'V Tv. LlLS^.k HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 29 AUG. 1925 DE- TOESTAND IN DE DRENTSCHE VEENSTREKEN WAAROM DE OVERHEID ZICH NIET MET DE SLECHTE WONINGTOESTANDEN BEMOEIT In oas vorig artikel hebben we den Biechten woningtoestand besproken en toen we dat, alles zoo gezien hadden, meen den we eens naar den burgemeester van Emmen ie moeten gaan om te hooren, waarom de overheid hier niet ingrijpt. De burgemeester van Emmen wilde "echter geen enkele inlichting geven. Had. zooals hij zei, droevige ervaringen gehad met „dagbladschrijvers" en vond het be ter, maar niets te zeggen. Of we den bur gemeester er al opmerkzaam op maakten dat hei toch beter zou zijn, wèl inlichtin gen te geven, het hielp niet. De heer ■Kooceira had niets te zeggen en zoo moes ten we maar zien, elders iets te weten te komen. TYe troffen het bijzonder, want één der raadsleden te Emmen, de heer Postma is met de toestanden im de gemeente bij zonder goed op de hoogte. Tot voor «enigen tijd ws6 er in Emmen een ver- eeniging voor volkshuisvesting en daar •ras de heer Postma voorzitter Tan. Dus met de woningtoestanden was de heer Postma zeer goed bekend. Hoe komt het toch, vroegen we, dat (de gemeente Emmen een toestand aio deze laa: voortduren I Och, zei de heer Postma, de imenecber. Willen ze'd dikwijle niet anders. Er wa ren wel menschea im kronen, die er heusch niet in behoefden te wonen maar het een voudig alleen doen, omdat ze dan geen belasting behoeven te betale: Dan zijn er menschen, die eenvoudig nie; anders willen. Er waren natuurlijk ook gezinnen, die wel een aaider huis zouden willen hebben, maar voor Emmen, dat er financieel zoo slecht voorslaat, gaat het niel san, om huizen te gaan bouwen. Toen ik nog voorzitter was van „Volkshuisvesting" heb ik eens een eigenaardige ervaring ge had. -We lieten mensehen ui; krotwoningen 4n oirze goede huizen wonen- Maar z mossten er uitgezet worden, én om war betaling an om vervuiling. Iets is er o mijn voorstel wel gedaan, en "dat .is, da er geen nieuwe veenhuiten meer bijgt bouwd mogen worden. Maar, zeiden we, zooals de toestand nu is kan -het- toch niet blijven. Kar. de ge meerde er dan in het geheel niets aam doen? Daar is geen beginnen aan. Reeds Toor langen tijd waren in Emmen a 8C0 huizen onbewoonbaar en dat zal nog wel zoo zijn. Emmen heeft geen geld om*hui zen te bouwen, de menschea niet om de huur er voor te betaler- Wat Emmen aam inkomstenbelasting binnen krijgt, moet ongeveer geheel voor steunverleeniaig en werkverschaffing den gebruikt. Wnt er verder gebeuren moei geschiedt van geleend geld. Als Em men zoo nog een jaar of twaalf door blijft boeren, zal de geheels belasting opbrengst alleen ooo'dig zijn voor de geslocen lee ningen. Zoo ziet n, hoe de financieels toestand ran Emmen is. Voor Armenzorg alleen was dit jaar e- tor, geraamd voor dg geheele gemeen! Maar nu zijn er reeds afdeelingen, die gevra de Tot zoover ons onderhoud met den heer Pcetrrra, die dus zei, dat er veel mensohen zijn. die ..niet anders wiilen". De heer Postma kon dus niet zeggen, wat er dan gedaan moet worden voor de mensohen die wèl anders willen en die zijn er ook. We hebben in Emmen zoo eens met verschillende mensohen ge sproken en die zeiden ook al, dai er veel measchen zijn, die zelf schuld hebben aan hun ellende. Zelf troffen we nog een ge zin, dat naar Limburg wa6 verhuisd. M»3r ze waren, zei een buurvrouw, te ruggekomen, omdat ze er niet graag moch ten wezen. Zoo kwamen ze dan terug, zochten vrijwillig hun oude treurige plaats weer op om armoede te gaan lijden. Zulke mensohen hebben zeker schuld en We hadden gehoord dat vele gezinnen ook niet zooveel armoede behoefden te lij den, ale ze beter hadden opgepast. En dat bleek juist te zijn. Verschiliende personen, o.a. 