AARLEM'S DAGBLAD FLITSEN JE,: rLf ZATERDAG 17 OCT. 1925 TWEEDE BLAD BINNENLAND EEN NATIONAAL PERS.INSTI. TUUT. Naar de N'. R. Ct verneemt, is opgc» richt het Nationaal Persinstituut, gc» vestigd te 's.Ciravcnhagc. ten doel heb. bende de bevordering van de nationale gedachte in de volksontwikkeling. Het stelt, bijgestaan door een groot aantal vrijwillige medewerkers, tot dit doel aantrekkelijke cn opvoedende artikelen beschikbaar, waarin de zedelijke be. langen der nationale cn internationale gemeenschap naar voren worden gc» bracht en aandacht wordt gevestigd op allerlei vraagstukken van maatschappe lijken, socialen cn politicken card .Als leider treedt op de heer NV. J. Bas. tiaan. terwijl van den Raad van Toe. zicht welke nog met ecnige leden zal worden uitgebreid, deel uitmaken de hecrcn jhr mr. dr. E. A. van Bere. steyn. mr. A J. A. Bik. prof. mr. dr.H. NV C. Bordcwijk mr. J. Gerritzen. P. J. de Kantcr. dr. C. Lcly. dr NV. NV. van der Meulen. dr. F. E. Posthuma en jhr mr. H. Smissacrt. DE NEDERLANDSCHE JOURNALISTENKRING. Evenals de crud^ministcr dr. De Vis. scr. gelijk dezer dagegn bericht werd. is thans ook de oud»minister van Ar» beid. prof. mr. P. J. M. Aalbezse. de nieuwbenoemde hoofdredacteur van het „Centrum" toegetreden als lid van den Ncdcrlandschen Journalistenkring. VNAMIET IN DE KOLEN. In dc Stichting Hoogendijk te Ticl. bad Vrijdag een hevige ontploffing in het fornuis plaats, vermoedelijk door. oat tussohen dc kolen rich dynamic; I evonden heeft. Het fornuis sprong titeen cn dc sohoorstcon werd ernst beschadigd. Persoonlijke ongeluk kt ucden zich niet voor. Itrsche ei geschiedt en zonder inmen» ging van de overheid. Binnen weinige maanden kan «ai bij» eenkomst tegemoet worden gezien, waarin regels zullen worden vastgc» steld om alle bedrog dn den ciorbandel Ugen te gaan. De herhalingsoefeningen Opheffing der tentenkampen Naar de Nieuwe Arah. Crt. van be< voegde zijde verneemt, is besloten dat het instituut van tentemkampon voor het onderbrengen der manschappen tijdens de jaarlsjksche herhahngoefe» mngen in den herfst zal worden afge. schaft. Deze belangrijke maatregel wordt genomen in verband me: de bijna altijd ongunstige weersgesteldheid in de periode waarin dc herhalingsoefeningen allen. In verhand hiermee vernemen wij dat dc opdracht is gegeven dat dc kazeme te Doesburg voortaan in het najaar voor het onderbrengen der manschap, pen deelnemende aan de herhalings. oefeningen en het materiaal beschik, baar moet zijn. Ook de kazernes te Deventer en Zutphen zullen zoo noodig hiervoor in het najaar beschikbaar worden gesteld. Het tentenkamp op den Galgenberg en tijdens de herhalingsoefeningen zal dus tot het verleden gaan behooren. HET BEDROG IN DEN EIERHANDEL. Apn het departement van binnenland» eche zaken cn landbouw is con bij» eenkomst gehouden van vertcgenwoor» digers der regcering met belangheb. benden bij den cierhandel, ter bespre, king van hetgeen moet worden gedaan in verband met de plannen der En» gclsche regcering inzake het stempelen van eieren. Over het al of niet wensohelijke van stempelen, kon geen overeenstemming worden verkregen. Dc regcering zal tenslotte moeten overwegen, wat zc zal doen. Voor het geval dc regcering tot de wodcrindloning van con stem. pcltje mocht ovorgaan, sproken enkele vertegenwoordigers zich urt voor zulk een wet, onafhankelijk van wat Enge, land ln deze zou besluiten. De meerderheid wcnschte het ver» band met dc Engolsche plannen echter niet te verbroken en verzocht een be- paling, dat