HAARLEM'S DAGBLAD VAN ONZEN RE1ZENDEN REDACTEUR FLITSEN DONDERDAG 10 SEPT. 1925 TWEEDE BLAD (NIEUWE REEKS). No. 264 EEN FINSCH BAD Men had ons in de meest extatische bewoordingen ervan verteld. Ik herken» de mijn kalme Finsche collega's niet meer, als zij er over spraken; zij werden plotseling Italianen, zoodra zij het maar over een Finsch bad hadden. Dat moest volgens hen de meest opperste zaligheid zijn. Minstens twintig jaar jonger werd je er door. Na een Finsch bad voelde de oudste man zich als een jonge Adonis! Voor ons. Hollanders, scheen die ge nieting niet te zijn weggelegd; wjj moeit» ten er alleen maar over hooren vertel» len. Tot men ons eindelijk op den tien» den dag kwam zeggen. dit te Kajaani Finsche baden voor ons zouden worden gereserveerd. Het was een tropisch warme dag en het woord „bad" alleen deed ons in den amoorheeten stoffl» gen trein opspringen van vreugde. Ik lag in mijn hotelkamer op mijn bed uit te rusten van de urenlange vermoeiende en warme spoorrcis,1 toen men mij kwam roepen. „Allo! Opstaan voor het Finsche bad!" Als geëlectriseerd sprong ik op. Ik stelde mij al voor: een douche, ee heerlijke onderdompeling in lauw w ter. massage en dan zooicts als koude, verfrisschcndc waterstralen langs heel mijn lichaam. Even weifelde ik nog. toen ik de boomlooze straat van Ka» jaani in de zon te Stoven zag liggen. Moest ik daar door heen. terwijl het in m:jn kamer zoo koel en zoo frisch was? Maar wat doet een mcnsch al niet om 20 jaar jonger te worden! En dat alleen maar door een bad! Dus volg» de ik mijn collega's door de zonnige straten van het kcinc. als uitgestorven Kajaani. Bij een stccnen gebouwtje hielden wij halt. Het was tin der 4 badhuizen in dit stadje van 30O0 inwoners. Toen ik de gang binnentrad, wilde ik zóó weer vluchten. Wanne stoom sloeg mij te» gcmoct. Het was een temperatuur om te stikken; ik had moeite adem te ha len „Moeten wij hierinmet deze hitte?" vroeg ik. naar lucht snakkend. Mijn Finsche begeleider duwde mij lachend in een der kleine kleedkamer» tjes. „Gauw maar!" zei hij „Je zult zien: het is een heerlijkheid!" Ik wierp zoo gauw ik kon. mijn klcc» ren van mij af om tenminste adcin te kunnen halen. Naast mij hoorde ik plassen met uatcr en kreten als van menschen in benauwenis. Ik wachtte angstig af. Toen stak een oude badvrouw, een goedige matrone van een Jaar of zestig, haar hoofd om den hoek van de deur. Zij keek mij aan met een moederlijken blik en wenkte mij om te komen. Ik volgde baar als een slachtoffer. Zij duwde mij in een hok. waar In den hoek een gloeiend hectc. stccnen oven stond. Daarnaast een soort houten scha. votje, waar je met een laddertje op moest klimmen. Op dat schavotje stond een houten bank. De oude badvrouw sloot de deur. „Wat moet ik nou doen?" vroeg ik, naar adem snakkend. „Koemesataakkaakkau", antwoordde zij. „Wat?" zei ik nog eens en ik keek haar vragend aan. Zij lachte en gilde: „Koemesataak» kaakau!" Ik begreep dat het met onze conver» sutie niet hard zou vlotten en gaf mij daarom maar gelaten aan de oude vrouw met den zachtcn, moederlijken blik over. Zij greep mij bij den nrm. sleepte mij het schavotje op. duwde mij op de bank. ..Nee. nee. In 's hemelsnaam, nee!" riep ik wanhopig. Het was. of ik stikken zou daar met mijn hoofd tegen de zol» dcring in het broeiend hccte