'V Tv.
LlLS^.k
HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 29 AUG. 1925
DE- TOESTAND IN DE DRENTSCHE
VEENSTREKEN
WAAROM DE OVERHEID ZICH NIET MET DE
SLECHTE WONINGTOESTANDEN BEMOEIT
In oas vorig artikel hebben we den
Biechten woningtoestand besproken en
toen we dat, alles zoo gezien hadden, meen
den we eens naar den burgemeester van
Emmen ie moeten gaan om te hooren,
waarom de overheid hier niet ingrijpt.
De burgemeester van Emmen wilde
"echter geen enkele inlichting geven. Had.
zooals hij zei, droevige ervaringen gehad
met „dagbladschrijvers" en vond het be
ter, maar niets te zeggen. Of we den bur
gemeester er al opmerkzaam op maakten
dat hei toch beter zou zijn, wèl inlichtin
gen te geven, het hielp niet. De heer
■Kooceira had niets te zeggen en zoo moes
ten we maar zien, elders iets te weten te
komen. TYe troffen het bijzonder, want één
der raadsleden te Emmen, de heer Postma
is met de toestanden im de gemeente bij
zonder goed op de hoogte. Tot voor
«enigen tijd ws6 er in Emmen een ver-
eeniging voor volkshuisvesting en daar
•ras de heer Postma voorzitter Tan. Dus
met de woningtoestanden was de heer
Postma zeer goed bekend.
Hoe komt het toch, vroegen we, dat
(de gemeente Emmen een toestand aio deze
laa: voortduren I
Och, zei de heer Postma, de imenecber.
Willen ze'd dikwijle niet anders. Er wa
ren wel menschea im kronen, die er heusch
niet in behoefden te wonen maar het een
voudig alleen doen, omdat ze dan geen
belasting behoeven te betale:
Dan zijn er menschen, die eenvoudig
nie; anders willen.
Er waren natuurlijk ook gezinnen, die
wel een aaider huis zouden willen hebben,
maar voor Emmen, dat er financieel zoo
slecht voorslaat, gaat het niel san, om
huizen te gaan bouwen. Toen ik nog
voorzitter was van „Volkshuisvesting"
heb ik eens een eigenaardige ervaring ge
had. -We lieten mensehen ui; krotwoningen
4n oirze goede huizen wonen- Maar z
mossten er uitgezet worden, én om war
betaling an om vervuiling. Iets is er o
mijn voorstel wel gedaan, en "dat .is, da
er geen nieuwe veenhuiten meer bijgt
bouwd mogen worden.
Maar, zeiden we, zooals de toestand
nu is kan -het- toch niet blijven. Kar. de ge
meerde er dan in het geheel niets aam
doen?
Daar is geen beginnen aan. Reeds
Toor langen tijd waren in Emmen a 8C0
huizen onbewoonbaar en dat zal nog wel
zoo zijn. Emmen heeft geen geld om*hui
zen te bouwen, de menschea niet om de
huur er voor te betaler-
Wat Emmen aam inkomstenbelasting
binnen krijgt, moet ongeveer geheel voor
steunverleeniaig en werkverschaffing
den gebruikt. Wnt er verder gebeuren
moei geschiedt van geleend geld. Als Em
men zoo nog een jaar of twaalf door blijft
boeren, zal de geheels belasting opbrengst
alleen ooo'dig zijn voor de geslocen lee
ningen.
Zoo ziet n, hoe de financieels toestand
ran Emmen is.
Voor Armenzorg alleen was dit jaar e-
tor, geraamd voor dg geheele gemeen!
Maar nu zijn er reeds afdeelingen, die
gevra
de
Tot zoover ons onderhoud met den heer
Pcetrrra, die dus zei, dat er veel mensohen
zijn. die ..niet anders wiilen".
De heer Postma kon dus niet zeggen,
wat er dan gedaan moet worden voor de
mensohen die wèl anders willen en
die zijn er ook. We hebben in Emmen
zoo eens met verschillende mensohen ge
sproken en die zeiden ook al, dai er veel
measchen zijn, die zelf schuld hebben aan
hun ellende. Zelf troffen we nog een ge
zin, dat naar Limburg wa6 verhuisd.
M»3r ze waren, zei een buurvrouw, te
ruggekomen, omdat ze er niet graag moch
ten wezen. Zoo kwamen ze dan terug,
zochten vrijwillig hun oude treurige
plaats weer op om armoede te gaan lijden.
Zulke mensohen hebben zeker schuld en
We hadden gehoord dat vele gezinnen
ook niet zooveel armoede behoefden te lij
den, ale ze beter hadden opgepast.
En dat bleek juist te zijn.