de Ncderlandsche wet in werking zou tredon tegelijk met de Engclsehc bepalingen. Ook word breedvoorig gesproken over con verzoek van de Coöp. Eeior» veilingen te Roermond, Leeuwarden en Enschedé om regceringsmaatrgckn tegen het feit, dat koelhuis ei eren voor vcrsche werden vorkooht. Dc eieren» handel nam tegen dit verzoek toachtig stelling en gal te kennen, dat de nandci zonder overheidsinmenging tegen deze fraude wel zou kunnen optreden. Het resultaat der discussie was, dat de vertegenwoordigde organisaties ge. zamcnlijk zullen streven naar ccn be. scheming van den naam van het Nc» derlandschc ei, speciaal in het buiten» land. op den grondslag als met het DE STAATSLOTERIJ. Aan het antwoord van den Minister van Financiën op dc vragen van den heer Staalman betreffende verlecning van den termijn bedoeld in de circulaire van den directeur der Staatsloterij van 18 September 1925, in zake den verkoop san loten door collecteurs en collcc» trices onderling, on ticenen we: Hot is den Minister niet bekend dat de circulaire van 18 September 1925 no. 3.1878, door den directeur der Neder» landsche Staatsloterij aan de collecteurs en collectrices dier instelling gericht, velen dezer functionarissen in grootc ongelegenheid heeft gebracht. Hij meent trouwens, dat die ongelegenheid niet zoo 'groot zal zijn, omdat bij die cir» culalre is bepaald dat genoemde dircc» teur gemachtigd is om op verzoek van collecteurs en collectrices toestemming te verlecnen om meer dan het bij die circulairt: toegestane getal van twintig loten aan ambtgenooten te verkoo» pen. Reeds aan verschillende hunner is dienovereenkomstig het verkoopen van een grooter aantal loten toegestaan, r.ict alleen voor de eerstvolgende, maar ook voor verdere loterijen, zoodat te hunnen aanzien door geleidelijke ver» mindering van het aantal aan amhtge» nooten te verkoopen loten het met de circulaire beoogde doel zal worden be> reikt. Ofschoon er voor de collecteurs en collectrices dus geleg heid bestaat om door de aldus geoorloofde geleidelijke vermindering der door bedoelde circu» laire bo hunnen aanzien te rijzen moei» liikheden zooveel mogelijk te voorko» men. is de Minister bereid om de bij die circulaire gegeven voorschriften eerst toe te passen voor de 441ste lo» terij. indien dit door ccn collecteur of collcctrioc wordt verzocht. Den direc tcur der Ncderlandsche Staatsloterij is- hiervan mededccling gedaan. Een stukje wereld- romantiek Gift van acht Japansche visschers De ..Locomotief' meldde, dat de acht Japansche visschers, die nabij de Dui. zend»eilanden hun beroep uitoefenen, een bedrag van 100 bijeenbrachten voor de slachtoffers in Nederland. Naar aanleiding daarvan schrijft de hocfij/crredacteur van het Hbld.; Als dat bericht juist is. dan getuigt de daarin vermelde daad toch wel weer i van zulk een internationaal abtru» isme, dat men mag zeggen: Op dat stuk is de wereld toch wel vooruitgegaan. De gewone gastvrijheid jegens vrecm» delingen was in oude tijden allicht groo» ter dan tegenwoordig en wat dat be langt is er althans zeker geen vooruit» gang in de moderne „samenleving". Maar om de leden van andere volken dan het eigene bekreunde men zich des» tijds overigens niet veel; men hoorde er ook te weinig van. Thans echter is, mede dank zij telegraaf, post en Pers, het gevoel van internationale saamhoo» righeid zoo veel grooter geworden, dat men. bij nationale rampen, elkander on« dcrling tc hulp komt over dc oceanen heen. Wij hebhen dat gedaan na de aardbeving in Jagan en