HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN ZATERDAG 12 SEPT. 1925 TWEEDE BLAD Vervolg Stadsnieuws Weder een Tevlerzaak voor het Amsterdamsch Gerechtshof De zaak Abraham van Oorde c.s. contra Teyler's Stichting Het z.g.n. Engelsche fondsen- bezit (Vervolg). In aansluiting op bet telefonisch be richt in ons vorig nummer nog het vol gende: Allereerst ten aanzien van het Pleidooi van mr. J. Vijn dat ruim 2kJ uur tluurde. .Mr. J. V ij n zeide dat op Maart 1924 het Hof in een andere 'leylerzaak een arrest wees, dat al dadelijk zijn aan dacht had, maar dat het in deze zaak niet gaat om de geheele nalatenschap als in die andere, maar alleen om be paalde goederen. Hij is van mcening dat net civiele bezit van de lingclsche fond sen in handen van apellanten is en dat in deze.zaak bet argument van een recbt van verjaring niet opgaat, gelijk hij na der hoopte aan te toonen. Het intestoir cfrecht gaat boven het testamentair erfrecht. In dezen verwees spr. naar het oud-Hollandsche recht, dat vooral voor Haarlem gold. Het versterf erfrecht heeft het prima boven het tes tamentair erfrecht. Het testament van Teyler van 1736 is langzamerhand door en door bekend geworden. Maar mag worden aangenomen dat dit testament is de creatie van een Stichting? Van de zijde van appellaat is erkend de acte van 10 Nov 1702. Volgens die acte werden voor die Engelsche fondsen personen aangesteld om ze te behecrcn. Bij het testament van 1756 werden door Teyler beschikkingen genomen, met uitzonde ring van die, later nog door hem te ne men. Inmiddels beerscht aangaande dat tes tament geheimzinnigheid. Wat nu is het geval met dc acte van 1762? Bij die acte heeft Teyler uitdruk kelijk gebruik gemaakt van het voorbe houd door hem gesteld in zijn testament van 1756 en beschikkingen genomen ten aanzien van de Engelsche fondsen. Tey ler stelde bi) die acte van 1756 buiten de administrate ook zijn .vermogen de En gelsche effecten. Hij onttrok die fondsen aau de eeuwigdurende administratie om ze seperaat te doen administreeren en regecren. Toen Teyler stierf waren van de door hem aangewezen beheerders en hun plaatsvervangers nog maar vier aan wezig. Dezen aanvaardden het beheer en de den de effecten overschrijven op de na men van de eerste directeuren van Tey ler Zij handelden daarmede in strijd met wat Teyler hun had opgedragen. Bij het overlijden van Teyler waren de ef fecten in «een geval In hel bezit van de Stichting. De Stichting had niet het civiel bezit van die cflecten dadelijk na het overlijden van Teyler. Op een vraag 'van den president ant woordt pi. dat van de heeren die de bijzondere commissie hadden, ter zake van de Engelsche fondsen ook twee di recteuren van :e Stichting waren. Mr. Vijn gaat voort met ie betoogen. dat na het overlijden van Teyler de Stich ting niet dadelijk in het bezit van dc fondsen was, maar in dat van de ad ministrateurs van de fondsen. De fond sen waren toen in het feitelijk bezit van de aangewezen beheerders. Die vier ad ministrateuren hadden het feitelijk bezit. Met 't geen die administrateurs later de den werd geen civiel bezit voor de di recteuren van dc Stichting ingesteld. Naar de nteening van pi. stelde Teyler alléén beheerders aan. Maar de beheer ders van die fondsen deden de fondsen dadelijk overschrijven op de particuliere namen van directeuren vau Teyler's Stichting. Het voorgewende recht van verjaring werd daarna besproken, aan dc hand van artikel 1882 B W. Spreker deed op» merken dat alléén van een beweerd bc» heer rekening en verantwoording wordt gevraagd: een beheer dat vele jaren is gedoogd, omdat het cischers onbc< kend