AARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
JE,:
rLf
ZATERDAG 17 OCT. 1925
TWEEDE BLAD
BINNENLAND
EEN NATIONAAL PERS.INSTI.
TUUT.
Naar de N'. R. Ct verneemt, is opgc»
richt het Nationaal Persinstituut, gc»
vestigd te 's.Ciravcnhagc. ten doel heb.
bende de bevordering van de nationale
gedachte in de volksontwikkeling. Het
stelt, bijgestaan door een groot aantal
vrijwillige medewerkers, tot dit doel
aantrekkelijke cn opvoedende artikelen
beschikbaar, waarin de zedelijke be.
langen der nationale cn internationale
gemeenschap naar voren worden gc»
bracht en aandacht wordt gevestigd op
allerlei vraagstukken van maatschappe
lijken, socialen cn politicken card .Als
leider treedt op de heer NV. J. Bas.
tiaan. terwijl van den Raad van Toe.
zicht welke nog met ecnige leden zal
worden uitgebreid, deel uitmaken de
hecrcn jhr mr. dr. E. A. van Bere.
steyn. mr. A J. A. Bik. prof. mr. dr.H.
NV C. Bordcwijk mr. J. Gerritzen. P.
J. de Kantcr. dr. C. Lcly. dr NV. NV.
van der Meulen. dr. F. E. Posthuma en
jhr mr. H. Smissacrt.
DE NEDERLANDSCHE
JOURNALISTENKRING.
Evenals de crud^ministcr dr. De Vis.
scr. gelijk dezer dagegn bericht werd.
is thans ook de oud»minister van Ar»
beid. prof. mr. P. J. M. Aalbezse. de
nieuwbenoemde hoofdredacteur van het
„Centrum" toegetreden als lid van den
Ncdcrlandschen Journalistenkring.
VNAMIET IN DE KOLEN.
In dc Stichting Hoogendijk te Ticl.
bad Vrijdag een hevige ontploffing in
het fornuis plaats, vermoedelijk door.
oat tussohen dc kolen rich dynamic; I
evonden heeft. Het fornuis sprong
titeen cn dc sohoorstcon werd ernst
beschadigd. Persoonlijke ongeluk kt
ucden zich niet voor.
Itrsche ei geschiedt en zonder inmen»
ging van de overheid.
Binnen weinige maanden kan «ai bij»
eenkomst tegemoet worden gezien,
waarin regels zullen worden vastgc»
steld om alle bedrog dn den ciorbandel
Ugen te gaan.
De herhalingsoefeningen
Opheffing der tentenkampen
Naar de Nieuwe Arah. Crt. van be<
voegde zijde verneemt, is besloten dat
het instituut van tentemkampon voor
het onderbrengen der manschappen
tijdens de jaarlsjksche herhahngoefe»
mngen in den herfst zal worden afge.
schaft.
Deze belangrijke maatregel wordt
genomen in verband me: de bijna altijd
ongunstige weersgesteldheid in de
periode waarin dc herhalingsoefeningen
allen.
In verhand hiermee vernemen wij dat
dc opdracht is gegeven dat dc kazeme
te Doesburg voortaan in het najaar
voor het onderbrengen der manschap,
pen deelnemende aan de herhalings.
oefeningen en het materiaal beschik,
baar moet zijn.
Ook de kazernes te Deventer en
Zutphen zullen zoo noodig hiervoor in
het najaar beschikbaar worden gesteld.
Het tentenkamp op den Galgenberg en
tijdens de herhalingsoefeningen zal dus
tot het verleden gaan behooren.
HET BEDROG IN DEN
EIERHANDEL.
Apn het departement van binnenland»
eche zaken cn landbouw is con bij»
eenkomst gehouden van vertcgenwoor»
digers der regcering met belangheb.
benden bij den cierhandel, ter bespre,
king van hetgeen moet worden gedaan
in verband met de plannen der En»
gclsche regcering inzake het stempelen
van eieren.
Over het al of niet wensohelijke van
stempelen, kon geen overeenstemming
worden verkregen. Dc regcering zal
tenslotte moeten overwegen, wat zc
zal doen. Voor het geval dc regcering
tot de wodcrindloning van con stem.
pcltje mocht ovorgaan, sproken enkele
vertegenwoordigers zich urt voor zulk
een wet, onafhankelijk van wat Enge,
land ln deze zou besluiten.