hokje, slak bij den wifcgloeienden stccnen oven. Ik hijgde naar adem. „Koemes.is.isi! Koemesasasi! hoorde ik alleen maar. Ja welkoemesasasials ik non maar van dii schavot af mocht. Maar wat was dal? Was dat d;e zeikte zachte vrouw met den moederlijken blik? He» was. of zi; plotseling een demon, een furie, een hellesjjook was geworden, drei gend hield zij een nap mei water in de hand en lachte satanisch. O, ik zag het nu duidelijker waren twee wezens in dat vreesdijke vrouwenmcnsch. „Wat ga ie doen?" riep ik angstig. „Toista! Toisla! Toista!" gilde zij en op hclzeifde oogenbhk wierp zij het j icr op de gloeiend wille steenen in den .oven. Toen Jacht ik, dat mijn laatste o-ogenblik gekomen was. Wat het was. daarvan werd ik mij nauwelijks bewust hcete stoom, verstikkende damp? Ik plotseling in één zweetbad! Aan al., kinten perste aich het vocht uit mijn po- 1 ricn. met straaltjes droop het langs mijn voorhoofd, miin wangen, mijn hals, mijn armen, mijn boenen. „Niet meer! Niet meer! Ophouden!" riep ik angstig, toen ik het vrouwtnen>ch een tweeden nap water uit een badkuip zag scheppen. Zij lachte, de draak,'en gilde: Kasje kasje! kasje!' en seezzzzz daar siste het water al in den oven. Het was. ol mijn slapen zich uitzetten, of mijn hoofd barsten zou. „Mensch, ik ga dood!schreeuwde ik en greep naar mijn haren. Zij wees mij naar een waterkil, die naast mij stond, beduidde mij. dat ik mijn hoofd met wa ter moest besprenkelen, als ik niet ster ven wilde. Toen lachte zij weer, het sa tanswijf en de derde gulp water siste al in den oven. Ik dacht aan de martelin gen uit Dante's hel! Wou dat ellendige vrouwtnensch. die Belzabub mij dan hec- lemaal uitstoomen, mij levend verdam pen? Ik dreef weg. ik voelde mij lang zaam in water verdwijnen; ik weende uit al mijn nonen. Mijn vrouwelijke beul was zonaer genade. Zij duwde mii een groote bak met berkeblaren in de hand. beduidde mij. dat ik mij moest kastijden. Dat was te veel! Ik was te amechtig om mij zeiis maar te bewegen. Toen nam zij-de bak met berkeblaren uit mijn han den en begon mij te geesclen op mijn rug. mijn borst, mijn armen, mijn beenen! Ook dut noii' Wat had ik gedaan, da» ik op mijn vijftigste jaar door een oude furie pegccscld moest worden. Fats! Fats! Fats! Ik liet mij gelaten martelen! Had men mij niet gezegd, dat ik 25 iaar jonger zou worden? Wat doet een mcnsch niet om een kwart eeuw jonger te worden! Ik beschouwde mijzelf en schrok! Was ik dat wonderlijk wezen? Op mijn borst, mijn rug. inijn armen, overal kleefden de bcrkcnblaidjcs. Ik leik wel een won» dcrlijk geschubd groen dier. „Moet dut nog lang duren?" vroeg ik met zachte stem en ik keek omdat ik wist. dat ij mijn woorden niet verstond het rouwmcnsch nan met smeckcnde oogen. Zelfs dc meest hardvochtige ziel zou cr door geroerd zijn geworden. Zu allerminst' „Sjahsjoc! Sjahsjoe!" gilde het dier geworden mcnsch en zij ransel» dc. ranselde nl maar door. Ik had geen wil meer. Ik onderging dc martelingen vun het Finsche bad hij» gend. puffend, zuchtend en zwcetend met stilic gelatenheid. Naast mij. in een ander hokje hoorde ik «nestige kreten; begreep, dat een collega daar dc .rjongmgsKUur onderging. Hij was pas in het eerste stadium, had nog dc kracht zich te verzetten. Ik had daar al lang an atgc/ien; zat slap ter neer op mijn bank