HAARLEM'S DAGBLAD OVER DE MINISTERCRISIS ZATERDAG 14 NOV. 1925 TWEEDE BLAD NOTABELE PAPIEREN De uitdrukking is niet van mij. maar vnn den heer Adolf Visscher, die twee honderd jaar geleden pensionaris van Haarlem was. „Notabele papieren" noemde hij de handvesten, privileges en andere archivalia der stad. en liet spreekt van zelf. dat ik met zijn quali. Jicatic van harte instem. Wel is ze niet nieuw, maar ze is nog altijd juist In deze waardccring der stedelijke {«pieren stond de pensionaris niet al« een. Integendeel, ook andere mannen die het weten konden, waren van dit gevoelen. Daarom is het te vreemder, dat de zorg voor de merkwaardige stuk» ken omgekeerd evenredig was aan de waarde, die men zcide er aan toe te kennen. Notabel althans was de behandeling niet. en ik zou krasser woorden gc< bruiken. indien ik de verwoesting aun< schouwd had, die de heer Visscher met de zijnen den 15den Juli 1727 gezien hebben. In gezelschap van den sccrctn» ris der stad, den lieer Mr. Dammas Gul» dewngen en den klerk ter secretarie, den heer-Brabandt, had hij een bezoek gebracht aan „de kamer aan de Groote Kerk hoven het kostershuis. alwaar de privilegiën, handvesten, boeken en an« dere notabele van deze stad worden bewaard". Wat men destijds onder ,,bc» waren" verstond, zult ge hooren. in» dien ge den pensionaris laat uitspreken. Deze stukken hadden de hccien aangc» troffen in „een groote confusie en ver» warring. leggende over dcselvc kamer verstrooid, zonder ccnige ordrc buiten de kisten, waarin bevorens schijnen be» waard te zijn geweest; en wijders op de vloer vertreden, bestoven, en velt door vochtigheid, stof en andere vuilig- hcid opgegeten en bcdurvcn". Alles droeg de duidelijkste sporen van ver» waarloozing. Slechts „vier laden met schuiven waarin ccnige papieren van belang schijnen opgesloten te zijn" hoopte men aanvankelijk nog te kun» nen redden. Bij nader onderzoek kwam intL-sschcn aan het licht, „dat dcselvc mede aan het bederf schenen geexpo» neerd te zijn". Hier was dus het een en ander op te ruimen. Een archiefwet, die 3an de ge» meentcbesturen de verplichting oplegt hun archieven behoorlijk te behandc» len, bestond nog niet. Toch meende de heer Visscher. mijns inziens zeer te» recht, burgemeesters met het geval in kennis te moeten stellen. De toestand was trouwens veel ernstiger dan de lc» /er zich op grond van het bovenstaan» de voorstelt. Immers niet alleen de no< tabclc papieren, ook de bewaarplaats was den ondergang nabij. Laat ik u een beschrijving geven van deze stedelijke archiefbewaarplaats uit den goeden ouden tijd, zooals de drie genoemde hecrcn haar zagen op dien in de ge» schiedcnis van den voor het Haarlem» .sche archiefwezen merkwaardigen Juli» do:|. ..De wulven van de kamer, waar» op in vele jaren niemand geweest is. zijn gescheurd, groote steencn daaruit gevallen, de vloer op vele plaatsen ge» zakt en gebroken; en bovendien de houten deuren, waarmede dezelve ka» mcr naar het Zuiden is gesloten in plaats van luiken of vensters, zoodanig gekrompen, dat niet meer kunnen wor» den gesloten; en zulks, vermits bene» den geen glazen daarvoor of achter zijn. dat die genocgraam open staan, de regen, wind en stof daardoor komen op de kamer; en dienvolgens, dat al hetgeen nog overig gebleven was, pcri» cul liep om, zonder nader voorziening, binnen korten tijd geheel te bederven". Ik heb u van deze beschrijving niets I. bespaard, zij