'de gemeen tesecretaris van Emmen en de burgemees ter vam Sleen verzekerden ons, dat er ge zinnen waren, waar tijdens den oorlog we! vijf duizend gulden per jaar inkwam. Er zijn gezinnen die inderdaad gespaard hebben en daar nu nog de vruchten vaal plukken. Doch velen hebben even hard uitgegeven els ze ontvingen en leefden bij den dag, zooals een groot deel van de bevolking dat pleegt te doen. Maar zelfs onder de menechen. die geld wisten over te sparen heerscht voor een deel armoede. Ze hadden van hun geM een stukje Neen gekocht en dat is verloren gegaan toen er met het turfgraven bijna niets meer te ver dienen .vieL Dan was «as nog gezegd, dat ear vee! geld aan drank verloren ging, maar bij onderzoek is ons gebleken, dat dit vrijwel onjuist is. Tijdens en na den oorlog, in de goede jaren, ja, toen is er gedronken. Er -werd b-v. veel slechte Duiteche cognac naar Holland gesmokkeld iin dien tijd. De stationschef van de E- D. 6. in Em men vertelde, dat in de goede jaren some heel wat öwvnk met de tram vervoerd werd. maar dat is nu gedaan- Hij vooral kon het aan het reizigersvervoer weten, dat de tcestan'd in de (veen streken slecht is. De veenarbeiders en hun vrouwen gingen altijd gaarne naar de markten, die in de buun gehouden weiden, maar thans niet meer zooveel. Het aantal dat mu per tram v ervoer d wordt op marktdagen, is wel met twee derde teruggeloo per- Wat het alcoholgebruik betreft, daar spraken iwe nog over me; een ambtenaar van de reclasseering. Die vertelde ook. dav er nu niet veel misbruik wordt gemaakt van eterken drank. De menechen hebben geen geld meer om alcohol te koopen. Na tuurlijk, aldus onze zegsman, zijn er on gunstige uitsonderingen, lederen Zater dag kernen de arbeiders met hun loon van (de (werkverschaffing terug en dan is er nog altijd een zeker, gelukkig niet gToot, percentage, dat zoo uit de tram van het schamele loon een borrel gaat koopen. Voor eenigen tijd had ik aan zoo'n arm v eengezin twee rijksdaalders geleend, maar van terugbetalen kwam maar niets. Op een Zondag ben ik toen eens onver wacht gekomen en ik zag dat (men iets onder de tafel trachtte te verbergen. Het was een flesch drank Ze hadden allerlei verontschuldigingen, zeiden zelfs dat een buurman het cadeau gedaan had, maar hst was toch niet in orde. Maar gelukkig zijn dit uitzonderingsge vallen en ik kan wel zeggen, dat er geen misbruik gemaakt wordt van eterken drank Dsae ambtenaar vertelde ook neg een en ander over het zedelijk peil der -bevolking. Behalve enkele excessen is door de ar moede gelukkig geen zedelijk verval te aües in hel korf eaanen door te zeggen ,De toestand is op het -oogenblik te on zeker om iets. te doen. We weten nog niet hoe het met verschillende dingen zal loo- en de risioo is daarom voor de over heid ie groot om in re grijpen. Maar naar onze meening zou met wei nig kosten ,il heel wat te bereiken zijn. Houten barakken bijvoorbeeld zijn el heel wat boter dan plaggenhutten. zou in elk geval controle mogelijk zijn om te voorkomen dat de mensohen „niet andere willen" de woningen la ten vervuilen. En dan gou men een beteren hygiênisohen toestand krijgen. Dat voor al is een eerste eisch, want nu ia hef daarmee treurig gesteld. In Kléin-Rusland, waarover we in ons vorig artikel vertel den, ie niels wat op een waterleiding of zelfs maar een pomp lijkt. Willen de men schen water hebben, dan moeten ze daar heel eind voor loopen. Wie de men sohen daar kent, zal begrijpen, dat ze die wandeling niefc ie dikwijle zullen doen het er om gaat. de zindelijkheid te' bevorderen. Er was in klein-Rustand een put, maar, zoo vertelde één der bewoners, deze te spoedig onbruikbaar geworden. Iemand plantte er zijn hut neer en de kwaadwillige, want rlat moet zoo iemand wel zijn, zette vlak bij de put zijn W. C. Het geval is trouwens bij de politie aan gegeven. Ook de maaier, waarop allen bij elkaar in een hut a'.apan, is allerbedroevendst. De kinderen worden eoms maar ergens „weggestopt" als het ware tusschen de heideplaggen. Ongezonder en viezer slaapplaatsan dan a deze heidehuftan zijn zeker niet denk baar. De oude Germanen hadden vermoe delijk nog betere woelingen. In -sommige hutten is het zóó bedompt, dat als we er m gingen, we soms niet wis- hoe spoedig we er weer uit zouden .en, zoo'n atmospheer eten, wonen en slapen hoela gezinnen. En het i6 dan ook vrij zeker aan de frissohe, gezonde buitenlucht te danken, dB* we er niet meer van ziekten hooren. Maar we vragen ons af, hoe het in zulke hutten 'e winters moet gaan als het bit ter koud ie op die open vlakte en de deit- m, of liever gaten dicht moeten blijven..,. Al jaren bestaan deze veenhutten. Ze •aren als „tijdelijk" bedoeld om dienst te doen gedurende het werk in de veenderijen Maar dat tijdelijke is een lange duur gebleken en het wordt zoo zoetjes aan tijd dat die krotten van den Drentschen bo dem verdwijnen. voldoende gezegd te heb- Iben van den slechten woningtoestand. En al zijn er dan menechen. die niet andere willen, goed. dam moet die menechen maar aan het verstand worden gebracht dat ze anders moeten. Als de eene helft niet andere wil, dap mag de andere helft daar niet onder liïden. Hoe het komt, dat de toestand in de veenstreken zoo slecht is, zullen we in een volgend artikel bespreken. We hadden daarover een onderhoud met den heer Jongbloed, burgemeester van Sleen, Rijks inspecteur voor de oteuirverleening (thans werkverschaffing), vertegenwoordiger van vam Arbeid voot Drenthe. Zoo hebben Öe autoriteiten dus redenen om mïet te veel te deen -aan het verbete ren der krotwoningen. 'Maar nadat we alles bekeken hebben en verschillende per sonen spraken, meenen W9 toch, dat het niet aangaat, alles zoo te laten. In het volgend artikel zal men zien, dat de autoriteiten nog een xeden hebben om de woningtoestanden zoo te laten. Men wil de mensohen namelijk uit Em men vrij laten trekken naar de industrie streken in Nederland. En als we nu wo- nirfgen gaan bouwen, blijven ze misschien, zeggen sommigen. De heer Poeima, we hebben he: straks nog niet gezegd, vatte PERS-OVERZICHT OVERWERKVERGUNNING EN BEDRIJFSRECHTSPRAAK- H. L. schrijft in „De Strijd", orgaan van het N. V- V- In de collectieve arbeidsovereenkom» sten in de Grafische Bedrijven is o m- ook een uitgewerkte regeling voor het overwerken opgenomen- Deze regelingen bestaan van den tijd af. dat de eerste contracten werden af» gesloten, dus voordat de Arbeidswet 1919 van kracht werd. Voor de naleving dezer regelingen zorgen de rechtspraak<commissies- Bij de invoering der Arbeidswet 1919 kwam de contrölc over het overwerken bij de Arbeidsinspectie. Nu werd en» kele jaren geleden, "na wijziging der Arbeidswet, aan een aantal industrieën de vrijheid verleend om 100 overuren te mogen laten maken, zonder dat daar» voor vergunning aan de Arbcidsinspec» Jtie behoeft te worden aangevraagd. De grafische vakken behooren daar» onder. De contrölc over deze overwerkrege» ling bleef aan de Arbeidsinspectie, al» hoewel er op gerekend wordt, dat ook werkgevers» en werknemersorganisaties zooveel mogelijk voor een goede con» tróle zorgen. Over het algemeen werd en wordt lan deze regeling in genoemde bedrij» ■en goed de hand gehouden. En wan» neer overtredingen worden geconsta» teerd, wordt daartegen met kracht op» gekomen- Zoo trof ons dezer dagen een uit» spraak van Gecombineerde Besturen voor het Lithografisch Bedrijf (dat is de Bedrijfsrcchtbank voor het Steendruk» kersbedrijf) waarbij straf werd opge» legd aan een werkgever en een aantal werknemers, wegens gepleegde overtre» dingen van de overwcrkregeling. Bedoeld vonnis luidt als volgt „De firmawordt wegens het, in het eerste kwartaal 1925, laten over» werken, zonder vergunning van de Ar» beidsinspectie en zonder toestemming van Gecorab- Besturen voor het Lith. Bedrijf, een boete opgelegd van één honderd gulden (zegge 100) terwijl verder genoemde firma. "3e werkne» mers, die aan het overwerk hebben deelgenomen, gedurende het jaar 1925 niet overuren mag laten maken, dan die, welke na aftrek van de reeds ver» erkte, overblijven van het totaal aan» tal contractueel vastgestelde en dan slechts na verkregen toestemming van de Arbeidsinspectie. Den chef wordt een boete opgelegd van i 10, één der drukkers een boete •an 1Ï-5Ó, écn der drukkers een boete an 15, terwijl