HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
ZATERDAG 12 SEPT. 1925 TWEEDE BLAD
Vervolg Stadsnieuws
Weder een Tevlerzaak
voor het Amsterdamsch
Gerechtshof
De zaak Abraham van Oorde
c.s. contra Teyler's Stichting
Het z.g.n. Engelsche fondsen-
bezit
(Vervolg).
In aansluiting op bet telefonisch be
richt in ons vorig nummer nog het vol
gende:
Allereerst ten aanzien van het
Pleidooi van mr. J. Vijn
dat ruim 2kJ uur tluurde.
.Mr. J. V ij n zeide dat op Maart 1924
het Hof in een andere 'leylerzaak een
arrest wees, dat al dadelijk zijn aan
dacht had, maar dat het in deze zaak
niet gaat om de geheele nalatenschap
als in die andere, maar alleen om be
paalde goederen. Hij is van mcening dat
net civiele bezit van de lingclsche fond
sen in handen van apellanten is en dat
in deze.zaak bet argument van een recbt
van verjaring niet opgaat, gelijk hij na
der hoopte aan te toonen.
Het intestoir cfrecht gaat boven het
testamentair erfrecht. In dezen verwees
spr. naar het oud-Hollandsche recht, dat
vooral voor Haarlem gold. Het versterf
erfrecht heeft het prima boven het tes
tamentair erfrecht. Het testament van
Teyler van 1736 is langzamerhand door
en door bekend geworden. Maar mag
worden aangenomen dat dit testament
is de creatie van een Stichting? Van de
zijde van appellaat is erkend de acte van
10 Nov 1702. Volgens die acte werden
voor die Engelsche fondsen personen
aangesteld om ze te behecrcn. Bij het
testament van 1756 werden door Teyler
beschikkingen genomen, met uitzonde
ring van die, later nog door hem te ne
men.
Inmiddels beerscht aangaande dat tes
tament geheimzinnigheid.
Wat nu is het geval met dc acte van
1762? Bij die acte heeft Teyler uitdruk
kelijk gebruik gemaakt van het voorbe
houd door hem gesteld in zijn testament
van 1756 en beschikkingen genomen ten
aanzien van de Engelsche fondsen. Tey
ler stelde bi) die acte van 1756 buiten de
administrate ook zijn .vermogen de En
gelsche effecten. Hij onttrok die fondsen
aau de eeuwigdurende administratie om
ze seperaat te doen administreeren en
regecren. Toen Teyler stierf waren van
de door hem aangewezen beheerders en
hun plaatsvervangers nog maar vier aan
wezig.
Dezen aanvaardden het beheer en de
den de effecten overschrijven op de na
men van de eerste directeuren van Tey
ler Zij handelden daarmede in strijd met
wat Teyler hun had opgedragen. Bij
het overlijden van Teyler waren de ef
fecten in «een geval In hel bezit van de
Stichting. De Stichting had niet het civiel
bezit van die cflecten dadelijk na het
overlijden van Teyler.
Op een vraag 'van den president ant
woordt pi. dat van de heeren die de
bijzondere commissie hadden, ter zake
van de Engelsche fondsen ook twee di
recteuren van :e Stichting waren.
Mr. Vijn gaat voort met ie betoogen.
dat na het overlijden van Teyler de Stich
ting niet dadelijk in het bezit van dc
fondsen was, maar in dat van de ad
ministrateurs van de fondsen. De fond
sen waren toen in het feitelijk bezit van
de aangewezen beheerders. Die vier ad
ministrateuren hadden het feitelijk bezit.
Met 't geen die administrateurs later de
den werd geen civiel bezit voor de di
recteuren van dc Stichting ingesteld.
Naar de nteening van pi. stelde Teyler
alléén beheerders aan. Maar de beheer
ders van die fondsen deden de fondsen
dadelijk overschrijven op de particuliere
namen van directeuren vau Teyler's
Stichting.
Het voorgewende recht van verjaring
werd daarna besproken, aan dc hand
van artikel 1882 B W. Spreker deed op»
merken dat alléén van een beweerd bc»
heer rekening en verantwoording wordt
gevraagd: een beheer dat vele jaren
is gedoogd, omdat het cischers onbc<
kend was. Hij concludeerde dat eischers
daartoe zijn gerechtigd, om daarna ecn;»
ge grieven tegen het vonnis aan te voe»
ren. Van een verjaring na 30 jaar is
geen sprake. Dc verantwoording van
een curator loopt over een aanmerkelijk
langer termijn dan 30 jaar. Een bewind
een beheer, kan langer dan 30 jaar du
ren. In eer. nieuwe procedure zeggen ge»
daagden zelf, dat zij executeurs-testn»
mentair zijn.
