HAARLEM'S DAGBLAD PARIJSCHE BRIEVEN FLITSEN WOENSDAG 28 OCT. 1925 TWEEDE BLAD DE SCHULDENQUAESTIE Een Engelsche lezing (Van onzen correspondent) Over ilv/c nai.gelegenheid is al zóó» J Engeland dan heeft aan z'n gcalliccr- veel gesproken en geschreven en zij (den meer dan 50 milliard goudfranken blijft nog steeds aan dc orde van den geleend, waarvoor Engeland een portc- dag en domineert alle andere vraag-1 feuille van meer dan 20 milliard heeft stukken, wijl men er nog steeds geen!moeten verkoopen en zelf in het buiten, oplossing voor heeft kunnen vinden land leeningen inoetcn sluiten voor Geen vraagstuk ook heeft zooveel on. j meer dan 30 milliard, waarvan 24 mil» zinnigheden en valsche voorstellingen Hard in Amerika. Het annulceren uitgelokt en 't is verbijsterend hier werkelijk knappe mcnschen te boo. ren spreken op een manier welke dc domme menigte kan behagen, doch ge- heel bezijden dc waarheid is. In deze dagen vooral, nu de conferenties van Londen cn Washington elkaar volgden, is het schulden-vraagstuk weer op het tapijt gebracht en tevergeefs hebben wc in dc couranten gezocht naar een helde, re uiteenzetting van de feiten. Het is alles zooals dc cx.gedelegcerdc bij den Volkerenbond, Mr. Dantes Bellegarde het voor ccn enthousiaste zaal meende te mogen sxplicccrcn: dc Ver. Staten cn Engeland spelen den Shylock tegen- Over Frankrijk en nu zien we eerst wat er waar is van die „vriendschap", waar-, van men in dc ootlogsjarcn zoo hemel hoog heeft opgegeven. Zoo'n rcdence» ring is nu wel heel aardig, maar mannen als ccn Tardieu en ccn Caillaux zullen zich toch nimmer verstouten om zoon argumentatie als ernstig te aanvaarden. We willen dadelijk aannemen, dat zij die aldus spreken, gedreven worden door dc beste gevoelens voor Frankrijk, doch om 't maar eens plat uit te drukken daarmede schiet men niet op. we zouden er aan toe willen voe gen dat het onzinnig is van Amerika en van Engeland te verwachten dat ze een Fransche politiek voeren. André Tardieu in zijn standaard-werk „La Paix" heeft geen enkel oogenbük ontkend, dat dc schuldeischers het recht hehben om hun schuld in te vorderen cn hij. als Eranschman. ziet cr ook geen. enkel voordeel voor Frankrijk in om zich van vie betaling af te maken. L)ic mccning is gedeeld door allen die sedert het sluiten van den wapenstilstand aan het bewind kwamen; Tardieu echter gaat verder dan do anderen, wanneer hij zegt, dat de slechte wil van Duitsch» land om z'n verplichtingen na te ko men niet van invloed mag- zijn op de Fransche betalingen in Engeland cn Ame rika. Louchcur ging niet zoover cn stel» de voor slechts dat cn dèn te betalen, wanneer het Rcich zich aan z'n beloften hield. De opvatting van Tardieu stemt volkomen overeen met die van Caillaux. Art. 232 van het Verdrag van Versail les zegt, dat Duitschland wel schuldig aan den oorlog Is, maar niet 'gehouden om dc kosten van den oorlog aan de geallieerden te vergoeden. Duitschland moet dc schade vergoeden, welke aan dc burgcrbcvQlking is toegebracht Dc Fransche schulden gaan Duitschland dus niets aan. hetgeen ten duidelijkste blijkt urt het feit. dat er voor Belgic een spe ciaal artikel werd gemaakt, waarbij Duitschland zich tegenover België ver bindt „cn consequence de la violation du traité de 1839 cffcctuer le rembour. sement dc toutes les sommes que la Belgiquc a empruntées aux gouverne ment» allies