vermoedelijk is de hierboven vermelde daad een weer» slag daarop Maar dat acht Japansche visschers. die wel niet bepaald tot de millionairs zullen hooren. visschcnd in de buurt van Batavia, spontaan zulk een bedrag bijeenbrengen, omdat er er» gens in Holland (dat ze natuurlijk niet eens weten te liggen) een paar plaatsen zijn vernield waarvan ze niets weten, dat is toch wel heel treffend. En als dit bericht wordt bevestigd, dan dient onze Regcering dunkt ons. die acht groote zielen op acht kleine scheepjes wel ccn bijzondere betuiging in erkentelijkheid te doen toekomen. Het is waarlijk een stukje wercldro» man tick. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 424 EET NOOIT TE HAASTIG 'T WAS DE BUURVROUW Te Ouddorp (Z.«H.) werden door den landbouwer KI. dc B. sedert ccnigcn tijd herhaaldelijk uit een kippenhok ric-ren vermist. Zoo ook dezer ckgen weer. Dc politie, er van in kennis ge» s:cld, verborg zich op eenigen afstand van hot hok. Nauwelijks zat zij op ob« ■ervatic of ai spoedig zag zij een buur» vrouw, J. II. genaamd, die, van de po» 1-tic niets vermoedende, hot hok in» ging. dc eieren begon tc rapen cn aanstalten maakte om heen te gaan. De politie, uit haar schuilplaufs ko. mende, rekende dc vrouw on middellijk in en bracht haar naar het gemeente, huis over. Den volgenden dag is zij naar Rotterdam vervoerd. Daar deze vrouw zeer aan den drank verslaafd is, zco is het niet uitgoslotcn, dat dit dc drijfveer tot diefstal is geweest. HET ONTSLAG DER GEDUWDE AMBTENARES. Uit het verslag van de vergadering van het hoofdbestuur der Ned. Vor» peniging van Staatsburgerossen, opgc» nomen in het maandblad der verecni» ging het volgende: Besloten werd de actie Inzake ontslag gehuwde en huwende ambtenares met kracht ter hand te nemen, steunende hterin op de hulp van de afdeelingen. Aan dc H.B. van Vrijheidsbond cn Vrijz. Dem. Bond zal ccn schrijven gericht worden over de houding van sommige gemeenteraadsleden behoo» rende tot die partijen inzake het ontslag der gehuwde ambtenares. Dit schrijven zai ook gericht worden tot den bond van gemeenteraadsleden behoorende tot die partijen cn de vrouwengroepen dier partijen. Ver 'er zal er in dc pers publiciteit aan worden gegeven. i Vader heeft haast en bc» sluit om het menu maar tc laten varen, wat goed genoeg voor zijn buur» man is. is goed genoeg voor hem bestelt dus hetzelfde, een flink stuk kruidkoek en een kop koffie, maar vlug alstublieft ontdekt, dat de koffie te heet is en besluit eerst aan dc koek te beginnen neemt een flinke hap kauwt geruimen tijd hij had glid vergeten dat kruidkoek niet zoo vlot en hij kan hier niet ein» dcloos op die ccnc hap staan kauwen slikt het dus maar snel door meent dit kleinere hap»» neemt in zijn haast om pen sneller zullen gaan I te eindigen een buiten, en beseft, dat hij er op j sporig groote hap. kauwt deze wijze nooit op tijd I verwoed en besluit zich doorkomt I aan de koffie te wagen ontdekt, dat die nog lang niet afgekoeld is en be» sluit, dat hij in ieder geval genoeg gegeten heeft. (Nadruk verboden). INBRAAK TE LEMMER Belangrijk bedrag vermist Uit Lemmer wordt aan de Tel ge» meld: In den afgcloopcn nacht is ingebroken in het kantoor van de Holland»Fric-s» land«Gron..igcn»Iijn alhier. Achter in de brandkast is ccn gat gehakt. Een belangrijk bedrag wordt vermist. Van de daders is nog geen spoor ontdekt. OPSPORINGSBEVOEGDHEID GOUDEN EN ZILVEREN WERKEN Ingediend is een wetsontwerp tot herziening der bepalingen nopens op. sporingsbevoegdheid met betrekking