De meerderheid wcnschte het ver»
band met dc Engolsche plannen echter
niet te verbroken en verzocht een be-
paling, dat de Ncderlandsche wet in
werking zou tredon tegelijk met de
Engclsehc bepalingen.
Ook word breedvoorig gesproken
over con verzoek van de Coöp. Eeior»
veilingen te Roermond, Leeuwarden en
Enschedé om regceringsmaatrgckn
tegen het feit, dat koelhuis ei eren voor
vcrsche werden vorkooht. Dc eieren»
handel nam tegen dit verzoek toachtig
stelling en gal te kennen, dat de nandci
zonder overheidsinmenging tegen deze
fraude wel zou kunnen optreden.
Het resultaat der discussie was, dat
de vertegenwoordigde organisaties ge.
zamcnlijk zullen streven naar ccn be.
scheming van den naam van het Nc»
derlandschc ei, speciaal in het buiten»
land. op den grondslag als met het
DE STAATSLOTERIJ.
Aan het antwoord van den Minister
van Financiën op dc vragen van den
heer Staalman betreffende verlecning
van den termijn bedoeld in de circulaire
van den directeur der Staatsloterij van
18 September 1925, in zake den verkoop
san loten door collecteurs en collcc»
trices onderling, on ticenen we:
Hot is den Minister niet bekend dat
de circulaire van 18 September 1925 no.
3.1878, door den directeur der Neder»
landsche Staatsloterij aan de collecteurs
en collectrices dier instelling gericht,
velen dezer functionarissen in grootc
ongelegenheid heeft gebracht. Hij meent
trouwens, dat die ongelegenheid niet
zoo 'groot zal zijn, omdat bij die cir»
culalre is bepaald dat genoemde dircc»
teur gemachtigd is om op verzoek van
collecteurs en collectrices toestemming
te verlecnen om meer dan het bij die
circulairt: toegestane getal van twintig
loten aan ambtgenooten te verkoo»
pen.
Reeds aan verschillende hunner is
dienovereenkomstig het verkoopen van
een grooter aantal loten toegestaan,
r.ict alleen voor de eerstvolgende, maar
ook voor verdere loterijen, zoodat te
hunnen aanzien door geleidelijke ver»
mindering van het aantal aan amhtge»
nooten te verkoopen loten het met de
circulaire beoogde doel zal worden be>
reikt.
Ofschoon er voor de collecteurs en
collectrices dus geleg heid bestaat om
door de aldus geoorloofde geleidelijke
vermindering der door bedoelde circu»
laire bo hunnen aanzien te rijzen moei»
liikheden zooveel mogelijk te voorko»
men. is de Minister bereid om de bij
die circulaire gegeven voorschriften
eerst toe te passen voor de 441ste lo»
terij. indien dit door ccn collecteur of
collcctrioc wordt verzocht. Den direc
tcur der Ncderlandsche Staatsloterij is-
hiervan mededccling gedaan.
Een stukje wereld-
romantiek
Gift van acht Japansche
visschers
De ..Locomotief' meldde, dat de acht
Japansche visschers, die nabij de Dui.
zend»eilanden hun beroep uitoefenen,
een bedrag van 100 bijeenbrachten
voor de slachtoffers in Nederland.
Naar aanleiding daarvan schrijft de
hocfij/crredacteur van het Hbld.;
Als dat bericht juist is. dan getuigt
de daarin vermelde daad toch wel weer
i van zulk een internationaal abtru»
isme, dat men mag zeggen: Op dat stuk
is de wereld toch wel vooruitgegaan.
De gewone gastvrijheid jegens vrecm»
delingen was in oude tijden allicht groo»
ter dan tegenwoordig en wat dat be
langt is er althans zeker geen vooruit»
gang in de moderne „samenleving".
Maar om de leden van andere volken
dan het eigene bekreunde men zich des»
tijds overigens niet veel; men hoorde
er ook te weinig van. Thans echter is,
mede dank zij telegraaf, post en Pers,
het gevoel van internationale saamhoo»
righeid zoo veel grooter geworden, dat
men. bij nationale rampen, elkander on«
dcrling tc hulp komt over dc oceanen
heen. Wij hebhen dat gedaan na de
aardbeving in Jagan en vermoedelijk is
de hierboven vermelde daad een weer»
slag daarop Maar dat acht Japansche
visschers. die wel niet bepaald tot de
millionairs zullen hooren. visschcnd in
de buurt van Batavia, spontaan zulk
een bedrag bijeenbrengen, omdat er er»
gens in Holland (dat ze natuurlijk niet
eens weten te liggen) een paar plaatsen
zijn vernield waarvan ze niets weten,
dat is toch wel heel treffend.
