HAARLEM'S DAGBLAD
PARIJSCHE BRIEVEN
FLITSEN
WOENSDAG 28 OCT. 1925 TWEEDE BLAD
DE SCHULDENQUAESTIE
Een Engelsche lezing
(Van onzen correspondent)
Over ilv/c nai.gelegenheid is al zóó» J Engeland dan heeft aan z'n gcalliccr-
veel gesproken en geschreven en zij (den meer dan 50 milliard goudfranken
blijft nog steeds aan dc orde van den geleend, waarvoor Engeland een portc-
dag en domineert alle andere vraag-1 feuille van meer dan 20 milliard heeft
stukken, wijl men er nog steeds geen!moeten verkoopen en zelf in het buiten,
oplossing voor heeft kunnen vinden land leeningen inoetcn sluiten voor
Geen vraagstuk ook heeft zooveel on. j meer dan 30 milliard, waarvan 24 mil»
zinnigheden en valsche voorstellingen Hard in Amerika. Het annulceren
uitgelokt en 't is verbijsterend
hier werkelijk knappe mcnschen te boo.
ren spreken op een manier welke dc
domme menigte kan behagen, doch ge-
heel bezijden dc waarheid is. In deze
dagen vooral, nu de conferenties van
Londen cn Washington elkaar volgden,
is het schulden-vraagstuk weer op het
tapijt gebracht en tevergeefs hebben wc
in dc couranten gezocht naar een helde,
re uiteenzetting van de feiten. Het is
alles zooals dc cx.gedelegcerdc bij den
Volkerenbond, Mr. Dantes Bellegarde
het voor ccn enthousiaste zaal meende
te mogen sxplicccrcn: dc Ver. Staten
cn Engeland spelen den Shylock tegen-
Over Frankrijk en nu zien we eerst wat
er waar is van die „vriendschap", waar-,
van men in dc ootlogsjarcn zoo hemel
hoog heeft opgegeven. Zoo'n rcdence»
ring is nu wel heel aardig, maar mannen
als ccn Tardieu en ccn Caillaux zullen
zich toch nimmer verstouten om zoon
argumentatie als ernstig te aanvaarden.
We willen dadelijk aannemen, dat zij
die aldus spreken, gedreven worden
door dc beste gevoelens voor Frankrijk,
doch om 't maar eens plat uit te
drukken daarmede schiet men niet
op. we zouden er aan toe willen voe
gen dat het onzinnig is van Amerika
en van Engeland te verwachten dat ze
een Fransche politiek voeren.
André Tardieu in zijn standaard-werk
„La Paix" heeft geen enkel oogenbük
ontkend, dat dc schuldeischers het recht
hehben om hun schuld in te vorderen
cn hij. als Eranschman. ziet cr ook geen.
enkel voordeel voor Frankrijk in om
zich van vie betaling af te maken. L)ic
mccning is gedeeld door allen die sedert
het sluiten van den wapenstilstand aan
het bewind kwamen; Tardieu echter
gaat verder dan do anderen, wanneer
hij zegt, dat de slechte wil van Duitsch»
land om z'n verplichtingen na te ko
men niet van invloed mag- zijn op de
Fransche betalingen in Engeland cn Ame
rika. Louchcur ging niet zoover cn stel»
de voor slechts dat cn dèn te betalen,
wanneer het Rcich zich aan z'n beloften
hield. De opvatting van Tardieu stemt
volkomen overeen met die van Caillaux.
Art. 232 van het Verdrag van Versail
les zegt, dat Duitschland wel schuldig
aan den oorlog Is, maar niet 'gehouden
om dc kosten van den oorlog aan de
geallieerden te vergoeden. Duitschland
moet dc schade vergoeden, welke aan dc
burgcrbcvQlking is toegebracht Dc
Fransche schulden gaan Duitschland dus
niets aan. hetgeen ten duidelijkste blijkt
urt het feit. dat er voor Belgic een spe
ciaal artikel werd gemaakt, waarbij
Duitschland zich tegenover België ver
bindt „cn consequence de la violation
du traité de 1839 cffcctuer le rembour.