Verschiliende personen, o.a. 'de gemeen
tesecretaris van Emmen en de burgemees
ter vam Sleen verzekerden ons, dat er ge
zinnen waren, waar tijdens den oorlog we!
vijf duizend gulden per jaar inkwam. Er
zijn gezinnen die inderdaad gespaard
hebben en daar nu nog de vruchten vaal
plukken. Doch velen hebben even hard
uitgegeven els ze ontvingen en leefden
bij den dag, zooals een groot deel van de
bevolking dat pleegt te doen. Maar zelfs
onder de menechen. die geld wisten over
te sparen heerscht voor een deel armoede.
Ze hadden van hun geM een stukje Neen
gekocht en dat is verloren gegaan toen er
met het turfgraven bijna niets meer te ver
dienen .vieL
Dan was «as nog gezegd, dat ear vee!
geld aan drank verloren ging, maar bij
onderzoek is ons gebleken, dat dit vrijwel
onjuist is.
Tijdens en na den oorlog, in de goede
jaren, ja, toen is er gedronken. Er -werd
b-v. veel slechte Duiteche cognac naar
Holland gesmokkeld iin dien tijd.
De stationschef van de E- D. 6. in Em
men vertelde, dat in de goede jaren some
heel wat öwvnk met de tram vervoerd
werd. maar dat is nu gedaan- Hij vooral
kon het aan het reizigersvervoer weten,
dat de tcestan'd in de (veen streken
slecht is.
De veenarbeiders en hun vrouwen gingen
altijd gaarne naar de markten, die in de
buun gehouden weiden, maar thans niet
meer zooveel.
Het aantal dat mu per tram v ervoer d
wordt op marktdagen, is wel met twee
derde teruggeloo per-
Wat het alcoholgebruik betreft, daar
spraken iwe nog over me; een ambtenaar
van de reclasseering. Die vertelde ook. dav
er nu niet veel misbruik wordt gemaakt
van eterken drank. De menechen hebben
geen geld meer om alcohol te koopen. Na
tuurlijk, aldus onze zegsman, zijn er on
gunstige uitsonderingen, lederen Zater
dag kernen de arbeiders met hun loon
van (de (werkverschaffing terug en dan is
er nog altijd een zeker, gelukkig niet
gToot, percentage, dat zoo uit de tram van
het schamele loon een borrel gaat koopen.
Voor eenigen tijd had ik aan zoo'n arm
v eengezin twee rijksdaalders geleend,
maar van terugbetalen kwam maar niets.
Op een Zondag ben ik toen eens onver
wacht gekomen en ik zag dat (men iets
onder de tafel trachtte te verbergen.
Het was een flesch drank
Ze hadden allerlei verontschuldigingen,
zeiden zelfs dat een buurman het cadeau
gedaan had, maar hst was toch niet in
orde.
Maar gelukkig zijn dit uitzonderingsge
vallen en ik kan wel zeggen, dat er geen
misbruik gemaakt wordt van eterken drank
Dsae ambtenaar vertelde ook neg een en
ander over het zedelijk peil der -bevolking.
Behalve enkele excessen is door de ar
moede gelukkig geen zedelijk verval te
aües in hel korf eaanen door te zeggen
,De toestand is op het -oogenblik te on
zeker om iets. te doen. We weten nog niet
hoe het met verschillende dingen zal loo-
en de risioo is daarom voor de over
heid ie groot om in re grijpen.
Maar naar onze meening zou met wei
nig kosten ,il heel wat te bereiken zijn.
Houten barakken bijvoorbeeld zijn el heel
wat boter dan plaggenhutten.
zou in elk geval controle mogelijk
zijn om te voorkomen dat de mensohen
„niet andere willen" de woningen la
ten vervuilen. En dan gou men een beteren
hygiênisohen toestand krijgen. Dat voor
al is een eerste eisch, want nu ia hef
daarmee treurig gesteld. In Kléin-Rusland,
waarover we in ons vorig artikel vertel
den, ie niels wat op een waterleiding of
zelfs maar een pomp lijkt. Willen de men
schen water hebben, dan moeten ze daar
heel eind voor loopen. Wie de men
sohen daar kent, zal begrijpen, dat ze die
wandeling niefc ie dikwijle zullen doen
het er om gaat. de zindelijkheid te'
bevorderen. Er was in klein-Rustand een
put, maar, zoo vertelde één der bewoners,
deze te spoedig onbruikbaar geworden.
Iemand plantte er zijn hut neer en de
kwaadwillige, want rlat moet zoo iemand
wel zijn, zette vlak bij de put zijn W. C.
Het geval is trouwens bij de politie aan
gegeven.
Ook de maaier, waarop allen bij elkaar
in een hut a'.apan, is allerbedroevendst.
De kinderen worden eoms maar ergens
„weggestopt" als het ware tusschen de
heideplaggen.
Ongezonder en viezer slaapplaatsan dan
a deze heidehuftan zijn zeker niet denk
baar. De oude Germanen hadden vermoe
delijk nog betere woelingen.
In -sommige hutten is het zóó bedompt,
dat als we er m gingen, we soms niet wis-
hoe spoedig we er weer uit zouden
.en,
zoo'n atmospheer eten, wonen en
slapen hoela gezinnen.