was. Hij concludeerde dat eischers daartoe zijn gerechtigd, om daarna ecn;» ge grieven tegen het vonnis aan te voe» ren. Van een verjaring na 30 jaar is geen sprake. Dc verantwoording van een curator loopt over een aanmerkelijk langer termijn dan 30 jaar. Een bewind een beheer, kan langer dan 30 jaar du ren. In eer. nieuwe procedure zeggen ge» daagden zelf, dat zij executeurs-testn» mentair zijn. Het is onjuist dat alle rechtsvorde ringen na een tijdsverloop van 30 jaar verjaren üp ondcrsohcdcnc wetsart. en op de jurisprudentie beriep pl. zich in dezen o.n. op een vonnis van jaren her van het Gerechtshof te Batavia. Bij ccn beheer kan van een verjaring vol: gens art. 2<KH B. W. geen sprake zijn. 1*1. concludeert dat indien een recht van verjaring inging dat pas geschiedde vin den dag der dagvaarding af. Tot 1807 het overlijden van v. d. Vlugt, kan er geen sprake zijn van het begin van cenig recht van verjaring. Daarbij citeer» de spr. meermalen het oud'Hollandschc recht en vele schrijvers. Aan het einde van zijn pleidooi, deed spr. opmerken, dat niet dc beheerders van de fondsen het juridisch bezit had» den, maar dat dit elders was. echter niet by ie Stichting. Teyler» stichtirTg haa dat beheer niet als eigenaresse. Naar aanleiding ccncr opmerking door «nr Van Styrum in ccn andere procedure gedaan, verklaart pl. tenslotte dat geen nakomeling van Brand ooit iets heeft bijgedragen tot het vormen van een pot ic om te procedeeren. Hij concludeert tot toewijzing van den cisch. In de tweede plaats wat aangaat het pleidooi van Jhr. mr. F. W. van Styrum, het volgende: Deze zeide naar aanleiding van een vraag van den president niet voorne mens te zijn ccn lang pleidooi te hou» den. Spr. is niet in staat geweest om den „juridische^ roman'' van zijn col» lega in diens conclusie van cisch voor het Hof tc ontwarren, al brengt hij hein dan hulde voor den verheven stijl. Het is een lang stuk, waaruit blijkt dat dc tcgcnpleitcr veel kennis van oud»Hol< landsch recht heeft. Opmerkelijk is, dat toen de commi.- sic het beheer van de Engelsche fondi sen aanvaardde er nog in 't geheel ge: i stichting was. Op den dag van i. ri overlijden van Teyler kon de stich» tlng dus nog niet in het bezit vin de Engelsche fondsen zijn. Op 30. Juni 1878 was cr nog geen Stichting blij» hens een brief van dien datum. Onmid* oellijk na het overlijden van Teyler kon er dus geen sprake zijn van een juridisch officieel bezit van die fond» Teyler heeft geen testament nagc» laten waarin is gezegd dat de fondsen in het bezit van een trust zouden ->» men. Dat scpcrate bewind van 1762 was in ieder geval een tijdelijk en voorbijgaand. Wat had Teyler met dat scpcrate bewind van die fondsen ;n doel? Kennelijk om die gelden aan zijn naaste bloed tengoede tc doen ko» Teyler had verzuimd aan te wijzen wat moet geschieden nadat het beheer die fondsen geëindigd was cn wat met de winsten moet geschieden. Maar wat Teyler verzuimde, dient het Recht te doen. Het Recht zegt dat dit deel is een erfrecht bij versterf. In feite is alléén op den naam der 5 eerste directeuren der Stichting overgeschre» ven en meer niet gedaan Op hun naam is niet het bezit gesteld. In ieder geval hier een geval waarin niet voldoen» dc is voorzien cn dat daarom aan het gemcene recht is overgelaten. Spr. con» cludeert dat dc bg. fondsen kwamen aan hen, die op den dag van het overlijden erfgenamen ab intcstato zouden zijn. De Groot leert dat wie voor een ander bewaart niet kan worden geacht in het bezit daarvan tc zijn. Op dien grond kan de Teyler Stich» ting nimmer in het bezit van die fond» sen zijn geweest. Het juridisch