HAARLEM'S DAGBLAD VAN ONZEN REIZENDEN REDACTEUR FLITSEN VRIJDAG 4 SEPT. 1925 TWEEDE BLAD (NIEUWE REEKS). No. 263 DE FINNEN Het was in dc eetzaal van een der fabrieken te Enso, dat ons na dc he« zichtiglng van verschillende nijver» heidsinriehtingen, een noenmaal werd aangeboden. Aan het hoofd der tafel zat een groote. forsche Fin, die met rijo hoog-rood gericht, zijn zware, ros» sige snor, zijn gullen lach en zijn diepe stem aan een gemocdelijkcn Beicrschcn houtvester deed denken. Hij had ook een oude kofdcapitcin uit Groningen of een heereboer uit het land van Fritz Reuter kunnen zijn- Vóór tafel had ik hem als reed» zoovele gastheeren in Finland de hand geschud en hij had een naam gebromd, dien ik na» tuurlijk niet verstaan had. Ik lette nau» wclijks op dien bescheiden „buiten» man", die daar aan het hoofd van dc tafel zoo gul je lachen zat; hij was voor mij 'n zekere meneer Dinges, dien ik al vergeten zou hebben, wanneer wij op dc volgende plaats zouden zijn aangekomen Doch toen stond onze „ofticieelc woordvoerder", de heer Van den Hout. op en sprak den gemocdelijkcn koi.ka» pitcin. die naast hem was gezeten, met; „F.xccllenz" aan! Ik zette m.jn ooren wijd open. „Excellentie! sapristi, dat was dus niet de eerste, de beste, die eenvoudige buitenman! Ik was een en al aandacht nu! Mijn verbazing groeide, toen ik den heer Van den Hout hoorde zeggen dat het ons. Nederlandache journalisten, een bijzondere eer was. met een zoo groote Finsche figuur aan tafel te mogen aanzitten. Die gemoedelijke heereboer. die een voudige. rustige houtvester een groote. historische figuur? Ik was een en al V"whs"8is dat dan?" fluisterde ik nieuwsgierig mijn Finschen tafelbuur in het oor- „Edvin Svinhufvud!' was het ant» woord- De naam zei mij heel weinig en ik keek hem daarom vragend aan „De eerste president van onze Re publiek! De man. die Finland ia 1917 onafhankelijk heeft verklaard!" Ik viel gewoon uit dc lucht. Deze eenvoudige, bescheiden buitenman was dus een „nationale" figuur? Mijn buur man vertelde mij zijn geschiedenis. Na het uitbreken van den oorlog was hij. alt president van den Finschen Rijks dag. door de Russen opgelicht en zonder cenïge motivccring naar SI» beric verbannen, in 1917 na dc Rus sische revolutie vrijgelaten, was hij onder gejubel te Hrlsingfore terugge keerd en nog hetzelfde jaar had hij den moed gehad als president van den land dag zijn land onaihankelijk te verkla» ren. Met het roodc oproer uitgeweken naar Reval. had hij van daar het ver/et georganiseerd en Finland s dcfinit'cre vrijheid voorbereid! Ik kon mijn verbazing nauwelijks op. Niets verried in dc/cn man een ..auto» ritelt"!. Noch minder een heldenfi guur- Hoogstens had <k hem voor een gansch niet barschen gcpcnsionnccrdcn dorpsburgemeester gehouden. Het was alles eenvoud, gemoedelijkheid cn bc» Echeidcnlicid, wat ik aan hem -con waarnemen!. Na de speech van onzen woordvoerder glimlachte hij ietwat verlegen, alsof hij zeggen wilde „te veel cer!"l En zijn antwoord, dat later volgde, was zeer onopgesmukt, zoo ge woon, zoo zonder cenige hoovaardij, dat het ons allen trof. Ook toen bleef hij uiterlijk dc bedaarde, rustige, een» voudige „buitenman". Benige dagen later ontmoette ik te Kuopio een ander, in heel Finlantf ver» maard patriot. Het was de broer van den Finschen gezant te Den Haag, dc heer A. H. Saastamoinen, ccn der meest vooraanstaande figuren uit de jagersbeweging, de eerste Fin, voor wicn dc Finsche jagers