En het i6 dan ook vrij zeker aan de
frissohe, gezonde buitenlucht te danken,
dB* we er niet meer van ziekten hooren.
Maar we vragen ons af, hoe het in zulke
hutten 'e winters moet gaan als het bit
ter koud ie op die open vlakte en de deit-
m, of liever gaten dicht moeten blijven..,.
Al jaren bestaan deze veenhutten. Ze
•aren als „tijdelijk" bedoeld om dienst te
doen gedurende het werk in de veenderijen
Maar dat tijdelijke is een lange duur
gebleken en het wordt zoo zoetjes aan tijd
dat die krotten van den Drentschen bo
dem verdwijnen.
voldoende gezegd te heb-
Iben van den slechten woningtoestand. En
al zijn er dan menechen. die niet andere
willen, goed. dam moet die menechen
maar aan het verstand worden gebracht
dat ze anders moeten. Als de eene helft
niet andere wil, dap mag de andere helft
daar niet onder liïden.
Hoe het komt, dat de toestand in de
veenstreken zoo slecht is, zullen we in
een volgend artikel bespreken. We hadden
daarover een onderhoud met den heer
Jongbloed, burgemeester van Sleen, Rijks
inspecteur voor de oteuirverleening (thans
werkverschaffing), vertegenwoordiger van
vam Arbeid voot Drenthe.
Zoo hebben Öe autoriteiten dus redenen
om mïet te veel te deen -aan het verbete
ren der krotwoningen. 'Maar nadat we
alles bekeken hebben en verschillende per
sonen spraken, meenen W9 toch, dat het
niet aangaat, alles zoo te laten.
In het volgend artikel zal men zien, dat
de autoriteiten nog een xeden hebben om
de woningtoestanden zoo te laten.
Men wil de mensohen namelijk uit Em
men vrij laten trekken naar de industrie
streken in Nederland. En als we nu wo-
nirfgen gaan bouwen, blijven ze misschien,
zeggen sommigen. De heer Poeima, we
hebben he: straks nog niet gezegd, vatte
PERS-OVERZICHT
OVERWERKVERGUNNING EN
BEDRIJFSRECHTSPRAAK-
H. L. schrijft in „De Strijd", orgaan
van het N. V- V-
In de collectieve arbeidsovereenkom»
sten in de Grafische Bedrijven is o m-
ook een uitgewerkte regeling voor het
overwerken opgenomen-
Deze regelingen bestaan van den tijd
af. dat de eerste contracten werden af»
gesloten, dus voordat de Arbeidswet
1919 van kracht werd.
Voor de naleving dezer regelingen
zorgen de rechtspraak<commissies-
Bij de invoering der Arbeidswet 1919
kwam de contrölc over het overwerken
bij de Arbeidsinspectie. Nu werd en»
kele jaren geleden, "na wijziging der
Arbeidswet, aan een aantal industrieën
de vrijheid verleend om 100 overuren
te mogen laten maken, zonder dat daar»
voor vergunning aan de Arbcidsinspec»
Jtie behoeft te worden aangevraagd.
De grafische vakken behooren daar»
onder.
De contrölc over deze overwerkrege»
ling bleef aan de Arbeidsinspectie, al»
hoewel er op gerekend wordt, dat ook
werkgevers» en werknemersorganisaties
zooveel mogelijk voor een goede con»
tróle zorgen.
Over het algemeen werd en wordt
lan deze regeling in genoemde bedrij»
■en goed de hand gehouden. En wan»
neer overtredingen worden geconsta»
teerd, wordt daartegen met kracht op»
gekomen-
Zoo trof ons dezer dagen een uit»
spraak van Gecombineerde Besturen
voor het Lithografisch Bedrijf (dat is de
Bedrijfsrcchtbank voor het Steendruk»
kersbedrijf) waarbij straf werd opge»
legd aan een werkgever en een aantal
werknemers, wegens gepleegde overtre»
dingen van de overwcrkregeling.
Bedoeld vonnis luidt als volgt
„De firmawordt wegens het,
in het eerste kwartaal 1925, laten over»
werken, zonder vergunning van de Ar»
beidsinspectie en zonder toestemming
van Gecorab- Besturen voor het Lith.
Bedrijf, een boete opgelegd van één
honderd gulden (zegge 100) terwijl
verder genoemde firma. "3e werkne»
mers, die aan het overwerk hebben
deelgenomen, gedurende het jaar 1925
niet overuren mag laten maken, dan
die, welke na aftrek van de reeds ver»
erkte, overblijven van het totaal aan»
tal contractueel vastgestelde en dan
slechts na verkregen toestemming van
de Arbeidsinspectie.