tat den waarborg on de belasting der gouden cn zilveren werken. Aan de Memorie van Toelichting wordt ontleend, dat art. 90, tweede lid c'.c-r wet omtrent den Waarborg en de belasting der gouden en zilveren wcr» kon van 18 September 1852 voorschrijft dat het proces»verbaal wegerts overtre» dingen dier wet, behoudens enkele uit«, zenderingen, door minstens twee amb» tonaren moet zijn opgemaakt en onder» tcckond. Nu echter in dezen tijd de zuinig» hi id zoozeer is geboden, meent de mi» nister van Financiën, dat hierin veran» dcring moet worden gebraoht Door de kleine zaken, waar goud.» en zilverwerk slechts bijkomstig wordt verhandeld, door slechts één ambtenaar te doen visitccren, zal men op de reis» cn verblijfkosten bezuinigen en den vrijmakenden ambtenaar voor anderen dienst beschikbaar houden. VERDRONKEN. Donderdagmiddag is een omstreeks 8ü»jarige werkman te Boxtel in dr Dom» I mei geraakt en verdronken. Begrooting van Buiten- landsche Zaken Het Gezantschap bij het Vaticaan Aan het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer aangaande de Be» grooting van Buïtenlandsche Zaken is nog het volgende ontleend. Verscheidene dezer loden gaven als hun oordeel te kennen, dat het Vaticaan inderdaad een zeen belangrijk diploma» tick centrum is, waar ons land een ver» tcgenwoordiging niet kan missen. Dat het gezantschap bij den Pauselijken Stoel zou zijn ingesteld om een be» paald volksdeel ter wille te zijn, ont» kenden deze leden te® stelligste. Dit is geschied in het belang van het geheele volk. Opheffing zal dan ook alleen kun» nen plaats hebben, indien zou kunnen worden aangetoond, dat het belang van het geheele volk het voortbestaan van het gezantschap niet eischt. Eenige der leden, hier aan het woord stelden er prijs op te verklaren, dat zij evenzeer hun stem zouden geven aan een voorstel tot instelling van vertegen» v/oordigingen bij andere geestelijke, hoofden, indien zulks in het belang in ons land zou mogen blijken tc Anderen verklaar ien niet ten volle overtuigd te zijn van het nut en de noodzakelijkheid van het gezantschap bij het Vaticaan. Zij wilden echter der Regeering niet de hulpmiddelen onthouden, welke deze meent noodig tc hebben bij het voeren van ccn bui» tenlandsche politiek, welke op het ver» krijgen van een - duurzamen vrede ge» richt is. DE VERGETEN CONDUCTEUR. Het Brabantsche dorp Nistelrode heeft gezorgd voor een variant op het thema van het vergeten schoolkind in den vorm van een „vergeten" eonduc» teur. De tram stond er reisvaardig voor Udcn. De conducteur gaf een sein en posteerde zich vervolgens bij den wis» sel. Daarna wordt gewoonlijk halt ge» houden, om, als allen zijn ingestapt, te vertrekken. De machinist reed ditmaal echter door. in dc mccning, dat alles in orde was. Het getoeter van het gefopte conducteurtjc werd overstemd door het lawaai van het stoomvehikel, dat dra op behoorlijken gang was. Het wanhopige zijner onderneming beseffend, gaf de conducteur ten slotte den wedloop op en volgde te voet den tramweg. In Udcn bemerkte men het ongeval. En» kele uitgestapte passagiers rekenden huit verteer met den machinist af, een losse machine werd afgevaardigd om het le» vende vrachtje op te halen, dat intus» schen als bagage op de fiets van den veldwachter al een aardig eindje in de richting Udcn was opgeschoten, zoodat per saldo zonder veel vertraging de tram, van volledig personeel voorzien, de reis naar Vcghel kon vervolgen. AAN BRANDWONDEN OVERLEDEN. Het kind v-.i der, heer J. tc Hout, trok een