het dan alleen de spelling waarin ze geschreven is. Die vermoeien de spelling zou uw aandacht misschien 5 an de hoofdzaak hebben afgeleid, van hetgeen ik wilde sccentueercn: deze be» waarplaats van notabele papieren was een bewaarplaats in de openlucht. En wel merkwaardig was, dat hier geen cycloon had gewoed, die in enkele oogcnblikken zijn vernielenden arbeid verricht, maar dat de tand des tijds, die knaagt, jaren lang ongestoord aan het werk was geweest. Het vertrek was „in vele jaren" niet betreden. Hoelang was dit geleden, ge» zien de omstandigheid, dat de Zuiden» wind er vrij spel had, de gewelfde zol» dering was gescheurd, de vloer ver» zakt. Zooiets komt toch niet uit de lucht vallen? Kwam er dan nooit iemand in deze schatkamer? Een archi» varis was er niet. Goed, maar de se» crctaris? En dan waren er toch nog kerkmeesters, en een koster? Onze te» genwoordige koster kent elk plekje, elk hoekje van het groote gebouw. Zijn kerk heeft voor hem geen geheimen, hij is met haar dagelijksch leven ver» trouwd, ze biedt hem geen verrassin» fen van zoo bcdenkeijlken aard. Wie den tegenwoordigen toestand der ka» thcdraal kent, en iets weet van de zorg. de liefde, de piëteit, waarmede kerk» voogden, niet alleen de kerk maar ook haar notabele papieren behandelen, verheugt zich, dat hij leeft in een tijd. die geen verwaarloozing van notabele goederen meer duldt. Intusschcn de papieren, die op het vervallen kamertje den ondergang nabij waren, behoorden niet aan de kerk maar aan de stad. Hier moesten dus burgcmcesteren ingrijpen en ze deden het. De vier doozen. waarin men dacht dat de voornaamste stukken zouden geborgen zijn niemand wist er het ware van werden „hij provisie" over» gebracht naar het stadhuis om een plaats te sinden in de dus genaamde sacristie, het kamertje aan den Zuid» westelijken hoek der groote zaal. Het toeval wilde, dat daar pas een nieuw kabinet was geplaatst met laden, waar» in nog ruimte was voor de verwaarloos» de archivalia. De rest, over den grond verspreid, zou verzameld worden, en „onder het opzicht van denzclvcn pen» sionaris en secretaris door een of meer klerken ter secretarie, worden afgc» vccgd, van het stof gezuiverd en in de kisten op de voorzegde kamer opgcslo» ten". Kisten zijn, naar mijn mcening, niet de doelmatigste bewaarplaatsen om archiefstukken in „op te sluiten"; op deze wijze loopen ze juist gevaar vergeten te worden. Maar ik ben al blij, dat ze niet langer op den grond bleven slingeren om door den Zuiden» wind bestreken te Worden. Bovendien kwam de magistraat het stedelijk ar» chicfdcpot in persoon in oogcnschouw nemen, „om alsdan nader te disponcc» ren. so als deselyc sal bevinden te be» horen". Er was dus al veel gewonnen, al was het alleen muur, dat de aandacht weer eens op de zaak gevestigd was gewor» den. Weer eens. Want het was de eer» stc maal niet. en het zou de laatste niet zijn. Dergelijke papieren, hoe notabel overigens, hebben het steeds hard te verantwoorden gehad. En de geschic» dems van het Haarlcmsche archicfwc» zen is een geschiedenis van' verrassin» gen. zooals ik het genoegen had u met een voorbeeld aan te tooncn. Maar ik ken er meer! H. E. KNAPPERT. Mr. Marchant over de houding der vrijzinnig-democraten De heer Colijn gaat met de Koningin confereeren Verschillende mededeelingen De medewerker van het Hbld.. die. zooals wij in' ons vorig nummer mede» deelden, een onderhoud had met