HAARLEM'S DAGBLAD
VAN ONZEN RE1ZENDEN
REDACTEUR
FLITSEN
DONDERDAG 10 SEPT. 1925 TWEEDE BLAD
(NIEUWE REEKS).
No. 264
EEN FINSCH BAD
Men had ons in de meest extatische
bewoordingen ervan verteld. Ik herken»
de mijn kalme Finsche collega's niet
meer, als zij er over spraken; zij werden
plotseling Italianen, zoodra zij het maar
over een Finsch bad hadden. Dat moest
volgens hen de meest opperste zaligheid
zijn. Minstens twintig jaar jonger werd
je er door. Na een Finsch bad voelde
de oudste man zich als een jonge
Adonis!
Voor ons. Hollanders, scheen die ge
nieting niet te zijn weggelegd; wjj moeit»
ten er alleen maar over hooren vertel»
len. Tot men ons eindelijk op den tien»
den dag kwam zeggen. dit te Kajaani
Finsche baden voor ons zouden worden
gereserveerd. Het was een tropisch
warme dag en het woord „bad" alleen
deed ons in den amoorheeten stoffl»
gen trein opspringen van vreugde.
Ik lag in mijn hotelkamer op mijn
bed uit te rusten van de urenlange
vermoeiende en warme spoorrcis,1
toen men mij kwam roepen.
„Allo! Opstaan voor het Finsche
bad!"
Als geëlectriseerd sprong ik op. Ik
stelde mij al voor: een douche, ee
heerlijke onderdompeling in lauw w
ter. massage en dan zooicts als koude,
verfrisschcndc waterstralen langs heel
mijn lichaam. Even weifelde ik nog.
toen ik de boomlooze straat van Ka»
jaani in de zon te Stoven zag liggen.
Moest ik daar door heen. terwijl het
in m:jn kamer zoo koel en zoo frisch
was? Maar wat doet een mcnsch al
niet om 20 jaar jonger te worden! En
dat alleen maar door een bad! Dus volg»
de ik mijn collega's door de zonnige
straten van het kcinc. als uitgestorven
Kajaani.
Bij een stccnen gebouwtje hielden wij
halt. Het was tin der 4 badhuizen in
dit stadje van 30O0 inwoners. Toen ik
de gang binnentrad, wilde ik zóó weer
vluchten. Wanne stoom sloeg mij te»
gcmoct. Het was een temperatuur om
te stikken; ik had moeite adem te ha
len
„Moeten wij hierinmet deze
hitte?" vroeg ik. naar lucht snakkend.
Mijn Finsche begeleider duwde mij
lachend in een der kleine kleedkamer»
tjes.
„Gauw maar!" zei hij „Je zult zien:
het is een heerlijkheid!"
Ik wierp zoo gauw ik kon. mijn klcc»
ren van mij af om tenminste adcin te
kunnen halen. Naast mij hoorde ik
plassen met uatcr en kreten als van
menschen in benauwenis. Ik wachtte
angstig af.
Toen stak een oude badvrouw, een
goedige matrone van een Jaar of zestig,
haar hoofd om den hoek van de deur.
Zij keek mij aan met een moederlijken
blik en wenkte mij om te komen. Ik
volgde baar als een slachtoffer. Zij
duwde mij in een hok. waar In den hoek
een gloeiend hectc. stccnen oven
stond. Daarnaast een soort houten scha.
votje, waar je met een laddertje op
moest klimmen. Op dat schavotje stond
een houten bank. De oude badvrouw
sloot de deur.
„Wat moet ik nou doen?" vroeg ik,
naar adem snakkend.
„Koemesataakkaakkau", antwoordde
zij.
„Wat?" zei ik nog eens en ik keek
haar vragend aan.
Zij lachte en gilde: „Koemesataak»
kaakau!"
Ik begreep dat het met onze conver»
sutie niet hard zou vlotten en gaf mij
daarom maar gelaten aan de oude
vrouw met den zachtcn, moederlijken
blik over.
Zij greep mij bij den nrm. sleepte mij
het schavotje op. duwde mij op de
bank.
