HAARLEM'S DAGBLAD RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD KLEUREN EN KNIPPEN UUi_w ZATERDAG 22 AUG. 1925 VIERDE BLAD Raadsels '(Dose raadsel» elja alle Ingezonden door jongen» en meisje» die „Voor onze Jeugd" lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplosser» drie boekecn in prachtband ver loot. De raadseloplossingen der vorige week zijn: 1. (Ingez. door Oenoveva.) Met b heb ik knecht». Met g ben ik van metaal. Met h ben ik een knaagdier, M«: k ben Ui een voedingsmiddel. M.: rn ben ik in hrelwerk. Met v dien ik tot aioraad. Met w ben ik niet helder. 2. (Iogez. door Duikelaartje.) Vier broeder» gaan jaar uii. jaar te Door 't ganecbe land getoger.. Maar ieder komt naar eigen ziin Ale de andere ie gevlogen. De eerste komt licht ale een veer Sin is met blauw omhangen, Btrooit fcnoppen. blaadje*, Mnuwwi we- Doet zoete geuren hangen. De tweede loopt met blij gelaat, In zonneschijn en regen. Btrooit bloemen uit, terwijl hij gaal, Brengt ooget en rijken zegen. 1 De derde komt inet overvloed Orn schuur en bul» te vullen. Brengt jullie vruchten, rijp en goed Om heerlijk van te «nullen. Verdrietig etrijkt de vierde neer, Gehuld hl nacht en donker. Hij ia een koud <-n grimmig heer, Vooral bij et «geflonker. Wie zegt mij. wie die broeders zijn. Die wij voorbij zien anellent Tc* raadt nu allen groot en klete, Ik wil 't je niet vertellen. 3. (Inges. door Steurman.) Mijn l«e ie een jongensnaam, mijn 2de la een MederUndeehe rivier en mijn ge heel ia een plza'a in Zuid-Holland. 4. (Inger- door WMcwaaL) Mijn geheel ia een epreokwoord van 38 letter». 2S 11 0 4 la een natuurverschijnsel. 25 13 2 28 5 2 18 Z1 14 1 is een meisjes naam. 3 e 8 10 ie een weekdier. 28 16 30 6 2» vindt men op de Veluwe. Een 16 3S 36 29 33 verwarmt. 12 2 19 17 10 ia een synoniem voor lenig. 20 5 36 is een lichaamsdeel. 7 37 23 26 22 le een knolvrucht. 35 32 27 is een holte. 34 3L 3 2 1 is groente. 29 30 is versterker, d. 6. (Inges. door Kraaloog I* ben een jongensnaam en tevens «en plaatsje te Groningen. Geef me een an der hoofd en Ik ben weer en Jocgenanaazn. 6. flngez. door Waterlelie Tweemaal o en tweemaal 1 Tweemaal e en eenmaal h. Tweemaal v eu eenmaal n, dan tenslotte oog een e en ge vtedt me dicht bij de Raadseloplossingen De raadseloplossingen der vorige week Hja; 1. Wilgenroosje. 2. Mimi Po«rekat. 3. Nioodemi*. 4. Trompet. 6. Zeist. 8. Moor—room. Goede oplossingen ontvangen van: Lathyrus 4, Libra 5 Bato S Kralsnkcote- gin S Theeroosje 5 Verzamelaar 5 Mecanicien 6 De kleine Vogelvriend S Do kleine Violist 5 Bos-ofcniinf S Muisje 6 Meiroosje 4 Waterlelie 5 Wilgenroosje 6 Dina van Vliet 4 Wim v. d. Horst 4 Tur ner 6 Turnster 6 Roodborstje 6 Kabouter 6 Boecfanimf 6 Tromp S Columbus 5 Doom- tooejs 6 Kabouterkoning 6 Willis v. Vliet 4. seerden, waren veol kleiner van omvang. Alles wees er op, dat Spakenburg min der welvarend was. dan 't nabij gelegen Bunschoten. Toen we uitstapten, viel het ons op, hoe weinig bekijks we hadden. Dank zij den hotsenden autobus waren ze hier dus aan vreemdelingen gerwemd. Bij den binnenhaven kwamen we aiun en 't wo» als een aansluiting bij wat ik jul lie de vorige week schreef, daar lag een schuit m« hooi uit ^larkcr.. Wat vond ik den Matkerboer er v««] leuker uitzien, dan de (Spakenburger vis- «chere. De Spakenburger draagt een blauw boezeroen eu langen broek, 't Eenige mooie aan htm is de zilveren broekgesp. Een oude Spakenburger liet ons zijn ges pen zien. 