een vooraanstaand politiek persoon schrijft nader in het nummer van dat blad van Vrijdagavond het volgende: Het is or.s thans duidelijk gebleken, dat de ministerpresident, de heer Co» lijn, zijn uiterste best wil doen het ka» binet te handhaven. Hij heeft daartoe gisteren en heden besprekingen gevoerd met verschillende leidende politieke personen. Zoo confereerde hij, naar wij vernemen, ook reeds ccnige malen met den leider der Katholieke fractie, mgr. Nolens. Voor hedennamiddag was we» derom een ministerraad bijeengeroepen. Of de oplossing van de quaestie in het.Ministerie gezocht zal worden in de richting, aangewezen door den voor» aanstaanden politiekcn persoon van wiens opmerkelijke zienswijze wij in ons Ochtendblad hebben melding ge» maakt, daaromtrent hebben wij nog geencrlci zekerheid kunnen krijgen. Van belang is het wel te vermelden, dat deze zienswijze (volgens welke de weigering van het ontslag der Katholic» kc ministers op grond van het ontbre» ken van een feitelijk conflict tusschcn deze ministers en de Kamer of tus» schcn hen en hun collega's mogelijk is) oorspronkelijk ten beste gegeven werd door een geestverwant staatsman, die langen tijd met den tegenwoordigen premier op politiek gebied heeft samen» gewerkt. Het is een echt protestantsche ziens» wijze. Van roomsche zijde wordt daar» tegenover aangevoerd dat formeel wel geen feitelijk conflict aanleiding voor het verzoek om ontslag der vier room» sche ministers is geweest, maar dat de» ze staan voor een veel ernstiger con» flict. waarin hun geweten hun hsndclin» gen bepaalt. ONGRONDWETTIG. Onder dit opschrift inmiddels in de Tel. ccnige opmerkingen van Prof. Mr. R. Kranenburg naar aanleiding van de mededeelingen van dien vooraanstaan» den politiekcn persoon. Hij had te ken» nen gegeven dat de heer Colijn aan de Koningin zal moeten adviseeren het verzoek om ontslag van de vier katho» ückc ministers niet in te willigen en dat voor deKoningin ook geen reden zal zijn dut ontslag wel te geven. Dit is naar de meening van Prof. Kranenburg in strijd met de ministerieclc verantwoor» (lelijkheid. Hij doet opmerken: - Het instituut van de ministcricelc verantwoordelijkheid brengt uiteraard mee, dat een minister, die het bewind onder bepaalde omstandigheden niet meer voor zijn verantwoording vermag te nemen, moet kunnen heengaan. Iemand te belasten met verantwoorde» lijkheid voor een bewind, dat hij zelf niet meer meent te kunnen verantwoor» den, is van alle recht en van allen zin ontbloot. De „vooraanstaande politieke persoon" betrekt dus de persoon van de Koningin in den staatkundigen strijd wanneer hij de Koningin wil doen beslissen, dat de omstandigheden, die de katholieke ministers er toe brachten ontheffing van de regccringsverantwoor dclijkhcid te vragen, dat besluit niet wenschclijk of noodzakelijk maakten. Als de beslissing van de Koningin ge» stcld wordt naar het besluit der mi» nisters, is het de beslissing der Koningin, die voorwerp wordt van de openbare staatkundige critiek. Wij mochten meenen, dat men niet meer met spitsvondige „expediënten" deze grondstellingen van ons staatsbc» stel zou trachten aan te tasten. Vinden de vier katholieke ministers per saldo de zaak niet belangrijk ge» noeg om van de regccringsverantwoor» dclijkhcid afstand te doen, dan moeten zij dat ruiterlijk voor hun eigen ver» antwoording nemen en dus hun verzoek om ontslag weer intrekken. „De heer