Het is onjuist dat alle rechtsvorde
ringen na een tijdsverloop van 30 jaar
verjaren üp ondcrsohcdcnc wetsart.
en op de jurisprudentie beriep pl. zich
in dezen o.n. op een vonnis van jaren
her van het Gerechtshof te Batavia. Bij
ccn beheer kan van een verjaring vol:
gens art. 2<KH B. W. geen sprake zijn.
1*1. concludeert dat indien een recht
van verjaring inging dat pas geschiedde
vin den dag der dagvaarding af. Tot
1807 het overlijden van v. d. Vlugt, kan
er geen sprake zijn van het begin van
cenig recht van verjaring. Daarbij citeer»
de spr. meermalen het oud'Hollandschc
recht en vele schrijvers.
Aan het einde van zijn pleidooi, deed
spr. opmerken, dat niet dc beheerders
van de fondsen het juridisch bezit had»
den, maar dat dit elders was. echter niet
by ie Stichting. Teyler» stichtirTg haa
dat beheer niet als eigenaresse. Naar
aanleiding ccncr opmerking door «nr
Van Styrum in ccn andere procedure
gedaan, verklaart pl. tenslotte dat geen
nakomeling van Brand ooit iets heeft
bijgedragen tot het vormen van een
pot ic om te procedeeren.
Hij concludeert tot toewijzing van
den cisch.
In de tweede plaats wat aangaat het
pleidooi van Jhr. mr. F. W. van
Styrum,
het volgende:
Deze zeide naar aanleiding van een
vraag van den president niet voorne
mens te zijn ccn lang pleidooi te hou»
den. Spr. is niet in staat geweest om
den „juridische^ roman'' van zijn col»
lega in diens conclusie van cisch voor
het Hof tc ontwarren, al brengt hij hein
dan hulde voor den verheven stijl. Het
is een lang stuk, waaruit blijkt dat dc
tcgcnpleitcr veel kennis van oud»Hol<
landsch recht heeft.
Opmerkelijk is, dat toen de commi.-
sic het beheer van de Engelsche fondi
sen aanvaardde er nog in 't geheel ge: i
stichting was. Op den dag van i. ri
overlijden van Teyler kon de stich»
tlng dus nog niet in het bezit vin
de Engelsche fondsen zijn. Op 30. Juni
1878 was cr nog geen Stichting blij»
hens een brief van dien datum. Onmid*
oellijk na het overlijden van Teyler
kon er dus geen sprake zijn van een
juridisch officieel bezit van die fond»
Teyler heeft geen testament nagc»
laten waarin is gezegd dat de fondsen
in het bezit van een trust zouden ->»
men. Dat scpcrate bewind van 1762
was in ieder geval een tijdelijk en
voorbijgaand. Wat had Teyler met dat
scpcrate bewind van die fondsen ;n
doel? Kennelijk om die gelden aan
zijn naaste bloed tengoede tc doen ko»
Teyler had verzuimd aan te wijzen
wat moet geschieden nadat het beheer
die fondsen geëindigd was cn wat
met de winsten moet geschieden.
Maar wat Teyler verzuimde, dient
het Recht te doen. Het Recht zegt dat
dit deel is een erfrecht bij versterf. In
feite is alléén op den naam der 5 eerste
directeuren der Stichting overgeschre»
ven en meer niet gedaan Op hun naam
is niet het bezit gesteld. In ieder geval
hier een geval waarin niet voldoen»
dc is voorzien cn dat daarom aan het
gemcene recht is overgelaten. Spr. con»
cludeert dat dc bg. fondsen kwamen aan
hen, die op den dag van het overlijden
erfgenamen ab intcstato zouden zijn.
De Groot leert dat wie voor een ander
bewaart niet kan worden geacht in het
bezit daarvan tc zijn.
Op dien grond kan de Teyler Stich»
ting nimmer in het bezit van die fond»
sen zijn geweest. Het juridisch bezit
die fondsen was in handen van
de versterf erfgenamen, maar de he»
liccrders hadden dat in feite onder zich;
dc Stichting bleef echter in het fcite»
lijk bezit. Feitelijk zijn dc gelden in
handen van beheerders der Stichting,
maar juridisch in handen van eischers.