't Waren oude zilveren dukatone uit het jaar 1771. Zoo groot ongeveer a's onze rijksdaalder, We wandelden over armzalige straat keien naar den buitenhaven. Daar lag do zee. De golven klotaletn niet tegen hot strand, want er ia geen strand. Niets d< eentonig grasland kviigs den dijk. Hel kleine viseoheravlootje zwalkte op de ba- We hoorden, dot het Uit ruim 20C pinken bestond. Nu begrepen we waarom o m het dorp zoo weinig monvo'k zagen. Wat viel het dorp ons tegen I 6traten waren er eigenlijk niet, neg veel mmder een plein of een markt, 't Waren huizen en huisjes die maar kris, kras door kaar stonden. Je vroeg je soms af wat do voorrij en wat de achterzij Tan het huia was. In één huie zijn we een kijkje gaan omen en daar vielen we letterlijk met de deur in huia. Portaal, vestibule of gang er niet. Je kwam zoo te de kamer, waar lange de wanden een p'ank getim- nerc^ was. Op die plank stonden de tnooie ipulletjee. Blauwe kannen en koinmcn, wat koperwerk en vooral portretten In lijstjes. Antiek en modem door elkaar. De huizen vielen van buiten niet mee en van binnen eigenlijk ook niet- 't Mooiste van heel Spakenburg ie de kleederdracht de vrouwen. De gebloemde of geruite lijfjes met de roede doeken, «n de wijde rokken. breed e witte boezelaar» en vooral de wit gebreide mutsje», waar van voren het haar r.ct even uitwipte, waren een !u« naar te kijken. Ik» kinderen vond ik er minder aardig uitzien, vooral die ewartbollige hoedje» mol die breed e randen maakten er oude wijfjee van. De oudere vrouwen droegen paaree jakjes. Onder de jongeren zag men ook wel donker-paara, maar dam waren ze len rouw. Want rouwen deden lederen neef en nicht, al was maar zes weken. Die rouw ie niet zoo kost baar, want haar jurk ie toch zoo zwart, t Zit hem in de borst- en haledoek. Zondag» en al* ze ter markt gaan dragen ze echoetsen met zilveren geepen. D:e «ehoenen loopett lang niet gemakke lijk. Ik hoorde dan ook vertellen, dat dit deel van 't toilet gaandeweg verdwijnt, nek. jongere geslacht roeit meen voor «n licht, modern achoentje. Over '6 a'gemeen vemd ik de jeugd van Spakenburg heel jiat beleefder dan de jeugd in on zo steden. Geen n»gejouw of iets van dien «1 Tooh waren zo niet verlogen; waar w« vroegen, werd behoorlijk geantwoord hum taal was vrij goed te verstaan. Toen we de terugreis aanvaardden pas eerden we een vrachtauto vol kleine Spa kenburger! jee. die one met de h'ond toe wuifden en net eoolang „gedag" riepen, tot wc uit het gezicht verdwenen waren. En wij hobbelden en hotsten weer in mien krakenden autobus, heel voldaan, lat we toch een kijkje m dit eenvoudige asschersdorpje hadden genomen, maar nog voldamer. toen we onzen ai verlieten cn zonder ongelukken .Amers foort bereikt hadden. W B.—Z. Wat onze belangstelling wekt He* land van d» raltn»n. Jullie wc', dat zalm nu juist geen alledaag*ch koetje ie. In one land wordt een zalm duur betêAld. M«ar 't land der zalmen ie Finland. In 't Noorden van di! land rang', men op eommige plaatsen per dag een 5OO zalmen. Dineert men in een hotel, dan krijgt men ala voorgerecht smorgss. Smórgae is za'm op allerlei wijze l>ereid. Gerookte zalm, gekookte zalm, zalm in gelei, zalm zonder golcj, zalm in blik enz. Bij emörgas krijgt men ook brood en aardappel-ei met sla of tomaten. Op den duur schijnt dit kostje te vervelen, zooa'e al bet goede, waar men te veel van kr-.