Den chef wordt een boete opgelegd
van i 10, één der drukkers een boete
•an 1Ï-5Ó, écn der drukkers een boete
an 15, terwijl de steenslijpcr een
boete van ƒ5 zal moeten betalen-
Tenslotte wordt bij deze het geheele
georganiseerde deel van het personeel
ernstig berispt wegens het feit, dat het
geen mededeeling heeft gedaan van de
gepleegde overtredingen aan de res»
pectievclijke besturen."
Wij hebben dit merkwaardige vonnis
om meer dan één reden hier in haar
geheel opgenomen-
In de eerste plaats blijkt er uit hoe
intensief de medezeggenschap in ge»
noemd bedrijf is- Het rechtsprekend
college is paritetisch samengesteld, zoo»
dat beide partijen even grooten invloed
hebben.
In de tweede plaats blijkt, dat ook
de medezeggenschap over het overwer»
ken volledig in handen van gecontrao
teerde partijen is, terwijl in de derde
plaats, en hierop willen wij in het bij»
zonder de aandacht vestigen, ook het
maken- van proces»verbaal en de be»
straffing van overtredingen in handen
van patroons en werknemers is gelegd,
althans in dit geval.
Dilidelijk blijkt uit het vonnis, dat de
Arbeidsinspectie de vervolging van
deze overtredingen aan de bedrijfs»
rechtspraak heeft overgelaten en ook
dé kantonrechter buiten deze over»
•k.overtreding gelaten is-
"ij hebben hier een typisch staaltje
vergaande bcdrijfsrcchtspraak en
medezeggenschap, waarbij de wettelijke
instanties geheel zijn uitgeschakeld-
Eigenaardig is bovendien, dat niet al»
leen den werkgever een straf is opge»
lcgd, maar ook het geheele personeel
omdat dit naliet ctc organisaties te
waarschuwen-
Een dergelijke vergaande bemoeienis,
welke een uitvloeisel is van het in het
Litfiogr- Bedrijf bestaande collectief
contract, kan natuurlijk alleen dan ver»
kregen wor3en, wanneer sterke organi»
saties van werkgevers en werknemers
bestaan. En dat is in genoemd bedrijf
ongetwijfeld het geval.
Van de 116 firma's in dit bedrijf zijn
er 110 georganiseerd, terwijl de onder»
nemingen, 3ie buiten de patroonsorga»
nisaties staan zeer klein zijn- Niet meer
dan 6 Werknemers van de ruim 1200
zijn ongeorganiseerd en deze werken bij
de 6 niet»aangcsloten werkgevers.
Voor de in» en doorvoering van
meclezeggenschap. ook als straks de
wettelijke medezeggenschap er komt,
is „gesloten" organisatie dc beste waar»
borg. Wat ook weer uit boven»aange»
haald voorbeeld blijkt-
%a
LETTEREN EN KUNST
PENSIOENFONDS VOOR
TOON EELISTEN.
Behalve de directies van „Het Schouw»
tooneel" en het „Vereenigd Tooneel",
zijn „Het Nederlandsch Tooneel op
Java", directeur Henri Brondgeest, de
verecniging „Het Nieuwe Nederland»
sche Tooneel, artistiek leider Louis
Saalborn en „De Hollandsche Tooneel»
verecniging", directeur Piet Vink, tot
het Algemeen Pensioenfonds voor Ne»
derlandsche Tooncclistcn toegetre»
den.
Vele acteurs cn actrices hebben zich
reeds als deelnemers aangemeld bij den
secretaris den heer Jb. E. Joachimsthal
te Amsterdam. De circulaire aan de
artiesten en aan het personeel verbon»
den aan de tooneelgezelschappen is
verzonden.
Voor de stichting van het suppletie»
fonds dat in het leven wordt geroe»
pen om ouden van dagen te steunen
zijn bij den secretaris twee giften in»
gekomen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent* per regel.
Geschramd
aan het prikkeldraad? Doe er di
rect wat Akker's Klooster balsem
op. die xnlvcrt en geneest snel
zonder lttteckens. Heb dus steeds
een pot in huis, want: Akker's
Kloosterbalsem
heelt nlle wonden
KEES LAGEMAN.
Een medewerker van Het Vaderland
had een onderhoud met den tooneel»
speler Kee$ Lagcman, die, naar wij
meldden den 4en September 70 jaar
wordt.
Het volgende is er aan ontleend:
Heyermans, zegt Lagcman, was cén
der beste directeuren, die ik gehad heb.
Hij hield van menschcn, die hun plicht
deden. In Maart of April, als de con»
tracten hernieuwd moesten worden,
werd je op kantoor ontvangen. Heycr»
mans. met een eindje sigaar in den
mond. beschouwde met aandacht even
het nieuwe formulier en begon te
schrijven. Wil je dit onderteckenen?
vroeg hij spoedig daarna en dan bleek
dat hij je een verhooghg van 100 of
200 gulden had toegekend. Ongevraagd
toegekend. Een praeht»directeur, maar
geen zakenman. Hij gooide met het
geld. Een groot gezelschap cn gewei»
dige hooge gages. Je vroeg je wel eens
af, of hij soms een onderaardschs gang
had van zijn kantoor aan den Amstel
naar dc kelders van de Ncderl. Bank.