ct associés jusqu 'au 11 Novcmbrc 1918" (in gevolge schending van het verdrag van 1839 nüe bedragen te rcmboursccrcn. welke Bclgic bi) dc geallieerde regccringcn heeft gesloten tot 11 November 1918. den wapenstil stand). Daar cr voor Frankrijk geenszins zoo'n clausule bestaat, moet men. alle gevoelsargumenten en billijkheidsgevoc- kns opzij zettend om een en ander uit sluitend zakelijk te beschouwen, toege ven, dat het betalen of niet betalen van Duitschland niets te maken heeft met dc betalingen aan de geallieerden (Ame rika cn Engeland). Het deed ons genoegen om Inplaats van dc vele onzinnigheden, welke over dit onderwerp worden gedebiteerd ccn magnifieke lezing te hooren van onzen vriend, Hcnrv Noble Hall. correspon dent te Parijs van de Times, die voor het Comité National d'Etudes Socialcs ct Politiqucs dit onderwerp behandelde. Onder het auditorium, in dc Cour de Cassation, bevonden zich bijna 8lle mi nisters. députés cn finanticcle experts, die met groote belangstelling het ex posé van Noble Hall. die zich op een Engelsch standpunt plaatst, aanhoorden en hem ten slotte een daverend applaus schonken. Uit deze redevoering stippen wc de voornaamste passages aan, daar ze te vens buiten Frankrijk mogen dienen om een helder inzicht te geven in deze ne telige kwestie, die van grooten invloed is op dc wereldmarkt en de reconstructie van het economisch leven, de oorlogsschulden zou voor Engeland ■erlies van ruim 20 milliard betcckc- nen. Sir John Pilter was hiervan de groote voorstander, maar het annulce ren kan niet geschieden zonder dc toe stemming van Amerika. Daarbij komt dat Engeland volgens het accoord Bald- win-Mellon zich verplicht heeft om dc Ver. Staten integraal te betalen. Gedurende tien jaar moet Engeland jaarlijks 812 millioen goudfranken aan de Ver. Staten betalen; van hqt elfde jaar af jaarlijks 950 millioen tot dc ge- he^le schuld is afbetaald (na 62 jaar) Hierbij zijn gerekend dc renten, zoodat Engeland om z'n schuld van 24 milliard tijdens den oorlog aangegaan, te beta len 57 milliard 400 millioen goud-fran- ken moet neertellen vóór het einde van 1984. Verwondert men er zich nog over, dat een land als Engeland Ondanks deze. zware verplichtingen er in geslaagd is om het pond sterling op normale waar de te brengen? Dit is een kwestie van vertrouwen; van het oogenblik af dat liet Britsche gouvernement verklaard heeft z'n schulden te zuilen betalen, herwon het geld z'n waarde. Nu wat dc Vercenigdc Staten betreft: toen Amerika in 1917 tusschcnbcide kwam dacht de regeering cr niet aan om de milliarden te versterken, die pre sident Wilson noodig achtte. Maar even min dacht men er aan om 24 milliard aan Engeland te geven. 15 milliard aan Frankrijk. 9 milliard aan Italië, één mil- Üard aan Rusland enz, in totaal 60 milliard, welke de Amerikanen thans terug cischen. Noble Hall vertelt dat dit geld bijeen gekomen door publieke inschrijvin gen. Toen ter tijd correspondent te Washington heeft hij het van nabij ge zien, hoe men inzamelingen hield bij de kerken, aan den uitgang van dc fa brieken en werkplaatsen: hoe dit geld bijeen werd gebracht zonder dat de staatskas het heeft gezien Dc Ver- Staten hebben zich tot aan den dag van den wapenstilstand uitsluitend be diend van Fransche artillerie en muni tie. Frankrijk verkocht aan het Amcri- kaanschc leger 1871 kanonnen van 75. 