-ct Er zijn dienstmeisje* en let-cten- arbeiders die. warneer ze zich verhuren, als vcoTW aarde Stellen, dat ze hoog sten» 3 maal 's weeks zalm behoeven te eten Een perkament-praatje. We spreken van perkament-pap er, maar eigenlijk perkament geen papier, 't is bereid ui', schepen-huiden. Deze huiden wordem ont haard, gespannen en daarna gekalkt. Moet het papier beschreven worden, b.v. voor oorkonden, dan wordt het nog afgeslepen met puimsteen. Boterhatnnicnpapier is na tuurlijk geen perkament papier. Wamt echt perkament ie vrij duur. Telefoongesprekken. Er wordt hee' we; geredeneerd door middel van den te lefoon. In heel wal huizen is telefoon aansluiting. Toch Staat ons land n'.et bo venaan. Gemiddeld heeft een Neder.an- d« 44 gesprekken per jaar, maar een Ame rikaan 132. doch een Rus maar 6. In Amsterdam zijn 4 dus 1 "25 van •t aantal inwoners telefonisch aangee' in Stockholm 25 of 1/4. maar ia Rome slechte 1 of Ï'IOO Wat Ik in Spakenburg zag. In mijn vaeantierijd heb ik ook eens een kijkje in Spakenburg genomen. Zoek maar op do kaart, waar 't ligt. fa Amersfoort was ren autobus, een echte rammelkast, die one naar dit viescheredorpje zou voe ren. Dat is dan ook het. ceuigc vervoermid del. Holderdebolder hotsten en klotsten we langs een stillen landweg naar rlorp Bunschoten. Een welvarend boeren dorp. waar de xnenschen in hun eigen#*?- «■■'ge klederdracht aan *t geheel iet» Het einddoel van de reis was Spa! burg. Het aantal boerderijen vetmindoTde en dc enkele boerderijen, die we nog pas den haar aioodig. Juffrouw Chrisje stond midden tn het drukke loven. De wereld was vol wcrik en 't zou toch haaide wezen, al» zij met de handen in den echoot zat. De tijd ging snel voorbij. Ze kreeg goede eiichlen van 't kleine pleegkind)», dat nu door een vreemde huishoudster werd opge voed, totopeene weer de vader ver scheen. „Toch geen zwarigheid neef fHet k*tai° hort van tante Chris klopte angstig, toer. het bezorgde gelaat van haar bezoe ker blikte. ,De huishoudster is vertrokketo."- ,'t Kiind is tooh iniet alleen I" ,Nceu, op 't oogcnblïk niet. Maar tante Chris, och fk emeek je, ga met rno mee- terug. Strak6 Is er niemand, die voor mij i het kind zorgt." Juffrouw Chrisje greep al naar de spoor kaart. ,Over 60 minuten gaat'de trein, 'k Zal je een kopje thee inschenken en je een paar beschuiten geven, dan ga ik ine kleed er." „Dus je gaat meet" „Dacht je, dat ik weigeren zout" „Neen ik w>6t, dat je mee zou gaan." Een uur.later zaten beiden in den trein. En toen ze thuis kwamen, riep het kleine ding: Ta, ta. „21e kent «ne nog," zei tante Chris en :n blij gevoel doorstroomde haar, Alles gteg nu op rolletjes. Do handen m tante Chrs stonden naar werken. Rora- lel kon za niet zien. Babbelpraatjes kon niet uitstaan. Ze had veel te doen de ïrste dagen. „Je komt hier niet, om maar te wer en," zeiRie'e vader vaak. „Ik kan niet in rommel zitten," was het korte antwoord. Toen alles eindelijk weer glom en blonk. )i ze op zekeren morgen„Neef, we zullen u samen naar een flinke hulp omzien." „Maar 't bevalt mij best, tante