op deze kleine plek meet
te zien. De heer Holtkamp gaat ons
voor naar de forellenvijvers. Wij hoo*
ren nog de merkwaardige bijzonder*
hcid, dat de zalm bij zijn geboorte zes
weken voedsel meekrijgt, een van de
staaltjes van onvergelijkelijke wijsheid
der schepping. Want na zes weken is
de zalm m staat, zelf zijn voedsel te
qcken. zoodat zijn voorraadschuur bij
Je geboorte hem behoedt voor een on-
tijd.gen dood en hem tegelijkertijd
dwingt voor zichzelf te zorgen, zoo
dra hij daar-oc in staat is.
De forel is een visch. waaraan de
Heide Maatschappij grootc zorgen
wijdt. Het kweckcrijtjc te Arnhem is
maar klein, vergeleken bij die te Gul
pen van 3 hectare. Apeldoorn van 60
en vooral die van Vafkenswaard, die
100 hectare groot is
Toch is ook hier hunne ontwikkeling
interessant om te zien. Levend in stroo-
mend water worden zij zorgvuldig naar
Srootte gerangschikt en bij elkaar ge»
ouden, omdat het cenige wat hen
weerhoudt elkaar op te eten de gelijke
afmeting, dus de gelijke kracht is. Hier
hcerscht het recht van den sterkste.
Geen wonder, dar zulke strijdlustige
visschcti sterk en levendig zijn. Zij z:t»
ten steeds vóór den stroom en zouden,
hield een borstwering hen niet tegen,
zonder twijfel overspringen in de beek,
die hen weer meevoeren zou.
Feitelijk leven zij dus in gevangen*
schap, wat hun niet belet tuk te zijn op
hun voedsel, dit bestaat uit vlcesch,
afkomstig van het slachthuis, dat niet
alleen fijn gehakt, maar bovendien ook
nog gekookt moet worden. De ketel
staat bij de hand. maar. blijkbaar is het
uur van den maaltijd nog niet aange
broken of al voorbij, want er is op dit
oogenblik geen voer aanwezig. De heer
Holtkamp gooit dus kleine kluitjes
aarde in het water en op eens schieten
de forellen driftig te voorschijn.
Wij danken onzen geleider voor zijn
inlichtingen en keert :i naar hótcl Slons»
beek terug, waar wjj misschien straks,
bij de lunch of het diner, den fijnen,
sinakclijkcn visch op tafel zullen
vinden.
Kon ik kiezen waar ik wonen zou.
dan bleef ik nog in Haarlem of haar
omstreken. Hier :s alles bij elkaar: stad.
bosch, duin, zee en het nuttige en aan
gename van de hoofdst- J op een half
uur afstands. Maar had 'ik veel vrijen
tijd, dan zou ik een maand van het jaar
in Arnhem willen zijn. genietend van
de prachtige omgeving, de mooie lig
ging van den Rijn en het gemoedelijke
van de gezellig gebouwde stad.
Aan een besenrijving van die wande»
lingen begin ik niet. Zij zou te lang
worden en nooit kunnen halen bij het
genoegen om die zelf te maken. Wie
trouwens kent er niet vele van. het
buiten Roscndaal, de Stccnen Tafel,
den Savoyenberg. den Musschenberg.
Klarenbeck en honderd andere! De be»
dnegertjes op Roscndaal kent ieder»
een. misschien hebben al deze wande»
lm gen een gedeelte van hun bcteckc*
nis verloren, sinds zoovelen er langs
snellen per fiets of. vlugger nog. per
auto. Zij zien zonder twijfel meer,
maar ook even zeker minder goed.
Ons gidsje van Arnhem verzuimt
niet melding te maker, van de begraaf*
plaats en van vele, deftige families,
die daar begraven zijn. Ik laat die er
rusten, maar toch wekken enkele na»
men onze herinnering on. Van Daam
Eockema, den jovialen bondsman uit
den Nederl. Wielerbond, van generaal
Karei van der Heijden, jarenlang com»
mandant van Bronbeek, die nog maaT
cén oog had, maar een geducht, van
Cicr rd Keiler, eertijds een bekend
litterator, maar nu alweer meegesleept
den onverbkMcl ijken ma akst room 1
der vergetelheid, van Clement van
Maasdijk, den eersten Nederlander die
durfde vliegen, maar helaas vioL Dat
is alweer vijftien jaar geleden en nog
altijd is het vliegen niet zonder gevaar,
maar hoeveel veiliger niot geworden in
de/cn korten tijd!