bezit die fondsen was in handen van de versterf erfgenamen, maar de he» liccrders hadden dat in feite onder zich; dc Stichting bleef echter in het fcite» lijk bezit. Feitelijk zijn dc gelden in handen van beheerders der Stichting, maar juridisch in handen van eischers. Verschillende der conclusien van ge= daagden werden daama nog behandeld Ook daarbij kwam spr. tot de conclusie dat het civiel bezit in handen van ap» pcllantcn is. Twee zaken hangen nu voor het Hof. e cene erkent dc rechtsgeldigheid en het bestaan van het testament van Teyler dc andere ontkent ze. Beide procedures worden geleid door mr- Jan Vijn. Dat is toch wel ccn sterk sprc» kend feit! Mr- Vijn, de kenner van het oud» Hollandsche recht, had wel eens nader Hugo de Groot mogen nazien om dan na te gaan of Isaac Brandt, die mede» werkte tot dc overdracht van die En» gclsche fondsen door latere daden dan die fondsen geen afstand deed en daar» nede dus ook voor zijn erfgenamen Aannemende dat I- Brand een bc» 'oegdheid had om de nalatenschap te lanvaardcn wat spr- ontkent dan heeft hij in ieder geval door een latere daad dat recht om de erfenis te aan» vaarden, verloren. I- Brand heeft niet alléén dc rekening en verantwoording an de Engelsche fondsen goedgekeurd, m8ar óók dank gebracht voor het be» heer er van- Voor den vorm is een actie ingesteld tot het doen van rekening cn verant» woording. maar feitelijk gaat het om een vordering van een deel der nalaten, schap- Doch het is nu eenmaal vast» staande dat zulk een vordering ver» jaard is» Er is geen verschil tusscSen de zaak» Steenhaucr cn deze zaik. En in de zaak» Steenhauer plaatst de Hoogc Raad zich op een zelfde standpunt als het Hof te Amsterdam deed en sluit zich daarbij in elk opzicht aan. Pl. houdt vol dat dc Engelsche fond» sen van het begin af aan dc Stichting kwamen, maar dat om formccle redenen Teyler aparte beheerders benoemde- Hij deed dat omdat er bezwaren waren vol» gens het Engelsche recht, dat niet goed» keurde dat als beheerder een zedelijk lichaam werd benoemd. De administrateurs zoowel als de hc hcerders van Tcvlcrs Stichting hebben volkomen te goeder trouw gehandeld Als iemand te goeder trouw iets bezit, dan kan men hem na jaren daarvoor niet aanspreken. Tcgcnpleitcr zeide dat dc directeuren van Teyler's Stichting niet bedoelden voor anderen te be» heeren- Indien échter die wil er niet is dan behecrcn de directeuren niet voor eischers- Maar dan kan tegen hen ook geen eisch worden ingesteld- Na dc beslissing in dc zaak«Steen« hauer is deze zaak van ccnvoudigcn aard, Pl. vertrouwt dat het Hof het vonnis van de Haarlemsche rechtbank zal bevestigen. Ifct Hof bepaalde de uitspraak op 23 October. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 394 DE KRANT IS TE LAAT Vader gaat naar de ves» tibule, want de krant zal er wel zijn vindt geen krant in de bus en ook niet op dc mat vraagt aan moeder hoe Iaat zij het heeft. Ja, hij ook, maar dan moet de krant er toch zijn houdt dit niet lang voi en gaat naar de deur om te zien of dc bezor» gcr er nojf niet aankomt gaat ongeduldig zitten wachten op het beken» de geluid van dc klep» pende bus merkt op dat hty wil wedden dat de man 'm in het onbewoonde buurhuis bezorgd heeft besluit om maar eens te telefoneercn naar het kantoor, dat zijn krant te laat is heeft de boodschap ont» vangen dat er werk van wordt gemaakt en is boozer dan ooit om de» ze blijkbare bekentenis van schuld deelt aan moeder mee, dat Kommer de zijne heeft, hij ziet hem voor het raam lezen waarop Mientje etn Sen hoek van de deur van het salon vraagt of hij de krant zoekt, die ligt hier op de piano (Nadruk verboden). Nederlandsche Heide maatschappij De algemeene vergadering te Zendvoort Voordracht van Dr. J. P. Thijsse In het GrandsHotcl te Zandvoor:. hield Vrijdagmiddag de Nederlandsche Heidemaatschappij haar 37ste algemce» nc vergadering. De bijeenkomst stond onder leiding van den voorzitter der Heidemaat schappij, W. baron van Nagel 1, die de vergadering opende met een rede waarin hij constateerde dat in den laat» sten tijd de ontginning niet meer zóó sterk het karakter van werkvcrstluf» fing heeft Spr. vestigde er voorts de aandacht op. dat men er tegenwoordig cp uit het afvalwater op ..drainagevelden" zuiveren: on vruchtbaren grond wordt dan gevoed door de in dat watc: voor» komende plantenvoedincsstoffen Ook vaste afvalstoffen word-4 tc» genwoordig gebruikt als vo?Jir.g voor zoogenaamd „armen" grond. Proeven zijn genomen te Hilversum ca Arnhem, met goede resultaten. De onlangs ingevoerde wet op dc ruilverkaveling is van veel belang voor ten doelmatige indetling der grinden cn een goede aTwatering, krachtige prop-t» ganda voor de ruilverkalveling blijft echter noodig. Spr. herinnerde voorts aan de storm» ramp die het Oosten van ons land gc» troffen heeft en aan het feit, dat op 10 September Jhr. Ruys dc Becrenbrouck 25 jaar Comnv».aris der Maatschappij is geweest. Er is thans een klein batig saldo, mear daarmede kan de Maatschappij niet tc» vreden zijn. Elk lid moet minstel s één nieuw lid aanbrengen. De Maatschappij is Jit waard, want zij doet veel voor vergroo ting der economische kracht van ons volk. Als commissarissen werden de aftre» denden herkozen, nl de heeren H. J. E. van Heek, te Boekclo; G. E. H. Tutcin Noltherius, te Apeldoorn; Dr. A. G. Króllcr te Wassenaar en Mr. W. M. van Lanschot, te Vucht. Dr. J a c P. T h ij s s e, 'eeraar aan het Kennemcr Lyceum, hield vervolgens een causerie over het onderwerp: „Ons duinlandschap". Onze duinen, aldus spr„ zijn nog betrekkelijk jong. Julius Caesar maakt geen melding van duinen in zjjn bc. schrijving van deze streken, maar h'j spreekt wel van bosschen en moeras» sen. Het is zeer goed mogelijk dat er toen toch wel duinen waren, maar dat die van de landzijde den indruk maakten Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. .,Hoe is het mogelijk" zei gistermor» gen of vanmorgen of morgenochtend de heer A. L. Leman tegen mijnheer I. E. Dercen, „hoe is het mogelijk, dat het nog maar altoos blijft regenen? Waar komt ai dat water vandaan'-*" „Het is verschrikkelijk", zei de heer I. E. Dcreen. „Er was wel wat water noodig, ziet u. na al die weken van droogte, maar dat het zoo onophoudc» lijk zou gaan regenen, kon toch nie. mand denken." De heer A. L. Leman maakte juist aanstalten om van zijn kant weer een opmerking tc maken in dcnzelfdcn geest en het'is niet tc zeggen, hoe lang het gesprek op deze manier nog had kunnen duren, wanneer niet ccn nieuwe piasbui, sedert dien morgen welgeteld de zeven» dc. hen samen op de vlucht had gedrc» ven. Het is goed cn wel om ondoor» dnngbare regenjassen tc dragen, maar op zulke stortbuien heeft dc fabrikant niet gerekend en cr zat dus niets nn» ders op, dan tc gaan schuilen in ccn portiek. De heer A. L. Leman kwam terecht in dc portiek van een drogist, die knorrig was, omdat hij met dat slechte weer toch al weinig mcnschcn in zijn winkel zag en telkens nog bo» vendien dc opstopping moest verdragen, die den toegang tot zijn winkel afsloot Dc heer I E. Dercen werd door het toeval gevoerd naar de portiek van ccn bioscoop, waar hij gastvrijer ontvangen w-erd. omdat de directeur niet ten on» rechte de mcening was toegedaan, dat er uit al die schuilende