de steenslijpcr een boete van ƒ5 zal moeten betalen- Tenslotte wordt bij deze het geheele georganiseerde deel van het personeel ernstig berispt wegens het feit, dat het geen mededeeling heeft gedaan van de gepleegde overtredingen aan de res» pectievclijke besturen." Wij hebben dit merkwaardige vonnis om meer dan één reden hier in haar geheel opgenomen- In de eerste plaats blijkt er uit hoe intensief de medezeggenschap in ge» noemd bedrijf is- Het rechtsprekend college is paritetisch samengesteld, zoo» dat beide partijen even grooten invloed hebben. In de tweede plaats blijkt, dat ook de medezeggenschap over het overwer» ken volledig in handen van gecontrao teerde partijen is, terwijl in de derde plaats, en hierop willen wij in het bij» zonder de aandacht vestigen, ook het maken- van proces»verbaal en de be» straffing van overtredingen in handen van patroons en werknemers is gelegd, althans in dit geval. Dilidelijk blijkt uit het vonnis, dat de Arbeidsinspectie de vervolging van deze overtredingen aan de bedrijfs» rechtspraak heeft overgelaten en ook dé kantonrechter buiten deze over» •k.overtreding gelaten is- "ij hebben hier een typisch staaltje vergaande bcdrijfsrcchtspraak en medezeggenschap, waarbij de wettelijke instanties geheel zijn uitgeschakeld- Eigenaardig is bovendien, dat niet al» leen den werkgever een straf is opge» lcgd, maar ook het geheele personeel omdat dit naliet ctc organisaties te waarschuwen- Een dergelijke vergaande bemoeienis, welke een uitvloeisel is van het in het Litfiogr- Bedrijf bestaande collectief contract, kan natuurlijk alleen dan ver» kregen wor3en, wanneer sterke organi» saties van werkgevers en werknemers bestaan. En dat is in genoemd bedrijf ongetwijfeld het geval. Van de 116 firma's in dit bedrijf zijn er 110 georganiseerd, terwijl de onder» nemingen, 3ie buiten de patroonsorga» nisaties staan zeer klein zijn- Niet meer dan 6 Werknemers van de ruim 1200 zijn ongeorganiseerd en deze werken bij de 6 niet»aangcsloten werkgevers. Voor de in» en doorvoering van meclezeggenschap. ook als straks de wettelijke medezeggenschap er komt, is „gesloten" organisatie dc beste waar» borg. Wat ook weer uit boven»aange» haald voorbeeld blijkt- %a LETTEREN EN KUNST PENSIOENFONDS VOOR TOON EELISTEN. Behalve de directies van „Het Schouw» tooneel" en het „Vereenigd Tooneel", zijn „Het Nederlandsch Tooneel op Java", directeur Henri Brondgeest, de verecniging „Het Nieuwe Nederland» sche Tooneel, artistiek leider Louis Saalborn en „De Hollandsche Tooneel» verecniging", directeur Piet Vink, tot het Algemeen Pensioenfonds voor Ne» derlandsche Tooncclistcn toegetre» den. Vele acteurs cn actrices hebben zich reeds als deelnemers aangemeld bij den secretaris den heer Jb. E. Joachimsthal te Amsterdam. De circulaire aan de artiesten en aan het personeel verbon» den aan de tooneelgezelschappen is verzonden. Voor de stichting van het suppletie» fonds dat in het leven wordt geroe» pen om ouden van dagen te steunen zijn bij den secretaris twee giften in» gekomen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent* per regel. Geschramd aan het prikkeldraad? Doe er di rect wat Akker's Klooster balsem op. die xnlvcrt en geneest snel zonder lttteckens. Heb dus steeds een pot in huis, want: Akker's Kloosterbalsem heelt nlle wonden KEES LAGEMAN. Een medewerker van Het Vaderland had een onderhoud met den tooneel» speler Kee$ Lagcman, die, naar wij meldden den 4en September 70 jaar wordt. Het volgende is er aan ontleend: Heyermans, zegt Lagcman, was cén der beste directeuren, die ik gehad heb. Hij hield van menschcn, die hun plicht deden. In Maart of April, als de con» tracten hernieuwd moesten worden, werd je op kantoor ontvangen. Heycr» mans. met een eindje sigaar in den mond. beschouwde met aandacht even het nieuwe formulier en begon te schrijven. Wil je dit onderteckenen? vroeg hij spoedig daarna en dan bleek dat hij je een verhooghg van 100 of 200 gulden had toegekend. Ongevraagd toegekend. Een praeht»directeur, maar geen