Verschillende der conclusien van ge=
daagden werden daama nog behandeld
Ook daarbij kwam spr. tot de conclusie
dat het civiel bezit in handen van ap»
pcllantcn is.
Twee zaken hangen nu voor het Hof.
e cene erkent dc rechtsgeldigheid en
het bestaan van het testament van
Teyler dc andere ontkent ze. Beide
procedures worden geleid door mr- Jan
Vijn. Dat is toch wel ccn sterk sprc»
kend feit!
Mr- Vijn, de kenner van het oud»
Hollandsche recht, had wel eens nader
Hugo de Groot mogen nazien om dan
na te gaan of Isaac Brandt, die mede»
werkte tot dc overdracht van die En»
gclsche fondsen door latere daden dan
die fondsen geen afstand deed en daar»
nede dus ook voor zijn erfgenamen
Aannemende dat I- Brand een bc»
'oegdheid had om de nalatenschap te
lanvaardcn wat spr- ontkent dan
heeft hij in ieder geval door een latere
daad dat recht om de erfenis te aan»
vaarden, verloren. I- Brand heeft niet
alléén dc rekening en verantwoording
an de Engelsche fondsen goedgekeurd,
m8ar óók dank gebracht voor het be»
heer er van-
Voor den vorm is een actie ingesteld
tot het doen van rekening cn verant»
woording. maar feitelijk gaat het om
een vordering van een deel der nalaten,
schap- Doch het is nu eenmaal vast»
staande dat zulk een vordering ver»
jaard is»
Er is geen verschil tusscSen de zaak»
Steenhaucr cn deze zaik. En in de zaak»
Steenhauer plaatst de Hoogc Raad zich
op een zelfde standpunt als het Hof te
Amsterdam deed en sluit zich daarbij
in elk opzicht aan.
Pl. houdt vol dat dc Engelsche fond»
sen van het begin af aan dc Stichting
kwamen, maar dat om formccle redenen
Teyler aparte beheerders benoemde- Hij
deed dat omdat er bezwaren waren vol»
gens het Engelsche recht, dat niet goed»
keurde dat als beheerder een zedelijk
lichaam werd benoemd.
De administrateurs zoowel als de hc
hcerders van Tcvlcrs Stichting hebben
volkomen te goeder trouw gehandeld
Als iemand te goeder trouw iets bezit,
dan kan men hem na jaren daarvoor
niet aanspreken. Tcgcnpleitcr zeide dat
dc directeuren van Teyler's Stichting
niet bedoelden voor anderen te be»
heeren- Indien échter die wil er niet is
dan behecrcn de directeuren niet voor
eischers- Maar dan kan tegen hen ook
geen eisch worden ingesteld-
Na dc beslissing in dc zaak«Steen«
hauer is deze zaak van ccnvoudigcn
aard, Pl. vertrouwt dat het Hof het
vonnis van de Haarlemsche rechtbank
zal bevestigen.
Ifct Hof bepaalde de uitspraak op 23
October.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 394
DE KRANT IS TE LAAT
Vader gaat naar de ves»
tibule, want de krant
zal er wel zijn
vindt geen krant in de
bus en ook niet op dc
mat
vraagt aan moeder hoe
Iaat zij het heeft. Ja, hij
ook, maar dan moet de
krant er toch zijn
houdt dit niet lang voi
en gaat naar de deur
om te zien of dc bezor»
gcr er nojf niet aankomt
gaat ongeduldig zitten
wachten op het beken»
de geluid van dc klep»
pende bus
merkt op dat hty wil
wedden dat de man 'm
in het onbewoonde
buurhuis bezorgd heeft
besluit om maar eens
te telefoneercn naar het
kantoor, dat zijn krant
te laat is
heeft de boodschap ont»
vangen dat er werk van
wordt gemaakt en is
boozer dan ooit om de»
ze blijkbare bekentenis
van schuld
deelt aan moeder mee,
dat Kommer de zijne
heeft, hij ziet hem voor
het raam lezen
waarop Mientje etn Sen
hoek van de deur van
het salon vraagt of hij
de krant zoekt, die ligt
hier op de piano
(Nadruk verboden).