mcnschen nog w-cl een bezoeker voor den avond kon overschieten. Ik vervul hier een plicht der dankbaarheid door de opmerking, dat wanneer dc uitvinding van de bios» coop alleen die ruime portieken ten gevolge had gehad, de uitvinder in deze regendagen al aanspraak op dc onster» fehjkheid zou hebben gehad. De heer A. L. Leman was door zijn overhaaste vlucht wat zenuwachtig ge worden en knipte daardoor^ een beetje met zijn rechteroog, tot groote veront» waarding van een jongejuffrouw, die meende dat het knipoogje haar gold. die ook de ondoordringbaarheid van haar regenmantel niet op dc proef had dur» ven stellen en des te eerder juist in de drogistportiek gevlucht was. omdat zij dn ar een jongmcnsch zag staan met het» zelfde doel. die vroeger zeer ernstig werk van haar gemaakt had, maar dat nagelaten, toen zij op een goeden dag verschil van meening hadden gekregen, :rbij zij onrechtvaardig was behan» dcld. Dit spreekt trouwens van zelf: wanneer hij cn zij twisten, heeft hij on» gelijk. Nooit zij. En wanneer de hij s in dc wereld dat nu maar verkozen in te zien, zou die wereld veel minder moei lijkheden opleveren. Wat h44r betrof, zij wist niet eens meer, waarover het eigenlijk aangekomen was. Hij wel, maar toen hij haar zoo energiek en vlug zag komen aanloopen, was zijn hart weer weck geworden cn had hij het toeval (dc stumper dacht, dat het toe val was) geprezen, omdat zij weer zoo ongezocht elkaar ontmoet midden. Een aanvankelijk wat stijve begroeting volg» de, daarna ccn praatje (natuurlijk over den regen) cn wanneer dc drogist niet zoo'n zuur humeur had gehad, zou hij met welgevallen hebben aangezien, dat zij vflf minuten later, toen de bui wat bedaarde, samen de straat opgingen. Eveneens kwaad, maar om een heel andere reden, was dc parapluie-handc. laar aan den overkant. Die maakte, hij wou het wel erkennen, goeie zaken na de periode van droogte in dezen zomer (met de parasols wou het toch altijd maar niet vlotten) maar begreep, dat het nog veel beter gegaan zou zijn. als hij ook ccn portiek had gehad, waarin dc mcnschcn konden vluchten. Als hij ooit tot verhuizen besloot, zou het zijn naar een huis met portiek. Dan zou hij een pakkende etalage maken met mooie kaarten in rood cn zwart, zoo- dat dc mcnschcn, die voor de bui kwa» men schuilen, haast als van zelf zijn vinkei intreden zouden, gelijk vliegjes geraken in ccn spinneweb. en onmiddel lijk de parapluie koopen, waaraan zij al zoo lang behoefte hadden gehad. De heer I. E. Dereen was intusschen dankbaar in de ruime portiek van de bioscoop aangeland, daar hij (een zeld- n verschijnsel in deze dagen) van tevreden natuur was en dien zelfden morgen nog erkentelijk was geweest voor het feit, dat hij niet zooals zijn eene buurman met een hooge zool moest loopen of. zooals de andere buurpian. last had van rheumatick. Niei dat hij zelf de volmaaktheid had bereikt: de na tuur had hem in een ondeugende bui toegerust met een paar buitengewoon groote ooren, waarmee hij, zooals zijn kennissen verzekerden, vóór den wind zeilde. Maar daar zij deze opmerking alleen in zijn afwezigheid plachten te maken, was hi' zich van het feit nage noeg onbewust, zoodat het hein ook niet hinderde Onder het gezelschap da» zich om hem heen verzameld had was ook een slagers jongen. daar een samenscholing van meer dan drie personen zonder slagersjongen eenmaal niet denkbaar is. die zijn ietwat vettige tegenwoordigheid erger maakte door te fluiten. Bovendien floot hij valsdi cn zonder eenige mdodie. alsof hij seinen gaf aan eenige onwillige hon den, wat het geval niet was en ook niet wezen kon omdat honden zoodra er