sement dc toutes les sommes que la
Belgiquc a empruntées aux gouverne
ment» allies ct associés jusqu 'au 11
Novcmbrc 1918" (in gevolge schending
van het verdrag van 1839 nüe bedragen
te rcmboursccrcn. welke Bclgic bi) dc
geallieerde regccringcn heeft gesloten
tot 11 November 1918. den wapenstil
stand). Daar cr voor Frankrijk geenszins
zoo'n clausule bestaat, moet men. alle
gevoelsargumenten en billijkheidsgevoc-
kns opzij zettend om een en ander uit
sluitend zakelijk te beschouwen, toege
ven, dat het betalen of niet betalen van
Duitschland niets te maken heeft met
dc betalingen aan de geallieerden (Ame
rika cn Engeland).
Het deed ons genoegen om Inplaats
van dc vele onzinnigheden, welke over
dit onderwerp worden gedebiteerd ccn
magnifieke lezing te hooren van onzen
vriend, Hcnrv Noble Hall. correspon
dent te Parijs van de Times, die voor
het Comité National d'Etudes Socialcs
ct Politiqucs dit onderwerp behandelde.
Onder het auditorium, in dc Cour de
Cassation, bevonden zich bijna 8lle mi
nisters. députés cn finanticcle experts,
die met groote belangstelling het ex
posé van Noble Hall. die zich op een
Engelsch standpunt plaatst, aanhoorden
en hem ten slotte een daverend applaus
schonken.
Uit deze redevoering stippen wc de
voornaamste passages aan, daar ze te
vens buiten Frankrijk mogen dienen om
een helder inzicht te geven in deze ne
telige kwestie, die van grooten invloed is
op dc wereldmarkt en de reconstructie
van het economisch leven,
de oorlogsschulden zou voor Engeland
■erlies van ruim 20 milliard betcckc-
nen. Sir John Pilter was hiervan de
groote voorstander, maar het annulce
ren kan niet geschieden zonder dc toe
stemming van Amerika. Daarbij komt
dat Engeland volgens het accoord Bald-
win-Mellon zich verplicht heeft om dc
Ver. Staten integraal te betalen.
Gedurende tien jaar moet Engeland
jaarlijks 812 millioen goudfranken aan
de Ver. Staten betalen; van hqt elfde
jaar af jaarlijks 950 millioen tot dc ge-
he^le schuld is afbetaald (na 62 jaar)
Hierbij zijn gerekend dc renten, zoodat
Engeland om z'n schuld van 24 milliard
tijdens den oorlog aangegaan, te beta
len 57 milliard 400 millioen goud-fran-
ken moet neertellen vóór het einde van
1984. Verwondert men er zich nog over,
dat een land als Engeland Ondanks deze.
zware verplichtingen er in geslaagd is
om het pond sterling op normale waar
de te brengen? Dit is een kwestie van
vertrouwen; van het oogenblik af dat
liet Britsche gouvernement verklaard
heeft z'n schulden te zuilen betalen,
herwon het geld z'n waarde.
Nu wat dc Vercenigdc Staten betreft:
toen Amerika in 1917 tusschcnbcide
kwam dacht de regeering cr niet aan
om de milliarden te versterken, die pre
sident Wilson noodig achtte. Maar even
min dacht men er aan om 24 milliard
aan Engeland te geven. 15 milliard aan
Frankrijk. 9 milliard aan Italië, één mil-
Üard aan Rusland enz, in totaal 60
milliard, welke de Amerikanen thans
terug cischen.
Noble Hall vertelt dat dit geld bijeen
gekomen door publieke inschrijvin
gen. Toen ter tijd correspondent te
Washington heeft hij het van nabij ge
zien, hoe men inzamelingen hield bij
de kerken, aan den uitgang van dc fa
brieken en werkplaatsen: hoe dit geld
bijeen werd gebracht zonder dat de
staatskas het heeft gezien Dc Ver-
Staten hebben zich tot aan den dag
van den wapenstilstand uitsluitend be
diend van Fransche artillerie en muni
tie. Frankrijk verkocht aan het Amcri-
kaanschc leger 1871 kanonnen van 75.