762 en later 244 stukken van 155, 2-10 tanks, 2676 bombardements» cn verken ningsvliegtuigen, en een enorme hoe veelheid ander oorlogsmateriaal Dat alles was vervaardigd met het in dc Ver. Staten geleende geld. Dc 13581 paarden, welke Frankrijk aan het Ame- rikaanschc leger verkocht, waren in Amerika gekocht cn betaald met het door Amerika geleend geld. Welnu, de Ver. Staten hebben alles in doII;r5 be- taald cn staan cr voor 't oogenblik voor dat alles dubbel tc hebben betaald. Dat is niet alles. De Ver. Staten hadden francs noodig om de tTOcpcn (in Frank, rijk) te betalen. De Fransche rcgccring nam op zich om de soldij uit tc beta len.... tegen storting van dollars. Ver geet niet dat een derde van de Fran sche schulden in Amerika geen oorlogs schulden ztfn. Als de gevoelsargumenten mogen spro ken. dan kan Engeland tegenover dc zeer begrijpelijke klacht, dat het Noor den verwoest werd, dat milliocncn jon- te Frnnschcn sneuvelden, zeggen: wij, ngolschcn, tellen óók een millioen dooden. onze industrie is genekt cn kan eerst een geslacht later weer tot bloei komen, wij hebben ccn-en-cen-kwart millioen werkloozen Terwijl vier vijf den van dc verwoeste gebieden hersteld zijn en dc mijnen met die van Lotha ringen meer dan voor den oorlog ople veren. Vergeet evenmin dat die werk loozen, een zesde van onze bevolking, geheel of gedeeltelijk op staatskosten moeten worden onderhouden en dat ons dat tvyintig millioen goudfranken per week kost. Dat is meer dan gij voor de reconstructie van uw verwoeste gebie den uitgeeft. En. mijne heeren, hebt ge u nooit afgevraagd, hoe het mogelijk was. dat Frankrijk 85 pCt. van de oorlogsschade kon herstellen ih zoo korten tijd? Hebt ge cr wel eens over nagedacht hoe het mogelijk is dat Frankrijk het eenige land in Europa is waar iedereen werkt, waar niet alleen geen werkloosheid is. maar waar ge ook meer dan ccn millioen vreemdelingen hebt kunnen ontvangen om de plaats in tc nemen van de dap pere Fransch'en die zijn gesneuveld? Dat Is voor een groot deel mogehjk ge-1 maakt door het geld dat uw geallieer den hebben uitgegeven, door het geld dat acht millioen Engelschc en Amcri- kaanschc soldaten in die vier jaren dat ze hier waren hebben uitgegeven. De heer Louchcur meende een oplos sing te hebben gevonden. Het verlies van menschenlevcns. zei hij terecht, is het zwaarste verlies dat een land kan lijden, laten we dus het aantal op het bevolkingscijfer vaststellen en dan het coëfficiënt fixeexen wat elk land krijgt volgens het verdrag van Spa en het plan Dawcs. En dan alle schulden zoo liqui» deeren. Het lijkt heel mooi. maar wan neer men het in cijfers uitrekent, zou men tot de conclusie komen, dat België dat zoo zwaar hepft geleden, hoege naamd niets krijgt. Op 8 Maart 1919 reeds heeft de Ame- rikaansche rcgcering verklaard: geen kwijtschelden van de schulden. Enge land heeft daarop aan Frankrijk ge antwoord; vrij wenschcn. dat ge hetzelf de wat ge. aan Amerika betaalt ook aan ons voidoet. De publieke opinie in Amerika verzet zich tegen kwijtschelden ik hoef er u niet aan te herinneren hoe een enkele uithting van den heer Clcmentel tot gevolg heeft gehad een storm van verontwaardiging aan gene zijde van den Oceaan, z-W dat dc mi nister in alles haast ons bijeen heeft ge roepen om aan onze couranten te sei nen: Frankrijk zal zijn verplichtingen nukomen. Ik geloof dat het in het nnacel