Chris." „Mij «riet. Ik aard hier niet tn de stad. Ik verlang naar mijn htlis en naar mijn dorp." „Maar Chris, je bent nog veel te jong 1 je in zoo'n dorp te begraven. Ais je wilt kun jet hier kennissen genoeg krij gen." „Maar die wil Ik niet hebben. Ik ben een boerech buitenmenech en kan me', jullie 6tadsmeneohen mie* omgaan (Wordt vervolgd.) HUISVLIJT LAMPEKAP. Een aardige lsjnpekap, die betrekkelijk heel gemakkelijk is te vervaardigen, is de volgende. We maker, 3 vierkanten vsn reep. 21 1/2 e.M.. 30 c M. en 46 e.M. lang (zie fig. 1). 't Mooiste is eikenhout te ge- Een stout plan. In haar paleis overdacht de booze koningin hoe zij zich het best van Sneeuwwitje zou kunnen bevrijden, zonder zich de woede van de ze ven dwergen op den hals te halen. Zij kon "de gedachte niet verdragen, das haar^beeldschocm stiefdochter tje nog leefde 1 Ook begreep zij, dat de jager baar nooit de waarheid had verteld, want dat hij Sneeuw witje had laten vluchten. Den geheelen dag zat zij In ge peins verzonken, tot zij eindelijk met een kreet opsprong en juichte: „Bk weet het! Ik weet hetl Nu héb ik mijn plan gemaaikt!" En zij snel de naar haar kamer om zoo spoedig mogelijk met de uitvoering ervan te beginnen. (De koningin draagt een eenvou dig kleed van blauwe »tof. Haar wangen worden een weinig rood ge kleurd; het haar bruin.) Een onbekende bezoekster Op zekeren morgen ontving Sneeuwwitje in de kabouter-hut be zoek vaat een arme koopvrouw. De dwergjes waren uitgegaan om goud te delven en Sneeuwwitje wa6 dus alleen thuis. De koopvrouw bracht fraaie stukken kant en zijde mee, welike zij Sneeuwwitje te koop aan bood. Maar hoe weinig kon Sneeuw witje vermoeden, dat deze vermom de koopvrouw niemand minder was dan de koningin, haar stiefmoeder! Sneeuwwitje kocht een keurslijfje en de koopvrouw bood aast bet haar even te helpen aantrelfkenZoo ge- beu Me, maar de booze koningin trok de veters van het keursje zóó stijf toe, dat Sneeuwwitje bijna geen adem meer kon halen en eindelijk bewusteloos op den grond viel. De koningin docht, dat het meisje dood was en snelde weer naar het palels, denkende: „Ziezoo, nu ben ik toch werkelijk de schoonste te 't land!" (De koningin heeft een grijs kleed aangetrokken met een witte kap, waarover een gelen sluier. De stuk ken zijde en kant in haar hand krijgen allerlei mooie kleuren, wel ke jullie zelf moogt uitkiezen. Zou Sneeuwwitje nog leven f) De oude weduwvrouw De kleine kabouters kwamen na het goud-delven thuis en vonden Sneeuwwitje bijna dood. feel maak ten zij het keurslijfje los en brach ten haar weer bij; zij waarschuw den haar nooit weer iemand te het hui® toe te laten wanneer zij er zelf nieit bij waren. De afigumetige koningin had thuis weer aam -haar spiegel gevraagd wie toch de schoonste was en wéér had de spiegel geantwoord: „Sneeuw witje!" Zoodoende wnst de konin gin. dat hec meisje nog leefde en nu beraamde zij een ander wreed plan, "Wéér klopte zij aan het huis je van de dwergen en dezen keer vertelde zij. dat zij een anne tmars- kramersvrouw was, die moest leren van het verkoopen van kammen. Sneeuwwitje vergat de waarsehu wJng der dwergen en liet haar bin nen, Zij kocht één ven de mooie kammen en stak die te heur haar, 3!aar bijna onmiddellijk Bakte zij pp den grond en bleef als levenloos