762 en later 244 stukken van 155, 2-10
tanks, 2676 bombardements» cn verken
ningsvliegtuigen, en een enorme hoe
veelheid ander oorlogsmateriaal Dat
alles was vervaardigd met het in dc
Ver. Staten geleende geld. Dc 13581
paarden, welke Frankrijk aan het Ame-
rikaanschc leger verkocht, waren in
Amerika gekocht cn betaald met het
door Amerika geleend geld. Welnu, de
Ver. Staten hebben alles in doII;r5 be-
taald cn staan cr voor 't oogenblik voor
dat alles dubbel tc hebben betaald. Dat
is niet alles. De Ver. Staten hadden
francs noodig om de tTOcpcn (in Frank,
rijk) te betalen. De Fransche rcgccring
nam op zich om de soldij uit tc beta
len.... tegen storting van dollars. Ver
geet niet dat een derde van de Fran
sche schulden in Amerika geen oorlogs
schulden ztfn.
Als de gevoelsargumenten mogen spro
ken. dan kan Engeland tegenover dc
zeer begrijpelijke klacht, dat het Noor
den verwoest werd, dat milliocncn jon-
te Frnnschcn sneuvelden, zeggen: wij,
ngolschcn, tellen óók een millioen
dooden. onze industrie is genekt cn kan
eerst een geslacht later weer tot bloei
komen, wij hebben ccn-en-cen-kwart
millioen werkloozen Terwijl vier vijf
den van dc verwoeste gebieden hersteld
zijn en dc mijnen met die van Lotha
ringen meer dan voor den oorlog ople
veren. Vergeet evenmin dat die werk
loozen, een zesde van onze bevolking,
geheel of gedeeltelijk op staatskosten
moeten worden onderhouden en dat ons
dat tvyintig millioen goudfranken per
week kost. Dat is meer dan gij voor de
reconstructie van uw verwoeste gebie
den uitgeeft.
En. mijne heeren, hebt ge u nooit
afgevraagd, hoe het mogelijk was. dat
Frankrijk 85 pCt. van de oorlogsschade
kon herstellen ih zoo korten tijd? Hebt
ge cr wel eens over nagedacht hoe het
mogelijk is dat Frankrijk het eenige land
in Europa is waar iedereen werkt, waar
niet alleen geen werkloosheid is. maar
waar ge ook meer dan ccn millioen
vreemdelingen hebt kunnen ontvangen
om de plaats in tc nemen van de dap
pere Fransch'en die zijn gesneuveld?
Dat Is voor een groot deel mogehjk ge-1
maakt door het geld dat uw geallieer
den hebben uitgegeven, door het geld
dat acht millioen Engelschc en Amcri-
kaanschc soldaten in die vier jaren
dat ze hier waren hebben uitgegeven.
De heer Louchcur meende een oplos
sing te hebben gevonden. Het verlies
van menschenlevcns. zei hij terecht, is
het zwaarste verlies dat een land kan
lijden, laten we dus het aantal op het
bevolkingscijfer vaststellen en dan het
coëfficiënt fixeexen wat elk land krijgt
volgens het verdrag van Spa en het plan
Dawcs. En dan alle schulden zoo liqui»
deeren. Het lijkt heel mooi. maar wan
neer men het in cijfers uitrekent, zou
men tot de conclusie komen, dat België
dat zoo zwaar hepft geleden, hoege
naamd niets krijgt.
Op 8 Maart 1919 reeds heeft de Ame-
rikaansche rcgcering verklaard: geen
kwijtschelden van de schulden. Enge
land heeft daarop aan Frankrijk ge
antwoord; vrij wenschcn. dat ge hetzelf
de wat ge. aan Amerika betaalt ook aan
ons voidoet. De publieke opinie in
Amerika verzet zich tegen kwijtschelden
ik hoef er u niet aan te herinneren
hoe een enkele uithting van den heer
Clcmentel tot gevolg heeft gehad een
storm van verontwaardiging aan gene
zijde van den Oceaan, z-W dat dc mi
nister in alles haast ons bijeen heeft ge
roepen om aan onze couranten te sei
nen: Frankrijk zal zijn verplichtingen
nukomen. Ik geloof dat het in het nnacel
cn tot schade van Frankrijk is om
hieraan tc tornen.