Ondanks vele moeilijkheden zette bij
door. Roman 2e deel van Marie Peers
b.v. is 52 maal gespeeld en zelfs Zon»
dagsavonds was dc zaal maar matig
bezet. Hij hield vol. hij wilde het pu»
bliek dwingen en hij kou het doen, tot»
dat zijn geldschieters ncm in den steek
lieten. Ik neb er met genoegen ge»
werkt, evenals bij Bronügcerf, dien ik
bij zijn tweede bezoek aan InJic ver»
gezcld heb.
Het is vermoeiend om in Indië tc
spelen, niet alleen door het vele lange
reizen, maar ook omdat in Euio»
pccsche kleeding speelt. We hebben er
Opstanding gespeeld met bontjassen
aan en met baarden en pruiken. Dat
valt niet mee.
Dc behandeling bij Brondgeest was
schitterend. Ik ging er naar toe. ik
liet hier een vrouw cn zes kinderen
achter met beklemd hart. Zouden we
succes hebben? Brondgeest was het,
die er voor zorgde, dat je onderweg
in wat betere stemming kwam, dat
je vertrouwen kreeg in de zaak......
trouwens in Indië was de regeling voor»
treffelijk. Als wc in een plaats aan»
kwamen, stonden de rijtuigen gereed
om ons de bezienswaardigheden tc
laten zien. Dc champagne stond in het
ijs. Je hotel was verzorgd. Je had om
zoo tc zeggen geen portemonnaie en
sigarenkoker noodig en zelfs was er
een cxtra'tje voor de terugreis.
In Rotterdam hebben we daarna
van het Brondgcest»gezelschap deel
litgemaakt, maar in den Dierentuin in
Den Haag liep dc boel mis.
In een groot aantal stukken heeft
Lageman gespeeld en bijna allemaal
pèrc noblc rollen. Eenmaal, zegt hij,
een jeune premier. Ik was toen een
verliefde jonge luitenant. Het vrijen
ging me zoo slecht af, dat ik het nooit
meer gedaan heb. Het is één van de
weinige keeren geweest, dat de pers
ontevreden over me was.
DE HUGO DE GROOT HERDEN
KING
De plechtigheid die Vrijdagmiddag in
de Nieuwe Kerk te Delft plaats had, werd
behalve door de Koningin-Moeder, bij
gewoond door de ministers van Buiten-
landsche Zaken, van (Justitie en van Ar
beid, verscheidene leden van den Raad
van State, leden van de Eerste en de
Tweede Kamer, I loogleeraren, gezanten
en vertegenwoordigers van Buitenland-
sche vereenigingen. De Koningin had
zich doen vertegenwoordigen door Oraal
van Lijnden van Sandenburgh.
Nadat het Wilhelmus van Nassauwe
gezongen was en het koor van de afdee-
fing Delft van de Maatschappij tot be
vordering der Toonkunst onder leiding
van den heer Henk van den Berg hd
eerste en tweede deel van Psalm 24 van
J. Pzn. Sweelinck gezongen had (de or
ganist der kerk, de heer J. H. Storm,
bespeelde het orgel) was het woord aan
prof. rar. NL W. F. Treub, oud-minister
van financiën, voorzitter van het uitvoe
rend comité en van het hoofdbestuur der
Vereeniging voor Volkenbond en Vrede,
tot het uitspreken van een openingsrede.
Spr. zette inzonderheid uiteen de betee-
kenis van Hugo de Groot voor onzen tijd,
neer, aldus spr., eenmaal alle be-
afde volken zich zullen hebben ver
bonden, elkander niet met wapengeweld
te lijf gaan, aar hun geschillen te on
derwerpen aan den aangewezen inter
nationale rechten, wiens uitspraak zij
zullen hebben te eerbiedigen op stralfe
van als een misdadiger gebrandmerkt en
door de vereenigde internationale over
macht als zoodanig te worden behan
deld, zal het recht ook onder de volken
als zoodanig zegevieren, zal er veiligheid
zijn, niet slechts binnen de verschillende
landsgrenzen, maar over die grenzen
heen. Is het eenmaal zoover gekomen,
dan zal Grotius' code van internationale
moraal een werkelijke rechtscode zijn ge
worden.
Wij kunnen, aldus besluit prot. Treub
zijn rede, de nagedachtenis van Grotius
niet beter eeren dan door ieder naar de
mate onzer krachten er toe bij te dra
gen, dat dit thans grijpbaar geworden
ideaal zoo spoedig mogelijk verwezen-
lijkt Moge dit weldra zijn bereikt.
Hiermede verklaarde spr. deze nationa
le Grotiusherdenking voor geopend.
Daarna hied de minister van Justitie
mr. Schokking een rede, die spr. aldus
besloot.