toen hij in 1915 uit zijn land w-as getrokken om het kamp tc Holstein te bezoeken „defileerden" en die daarna, ondanks de zekerheid, dat hij wegens hoogver» raad door de Russen zou worden gefu» sillccrd. wanneer er maar iets van zijn reis naar Holstein uitlekte, terugkeerde naar zijn land om cr in stilte het ver» zet tegen de Russen voor te bereiden. Hij was ook dc man, die in dc eerste jaren van Finland's onafhankelijkheid zijn land als gezant in Noord-Amerika had vertegenwoordigd. De heer Saasta» moincn was een heel andere persoon» lijkhejd dan Edvin Svinhufvud, uiterlijk meer onbewogen, veel minder gemocde» lijk, zonder een lach ooit op zijn ge zicht. een man, uit wiens ernstige, staalblauwe oogen een zeer krachtige, ijzeren wil sprak. Tegenover clcn heer Saastamoinen twijfelde men geen oogen» blik met ccn krachtige cn bijzondere persoonlijkheid te doen tc hebben! Hij imponeerde! Maar ook deze' toch wer kelijk niet allcdaagsche figuur was de bescheidenheid zelve. Hij sprak over hetgeen hij gedaan had en zijn land- genootfn verzekerden mij, dat dit zeer veel was geweest wel met groo» ten ernst, maar met een rustige be daardheid, een eenvoud, alsof hij met elk woord wilde zeggen „Het was niets bijzonders. Jullie, vreemdelingen, zoudt in ons geval precies gelijk hebben gehandeld!" ik zoo uitvoerig mijn ont» moeting met deze twee belangrijke Finsche figuren beschrijf? Omdat zij tcckcncnd is voor den Finschen volks» aard- Ik heb nooit in mijn leven een» voudiger, bescheidener menschen ont» moet dan de Finnen. Men zou den Fin den tegenvoeter van een Gascogner kunnen noemen. Een Finsche snoever is even ondenkbaar als een bescheiden Gascogner! Wanneer zij spraken over hun pas verworven vrijheid en hun nog jonge cultuur ook in hun officicclc redevoeringen! dan was het steeds met een ik zou het kunnen noemen ..gepaste bescheidenheid", ja bijna met kleinccring van zich zelve, alsof zij zich wilden verontschuldigen daarover tc spreken tegenover ons, de vertegen» woordigers van een land van veel oudere vrijheid en veel oudere cultuur- Wij zijn nog een jong volk, wij staan nog aan het begin, wij zijn nog niet zoo ver als jullie!" dat was tel» kens de grondtoon van hun redevoerin» gen en hun gesprekken! Wij bloosden tegenover zoo groote bescheidenheid! Tegenover menschen. die zich hun vrij» heid zelf met bloed en tranen hebben gekocht, valt het moeilijk je op je borst tc kloppen, enkel omdat je voorouders 3 ecuwen geleden de kastanjes voor je uit het vuur hebben gehaald Toch voelt men in Finland duidelijk, dat dc Finnen trotsch zijn op hun pas verworven vrijheid al uit die trotsch zich nooit op ccn uitbundige, pralende wijze als bij de Tsjechen cn dat het hun heilige ernst is, Finland ccn eer» volle plaats onder de naties tc doen in» nemen- Dit komt vooral tot uiting in liet streven naar een eigen, nationale, een Finsche cultuur. Men voelt dit strc» ven bij dc kunstenaars, by schilders als Halonen, Gallen Kallek. Marcus Collin, Alwar Cawen. Arno Jimefeldt en Sallinen, bij architecten als Eliel Saarinen, I.ars Sonek. Giscllius en Lindgren, bij componisten als Jean Si» belius en Toivo Kuula. bij Finsche dich» ters als Juhani Aho cn Eino Lcino, maar vooral ook in het verlangen van vele Finnen om dc Finsche taal tot de taal van heel het volk te maken. Fin» land is namelijk ccn tweetalig land, waarin het overgroote deel 87 pro» cent Finsch spreekt, maar waar de taal van het intellect en van het