Eén opmerking heb ik over Am*
hem in t voorbijgaan gemaakt, die ik
hier nog even wil herhalen en iritbrei»
den. I.ang vóórdat wij in Haariem era-
stig over asphalt dachten, was in Arn
hem de bmnenstad er mee geplaveid.
Zij zijn ons dus voor, ook in nun maat*
regelen van verkeer en zoo worden in
de drukste straten op drukke uren fiets»
rijders geweerd: zij mogen alleen te
voet, met de fiets aan de hand, door
die straten gaan.
Zijn wij in Haarlem aan dergelijke
maatregelen nog niet toe? Zoo niet,
dan zal wel spoedig de noodzakelijk
heid blijken, naarmate meer «traten
worden geasphaltccrd. Voor geen
goud of wereldsoh goed wensch ik de
keien van de Groote Houtstraat te»
rug, maar, wie er te voet doorgaan
moeten wel waargenomen hebben, dat
zij daar weinig van profitecren. Snel
voorbijschietende fietsen, drijven hen
op de trottoirs. Die trottoirs waren er
vroeger ook al. maar de wielrijders
gingen zoo snel niet en het verkeer
wordt door hun groeiend aantal moei
lijk en gevaarlijk.
Den wijzer van den tijd terug zetten
wil niemand. Arnhems gemeentebe
stuur laat in de voor fietsers verboden
straten wel de auto's toe. Op den duur
zal wel blijken, dat in de geasphalteer-
de hoofdstraten op drukke uren geen
fietsers meer toegelaten kunnen wor
den, die mcercndccls er alleen doorrij,
tien, dus evengoed een anderen, stille
ren weg kiezen kunnen.
J. C. P.
"BINNENLAND^
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 373 DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT
De moord op den
makelaar Busch
De instructie gesloten
Naar de Tel. verneemt, is de in
structie In de zaak tegen len aanne»
mcr M„ die verdacht wordt den koop
man Busch van het leven te hebben
beroofd, thans gesloten. De zaak is
naar de openbare terechtzitting verwc»
zen en zal waarschijnlijk half Septem
ber bij de Amsterdamsche rechtbank
behandeling komen.
WERKLÖOZENK ASSEN
De minister van arbeid, handel en
nijverheid zegt in een omzendbrief het
•oigende:
Indien in geval van werkloosheid
loon of vergoeding wordt uitgekeerd,
wordt alleen dan u;tkc«ring ir.t de kas
verstrekt, indien dat loon of die ver
goeding minder bedraagt dan 70 pet.
der gemiddelde dagciijkschc verdien
ste met dien verstande, dit het bedrag
der uitkeertng, vermeerderd met het
loon of de vergoeding, het maximum
bedrag van 70 pet. der gemiddelde da
gciijkschc vcrdiicnste niet mag over»
schrijden.
Naar aanleiding van een onlangs
voorgekomen geval vestig ik er de aan
dacht op. dat. wanneer een lid eencr
werkJoozenkas uitkecring uit zijn werk-
loozenkas ontving en later, al dan niet
ingevolge een rechterlijke uitspraak,
van zijn werkgever nog loon of vergoe»
dm ontvangt over dagen, na zijn ont
slag vallende, over welke hij uitkecring
heeft genoten, bovenaangehaalde bepa
ling alsnog toepasselijk moet worden
geacht, en de verstrekte uitkeermgen
door het lid in de werkloozenkas moe»
ten worden teruggekeerd.
DIR ECTEUR.G E N ERA AL VAN
MARINE.
Naar het ..Vad." verneemt is de ka-
pitcin»luitenant ter zee A. van Hengel,
directeur van de hoogere krijgsschool
der marine, bestemd om op te treden
als directeur-generaal bij het Departe
ment van Marine.
De heer Van Hengel staat volgens
genoemd blad bekend als een vurig te»
genstander van de verccniging van de
beide militaire departementen en vat
de splitsing der marine.
EEN VREEMDE ..NEDERZETTING'
De correspondent van Het Volk te
Ruincrwold meldt:
Mcj. de wed. K. noddcldc over den
straatweg McppelKüinerwold. Even
'vóór ze de kom van laatstgenoemde
gemeente binnenreed kreeg ze een ge»
voel, alsof er van achteren heftig aan
hcur haar werd get.okkcn. Toen ze
echter een van haar :.anden snel in de
richting van het achterhoofd bracht,
bleek tot haar ontzetting, dat er een
andere oorzaak was, die haar dat on
aangename gevoel bracht. Een grootc
zwerm wespen had zich n.l op het
achterhoofd van de vrouw nedergezet
en de insecten begonnen reeds haar
leclijk te steken. Ze vluchtte het huis
binnen van den heer D. D.. waar men
haar van de lastige „nederzetting" be»
vrijddc. Intusschcn hadden de wespen
haar zoo gestoken, dat ze zich direct
onder dokters behandeling moest stel»
len.