zakenman. Hij gooide met het geld. Een groot gezelschap cn gewei» dige hooge gages. Je vroeg je wel eens af, of hij soms een onderaardschs gang had van zijn kantoor aan den Amstel naar dc kelders van de Ncderl. Bank. Ondanks vele moeilijkheden zette bij door. Roman 2e deel van Marie Peers b.v. is 52 maal gespeeld en zelfs Zon» dagsavonds was dc zaal maar matig bezet. Hij hield vol. hij wilde het pu» bliek dwingen en hij kou het doen, tot» dat zijn geldschieters ncm in den steek lieten. Ik neb er met genoegen ge» werkt, evenals bij Bronügcerf, dien ik bij zijn tweede bezoek aan InJic ver» gezcld heb. Het is vermoeiend om in Indië tc spelen, niet alleen door het vele lange reizen, maar ook omdat in Euio» pccsche kleeding speelt. We hebben er Opstanding gespeeld met bontjassen aan en met baarden en pruiken. Dat valt niet mee. Dc behandeling bij Brondgeest was schitterend. Ik ging er naar toe. ik liet hier een vrouw cn zes kinderen achter met beklemd hart. Zouden we succes hebben? Brondgeest was het, die er voor zorgde, dat je onderweg in wat betere stemming kwam, dat je vertrouwen kreeg in de zaak...... trouwens in Indië was de regeling voor» treffelijk. Als wc in een plaats aan» kwamen, stonden de rijtuigen gereed om ons de bezienswaardigheden tc laten zien. Dc champagne stond in het ijs. Je hotel was verzorgd. Je had om zoo tc zeggen geen portemonnaie en sigarenkoker noodig en zelfs was er een cxtra'tje voor de terugreis. In Rotterdam hebben we daarna van het Brondgcest»gezelschap deel litgemaakt, maar in den Dierentuin in Den Haag liep dc boel mis. In een groot aantal stukken heeft Lageman gespeeld en bijna allemaal pèrc noblc rollen. Eenmaal, zegt hij, een jeune premier. Ik was toen een verliefde jonge luitenant. Het vrijen ging me zoo slecht af, dat ik het nooit meer gedaan heb. Het is één van de weinige keeren geweest, dat de pers ontevreden over me was. DE HUGO DE GROOT HERDEN KING De plechtigheid die Vrijdagmiddag in de Nieuwe Kerk te Delft plaats had, werd behalve door de Koningin-Moeder, bij gewoond door de ministers van Buiten- landsche Zaken, van (Justitie en van Ar beid, verscheidene leden van den Raad van State, leden van de Eerste en de Tweede Kamer, I loogleeraren, gezanten en vertegenwoordigers van Buitenland- sche vereenigingen. De Koningin had zich doen vertegenwoordigen door Oraal van Lijnden van Sandenburgh. Nadat het Wilhelmus van Nassauwe gezongen was en het koor van de afdee- fing Delft van de Maatschappij tot be vordering der Toonkunst onder leiding van den heer Henk van den Berg hd eerste en tweede deel van Psalm 24 van J. Pzn. Sweelinck gezongen had (de or ganist der kerk, de heer J. H. Storm, bespeelde het orgel) was het woord aan prof. rar. NL W. F. Treub, oud-minister van financiën, voorzitter van het uitvoe rend comité en van het hoofdbestuur der Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, tot het uitspreken van een openingsrede. Spr. zette inzonderheid uiteen de betee- kenis van Hugo de Groot voor onzen tijd, neer, aldus spr., eenmaal alle be- afde volken zich zullen hebben ver bonden, elkander niet met wapengeweld te lijf gaan, aar hun geschillen te on derwerpen aan den aangewezen inter nationale rechten, wiens uitspraak zij zullen hebben te eerbiedigen op stralfe van als een misdadiger gebrandmerkt en door de vereenigde internationale over macht als zoodanig te worden behan deld, zal het recht ook onder de volken als zoodanig zegevieren, zal er veiligheid zijn, niet slechts binnen de verschillende landsgrenzen, maar over die grenzen heen. Is het eenmaal zoover gekomen, dan zal Grotius' code van internationale moraal een werkelijke rechtscode zijn ge worden. Wij kunnen, aldus besluit prot. Treub zijn rede, de nagedachtenis van Grotius niet beter eeren dan door ieder naar de mate onzer krachten er toe bij te dra gen, dat dit thans grijpbaar geworden ideaal zoo spoedig mogelijk verwezen- lijkt Moge dit weldra zijn bereikt. Hiermede verklaarde spr. deze nationa le Grotiusherdenking voor