Tardieu herinnert in z'n boek aan de
relaties tusschcn Frankrijk en Enge
land: gedurende anderhalve eeuw zijn
we meer dan zestig jaar met elkaar in
oorlog geweest. De oorlog van dc Ligue
van Augsburg, van 1688 tot 1897; de
Spaanschc Successie-oorlog van 170(1 tot
1711, de Oostenrijksche successie-oorlog
van 1742 tot 1748, do zevenjarige oorlog
van 1756 tot 1763; do Amcrikaunsche
oorlog van 1778 tot 1783; de oorlogen
van de Revolutie cn het Keizerrijk van
1793 tot 1815. In 1815, bet begin van dc
vorige eeuw, waren er oogcnblikken
van goede verstandhouding, maar het
duurde nooit lang. In Londen juichte
men maarschalk Soult toe. toen hij
kwam als vertegenwoordiger voor de
kroning van koningin Victoria. Twee
jaar later was men vijandig tegenover
elkaar. In de Krim hebben we samen
gestreden en in 1860 scheelde het een
haar of we waren er onderling op los
gegaan. De Tiansvaalsche oorlog
Mijne heeren, laat er ons voor waken,
dat bij die ellende van vroeger, waar
op goddank ten slotte een vrede cn
vriendschap is gevolgd, niet kome een
twist over geld.
Parijs, 19 October.
HENRY A. TH. LESTURGEON
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 433
DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT
BINNENLAND
Het al te zware vracht
auto-verkeer
Naar een verbod van het rijden
met massieve gummibanden?
He: tc Eindhoven bestaande comité
ter bescherming van de gebouwde
eigendommen tegen het gevaar, dat
het al tc zware vrachtautoverkeer voor
de huizen oplevert, heeft dezer dagen
van het tn - »:erie va waterstaat be
richt ontvangen, dat aan dit departe
ment overwogen wordt, het rijden van
racht-cuto's met rar-ie* gummiban
den te verbieden.
DE WICHELROEDE.
De heer W. van 't Spykcr, een hotel
houder te Diepenveen, heeft door toe
val ontdekt, dat hij dc gave bezit,
met de wichelroede wateraders in den
grond op te sporen. Herhaaldelijk heeft
hij, meldt het Hbld., op de incest uit-
ecnloopende grondsoorten, de plaatsen
aangewezen, waar goed zuiver water
was te vinden op betrekkelijk geringe
diopte, ook daar waar dc gesteldheid
van den bodem een goede, waterwin
ning zeer in den weg stond. De gemeen
te Diepenveen en particulieren in de
omgeving gaven hem opdrachten, die
met goeden uitslag werden volvoerd
Op plaatsen, waar noch door het slaan
van pompen, noch door herhaalde diep-
boringen goed water was te krijgen*
wees de heer van 't Spyker goede
terbronnen aan. Hij had dezer dagen
de voldoening, dat op een villaterrein
te Gorsel „het Hoerhuis", waar het wa
ter door vermenging met oer, steeds
bruin was, hoewel op onderscheidene
plaatsen werd geboord, op geringe
diepte uitnemend bruikbaar water
gevonden, dat in groote hoeveelheid te
voorschijn kon worden gehaald. Het
was prachtig blank. De heer vu
Spyker had met groote zekerheid de
plaats van boring en het dan te ver
krijgen succes aangewezen en voor
speld.
Wanneer je in een spellelje met menschen, die hun
bridge ernstig opvatten, plotseling ontdekt, dat je al
tweemaal een neutrale kaart op een vraag naar troef
hebt gegooid, terwijl je troefheer nog in je hand hebt.
(Nadruk verboden).
NA DE STORMRAMP
IN NEDERLAND
Het rijk declareert de gemaak
te kosten
Naar de „N. Amh. Crt." verneemt,
zal de Nederlandscbe Regeering aan het
Nationaal Steuncomité voor steun aan
de slachtoffers van de 6tormramp de
onkosten de cl a ree ren welke het Rijk
heeft gemaakt voor het verleenen van
de eerste hulp in de geteisterde stre
ken o.m. door het zenden van ge
nie-troepen naar Borculo voor de
herstellingen der telegraaf- en telefoon
draden enz.