bak kokend water van de tafel. Het is aan de bekomcc. brand» wonden overleden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent* per regeL Ruwe, Schrale Handen geneest men met PUROL Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Van Stuiteren was naar 't buitenland geweest cn weerom gekomen en ronduit gezegd zag dc krans tegen dc rcisver» halen wel wat op. Het is zeker heel ge» wichtig cn belangrijk, wanneer Je de grens over bent gegaan en vreemde menschcn hebt ontmoet cn vreemde ta» len gesproken, maar je hoeft er nu juist niet alles van aan jc vrienden en ken» nissen tc vertellen, van "t ontbijt af tot aan 't avondeten toe; van den kcllner. die gczcid had: „ik zou niet aan u hoo» ren. dat u vreemdeling is", en van den handelsvriend, die van Stuiteren te eten had gevraagd, zóó bijzonder gastvrij en san diens vrouw, zóó charmant en van zijn lieve kindertjes, zoo echt beleefd en beschaafd cn zoo gczcggclijk aan tafel nu ja. zulke dingen zeggen en doen wij in 't buitenland toch ook, als er wat tc verdienen is! Welzeker, van Stui» tcicn vertelt niet slecht, maar jc wilt den heclcn avond niet over een bui» tenlandsch uitstapje van ccn weck hoo» ren. alsof 't een reis naar den karako» rijm was met levensgevaar. Een ander wil ook wel wat in 't midden brengen, al was 't alleen over de asphaltecring van de Kleine Houtstraat. Zooals ik dus zei: wc zagen tegen het reisverhaal wat op. Maar kijk. we waren al ern half uur bij elkaar cn van Stui» teren had er nog geen woord over ge» sproken. Hij nam deel aan t gesprek over de weersgesteldheid- ..niet heel mooi. maar och. het jaargetij brengt dat eenmaal zoo mee; het zijn veelal plaat» selijke buitjes cn wat een merkwaar» digheid. dat het al gesneeuwd heelt m Duitschland". Dit is op de kransavon» den altijd dc conversatie van het eerste halfuur, met accompagnement van kop» jes tlicc en pas daarna komen de spc» cialc onderwerpen aan de orde. Het rap» port van de commissie uit dc Maat» schappij van Nijverheid werd aange» sneden, de mecningen waren verdeeld, maar van Stuiteren zweeg, zoodat einde» lijk Hupstra het niet meer uithouden kon en op den man af vroeg: „Heb je een prettige reis in 't buitenland ge» h*Van Stuiteren, die juist een beetje zat te soezen, wat anders zijn gewoonte niet ïv. schrikte op. kreeg een hoog» roodc kleur cn zei, wat stotterend: „ja. jawel, ccn goeie reis", waarop het heele gezelschap opmerkte, dat hij en zijn vrouw elkaar aankeken. liet w-as duidelijk: er was iets met die reis aan de hand, dat hij niet zeg» gen wou en dus ging niemand er verder op in en hielden we ons verder bezig met dc vraag: hoeveel minder belasting wc zouden moeten betalen, wanneer dc commissie van Nijverheid kans zag om bijvoorbeeld een ton op de uitgaven van de gemeente te besparen. Dat was een vergelijking met louter onbekenden, die wij dus niet konden oplossen. Maar van Stuiteren bleef verstrooid cn nam geen deel aan 't gesprek, totdat Hopma hem vroeg: „wat denk jij er van?" cn hij plotseling uitbarstte: ..wat kan mij die Haarlemsche begrooting schelen! ik 7it maar voortdurend te denken aan dat reisje naar 't buitenland, die vervl.... pardon dames, die miserabele geschiedenis. Laat ik het jelui maar ver» tellen, wij zijn toch vrienden cn ik kan cr niet langer over zwijgen. Ze hebben mij daar in dc doos gestopt!" „De doos?" vroeg Einma Hopma on» noozeL alsof ze dacht dat hij een taar» tendoos bedoelde. „Ja, de doos, het cachot, de gevange» Als het dienstmeisje binnen was ge» komen cn gevraagd