En als dit bericht wordt bevestigd,
dan dient onze Regcering dunkt ons.
die acht groote zielen op acht kleine
scheepjes wel ccn bijzondere betuiging
in erkentelijkheid te doen toekomen.
Het is waarlijk een stukje wercldro»
man tick.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 424
EET NOOIT TE HAASTIG
'T WAS DE BUURVROUW
Te Ouddorp (Z.«H.) werden door den
landbouwer KI. dc B. sedert ccnigcn
tijd herhaaldelijk uit een kippenhok
ric-ren vermist. Zoo ook dezer ckgen
weer. Dc politie, er van in kennis ge»
s:cld, verborg zich op eenigen afstand
van hot hok. Nauwelijks zat zij op ob«
■ervatic of ai spoedig zag zij een buur»
vrouw, J. II. genaamd, die, van de po»
1-tic niets vermoedende, hot hok in»
ging. dc eieren begon tc rapen cn
aanstalten maakte om heen te gaan.
De politie, uit haar schuilplaufs ko.
mende, rekende dc vrouw on middellijk
in en bracht haar naar het gemeente,
huis over. Den volgenden dag is zij
naar Rotterdam vervoerd. Daar deze
vrouw zeer aan den drank verslaafd is,
zco is het niet uitgoslotcn, dat dit dc
drijfveer tot diefstal is geweest.
HET ONTSLAG DER GEDUWDE
AMBTENARES.
Uit het verslag van de vergadering
van het hoofdbestuur der Ned. Vor»
peniging van Staatsburgerossen, opgc»
nomen in het maandblad der verecni»
ging het volgende:
Besloten werd de actie Inzake ontslag
gehuwde en huwende ambtenares met
kracht ter hand te nemen, steunende
hterin op de hulp van de afdeelingen.
Aan dc H.B. van Vrijheidsbond cn
Vrijz. Dem. Bond zal ccn schrijven
gericht worden over de houding van
sommige gemeenteraadsleden behoo»
rende tot die partijen inzake het ontslag
der gehuwde ambtenares.
Dit schrijven zai ook gericht worden
tot den bond van gemeenteraadsleden
behoorende tot die partijen cn de
vrouwengroepen dier partijen. Ver 'er
zal er in dc pers publiciteit aan worden
gegeven. i
Vader heeft haast en bc»
sluit om het menu maar
tc laten varen, wat goed
genoeg voor zijn buur»
man is. is goed genoeg
voor hem
bestelt dus hetzelfde,
een flink stuk kruidkoek
en een kop koffie, maar
vlug alstublieft
ontdekt, dat de koffie te
heet is en besluit eerst
aan dc koek te beginnen
neemt een flinke hap
kauwt geruimen tijd
hij had glid vergeten dat
kruidkoek niet zoo vlot
en hij kan hier niet ein»
dcloos op die ccnc hap
staan kauwen slikt
het dus maar snel door
meent dit kleinere hap»» neemt in zijn haast om
pen sneller zullen gaan I te eindigen een buiten,
en beseft, dat hij er op j sporig groote hap. kauwt
deze wijze nooit op tijd I verwoed en besluit zich
doorkomt I aan de koffie te wagen
ontdekt, dat die nog lang
niet afgekoeld is en be»
sluit, dat hij in ieder
geval genoeg gegeten
heeft.
(Nadruk verboden).
INBRAAK TE LEMMER
Belangrijk bedrag vermist
Uit Lemmer wordt aan de Tel ge»
meld:
In den afgcloopcn nacht is ingebroken
in het kantoor van de Holland»Fric-s»
land«Gron..igcn»Iijn alhier. Achter in
de brandkast is ccn gat gehakt. Een
belangrijk bedrag wordt vermist. Van
de daders is nog geen spoor ontdekt.
OPSPORINGSBEVOEGDHEID
GOUDEN EN ZILVEREN WERKEN
Ingediend is een wetsontwerp tot
herziening der bepalingen nopens op.
sporingsbevoegdheid met betrekking
tat den waarborg on de belasting der
gouden cn zilveren werken.