in den stoofovcn met nog maar één gedachte: Hoe lang nog? Hoe lang nog? In gootjes siepelde het water langs mijn lichaam naar beneden. Ik zag aan' mij zelf gedemonstreerd, it ccn mcnsch voor 97 procent uit wa» ter bestaat. Eindelijk hield mijn beul met het ran selen op; zij greep mijn hand. trok mij in het schavot naar beneden. „Ben ik klaar?" vroeg ik en er klonk merkbaar angst in mijn bevende stem. „Kocsjic! Koesjic!" riep zij cn zij duwde mij naar een kist! Het was ccn soort hooikist, die van voren open ging! Wat zal mij nu gebeuren? In ccn hooikist? Dat nooit! Voordat ik wist, wat er gebeurde, zat ik cr nl in. klepte dc kist dicht. Het deksel zat als ecu halsband om mijn nek cn mijn keel! Alleen mijn hoofd stak boven het dck« sc 1 uit als het levend sprekend men» sehenhoofd. dat ik eens op een kermis had gezien. Mijn vrouwelijke beul draaide ccn kraan open. „Mcnsch. wat doe je!" schreeuwde ik. Hcete damp steeg langs al mijn leden naar boven; ik voelde mijzelf onder mijn hoofd wegvloeien. „Maak mij los! Maak mij los", schreeuwde ik. Zij het satanswijf lachte! O. dat ik mij ooit aan die vrouw had over» ven? Maar wie had kunnen den» dat vrouwenoogen zoo liegen kon» den? Ik draaide mijn hoofd boven het dek» scl naar dc deur, keek, of er geen red» tooverkol. die lachte! Nooit was en man zóó in dc macht van ccn touw. opgesloten in een hooikist!!! Ik transpireerde nu zoo. dat ik werke» lijk begon te vreezen. dat, als men dc kist open maakte, men er niets meer in zou linden van het lichaam, dat eens J. B. Schuil had toebehoord. Al» leen nog maar mijn hoofd en wat doe jc op dc wereld alleen met een hoofd. Maar gelukkig, het viel mee. Toen zij eindelijk na lang wachten, de kist open maakte, zat ik er tot mijn eigen ver» rassing nog in. „Wat nou?" vroeg ik. Ik wilde als een held nu alle martelingen verder dra» gen. Lrgcr dan de hooikist kon het niet. Zij wees mij een breede houten bank. Ik ging er op haar bevel op ligeen, languit, met mijn neus tegen dc plan» ken, angstig spiedend, wat voor nieui we folteringen mij nu weer wachtten. Het vrouwmensch kwam met een cm» iner water, een stuk zeep, en ccn soort boender op mij af. „Mcnschriep ik „wat ga je nu Ik kon al nicis meer zeggen, zjj plaste, boende, schrobde mij, also! mijn lichaam het straatje voor haar huis was. Al mijn wil was uit mijn poriën weggedreven; ik liet haar kalm maar begaan cn langzamerhand bemerkte ik. dat deze schrobbing mij weer tot mcnsch maakte. Ik leefde merkbaar op, ik kon Weer ademen, weer rustig den» ken. weer bewegen. En vreemd, dc helleveeg was plots uit 't vrouwmensch verdwenen; het goedige, oude moeder» tje vun zooeven stond over mij heen gebukt. Het was mij, of ik uit een nachtmerrie ontwaakte Zij nam mij zacht bij dc hand, alsof ik haar kleine jongen was cn geleidde mij naar dc douche; zij opende dc kraan, ik voelde dc lauwe, iijnc waterstralen over heel mijn lichaam gaan. Het water were' kouder cn kouder, huiverend en ril» lend onderging ik het. Het was mij, ol ik zou verstijven. Later vertelde men mij. dat dc Finnen na het Finsche bad in den winter zoo maar naar buiten loopen en zich in dc sneeuw rond wen telen. Ik dankte den hemel, dut het tenminste geen winter was'. Met echt moederlijke zorg wikkelde de oude vrouw ccn soort badmantel om mij heen, leidde mij naar mijn