..Nee. nee. In 's hemelsnaam, nee!"
riep ik wanhopig. Het was. of ik stikken
zou daar met mijn hoofd tegen de zol»
dcring in het broeiend hccte hokje,
slak bij den wifcgloeienden stccnen
oven. Ik hijgde naar adem.
„Koemes.is.isi! Koemesasasi! hoorde
ik alleen maar.
Ja welkoemesasasials ik non
maar van dii schavot af mocht. Maar
wat was dal? Was dat d;e zeikte zachte
vrouw met den moederlijken blik? He»
was. of zi; plotseling een demon, een
furie, een hellesjjook was geworden, drei
gend hield zij een nap mei water in de
hand en lachte satanisch. O, ik zag het
nu duidelijker waren twee wezens in
dat vreesdijke vrouwenmcnsch.
„Wat ga ie doen?" riep ik angstig.
„Toista! Toisla! Toista!" gilde zij en
op hclzeifde oogenbhk wierp zij het
j icr op de gloeiend wille steenen in den
.oven. Toen Jacht ik, dat mijn laatste
o-ogenblik gekomen was. Wat het was.
daarvan werd ik mij nauwelijks bewust
hcete stoom, verstikkende damp? Ik
plotseling in één zweetbad! Aan al.,
kinten perste aich het vocht uit mijn po-
1 ricn. met straaltjes droop het langs mijn
voorhoofd, miin wangen, mijn hals, mijn
armen, mijn boenen.
„Niet meer! Niet meer! Ophouden!"
riep ik angstig, toen ik het vrouwtnen>ch
een tweeden nap water uit een badkuip
zag scheppen.
Zij lachte, de draak,'en gilde: Kasje
kasje! kasje!' en seezzzzz daar siste
het water al in den oven.
Het was. ol mijn slapen zich uitzetten,
of mijn hoofd barsten zou.
„Mensch, ik ga dood!schreeuwde ik
en greep naar mijn haren. Zij wees mij
naar een waterkil, die naast mij stond,
beduidde mij. dat ik mijn hoofd met wa
ter moest besprenkelen, als ik niet ster
ven wilde. Toen lachte zij weer, het sa
tanswijf en de derde gulp water siste al
in den oven. Ik dacht aan de martelin
gen uit Dante's hel! Wou dat ellendige
vrouwtnensch. die Belzabub mij dan hec-
lemaal uitstoomen, mij levend verdam
pen? Ik dreef weg. ik voelde mij lang
zaam in water verdwijnen; ik weende uit
al mijn nonen. Mijn vrouwelijke beul
was zonaer genade. Zij duwde mii een
groote bak met berkeblaren in de hand.
beduidde mij. dat ik mij moest kastijden.
Dat was te veel! Ik was te amechtig om
mij zeiis maar te bewegen. Toen nam
zij-de bak met berkeblaren uit mijn han
den en begon mij te geesclen op mijn
rug. mijn borst, mijn armen, mijn beenen!
Ook dut noii' Wat had ik gedaan, da»
ik op mijn vijftigste jaar door een oude
furie pegccscld moest worden.
Fats! Fats! Fats!
Ik liet mij gelaten martelen! Had men
mij niet gezegd, dat ik 25 iaar jonger
zou worden? Wat doet een mcnsch niet
om een kwart eeuw jonger te worden!
Ik beschouwde mijzelf en schrok! Was
ik dat wonderlijk wezen? Op mijn borst,
mijn rug. inijn armen, overal kleefden
de bcrkcnblaidjcs. Ik leik wel een won»
dcrlijk geschubd groen dier. „Moet dut
nog lang duren?" vroeg ik met zachte
stem en ik keek omdat ik wist. dat
ij mijn woorden niet verstond het
rouwmcnsch nan met smeckcnde
oogen. Zelfs dc meest hardvochtige ziel
zou cr door geroerd zijn geworden. Zu
allerminst' „Sjahsjoc! Sjahsjoe!" gilde
het dier geworden mcnsch en zij ransel»
dc. ranselde nl maar door.