Colijn". die aan de Koningin het be» denkelijk advies van de „vooraanstaan» de politieke persoonlijkheid" zou moe» ten overbrengen, kan hen van hun ver» antwoordelijkheid niet ontslaan en deze overnemen. Hebben de katholieke mi» nisters en do fractie»leider zich „ver» gist", dan moeten zij dat zelve erken» nen; vergissen is mcnschelijk en „het boetekleed ontsiert den man niet", leer» de dr. Kuyper al. Het is inconstitutioneel en onrid» derlijk, de verantwoordelijkheid op de Koningin te willen afschuiven. DE HOUDING DER VRIJZ^DEM. In de Telegraaf van Mr. Marchant een nadere toelichting van de houding der vrijzinnig»dcmocraten. Nadat daar» m door hem de verklaring van den heer Nolens is gememoreerd, die wij in ons vorig nummer textuccl uit de Handclin» gen overnamen, schrijft Mr. Marchant onder meer; De vrijzinnig»dcmocraten werden al» dus gesteld voor het alternatief; Wilt gij het gezantschap en daarmede de coalitie handhaven of wilt gij de coali» tic ontbonden zien. door het gezant» schap af te stemmen? Hier was de keuze niet twijfelachtig. Bij de handhaving van het gezant» schap is voor de vrijzinnig»democratcn geencrlci beginsel betrokken. Het gold slechts de vraag, of de luisterpost bij het Yatïcaan nog belangrijk genoeg was te achten om er ccnige duizenden gu'= dens voor uit te geven en of Nederland niet een minder gewcnscht figuur zou slaan in het internationaal verkeer, door een eenmaal blijvend ingcstelden post op te heffen. Voor een bevestigen» de beantwoording van die vragen zijn zeker gronden aan te voeren en er is nog een positie denkbaar, waarin die gronden voor hen den doorslag zouden moeten geven. Maar daarachter stond de heer No» lens me, het andere alternatief: het splijten, voorgoed, van de coalitie. Dit alternatief mocht voor de chris» tdijhhistorischen een afschrikkend dreigement zijn: voor de vrijzinnig»de» mocraten had het een onweerstaanbare bekoring. De coalitie, die ons als eenig mogelijke constructie „het beleid»Co» lijn" had bezorgd, zou zoo maar opeens splijten! Wat kon men. in het lnndsbc» lang. vuriger begeeren? Daarbij ver» zonk de hrteekenis van het amende» ment»Kcrstcn in het niet. Zoo verdween, om het gezantschap, de coalitie (positie der katholieken); zoo verdween, om den dood der coali» tic. het gezantschap (positie der vrij» zinnig»dcmocratcn). MINISTER COLIJN NAAR HET LOO. Volgens de N. R. C. zal minister Co» lijn. voorzitter van den ministerraad, heden, Zaterdag met de Koningin op -Het Loo confereeren. BINNENLAND INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Centi per regel HET DRAMA IN DE HALVE» MAANSTEEG TE AMSTERDAM- De Tel. meldt Naar wij vernemen hebben eenige particulieren, die belangstelling toon» den voor het werken der politie in de zaak betreffende den moordaanslag na» bij de Halvemaansteeg, geld bijeen ge» bracht, dat moet dienen om een m2g» netisclie dreg te doen vervaardigen. Hier zijn dus particulieren de overheid vóór geweest- Het bedrag is den com» missaris van het bureau Singel ter hand gesteld. De Duitsche vrouw Klopweg ontkent nog steeds- Het mes is nog niet gevonden. DE DIPLOMATIEKE BETREKKIN. GEN MET HET VATIC AAN. Naar aanleiding van wat het Hbld. schreef en wat wij in ons vorig nummer overnamen, merkt „De Tijd" op Dit bericht klopt niet met de werke» lijkheid. Over artikel 10 der Begrooting van Buitenlandschc Zaken (Hoofdstuk III) is door de Tweede Kamer nog niet gestemd. Voor