kleedkamer, liet mij neerliggen op de- rustbank. Als ccn moeder hasr kind. zoo wikkelde zij den mantel om mij heen cn begon toen op eens mij tc be» kloppen en tc beslaan. Dit bleek dc laatste „behandeling!" Alle hardheid as nu uit haar verdwenen; zij klopte tccdcrlijk cn lachte goedig daarbij. Met een klap onder mijn voetzolen wa» het proces geëindigd. Ik wilde opstaan, maar zij beduidde mij. dat ik „als een zoete jongen" moest blijven liggen; zij maakte het manuaal van „rustig slapen gaan" cn neuriede een soort Finsch „dideldon» dijne" erbij. Zij duwde mij een sigaret in mijn mond, stak het vlammetje voor mij aan, gaf mij een flcschje koude, frisschc limonade cn deed tccdcrlijk bc» ■orgd. Goede vrouw, hoe heh ik je ooit kunnen miskennen? Maar opeens ag ik haar weer met haar satanischen ich bij dc hooikist cn ik huiverde. Zij ging heen cn ik was alleen! Het was. als lag ik op rozen. Een half uur bcb ik daar zoo gelegen, luisterend naar dc kreten, die uit di stoomhakken opstegen en ik lachte van inwendige pret. Toen kwam de oude vrouw mij roepen; ik mocht mij unnklccden, ik had dc genoegens van het Finsche bad ondergaan. Yijt minuten later wandelde ik op straat' Maar w-at was dat? Was ik dat, d:c daar ging? Ik voelde de zon niet branden op mijn hoofd, ik voelde n*u< v-clijks. dat ik ccn lichaam had. ik liep lug en kwiek als ccn N'urrni! Alles vos even licht aan mij, ik was een Jon» ge man van 20 jaar! Naast mij gingen twee collega's, die beiden dc veertig waren gepasseerd. Hoe voelen jullie je?" vroeg ik. ..Als ccn jongen van 151" lachten zij- Vijf cn twintig jaren waren van ons afgegleden, uit ons weg getranspireerd. O, het was een zaligheid je weer eens heelemaal jong te voelen! Maar toch. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 392 EEN HEETE AVOND maar tochwanneer ik op het oogen» blik terug denk aan de helleveeg cn dc hooikist. aan de martelingen daar boven op het schavotje, dan geloof ik, dat ik niet opnieuw den moed zou hebhen nog eenmaal het Finsche bad te onder» gaan! Ik moet in 's hemelsnaam dan maar vijftig blijvcn(l). J. B. SCHUIL. (1) Bij elke boerenwoning, in Tin» land. i-> ccn „badhok". Geen Fin op het platteland, die in den zomer niet dagelijks ccn „Finsch bad" neemt. En ook in den winter nemen de Finnen hun bad, minstens twee maal in dc week, waarbij zij zooals ik reeds schreef na de „zweetkuur" zich on» middellijk buiten in de sneeuw rond» ven telen Volgens dc Finnen was dut cle baden een der oorzaken, dat het Finsche volk over het algemeen zoo ge» hard cn zoo sterk is. Dc „stoorokist" gebruiken dc gewone Finnen echter niet bij hun bad J. B. S. Het is een zeldzaam hcete dag geweest cn hij vraagt zich af of het ooit zal afkoelen van de overzijde komt het anur» kerig geluid van Dora Kommcr's grammofoon hoort hoe z'n buurman Jansen het laten spelen van grammofoons op heete avonden in krachtige be» woordingen veroordeelt bij de buren aan de andere zijde is men het niet eens over de al dan niet wcnschelijkhcid van slui» net is de keus tusschen ondrage» lijke hitte en wakker liggen om naar inbrekers te luisteren verderop in de straat roept me» vrouw van Epscheuten om haar man, die op de veranda blijkt te liggen en zegt dat hij cr den gehcelcn nacht blijft, of misschien wel tot het begint te vriezen en Van Buffelen, die