een bui valt, onmiddellijk plegen te verdwij nen, om weer te voorschijn te komen zoo dra het droog wordt. Wat katten aan gaat, die gevoelen blijkbaar aan hun linker achterpoot, dat er regen op til is en blijven in huis. Naast den fluiiendett slagersjongen, die zijn onzuiver geluid trachtte te vergoeden door het bijzonder schel te voorschijn te brengen, stond een jonge man met een soort van kist, waar in Sherlock Holmes onmiddellijk een klarinet vermoed zou hebben, omdat er inderdaad naar den vorm te oordeelen niets anders in geborgen kon wezen. Hij was inderdaad een musicus en ergerde zich aan het gefluit, waarin hij een be- leediging zag voor de muziek als zoo danig. Deze twee laatste woorden: als zoodanig zet ik er maar bij voor de fraaiigheid, (ofschoon zij niels beteeke- nen) maar wel een zekere gewichtigheid aan een volzin geven. Wanneer ik bij voorbeeld zeg: „ik acht de politiek als zoodanig een onmisbaar element in onze hedendaagsche samenleving", dan ziet die zin er veel plechtiger uit, aan wan neer ik alleen zeg: „ik acht de politiek een onmisbaar element" enz. Dit zijn van die Weinigheden, die den goeden redenaar onderscheiden van den stumper, zoodat aanstaande redenaars met .de wenk hun voordeel kunnen doen. Nu had zonder twijfel (ziedaar een andere uitdrukking, die grooten indruk maakt, zonder de persoonlijke verant woordelijkheid ook maar iets te vergroo- ten) de man van de klarinet den jongen wel een opmerking willen maken over zijn leelijk fluiten, wanneer hij niet bang was geweest voor een van die antwoor den. waarin jongens van dien leeftijd sterk zijn en waarop ouderen bijna nooit een passend antwoord weten te geven. Ik denk, dat de geheimzinnige werking van de fnssche lucht, waarin zij zooveel tijd doorbrengen, daarvan de aanleiding is. omdat die gevatheid bij personen die hun dag binnenshuis slijten, niet voor komt. In ieder geval: hij zweeg en droeg zijn leed in stilte, denkende dat zelfs aan deze Septembcrbuien een einde komt, zoodat hij weldra van de nabijheid van den jongen zou ontslagen zijn. Dit was ook werkelijk liet geval. Het geheele gezelschap in den voorhof, van de bioscoop verspreidde zich met meer of minder snelheid. De slagersjongen sprong zonder de trappers aan te raken op zijn fiets en verklaarde daarmee, hoe de zwaarst gebouwde fiets met een wei nig goeden wil tot vernielen, in betrekke lijk korten tijd versleten kan zijn. Het heeft natuurlijk geen zin. verder over hun lotgevallen uit te weiden. Ook de in bosschen en moerassen. Aangenomen wordt dat de duinenrij langs de Noordzee niet ouder is dan 10.000 jaar. Groote duinvlakten worden, omgeven door hooge heuvels tn worden zoo ver» gaarbakken voor regenwater. Zoo krij» gen we bij jonge duinen (van een 40, 50, 60 of 80 jaar) een verzameling van de allerprachtigste planten, als bij» voorbeeld het Parnassuskruid en net Wintergroen. Zoo zijn er wel een 25» tal planten te noemen, alle sieraden vau hei duinmoeras en wie cr toe over zou willen gaan zulk een duinmoeras te ontginnen, mag nooit den groei van die planten vernietigen. Dit duinmoeras is één vorm van hefc zoogenaamde „rijpe" duin. Andere vor» men zijn dc duinroosjeshelling en de hellingen, begroeid met allerlei loof» hout. Die bosschen zijn het mooist ont» wikkcld aan den binnenkant der dui» ncn en op de vlakten langs den duin» voet. Het ongestooide duin is èn om zijn plantengroei èn om dc vogels die er ge» vonden worden, een paradijs, maar he* laas: ongestoord duin is er nog maar weinig. Het Kwakjeswater, een duin» meertje op het eiland Voorne. is nog een bewijs hoe een duin zjjn kan. Maar de waterleiding