geen enkelen gezant is dus tot dusver door haar eenigen post op de komende Begrooting toegestaan. Derhalve moeten krantenberichten over de verbreking der betrekkingen van den H. Stoel met de Nedcrlandsche Regee» ring of zelfs maar over het tcrugroe» pen van den Pausclijken Internuntius in Den Haag voorbarig worden ge» acht. STEENENVERVOER NAAR ENGELAND, Het is wel opmerkenswaardig, dat zich do laatste twee, drie jaar een ge» heel nieuw vervoer op Engeland heeft ontwikkeld, waarvan men vóór of tij» dens den oorlog niet hoorde, n-I- het vervoer van steen, gewone metselsteen, alleen van iets grooter formaat dan hier te lande gebruikelijk, vertelt „Schutte» vacr". Hoogstwaarschijnlijk is dit te danken aan den grooten achterstand in den huixenhouw tijdens den oorlog n Engeland, een achterstand, waarin de bïnncnlandschc productie van steen niet afdoende schijnt te kunnen voor zien. Millioenen bij mïlliocnen steen wor» den in hoofdzaak'naar Londen vervoerd van België (van de Schelde boven Ant» werpen, kanaal van Willebrock, Osten» de, Nicuwpoort, enz-) van Frankrijk (Calais, Duinkerken, enz-), en van Ne» dciland (fabrieken aan de groote riv, - ren). Naar verluidt, zal eerlang ook van uit Groningen do verzending be» ginnen. Eigenaardig is. dat dit geheelc trans» port in hoofdzaak door onder Neder» landscho vlag varende schepen wordt bewerkstelligd- Naast enkele kleine stoombooten en eenige vlotgaande zee» lichters wordt dit vervoer bediend door motorschepen en zeilschepen met hulp» motor, van 150 tot 200 ton D. W. Deize schepen lecnen zich bijzonder goed voor dit werk, omdat de steen grootendcels in Londen boven de vaste bruggen aan werven met hoogstens 7 1/2 voet diep» gang moet worden gelost, waarom groo» tere zeeschepen daarvoor niet in aan» merking komen. Ze varen dan ook ge» regeld heen en weer, de terugreis in ballast of een enkelen keer met lading. Naar het schijnt, is dit werk vrij goed Iooncnd, doch de sterke concurrentie neemt ook in dezen reeds den room van do melk. Momenteel varen reeds 25 van deze scheepjes geregeld met steen, terwijl nog enkele in aanbouw zijn. Wanneer men aanneemt, dat elk gemiddeld 30 reizen per jaar doet, dan maken deze schepen 750 reizen ge» rekend op pl.m. ISO ton, is 135000 ton per jaar- 1 Engelsche Cake naar Oetkcr's-Reccpt. gebakken net Dr'Oetker's bakpoeder eca voor direct gebruik gereed Gistpocdet. Backm vervangt de Gist. Mctaaackln rijst het deeg onder het bakken. 250 gr. boter /"0.70ofniargar. 0.30 250 gram suiker0.13 12 eieren0.72 500 gram tarwebloem0.16 1 pakje Dr. Octkcr's Backln 0.077a 150 gram krenten0.08 1 citroen 0.0S f Ui»/, Bereiding: Botcrensuikerrocrcmentotroom en voege-langzamerhand de eierdooiers bij. Dan rocre men het met Backin vermengde meel, de krenten, de geraspte citroenschil en ten laatste het zeer stijfgeklopte eiwit erdoor, waarna men de massa in een inge- vettcn, langwcrpigcn cakevorm stort, om ze bij middelmatige hitte lal J-J uur te bakken. Deze cake u bijzonder smakelijk, een zeer gewild gebak bil familie-feestelijkheden 'Men lette vooral op Backin van Dr. Oelker, en dat op elk pakje als Eenige Importeurs Ostermann 6. Co„ A'dam, vermeld zijn. Waar niet verkrijgbaar wende men zich direct tot deze Importeurs, die op aanvrage ook een gratis-receptenboekje toezenden. EEN CEHEIMZINNIGE AUTO Domlerslii.ond vonden de op dteu Ameretoorwchen Berg sur.