EEN ONEERLIJKE DIENSTBODE.
Bij de familie S. aan dc Leuvenhaven
tc Rotterdam werden den laatsten tijd
herhaaldelijk voorwerpen vermist. Ten
slotte verdween een kostbaar platina
oilier van dc vrouw des huizes. Deze
rond het toen raadzaam het koffertje
dat haar dienstbode, de 17»jarige \V.
M„ telken., mee naar huis nam, eens
na te snuffelen. Tot haar groote ver
wondering, kwamen daaruit twee kist
jes sigaren welke juist gestolen moesten
zijn cn welke men nog niet vermist
had.
Bij een huiszoeking ten huize van de
ouders van de dienstbode kwamen uit
ccn hcustcdc voor den dag eerige
overhemden, boorden en ook het pla
tina collier.
ONVRIJWILLIGE HUMOR.
In het Vooricopig Verslag van Hoofd
stuk I staat op bladzijde 6:
„Een ander lid kwam op tegen de
uitlatingen in de Troonrede betreffende
den landbouw. Het gaat den land-
bouwers thans allerminst goed; zij
lijden aan de gevolgen van mond- cn
klauwzeer cn aardappelziekte".
Arme bocicnl Waarom dan ook on;
gekookte melk gedronken, waarom zich
overvoerd met piepers! Zoo toekent
De Tijd hic.bij aan.
OPLICHTING. De politie te
Rotterdam heeft in bewaring gesteld
ccn Estiander, wonende Brecde Hille.
dijk. Hij had op den Coolsingcl drie
Slowaken aangesproken en hun verteld,
dat hij goede betrekkingen als zeeman
voor hen had- Men ging naar café Ca.
land, waar de zaak nader werd be
sproken. Daar heeft de Estiander van
een der Slowaken 220 dollar weten los
tc krijgen met de toezegging hem
een goede betrekking te helpen- Na het
vertrek van den Estiander vertrouwde
de Slowaalc de zaak niet en gjng mei
zijn landgenooten op zoek. Na vijf uui
zoeken vond men den oplichter in de
Veerlaan. In deze vijf uur had de man
echter kans gezien om ƒ450 op te
maken.
Ruw voetbalspel te
Enschedé
Een speler naar het ziekenhuis
vervoerd
Aan Het Volk wordt gemeld:
Bij den Zondagmiddag te imsched:
gehouden voetbalwedstrijd Enschedé
BoysHeracles (Almelo) is dermate
gespeel 1, dat de Öoysspeler W.
een trap in de lenden kreeg. Hij
iel bewusteloos neer. Op last van
den ter hulp geroepen dokter werd
hij per ziekenauto naar huis overge
bracht.
Een andere Heraclesspeler gaf een
Boysspeler een stomp tegen zijn buik.
'vaarom hij op last van den scheids-
•echter ht. veld moest verlaten.
Na afloop van den wedstrijd was
-sslstentie van de politie noodig, daa:
de gemoederen van de toeschouwers
too waren opgewonden, dat hand-
astelijkheden tegen Heracles ver
nacht werden.
De inlijving van dienst
plichtigen
Een adres om tuinbouwers bij
de najaarsploeg in te deelen
De Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor West-r rieslaad te Hoorn
heeft aan den Minister van Oorlog ge»
raagd, een zoodanige beslissing te ne
men, dat, beginnende met de lichting
1925 de tuinbouwers bij de najaars
ploeg worden ingedeeld. De Kamer acht
deze kwestie van bijzonder veel be
lang, doordat elk jaar velen worden op
geroepen voor den dienst, juist in dcu»
tijd, waarin de oogstcampagne valt.
Nu zou, naar het oordeel der Kamer
aan de zeer ernstige bezwaren tege
moet te komen zijn, wanneer de in te
lijven dienstplichtigen uit de tuinbouw
streken, bchoorende tot het gebied der
Kamer, zouden worden ingedeeld bij de
najaarsploeg. Dc dienstplichtigen wor
den dan niet uit het werkverband ge
rukt, hetgeen vooral voor de kostwin
ners van dubbele beteckenis is
DE KOOPMAN IN VETERS.