had: „daar is een man aan de deur, die vraagt of keizer Wilhelm ook hier is" of een telegram was binnengebracht met het bericht, dat Hopma tot president van dc Chinec» sche regeering was benoemd of de gastvrouw gezegd had, dat Columbus aan dc tclephoon was voor tante Koos» jc, had de verwondering niet grooter kunnen zijn dan na dc ontboezeming van Van Stuiteren. Mevrouw Hupstra die naast hem zat, schoof wat w-cg, alsof de gevangenis hem nog in de klee» ren zat en de rest van 't gezelschap hield den adem in. Een lid van de krans iegevangenis! En de aarde draaide nog. Geiukkig sprak Van Stui» teren het bevrijdende woord: „Maar ik vas onschuldig!" Een algemeene zucht droeg den geza» menlijken schrik dc kamer door; toen riep de heele krans, precies als het koor van de opera, uit één mond: „vertel op, vertel op!" Nu werd het instinct van den verha» Ier in onzen vriend van Stuiteren w-ak» ker. Hij zette zich in een geschikte hou» ding, stak een sigaar op, die de gastheer hrm aanbood, deed een paar trekjes alles op zijn gemak om onze aandacht nog meer te spannen en begon: ..Jelui weet: ik was naar het buiten» land gegaan. Hoe de stad heette, zal ik niet zeggen, mijn lippen zouden van vu» rige verontwaardiging verschroeien, als die naam daarover kwam. Ik had dc noodigc legitimatiebewijzen meegeno men, een pas, een paar brieven, visite kaartjes, mijn trnm-abonncmcnt, mcci dan ik ooit noodig hebben kon. Al die papieren bewaarde ik met mjjn reisgeld in mijn portefeuille. De vraag was: waar zou ik die bergen, zoodat dc zakkenrollers ze niet zouden stelen? Anders draag ik dc portefeuille in den rechter binnenzak van mijn jas, maar ik had juist in ccn beroemd bock van Con an Doyle gelezen, dat dc ver» maarde detective Sherlock Holmes dat afraadde. „De zakkenrollers", hnd hij gezegd, „weten dat. De portefeuille dus niet in den binnenzak. Ook niet in den binnenzak van mijn vest, want dat ten ze ook. ze snijden, zonder dat je het merkt, de heele voering open cn ka» pen de portefeuille cr uit. Wie boeven en dieven^ bedriegen wil, moet slimmer wezen dan zij zelf, dus eenvoudig zijn portefeuille in den zijzak van zijn jas stoppen. Daar zoekt niemand die". Toen ik dat las. vond ik het een ge» -aarlijke plaats Maar wat zul je doen, wanneer zoon groot man ab dc detcc» tive Sherlock Holmes gesproken heeft' Ik ging dus op reis, met dc portefeuille met papieren en geld los weg ln den zijzak van mijn colbert. Maar uit veiligheid hield ik mijn hand cr op. zoo losjes weg, onverschillig, kijk zóó. met een gezicht van hier heb ik alleen maar mijn sigarenkoker of mijn zakdoek. Het ging alles best. Maar op den tweeden dag in dc vreemde stad stond ik op een propvol balcon van ccn tram en moest mijn hand uit den zak halen om den conducteur te betalen. Toen mijn hand er eenmaal uit was, kon ik hem er niet meer in krijgen, zoo wa» we op een gepropt: ik was dank» baar. dat ik was waar ik wezen moest in een afgelegen fabrickskwarticr. N'au» welijks was ik uitgestapt, of de tram ging verderik steek weer mijn hand in mijn zijzak. Hij was leeg. Mijn porte» fcuille was gestolen". Van Stuiteren zweeg. Men kon In de kamer een speld hooren vallen. Welis» waar viel die niet Er was geen reilen -oor. Wij zouden allemaal aan dc lip» pen van den verteller hebFcn gehangen vanncer dat niet zoo'n onsmakelijke ■ergelijking was. En bovendien zeker heel pijnlijk. Maat van Stuitcicn, tevre den over zijn succes, vatte den draad van zijn verhaal weer op en ging daar» bij. toevallig of opzettelijk, in