van Hellcvoetsluis zal het misschien spoedig leegzuigen! De bosschen aan den binnenkant van de duinen veroorzaakten vochtig* heid; dit is vooral in Kenncmerland heeren A. L. Leman en I. E. Dereen kunnen wij. daar zij op zichzelf (een derde overbodige uitdrukking, die niette min aan aanstaande heeren redenaars mag worden aanbevolen) dus op zichzelf geen belangwekkende personen zijn, vei lig laten gaan. Dat zij in den loop van den dag nog eenige malen in portieken een goed heenkomen hebben gezocht; kan iedereen, die genoodzaakt is deze Septemberdagen mee te beleven, zich wel voorstellen. Ook dat zij telkens tot an dere menschen op dezelfde wijze hun hart over die nattigheid hebben -ut» gestort cn door dezen op gelijke wijs zijn beantwoord. En wanneer iemand mocht zeggen, dat dit beele varhaal iets waterachtigs heeft, dan vraag ik oi iit te verwonderen is, want waar de lucht lI van is, daar loopt de pen van over. Genoeg over dezen regen. Wij kun» nen niet eindeloos doorpraten over het weer. En toch, waar zouden wjj blijven, wanneer dat onderwerp van gesprek verboden werd. Hoeveel ons bij de wet of verordening op straffe van boete of ge» vangenis ook verboden is. aan dit hei» lig recht om te zeuren over he* wéér. heeft tot nu toe geen wetgever dur» en raken. Reken er maar op, dat hij he( niet zou nalaten, wanneer hij er belasting uit slaan kon. De man, die indertijd tot een ander zei, toen deze een praatje met hem maken wou: .heel goed. maar dat het slecht weer s. zie ik zelf wel, dat de belastingen hoog zijn. weet ik en dat de tegenwoor» "je regcering haar taak slecht begrijpt spreekt vanzelf" die man verdiende dat hij ten antwoord kreeg: „dan kan voortaan wel stommetje spelen". Daarover spreken wij evenwel verder niet. Wel mogen wij elkaar geluk wen» schen met het feit, dat wij in Kcnne» mcrland wonen en niet in Brussel, r een verordening is afgekondigd, die in korte woorden hierop neerkomt, wanneer er botsingen ontstaan tus» schen een auto en een voetganger, de laatste als de schuldige zal worden be» schouwd. Deze bepaling lijkt mij daar» om zoo draconisch, dat hoe deze zaak ook bekeken wordt, bij dergelijke botsing de voetganger altijd meer be» schadigd zal worden, dan de auto, zelfs wanneer dc carrosserie gemaakt is van zuiver blik. Aan den andoren kant (men moet tegenover een iedereen billijk wezen) erken ik, dat ook de voetgan ger zijn tekortkomingen heeft. Zoo is het bijvoorbeeld bepaald een fout. dat hij. wanneer hij een auto op zich af ziet komen, noch de bekwaamheid, noch de tegenwoordigheid van geest bezit, om m t een bcvalligen sprong, juist op het dak van den auto te»tatics loopen mee, een rechts en een recht te komen en daar te blijven zoo» links. Griezelige gedachte. Je gaat aan lang het gevaar van overrijden duurt; wanneer de-auto in een" stille zijstraat komt, heeft hij immers volle vrijheid, om er weer af te springen. Ook be» hoorde hij zich aan te wennen om, wan» neer er zelfs voor springen geen tijd meer if, zich plat op straat te laten vallen en de auto over zich heen te laten gaan zonder zich er door te laten beschadigen. De voetganger a 1 s zoodanig (zie over deze uitdruk» king hierboven), is evenwel hardleersch. 