cn tot schade van Frankrijk is om hieraan tc tornen. Tardieu herinnert in z'n boek aan de relaties tusschcn Frankrijk en Enge land: gedurende anderhalve eeuw zijn we meer dan zestig jaar met elkaar in oorlog geweest. De oorlog van dc Ligue van Augsburg, van 1688 tot 1897; de Spaanschc Successie-oorlog van 170(1 tot 1711, de Oostenrijksche successie-oorlog van 1742 tot 1748, do zevenjarige oorlog van 1756 tot 1763; do Amcrikaunsche oorlog van 1778 tot 1783; de oorlogen van de Revolutie cn het Keizerrijk van 1793 tot 1815. In 1815, bet begin van dc vorige eeuw, waren er oogcnblikken van goede verstandhouding, maar het duurde nooit lang. In Londen juichte men maarschalk Soult toe. toen hij kwam als vertegenwoordiger voor de kroning van koningin Victoria. Twee jaar later was men vijandig tegenover elkaar. In de Krim hebben we samen gestreden en in 1860 scheelde het een haar of we waren er onderling op los gegaan. De Tiansvaalsche oorlog Mijne heeren, laat er ons voor waken, dat bij die ellende van vroeger, waar op goddank ten slotte een vrede cn vriendschap is gevolgd, niet kome een twist over geld. Parijs, 19 October. HENRY A. TH. LESTURGEON VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 433 DE MINUUT DIE EEN EEUW LIJKT BINNENLAND Het al te zware vracht auto-verkeer Naar een verbod van het rijden met massieve gummibanden? He: tc Eindhoven bestaande comité ter bescherming van de gebouwde eigendommen tegen het gevaar, dat het al tc zware vrachtautoverkeer voor de huizen oplevert, heeft dezer dagen van het tn - »:erie va waterstaat be richt ontvangen, dat aan dit departe ment overwogen wordt, het rijden van racht-cuto's met rar-ie* gummiban den te verbieden. DE WICHELROEDE. De heer W. van 't Spykcr, een hotel houder te Diepenveen, heeft door toe val ontdekt, dat hij dc gave bezit, met de wichelroede wateraders in den grond op te sporen. Herhaaldelijk heeft hij, meldt het Hbld., op de incest uit- ecnloopende grondsoorten, de plaatsen aangewezen, waar goed zuiver water was te vinden op betrekkelijk geringe diopte, ook daar waar dc gesteldheid van den bodem een goede, waterwin ning zeer in den weg stond. De gemeen te Diepenveen en particulieren in de omgeving gaven hem opdrachten, die met goeden uitslag werden volvoerd Op plaatsen, waar noch door het slaan van pompen, noch door herhaalde diep- boringen goed water was te krijgen* wees de heer van 't Spyker goede terbronnen aan. Hij had dezer dagen de voldoening, dat op een villaterrein te Gorsel „het Hoerhuis", waar het wa ter door vermenging met oer, steeds bruin was, hoewel op onderscheidene plaatsen werd geboord, op geringe diepte uitnemend bruikbaar water gevonden, dat in groote hoeveelheid te voorschijn kon worden gehaald. Het was prachtig blank. De heer vu Spyker had met groote zekerheid de plaats van boring en het dan te ver krijgen succes aangewezen en voor speld. Wanneer je in een spellelje met menschen, die hun bridge ernstig opvatten, plotseling ontdekt, dat je al tweemaal een neutrale kaart op een vraag naar troef hebt gegooid, terwijl je troefheer nog in je hand hebt. (Nadruk verboden). NA DE STORMRAMP IN NEDERLAND Het rijk declareert de gemaak te kosten Naar de „N. Amh. Crt." verneemt, zal de Nederlandscbe Regeering aan het Nationaal Steuncomité voor steun aan de slachtoffers van de 6tormramp de onkosten de cl a ree ren welke het