liggen. De kam was vergiftigd! (De oude weduwvrouw draagt een donkerroods japon en een geel mandje met (kammen. Knap haar gelaat langs de stippellijn uit, zoo- dat het poppetje van de koningin erachter past! Wat zou er nu met Sneeuwwitje gebeuren f) ft' TANTE CHRIS „Dat rou ons vroeg roepen, dat zou n. da; de ontbijttafel klaar was, dat. „Heb ik je «oh oenen dan niet eist f" barstte Rie uit. De tranen twa in nu opnieuw te voorschijn. „Dacht je, dat Rie jullie meid isf Geen sproke van. Morgen zal ik zorgen, dat jul lie vroeg genoeg beneden zijn, om zelf je schoenen to poeteen." sprak de heer Hel der nu op strengen toon. Daar haddon de jongens niet van terug. Zwijgend aten ze hun boterhammen op. >t een zucht van verlichting zag Rie half uur later de mannelijke ufdcc- vertrekken. Avonds was de dokter gekomen en hij had absolute rust aanbevolen. Juf frouw Chrie mocht geen trap op. Van alle kanten werd haar hulp geboden. Maar juffrouw Chris was al tevreden met «rn f (tra deken, dan kon ze wel in haar stoel blijven slapen. Juffrouw Chris droomde maar zelden. Daar was ze eigenlijk te nuchter voor, dien nacht droomde ze. Ze was weer jong en hier in dit huisje zat ze in het voortuintje met oen klein kindje op haar schoot, 't Was niet haar eigen kindje, maar ze hield er net zooveel van alsof van haar was. IedeTcn tmorgem wasch- ze het in een kleine tobbe en ze kamde het blonde krullebolletje. En dan kuste het op de blozende wangetjes. Den heelen dag wae ze met het kindje bezig. Ze werkte ervoor van vroeg tot laat. Eens op esn dag kwam een heer en hij zei: „Tante Chris, nu m^et kleine Rie thuis komen," anders zou ze vergeten dat ik haar vader ben." „Je hebt gelijk neef. ik zal met je mee terug gaan en het kind weer veilig thuis brengen." Een paar dagen later zat juffrouw Chrisje weer nüecn in haar huisje Dc zon scheen op haar roodc geraniums en de 1 biociden zoo heeMijk, dat de geur alle kamers drong. Maar juffrouw Clirieje merkte het niet, ze voelde «Heen de groote eenzaamheid, dis haar geheel omsloot. Zo was maar heel blij. dat in don mid dag de hakker kwam vertellen, dat zijn vrouw haar vinger niets kon bruikon van on,. .0.1 U/2 e.irf. dikte. De latjes voor de twee keinste vierkanten zijn 41 2 e.M. breed en voor het grootste 6 c.M. We doen 't bes: de latjes in ver stek te zagen on aan elkaar te lijmen. Om ze zuiver haaks te krijgen, gebruiken we een verstek bak, die in den handel ver krijgbaar is. Zijn ze pasklaar, dan worden ze gelijmd cn vastgeklemd tot ze droog zijn. Is ons de-ze tewerking te moeilijk, dan kunnen we de latjes op ha'fhout over elkaar timmeren. Dit is echter niet zoo mooi. daar dsn de zaagsneden van de plankjes zichtbaar worden en bij eiken hout niet geheel glad te schuren zijn. (zie fig. 2). We boren nu in de hoekem gaten, waar door 't koord komt. Vóór we de kap in elkaar zeiten, worden de vierkanten eerst gebeitst en te de was gezet. Het grootste vierkant dekken we af met wit of rose ba tist. Rose geeft zachter schijnsel, doch als bij de lamp gewerkt moet worden is wit helderder. In 't midden maken we een gaatje voor 't e'eotrisch koord. Het doek wordt met punaieos op het raam bevestigd Aan ditzelfde raam bevestigen we de kap van gebloemde of effen gekleurde zijde, 't Doek ie ongeveer 25 e.M. breed wordt ale 