meest gegoede deel althans in het Westen cn tc Helsingfors tot voor kort het Zwcedsch was. Met het opbloeien van het nationaal gevoel heeft ook de tafen» strijd scherper vormen aangenomen. Al luider cn luider klinkt in Finland dc strijdkreet„In Finland Finseh!" en blijkbaar niet zonder gevolg. Toen wij in Wiborg waren, had men juist de vorige weck alle Zwccdsche opschriften op dc winkels door Finsche vervangen. De kansen van het Zwcedsch staan in Finland slecht. Toch ontaardt de talen» strijd in Finland nooit als in BelgiS in ccn politieke. Het is ccn nobele cultuurkamp. waarin dc strijders Finsch of Zwcedsch sprekenden zich allen gelijkelijk Finnen voelen. En daarom zal de talenstrijd in Finland nooit als in België de eenheid van het land ondermijnen- In ccn van mijn vorige artikelen stond tc lezen, dat onze t^cht door Finland ons door dc i g h c i d der Finnen onvergetelijk was gemaakt- geestigheldje van den zet» ter, die het woord „gastvrijheid" op eigen initiatief had gewijzigd- Hij had het niet dwazer kunnen doen. Wanneer een Fin dat artikel onder oogen mocht hebben gehad, zal hij zeker vreemd hebben opgekeken- Alles, wat mer. van den Fin kan zeggen, maar dat hij geestig is, zeer zeker niet. Een Fin zou daar ook geen moeite voor doen hij zou het zelfs ccn beetje beneden zijn waardigheid vinden. Een Fin is ernstig, stil, tot het sombere toe- Ik geloof, dat er geen volk op de wereld is. dat zoo weinig lacht als de Finnen Zij vatten het leven zeer serieus op en hebben vooral de Finnen in het Noorden weinig of geen gevoel voor humor- lk zag in het Noorden van Fin- land mannen met maskers, zoo strak cn zóó ernstig, alsof nooit zelfs een glimlach over die gezichten was gegle» den. Er was in deze Finnen iets monu» mentaals er zat ras in deze men schen. Men voelde een volk, dat aan de eenzaamheid gewoon was en dat in den loop der eeuwen zich zelf was ge» bleven- Zij waren kinderen geheel cn 1 van dat eenzame, sombere land Het is altijd een belachelijk pogen an een vreemdeling, die enkele weken in een land vertoeft, de „volksziel te willen benaderen"- Ik moet altijd glim lachen. wanneer ik in reisbeschrijvingen met apodictische zekerheid zeer merk» waardige en geleerde uitspraken over het volk, den volksaard en de volksziel lees- Hoe weet die man dat'alles zoo mooi en in zoo korten tijd?" vraagt dc naieve lezer zich verbaasd af- Het ant» woord is heel eenvoudig: Uit de bock» jes, die hij gelezen heeft! Leest maar eens den onzin, dien dc vreemdelingen volk plegen te schrijven. Zij weten nauwelijks, dat ccn Fries, ccn Limburger, een Zeeuw cn een Veluwsch boertje ieder hun eigen aard, hun eigen volkskarakter hebben. Ik wil mij niet aan eenzelfde fout schuldig maken- Het zou slechts een bewijs geven van grenzenlooze opper» lakkigheid, wanneer ik hier na een rc'is van 14 dagen door Finland over den volksaard en de volksziel ging schrijven, ook al ben ik met vrij veel Finnen in aanraking gekomen! Wanneer ik hier schref over Finsche trouw en de haat van de Finnen tegen hen. die hun onrecht hebben gedaan, dan zou dat niets dan boekenwijsheid zijn- Een Fin geeft zich niet spoedig aan een vreemdeling, hij is tegenover den vreemdeling in het begin zelfs hijna schuchter verlegen- Zelden in mijn leven maakte ik een plechtstatiger diner inee dan onze eerste officiccle maaltijd met de Finnen in Helsingfors, waar als er door het dubbebmannenkwnrtet droefgeestige Finsche liederen werden gezongen, een