Rijk heeft gemaakt voor het verleenen van de eerste hulp in de geteisterde stre ken o.m. door het zenden van ge nie-troepen naar Borculo voor de herstellingen der telegraaf- en telefoon draden enz. EEN ONEERLIJKE DIENSTBODE. Bij de familie S. aan dc Leuvenhaven tc Rotterdam werden den laatsten tijd herhaaldelijk voorwerpen vermist. Ten slotte verdween een kostbaar platina oilier van dc vrouw des huizes. Deze rond het toen raadzaam het koffertje dat haar dienstbode, de 17»jarige \V. M„ telken., mee naar huis nam, eens na te snuffelen. Tot haar groote ver wondering, kwamen daaruit twee kist jes sigaren welke juist gestolen moesten zijn cn welke men nog niet vermist had. Bij een huiszoeking ten huize van de ouders van de dienstbode kwamen uit ccn hcustcdc voor den dag eerige overhemden, boorden en ook het pla tina collier. ONVRIJWILLIGE HUMOR. In het Vooricopig Verslag van Hoofd stuk I staat op bladzijde 6: „Een ander lid kwam op tegen de uitlatingen in de Troonrede betreffende den landbouw. Het gaat den land- bouwers thans allerminst goed; zij lijden aan de gevolgen van mond- cn klauwzeer cn aardappelziekte". Arme bocicnl Waarom dan ook on; gekookte melk gedronken, waarom zich overvoerd met piepers! Zoo toekent De Tijd hic.bij aan. OPLICHTING. De politie te Rotterdam heeft in bewaring gesteld ccn Estiander, wonende Brecde Hille. dijk. Hij had op den Coolsingcl drie Slowaken aangesproken en hun verteld, dat hij goede betrekkingen als zeeman voor hen had- Men ging naar café Ca. land, waar de zaak nader werd be sproken. Daar heeft de Estiander van een der Slowaken 220 dollar weten los tc krijgen met de toezegging hem een goede betrekking te helpen- Na het vertrek van den Estiander vertrouwde de Slowaalc de zaak niet en gjng mei zijn landgenooten op zoek. Na vijf uui zoeken vond men den oplichter in de Veerlaan. In deze vijf uur had de man echter kans gezien om ƒ450 op te maken. Ruw voetbalspel te Enschedé Een speler naar het ziekenhuis vervoerd Aan Het Volk wordt gemeld: Bij den Zondagmiddag te imsched: gehouden voetbalwedstrijd Enschedé BoysHeracles (Almelo) is dermate gespeel 1, dat de Öoysspeler W. een trap in de lenden kreeg. Hij iel bewusteloos neer. Op last van den ter hulp geroepen dokter werd hij per ziekenauto naar huis overge bracht. Een andere Heraclesspeler gaf een Boysspeler een stomp tegen zijn buik. 'vaarom hij op last van den scheids- •echter ht. veld moest verlaten. Na afloop van den wedstrijd was -sslstentie van de politie noodig, daa: de gemoederen van de toeschouwers too waren opgewonden, dat hand- astelijkheden tegen Heracles ver nacht werden. De inlijving van dienst plichtigen Een adres om tuinbouwers bij de najaarsploeg in te deelen De Kamer van Koophandel en Fa brieken voor West-r rieslaad te Hoorn heeft aan den Minister van Oorlog ge» raagd, een zoodanige beslissing te ne men, dat, beginnende met de lichting 1925 de tuinbouwers bij de najaars ploeg worden ingedeeld. De Kamer acht deze kwestie van bijzonder veel be lang, doordat elk jaar velen worden op geroepen voor den dienst, juist in dcu» tijd, waarin de oogstcampagne valt. Nu zou, naar het oordeel der Kamer aan de zeer ernstige bezwaren tege moet te komen zijn, wanneer de in te lijven dienstplichtigen uit de tuinbouw streken, bchoorende tot het gebied der Kamer, zouden worden ingedeeld bij de najaarsploeg. Dc dienstplichtigen