van de overzijde dit gevoelen beaamt en zich voorstelt in zijn badkuip te gaan slapen totdat hij aldus door het wiege» liedje van de buurt gesust, in slaap valt. (Nadruk verboden). BINNENLAND De 300e geboortedag van Johan de Witt De herdenking te Dordrecht Op 24 September, den geboortedag van Johan 3c Witt, zal in den gevel van diens geboortehuis in de Grootekcrks» buurt no. 19 te Dordrecht een cenvou» digc gedenksteen, ontworpen door den architect B. van Bilderbeek, aldaar, worden geplaatst Daarna zal een krans worden gelegd aan den voet van het standbeeld van de gebroeders Dc Witt, waarbij de bur» gemccstcr het woord zal voeren. Des avonds zal in Kunstmin ccn groote herdenkingssamenkomst wor» den gehouden, waar prof- dr- G. W. Kernkamp, uit Utrecht, zal spreken over: Johan dc Witt als Staatsman, en dr- N- Japikse. u:t 's»Gravenhage, over: Johan de Witt als mcnsch. Het comité heeft gemeend, het opc» nen van de tentoonstelling, betrekking hebbende op Johan dc Witt, te moe» ten uitstellen tot half October. VECHTPARTIJ TUSSCHEN WOON» WAGENBEWONERS, Dinsdagavond heeft in het woonwa» genkamp in de Lunettcstraat te Breda een vechtpartij plaats gehad tusschen twee woonwagenbewoners. Een hunner kreeg drie levensgevaarlijke steken in de borst Dc dader is onmiddellijk door de politic gearresteerd. Het mes is op» gespoord cn in beslag genomen. EEN INCIDENT IN DEN RAAD VAN ZAANDAM. Bij het begin van de Dinsdagavond gehouden vergadering van den raad Zaandam, zoo meldt de N.R.Ct wenschtc het communistische lid, dc heer Bolhoeve den voorzitter te vra» gen, of het een medelid geoorloofd is, gewapend in den raad aanwezig te zijn. hierbij doelende op den heer P. de Ruytcr (s»d) die als opzichtct aan de Algcmeene Norit»Maatschappij niet meedoet aan de staking van dc arbei» ders aan genoemde onderneming. De voorzitter verhinderde hem zijn vra» gen tc stellen. Onder protest cn luide bijvalsbetuigingen van dc publieke tri» bune verliet de heer Bolhoeve toen de vergadering. Op weg naar het gemeentehuis was de heer Dc Ruijter, gevolgd door een aantal staker: en partijgenooten. waar» bij hij is slaags geraakt met den ge» meente»arbcider Van den Berg. DE TABAKSWET Een adres aan de Tweede Kamer In een adres aan dc leden der Tweede Kamer verzocht het Hoofdbestuur van den Eersten Ned. Bond van Kleinfabri» kanten in dc sigarenindustric het daar» heen tc leiden, dat in de commissie wel» ke tot taak heeft dc mogelijkheid tc on» derzoeken voor een stelsel van belasting op dc ruwe tabak. belanghebbende groepen zitting verkrijgen cn dat deze commissie spoedig met haar conclusies gereed zal zijn. De aanslagen der land bouwers in de Rijks inkomstenbelasting Het gebruik maken van de opgaven voor de land- bouwstatistiek Het Eerste Kamerlid, dc heer Wcster» dijk heeft aan den minister van Rinnen» landsche Zaken cn Landbouw, dc vol» gendc schriftelijke vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat in» specteurs der directe belastingen, al» thans één dier inspecteurs, gemeente» besturen, althans cén gemeentebestuur, hebben \crzocht inzending van de van» wegc het gemeentebestuur bij de land» bouwers huis aan huis verzamelde opga» ven voor de landhouwstatistiek. tencin» de daarvan gebruik tc maken bij dc vast itclling van de aanslagen der landbou» door dc mededeoling van deze opgaven aan de fiscale ambtenaren, hoe belang» rijk overigens voor het verkrijgen var juiste belastingaanslagen, de betrouw baarheid der landhouwstatistiek in hoo« ge mate zal worden geschaad cn waar» schijnlijk voor ccn groot deel waarde» loos zal worden? 