'onwillig, koppig en afkeerig om zich aan te passen. Natuurlijk bedoel ik den Brusselschen voetganger. De Haarlemsche is heel an» ders. Een andere zaak, die mijn' aan» dacht getrokken heeft, is een Woning» gids die dezer dagen verspreid werd en op dc voorpagina de raadhuizen af» drukte van Bloemendaal, Haarlem, Scho» ten, Zandvoort en Haarlemmerlicde. Het zal wel een vergissing zijn, dat dc .reeks juist met Bloemendaal begon, omdat cr in de heele streek niet zoo'n treurig Raadhuis te vinden is als juis'. in de bloeiendste van alle gemeenten. Iiceft de uitgever van dezen gids mis» schien een zachte wenk willen geven, dat Bloemendaal eindelijk eens een be» hoorlijk Raadhuis bouwen zou? Vreemd is het overigens, dat een woninggids, die een opsomming geven wil van huizen die te koop of te huur zijn, begint met een serie gebouwen, die je niet krijgen kunt. al wou je nog zoo zoo graag. Zonder uitzondering zijn ze al te klein voor dc mcnschen. die er overdag in moeten vertoeven. In dat opzicht zit er althans iets in, dat op den achterkant de zwemvijvers te Heemstede staan afgebeeld. Te koop zijn die wel niet cn tot de vaste goede» ren hooren ze ook niet, maar de zwem vijvers zijn in elk geval tc huur voor diegenen, die er behoorlijk voor willen betalen. Nu wij in dc tegenwoordige maat schappij onder drukwerk als het ware begraven worden, ofschoon de drukkers blijkbaar de menschen zijn die daar al heel einig van profitcercn, vinden wij ook in andere drukwerken wel eigen» aardige mededeelingen. Wat zullen wjj bijvoorbeeld zeggen van dc aankondi ging van een schoenfabriek: „achter iederen schoen staat onze reputatie!" Ik heb die verklaring letterlijk afge schreven cn laat alleen het merk weg, om geen schele schoenen te maken. Het denkbeeld is angstig. Je koopt zoo'n paar schoenen, waar de reputatie ach* ter staat en loopt er mee weg: de repu- tafel. Achter je schoenen staan die reputaties, je gaat naar bed de repu» taties blijven staan als trouwe schild* wachten. Een andere advertentie van een restaurateur. Hij kondigt aan, dat hij in het bezit is van een „uiterst verzorgde keuken"- Ziedaar nu juist het gedeelte van ccn restaurant, waar de bezoekers nooit komen. Zij zullen in hunne onnoo» zeiheid wel meencn. dat het er voorna» meiijk om te doen is, de gasten bij uitstek te verzorgen en van de keuken verder maar niet tc spreken, zooals een schouwburgdirecteur aan de bezoe» kers van zijn theater toch ook geen kijkje gunt achter de coulissen- In een derde advertentie heb ik ge» lezen, „dat er een hoofdjuffrouw gc* vraagd werd voor een uitgebreid pomp* atelier". Aanvankelijk denk je dat zal iets met 3e brandweer hebben uit te staan of met een bierbottelarij, hoewel dit neg zoowat de eenige vakken zijn, die de vrouwen tot nu toe aan ons over» gelaten hebben. Bij nader onderzoek blijkt cr evenwel een mode«atelier mee bedoeld te zijn. Dan hebben wij in de aankondiging van een concert kunnen lezen, dat in het eerste gedeelte harmonie» en fan» farc-muziek zal worden gegeven en in het tweede, na de pauze, symphonie» muziek- Met alle waardcering voor dit plan lijkt d3t toch de verkeerde wereld- Is het niet beter, met de zachte mu» ziek te beginnen en met de luide te eindigen, bij wijze van climax? Zoo gaat het toch ook in onzen gemeente» raad eerst komt dc agenda, daarna de rondvraag. Van den raad gesproken, er gaan" geruchten dat nu de zaal behoorlijk in orde zal worden gebracht, ook een uniform voor de raadslèden zal worden ingevoerd, om den indruk te verhoogen. Voor dc heeren zal die bestaan uit een hemelsblauwe pandjesjas, met het wa» pen van Haarlem op de Iapel. een zwart satijnen kuitbroek en schoenen met verzilverde gespen, omdat echt zilver bij den huïdigen stand van da gemeentekas niet verantwoord is. De form voor de dames levert grooter bezwaren op. wegens de veranderingen in de mo3e. Er worden evenwel ernsti» ge besprekingen gehouden, die onge» twijfeld binnenkort tot het do<*l zullen leiden- FIDELIO-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5