Ik had geen wil meer. Ik onderging dc
martelingen vun het Finsche bad hij»
gend. puffend, zuchtend en zwcetend
met stilic gelatenheid. Naast mij. in een
ander hokje hoorde ik «nestige kreten;
begreep, dat een collega daar dc
.rjongmgsKUur onderging. Hij was pas
in het eerste stadium, had nog dc kracht
zich te verzetten. Ik had daar al lang
an atgc/ien; zat slap ter neer op mijn
bank in den stoofovcn met nog maar
één gedachte: Hoe lang nog? Hoe lang
nog? In gootjes siepelde het water langs
mijn lichaam naar beneden.
Ik zag aan' mij zelf gedemonstreerd,
it ccn mcnsch voor 97 procent uit wa»
ter bestaat.
Eindelijk hield mijn beul met het ran
selen op; zij greep mijn hand. trok mij
in het schavot naar beneden.
„Ben ik klaar?" vroeg ik en er klonk
merkbaar angst in mijn bevende stem.
„Kocsjic! Koesjic!" riep zij cn zij
duwde mij naar een kist! Het was ccn
soort hooikist, die van voren open ging!
Wat zal mij nu gebeuren? In ccn
hooikist? Dat nooit! Voordat ik wist,
wat er gebeurde, zat ik cr nl in. klepte
dc kist dicht. Het deksel zat als ecu
halsband om mijn nek cn mijn keel!
Alleen mijn hoofd stak boven het dck«
sc 1 uit als het levend sprekend men»
sehenhoofd. dat ik eens op een kermis
had gezien.
Mijn vrouwelijke beul draaide ccn
kraan open.
„Mcnsch. wat doe je!" schreeuwde ik.
Hcete damp steeg langs al mijn leden
naar boven; ik voelde mijzelf onder
mijn hoofd wegvloeien.
„Maak mij los! Maak mij los",
schreeuwde ik.
Zij het satanswijf lachte! O.
dat ik mij ooit aan die vrouw had over»
ven? Maar wie had kunnen den»
dat vrouwenoogen zoo liegen kon»
den?
Ik draaide mijn hoofd boven het dek»
scl naar dc deur, keek, of er geen red»
tooverkol. die lachte! Nooit was
en man zóó in dc macht van ccn
touw. opgesloten in een hooikist!!!
Ik transpireerde nu zoo. dat ik werke»
lijk begon te vreezen. dat, als men dc
kist open maakte, men er niets meer
in zou linden van het lichaam, dat eens
J. B. Schuil had toebehoord. Al»
leen nog maar mijn hoofd en wat doe
jc op dc wereld alleen met een hoofd.
Maar gelukkig, het viel mee. Toen zij
eindelijk na lang wachten, de kist open
maakte, zat ik er tot mijn eigen ver»
rassing nog in.
„Wat nou?" vroeg ik. Ik wilde als
een held nu alle martelingen verder dra»
gen. Lrgcr dan de hooikist kon het niet.
Zij wees mij een breede houten bank.
Ik ging er op haar bevel op ligeen,
languit, met mijn neus tegen dc plan»
ken, angstig spiedend, wat voor nieui
we folteringen mij nu weer wachtten.
Het vrouwmensch kwam met een cm»
iner water, een stuk zeep, en ccn soort
boender op mij af.
„Mcnschriep ik „wat ga je nu
Ik kon al nicis meer zeggen, zjj plaste,
boende, schrobde mij, also! mijn
lichaam het straatje voor haar huis
was. Al mijn wil was uit mijn poriën
weggedreven; ik liet haar kalm maar
begaan cn langzamerhand bemerkte ik.
dat deze schrobbing mij weer tot
mcnsch maakte. Ik leefde merkbaar op,
ik kon Weer ademen, weer rustig den»
ken. weer bewegen. En vreemd, dc
helleveeg was plots uit 't vrouwmensch
verdwenen; het goedige, oude moeder»
tje vun zooeven stond over mij heen
gebukt. Het was mij, of ik uit een
nachtmerrie ontwaakte Zij nam mij
zacht bij dc hand, alsof ik haar kleine
jongen was cn geleidde mij naar dc
douche; zij opende dc kraan, ik voelde
dc lauwe, iijnc waterstralen over heel
mijn lichaam gaan. Het water were'
kouder cn kouder, huiverend en ril»
lend onderging ik het. Het was mij, ol
ik zou verstijven. Later vertelde men
mij. dat dc Finnen na het Finsche bad
in den winter zoo maar naar buiten
loopen en zich in dc sneeuw rond wen
telen. Ik dankte den hemel, dut het
tenminste geen winter was'.