Aan de Memorie van Toelichting
wordt ontleend, dat art. 90, tweede lid
c'.c-r wet omtrent den Waarborg en de
belasting der gouden en zilveren wcr»
kon van 18 September 1852 voorschrijft
dat het proces»verbaal wegerts overtre»
dingen dier wet, behoudens enkele uit«,
zenderingen, door minstens twee amb»
tonaren moet zijn opgemaakt en onder»
tcckond.
Nu echter in dezen tijd de zuinig»
hi id zoozeer is geboden, meent de mi»
nister van Financiën, dat hierin veran»
dcring moet worden gebraoht
Door de kleine zaken, waar goud.»
en zilverwerk slechts bijkomstig wordt
verhandeld, door slechts één ambtenaar
te doen visitccren, zal men op de reis»
cn verblijfkosten bezuinigen en den
vrijmakenden ambtenaar voor anderen
dienst beschikbaar houden.
VERDRONKEN.
Donderdagmiddag is een omstreeks
8ü»jarige werkman te Boxtel in dr Dom» I
mei geraakt en verdronken.
Begrooting van Buiten-
landsche Zaken
Het
Gezantschap bij het
Vaticaan
Aan het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer aangaande de Be»
grooting van Buïtenlandsche Zaken is
nog het volgende ontleend.
Verscheidene dezer loden gaven als
hun oordeel te kennen, dat het Vaticaan
inderdaad een zeen belangrijk diploma»
tick centrum is, waar ons land een ver»
tcgenwoordiging niet kan missen. Dat
het gezantschap bij den Pauselijken
Stoel zou zijn ingesteld om een be»
paald volksdeel ter wille te zijn, ont»
kenden deze leden te® stelligste. Dit is
geschied in het belang van het geheele
volk. Opheffing zal dan ook alleen kun»
nen plaats hebben, indien zou kunnen
worden aangetoond, dat het belang van
het geheele volk het voortbestaan van
het gezantschap niet eischt.
Eenige der leden, hier aan het woord
stelden er prijs op te verklaren, dat
zij evenzeer hun stem zouden geven aan
een voorstel tot instelling van vertegen»
v/oordigingen bij andere geestelijke,
hoofden, indien zulks in het belang
in ons land zou mogen blijken tc
Anderen verklaar ien niet ten volle
overtuigd te zijn van het nut en de
noodzakelijkheid van het gezantschap
bij het Vaticaan. Zij wilden echter
der Regeering niet de hulpmiddelen
onthouden, welke deze meent noodig
tc hebben bij het voeren van ccn bui»
tenlandsche politiek, welke op het ver»
krijgen van een - duurzamen vrede ge»
richt is.
DE VERGETEN CONDUCTEUR.
Het Brabantsche dorp Nistelrode
heeft gezorgd voor een variant op het
thema van het vergeten schoolkind in
den vorm van een „vergeten" eonduc»
teur.
De tram stond er reisvaardig voor
Udcn. De conducteur gaf een sein en
posteerde zich vervolgens bij den wis»
sel. Daarna wordt gewoonlijk halt ge»
houden, om, als allen zijn ingestapt, te
vertrekken. De machinist reed ditmaal
echter door. in dc mccning, dat alles in
orde was. Het getoeter van het gefopte
conducteurtjc werd overstemd door het
lawaai van het stoomvehikel, dat dra op
behoorlijken gang was. Het wanhopige
zijner onderneming beseffend, gaf de
conducteur ten slotte den wedloop op
en volgde te voet den tramweg. In
Udcn bemerkte men het ongeval. En»
kele uitgestapte passagiers rekenden huit
verteer met den machinist af, een losse
machine werd afgevaardigd om het le»
vende vrachtje op te halen, dat intus»
schen als bagage op de fiets van den
veldwachter al een aardig eindje in de
richting Udcn was opgeschoten, zoodat
per saldo zonder veel vertraging de
tram, van volledig personeel voorzien,
de reis naar Vcghel kon vervolgen.
AAN BRANDWONDEN
OVERLEDEN.