3. Indien dit het geval js. is dc mi» nistcr dan bereid, met zijn ambtgenoot voor Financiën te overwegen, welke maatregelen behooren te worden geno» men. teneinde dit bezwaar op te hef» fen? DOODELIJK MIJNONGELUK. Op staatsmijn Wilhelmina tc Ter» winselcn is gisteren dc 29»jarigc ge» huwde hulphouwer J. v. d. Rijt uit Heerlen, in een opbraak van ongeveet 60 M. diepte gevallen. Hij was onmid» dclhjk dood. Het 650-jarig bestaan van Amsterdam Onderscheidene feestelijkheden Ter gelegenheid van de herdenking van het 650»jarig bestaan van Ainster» dam zullen Maandag in de hoofdstad onderscheidene feestelijkheden plaats hebben. Des ochtends zal op 5 plaatsen in de stad koraalmuziek worden ten gehoore gebracht; des avonds hebhen op 10 plaatsen ia de stad muziekuitvoeringen plaats In de middaguren zijn in rpeelt-iiaen cn op de sportterreinen kindc:feeiten georganiseerd- Het programma ver» meldt verder onder meer een histori» sche voorstelling in het Stadion en des avonds een vuurwerk. Voorts bestaat nog het voornemen een concert te geven door de ..Am» stcrdamsche Tram-Harmonie", direc» tcur de heer Joh Schuitmaker, des avonds van S10.30 uur op het Beurs» plein cn dat te doen besluiten met een groote tapfcoe. Deze taptoe zal bestaan uit1. Rof» fel der tamboers 2. Marsch door tam» boers en pijpers 3- Gebed door pij» pers 4- Marsch door tamboers en pij» pers 5 Triumfmarsch met dankgebed, door orkbst. De tamboers cn pijpers zullen zicK opstellen vóór dc muziektent en aldaar stilstaande de verschillende gedeelten der taptoe uitvoeren, het orkest blijft in de tent- Het gemeentebestuur wekt op dien dag dc vlag uit te steken en dc patroons hun personeel des middags na 1 uur vrij te geven. Verduistering en brand stichting Een onbetrouwbare concierge Het Hhld meldt: Dc recherche tc Groningen heeft aan» gehouden den 26»jarigcn concierge van dc Rijkskweekschool voor onderwijzers (essen) aldaar, die in zijn woning, in 't gebouw der school, brand had gesticht, welke brand door zijn eigen toedoen tot ccn onbeduidend binnenbrandje be» perkt is gebleven. Zijn bedoeling was net tc doen voorkomen, dat ccn trom» mcltjc met ruim f 500, dat hij voor den directeur in bewaring bad. verbrand was. Ruim f 300 is op een andere plaats ^n het gebouw gevonden. FEUILLETON HET PARK MET DE BLAUWE VOGELS Uit bet Franscb van CHARLES FOLEY 10) „Ik ken haar niet". „U heeft haar onder de Iindeboomen moeten zien ol anders stellig in de eet zaal. Zij is een deftig iemand en familie van de bewoners van Boismon». Mijn heer de Saint Preuil bezoekt haar dik wijls en nu wilde zij u spreken. „Waarover?" vroeg Albine even op gewonden als verbaasd. „Over typen. Mevrouw d'Her.ilb heeft vernomen dat u secretaresse bij mevrouw dc Morval waart. Zij zal den kelijk eenig werk of soortgelijke bezig heid voor ii hebben." Het, jonge meisje was op 't punt zon der vérdere verklaring te weigeren, maar bedacht zich. Als zij opzettelijk deze kans op verdienste van zich stootte, zou de hoteleigenares er misschien op uit zijn om haar geen verdere kansen op betrek