Met echt moederlijke zorg wikkelde
de oude vrouw ccn soort badmantel
om mij heen, leidde mij naar mijn
kleedkamer, liet mij neerliggen op de-
rustbank. Als ccn moeder hasr kind.
zoo wikkelde zij den mantel om mij
heen cn begon toen op eens mij tc be»
kloppen en tc beslaan. Dit bleek dc
laatste „behandeling!" Alle hardheid
as nu uit haar verdwenen; zij klopte
tccdcrlijk cn lachte goedig daarbij. Met
een klap onder mijn voetzolen wa» het
proces geëindigd.
Ik wilde opstaan, maar zij beduidde
mij. dat ik „als een zoete jongen"
moest blijven liggen; zij maakte het
manuaal van „rustig slapen gaan" cn
neuriede een soort Finsch „dideldon»
dijne" erbij. Zij duwde mij een sigaret
in mijn mond, stak het vlammetje voor
mij aan, gaf mij een flcschje koude,
frisschc limonade cn deed tccdcrlijk bc»
■orgd. Goede vrouw, hoe heh ik je
ooit kunnen miskennen? Maar opeens
ag ik haar weer met haar satanischen
ich bij dc hooikist cn ik huiverde.
Zij ging heen cn ik was alleen! Het
was. als lag ik op rozen. Een half
uur bcb ik daar zoo gelegen, luisterend
naar dc kreten, die uit di stoomhakken
opstegen en ik lachte van inwendige
pret. Toen kwam de oude vrouw mij
roepen; ik mocht mij unnklccden, ik
had dc genoegens van het Finsche bad
ondergaan.
Yijt minuten later wandelde ik op
straat' Maar w-at was dat? Was ik dat,
d:c daar ging? Ik voelde de zon niet
branden op mijn hoofd, ik voelde n*u<
v-clijks. dat ik ccn lichaam had. ik liep
lug en kwiek als ccn N'urrni! Alles
vos even licht aan mij, ik was een Jon»
ge man van 20 jaar!
Naast mij gingen twee collega's, die
beiden dc veertig waren gepasseerd.
Hoe voelen jullie je?" vroeg ik.
..Als ccn jongen van 151" lachten zij-
Vijf cn twintig jaren waren van ons
afgegleden, uit ons weg getranspireerd.
O, het was een zaligheid je weer eens
heelemaal jong te voelen! Maar toch.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 392
EEN HEETE AVOND
maar tochwanneer ik op het oogen»
blik terug denk aan de helleveeg cn dc
hooikist. aan de martelingen daar boven
op het schavotje, dan geloof ik, dat ik
niet opnieuw den moed zou hebhen
nog eenmaal het Finsche bad te onder»
gaan! Ik moet in 's hemelsnaam dan
maar vijftig blijvcn(l).
J. B. SCHUIL.
(1) Bij elke boerenwoning, in Tin»
land. i-> ccn „badhok". Geen Fin op
het platteland, die in den zomer niet
dagelijks ccn „Finsch bad" neemt. En
ook in den winter nemen de Finnen
hun bad, minstens twee maal in dc
week, waarbij zij zooals ik reeds
schreef na de „zweetkuur" zich on»
middellijk buiten in de sneeuw rond»
ven telen Volgens dc Finnen was dut
cle baden een der oorzaken, dat het
Finsche volk over het algemeen zoo ge»
hard cn zoo sterk is. Dc „stoorokist"
gebruiken dc gewone Finnen echter niet
bij hun bad
J. B. S.
Het is een zeldzaam hcete dag
geweest cn hij vraagt zich af of
het ooit zal afkoelen
van de overzijde komt het anur»
kerig geluid van Dora Kommcr's
grammofoon
hoort hoe z'n buurman Jansen het
laten spelen van grammofoons op
heete avonden in krachtige be»
woordingen veroordeelt
bij de buren aan de andere zijde
is men het niet eens over de al
dan niet wcnschelijkhcid van slui»
net is de keus tusschen ondrage»
lijke hitte en wakker liggen om
naar inbrekers te luisteren
verderop in de straat roept me»
vrouw van Epscheuten om haar
man, die op de veranda blijkt te
liggen en zegt
dat hij cr den gehcelcn nacht
blijft, of misschien wel tot het
begint te vriezen
en Van Buffelen, die van de
overzijde dit gevoelen beaamt en
zich voorstelt in zijn badkuip te
gaan slapen
totdat hij aldus door het wiege»
liedje van de buurt gesust, in
slaap valt.