Het kind v-.i der, heer J. tc Hout,
trok een bak kokend water van de
tafel. Het is aan de bekomcc. brand»
wonden overleden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent* per regeL
Ruwe, Schrale
Handen geneest
men met PUROL
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Van Stuiteren was naar 't buitenland
geweest cn weerom gekomen en ronduit
gezegd zag dc krans tegen dc rcisver»
halen wel wat op. Het is zeker heel ge»
wichtig cn belangrijk, wanneer Je de
grens over bent gegaan en vreemde
menschcn hebt ontmoet cn vreemde ta»
len gesproken, maar je hoeft er nu juist
niet alles van aan jc vrienden en ken»
nissen tc vertellen, van "t ontbijt af tot
aan 't avondeten toe; van den kcllner.
die gczcid had: „ik zou niet aan u hoo»
ren. dat u vreemdeling is", en van den
handelsvriend, die van Stuiteren te eten
had gevraagd, zóó bijzonder gastvrij en
san diens vrouw, zóó charmant en van
zijn lieve kindertjes, zoo echt beleefd en
beschaafd cn zoo gczcggclijk aan tafel
nu ja. zulke dingen zeggen en doen
wij in 't buitenland toch ook, als er
wat tc verdienen is! Welzeker, van Stui»
tcicn vertelt niet slecht, maar jc wilt
den heclcn avond niet over een bui»
tenlandsch uitstapje van ccn weck hoo»
ren. alsof 't een reis naar den karako»
rijm was met levensgevaar. Een ander
wil ook wel wat in 't midden brengen,
al was 't alleen over de asphaltecring
van de Kleine Houtstraat.
Zooals ik dus zei: wc zagen tegen het
reisverhaal wat op. Maar kijk. we waren
al ern half uur bij elkaar cn van Stui»
teren had er nog geen woord over ge»
sproken. Hij nam deel aan t gesprek
over de weersgesteldheid- ..niet heel
mooi. maar och. het jaargetij brengt dat
eenmaal zoo mee; het zijn veelal plaat»
selijke buitjes cn wat een merkwaar»
digheid. dat het al gesneeuwd heelt m
Duitschland". Dit is op de kransavon»
den altijd dc conversatie van het eerste
halfuur, met accompagnement van kop»
jes tlicc en pas daarna komen de spc»
cialc onderwerpen aan de orde. Het rap»
port van de commissie uit dc Maat»
schappij van Nijverheid werd aange»
sneden, de mecningen waren verdeeld,
maar van Stuiteren zweeg, zoodat einde»
lijk Hupstra het niet meer uithouden
kon en op den man af vroeg: „Heb je
een prettige reis in 't buitenland ge»
h*Van Stuiteren, die juist een beetje
zat te soezen, wat anders zijn gewoonte
niet ïv. schrikte op. kreeg een hoog»
roodc kleur cn zei, wat stotterend: „ja.
jawel, ccn goeie reis", waarop het heele
gezelschap opmerkte, dat hij en zijn
vrouw elkaar aankeken.
liet w-as duidelijk: er was iets met
die reis aan de hand, dat hij niet zeg»
gen wou en dus ging niemand er verder
op in en hielden we ons verder bezig
met dc vraag: hoeveel minder belasting
wc zouden moeten betalen, wanneer dc
commissie van Nijverheid kans zag om
bijvoorbeeld een ton op de uitgaven van
de gemeente te besparen. Dat was een
vergelijking met louter onbekenden, die
wij dus niet konden oplossen. Maar
van Stuiteren bleef verstrooid cn nam
geen deel aan 't gesprek, totdat Hopma
hem vroeg: „wat denk jij er van?" cn
hij plotseling uitbarstte: ..wat kan mij
die Haarlemsche begrooting schelen! ik
7it maar voortdurend te denken aan
dat reisje naar 't buitenland, die
vervl.... pardon dames, die miserabele
geschiedenis. Laat ik het jelui maar ver»
tellen, wij zijn toch vrienden cn ik kan
cr niet langer over zwijgen. Ze hebben
mij daar in dc doos gestopt!"
„De doos?" vroeg Einma Hopma on»
noozeL alsof ze dacht dat hij een taar»
tendoos bedoelde.