wor den dan niet uit het werkverband ge rukt, hetgeen vooral voor de kostwin ners van dubbele beteckenis is DE KOOPMAN IN VETERS. De Tijd verhaald: Een bekend kunstschilder zit met 'n riend tusschcn andere bezoekers op het terras van een groot koffiehuis op het Damrak, 't Is er vol, aldus vertelt ,Het Kompas". Een lang, mager bleek man, gekleed in groen-zwartc gekleede jas, schóón doch gerafelde boord om, hoedje op, een bos zwarte veters in de hand, biedt zijn koopwaar aan. Vier voor een kwartje heeren 1 Noodberoep! Koopman uit nood! De schilder wenkt den man. geeft hem een kwartje, doch weigert de ve ters. Dc koopman legt het kwartje op 't tafeltje en zegt: Neen, meneer! Dank u wel, maar Ik verkóóp u iets. Neem u de veters, Een jong, parmantig kellnertjc dringt zich naar 't tafeltje, pakt den koopman bij een mouw van diens jas, en zegt: „Ruk op hè! Gauw! Wèg!" De man wil heengaan, maar de schil der, wijzend op 'n ledigen stoel bij 't tafeltje, zogt: „ga hier zitten, je bent mijn gast". En tot den verbluften keilner: „breng dezen meneer een kop koffie 1" De keilner mopperend af. Toen hij met de koffie terug kwam. was de schilder aan 't venten met de veters. Vier voor een kwartje heeren! De eigenlijke koopman zat te schreien. De veters gingen vlug van de hand. De keilner, aan 't emd van 't terras tot een bekende: Nou. die spelen onder één hoedie hoor! Wat ik je brom! BEZOEK VAN ENGELSCHE RUBBERFA8RIKANTEN. Een gczels.hap van 24 leden van de Institution of the Rubber Industry, raecrendeels bestaande uit Engclsche rubberfabrikïnten en rubberchemici, heeft een bezoek gebracht aan den Rijksrubberd enst te Delft. Zij werden rondgeleid door den directeur dr. A. an Rossom, die een overzicht gaf van de werkzaamheden van den Dienst. Een ipeciaal programma van demonstrates werd vertoond, hetwelk een beeld gaf an het wetenschappelijk technisch on derzoekingswerk dat bij den Dienst in gang is. Het gezelschap bezichtigde ook het Laboratorium -voor Teci-nische Bo tanie der Technische Hoogesc'nool, waar de gasten werden rondgeleid door prof. dr. G. van Iterson Jr. BOND VAN NED. HARING. EXPOTEURS. In een te 's Gravenhage gehouden vergadering van afgevaardigden der Vereeniging van Haringhandelarcn te Vlaardingen, Maassluis, Scheveningcn. Katwijk aan Zee cn IJmuidjn, werd be sloten tot de oprichting van den „Bond van Ned. Harineexporteurs". Een hoofdbestuur werd gekozen, waarvin de heeren Joh. v. Toor en D. A. v. d. Vlis te Vlaardingen respectievelijk Voorzitter en Secretaris zijn. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 Cents per regel. \VA I CT VElUGHElÖs"- V ALL I SCHEERMES het eenige apparaat, dal zijn eigen mesjes automatisch slijpt. Vraagt demonstratie bij uw lever. Agent: Fa. B. Meindersma, Haag FEUILLETON DE LOTGEVALLEN VAN EEN HOFDAME C. N. het Engelsch van A. M. WILLIAMSON 31) Bij de laatste gedachte, toen mijn verbeelding mij in den steek liet. ging een huivering door mijn leden. Ik zag mijzelf in haar plaats, en ik was bang, ja werkelijk bang. Ik moest weer terug denken aan de vermaning der Groot hertogin. om toch vooral den moed niet te verliezen, ccr ik weer tot mij zelf kwam. Moed' Om ons geluk te redden dat van Teddy en mij. Ik geloof, dat moed altijd komt als men dien roept. Dc mijne kwam weer terug cn ik kon weer denken en het een van het ander afleiden en mijn ge volgtrekkingen