(Nadruk verboden).
BINNENLAND
De 300e geboortedag van
Johan de Witt
De herdenking te Dordrecht
Op 24 September, den geboortedag
van Johan 3c Witt, zal in den gevel van
diens geboortehuis in de Grootekcrks»
buurt no. 19 te Dordrecht een cenvou»
digc gedenksteen, ontworpen door den
architect B. van Bilderbeek, aldaar,
worden geplaatst
Daarna zal een krans worden gelegd
aan den voet van het standbeeld van
de gebroeders Dc Witt, waarbij de bur»
gemccstcr het woord zal voeren.
Des avonds zal in Kunstmin ccn
groote herdenkingssamenkomst wor»
den gehouden, waar prof- dr- G. W.
Kernkamp, uit Utrecht, zal spreken
over: Johan dc Witt als Staatsman, en
dr- N- Japikse. u:t 's»Gravenhage, over:
Johan de Witt als mcnsch.
Het comité heeft gemeend, het opc»
nen van de tentoonstelling, betrekking
hebbende op Johan dc Witt, te moe»
ten uitstellen tot half October.
VECHTPARTIJ TUSSCHEN WOON»
WAGENBEWONERS,
Dinsdagavond heeft in het woonwa»
genkamp in de Lunettcstraat te Breda
een vechtpartij plaats gehad tusschen
twee woonwagenbewoners. Een hunner
kreeg drie levensgevaarlijke steken in
de borst Dc dader is onmiddellijk door
de politic gearresteerd. Het mes is op»
gespoord cn in beslag genomen.
EEN INCIDENT IN DEN RAAD
VAN ZAANDAM.
Bij het begin van de Dinsdagavond
gehouden vergadering van den raad
Zaandam, zoo meldt de N.R.Ct
wenschtc het communistische lid, dc
heer Bolhoeve den voorzitter te vra»
gen, of het een medelid geoorloofd is,
gewapend in den raad aanwezig te
zijn. hierbij doelende op den heer P.
de Ruytcr (s»d) die als opzichtct aan
de Algcmeene Norit»Maatschappij niet
meedoet aan de staking van dc arbei»
ders aan genoemde onderneming. De
voorzitter verhinderde hem zijn vra»
gen tc stellen. Onder protest cn luide
bijvalsbetuigingen van dc publieke tri»
bune verliet de heer Bolhoeve toen de
vergadering.
Op weg naar het gemeentehuis was
de heer Dc Ruijter, gevolgd door een
aantal staker: en partijgenooten. waar»
bij hij is slaags geraakt met den ge»
meente»arbcider Van den Berg.
DE TABAKSWET
Een adres aan de Tweede
Kamer
In een adres aan dc leden der Tweede
Kamer verzocht het Hoofdbestuur van
den Eersten Ned. Bond van Kleinfabri»
kanten in dc sigarenindustric het daar»
heen tc leiden, dat in de commissie wel»
ke tot taak heeft dc mogelijkheid tc on»
derzoeken voor een stelsel van belasting
op dc ruwe tabak. belanghebbende
groepen zitting verkrijgen cn dat deze
commissie spoedig met haar conclusies
gereed zal zijn.