De Tijd verhaald:
Een bekend kunstschilder zit met 'n
riend tusschcn andere bezoekers op
het terras van een groot koffiehuis op
het Damrak, 't Is er vol, aldus vertelt
,Het Kompas".
Een lang, mager bleek man, gekleed
in groen-zwartc gekleede jas, schóón
doch gerafelde boord om, hoedje op,
een bos zwarte veters in de hand, biedt
zijn koopwaar aan.
Vier voor een kwartje heeren 1
Noodberoep! Koopman uit nood!
De schilder wenkt den man. geeft
hem een kwartje, doch weigert de ve
ters.
Dc koopman legt het kwartje op 't
tafeltje en zegt:
Neen, meneer! Dank u wel, maar
Ik verkóóp u iets. Neem u de veters,
Een jong, parmantig kellnertjc dringt
zich naar 't tafeltje, pakt den koopman
bij een mouw van diens jas, en zegt:
„Ruk op hè! Gauw! Wèg!"
De man wil heengaan, maar de schil
der, wijzend op 'n ledigen stoel bij 't
tafeltje, zogt: „ga hier zitten, je bent
mijn gast". En tot den verbluften
keilner: „breng dezen meneer een kop
koffie 1"
De keilner mopperend af.
Toen hij met de koffie terug kwam.
was de schilder aan 't venten met de
veters.
Vier voor een kwartje heeren!
De eigenlijke koopman zat te
schreien.
De veters gingen vlug van de hand.
De keilner, aan 't emd van 't terras
tot een bekende:
Nou. die spelen onder één hoedie
hoor! Wat ik je brom!
BEZOEK VAN ENGELSCHE
RUBBERFA8RIKANTEN.
Een gczels.hap van 24 leden van de
Institution of the Rubber Industry,
raecrendeels bestaande uit Engclsche
rubberfabrikïnten en rubberchemici,
heeft een bezoek gebracht aan den
Rijksrubberd enst te Delft. Zij werden
rondgeleid door den directeur dr. A.
an Rossom, die een overzicht gaf van
de werkzaamheden van den Dienst. Een
ipeciaal programma van demonstrates
werd vertoond, hetwelk een beeld gaf
an het wetenschappelijk technisch on
derzoekingswerk dat bij den Dienst in
gang is. Het gezelschap bezichtigde ook
het Laboratorium -voor Teci-nische Bo
tanie der Technische Hoogesc'nool,
waar de gasten werden rondgeleid door
prof. dr. G. van Iterson Jr.
BOND VAN NED. HARING.
EXPOTEURS.
In een te 's Gravenhage gehouden
vergadering van afgevaardigden der
Vereeniging van Haringhandelarcn te
Vlaardingen, Maassluis, Scheveningcn.
Katwijk aan Zee cn IJmuidjn, werd be
sloten tot de oprichting van den „Bond
van Ned. Harineexporteurs". Een
hoofdbestuur werd gekozen, waarvin
de heeren Joh. v. Toor en D. A. v. d.
Vlis te Vlaardingen respectievelijk
Voorzitter en Secretaris zijn.
INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN
a 60 Cents per regel.
\VA I CT VElUGHElÖs"-
V ALL I SCHEERMES
het eenige apparaat, dal zijn eigen mesjes
automatisch slijpt. Vraagt demonstratie bij
uw lever. Agent: Fa. B. Meindersma, Haag
FEUILLETON
DE LOTGEVALLEN VAN
EEN HOFDAME
C. N.
het Engelsch van
A. M. WILLIAMSON
31)
Bij de laatste gedachte, toen mijn
verbeelding mij in den steek liet. ging
een huivering door mijn leden. Ik zag
mijzelf in haar plaats, en ik was bang,
ja werkelijk bang. Ik moest weer terug
denken aan de vermaning der Groot
hertogin. om toch vooral den moed niet
te verliezen, ccr ik weer tot mij zelf
kwam. Moed' Om ons geluk te redden
dat van Teddy en mij.
Ik geloof, dat moed altijd komt als
men dien roept. Dc mijne kwam weer
terug cn ik kon weer denken en het
een van het ander afleiden en mijn ge
volgtrekkingen maken.