stemming heerschte, als» of wij iemand begraven gingen- lfet was, of cr een ijskorst om mijn Fin schc buren zat, en ik dacht, hoe heel anders het bijvoorbeeld zou zijn, wan» neer wij met Vlaimsche collega's teza» men aan een maaltijd zouden aanzitten- Maar en dat was nu het aardige cn typccrcnde van de Finnen op den laatstcn avond, toen men ons kende, en wij geen vreemden meer voor hen ren, toen heerschte cr aan tafel ccn zoo vriendschappelijke toon, toen was dc hartelijkheid zoo gemeend, zoo echt, zoo ongekunsteld cn warm, dat liet ons, Hollanders, allen trof. Dc ijskorst was gesmolten. Zij gaven zich aan ons, oindat wij geen vreemden meer voor hen waren! En het was ons. of die hartelijkheid ons nog meer goed deed, omdat wij ons herinnerden, hoe heel anders dc Finnen voor vreemden zijn- Aan het slot van dit artikel nog ccn anecdotische herinnering aan onze „tca" bij den minister van buitenlandi sche zaken tc Helsingfors. Ook deze minister, Dr. K- G. Idman, had als de meeste Finnen, het ingetogene. het bijni schuch tc r»verlcgen c in zijn optreden tegenover vreemdelingen. Daarbij was hij een zeer jong man- Dr. Idman is nauwelijks 36 jaar zoodat hij mcci aan een jong secretaris of een rcfcrcn- darisje dan aan een minister deed den- ken. Met twee van mijn collega's was ik dc eerste op dc ..tea" in het Palcis van den Raad van State- De minister was geheel alleen in dc ontvangstzaal- Wij zetten ons aan een tafeltje en waren bijna op hetzelfde oogenblik in ccn ge sprek over den handel tusschen Finland cn Nederland. Mijn collega, op ccn dwaalspoor gebracht door het jonge uiterlijk van den minister, en in de stel» ligc meening met een jongroenseh van het ministerie te doen te hebben, vond dit het moment nm cenx te spreken over dc zonderlinge belasting, welke men in Finland heft van handelsrcizi. gers van vreemde nationaliteit, die in Finland komen om zaken te doen- Mijn collega was een man met aplomb! Hij zou het dat jonge mensch nu maar eens zeggen, dat dit een allerdwaaste cn domme maatregel van de Finnen VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 387 WISSELGELD Vader waarschuwt: daar is de blecker en de man kan geen tien gulden Wisselen z.iet Jan Kommer op zijn stoep en vraagt of die soms kan helpen, maar Jan kan niet, het is het eind van de maand bespeurt Kees Jansen in zijn tuin, maar Kees kan het. na ccn nauwgezet onderzoek niet verder brengen dan 96 cent loopt naar den overkant van de straat en ver» neemt van mevrouw Hendriks, dat ze even zal kijken, ze gelooft ferwijl mevrouw Hen» driks haar beurs zoekt. VTaagt hij den man om nog even te wachten mevrouw komt terug met vier zilverbons van een rijksdaalder en dc mededeel ing, dat mc» vrouw Gocrec een ervan wel zal kunnen wisselen mevrouw Goeree kaa het niet verder brengen dan twee gulden, dus va» der leent een gulden van Jan Kommer en 83 cent van Kees Jan» sen, rent naar huis terug en ontdekt dat de man intusschcn verdwenen is (Nadruk verb"3de&). den minister ter oorc! Zijne Excellentie verdedigde zeer bescheiden den maatregel van de Finsche regeering, maar mijn collega was het absoluut met hem oneens. We! verdraaid, als je met lkaar handel wou drijven, sluit je toch niet de poort! Hij zou dat jonge mcnsch wel eens overtuigen! lk zat op mijn stoel tc knipoogen, te hummen, trachtte mijn collega op zijn voeten te trappen, alles tc vergeefs, hij draafde maar door. Het was immers nu juist het goede moment, zoo onder elkaar! Twee