„Ja, de doos, het cachot, de gevange»
Als het dienstmeisje binnen was ge»
komen cn gevraagd had: „daar is een
man aan de deur, die vraagt of keizer
Wilhelm ook hier is" of een telegram
was binnengebracht met het bericht,
dat Hopma tot president van dc Chinec»
sche regeering was benoemd of de
gastvrouw gezegd had, dat Columbus
aan dc tclephoon was voor tante Koos»
jc, had de verwondering niet grooter
kunnen zijn dan na dc ontboezeming
van Van Stuiteren. Mevrouw Hupstra
die naast hem zat, schoof wat w-cg,
alsof de gevangenis hem nog in de klee»
ren zat en de rest van 't gezelschap
hield den adem in. Een lid van de krans
iegevangenis! En de aarde
draaide nog. Geiukkig sprak Van Stui»
teren het bevrijdende woord: „Maar ik
vas onschuldig!"
Een algemeene zucht droeg den geza»
menlijken schrik dc kamer door; toen
riep de heele krans, precies als het koor
van de opera, uit één mond: „vertel op,
vertel op!"
Nu werd het instinct van den verha»
Ier in onzen vriend van Stuiteren w-ak»
ker. Hij zette zich in een geschikte hou»
ding, stak een sigaar op, die de gastheer
hrm aanbood, deed een paar trekjes
alles op zijn gemak om onze aandacht
nog meer te spannen en begon:
..Jelui weet: ik was naar het buiten»
land gegaan. Hoe de stad heette, zal ik
niet zeggen, mijn lippen zouden van vu»
rige verontwaardiging verschroeien, als
die naam daarover kwam. Ik had dc
noodigc legitimatiebewijzen meegeno
men, een pas, een paar brieven, visite
kaartjes, mijn trnm-abonncmcnt, mcci
dan ik ooit noodig hebben kon. Al die
papieren bewaarde ik met mjjn reisgeld
in mijn portefeuille.
De vraag was: waar zou ik die bergen,
zoodat dc zakkenrollers ze niet zouden
stelen? Anders draag ik dc portefeuille
in den rechter binnenzak van mijn jas,
maar ik had juist in ccn beroemd bock
van Con an Doyle gelezen, dat dc ver»
maarde detective Sherlock Holmes dat
afraadde. „De zakkenrollers", hnd hij
gezegd, „weten dat. De portefeuille dus
niet in den binnenzak. Ook niet in den
binnenzak van mijn vest, want dat
ten ze ook. ze snijden, zonder dat je
het merkt, de heele voering open cn ka»
pen de portefeuille cr uit. Wie boeven
en dieven^ bedriegen wil, moet slimmer
wezen dan zij zelf, dus eenvoudig zijn
portefeuille in den zijzak van zijn jas
stoppen. Daar zoekt niemand die".
Toen ik dat las. vond ik het een ge»
-aarlijke plaats Maar wat zul je doen,
wanneer zoon groot man ab dc detcc»
tive Sherlock Holmes gesproken heeft'
Ik ging dus op reis, met dc portefeuille
met papieren en geld los weg ln den
zijzak van mijn colbert.
Maar uit veiligheid hield ik mijn hand
cr op. zoo losjes weg, onverschillig, kijk
zóó. met een gezicht van hier heb ik
alleen maar mijn sigarenkoker of mijn
zakdoek. Het ging alles best. Maar op
den tweeden dag in dc vreemde stad
stond ik op een propvol balcon van ccn
tram en moest mijn hand uit den zak
halen om den conducteur te betalen.
Toen mijn hand er eenmaal uit was, kon
ik hem er niet meer in krijgen, zoo wa»
we op een gepropt: ik was dank»
baar. dat ik was waar ik wezen moest
in een afgelegen fabrickskwarticr. N'au»
welijks was ik uitgestapt, of de tram
ging verderik steek weer mijn hand
in mijn zijzak. Hij was leeg. Mijn porte»
fcuille was gestolen".
Van Stuiteren zweeg. Men kon In de
kamer een speld hooren vallen. Welis»
waar viel die niet Er was geen reilen
-oor. Wij zouden allemaal aan dc lip»
pen van den verteller hebFcn gehangen
vanncer dat niet zoo'n onsmakelijke
■ergelijking was. En bovendien zeker
heel pijnlijk. Maat van Stuitcicn, tevre
den over zijn succes, vatte den draad
van zijn verhaal weer op en ging daar»
bij. toevallig of opzettelijk, in aen tc»
gcnwoordlgcn tijd over.
„Ik word koud van schrik, kijk rond.