geopend. Daarna hied de minister van Justitie mr. Schokking een rede, die spr. aldus besloot. Ik acht het een gelukkige gedachte van het bestuur der Vereeniging voor Volken bond en Vrede, dal hot ons hier, in het koor van een kerkgebouw voor de her denking van het werk van Grotius heelt samengebracht. In dit koor. waar de Va der des Vaderlands met zijn roemrijk ge slacht begraven ligt, waar ook Grotius, de vroegere balling, zijn laatste rust plaats heeft gevonden. Nergens sterker dan hierin deze gewijde plaats klinkt als langs de zuilen de roepstem op, om het recht en den vrede lief te hebben, zooals die beide in God den Almachtige hun oorsprong cn einde hébben. In zijn goddelijk karakter krijgt de eisch om net recht te zoeken cn den vrede te vinden, eerst de hoogste waar de. Daarom moge hij zóó beluisterd wor den en in steeds wijder kring onder de volken weerklank vinden. Daartoe ook door deze herdenking iets te hebben bij dragen zal voor de Vereen, voor Volken bond en Vrede zeker de grootste voldoe ning zijn, daar het tevens de beste hulde is, die aan de nagedachtenis van Gro tius kan worden gebracht Verder hielden nog redevoeringen de Grieksche gezant cn mr. H. C. Dressel- huys, voorzitter van de Centrale organi satie voor een duurzamen vrede. I Iet koor zong ten slotte het Bundes- lied van Mozart cn Morgengebed (w ror- den van Hugo de Groot en muziek van G. S. van Kr eken GHzn.), waarna de plechtigheid, die grooten indruk had ge maakt, geëindigd was. INDRUKKEN VAN EEN REISJE PER FIETS DOOR LUXEMBURG u l uX. i. J i f „O droomen van mijn jeugd en van mijn langen nacht! O zielsverlangen, dat mij langzaam doet verteren! Ik heb al lang genoeg mijn effen pad betreen, 'k Wil rijzen, dalen, 'k wil genieten, leeren, zwerven; Ik wil voor lange jaren heen; Voor ik Gods wondren heb gezien, kan ik niet sterven!" (De Genestet). Ik heb De Génestet als uitgangspunt van mijn opstel moeten kiezen, mdat ik weet, dat wat in hem leefde ook in ons leeft, Hij was mensch onder de men schea en heeft gestreden den zielestrijd, dien elk denkend wezen nu en in de toe komst zal te strijden hebben. Reizen, het tooverwoord, dat de ge lukkige, die op een aantal vacantiedagen mag rekenen, een zeker aantal dagen 's jaars onrustig engelukkig maakt. Gelukkig, omdat hij rust vindt in 't feit, dat de sleur van zijn leven gebroken zal worden. Men spreke niet met minachting over 't reizen, zooals de bekende Weener psy choloog Dr. Stekel doet in zijn boek: „Wat op den bodem der ziel ligt". Wie het hoofdstuk „Waarom wij op reis gaan" door leest, merke als ik op, dat deze geleerde in 't reizen ziet een prikkel, bij de vele prikkels (rooken, sport, thea ter, bioscoop, sexualiteit) waarmee de menschheid reeds behept is. 't Reizen is z.i, een toegeven van den vermoeiden mensch aan jeugdverlangens. In zooverre is hij het eens mei de le regelen van de aangehaalde woorden van De Génestet, doch deze maakt van 't reizen iets hoogers, iets, dat wij, dat alle reizenden er van maken. Het bewuste en bij velen onbewuste: „Vóór ik Gods won deren heb gezien kan ik niet sterven". Twee jaren geleden wilde ik een tocht je per fiets, door de Ardennen maken. Al leen is maar alleen, dus gezelschap ge zocht enniet gevonden. Twee adver tenties brachten de somma van 0 (zeg^e nul) poststukken in mijn brievenbus. De animo om in heuvelachtige streken te peddelen was blijkbaar niet groot. De Hollander, is, als de wegen van zijn land meer gelijkvloersch. Geen Ardennen dus. Ja, tooi. Er kwam uitkomst In een cou rant vroeg iemand gezelschap voor een fietstochtje door de Ardennen. Ik mocty het gelukkige reisgezelschap worden en van dat tochtje heb ik zulke aangename herinneringen overgehouden, dat een maal 't plan, voor een herhaling, andere streken per fiets te bezoeken, bij mij kwam vast te staan. Op de fiets toch zie je een macht, 't gaat noch te vlug, noch te langzaam, je kunt er eens afstappen, aan den kant van den weg verpoozen. Trein en auto gaan te vlug. Uit ondervinding weet ik, dat de auto, bioscoopimpressies geefl, welke vervliegen, omdat ze te kort in 't geheu gen komen; ze smelten er in weg. On middellijk geef ik toe, dat de fiets meer vermoeienis geefl; echter eene, die haar belooning meermalen weerkaatst. Ditmaal gold het Luxemburg. Gezel schap v/erd gezocht en gevonden in een ouden jeugdvriend van mij, uïe thans in Den Haag woont en zijn Haarlemschen vriend nog al eens op komt zoeken. Een reisplan werd vastgesteld. 