Nederlandsche Heide
maatschappij
De algemeene vergadering te
Zendvoort
Voordracht van Dr. J. P.
Thijsse
In het GrandsHotcl te Zandvoor:.
hield Vrijdagmiddag de Nederlandsche
Heidemaatschappij haar 37ste algemce»
nc vergadering.
De bijeenkomst stond onder leiding
van den voorzitter der Heidemaat
schappij, W. baron van Nagel 1,
die de vergadering opende met een rede
waarin hij constateerde dat in den laat»
sten tijd de ontginning niet meer zóó
sterk het karakter van werkvcrstluf»
fing heeft
Spr. vestigde er voorts de aandacht
op. dat men er tegenwoordig cp uit
het afvalwater op ..drainagevelden"
zuiveren: on vruchtbaren grond wordt
dan gevoed door de in dat watc: voor»
komende plantenvoedincsstoffen
Ook vaste afvalstoffen word-4 tc»
genwoordig gebruikt als vo?Jir.g voor
zoogenaamd „armen" grond. Proeven
zijn genomen te Hilversum ca Arnhem,
met goede resultaten.
De onlangs ingevoerde wet op dc
ruilverkaveling is van veel belang voor
ten doelmatige indetling der grinden cn
een goede aTwatering, krachtige prop-t»
ganda voor de ruilverkalveling blijft
echter noodig.
Spr. herinnerde voorts aan de storm»
ramp die het Oosten van ons land gc»
troffen heeft en aan het feit, dat op 10
September Jhr. Ruys dc Becrenbrouck
25 jaar Comnv».aris der Maatschappij
is geweest.
Er is thans een klein batig saldo, mear
daarmede kan de Maatschappij niet tc»
vreden zijn.
Elk lid moet minstel s één nieuw lid
aanbrengen. De Maatschappij is Jit
waard, want zij doet veel voor vergroo
ting der economische kracht van ons
volk.
Als commissarissen werden de aftre»
denden herkozen, nl de heeren H. J. E.
van Heek, te Boekclo; G. E. H. Tutcin
Noltherius, te Apeldoorn; Dr. A. G.
Króllcr te Wassenaar en Mr. W. M. van
Lanschot, te Vucht.
Dr. J a c P. T h ij s s e, 'eeraar aan het
Kennemcr Lyceum, hield vervolgens
een causerie over het onderwerp: „Ons
duinlandschap".
Onze duinen, aldus spr„ zijn nog
betrekkelijk jong. Julius Caesar maakt
geen melding van duinen in zjjn bc.
schrijving van deze streken, maar h'j
spreekt wel van bosschen en moeras»
sen. Het is zeer goed mogelijk dat er
toen toch wel duinen waren, maar dat
die van de landzijde den indruk maakten
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
.,Hoe is het mogelijk" zei gistermor»
gen of vanmorgen of morgenochtend
de heer A. L. Leman tegen mijnheer
I. E. Dercen, „hoe is het mogelijk, dat
het nog maar altoos blijft regenen?
Waar komt ai dat water vandaan'-*"
„Het is verschrikkelijk", zei de heer
I. E. Dcreen. „Er was wel wat water
noodig, ziet u. na al die weken van
droogte, maar dat het zoo onophoudc»
lijk zou gaan regenen, kon toch nie.
mand denken."
De heer A. L. Leman maakte juist
aanstalten om van zijn kant weer een
opmerking tc maken in dcnzelfdcn geest
en het'is niet tc zeggen, hoe lang het
gesprek op deze manier nog had kunnen
duren, wanneer niet ccn nieuwe piasbui,
sedert dien morgen welgeteld de zeven»
dc. hen samen op de vlucht had gedrc»
ven. Het is goed cn wel om ondoor»
dnngbare regenjassen tc dragen, maar
op zulke stortbuien heeft dc fabrikant
niet gerekend en cr zat dus niets nn»
ders op, dan tc gaan schuilen in ccn
portiek. De heer A. L. Leman kwam
terecht in dc portiek van een drogist,
die knorrig was, omdat hij met dat
slechte weer toch al weinig mcnschcn
in zijn winkel zag en telkens nog bo»
vendien dc opstopping moest verdragen,
die den toegang tot zijn winkel afsloot
Dc heer I E. Dercen werd door het
toeval gevoerd naar de portiek van ccn
bioscoop, waar hij gastvrijer ontvangen
w-erd. omdat de directeur niet ten on»
rechte de mcening was toegedaan, dat
er uit al die schuilende mcnschen nog
w-cl een bezoeker voor den avond kon
overschieten. Ik vervul hier een plicht
der dankbaarheid door de opmerking,
dat wanneer dc uitvinding van de bios»
coop alleen die ruime portieken ten
gevolge had gehad, de uitvinder in deze
regendagen al aanspraak op dc onster»
fehjkheid zou hebben gehad.