aen tc» gcnwoordlgcn tijd over. „Ik word koud van schrik, kijk rond. Mijn oog ontmoet dat van een politic» agent, die juist voorbij komt: ik aarzel een oogenblik, of ik het hein zeggen zal. Onmiddellijk daarop bedenk ik: de tram! dc tram moet ik achterna, dc dief kan nog niet afgestapt zijn. En meteen draaf, ren, hol ik dc tram achterna, die ik nog in de straat zien kan. Achter mij wordt geschreeuwd. Ik let er niet op, ik zie alleen dc tram, die al harder gaat rijden. Ik loop nog harder, ik hijg. ik zwoeg, maar ik loop. Mijn hoed waait af, ik ren voort. Het geschreeuw achter mij neemt toe. Plotseling schiet een fiets in volle vaart langs mjj heen, ccn agent springt er af, zet de fiets dwars voor mij, ik struikel, ik val. Hij pakt mij beet. „Laat mij los!" roep ik. maar hij doet het niet, knijpt mij met zijn sterke knuist in den arm. „Waarom loopt u zoo hard voor mij weg'" vraagt hij. „Mee naar het bureau". „Mijn por» tcfeuille is gcstolcnl" schreeuw ik, „daar op die tram!" „Onzin", zegt hij. ..mee naar het bureau, of ik doe jc dc boeien aan". En hij haalt een paar blin» kende dingen uit zijn zak. Mijn tram verdwijnt in de verte. Er komt een oploop van mcnschen om mij heen, die beginnen te morren. Tegen den agent, denkt u? Nee, tegen mij. Ze zien mij voor een dief of een moordenaar aan. Ik begrijp; dat het gevaarlijk wordt en dat ik beter doe, rustig mee te gaan naar het bureau". Jan Muscb zou de gebeurtenis niet spannender kunnen verhalen, dan van Stuiteren deed. Vlij hoorden de tram rommelen, wij zagen de boeien blinken. Dan vervolgt hij„ wat kalmer: „Wij komen op het bureau. De agent doet zijn verhaal. Deze vreemdeling heeft hem eerst verschrikt aangekeken en het daarna op een loopen gezet. Hij heelt hem daarom gearresteerd. Ik doe mijn verhaal. De inspecteur een jong kereltje, mei een verwaand gezicht, gelooft mii niet. Hij vraagt mij om mijn papieren. Ik kan ze niet geven, ze zijn in mijn portefeuille. En mijn portefeuille is immers gestolen! De inspecteur zegt iets tot den agent, die even weggaat en te rugkomt met een album. Hij slaat de bladen om en vergelijkt ieder blad met mijn gezichL Ik begrijp. Hij bestudeert het album van boeven, of ik er misschien bij ben Het worcb mij bang om mijn hart: iedereen heeft een neus. twee oogen twee ooren cn ccn mond Ais het nood» lot wildeEn ik, die hier sta, zon der geld, zonder papieren, met niemand die mij hier kent Ik verzoek te mogen zitten. Hij snauwt mij toe, dat ik wel kan blijven staan cn bladert maar verder in de boeven. Soms wijst hij op een portret en fluistert dan samen met den agent. Dan schudden ze het hoofd weer en bladeren verder. Het schijnt, dat ik op geen enkelen boef lijk. Eindelijk hebben ze het boek uiL De in specteur lijkt teleurgesteld. Hij zegt. dat ik morgenochtend door den commissa ris zelf zal worden verhoord, tot zoolang moet ik hier blijven. Ik protesteer, ik wil naar mijn hotel. Hij snauwt weer. geeft een wenk. Twee agenten brengen mij naar een cel en duwen mij daar in. Dan gaat de deur dicht Ik ben gevangen, on schuldig gevangen. Intusschen is het donker geworden. Er gloeit een lichtje in de cel. Griezelig kijk ik rond. Niets dan een houten brits en een emmer. Doodvermoeid val ik op de brits neer en terwijl ik dat doe, voel ik iets diks in den binnenzak van mijn jas. Ik grijp er naar: het is mijn piorte- ieuille; i maak die open: alles zit er nog in, mijn pas, mijn brieven, de visi tekaartjes. het tramabonnement mijn geld. Alles". Van Stuiteren houdt weer