Mijn oog ontmoet dat van een politic»
agent, die juist voorbij komt: ik aarzel
een oogenblik, of ik het hein zeggen zal.
Onmiddellijk daarop bedenk ik: de
tram! dc tram moet ik achterna, dc dief
kan nog niet afgestapt zijn. En meteen
draaf, ren, hol ik dc tram achterna, die
ik nog in de straat zien kan. Achter mij
wordt geschreeuwd. Ik let er niet op,
ik zie alleen dc tram, die al harder
gaat rijden. Ik loop nog harder, ik hijg.
ik zwoeg, maar ik loop. Mijn hoed waait
af, ik ren voort. Het geschreeuw achter
mij neemt toe. Plotseling schiet een
fiets in volle vaart langs mjj heen, ccn
agent springt er af, zet de fiets dwars
voor mij, ik struikel, ik val. Hij pakt
mij beet. „Laat mij los!" roep ik. maar
hij doet het niet, knijpt mij met zijn
sterke knuist in den arm. „Waarom
loopt u zoo hard voor mij weg'" vraagt
hij. „Mee naar het bureau". „Mijn por»
tcfeuille is gcstolcnl" schreeuw ik,
„daar op die tram!" „Onzin", zegt hij.
..mee naar het bureau, of ik doe jc dc
boeien aan". En hij haalt een paar blin»
kende dingen uit zijn zak. Mijn tram
verdwijnt in de verte. Er komt een
oploop van mcnschen om mij heen, die
beginnen te morren. Tegen den agent,
denkt u? Nee, tegen mij. Ze zien mij
voor een dief of een moordenaar aan.
Ik begrijp; dat het gevaarlijk wordt en
dat ik beter doe, rustig mee te gaan
naar het bureau".
Jan Muscb zou de gebeurtenis niet
spannender kunnen verhalen, dan van
Stuiteren deed. Vlij hoorden de tram
rommelen, wij zagen de boeien blinken.
Dan vervolgt hij„ wat kalmer:
„Wij komen op het bureau. De agent
doet zijn verhaal. Deze vreemdeling
heeft hem eerst verschrikt aangekeken
en het daarna op een loopen gezet. Hij
heelt hem daarom gearresteerd.
Ik doe mijn verhaal. De inspecteur een
jong kereltje, mei een verwaand gezicht,
gelooft mii niet. Hij vraagt mij om mijn
papieren. Ik kan ze niet geven, ze zijn in
mijn portefeuille. En mijn portefeuille is
immers gestolen! De inspecteur zegt iets
tot den agent, die even weggaat en te
rugkomt met een album. Hij slaat de
bladen om en vergelijkt ieder blad met
mijn gezichL Ik begrijp. Hij bestudeert
het album van boeven, of ik er misschien
bij ben Het worcb mij bang om mijn
hart: iedereen heeft een neus. twee oogen
twee ooren cn ccn mond Ais het nood»
lot wildeEn ik, die hier sta, zon
der geld, zonder papieren, met niemand
die mij hier kent
Ik verzoek te mogen zitten. Hij snauwt
mij toe, dat ik wel kan blijven staan cn
bladert maar verder in de boeven. Soms
wijst hij op een portret en fluistert dan
samen met den agent. Dan schudden ze
het hoofd weer en bladeren verder. Het
schijnt, dat ik op geen enkelen boef lijk.
Eindelijk hebben ze het boek uiL De in
specteur lijkt teleurgesteld. Hij zegt. dat
ik morgenochtend door den commissa
ris zelf zal worden verhoord, tot zoolang
moet ik hier blijven. Ik protesteer, ik wil
naar mijn hotel. Hij snauwt weer. geeft
een wenk. Twee agenten brengen mij
naar een cel en duwen mij daar in. Dan
gaat de deur dicht Ik ben gevangen, on
schuldig gevangen.
Intusschen is het donker geworden. Er
gloeit een lichtje in de cel. Griezelig
kijk ik rond. Niets dan een houten brits
en een emmer. Doodvermoeid val ik op
de brits neer en terwijl ik dat doe, voel
ik iets diks in den binnenzak van mijn
jas. Ik grijp er naar: het is mijn piorte-
ieuille; i maak die open: alles zit er
nog in, mijn pas, mijn brieven, de visi
tekaartjes. het tramabonnement mijn
geld. Alles".