nieuwe gasten arriveerden. Een lange, statige meneer maakte een buiging voor het jonge mcnsch, zei eer» biedig„Excellentie!" Mijn collega keek verrast op. „He, was is dat?" ..Ja wcL dc minister zelf!" antwoord» de ik. „Dat jonge ventje?" Ik knikte „Waarom heb jc mij dari niet ge» waarschuwd?" „Hoe kon ik dat, als jij al maar doorratelt?" Mijn collega keek even beteuterd. Toen lachte hij en zei „Enfin, dan weet Zijne Excellentie ook precies, hoe ze in Holland over die quacstic den» ken!" J- B. SCHUIL. BINNENLAND Ned. Bond van gemeen te-ambtenaren Enquête inzake het volontair- schap Op de algemeene vergadering die de Ned. Bond van gemeente-ambtenaren ie Vlissingen hield is. nadat door Noord- Brabant er op was aangedrongen te be werken, dat geen voloniairs meer wor den aangenomen, die niet het voorberei dend examen hebben gedaan, z. h. s. be sloten het hoofdbestuur te machtigen tot het houden eener enquête inzake het vo- lontairsehap en den omvang daarvan. MINISTER VAN KARNEBEEK. Minister Van Karnebeek vertrekt a.s. Zaterdag naar Genève, in verband met de Volkenbondsvergadering. INTERNATIONALE TEXTIEL-BEURS AMSTERDAM Het eere-voorzitterschap der Eerste In ternationale Textiel-Beurs, welke van 7 tot 16 November a.s. in liet „Paleis van Volksvlijt" te Amsterdam gehouden wordt, is aanvaard door Mr. A. F. Ba ron van Voorst tol Voorst, Commissaris Dan kwam dat later misschien welder Koningin in de provincie Overijsel. Een gemeenschappelijke bleek Oud gebruik gehandhaafd Dc Overijselsche correspondent van Het Volk schrijft: In het oude stadje Rijssen, het stadje van dc jute»industric, hebben een aan» tal gebruiken uit den ouden tijd zich tot op dezen dag gehandhaafd. Hén dier gebruiken is de gemeen» schappelijke bleek. Wat is dat? Dat is ccn stuk weiland aan den rand van het stedeke, ter grootte van onge» veer 2 I-LA- Een glashelder beekje, dat in de onmiddellijke nabijheid uit den gro.-id opborrelt, slingert door dit wei» land. Het is 1 a 2 meter diep en 2 a 6 meter breed. In dit beekje spoelen dc vrouwtjes van Rijssen bun wasch op. terwijl ze hem een nacht op dit weiland leggen te bleeken. Den volgenden mor» gen wordt hij teruggehaald. Hoewel cr geregeld enkele honder» den wnssehen liggen tc bleeken, is cr nooit ruzie. Die het eerst komt. zoekt het mooiste plaatsje. Des nachts houdt een nachtwaker de wacht. Na zonsondergang mag niemand meer op het bleekveld komen. Komt er wc! iemand dan slaat de hond onmid» del!ijk aan. Vroeger ontving de nachtwaker een tegemoetkoming uit dc gemeentekas, terwijl het ontbrekende werd aangevuld door een fooi, die hij opdeed bij den ..ommegang", die éénmaal per jaar mocht plaats vinden. Thans is het fooicnstelsel afgeschaft en is het nacht» wakerschap tot een volledige gemeen» tehetrekking geproclameerd, terwijl dc gebruiksters in plaats van een fooi aan den nachtwaker, jaarlijks een gulden bij den gcmeente»ontvnnger moeten stor. WONINGBOUW TE UTRECHT. Dezer dagen zal in den gemeenteraad tc Utrecht worden gebracht een voor» dracht om tc geraken tot een uitge. breiden woningbouw. Deze bouw gaat uit van negen arbeiderswoningbouw» vcreenigingen. Het gaat dan ook uitslui» tend om arbeiderswoningen, die in ver scheidcnc dcelen der stad zullen wor» den gebouwd. B. cn W. zullen den Raad voorstellen daartoe een crediet tc ver.