't effen is, versierd door er met schablonenverf een echabloon op aan brengen. Dit doek wordt weer met pu naises tegen de binnenzijde van het raam bevestigd. In het koord leggen we op de afstanden 1 - fig. 3 aangeeft knoopen, Daar 1 t Tam Kees, gekneld had, dat Chris bij te pas ko- Her zouden zeker n entje a boterham verlangen Weg w»6 de eenzaamheid! Anderen had waarboven een houten kraal komt, zoo dat de raampjes op de bepaalde afsta,t blijven haaigen. We beginnen van onderen af, door op p'.m. 25 c.M. van 't eind knoop te leggen, waarna 't loshangende stuk uitgerafeld wordt bij wijze van k We rijgen een kraal aan het koord, die op de knoop blijft hangen en brencen nu het grootste vierkant aan. Hetzelfde doen we met de volgende vierkanten, waarna onze lamp kunnen ophangen De volgeude week zal ik wat over '1 schabloneeren tellen en eenige pa'.roaen geven. Brievenbus Nieuwelingen: 126ste nieuweling is: DINA v. VLIET, oud 12 jaar. Amsterdametraal 27. 127ste n euweling i?: WILLIE v. d. TIORfiT, oud 11 jaar, en IS&ste nieuweling is WTW v. d. HORST, oud 10 jaar, beiden Nagtzaamplein 29- Brieven aan de Redactie van de Klndet- Af deel mg moeten gezonden worden aas Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, v. Vinnestra.it 21rood. (In de btia gooien zender aanbellen.) JAPANSCHE PIRUS. Hartelijk dank voor je mooie kaart uit Nijmegen. PAASCRHAASJE. En wat was dat van jou een leuke kaart. Wel bedankt, hoor. WITTE MDIS. Jou dank ik hartelijk voor je kaart uit Rotterdam. Ben je nog? WIELEWAAL. Wat een prachtige kaart was dat uit Dinant. Heel veel dank ervoor. Je hebt zeker heerlijk genoten. ANEMOON. Vriendelijk dank voor je Haarlemsche kaart. Ik vond het leuk eens wat van je te hooren. WATERLELIE. Heb jij in Amster dam gelogeerd? HarteJijk dank too kaart van het Damrak. LATHYRUS. Ben je nu te Maarnl Ik ben wel in de buurt geweest, maar toen was je er (nog niet. Een prachtige streek, zeg. Tante Chris duurt nog al lang. Vind je het fijnf Je hebt de laatste keer mee- geloot en mag nu weer meeloten. Ik hoop, dat je lot de gelukkigen behoort. Heel veel genoegen te Maam. W. v. d. L. Als je dit leest, héb ik Scberpenzcel weer verlaten. Ik ben heer lijk uitgerust en ga nu weer met moed sa-a "t werk. Er is heel wat noodig om plaalsje als Borculo er weer bovenop te helpen. Welke fouten wij Nederlanders hebben mogen, we staan altijd klaar, waar ellende is. Da', blijkt nu ook weer. KRULLEBOL. Zit jij in Sehevenin- cen Hartelijk damk voor je kaart van de Boulevard. MOEDERS JONGSTE. En jou je kaart van 't Plein. Maken 3e nichtjes het goed LENTEBODE en SNEEUWBALLETJE. Hartelijk dank voor dat snoezige meisje met haar poee. THEEROOSJE. Echt saai, dat vaders vacantiedagen zoo regenachtig wnren. De logé's hebben het beter getroffen. Zijn ze er nog? Ik ben heel veriangend tnanr dien grooten brief. Die klad is je vergeven. WILGENROOSJE. Hartelijk dank voor je mooie kaart uit Hattem. Waren jullie te dat hotel t WATERLELIE. Ben je weer thuis uit Amsterdam f Em heb je veel genoten Ja, je kaart heb ik ontvangen en ik dank je er wel voor. Ben je nog in het Rijks museum geweest» Daar is heel wa: te zien. héf Ik ben het met je eens. we be hoeven niet jaloerseh te zijn op dien Am- sterdanisehen Hartjesdag. Hel bezoek in de Bijenkorf beviel je zeker