Portret van den man die niet van limonade
houdt en zich er juist van ontdoet, als de
gastvrouw in zijn richting kijkt.
(Nadruk verboden).
Het drama in deSpaarn-
dammerstraat te
Amsterdam
In September wordt de zaak
behandeld
De instructie in de zaak tegen van
D„ die zijn vrouw en twee kmderen
van het leven heeft beroofd, is. naar
gemeld wordt, thans gesloten. De open
bare behandeling van de zaak zal
waarschijnlijk 21 of 22 September voor
de Amsterdamsche Rechtbank plaats
vinden.
Een auto-ongeluk bij
Tilburg
Een autobus in een sloot
De autobus der onderneming ..Vites»
se" is op weg naar Hilvarenbcck, ter
hoogte van de fabriek van de firma
Van Dooren op den Brockhovensche»
weg te Tilburg, in botsing gekomen
met een vrachtauto der firma Van
Eindhoven.
De autobus kantelde tengevolge van
de botsing in een sloot. De passagiers,
waarvan allen schrammen bekwamen,
konden door het achterportier den
auto verlaten.
Mcj- H-, uit Hilvarenbcck, kreeg een
kaakfractuur. Een ander raakte zoo*
danig overstuur, dat zij per ziekenauto
naar huis moest worden gebracht. De
autobus werd ernstig beschadigd.
LIJK OPGEHAALD
Door een schipper is nabij Gorsscl
uit den IJsel opgehaald het lijk van
den 12*jarigen D. K. uit Doesburg, die
de vorige week bij het zwemmen is -
dronken.
DE SAMENVOEGING DER
GOOISCHE GEMEENTEN.
Vrijdagavond 28 dezer zal in de raad»
zaal ten gemccntehuize te Huizen, de
tweede conferentie van raadsleden uit
de drie gemcenien HuizenNaarden
Bussum worden gehouden, ter bespre»
king van het samcnvocgingsvraagstuk-
Ook thans is het initiatief genomen
door den heer Kruisweg, raadslid en ar»
chitcct te Bussum
De bedoeling is, dat de raadsleden,
aanwezig op de ongeveer een maand
geleden in Bussum gehouden bespre»
king, inmiddels overleg h'.bbcn ge
pleegd met hun partiiyc .ooten in die
reden, zoodat op de Kuizer»ve.-gade-
ling een uitspraak der fracties over de
annexatie kan worden gevraagd-
Het „pakhuis" van „Jaap
de koloniaal"
De Rotterdamsche beroovers
We lezen ip. De Tel
De vorige week vervoegde zich bij
een sigarenwinkelier in den Oppert te
Rotterdam een man. die zich Groene»
weg noemde. Hij gaf voor, markikoop»
man te zijn en wilde de achter zijn
winkel gelegen ruimte, die op de Bin»
ncn Rotte uitkomt, voor pakhuis ln»
richten- De sigarenwinkelier ging er
op in, en verhuurde de bergruimte aan
den man.
Dezer dagen bleek der politic ech
ter. dat de zg. marktkoopman niemand
anders was dan de beruchte beroover
Jaap Grocneweg, bijgenaamd „Jaap de
Koloniaal". Er werd een onderzoek in»
gesteld, waarbij aan het licht kwam,
dat het pakhuis geheel als roofhol was
ingericht.
De winkelier heeft de opdracht ge»
kregen, den „klapper" onmiddellijk te
doen ontruimen, daar anders zoowel aan
de zijde van den Oppert als aan de
Binnen Rotte een vaste post aan de
deur geplaatst zou worden.
DE KEURLOONEN VOOR
BEVROPP.N* VLEESCH
De Nrd Bono van Importeurs en
Grossiers i-i bevroren vlecsch en vet
heeft eer: ndres gericht tot den minis*
tci van Arheid om te wijzen op de
omstandigheid, dat bij den invoer van
bevroren vlecsch een keurloon van 5
cent per kilo moet worden voldaan
Ondanks, den sterk toegenomen invoer
is dit bedrag, door den minister her
haaldelijk „een zuivere retributie" ge»
noemd, niet verlaagd Tn 1924. toen de
invoer bedroeg 27-682 000 K.G. beliep
het keurloon een totaal van ruw ge
schat f 1.375 000.