Ik acht het een gelukkige gedachte van
het bestuur der Vereeniging voor Volken
bond en Vrede, dal hot ons hier, in het
koor van een kerkgebouw voor de her
denking van het werk van Grotius heelt
samengebracht. In dit koor. waar de Va
der des Vaderlands met zijn roemrijk ge
slacht begraven ligt, waar ook Grotius,
de vroegere balling, zijn laatste rust
plaats heeft gevonden. Nergens sterker
dan hierin deze gewijde plaats klinkt
als langs de zuilen de roepstem op, om
het recht en den vrede lief te hebben,
zooals die beide in God den Almachtige
hun oorsprong cn einde hébben.
In zijn goddelijk karakter krijgt de
eisch om net recht te zoeken cn den
vrede te vinden, eerst de hoogste waar
de. Daarom moge hij zóó beluisterd wor
den en in steeds wijder kring onder de
volken weerklank vinden. Daartoe ook
door deze herdenking iets te hebben bij
dragen zal voor de Vereen, voor Volken
bond en Vrede zeker de grootste voldoe
ning zijn, daar het tevens de beste hulde
is, die aan de nagedachtenis van Gro
tius kan worden gebracht
Verder hielden nog redevoeringen de
Grieksche gezant cn mr. H. C. Dressel-
huys, voorzitter van de Centrale organi
satie voor een duurzamen vrede.
I Iet koor zong ten slotte het Bundes-
lied van Mozart cn Morgengebed (w ror-
den van Hugo de Groot en muziek van
G. S. van Kr eken GHzn.), waarna de
plechtigheid, die grooten indruk had ge
maakt, geëindigd was.
INDRUKKEN VAN EEN REISJE PER FIETS
DOOR LUXEMBURG
u
l uX. i.
J i f
„O droomen van mijn jeugd en van
mijn langen nacht!
O zielsverlangen, dat mij langzaam
doet verteren!
Ik heb al lang genoeg mijn effen pad
betreen,
'k Wil rijzen, dalen, 'k wil genieten,
leeren, zwerven;
Ik wil voor lange jaren heen;
Voor ik Gods wondren heb gezien,
kan ik niet sterven!"
(De Genestet).
Ik heb De Génestet als uitgangspunt
van mijn opstel moeten kiezen, mdat ik
weet, dat wat in hem leefde ook in ons
leeft, Hij was mensch onder de men
schea en heeft gestreden den zielestrijd,
dien elk denkend wezen nu en in de toe
komst zal te strijden hebben.
Reizen, het tooverwoord, dat de ge
lukkige, die op een aantal vacantiedagen
mag rekenen, een zeker aantal dagen
's jaars onrustig engelukkig maakt.
Gelukkig, omdat hij rust vindt in 't feit,
dat de sleur van zijn leven gebroken zal
worden.
Men spreke niet met minachting over
't reizen, zooals de bekende Weener psy
choloog Dr. Stekel doet in zijn boek:
„Wat op den bodem der ziel ligt". Wie
het hoofdstuk „Waarom wij op reis
gaan" door leest, merke als ik op, dat
deze geleerde in 't reizen ziet een prikkel,
bij de vele prikkels (rooken, sport, thea
ter, bioscoop, sexualiteit) waarmee de
menschheid reeds behept is. 't Reizen is
z.i, een toegeven van den vermoeiden
mensch aan jeugdverlangens.
In zooverre is hij het eens mei de le
regelen van de aangehaalde woorden van
De Génestet, doch deze maakt van 't
reizen iets hoogers, iets, dat wij, dat alle
reizenden er van maken. Het bewuste en
bij velen onbewuste: „Vóór ik Gods won
deren heb gezien kan ik niet sterven".
Twee jaren geleden wilde ik een tocht
je per fiets, door de Ardennen maken. Al
leen is maar alleen, dus gezelschap ge
zocht enniet gevonden. Twee adver
tenties brachten de somma van 0 (zeg^e
nul) poststukken in mijn brievenbus. De
animo om in heuvelachtige streken te
peddelen was blijkbaar niet groot. De
Hollander, is, als de wegen van zijn land
meer gelijkvloersch. Geen Ardennen dus.
Ja, tooi. Er kwam uitkomst In een cou
rant vroeg iemand gezelschap voor een
fietstochtje door de Ardennen. Ik mocty
het gelukkige reisgezelschap worden en
van dat tochtje heb ik zulke aangename
herinneringen overgehouden, dat een
maal 't plan, voor een herhaling, andere
streken per fiets te bezoeken, bij mij
kwam vast te staan.
Op de fiets toch zie je een macht, 't
gaat noch te vlug, noch te langzaam, je
kunt er eens afstappen, aan den kant van
den weg verpoozen. Trein en auto gaan
te vlug. Uit ondervinding weet ik, dat
de auto, bioscoopimpressies geefl, welke
vervliegen, omdat ze te kort in 't geheu
gen komen; ze smelten er in weg. On
middellijk geef ik toe, dat de fiets meer
vermoeienis geefl; echter eene, die haar
belooning meermalen weerkaatst.