De aanslagen der land
bouwers in de Rijks
inkomstenbelasting
Het gebruik maken van de
opgaven voor de land-
bouwstatistiek
Het Eerste Kamerlid, dc heer Wcster»
dijk heeft aan den minister van Rinnen»
landsche Zaken cn Landbouw, dc vol»
gendc schriftelijke vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat in»
specteurs der directe belastingen, al»
thans één dier inspecteurs, gemeente»
besturen, althans cén gemeentebestuur,
hebben \crzocht inzending van de van»
wegc het gemeentebestuur bij de land»
bouwers huis aan huis verzamelde opga»
ven voor de landhouwstatistiek. tencin»
de daarvan gebruik tc maken bij dc vast
itclling van de aanslagen der landbou»
door dc mededeoling van deze opgaven
aan de fiscale ambtenaren, hoe belang»
rijk overigens voor het verkrijgen var
juiste belastingaanslagen, de betrouw
baarheid der landhouwstatistiek in hoo«
ge mate zal worden geschaad cn waar»
schijnlijk voor ccn groot deel waarde»
loos zal worden?
3. Indien dit het geval js. is dc mi»
nistcr dan bereid, met zijn ambtgenoot
voor Financiën te overwegen, welke
maatregelen behooren te worden geno»
men. teneinde dit bezwaar op te hef»
fen?
DOODELIJK MIJNONGELUK.
Op staatsmijn Wilhelmina tc Ter»
winselcn is gisteren dc 29»jarigc ge»
huwde hulphouwer J. v. d. Rijt uit
Heerlen, in een opbraak van ongeveet
60 M. diepte gevallen. Hij was onmid»
dclhjk dood.
Het 650-jarig bestaan
van Amsterdam
Onderscheidene feestelijkheden
Ter gelegenheid van de herdenking
van het 650»jarig bestaan van Ainster»
dam zullen Maandag in de hoofdstad
onderscheidene feestelijkheden plaats
hebben.
Des ochtends zal op 5 plaatsen in de
stad koraalmuziek worden ten gehoore
gebracht; des avonds hebhen op 10
plaatsen ia de stad muziekuitvoeringen
plaats
In de middaguren zijn in rpeelt-iiaen
cn op de sportterreinen kindc:feeiten
georganiseerd- Het programma ver»
meldt verder onder meer een histori»
sche voorstelling in het Stadion en des
avonds een vuurwerk.
Voorts bestaat nog het voornemen
een concert te geven door de ..Am»
stcrdamsche Tram-Harmonie", direc»
tcur de heer Joh Schuitmaker, des
avonds van S10.30 uur op het Beurs»
plein cn dat te doen besluiten met een
groote tapfcoe.
Deze taptoe zal bestaan uit1. Rof»
fel der tamboers 2. Marsch door tam»
boers en pijpers 3- Gebed door pij»
pers 4- Marsch door tamboers en pij»
pers 5 Triumfmarsch met dankgebed,
door orkbst.
De tamboers cn pijpers zullen zicK
opstellen vóór dc muziektent en aldaar
stilstaande de verschillende gedeelten
der taptoe uitvoeren, het orkest blijft
in de tent-
Het gemeentebestuur wekt op dien
dag dc vlag uit te steken en dc patroons
hun personeel des middags na 1 uur
vrij te geven.
Verduistering en brand
stichting
Een onbetrouwbare concierge
Het Hhld meldt:
Dc recherche tc Groningen heeft aan»
gehouden den 26»jarigcn concierge van
dc Rijkskweekschool voor onderwijzers
(essen) aldaar, die in zijn woning, in 't
gebouw der school, brand had gesticht,
welke brand door zijn eigen toedoen tot
ccn onbeduidend binnenbrandje be»
perkt is gebleven. Zijn bedoeling was
net tc doen voorkomen, dat ccn trom»
mcltjc met ruim f 500, dat hij voor den
directeur in bewaring bad. verbrand
was. Ruim f 300 is op een andere plaats
^n het gebouw gevonden.
FEUILLETON
HET PARK MET DE
BLAUWE VOGELS
Uit bet Franscb van
CHARLES FOLEY
10)
„Ik ken haar niet".
„U heeft haar onder de Iindeboomen
moeten zien ol anders stellig in de eet
zaal. Zij is een deftig iemand en familie
van de bewoners van Boismon». Mijn
heer de Saint Preuil bezoekt haar dik
wijls en nu wilde zij u spreken.
„Waarover?" vroeg Albine even op
gewonden als verbaasd.
„Over typen. Mevrouw d'Her.ilb
heeft vernomen dat u secretaresse bij
mevrouw dc Morval waart. Zij zal den
kelijk eenig werk of soortgelijke bezig
heid voor ii hebben."