beter. ZON N EI' RINSESJ EWel bedankt voor je kaart uit Z&ndvoort. Het lor.pen zal dam ook wel weer te orde komen. Doe je buurmeisje mijn hartelijke groeten en ook zuster Dinn. DENAPPELTJE. - Hartelijk dank voor je mooie kaart uit (Leek. DOORKROOP! E. Ben je lekker bruin gebrand» Gezellig, dat vader met jullie inee kon caan. Hoe is 't met moeder? Is de rugpijn over» Ik wensch je Maandag ook viel genoegen MEIROOSJE. Ik ben veilangeod maar| je volgenden brief. Gefeliciteerd met je diploma benutten van ballons hun heil ztgen, daar een belangrijk dCcl van de ontwik* kehngsgesehiedenis van het luchtwezen zich in Jtun land afspeelde. We dienen daarom, zeer in het kort iets te verhalen van dc geschiedenis van het luchtwezen. De pogingen van den mensch om ook meester te worden van de lucht datce* ren reeds van jaren her. Zelfs in de Gricksche mythologie komt het beeld van den gcvleugelden mensch voor. Theoretisch hield de oplossing van dit vraagstuk de menschheid reeds jaren en jaren bezig. Reeds in 1670 beschreef de Jezuit Francisco. Sana te Brescia hoe men zich in de lucht kan verheffen met behulp van een werktuig, bestaande uit luchtledig gemaakte vakken. Een andere geestelijke, de Dominika» ner pater Galien publiceerde in 1755 een geschrift onder den titel .X'art de navi» guer dans les airs Amusement physique et gêomctrique", waarin hij beschreef, hoe een' lichaam, gevuld met verdunde lucht, stijgen moest. Een praktische op» lossing deed ook hij evenwel niet aan de hand. In 1769 steek te Lissabon een korf op overplakt met papier en daarin de lucht verwarmd werd door een comfoor; de vinding van was den pater Bartolomeo Laurenco de Guzmann. Helaas, de korf stootte tegen een uitbouw van het ko» ninklijke paleis, bij daalde en hierdoor kwam aan deze veel belovende proef» neming een onverwacht einde. Eenige jaren lang bleef nu het vraagstuk rusten, totdat op 5 Juni 1783 de gebroeders Montgolfiêr de aandacht der wereld op zich vestigden door hun geslaagde op» lating van een ballon, gevuld met ver» warmde lucht. Deze gebroeders, Ste» phan en Joseph, waren de zonen van een rijken papierfabrikant in Annonay, een stadje in Frankrijk. Zij deden reeds ja» ren onderzoekingen op het gebied van luchtballons, hadden Teeds eerder kleine ballonnetjes met succes opgelaten, tot op bovengenoemden datum hun eerste groote ballon, met een inhoud van drie i-n twintig duizend kubieke voet het luchtruim inging. Verwarmde lucht was de drijfkracht; ongeveer driehonderd meter steeg de luchtballon onder het ge» jubel van de toeschouwers, toen daalde hij langzaam. Groote belangstelling had deze goed» geslaagde eerste poging gewekt. Spoc» dig was een belangrijk fonds gesticht, dat verdere proefnemingen mogelijk moest maken. Spoedig werd een nieuwe ballon gebouwd, thans gevuld met wa» terstofgas, door den Engelsehman Ca» vendish eenige jaren te voren ontdekt. Het omhulsel van dezen ballon bestond uit zijde, aan den binnenkant bekleed met een dun laagje gummi. Het stijgvermogen van dezen ballon Nog til van bijzonderheden zijn van was door de waterstofgas»vulling enorm; de postduiven tc vertellen, doch de binnen enkele minuten was een hoogte plaatsruimte vordert, dat wc de volgen» van duizend meter bereikt en verdween dc etappe in dc ontwikkeling van het I hij