De heer A. L. Leman was door zijn
overhaaste vlucht wat zenuwachtig ge
worden en knipte daardoor^ een beetje
met zijn rechteroog, tot groote veront»
waarding van een jongejuffrouw, die
meende dat het knipoogje haar gold.
die ook de ondoordringbaarheid van haar
regenmantel niet op dc proef had dur»
ven stellen en des te eerder juist in de
drogistportiek gevlucht was. omdat zij
dn ar een jongmcnsch zag staan met het»
zelfde doel. die vroeger zeer ernstig
werk van haar gemaakt had, maar dat
nagelaten, toen zij op een goeden dag
verschil van meening hadden gekregen,
:rbij zij onrechtvaardig was behan»
dcld. Dit spreekt trouwens van zelf:
wanneer hij cn zij twisten, heeft hij on»
gelijk. Nooit zij. En wanneer de hij s in
dc wereld dat nu maar verkozen in te
zien, zou die wereld veel minder moei
lijkheden opleveren. Wat h44r betrof,
zij wist niet eens meer, waarover het
eigenlijk aangekomen was. Hij wel,
maar toen hij haar zoo energiek en vlug
zag komen aanloopen, was zijn hart
weer weck geworden cn had hij het
toeval (dc stumper dacht, dat het toe
val was) geprezen, omdat zij weer zoo
ongezocht elkaar ontmoet midden. Een
aanvankelijk wat stijve begroeting volg»
de, daarna ccn praatje (natuurlijk over
den regen) cn wanneer dc drogist niet
zoo'n zuur humeur had gehad, zou hij
met welgevallen hebben aangezien, dat
zij vflf minuten later, toen de bui wat
bedaarde, samen de straat opgingen.
Eveneens kwaad, maar om een heel
andere reden, was dc parapluie-handc.
laar aan den overkant. Die maakte, hij
wou het wel erkennen, goeie zaken na
de periode van droogte in dezen zomer
(met de parasols wou het toch altijd
maar niet vlotten) maar begreep, dat
het nog veel beter gegaan zou zijn. als
hij ook ccn portiek had gehad, waarin
dc mcnschcn konden vluchten. Als hij
ooit tot verhuizen besloot, zou het zijn
naar een huis met portiek. Dan zou
hij een pakkende etalage maken met
mooie kaarten in rood cn zwart, zoo-
dat dc mcnschcn, die voor de bui kwa»
men schuilen, haast als van zelf zijn
vinkei intreden zouden, gelijk vliegjes
geraken in ccn spinneweb. en onmiddel
lijk de parapluie koopen, waaraan zij
al zoo lang behoefte hadden gehad.
De heer I. E. Dereen was intusschen
dankbaar in de ruime portiek van de
bioscoop aangeland, daar hij (een zeld-
n verschijnsel in deze dagen) van
tevreden natuur was en dien zelfden
morgen nog erkentelijk was geweest
voor het feit, dat hij niet zooals zijn
eene buurman met een hooge zool moest
loopen of. zooals de andere buurpian.