maken. Ik herinnerde mij dat de ..vloek" reeds lang geleden dc familie O'Mallcy moest helmen getroffen, daar het vele geslachten lang de gewoonte was ge weest. dat de mannelijke leden het ge- hcim op hun zes en twintigsten ver jaardag vernamen. Als er dus iets vree selijks te zien was. dan moet dat min stens honderd jaar hebben bestaan en kon het dus geen levend ding zijn. Van die gedachte kwam ik op een andere. Wie was de man, wiens plicht het was, het geheim van het eene lid der familie aan het andere over tc leveren? Als bij* •oorbeeld Lord Kilgard dc waarheid niet op een gewelddadige cn vrccsclijkc wijze had vernomen door den dood zij ner jonge vrouw, wie zou hef hem dan hebben verteld op den noodlottigcn zes cn twintigstcn verjaardag, aange zien de oude Lord Kilgard op zijn sterf bed lag in den nacht, waarin het treur» ipcl werd afgespeeld? Bestond cr mis schien ccn oud geschrift, dat ze moes ten iezen? Zoo niet, hoe was dan het geheim van geslaoht tot geslacht over geleverd, daar op den een of anderen tijd ccn erfgenaam van het huis dien •astgestelden leeftijd wel als wees zou hebben bereikt? Op die vraag kon ik geen antwoord •inden, hoezeer ik ook mijn best deed. cn ik vroeg mij af. of ccn oude. ver trouwde bediende misschien vroeger in het geheim was ingewijd en dit aan zijn zoons mocht mcdedcclen. zoodat bij gebreke van andere familieleden, er toch altijd iemand was, die het wij Reeds had ik een aantal bedienden gezien, maar niemand, dien ik mij kon voorstellen als een post van zulk een groot vertrouwen bcklccdcnd. Dqar was dc portier, cn ccn menigte gepoe derde lakéien. Dan was cr dc hofmees ter met een assistent. Verder een waar dige oude huishoudster cn vclo nette dienstmeisjes met roodc wangen. Maar zelfs de onberispelijke hofmeester' kwam mij niet gewichtig genoeg voor, om in hem den bezitter tc vermoeden van een geheim, dat hom door ge slachten van onberispelijke voorvade ren zou zijn medegedeeld. Doch er kon nog wel iemand zijn, dien ik nog niet had gezien en ik besloot mijn onder zoek daaromtrent tot later uit te stel len. Dat alles had eerst "gisteren plaats, ofschoon er weken schijnen te zijn voorbijgegaan, sedert wij op het Kas teel Kilgard kwamen. En overmorgen vroeg gaan de Hertog cn Hertogin van Connaught Kilgard weer verlaten. Ik moet natuurlijk met hen meegaan. Dat spreekt vanzelf. En dan tc denken, hoe weinig tijd mij maar overblijft! Alles wat ik heb kunnen doen. sedert ik tot die gevolgtrekkingen kwam. ik je nu vertellen. De hemel weet, dat het niet veel is. Voorzichtig en met veel tact (of schoon het haar toch wel zonderling cn ongepast moet zijn voorgekomen) heb ik het dienstmeisje ondervraagd, dat de aardige torenkamer in orde brengt, welke mij ten deel is gevallen: Ik heb haar als terloops gevraagd, of Lord Kilgard den meesten tijd op het kasteel doorbrengt en of het ooit wordt ver huurd in zijn afwezigheid. Het meisje scheen dat denkbeeld een heiligschen nis te vinden. Het kasteel Kilgard ver. huren! O, neen, zeker niet! Als Lord Kilgard afwezig was wat een jaar geleden was gebeurd dan moest Mr. Fitzbrian voor alles zorgen. Wie was Mr. Fitzbrian wenschte ik terstond te weten. r. Fitzbrian was nu, bij nader overweging dacht het meisje, dat ze hem wel rentmeester mocht noemen, ofschoon hij zeker meer dan een rent meester was, hoewel hij buitenshuis niets te doen