27 Juli werd genomen als datum van vertrek. Reisplan: Maandag trein naar Brussel. Dinsdagoch tend een indruk van Brussel meenemen. Dinsdagmiddag naar Luxemburg. Woens dag, Donderdag en Vrijdag in L. fiet sen, Zaterdag Irein naar huis. Nog eenige algemeene opmerkingen vooraf: De lezer gelieve tot goed begrip van 't volgende 't kaartje te bewaren. De kieken heeft m'n vriend genomen. Enkele finesses, hoewel vaak in eigen faal weer gegeven, zijn ontleend aan Allert De Lange's reisgids voor Luxemburg. Wie behalve de bijzonderheden hieronder ver meld, meer van L. wil weten, staan be halve genoemde gids nog 3 boekjes van M. A. Perk ten dienste verkrijgbaar bij Allert De Lange, Amsterdam. Overigens men vrage de redactie mijn adres. Jk licht u gaarne, zooveel in mijn vermogen is, in. Zij nog vermeld. L. tot 1890 aan onze Koningen behoorende (de vlag van het groothertogdom is ook rood-wit- blauw-oranjewmpei), wordt thans gere geerd door Hertogin Charlotte van Nas sau, gehuwd met prins Felix van Bour bon, 3 kinderen. Hel telt pl.m. 30U.000 inwoners, meerendeels Katho'iek, duide lijk te bemerkei} aan de talrijke Christus- en Mariabeeldjes langs den weg zooals men d.e ook vaak ziet in de Ardennen en Zuid-Limburg. Dc oppcrvl. staat ge- ■'jk met die van onze pnvincie Dreu'e, de dichtbevolktheid komt die van Zee land nabij. Hoofdbronnen van besiaan zijn akker, boscb- en wijnbouw. In het Z. W. gedee.te bloeit een uitgcbieide ijzerinóustrie. Een Ackerbauschule (landbouwschool) en scheikundig laboratorium trolfen wij te Ettelbruck aan, terwijl in L de mo dernste landbouwmachines te koop zijn. Fransch is de regeeringstaal. Ouze er varing was, dat men er drie talen op na houdt. Eigenlijk vier. Met Fransch kan men bijna overal terecht. Is men die taal niet machtig, men verstaat uw Duitsch evengoed. Vooral in 't Z. O. gedeelte. Dan is er een taaltje, dat eigenlijk nie mand verslaan kan, en dat men verstan dig doet Luxemburgsch te noemen. Mis schien neemt het onder de talen denzelf den rang in als 't Limburgsch in Ne derland. In ieder geval de Lux. klanken doen aan Duitsch en Fransch denken en men zal zeker jaren, onder 't volkje ge woond moeten nebben, om de portee van hun gesprekken te kunnen vatten. Eigenaardig is, dat in die hutspot van woorden ook enkele Hollandsche, als eenzame krenten op een rijstetaart, een plaatsje hebben g vonden. In een L. café op 't marktplein, waar men op Vrijdag 1 uur druk aan 't kaarten en pokeren was hoorde ik 2 Luxemburgers, die onver- valscht in 't Fransch hun punten telden, aldus: quatre-vingl, quatre-vingt-dix, quatre-vingt-dixneuf en dan niet 't daar opvolgende cent (isgelijk 100) doch 't op vallende Hollandsche woord honderd ge bruiken. Men weet een bewijs van Nederlander schap is voor L. voldoende (5 jaar gel dig). Plaatsbespreking in hotel is ze^er gewensebt in Mei en Augustus indien men ergens een poos wil verblijven. Zoo a'.. wii reisden, van dorp tot dorp, niet wetenae, waar den volgenden dag het moede hoofd zou neder liggen, kan men 't er veilig op wagen. We tro.fen wel eens volle hotels, eaocl., dan werd ons een goede dépendance aangewezen, een soort filiaal, waar men goedkoop en toch uitstekend sliep (gemiddeld 17 Franc met ontbijt, dus ongeveer 2 in Holl. geld) 1 maal te Mersch, propiétaire Branden- burg^uitstekend logies met dito ontbijt Voor L en België geldt de W. E. T„ d e nog 20 minuten vroeger is dan de onze. Mijn gids vermeldt Belgische siga ren als geurig en goed. Ik vind ze slecht en duur. Hollandsche sigaren zijn in de groote steden overal, in de kleinere zel den of niet