king mede tc deelen als deze zich moch ten voordoen. Bij de gedachte aan haar bijna ledige beurs aan de vergeetachtig heid en mogelijk tegenbericht van de van het kasteel, gaf Albine niet zonder gevoel van beschaming zich cr rekenschap van dat haar toestand haar niet veroorloofde onhandelbaar ol zelfs moeilijk te zijn. Na eenige oogenblikken zwijgen be hield het verstand de overhand cn ant woordde zij dus: „Ik zal binnen vijf minuten naar die mevrouw gaan, wilt u haar waarschu wen?" „Ik zal het doen. vergeet u hef niet. Mevrouw d'Herville benedenverdieping, kamer no. 5." Alleen pebleven keek Albine op haar horloge. Wat had zij zich veel moeten ontzeggen en lang moeten sparen om dat eenvoudig kleine stalen horloge te kun nen koopen Zij zag dat het nauwelijks tien uur was en dus nog ruimschoots den tijd vóór dat men haar vanwege het kasteel zou komen afhalen, als men tenminste kwam! Zij overwoog dat door te gaan zij hef beste middel toepaste om haar ongeduld te temperen cn den tijd te doo- den. Zij speldde haar hoed op haar mooi zwart haar vast, trok haar manteltje aan en daalde langzaam de trappen af. Be neden gekomen klopte zij bescheiden aan de deur van kamer no. 5, kreeg echter geen antwoord. „Als die mevrouw geen teeken van le ven wil geven, dacht zij. is het mijn schuld niet. Ik ga dan weg en zal er geen spijt over hebben deze kans gemist te hebben! Ik zou er geen voldoening van hebben de secretaresse van die vrouw met haar valschen lach en brutalen oog opslag te zijn. Als mevrouw Verlier mij toevallig vóór elf uur laat afhalen ben ik bang dat ons gesprek mij zal belet ten den auto te hooren aankomen. Geluk kig komen de ramen van de benedenver dieping op het terras uit. Ik zal oogen en ooren goed open houden en het gesprek zooveel mogelijk bekorten. Tot alle zekerheid klopte Albine nog eens aan. Men verwaardigde zich „binnen" te roepen. Zij ging zonder zich te haasten naar binnen. Mevrouw Laure d'Herville lag in rose pyjama gehuld op een ruststoel bij ccn tafeltje, waarop haar handspiegel en toiletbenoodigdneden cn het jonge meis je gevoelde dat die vrouw vóór h-iar te laten binnen komen een houding en omgeving had uitgedacht geschikt om indruk op de bezoekster te maken. Zon der haar ui» te noodigen te gaan zitten, bleef mevrouw d'Herville haar met hare groene oogen strak en onbeschaamd op nemen en haar gelaatsuitdrukking die zooeven gemaakt vriendelijk was ver toonde weldra ontevredenheid en terug houdendheid. Op een afstand gezien leek Albine on beduidend. maar van naderbij was dat geheel anders. Zij had mooie oogen vol uitdrukking. Haar zwart haar deed haar blanke huid met zachten blos op de wan gen voordeelig uitkomen. Zij was slank, fijngebouwd en mooi als een jonge by- zantijnsche. Terwijl zli dapper het onwelwillend onderzoek doorstond kreeg zij indruk ken tegenovergesteld aan die van me vrouw d'Herville. Deze vrouw welke haar op 't eerste gezicht eenigszins ver blind had. leek haar nu heel wat minder mooi cn jong toe. Het blanketsel liet toe regelmatige maar reeds scherp geworden gelaatstrekken te zien. De ruwheid van hare bewegingen bewezen dat de sierlijk heid en onverschilligheid in hare hou ding slechts gemaakt waren. Onder de plooien van hare wijde dunzijden pyja ma kon men een haast mannelijkcn bouw en door sport ontwikkelde