-e:!loerende po- lesgenlen. (usschen hel struikgewas ver- i-oigen, een auto, Chevrolet M. 7142. Het water in liet reservoir was stijf bevro ren, do benzine-ank vrijwel leeg en do actl wees nog slechts drie Tolt. Nergens was een spoor van de eigenaars te ontdekken. De auto is m een gfcrsge opgeborgen, in afwachting of de eigenaar zal komen opda gen. Ocmi' «e ;jk is het niet dat men hier met diofstal heef; (e doem. PASVISUM VOOR DUITSCH* LAND- Het Nedcrlandsch consulaat=generaat te Hamburg heeft volgens het Hamb. Fiemdenbl, uit Den Haag bericht ont» vangen dat met ingang van 1 Januari a s- het wederzij'dsche pasvisum tus» schen Nederland en Duitschland zaj worden afgeschaft. Verkeersongevallen Door een trein gegrepen en gedood- Te Oudenbosch aan het station is Vrijdagmorgen een ernstig ongeluk ge» beurd. De heer J. F. van Beurden, amb» tenaar bij den Raad van Arbeid te Rot» terdam. is bij het oversteken van de spoorlijn van het eerste naar het twee» de perron door een binnenkomenden trein gegrepen en gedood- Geestelijke hulp was dadelijk aanwezig en het slachtoffer is nog het H- Oliesel toege» diend. l iet lijk werd overgebracht naar het R=K- Gasthuis te Oudenbosch. DE EERSTE SNEEUW GEVAL» LEN. In Twente heeft het in den nacht van Donderdag op Vrijdag flink gesneeuw d. Straten en elder. Varen daar met een halven decimeter be» dekt. Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE De gcmecntebcgrooting van de stad Klcidam zal worden behandeld, In de Raadszaal praten de leden nog met elkaar, de Secretaris laat den burge meester een stuk lezen, dat hoewel groot toch niet belangrijk behoeft te zijn. Op de publieke tribune zitten eenige belangstellenden: DE ERVA» RENE, een zestiger met een gezicht van ik»\vcet-cr>alles«van; DE PRUTTE LAAR, militair uiterlijk, een Indisch kleurtje en een lintje in het knoopsgat; DE JUFFROUW, nonchalant gekleed; die zit te lezen in het weekblad „de Suprematie der Vrouw"; DE DESKUN DIGE, een pas afgevloeide ambtenaar, met zijn zoontje van tien jaar; DE ON VERSCHILLIGE. die niet nader kan wordcr. aangeduid, omdat hij niets ken merkends aan zich heeft; twee SCHICHTIGE JONGELUI, die gcsolli» te s r cl hebben en benoemd hopen te wor» De Burgemeester (een hamer» s!op t.-.fcl gevend): Ik open de ver» deling: de notulen van drie vorige vergaderingen hebben ter inzage gele» gen. Bezwaren zijn er niet ingekomen. Wanneer geen* van de dames en hec» r n hef woord er over verlangt. dan ze goedgekeurd en gearresteerd- Jet woord is -tan den Secretaris voor In: hzen van de meekomen stukken. De Secretaris (opstaande): Mmro hmm.... zmmm.. dmmm.. (gs.it weer zitten). De Pruttelaar: Verstaat u er Wat van? De Ervarene: Niemendal. Kan het u wat schelen? De Prutt e 1 a a r: De secretaris heeft toch zeker geen tongblanr. Wanr» oimompelt hij dan zoo? De Ervarene: Ssst. Het doet er met toe. Bij de ingekomen stukken is toch nooit iets, dat de moeite waard is. De Burgemeester: Aan de orde is de gcmecntebcgrooting voor 1926. Ik open de beraadslagingen. Wie van de dames en heeren verlangt het woord voor algemeene beschouwin» gen. Vier vingers gaan de hoogte in. De burgemeester noteert). Het woord is ami meneer Weetal. De heer Weetal: Meneer de voorzitter, wanneer wij deze hegroo» tins hes;bouwendringt zich onweer staanbaar de gedachte aan ons op. dat de gemeente in ullertrcurigsten toestand verkeert en dat Burgemeester en Wet» houders alles doen om het proces van den ondergang