Het, jonge meisje was op 't punt zon
der vérdere verklaring te weigeren, maar
bedacht zich. Als zij opzettelijk deze kans
op verdienste van zich stootte, zou de
hoteleigenares er misschien op uit zijn
om haar geen verdere kansen op betrek
king mede tc deelen als deze zich moch
ten voordoen. Bij de gedachte aan haar
bijna ledige beurs aan de vergeetachtig
heid en mogelijk tegenbericht van de
van het kasteel, gaf Albine
niet zonder gevoel van beschaming zich
cr rekenschap van dat haar toestand
haar niet veroorloofde onhandelbaar ol
zelfs moeilijk te zijn.
Na eenige oogenblikken zwijgen be
hield het verstand de overhand cn ant
woordde zij dus:
„Ik zal binnen vijf minuten naar die
mevrouw gaan, wilt u haar waarschu
wen?"
„Ik zal het doen. vergeet u hef niet.
Mevrouw d'Herville benedenverdieping,
kamer no. 5."
Alleen pebleven keek Albine op haar
horloge. Wat had zij zich veel moeten
ontzeggen en lang moeten sparen om dat
eenvoudig kleine stalen horloge te kun
nen koopen
Zij zag dat het nauwelijks tien uur
was en dus nog ruimschoots den tijd
vóór dat men haar vanwege het kasteel
zou komen afhalen, als men tenminste
kwam! Zij overwoog dat door te gaan
zij hef beste middel toepaste om haar
ongeduld te temperen cn den tijd te doo-
den.
Zij speldde haar hoed op haar mooi
zwart haar vast, trok haar manteltje aan
en daalde langzaam de trappen af. Be
neden gekomen klopte zij bescheiden aan
de deur van kamer no. 5, kreeg echter
geen antwoord.
„Als die mevrouw geen teeken van le
ven wil geven, dacht zij. is het mijn
schuld niet. Ik ga dan weg en zal er
geen spijt over hebben deze kans gemist
te hebben! Ik zou er geen voldoening van
hebben de secretaresse van die vrouw
met haar valschen lach en brutalen oog
opslag te zijn. Als mevrouw Verlier mij
toevallig vóór elf uur laat afhalen ben
ik bang dat ons gesprek mij zal belet
ten den auto te hooren aankomen. Geluk
kig komen de ramen van de benedenver
dieping op het terras uit. Ik zal oogen en
ooren goed open houden en het gesprek
zooveel mogelijk bekorten.
Tot alle zekerheid klopte Albine nog
eens aan.
Men verwaardigde zich „binnen" te
roepen.
Zij ging zonder zich te haasten naar
binnen.
Mevrouw Laure d'Herville lag in rose
pyjama gehuld op een ruststoel bij ccn
tafeltje, waarop haar handspiegel en
toiletbenoodigdneden cn het jonge meis
je gevoelde dat die vrouw vóór h-iar
te laten binnen komen een houding en
omgeving had uitgedacht geschikt om
indruk op de bezoekster te maken. Zon
der haar ui» te noodigen te gaan zitten,
bleef mevrouw d'Herville haar met hare
groene oogen strak en onbeschaamd op
nemen en haar gelaatsuitdrukking die
zooeven gemaakt vriendelijk was ver
toonde weldra ontevredenheid en terug
houdendheid.
Op een afstand gezien leek Albine on
beduidend. maar van naderbij was dat
geheel anders. Zij had mooie oogen vol
uitdrukking. Haar zwart haar deed haar
blanke huid met zachten blos op de wan
gen voordeelig uitkomen. Zij was slank,
fijngebouwd en mooi als een jonge by-
zantijnsche.
Terwijl zli dapper het onwelwillend
onderzoek doorstond kreeg zij indruk
ken tegenovergesteld aan die van me
vrouw d'Herville. Deze vrouw welke
haar op 't eerste gezicht eenigszins ver
blind had. leek haar nu heel wat minder
mooi cn jong toe. Het blanketsel liet toe
regelmatige maar reeds scherp geworden
gelaatstrekken te zien. De ruwheid van
hare bewegingen bewezen dat de sierlijk
heid en onverschilligheid in hare hou
ding slechts gemaakt waren. Onder de
plooien van hare wijde dunzijden pyja
ma kon men een haast mannelijkcn
bouw en door sport ontwikkelde spieren
raden, een te vroeg zwaar en lomp ge
worden middel.