spieren raden, een te vroeg zwaar en lomp ge worden middel. Albine reik e naar dc leuning van een stoel, welke haar niet werd aangeboden. „Voor u gaat ritten", gebood Laure. zult u wel'zoo vriendelijk willen zijn het raam te sluiten. Voor Albine kon geen verzoek meer ongewenscht zijn; na nog een zoekenden blik naar buiten te hebben gericht sloot zij zenuwachtig hol venster. Mevrouw d'Herville hield zich al spre kend onledig niet de meeste zorg haa' nagels te polijsten, zich in haar spiegel tje te monsteren terwijl zij steeds lang zamer sprak als om tijd te winnen en te plagen door het onderhoud te rek ken. Eerst na vele omwegen kwam zij er toe te zinspelen op de mogelijkheid een afschrift te maken van een familiebrief- wisseling. Zij erkende echter nog geen vast besluit te hebben genomen, daar dit van den prijs zou afhangen. Albine had het gevoel een muisje te zijn. tusschen de klauwen van deze boos aardige kat. die met haar speelde, maar bij de minste poging tot ontsnappen ge reed zou zijn haar klauwen uit te slaan. Mevrouw d'Herville vermeed een vaste afspraak te miken. terwijl zij over Dn:» de Morval de schrijfster begon te praten. Daarna stelde zij ditmaal zonder traag heid, directe, scherp omschreven vragen over haar verleden, haar familie en te- genwoordigen toestand. Albine was on ervaren in deze soort ondervragingen, toch maakte een instinctmatige" tegen zin haar wantrouwend. Zij antwoordde daarom weinig of niet. Al die omwegen en uitvluchten bij het ondervragen verveelden dit zoo openhar- lig kind. Zij begreep dat het overschrij ven van die familiebrieven slechts een voorwendsel was tot het bevredigen van nieuwsgierigheid. De Onrust overwon de verlegenheid, zij maakte een eind aan al die vragen door ongeduldig te zeggen: „Ik ben u komen bezoeken, mevrouw, omdat de eigenares van het hotel mij verzekerd had dal het te doen was om een haastwerk. Nu u nog geen vast plan heeft en mij heden nog niet de correspon dentie kunt toevertrouwen, is het nutte loos dat ik u uw tijd nog langer laai verliezen „Ik zou dat op geen aangenamer wij ze kunnen doen, hernam mevrouw d'Her ville, vooruitgevoelende dat dit gesprek haar nuttig zou kunnen worden en be sloten het meisje niet te laten vertrek ken alvorens alle inlichtingen uit haar te hebben verkregen welke zij behoefde. Zich tot een glimlach dwingend, zeide zij met een zoetelijke stem: „Ik stel belang in u. juffrouw Sonnel. Ik weet dat het vertrek van mevrouw Daisy de .Morval u in groote moeilijkhe den heeft gebracht. Ik heb vele en in vloedrijke vrienden en kan u dus helpen. Albine begreep dat zij opnieuw verstrikt zou raken in een net van bedriegeüike voorstellen en weder met allerlei onbe scheiden vragen zou worden lastig ge vallen. Zij stond daarom op en zeide: „U zult mij ten goede houden, mevrouw als .Zoo druk? Gisteren hadt u toch tijd genoeg om te wandelen. Het is waar, dat u op uw terugweg verlof kreeg uw weg te bekorten door het park van Boismoiit te loopen, Een zeldzame gunst! De be woners geven niet iedereen die toestem- min", u werd bevoorrecht". „Zeker mevrouw, maar minder dan u zeil". „Hoezoo?" .Terwijl ik verlof kreeg door het park te gaan, hebt u buiten het parkeen samenkomst en een gesprek niet den jon gen mijnheer gehad". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5