- iccnen van ongeveer 2J4 mïllioen gul» den. EEN VROUWELIJKE CONSUL TE AMSTERDAM. Reuter meldt vit W ashington: Mej. Pattie Field, die een graad heeft behaald aan de Foreign Service. School van het departement van buitenlandsche zaken, is benoemd bij het consulaat te Amsterdam. Naar verluidt is zij in de Amerikaansche geschiedenis de eerste vrouw, die met een consulaire functie is bekleed. Rogge- en haverbergen in brand gestoken Een wraakneming De N. Rt. Ct. meldt: Woensdagavond kwart votff tienen zijn vier rogge cn haverbergen, toebe» hoorende aan de Chr. verccniging tot stichting cn instandhouding van arbei» derskolonicn tc Beekbergen, door zekc» ren H„ die vroeger in deze stichting werd verpleegd, in brand gestoken. De Apeldoornschc brandweer, welke spoe» dig met drie motorspuiten ter plaatse was, wist de andere rogge» en haver» bergen te behouden. De vier in brand gestokene w erden geheel door het vuur verteerd. Donderdagmorgen 4 uur was men den brand nog niet geheel meester. H was door den directeur der stich» ting, den heer L. van Dijk. naar de kalk» zandsteenfabrick Alba te Locncn ge» stuurd; hij verkoos daar niet te wer» ken en bij zijn aanmelding aan de ctich» ting werd hem opneming geweigerd. Uit wraak heeft hij toen den brand ge» sticht: na het verrichten van zijn euvel» daad heeft hij zich bij de politie aange» meld. die hem opgesloten heeft. GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND. De Provinciale Staten van Zuid-Hol land hebben gekozen tot lid van Gedep. Staten in de vacaiure-Rutgers den heer Th. Heukels (a.-r.) te Rotterdam. Ijd van de thans nog zittende Tweede Kamer en in de vacature-Schokking den heer H. v. Boeyen (c.-h.). wethouder van Voorburg, beiden met 40 van de 76 uitgebrachte stemmen. DE KONINGIN-MOEDER. De Koningin-Moeder heeft vergezeld van baronesse van Ittersum, eerste hof dame, en graaf van Limburg Stirum. ka merheer. DcDderaagmiddag een bezoek gebracht aan de historische tentoonstel ling in Amsterdam, gehouden in het Rijksmuseum, naar aanleiding van het 630-jarig bestaan van Amsterdam. De werkzaamheden tot metamorphose van hel Middendamterrein te Amsterdam schieten flink op, zegt de Tel. Het Centraal Bloembollen-comilé (dat de belangen der bloembollen-kweekers en handelaars behartigt), heeft het voorne men opgevat, om aan de gemeente een beplanting van het Dam-plantsoen met Darwin-iulpen aan te bieden. Deze zullen dan in losse grocpeering ;n de verschillende perken worden gezet Mep. herinnert zich, dat eenige jaren geleden de Hoilandsche kweekers ook een zelfde beplanting in de Pariische Tuile- rieën hebben aangebracht. Thans zullen de vreemdelingen de bloeiende tulpen in het hartje van Amsterdam kunnen be wonderen. FEUILLETON HET PARK MET DE BLAUWE VOGELS Uit het Fransch van CHARLES FOLEY. 5) De jonge heer scheen, of hef opzet of werkelijke onverschilligheid was, na even gegroet Ie hebben geen verdere aandacht aan de tegenwoordigheid van Albino te schenken. Het jonge meisje verwachtte dus niet anders, dan beiden in de landaulet te zien stappen en wegrijden zonder zich verder met haar te be- 7ou zij aldus achtergelaten tegenover Pascal niet den indruk van een indring ster maken? Zou zij dan niet op gevaar van geen gelool te vinden verklaring moe ten geven van hare ontmoeting en opont houd in het park? Denkend aan de moeilijkheid die zij voorzag, overwon zij hare verlegenheid en vatte moed zachtjes den arm der oude dame aan te raken en haar toe te fluisie ren met een teleurgesteld glimlachje, een lach droevig door de herinnering aan dc zoo snel vervlogen droom- Als mijnheer