Van Stuiteren houdt weer een kleine
pauze. Pisuisse heeft niet zooveel slag.
om zijn toehoorders in spanning te hou
den. De dames zuchten van verlichting
bij deze plotselinge wending. Wij man
nen kijken elkaar aan en het is Wouter,
die de algemeene mannenmeening ver
tolkt met de vraag:
„Zeg eens Stuit, je zit ons hier toch
geen sprookjes te vertellen?"
Maar van Stuiteren verwaardigt zich
niet. hier een antwoord op te geven en
vertelt rustig verder:
„Als ik de jsortefeuille in mijn handen
heb. denk ik eerst aan tooverij. Dan
wordt de waarheid mij duidelijk. Ik zei
immers, dat ik gewoon ben. de porte
feuille in mijn binnenzak te dragen. Wel
nu. ik moet haar onbewust, uit kracht
van gewoonte, op een oogenbhk uit
mijn zijzak naar den binnenzak hebben
overgebracht. De portefeuille is nooit
gestolen geweest
Natuurlijk wil ik nu dadelijk de zaak
in de politie verklaren. Ik bons op de
deur om de aandacht te trekken. Er komt
niemand. Ik bons nog eens en nog eens,
ik schreeuwDan zegt een grove
in de gang: „Stil zijn". Ik roep dat
ik iels te zeggen heb. De stem herhaalt:
,stil zijn!-' Ik schreeuw, dat ik den in
specteur spreken moet. den commissaris.
De stem zegt: „morgenochtend". Dan
hoor ik niets meer. j
Twee uur later reikt een arm mij door
m luikje waf broed en koffie toe. Ik
wil mijn verzoek herhalen. De man zegt
weer: „stil zijn", liet luikje gaat weer
dicht. Ik tegrijp. dat cr niets aan te
doen is cn dat ik wachten moet. De
brits is hard, slapen kan ik niet. bet
lichtje gaal uit en ik blijf in stikdonker
;n die cel. tusschen die vier afschuwe
lijke rruren en verwensch mijn eigen
onhandigheid. Conan Doyle, Sherlock
Holmes en het heele buitenland".
De gastheer presenteert den verteller
een glas wijn met een medelijdend ge
zicht. alsof die nog in de cel zit. Hij laat
zich dat wel smaken, trekt nog "eens
aan zijn sigaar, die bij het vertellen uit
gegaan is en komt dan tot het slot van
zijn verhaal:
„Nooit beeit een nacht zoolang ge
duurd. Ergens buiten hoor ik telkens om
het kwartier een torenklok. De nacht
kruipt, hij doet minder dan kruipen. Ik
ben ri'ierig van slaap en doe op de harde
brits geen oog dicht. Eindelijk wordt
het dag. Maar er komt nog niemand.
Men haast zich niet. Het wordt acht uur.
negen uur, tien uur. eindelijk knarst de
deur open en een agent van politie koint
mij halen en brengt mij bij den commis
saris.
Ik doe hem mijn onwaarschijnlijk ver
haal. maar hij gelooft het niet'. Al miin
papieren bestudeert hij alsof hij ze nit
het hoofd wil leeren. Eindelijk vraagt
hij, of ik misschien beschonken was. Ik
antwoord: „een dronken man loopt zoo
hard nier" Dit antwoord schijnt hem te
voldoen. Hij vraagt wat ilc ga doen. a s
hij mij laat gaan. Ik zeg uit den grond
van mijn hart: ..dadeliik naar Holiand
terug" en 3Is hij glimlacht, zeg ik er
bij: „ik blijf geen minuut langer dan
noodig is m een stad, waar een fatsoen
lijk man gearresteerd wordt alleen om
dat hti hard loopt."' Hij laat mij gaan
met een goeden raad. zooals hij dat
noemt- .als u weer haast heeft neem
En nu schatert «och de heele krans om
het granje van den commissaris. Wij be-
xijfcen de prentkaarten, die van Stuite
ren van de nog altijd niet genoemde
stad heeft meegebracht (er is ook een
van de gevangenis bij) omdat hij wel
begrepen heeft dat wij anders het ver
haal niet zouden gelooven. En wanneer
wij die teruggeven, raadt Wouter aan:
steek ze :n ie binnenzak, de Haarlem
sche zakkenrollers lezen de verhalen van
Sherlock Holmes ook".
FIDELIO