Ik herinnerde mij dat de ..vloek"
reeds lang geleden dc familie O'Mallcy
moest helmen getroffen, daar het vele
geslachten lang de gewoonte was ge
weest. dat de mannelijke leden het ge-
hcim op hun zes en twintigsten ver
jaardag vernamen. Als er dus iets vree
selijks te zien was. dan moet dat min
stens honderd jaar hebben bestaan en
kon het dus geen levend ding zijn. Van
die gedachte kwam ik op een andere.
Wie was de man, wiens plicht het was,
het geheim van het eene lid der familie
aan het andere over tc leveren? Als bij*
•oorbeeld Lord Kilgard dc waarheid
niet op een gewelddadige cn vrccsclijkc
wijze had vernomen door den dood zij
ner jonge vrouw, wie zou hef hem dan
hebben verteld op den noodlottigcn
zes cn twintigstcn verjaardag, aange
zien de oude Lord Kilgard op zijn sterf
bed lag in den nacht, waarin het treur»
ipcl werd afgespeeld? Bestond cr mis
schien ccn oud geschrift, dat ze moes
ten iezen? Zoo niet, hoe was dan het
geheim van geslaoht tot geslacht over
geleverd, daar op den een of anderen
tijd ccn erfgenaam van het huis dien
•astgestelden leeftijd wel als wees zou
hebben bereikt?
Op die vraag kon ik geen antwoord
•inden, hoezeer ik ook mijn best deed.
cn ik vroeg mij af. of ccn oude. ver
trouwde bediende misschien vroeger
in het geheim was ingewijd en dit aan
zijn zoons mocht mcdedcclen. zoodat
bij gebreke van andere familieleden, er
toch altijd iemand was, die het wij
Reeds had ik een aantal bedienden
gezien, maar niemand, dien ik mij kon
voorstellen als een post van zulk een
groot vertrouwen bcklccdcnd. Dqar
was dc portier, cn ccn menigte gepoe
derde lakéien. Dan was cr dc hofmees
ter met een assistent. Verder een waar
dige oude huishoudster cn vclo nette
dienstmeisjes met roodc wangen. Maar
zelfs de onberispelijke hofmeester'
kwam mij niet gewichtig genoeg voor,
om in hem den bezitter tc vermoeden
van een geheim, dat hom door ge
slachten van onberispelijke voorvade
ren zou zijn medegedeeld. Doch er kon
nog wel iemand zijn, dien ik nog niet
had gezien en ik besloot mijn onder
zoek daaromtrent tot later uit te stel
len.
Dat alles had eerst "gisteren plaats,
ofschoon er weken schijnen te zijn
voorbijgegaan, sedert wij op het Kas
teel Kilgard kwamen. En overmorgen
vroeg gaan de Hertog cn Hertogin van
Connaught Kilgard weer verlaten. Ik
moet natuurlijk met hen meegaan. Dat
spreekt vanzelf. En dan tc denken, hoe
weinig tijd mij maar overblijft!
Alles wat ik heb kunnen doen. sedert
ik tot die gevolgtrekkingen kwam.
ik je nu vertellen. De hemel weet, dat
het niet veel is.
Voorzichtig en met veel tact (of
schoon het haar toch wel zonderling cn
ongepast moet zijn voorgekomen) heb
ik het dienstmeisje ondervraagd, dat de
aardige torenkamer in orde brengt,
welke mij ten deel is gevallen: Ik heb
haar als terloops gevraagd, of Lord
Kilgard den meesten tijd op het kasteel
doorbrengt en of het ooit wordt ver
huurd in zijn afwezigheid. Het meisje
scheen dat denkbeeld een heiligschen
nis te vinden. Het kasteel Kilgard ver.
huren! O, neen, zeker niet! Als Lord
Kilgard afwezig was wat een jaar
geleden was gebeurd dan moest Mr.
Fitzbrian voor alles zorgen.
Wie was Mr. Fitzbrian wenschte ik
terstond te weten.
r. Fitzbrian was nu, bij nader
overweging dacht het meisje, dat ze
hem wel rentmeester mocht noemen,
ofschoon hij zeker meer dan een rent
meester was, hoewel hij buitenshuis
niets te doen had. Hij was een man van
vertrouwen, en bestuurde gedeeltelijk
Mylord's zaken, zooals hij ook voor den
vroegcren lord had gedaan.