in dc wolken. De spanning was even» postaal luchtverkeer gaan bekijken. wel te groot en het gevolg "bleef niet Helaas speelt ook deze zich af te mid» uit: het omhulsel sprong cn dc ballon den vin krijgsrumoeren oorlogsjammcr. viel van bovengenoemde hoogte neer. Het w as in dc Augustus»maand vanDe toestroomende boeren dachten met "0, dat Maarschalk Bazainc met zijn den duivel te doen tc hebben en ver» geslaafde zweffiproef. Heb je gekregen» MUISJE. Ben jij heel in El6peet ge ween.' En veel plezier gehad? BOSOHN1MF- Als je geregeld je raad sels goed hebt, mag je be6l eens een keer tje overslaan. Die andere bloemennaam is er nog niet. Je trof best weer, naar Bche- veningen. Je denkt zeker mog vaak aan dat heerlijke dagje terug. ROODBORSTJE. De volgende week hoef je je niet zoo te haasten met je brief. Dan zit ik weer te de Van der Virme- 6traat. DE KLEINE VIOLIST. Dus jullie hebben ook een genotvolle vacantie achter den rug. De etadekinderen moeten naar school, maar jullie hebben nog 4 dagen om plezier te maken. Maar als de koning m in Haarlem komt, trekken jullie natuurlijk ook stadwaarts. MECANICIEN. De Geldersche logé's vonden^et zeker wel heel mooi in Haar lem's dreven. Misschien mag jij een vol gende vaeantie ook wel eens naar Gelder land toe. Is zus nog uit» En knapt flink op» TROMP.— Dat wae een heerlijk reisje naar Srheventegen. Maar avonds was je zeker wel erg moe. Ben je Woensdag nog naar Zandvoort geweest KABOUTER GRAUWBAARD en ROOD MUTS. Wel bedankt voor jullie mooie kaart uil Wijk aan Zee. ARONSKELK. Je mag dezen schuil naam houden. Leuk, dat het portret van je grootouders in de courant stond. Stuur de volgende week je wedetrijdwerk maar in. KABOUTERKONING. - Ik wensch je Maandag veel genoegen op de Bruiloft. En Dinsdag veel plezier in Scheventegen. Be stel maar mooi weer. ROODBORSTJE. Pae, nu maar goed op je zilveren ringetje. TURNER en TURNSTER. Doet nu maar trouw mee, hoor! HAAN, KIP en KUIKEN mogen hun schuilnamen houden. AAN ALLEN. Als jullie deze Ru briek ontvangen, ben ik w«er op weg naar Dus de volgende week stuur je je briefjes maar weer naar het oude adres. Ik hoop, dat je allen dankbaar en voldaan op je vacantie kunt terugzien en nu weer lust en ijver je taak begint. De prijs- ïers kunnen Woensdag bij mij hum prijzen komen halen. Haarlem, 22 Augustus 1925. Wekelijksche Postzegel rubriek leger ccn toevlucht zocht binnen de mu» ren van Metz, op de hielen gevolgd door de Duitschc troepen, die een ijzeren ring sloten om de vesting, zoodat heel spoedig niemand er meer in of uit kon. 't Aantal ingesloten soldaten bedroeg tweehonderd duizend nicldcn de resten zoo grondig, dat er 7.00 goed als niets van overbleef. Wat er nog van restte bonden zij ten slotte aan den staart van een paard en lieten het urenlang op deze wijze rondsleepen. De vernietiging was toen volkomen Het .gebeurde gaf evenwel de Franschc re» crkccr met dc rest van Frankrhk bad!geering aanleiding tot het uitvaardigen op gehouden, geen wonder dus. dat men vin ccn proclamatie, waarin de bevol» zocht naar middelen die dit groote on»,king gewezen werd op het doei dezer gerief konden verhelpen. Het spreekt proeven cn het onschuldig karakter der bijna vanzelf, dat de Franschen in het'ballons.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 13