Ditmaal gold het Luxemburg. Gezel
schap v/erd gezocht en gevonden in een
ouden jeugdvriend van mij, uïe thans in
Den Haag woont en zijn Haarlemschen
vriend nog al eens op komt zoeken. Een
reisplan werd vastgesteld. 27 Juli werd
genomen als datum van vertrek. Reisplan:
Maandag trein naar Brussel. Dinsdagoch
tend een indruk van Brussel meenemen.
Dinsdagmiddag naar Luxemburg. Woens
dag, Donderdag en Vrijdag in L. fiet
sen, Zaterdag Irein naar huis.
Nog eenige algemeene opmerkingen
vooraf: De lezer gelieve tot goed begrip
van 't volgende 't kaartje te bewaren. De
kieken heeft m'n vriend genomen. Enkele
finesses, hoewel vaak in eigen faal weer
gegeven, zijn ontleend aan Allert De
Lange's reisgids voor Luxemburg. Wie
behalve de bijzonderheden hieronder ver
meld, meer van L. wil weten, staan be
halve genoemde gids nog 3 boekjes van
M. A. Perk ten dienste verkrijgbaar bij
Allert De Lange, Amsterdam. Overigens
men vrage de redactie mijn adres. Jk
licht u gaarne, zooveel in mijn vermogen
is, in. Zij nog vermeld. L. tot 1890 aan
onze Koningen behoorende (de vlag van
het groothertogdom is ook rood-wit-
blauw-oranjewmpei), wordt thans gere
geerd door Hertogin Charlotte van Nas
sau, gehuwd met prins Felix van Bour
bon, 3 kinderen. Hel telt pl.m. 30U.000
inwoners, meerendeels Katho'iek, duide
lijk te bemerkei} aan de talrijke Christus-
en Mariabeeldjes langs den weg zooals
men d.e ook vaak ziet in de Ardennen
en Zuid-Limburg. Dc oppcrvl. staat ge-
■'jk met die van onze pnvincie Dreu'e,
de dichtbevolktheid komt die van Zee
land nabij. Hoofdbronnen van besiaan
zijn akker, boscb- en wijnbouw. In het
Z. W. gedee.te bloeit een uitgcbieide
ijzerinóustrie.
Een Ackerbauschule (landbouwschool)
en scheikundig laboratorium trolfen wij
te Ettelbruck aan, terwijl in L de mo
dernste landbouwmachines te koop zijn.
Fransch is de regeeringstaal. Ouze er
varing was, dat men er drie talen op na
houdt. Eigenlijk vier. Met Fransch kan
men bijna overal terecht. Is men die taal
niet machtig, men verstaat uw Duitsch
evengoed. Vooral in 't Z. O. gedeelte.
Dan is er een taaltje, dat eigenlijk nie
mand verslaan kan, en dat men verstan
dig doet Luxemburgsch te noemen. Mis
schien neemt het onder de talen denzelf
den rang in als 't Limburgsch in Ne
derland. In ieder geval de Lux. klanken
doen aan Duitsch en Fransch denken en
men zal zeker jaren, onder 't volkje ge
woond moeten nebben, om de portee van
hun gesprekken te kunnen vatten.
Eigenaardig is, dat in die hutspot van
woorden ook enkele Hollandsche, als
eenzame krenten op een rijstetaart, een
plaatsje hebben g vonden. In een L. café
op 't marktplein, waar men op Vrijdag
1 uur druk aan 't kaarten en pokeren was
hoorde ik 2 Luxemburgers, die onver-
valscht in 't Fransch hun punten telden,
aldus: quatre-vingl, quatre-vingt-dix,
quatre-vingt-dixneuf en dan niet 't daar
opvolgende cent (isgelijk 100) doch 't op
vallende Hollandsche woord honderd ge
bruiken.
Men weet een bewijs van Nederlander
schap is voor L. voldoende (5 jaar gel
dig). Plaatsbespreking in hotel is ze^er
gewensebt in Mei en Augustus indien
men ergens een poos wil verblijven. Zoo
a'.. wii reisden, van dorp tot dorp, niet
wetenae, waar den volgenden dag het
moede hoofd zou neder liggen, kan men
't er veilig op wagen. We tro.fen wel
eens volle hotels, eaocl., dan werd ons
een goede dépendance aangewezen, een
soort filiaal, waar men goedkoop en toch
uitstekend sliep (gemiddeld 17 Franc met
ontbijt, dus ongeveer 2 in Holl. geld)
1 maal te Mersch, propiétaire Branden-
burg^uitstekend logies met dito ontbijt
Voor L en België geldt de W. E. T„
d e nog 20 minuten vroeger is dan de
onze. Mijn gids vermeldt Belgische siga
ren als geurig en goed. Ik vind ze slecht
en duur. Hollandsche sigaren zijn in de
groote steden overal, in de kleinere zel
den of niet verkrijgbaar. Ze zijn er duur
der dan in 't eigen land. Nog valt op
le merken, dai de ireinen in België links
houden (het verkeer overigens rechts),
in L. rechts, en dat men daar, als in
Duitschland 4 klassen heeft (4e klas
staanplaatsen). In L. neemt men Fran-
sche en Belgische franken in betaling
aan, waartegen men vaak Lux. geld te
rug ontvangt, dat in B. en Fr. niet gel
dig is en dat men, meen ik, hier aan de
banken, niet in Holl. munt kan omzet
ten.