Adressante is van mecning. dat de
keurlooncn. thans te zeer drukken pp
den verkoopprijs van bevroren vleesch,
zoodat indien tot verlaging werd over»
gegaan, hieruit tevens verlaging der
vleeschprijzcn zou kunnen voortvloeien
En dit wordt in het belang geacht van
de verbruikers.
Om deze redenen verzoekt de ver*
ecniging den minister het daarheen te
willen leiden, dat het keurloon zijn ka»
raktcr van retributie herkrijgt-
In een tweede adres, eveneens ge»
richt tot den minister var. Arbeid, wijst
de verccniging op het feit, dat door
het gering aantal „Eerste kantoren"
voor vlceschkeuring en de hooge keur»
ioonen in vele gemeenten gevraagd, het
bevroren vlecsch belast wordt met 8 a
9 cent keurloon per K.G.
Adressanic verzoekt, dat bij invoer
in een gemeente, welke geen „eerste
kantoor" is. niet voor de tweede maal
keurloon zal worden geheven-
V erkeersonge vallen
Door een auto overreden.
Te Worth-Rheden is de 20-jarige mi
litair J. S. uit Revenler door een auto
mobiel overreden. Hij bekwam ernstige
hoofdwonden en brak 'n sleutelbeen. Door
den bestuurder van een passeerenden auto
werd hij naar het ziekenhuis vervoerd.
De bestuurder van den auto is doorge
reden, doch is bekend.
EEN RUMOERIGE KERMIS.
Tijdens de kermis in Gastel is ver
scheidene malen de hulp der politie in
geroepen om de orde te helpen handha
ven. Het ging er vaakrumoerig toe. In
een der talrijke café's, waar de dansende
paartjes zich verdrongen, ontstond een
heftige ruzie, die weldra ontaardde in
een vechtpartij. M. van Kruisland stak
S. uit Gastel met een mes in den rug en
vluchtte daarna weg. Hij heeft zich ech
ter spoedig bij de politie aangemeld en
volledige tekentenis afgelegd.
De getroffene is een berucht sujet, die
telkenmale ruzie uitlokte. Zijn toestand
is niet van djen aard dat voor levensge
vaar moet worden gevreesd
DROEVIG'ONGELUK TE ROTTER.
DAM.
Dinsdagmiddag geraakte de 9-jarige J.
C. K.. wonende aan boord van het in
de Maashaven 1e Roiierdam liggende
lichterschip ..Haringvliet", te waler. toen
het meisje bezig was water te scheppen.
Het kind verdween onmiddellijk in de
diepte en eerst na vijf minuten gelukte
het den vader zijn dochtertje in bewuste-
loozen toestand 'op te halen. Dired werd
aangevangen met het toepassen van de
kunstmatige ademhaling en het toedienen
van zuurstof. Uren is men daar mede be
zig geweest, omdat aanvankelijk nog le
ven werd geconstateerd, doch ten slotte
kon Dr. Vrieze slechts den dood consta-
teeren.
LIEFHEBBERS GENOEG!
Voor de betrekking van machinist
van de gemeentelijke drinkwaterleiding
te Winterswijk hebben'zich 636 sollici»
tan ten aangemeld.
HET 100 090ste BAD TE SCHEVE.
NINGEN.
Maandagmidag omstreeks kwart voor
vijf werd hij de Maatschappij Zeebad
Schcveningcn het 100 000ste bad in dit
seizoen genomen en wel door mcj- Son»
ja Hiel, uit Rotterdam, die door den
badmeester, den heer Hagervorst, werd
geluk gewenscht Haar werd namens
de maatschappij een cadeau uitgereikt,
bestaande in een gouden damesarm»
bnndhorlogc. Mcj Hiel werd vervol»
gens naar een luxe cabine gebracht, die
speciaal met het oog op dit heugelijke
feit was gereserveerd-
Aan het badpersoneel werden ver»
schillende graiificaties verleend, waar»
na het personeel den badmeester een
bloemenhulde bracht
FEUILLETON
DE GEWELDENAAR
Uit het Rngelsch van
MARJOR1E BOWEN.