last had van rheumatick. Niei dat hij
zelf de volmaaktheid had bereikt: de na
tuur had hem in een ondeugende bui
toegerust met een paar buitengewoon
groote ooren, waarmee hij, zooals zijn
kennissen verzekerden, vóór den wind
zeilde. Maar daar zij deze opmerking
alleen in zijn afwezigheid plachten te
maken, was hi' zich van het feit nage
noeg onbewust, zoodat het hein ook niet
hinderde
Onder het gezelschap da» zich om hem
heen verzameld had was ook een slagers
jongen. daar een samenscholing van meer
dan drie personen zonder slagersjongen
eenmaal niet denkbaar is. die zijn ietwat
vettige tegenwoordigheid erger maakte
door te fluiten. Bovendien floot hij
valsdi cn zonder eenige mdodie. alsof
hij seinen gaf aan eenige onwillige hon
den, wat het geval niet was en ook niet
wezen kon omdat honden zoodra er een
bui valt, onmiddellijk plegen te verdwij
nen, om weer te voorschijn te komen zoo
dra het droog wordt. Wat katten aan
gaat, die gevoelen blijkbaar aan hun
linker achterpoot, dat er regen op til is
en blijven in huis. Naast den fluiiendett
slagersjongen, die zijn onzuiver geluid
trachtte te vergoeden door het bijzonder
schel te voorschijn te brengen, stond een
jonge man met een soort van kist, waar
in Sherlock Holmes onmiddellijk een
klarinet vermoed zou hebben, omdat er
inderdaad naar den vorm te oordeelen
niets anders in geborgen kon wezen. Hij
was inderdaad een musicus en ergerde
zich aan het gefluit, waarin hij een be-
leediging zag voor de muziek als zoo
danig. Deze twee laatste woorden: als
zoodanig zet ik er maar bij voor de
fraaiigheid, (ofschoon zij niels beteeke-
nen) maar wel een zekere gewichtigheid
aan een volzin geven. Wanneer ik bij
voorbeeld zeg: „ik acht de politiek als
zoodanig een onmisbaar element in onze
hedendaagsche samenleving", dan ziet
die zin er veel plechtiger uit, aan wan
neer ik alleen zeg: „ik acht de politiek
een onmisbaar element" enz. Dit zijn
van die Weinigheden, die den goeden
redenaar onderscheiden van den stumper,
zoodat aanstaande redenaars met .de
wenk hun voordeel kunnen doen.
Nu had zonder twijfel (ziedaar een
andere uitdrukking, die grooten indruk
maakt, zonder de persoonlijke verant
woordelijkheid ook maar iets te vergroo-
ten) de man van de klarinet den jongen
wel een opmerking willen maken over
zijn leelijk fluiten, wanneer hij niet bang
was geweest voor een van die antwoor
den. waarin jongens van dien leeftijd
sterk zijn en waarop ouderen bijna nooit
een passend antwoord weten te geven.
Ik denk, dat de geheimzinnige werking
van de fnssche lucht, waarin zij zooveel
tijd doorbrengen, daarvan de aanleiding
is. omdat die gevatheid bij personen die
hun dag binnenshuis slijten, niet voor
komt. In ieder geval: hij zweeg en droeg
zijn leed in stilte, denkende dat zelfs aan
deze Septembcrbuien een einde komt,
zoodat hij weldra van de nabijheid van
den jongen zou ontslagen zijn.
Dit was ook werkelijk liet geval. Het
geheele gezelschap in den voorhof, van
de bioscoop verspreidde zich met meer
of minder snelheid. De slagersjongen
sprong zonder de trappers aan te raken
op zijn fiets en verklaarde daarmee, hoe
de zwaarst gebouwde fiets met een wei
nig goeden wil tot vernielen, in betrekke
lijk korten tijd versleten kan zijn. Het
heeft natuurlijk geen zin. verder over
hun lotgevallen uit te weiden. Ook de
in bosschen en moerassen.
Aangenomen wordt dat de duinenrij
langs de Noordzee niet ouder is dan
10.000 jaar.
Groote duinvlakten worden, omgeven
door hooge heuvels tn worden zoo ver»
gaarbakken voor regenwater. Zoo krij»
gen we bij jonge duinen (van een 40,
50, 60 of 80 jaar) een verzameling van
de allerprachtigste planten, als bij»
voorbeeld het Parnassuskruid en net
Wintergroen. Zoo zijn er wel een 25»
tal planten te noemen, alle sieraden vau
hei duinmoeras en wie cr toe over zou
willen gaan zulk een duinmoeras te
ontginnen, mag nooit den groei van die
planten vernietigen.
Dit duinmoeras is één vorm van hefc
zoogenaamde „rijpe" duin. Andere vor»
men zijn dc duinroosjeshelling en de
hellingen, begroeid met allerlei loof»
hout.
Die bosschen zijn het mooist ont»
wikkcld aan den binnenkant der dui»
ncn en op de vlakten langs den duin»
voet.
Het ongestooide duin is èn om zijn
plantengroei èn om dc vogels die er ge»
vonden worden, een paradijs, maar he*
laas: ongestoord duin is er nog maar
weinig. Het Kwakjeswater, een duin»
meertje op het eiland Voorne. is nog
een bewijs hoe een duin zjjn kan.