uw zoon mevrouw. Ik heb geen zoon, dit is mijn neef, MFaar heb - miin gedachten, lieve hemel? Ik vergat kindlief 'je dit jongen- mensch mijn neel Lionel voor te stellen, Lionel de Saint-Preuil.... Mejuffrouw Albine Sonnd. Lionel nam opnieuw zijn vilfhoed af, het jonge meisje maakte een lichte nei- ging. Ik heb mejuffrouw al bij het kleine hek van het park ontmoet, zeide Sant- Preuil haar ditmaal met een minder wei willenden dan wel nieuwsgierigen blik opnemend. Ik heb haar aangeraden Bois- mont door te gaan om naar het dorp te komen, maar ik had er geen oogenblik vermoeden van, tante Marie, dat u haar kende. De loon van Lionel, vol van spot en wantrouwen, deed Albine blozen. De houding van tante Marie sloeg haar ge heel uit hd veld. Aarzelend, streek haar pas verworven vriendin zich de hand over het voor hoofd en oogen. als om herinneringen, welke haar dreigden te ontsnappen we der terug tc brengen. Zichtbaar nieuwsgierig door de hou ding van het jonge meisje schonk Lio- hefop dat oogenblik geen aandacht aan de verwardheid zijner tante. Maar Al bine had deze wei opgemerkt en had er medelijden mede. Het arme kind dacht dat haar beschermster onder den invloed van plotseling opkomend medelijden on doordacht beloften had gedaan, welke zij niet zou kunnei^ vervullen. \X'as het niet daardoor dat tante Marie bleef i eind aan dit voor beiden zoo pijnlijk tooneel tc maken en de zieke daarmede te helpen. Nu mijnheer uw neef er is en u mij dus niet meer noodig heeft, moet ik u alleen nog danken voor uwe harlelijk heid, die ik nooit zal vergeten en u ver- lol vragen mijn weg te vervolgen. Op deze woorden veranderde de oude vrouw opeens van houding. Haar ge laatsuitdrukking werd vastberaden en zij greep haaslig de hand van hel meisje als ware zij bang haar te zien ontsnap pen. Onder dc overheerschende vrees niervoor riep tante Marie: Gij weggaan?Maar dat wil ik niet mijn kimt. ik wil jc nooit meer laten weg gaan! Zich daarop tot haar neef wendend, zonder zich in 'I minst aan zijn ontevre den verwonderd uiterlijk te storen, ver klaarde zij zonder aarzeling maar vast beraden. De Voorzienigheid heeft gewild dat ik dit jonge meisje bij den vijver zou ontmoeten; ik heb met haar gesproken, haar vertrouwen uitgelokt en wij nebben over en weer ons tot elkaar aangetrok ken gevoeld. Zij heeft een lief, fier ge moed, dat voortdurend gekwetst al jong geleerd heeft haar tranen te verbergen. Ge kunt het niet weten Lionel, maar als 5e wist hoe kinderjaren en jeugdjaren roevig kunnen zijn. zoudt ge even als ik er docr getroffen zijn! Wees goed.. help mij deze kleine te troostenZij moet weer vreugde kennen! Ik ben be sloten haar bij mij te houden. Voor al len, za' zij mijn lectrice zijn, mijn secre taresse, en gezelschapVoor mij zal Albine mijn lielste vriendin zijn, mijn trouwste kameraad. Wij zullen elkaar nooit meer verlaten nooit nooit meer! Deze woorden werden door tante Ma rie nogmaals herhaald, terwijl zij den arm om het middel van het jonge meis je sloeg en haar in de landaulet wilde doen instappen, zonder dat Lionel, hoe wel hij uiterst verbaasd was, eenige te genspraak durfde uiten. Maar Albine streefde tegen. Zij had het licht schouder ophalen van den jongen man gezien, zijn steeds meer ontevreden gelaatsuitdruk king en meende er uil te lezen wat hij niet had uitgesproken: Wat een wonder lijke bevlieging' Daarop, na een bewe ging van ongeduld te hebben onderdrukt gaf Saint-Preuil aan zijn ingeboren