Albine reik e naar dc leuning van een
stoel, welke haar niet werd aangeboden.
„Voor u gaat ritten", gebood Laure.
zult u wel'zoo vriendelijk willen zijn
het raam te sluiten.
Voor Albine kon geen verzoek meer
ongewenscht zijn; na nog een zoekenden
blik naar buiten te hebben gericht sloot
zij zenuwachtig hol venster.
Mevrouw d'Herville hield zich al spre
kend onledig niet de meeste zorg haa'
nagels te polijsten, zich in haar spiegel
tje te monsteren terwijl zij steeds lang
zamer sprak als om tijd te winnen en
te plagen door het onderhoud te rek
ken.
Eerst na vele omwegen kwam zij er
toe te zinspelen op de mogelijkheid een
afschrift te maken van een familiebrief-
wisseling. Zij erkende echter nog geen
vast besluit te hebben genomen, daar dit
van den prijs zou afhangen.
Albine had het gevoel een muisje te
zijn. tusschen de klauwen van deze boos
aardige kat. die met haar speelde, maar
bij de minste poging tot ontsnappen ge
reed zou zijn haar klauwen uit te slaan.
Mevrouw d'Herville vermeed een vaste
afspraak te miken. terwijl zij over Dn:»
de Morval de schrijfster begon te praten.
Daarna stelde zij ditmaal zonder traag
heid, directe, scherp omschreven vragen
over haar verleden, haar familie en te-
genwoordigen toestand. Albine was on
ervaren in deze soort ondervragingen,
toch maakte een instinctmatige" tegen
zin haar wantrouwend.
Zij antwoordde daarom weinig of
niet.
Al die omwegen en uitvluchten bij het
ondervragen verveelden dit zoo openhar-
lig kind. Zij begreep dat het overschrij
ven van die familiebrieven slechts een
voorwendsel was tot het bevredigen van
nieuwsgierigheid.
De Onrust overwon de verlegenheid,
zij maakte een eind aan al die vragen
door ongeduldig te zeggen:
„Ik ben u komen bezoeken, mevrouw,
omdat de eigenares van het hotel mij
verzekerd had dal het te doen was om
een haastwerk. Nu u nog geen vast plan
heeft en mij heden nog niet de correspon
dentie kunt toevertrouwen, is het nutte
loos dat ik u uw tijd nog langer laai
verliezen
„Ik zou dat op geen aangenamer wij
ze kunnen doen, hernam mevrouw d'Her
ville, vooruitgevoelende dat dit gesprek
haar nuttig zou kunnen worden en be
sloten het meisje niet te laten vertrek
ken alvorens alle inlichtingen uit haar te
hebben verkregen welke zij behoefde.
Zich tot een glimlach dwingend, zeide
zij met een zoetelijke stem:
„Ik stel belang in u. juffrouw Sonnel.
Ik weet dat het vertrek van mevrouw
Daisy de .Morval u in groote moeilijkhe
den heeft gebracht. Ik heb vele en in
vloedrijke vrienden en kan u dus helpen.
Albine begreep dat zij opnieuw verstrikt
zou raken in een net van bedriegeüike
voorstellen en weder met allerlei onbe
scheiden vragen zou worden lastig ge
vallen.
Zij stond daarom op en zeide: „U zult
mij ten goede houden, mevrouw als
.Zoo druk? Gisteren hadt u toch tijd
genoeg om te wandelen. Het is waar, dat
u op uw terugweg verlof kreeg uw weg
te bekorten door het park van Boismoiit
te loopen, Een zeldzame gunst! De be
woners geven niet iedereen die toestem-
min", u werd bevoorrecht".
„Zeker mevrouw, maar minder dan
u zeil".
„Hoezoo?"
.Terwijl ik verlof kreeg door het park
te gaan, hebt u buiten het parkeen
samenkomst en een gesprek niet den jon
gen mijnheer gehad".
(Wordt vervolgd).