Maar de waterleiding van Hellcvoetsluis
zal het misschien spoedig leegzuigen!
De bosschen aan den binnenkant
van de duinen veroorzaakten vochtig*
heid; dit is vooral in Kenncmerland
heeren A. L. Leman en I. E. Dereen
kunnen wij. daar zij op zichzelf (een
derde overbodige uitdrukking, die niette
min aan aanstaande heeren redenaars
mag worden aanbevolen) dus op zichzelf
geen belangwekkende personen zijn, vei
lig laten gaan. Dat zij in den loop van
den dag nog eenige malen in portieken
een goed heenkomen hebben gezocht;
kan iedereen, die genoodzaakt is deze
Septemberdagen mee te beleven, zich wel
voorstellen. Ook dat zij telkens tot an
dere menschen op dezelfde wijze hun
hart over die nattigheid hebben -ut»
gestort cn door dezen op gelijke wijs
zijn beantwoord. En wanneer iemand
mocht zeggen, dat dit beele varhaal iets
waterachtigs heeft, dan vraag ik oi iit
te verwonderen is, want waar de lucht
lI van is, daar loopt de pen van over.
Genoeg over dezen regen. Wij kun»
nen niet eindeloos doorpraten over het
weer. En toch, waar zouden wjj blijven,
wanneer dat onderwerp van gesprek
verboden werd. Hoeveel ons bij de wet of
verordening op straffe van boete of ge»
vangenis ook verboden is. aan dit hei»
lig recht om te zeuren over he* wéér.
heeft tot nu toe geen wetgever dur»
en raken. Reken er maar op, dat hij
he( niet zou nalaten, wanneer hij er
belasting uit slaan kon. De man,
die indertijd tot een ander zei, toen
deze een praatje met hem maken wou:
.heel goed. maar dat het slecht weer
s. zie ik zelf wel, dat de belastingen
hoog zijn. weet ik en dat de tegenwoor»
"je regcering haar taak slecht begrijpt
spreekt vanzelf" die man verdiende
dat hij ten antwoord kreeg: „dan kan
voortaan wel stommetje spelen".
Daarover spreken wij evenwel verder
niet. Wel mogen wij elkaar geluk wen»
schen met het feit, dat wij in Kcnne»
mcrland wonen en niet in Brussel,
r een verordening is afgekondigd,
die in korte woorden hierop neerkomt,
wanneer er botsingen ontstaan tus»
schen een auto en een voetganger, de
laatste als de schuldige zal worden be»
schouwd. Deze bepaling lijkt mij daar»
om zoo draconisch, dat hoe deze zaak
ook bekeken wordt, bij dergelijke
botsing de voetganger altijd meer be»
schadigd zal worden, dan de auto, zelfs
wanneer dc carrosserie gemaakt is van
zuiver blik. Aan den andoren kant (men
moet tegenover een iedereen billijk
wezen) erken ik, dat ook de voetgan
ger zijn tekortkomingen heeft. Zoo is
het bijvoorbeeld bepaald een fout. dat
hij. wanneer hij een auto op zich af
ziet komen, noch de bekwaamheid,
noch de tegenwoordigheid van geest
bezit, om m t een bcvalligen sprong,
juist op het dak van den auto te»tatics loopen mee, een rechts en een
recht te komen en daar te blijven zoo» links. Griezelige gedachte. Je gaat aan
lang het gevaar van overrijden duurt;
wanneer de-auto in een" stille zijstraat
komt, heeft hij immers volle vrijheid,
om er weer af te springen. Ook be»
hoorde hij zich aan te wennen om, wan»
neer er zelfs voor springen geen tijd
meer if, zich plat op straat te laten
vallen en de auto over zich heen te
laten gaan zonder zich er door te
laten beschadigen. De voetganger a 1 s
zoodanig (zie over deze uitdruk»
king hierboven), is evenwel hardleersch.
'onwillig, koppig en afkeerig om zich
aan te passen.
Natuurlijk bedoel ik den Brusselschen
voetganger. De Haarlemsche is heel an»
ders.
Een andere zaak, die mijn' aan»
dacht getrokken heeft, is een Woning»
gids die dezer dagen verspreid werd en
op dc voorpagina de raadhuizen af»
drukte van Bloemendaal, Haarlem, Scho»
ten, Zandvoort en Haarlemmerlicde.