opge- ruimden aard toe en gaf er de voorkeur aan de zaak van de vrooliike zijde op te vatten door hartelijk lachend te zeggen: 7x>nder u iets te willen verwijten lieve tante, moet ik zeggen dat ik u dik wijls wat plotseling cn onberekenbaar van aard heb gevonden, maar ik wil me hangen als ik ooit aan zulk een plotse linge vriendschap gedacht kon hebben! Eén uurtje praten en klaar is alles: sym pathie, vriendschap, onscheidbaar ver bond! Op mijn woord.... U cn mejuf frouw Sonncl 'hebt uw tijd bij den vijver goed gebruikt! Hij opende het portier van de auto. voortgaande binnensmonds te lachen. Dit lachen kwetste het jonge meisje, het deed haar pijn op zulk ccn wijze een ontmoeting te hooren bcsjx>tten, waarbij zij een der zoetste indrukken uit haar leven had ondervonden. Erg ontvankelijk voor indrukken door dat zij altijd alleen geleefd had verbeeldde Albine zich niet geheel zonder reden, dat die laatste '.voorden van Lionel alleen voor haar bedoeld waren geweest meer dan voor tante Marie. llij verbeeldt zich mis schien, dacht zij bij zich zelf dat ik van zijn verlof om door het park te gaan, misbruik heb gemaakt ten einde die me vrouw te ontmoeten, met haar in gesjtrek te komen en mij bij haar in te dringen! En als die jonge man dan hoort hoe ik in geldverlegenheid verkeer, zal zijn ver moeden tot "zekerheid worden. Bij de gedachte dal die elegante rui ter, die eerst door zijn hoffelijkheid zulk een aangenamen indruk op haar had ge maakt haar thans zoo wantrouwend cn uit de hoogte durfde beoordeelen voelde het arme kind al haar gevoel van trots in opstand komen. Het stuitte haar, tante Marie te verontrusten en verdriet aan te doen door niet dadelijk gevolg te ge ven aan een zoo openhartig uitgespro ken wensch, maar hel zou haar nog moei lijker gevallen zijn om in de oogen van dien jongenman den schijn op zich te la den zich in Koismont te willen binnct dringen, bij eenc ziekte, hartelijke, lieve vrouw. Door dit gevoel geleid, richtte Albine zich me. een zoetvragende stem tot haar: Als ik aan de inspraak van mijn har! toegaf cn mijn gevoel van dankbaar- heid, lieve mevrouw, zou ik niet aarze- len u te volgen. U nooit te verlaten zou mijn grootste wensch zijn. Gelooft u dus niet dat ik aarzel, het tegendeel is waar. Maar het is beter hernam zij, terwijl zij Lionel cenigszins uitdagend aankeek, het is verstandiger dat ik hedenavond naar het Hotel au Lac terugkeer. Men zou daar over mijn wegblijven ongerust kunnen worden, het zou ook kunnen iat er brie/en voor mii gekomen waren. Ik heb daarbij mint rekening nog niet be taald en mijn koffer moet ook nog ge pakt worden. Aan den anderen kant zou ik er wat bezwaar tegen voelen, zoo op eens misbruik te maken van uwe goede bedoelingen. Neemt n den lijd er nog eens over Ie denken. Zelfs al komt u dan tot andere gedachten, beloof ik u dat ik nooit uw troostende bejegeningen zal vergeter.. Als u zich maar niet te groote verwachtingen van m i gevormd heb'.! Het zou a 'zulk een trUursteHing kunnen zijn evenals v r mij! Misschien ook geeft u te g i'iiriig toe aan een inge ving van uw goed h'n zonder rekenitm te houden met de mceilijkheden die uit mijn verbluf ten uwent zouden kunnen ontstaan. Ik zou ncch u noch een der uwen ooi! in .en weg willen zijn. Da.r- oiii mevrouw geef toe. ten einde later geen spiit f berouw te hebben en raad. pleeg ook n.-.g eens uw neef, uwe fami- l:e en vrienden.... (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5