verkrijgbaar. Ze zijn er duur der dan in 't eigen land. Nog valt op le merken, dai de ireinen in België links houden (het verkeer overigens rechts), in L. rechts, en dat men daar, als in Duitschland 4 klassen heeft (4e klas staanplaatsen). In L. neemt men Fran- sche en Belgische franken in betaling aan, waartegen men vaak Lux. geld te rug ontvangt, dat in B. en Fr. niet gel dig is en dat men, meen ik, hier aan de banken, niet in Holl. munt kan omzet ten. 27 Juli. Maandag. Mijn trein voor Brussel zou 1.35 ver trekken. Een uur fe voren had ik mijn nets aan 't bagagebureau afgegeven 1.95). „Gaat niet verder dan Antwer pen. In Antwerpen opnieuw bevrachten voor Brussel", luidde het aan 't oagage- loket. Hiermee begon de eerste van een reeks fietsenmisères, die ik in finesses niet vermelden zal, doch die alle hierop neer komen dat onze Zuidelijke naburen, zooveel respect voor een fiets hebben, als een muis voor een kat. Je kunt ze, de fiets nl„ meenemen, vreemdeling, doch zorg er op reis zelf voor. „Wij kijken er niet naar om". Het „laden" en „lossen" is dus der reizigers werk. Onzè endervinding is dat men verstandig doet driekwartier voor 't ver trek van den trein op 't station amwe- zig te zijn. Dan is men „verzekerd" vap zijn rijwiel. Eerder ook niet. In Den Haag voegae m i vriend zich bij mij en nu ging het in den regen over den Moerdijk naar Rosendaal. Hier kwa men de Belgische douanen in den trein. Daar we geen lid van den A. N. W. B. waren, moesten we in Antwerpen ieder voor onze fietsen waarborgsom van 186,4 francs storten, die we Iafer, bij ons vertrek uit België te Essen weer te rug kregen. Door deze inschrijving mis ten we den aansluitenden trein (een tijd verlies van 20 minuten). Bij 'f verlaten van België le Essen, bezorgde ons 't douane-oponthoud een verlies van ruim een uur. „Wordt dus lid van den A. N. W. B. wielrijders, wordt lid! Bij goed weer snorde de Belg nu naar Brussel Noord. Het stortregende bij aan komst. Fietsen in depot (ae 2 voor 80 centimes). Een Iptel gezocht en gevon den. Métropole mislukte. Hotel des Bou levards (place du Rogier) gelukte; uit stekend hotel. 26 franc met ontbijt. Hoewel 't regende dreef ons de nieuws gierigheid (Brussel was voor ons beiden een onbekende) dien avond de straat op. Geen winkelsluiting! Om 12 uur sliepen we als... rozen. 28 Juli. Dinsdag. Van Brussel 't voornaamste gezien in vogelvlucht. Na 12 nog een trammetje naar Tervueren. Om Half 3 in den trein voor Luxemburg. Zóó druk, dat we staan moesten. In Namen gelukte het ons een zitplaatsje te veroveren en nu ging het in een huppelend vaartje door de Ardennen naar Luxemburg. De treinrit was niet onaangenaam. Het voorbijsnellende landschap door een af wisselend zonnetje beschenen ontlokte ons uitroepen van bewondering. Precies op tijd, 7.18 stoomden we het station L. binnen. De fiets in de hand passeerden we de passenconlrole. In de hal bleef ik met 2 velo's achter; terwijl slaagde mijn vriend er in nachtverblijf le vinden. Een dépendance van Hotel Gesse zou ons nachtoord worden. Daar stalden we onze fietsen. Een citroëncabriolet-Clesse bracht ons naar de dependance, waar we ons verfrischten. Per auto werden we toen weer naar Gesse gebracht, waar we een voudig dineerden. Dien avond regende het, en toen we „onder regenbuitjes" ongeveer 10 uur tc bedde kropen, moest ik denken, aan wat ons dicnzellden avond was toegevoegd door den mond van den zoon der hotel eigenares: „Men lebt immer von der Hoffnung". Zijn woord bleek een goede profetie. Tenminste, toen we aan den morgen van den 29en Juli onze oogen naar het luchtruim richtten, bleken de laatste buitjes gepassrerd en konden we vol Hoffnung onder een vroolijk zonnetje het stalen ros bestijgen voor Echternach (33.1 K.M.) Vermeld ik nog, dat men z'n tochten per fiets door L. onmogelijk kan maken zonder hulp van den gids voor België en L. uitgegeven door den A. N- W. B. Dit boekje heelt ons onschatbare diensten bewezen. (Slot volgt.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 20