„O",, zeidc ik, trachtend Onverschil
lig tc spreken; Mr. Fitzbrian is dus
oud?"
„Niet bepaald oud, Mylady. Vijf en
:crtig misschien."
„Wel jong om de zaken te hebben
bestuurd voor Mylord's vader, die al
lang geleden is gestorven."
„Ja. Mylady: maar hij is anders dan
de anderen, want zijn vader had ook al
een post van vertrouwen en zijn groot
vader ook en zoo voort, wei meer dan
een eeuw terug, zegt .men. Altijd be
kleedden de Fitzbrians een post van
vertrouwen voor de lords: cn zoo zal
het ook wel gaan met Mr. Fitzbrians
zoon. Geen van ons op het kasteel kan
zich iets anders voorstellen."
Ik had een voorgevoel, dat ik op 't
punt was een ontdekking te doen, maar
natuurlijk was dat éen dwaas gevoel.
„Is er ccn Mrs. Fitzbrian?" vroeg ik,
zonder cr mij over tc bekommeren, dat
het meisje mijne vragen ongepast zou
vinden wat ieder gcsohoolde bedien
de moest doen.
Natuurlijk moest zij antwoorden,
hoezeer zij mijn nieuwsgierigheid ook
mocht afkeuren.
„Er was een Mrs, Fitzbrian tot voor
eenige jaren, Mylady; zij stierf spoe
dig na de geboorte van den zoon. Men
zegt, dat geen enkele Mrs. Fitzbrian
lang heeft geleefd, zoo ver de oudste
mcnschen zich kunnen herinneren;
vrouwen van vroegere Mr. Fitzbrians.
bedoel ik."
„Woont dat gezin op het kasteel?"
vroeg ik.
..Mr. Fitzbrian wel. Zijn zoon is al
van zijn zesde jaar af op een kost
school, Mr. Fitzbrian bewoont den zoo-
genaamden Schattoren."
„Werden daar ooit schatten be
waard?"
„Dc legende zegt. dat er een groote
schat onder 3en grond werd gevonden,
langen tijd geleden. Maar ze is door
zoovele geslachten der familie Fitz
brian bewoond, dat hij misschiep later
wel dc Fitzbiaansohctoren zal worden
genoemd, vooral daar - de Fitz
brians
Hier bleef zij steken, maar ik drong
haar voort tc gaan, en zonder twijfel
durfde zij nu niet hetgeen ze wilde
zeggen door iets anders vervangen. Zij
stamelde, dat het verhaal ging het
waren maar praatjes, welk© zij eigen
lijk niet moest horhalen dat de
Fitzbrians vermaagschapt waren aan de
voorname familie O'Mallcy, en dat dit
de reden was, waarom ze altijd posten
van vertrouwen hadden bekleed in vroe
gere dagen, toen dc voornamen anders
dachten en handelden dan nu.
Toen het meisje dit met weerzin en
blozende mededeelde, besloot ik mijn
ongepaste vragen verder uit te strek
ken clan ik eerst had willen doen. Alles
is geoorloofd in de liefde!" zcide ik tot
mij zelf en missohien krijg ik later niet
meer zulk een goede kans. Daarom
vroeg ik stoutmoedig, of er onder de
bedienden ook werd gepraat over een
geheim in het kasteel. O, wat bloosde
zij toen en wat keek ze boos. ik schaam
de mij over mijzelf; maar was toch be
reid verder te gaan.
Zij kon het niet ontkennen, nu My
lady de vraag deed, dat er wel over
werd gepraat, maar alleen onder de
jonge bedienden. Hun betrekking liep
gevaar, als de huishoudster er iets van
kwam te weten. Wat het gerucht was?
Nu, Mylady moest weten, dar het liep
over een geheime kamer, zoo goed ver
borgen, dat niemand ze kon vinden, hoe
goed hij ook zocht en daarin was iets
afschuwelijks verborgen, dat <cdcr jon
ge lieer van de naaste familie moest
zien, als hij zes en twintig jaar oud was
en daarna lachte hij nooit meer.
(Wordt vervolgd.)