80)
„Edele h,*:r", begon de Knaap schuch
ter en hield het gelaat aigewend, „de
hertogin is veilig en wel vertrokken. Ik
zag naar met blijde oogen den draag
stoel ingaan. Men zond mij haastig voor
uit om u dit t. komen berichten".
„O!.." Delia ocala klon nog hooger
en beschutte zijne oogen met de hand.
Hij droeg - ine wapenrusting en had zi i
schild aan den ann het schild met
de Ladder der Scaligeri. langs welke hij
zoo hoog was opgeklommen om zoo
laag neer te val!.ti!
Tomaso hurkte zwijgend en angstig
naast hem neer. Hoewel hij zijn vader
er door verloren had. was hij Delia
Scala toch ge:.- v gebleven. Hij had
het gedrag van zijn vader niet ku wen
begnjpen. Niettegenstaande wat er thans
voorviel. hetgeen hem de oogen om
trent zijn vader en andere dingen begon
te openen, bleef hij toen nog aan zijn
meester verklonken.
Hij sloeg de blikken op naar de som
bere gedaante. Mastino droeg geen man
tel en de gouden kroon was van zijn
helm afgenomen, want hij was niet lan
ger hertog van Verona. Hij had ook
geen pages of volgers meer; alleen deze
knaap; en hij droeg zijn eigen schild,
hield zijn eigen paard aan den teugel,
geminaent door hen, die hij vroeger zelfs
beneden minachting waande.
Paardengetrappel kwam de stilte ver
breken en speren glinsterden tusschen
het rossige kastanjegroen achter hem.
„De Veroneezen" dacht Tomaso
„de soldaten van Verona".
Delia Scala wendde het hoofd niet om
en b!eel onlxeweeglijk Haan, zijn schild
aan zijn linkerarm, zijn rechter slap aan
zijn zijde.
Tomaso had zich niet vergist. Het was
een troep Veroneezen welke in vollen ga
lop uit de schaduw in 't zonilcht kwa
men aanstuiven, klaarblijkelijk in groote
woede. Met schrik zag Tomaso ze na
dere-. Van stomme verbazing waren zij
overgegaan in wilde furie. Zij kwamen
recht op Mastino aan; hun zwijgen was
vreeselijker dan kreten van haat hadden
kunnen rijn.
Eindelijk wendde Mastino het gelaat
naar hen toe en beschouwde hen met
verwilderde oog n.
De voorste ruiter had hen sjroedig be
reikt en hield erwoed voor hem stil.
Hij trok zijn dolk en wier dien met
volle kracht naar Mastino, ioch stuitte
op het schild af.
„Dat hebt gij van mij dal en mijne
minachting, Delia Scala!" riep hij uit
zich in zijne stijgbeugels opheffend.
Mastino was er op voorbereid. Hij
bleef onbevreesd en rechtop staan. Toen
kwam een andere voorbij die voorover
boog en trachtte hem in 't gelaat te
spuwen. Ook zijn dolk gleed op 't
schild af dolken waar zijn eigen wa-
penteeken op stond, omdat zijn eigen
soldaten die droegen. Een ander rukte
een ketting van zijn hals, een ketting wel
ken Mastino hem omgehangen had, en
smeet dien met vloeken aan zijn voeten
„Verrader! waar is Ligozzi?" klonk
het met een vloek van een ander, waar
op Mastino met een kreet welke hem
ontwrongen werd, terugtrad. De man
was reeds voorbij en in zijn plaats een
andere Veronees die hem met uiterste
haat aanzag. En zoo kwamen zij allen
langs, de een na den ander. Allen wier-
jren hem hunne dolken toe en sommigen
bovendien een eereteeken of een bewijs
van zijn vriendschap. Mies kwam afstui
ten op dat schild, dat hij aan den arm
droeg.
„Daar!., om uwe schande op te
vrool ijken!"
„Dat is om een ketting van te maken
voor Isotta d'Este!"
„Dat is van mij, die gaarne mijn leven
voor u gelaten had!"
Bittere, wilde, tartende kreten, welke
hem met woede, minachting en haat wer
den toegeworpen. Behalve die eene, en
kele beweging, was Mastino onbevreesd
pal blijven staan, zonder voor dien wil
den aanval uit den weg te treden. Een
goed uur 'had hij daar geslaen, terwijl
de Veroneezen langs hem heen reden en Scala
hun dolken op zijn schild neerratelden cn"'
als weigerden zij minachtend hem te
treffen.
„Houd op! houd in 's hemelsnaam
op!" schreeuwde Tomaso met de han
den aan de ooren.