een kleine pauze. Pisuisse heeft niet zooveel slag. om zijn toehoorders in spanning te hou den. De dames zuchten van verlichting bij deze plotselinge wending. Wij man nen kijken elkaar aan en het is Wouter, die de algemeene mannenmeening ver tolkt met de vraag: „Zeg eens Stuit, je zit ons hier toch geen sprookjes te vertellen?" Maar van Stuiteren verwaardigt zich niet. hier een antwoord op te geven en vertelt rustig verder: „Als ik de jsortefeuille in mijn handen heb. denk ik eerst aan tooverij. Dan wordt de waarheid mij duidelijk. Ik zei immers, dat ik gewoon ben. de porte feuille in mijn binnenzak te dragen. Wel nu. ik moet haar onbewust, uit kracht van gewoonte, op een oogenbhk uit mijn zijzak naar den binnenzak hebben overgebracht. De portefeuille is nooit gestolen geweest Natuurlijk wil ik nu dadelijk de zaak in de politie verklaren. Ik bons op de deur om de aandacht te trekken. Er komt niemand. Ik bons nog eens en nog eens, ik schreeuwDan zegt een grove in de gang: „Stil zijn". Ik roep dat ik iels te zeggen heb. De stem herhaalt: ,stil zijn!-' Ik schreeuw, dat ik den in specteur spreken moet. den commissaris. De stem zegt: „morgenochtend". Dan hoor ik niets meer. j Twee uur later reikt een arm mij door m luikje waf broed en koffie toe. Ik wil mijn verzoek herhalen. De man zegt weer: „stil zijn", liet luikje gaat weer dicht. Ik tegrijp. dat cr niets aan te doen is cn dat ik wachten moet. De brits is hard, slapen kan ik niet. bet lichtje gaal uit en ik blijf in stikdonker ;n die cel. tusschen die vier afschuwe lijke rruren en verwensch mijn eigen onhandigheid. Conan Doyle, Sherlock Holmes en het heele buitenland". De gastheer presenteert den verteller een glas wijn met een medelijdend ge zicht. alsof die nog in de cel zit. Hij laat zich dat wel smaken, trekt nog "eens aan zijn sigaar, die bij het vertellen uit gegaan is en komt dan tot het slot van zijn verhaal: „Nooit beeit een nacht zoolang ge duurd. Ergens buiten hoor ik telkens om het kwartier een torenklok. De nacht kruipt, hij doet minder dan kruipen. Ik ben ri'ierig van slaap en doe op de harde brits geen oog dicht. Eindelijk wordt het dag. Maar er komt nog niemand. Men haast zich niet. Het wordt acht uur. negen uur, tien uur. eindelijk knarst de deur open en een agent van politie koint mij halen en brengt mij bij den commis saris. Ik doe hem mijn onwaarschijnlijk ver haal. maar hij gelooft het niet'. Al miin papieren bestudeert hij alsof hij ze nit het hoofd wil leeren. Eindelijk vraagt hij, of ik misschien beschonken was. Ik antwoord: „een dronken man loopt zoo hard nier" Dit antwoord schijnt hem te voldoen. Hij vraagt wat ilc ga doen. a s hij mij laat gaan. Ik zeg uit den grond van mijn hart: ..dadeliik naar Holiand terug" en 3Is hij glimlacht, zeg ik er bij: „ik blijf geen minuut langer dan noodig is m een stad, waar een fatsoen lijk man gearresteerd wordt alleen om dat hti hard loopt."' Hij laat mij gaan met een goeden raad. zooals hij dat noemt- .als u weer haast heeft neem En nu schatert «och de heele krans om het granje van den commissaris. Wij be- xijfcen de prentkaarten, die van Stuite ren van de nog altijd niet genoemde stad heeft meegebracht (er is ook een van de gevangenis bij) omdat hij wel begrepen heeft dat wij anders het ver haal niet zouden gelooven. En wanneer wij die teruggeven, raadt Wouter aan: steek ze :n ie binnenzak, de Haarlem sche zakkenrollers lezen de verhalen van Sherlock Holmes ook". FIDELIO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5