Het zal wel een vergissing zijn, dat dc
.reeks juist met Bloemendaal begon,
omdat cr in de heele streek niet zoo'n
treurig Raadhuis te vinden is als juis'.
in de bloeiendste van alle gemeenten.
Iiceft de uitgever van dezen gids mis»
schien een zachte wenk willen geven,
dat Bloemendaal eindelijk eens een be»
hoorlijk Raadhuis bouwen zou?
Vreemd is het overigens, dat een
woninggids, die een opsomming geven
wil van huizen die te koop of te huur
zijn, begint met een serie gebouwen, die
je niet krijgen kunt. al wou je nog zoo
zoo graag. Zonder uitzondering zijn ze
al te klein voor dc mcnschen. die er
overdag in moeten vertoeven. In dat
opzicht zit er althans iets in, dat op
den achterkant de zwemvijvers te
Heemstede staan afgebeeld. Te koop
zijn die wel niet cn tot de vaste goede»
ren hooren ze ook niet, maar de zwem
vijvers zijn in elk geval tc huur voor
diegenen, die er behoorlijk voor willen
betalen.
Nu wij in dc tegenwoordige maat
schappij onder drukwerk als het ware
begraven worden, ofschoon de drukkers
blijkbaar de menschen zijn die daar
al heel einig van profitcercn, vinden
wij ook in andere drukwerken wel eigen»
aardige mededeelingen. Wat zullen wjj
bijvoorbeeld zeggen van dc aankondi
ging van een schoenfabriek: „achter
iederen schoen staat onze reputatie!"
Ik heb die verklaring letterlijk afge
schreven cn laat alleen het merk weg,
om geen schele schoenen te maken. Het
denkbeeld is angstig. Je koopt zoo'n
paar schoenen, waar de reputatie ach*
ter staat en loopt er mee weg: de repu-
tafel. Achter je schoenen staan
die reputaties, je gaat naar bed de repu»
taties blijven staan als trouwe schild*
wachten.
Een andere advertentie van een
restaurateur. Hij kondigt aan, dat hij
in het bezit is van een „uiterst verzorgde
keuken"- Ziedaar nu juist het gedeelte
van ccn restaurant, waar de bezoekers
nooit komen. Zij zullen in hunne onnoo»
zeiheid wel meencn. dat het er voorna»
meiijk om te doen is, de gasten bij
uitstek te verzorgen en van de keuken
verder maar niet tc spreken, zooals
een schouwburgdirecteur aan de bezoe»
kers van zijn theater toch ook geen
kijkje gunt achter de coulissen-
In een derde advertentie heb ik ge»
lezen, „dat er een hoofdjuffrouw gc*
vraagd werd voor een uitgebreid pomp*
atelier". Aanvankelijk denk je dat zal
iets met 3e brandweer hebben uit te
staan of met een bierbottelarij, hoewel
dit neg zoowat de eenige vakken zijn,
die de vrouwen tot nu toe aan ons over»
gelaten hebben. Bij nader onderzoek
blijkt cr evenwel een mode«atelier
mee bedoeld te zijn.
Dan hebben wij in de aankondiging
van een concert kunnen lezen, dat in
het eerste gedeelte harmonie» en fan»
farc-muziek zal worden gegeven en in
het tweede, na de pauze, symphonie»
muziek- Met alle waardcering voor dit
plan lijkt d3t toch de verkeerde wereld-
Is het niet beter, met de zachte mu»
ziek te beginnen en met de luide te
eindigen, bij wijze van climax? Zoo
gaat het toch ook in onzen gemeente»
raad eerst komt dc agenda, daarna de
rondvraag.
Van den raad gesproken, er gaan"
geruchten dat nu de zaal behoorlijk in
orde zal worden gebracht, ook een
uniform voor de raadslèden zal worden
ingevoerd, om den indruk te verhoogen.
Voor dc heeren zal die bestaan uit een
hemelsblauwe pandjesjas, met het wa»
pen van Haarlem op de Iapel. een
zwart satijnen kuitbroek en schoenen
met verzilverde gespen, omdat echt
zilver bij den huïdigen stand van da
gemeentekas niet verantwoord is. De
form voor de dames levert grooter
bezwaren op. wegens de veranderingen
in de mo3e. Er worden evenwel ernsti»
ge besprekingen gehouden, die onge»
twijfeld binnenkort tot het do<*l zullen
leiden-
FIDELIO-