Zij letten echter niet op den knaap;
in hunne wilde furie zagen zij hem niet
eens. Wat Tomaso echter 't vreeslijkst
vond, was dat Delia Scala geen enkele
beweging maakte om zich te verdedigen.
Zijne kalmte was angstwekkend.
„Houd op!" riep Tomaso nogmaals
„houd op!"
Hoeveel nog? hoeveel? Hoeveel
meer dolken om op het schild te komen
afglijden en op den grond in 't zonlicht
te blijven flikkeren? Hoeveel meer woe
dende gezichten en bittere vloeken? Hoe
lang zou Delia Scala daar als versteend
blijven staan? Tomaso kroop neerge
hurkt samen en bedekte zich de oogen.
Eindelijk kwam de laatste de vaandel
drager, die met verwoede handen de
vlag in flarden rukte.
„Verona bestaat niet meer!" schreeuw
de hij, „de Scaligeri bestaan niet
meer de vlag bestaat niet meer!
de vlag van Verona!' Met een kreet van
pijn wierp hij een wrong van rood en
goud aan Mastino's voeten neer. Hij was
een oude man, die Mastino en zijn va
der getrouw gediend had. In tegenstel
ling van de anderen bleet hij voor Mas
tino stilsiaan en vroeg hem: „Waarom
hebt gij zooiets gedaan, Mastino Delia
waarom? O zeg mij dat gij er
spijt over hebt!"
Mastino zag den ouden man aan en
antwoordde: „Verona bestaat niet meer
en de Scaligeri ook niet. Rijd met de
anderen mee, oude vriend".
„Ik had u zoo lief!" riep de vaan
deldrager met wringende handen uit.
„Red uw ziel en zeg dat gij er spijt
over hebt!"
Met trotsch opgeheven hoofd gaf Mas
tino terug: „Blijf ik leven om mijn ziel
te redden? Ga met de anderen mee
ik heb er geen spijt van".
Verdrietig reed de oude man verder.
Mastino zag hem achter de steenen en
de buotnen verdwijnen. Hij was de laat
ste en het werd weder stil. „Zij zijn
weg!" fluisterde Delia Scala,
„weg!" Toen viel zijn blik op zijn schild
Het was overal ingedeukt en beschramd
de Ladder der Saligeri was er af. De
grond om hem heen lag,vol wapenen.
Warkelend bedekte hij zijn oogen met
de hand. De Ladder der Scaligeri was
van zijn schild afgerukt!
„Er zijn nog eenige manschappen over
edele heer", voerde Tomaso eindelijk ver
legen en jongensachtig aan, als om he:
eenigen troost e bieden. Doch tever
geefs zij die gebleven waren gaven
nog meer reden van schaamte dan zij
die gedeserteerd wren, schuim van het
kamp, kerels, die alleen maar vochten
om geld en buit, die on. schande lachten
en verraad bewonderden dat waren de
die overbleven.
„Isotta!" nep Mastino met een wild
gebaar uit; „waarom komt zij niet?
Heb ik niet lang genoeg gewacht, en
duur genoeg betaald?"
„Ik geloof dat ik haar stoet in de ver
te zie aankomen", zeide Tomaso schuch
ter.
Hem plotseling bij den arm grijpend
zeide Mastino op een anderen toon: „lk
geloof dat ik veranderd ben Tomaso,
sinds ik haar voor de laatste maal zag.
Misschien zal mij iet kennen of
schrikken als zij mij ziet. Zij is zeer
schoon en nu heb ik niets meer om haar
aan te bieden. Ben ik erg veranderd
Tomaso?"
Hij was inderdaad veranderd. Zijn
zachte bruine haar was met grijs door
streept, zijn gelaat bleek er. verwron
gen; zijne oogen. eenmaal zacht en vrien
delijk, schitterden onnatuurlijk en had
den een harde uitdrukking gekregen,
evenals zijn mond.
Mastino las 't antwoord op ziin vraag
in Toniaso's verschrikte #oogen. Met een
medelijdcnden lach zeide hij: „Zij zal
niet meer om mij neven en bleef
moedeloos tegen het zadel va.t zijn paard
aanleunen.
„Daar komt C3 hertogin' riep Toma
so uit, Mastino bij de hand grijpend.
De cavalcade kwam uit een bosch van
struikgewas naar hen toerijden: solda
ten van Visconti, Veroneezen, en te mid
den daarvan een draagstoel met witte
gordijnen.
(Wordt vervolgd).