27 Juli. Maandag.
Mijn trein voor Brussel zou 1.35 ver
trekken. Een uur fe voren had ik mijn
nets aan 't bagagebureau afgegeven
1.95). „Gaat niet verder dan Antwer
pen. In Antwerpen opnieuw bevrachten
voor Brussel", luidde het aan 't oagage-
loket. Hiermee begon de eerste van een
reeks fietsenmisères, die ik in finesses
niet vermelden zal, doch die alle hierop
neer komen dat onze Zuidelijke naburen,
zooveel respect voor een fiets hebben,
als een muis voor een kat.
Je kunt ze, de fiets nl„ meenemen,
vreemdeling, doch zorg er op reis zelf
voor. „Wij kijken er niet naar om". Het
„laden" en „lossen" is dus der reizigers
werk. Onzè endervinding is dat men
verstandig doet driekwartier voor 't ver
trek van den trein op 't station amwe-
zig te zijn. Dan is men „verzekerd" vap
zijn rijwiel. Eerder ook niet.
In Den Haag voegae m i vriend zich
bij mij en nu ging het in den regen over
den Moerdijk naar Rosendaal. Hier kwa
men de Belgische douanen in den trein.
Daar we geen lid van den A. N. W. B.
waren, moesten we in Antwerpen ieder
voor onze fietsen waarborgsom van
186,4 francs storten, die we Iafer, bij
ons vertrek uit België te Essen weer te
rug kregen. Door deze inschrijving mis
ten we den aansluitenden trein (een tijd
verlies van 20 minuten). Bij 'f verlaten
van België le Essen, bezorgde ons 't
douane-oponthoud een verlies van ruim
een uur. „Wordt dus lid van den A. N.
W. B. wielrijders, wordt lid!
Bij goed weer snorde de Belg nu naar
Brussel Noord. Het stortregende bij aan
komst. Fietsen in depot (ae 2 voor 80
centimes). Een Iptel gezocht en gevon
den. Métropole mislukte. Hotel des Bou
levards (place du Rogier) gelukte; uit
stekend hotel. 26 franc met ontbijt.
Hoewel 't regende dreef ons de nieuws
gierigheid (Brussel was voor ons beiden
een onbekende) dien avond de straat op.
Geen winkelsluiting! Om 12 uur sliepen
we als... rozen.
28 Juli. Dinsdag.
Van Brussel 't voornaamste gezien in
vogelvlucht. Na 12 nog een trammetje
naar Tervueren. Om Half 3 in den trein
voor Luxemburg. Zóó druk, dat we
staan moesten. In Namen gelukte het ons
een zitplaatsje te veroveren en nu ging
het in een huppelend vaartje door de
Ardennen naar Luxemburg.
De treinrit was niet onaangenaam. Het
voorbijsnellende landschap door een af
wisselend zonnetje beschenen ontlokte
ons uitroepen van bewondering. Precies
op tijd, 7.18 stoomden we het station L.
binnen. De fiets in de hand passeerden
we de passenconlrole. In de hal bleef ik
met 2 velo's achter; terwijl slaagde mijn
vriend er in nachtverblijf le vinden. Een
dépendance van Hotel Gesse zou ons
nachtoord worden. Daar stalden we onze
fietsen. Een citroëncabriolet-Clesse bracht
ons naar de dependance, waar we ons
verfrischten. Per auto werden we toen
weer naar Gesse gebracht, waar we een
voudig dineerden.
Dien avond regende het, en toen we
„onder regenbuitjes" ongeveer 10 uur tc
bedde kropen, moest ik denken, aan wat
ons dicnzellden avond was toegevoegd
door den mond van den zoon der hotel
eigenares: „Men lebt immer von der
Hoffnung". Zijn woord bleek een goede
profetie. Tenminste, toen we aan den
morgen van den 29en Juli onze oogen
naar het luchtruim richtten, bleken de
laatste buitjes gepassrerd en konden we
vol Hoffnung onder een vroolijk zonnetje
het stalen ros bestijgen voor Echternach
(33.1 K.M.)
Vermeld ik nog, dat men z'n tochten
per fiets door L. onmogelijk kan maken
zonder hulp van den gids voor België
en L. uitgegeven door den A. N- W. B.
Dit boekje heelt ons onschatbare diensten
bewezen. (Slot volgt.)