had. Hij was een man van vertrouwen, en bestuurde gedeeltelijk Mylord's zaken, zooals hij ook voor den vroegcren lord had gedaan. „O",, zeidc ik, trachtend Onverschil lig tc spreken; Mr. Fitzbrian is dus oud?" „Niet bepaald oud, Mylady. Vijf en :crtig misschien." „Wel jong om de zaken te hebben bestuurd voor Mylord's vader, die al lang geleden is gestorven." „Ja. Mylady: maar hij is anders dan de anderen, want zijn vader had ook al een post van vertrouwen en zijn groot vader ook en zoo voort, wei meer dan een eeuw terug, zegt .men. Altijd be kleedden de Fitzbrians een post van vertrouwen voor de lords: cn zoo zal het ook wel gaan met Mr. Fitzbrians zoon. Geen van ons op het kasteel kan zich iets anders voorstellen." Ik had een voorgevoel, dat ik op 't punt was een ontdekking te doen, maar natuurlijk was dat éen dwaas gevoel. „Is er ccn Mrs. Fitzbrian?" vroeg ik, zonder cr mij over tc bekommeren, dat het meisje mijne vragen ongepast zou vinden wat ieder gcsohoolde bedien de moest doen. Natuurlijk moest zij antwoorden, hoezeer zij mijn nieuwsgierigheid ook mocht afkeuren. „Er was een Mrs, Fitzbrian tot voor eenige jaren, Mylady; zij stierf spoe dig na de geboorte van den zoon. Men zegt, dat geen enkele Mrs. Fitzbrian lang heeft geleefd, zoo ver de oudste mcnschen zich kunnen herinneren; vrouwen van vroegere Mr. Fitzbrians. bedoel ik." „Woont dat gezin op het kasteel?" vroeg ik. ..Mr. Fitzbrian wel. Zijn zoon is al van zijn zesde jaar af op een kost school, Mr. Fitzbrian bewoont den zoo- genaamden Schattoren." „Werden daar ooit schatten be waard?" „Dc legende zegt. dat er een groote schat onder 3en grond werd gevonden, langen tijd geleden. Maar ze is door zoovele geslachten der familie Fitz brian bewoond, dat hij misschiep later wel dc Fitzbiaansohctoren zal worden genoemd, vooral daar - de Fitz brians Hier bleef zij steken, maar ik drong haar voort tc gaan, en zonder twijfel durfde zij nu niet hetgeen ze wilde zeggen door iets anders vervangen. Zij stamelde, dat het verhaal ging het waren maar praatjes, welk© zij eigen lijk niet moest horhalen dat de Fitzbrians vermaagschapt waren aan de voorname familie O'Mallcy, en dat dit de reden was, waarom ze altijd posten van vertrouwen hadden bekleed in vroe gere dagen, toen dc voornamen anders dachten en handelden dan nu. Toen het meisje dit met weerzin en blozende mededeelde, besloot ik mijn ongepaste vragen verder uit te strek ken clan ik eerst had willen doen. Alles is geoorloofd in de liefde!" zcide ik tot mij zelf en missohien krijg ik later niet meer zulk een goede kans. Daarom vroeg ik stoutmoedig, of er onder de bedienden ook werd gepraat over een geheim in het kasteel. O, wat bloosde zij toen en wat keek ze boos. ik schaam de mij over mijzelf; maar was toch be reid verder te gaan. Zij kon het niet ontkennen, nu My lady de vraag deed, dat er wel over werd gepraat, maar alleen onder de jonge bedienden. Hun betrekking liep gevaar, als de huishoudster er iets van kwam te weten. Wat het gerucht was? Nu, Mylady moest weten, dar het liep over een geheime kamer, zoo goed ver borgen, dat niemand ze kon vinden, hoe goed hij ook zocht en daarin was iets afschuwelijks verborgen, dat <cdcr jon ge lieer van de naaste familie moest zien, als hij zes en twintig jaar oud was en daarna lachte hij nooit meer. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5