te versnellen; De Ervarene: Net als verleden jaar. Maar ze leeft nog'. De heer Weetal (draait zich na» dat hij deze woorden heeft uitgegalmd trgen de tribune en de perstafel, om en richt zich verder naar de tafel van B. W.) De Pruttelaar: Die man spreekt met zijn rug. De Ervarene: Wees mnar hlii, dan hoef je immers niet te luis» teren. De schichtige jongelui: Kan iemand ook zeggen, wanneer de benoemingen komen? De Ervarene: Om een uur of zes, denk ik. Misschien van avond, 't Kan ook morgen wezen. De schichtige jongelui: En moeten wij daar zoolang op wach» ten? De Ervarene: Hcclemaal niet noodigl 0 kan blijven of guan. net als ii verkiest, U wordt toch wel benoemd, of niet natuurlijk. De schichtige jongelui: Dan zullen we maar liever blijven. De Burgemeester: Meneer Weet '1 uitgesproken? Dan is het woord aan meneer Denkmaar. De heer Denkmaar: Geachte vergadering.... De Burgemeester: Wil u zich tot den voorzitter wenden? De heer Denkmaar: Bij de vergadering behoort ook de voorzitter, ma.tr als ik u daar nu een genoegen mee kan doenMeneer de voorzitter dan. Ofschoon ik het niet altijd met den vorigen spreker eens ben. wcnsch ik in dit geval te zeggen, dat de gestie van het dagelijksch bestuur het best kan worden gekenmerkt door deze twee woorden: niets en nimmer. De Pruttelaar (tevreden): Die durft het nog eens zeggen. Vlak voor mijn huis is een gat in de straat ik heb al tweemaal getelefoneerd naar het Stadhuis, maar er is nog niemand gekomen. Waar betaal ik dan belasting voor? De Deskundige: z\an wie heeft u getelefoneerd? De Pruttelaar: Aan den por» tier van het Stadhuis natuurlijk. De Deskundige (met een lachje) Met uw welnemen hcclemaal niet na» tuurlijk. Afdceling bestrating Publieke Werken No. 20777 's morgens tusschen 9 en 10 uur. De Juffrouw: Wat is de acoustick hier slecht. Je kunt niemendal ver» staan. Als tie vrouwen in den Rond maar tulrijk genoeg waren, zou er ze» kcr een nieuwe Raadszaal gebouwd worden. (Tot den onverschillige) Wat denkt u daarvan? De onverschillige (opschrikkend) Ik? Ik weet ei ntcts an. Het kan mij ook niet schelen. De Juffrouw: Waarom komt u hier dan? De onverschillige Waarom? Ik kom hier ieder jaar De Burgemeester. Het woord is aan meneer Devriendt. De heer Devriendt: Mc» neer de voorzitter, ik wil van de gele» gcnhcid gebruik maken om eenige alge» mecno wcnschcn naar voren te brengen, die ik reeds het vorige jaar heb uit» gesproken, maar destijds^ niet in ver» vulling konden komen. Vooraf wil ik nrotestccrcn tegen de mcening van de lieercn Weetal en Denkmaar over het dagelijksch bestuur. Ik ben er juist van overtuigd, dat B. en W. met ge» matigde energie de gemeente op de bes» te wijze besturen. De Pruttelaar (schamper lachend): Gematigde energie. Zeg lie» ver eens flink waar het op staat, Stroopsmeerder. De Ervarene: Alle leden van den Raad hebben zoo van die vaste uitdrukkingen. Deze spreker heeft het al twee en twintig jaar over de ge» matigde energie. De juffrouw: Dat komt door de verduffing. De mannen hebben alles "n de maatschappij duf gemaakt, de rouw zal een frisschen wind in de vergaderzalen laten waaien. De Ervarene: Wind? Ja. wind genoeg, blaaskakerij. De juffrouw: Ik vind u ik vind uverschrikkelijk onbeleefd. De Ervarene: U noemt ons duf. ik noem u blaaskaak: we zjjn quitte. De juffrouw (vernietigend): En dat is dan de hoffelijkheid van den man uit de 20ste eeuw! De Et v aren e: Hoffelijk? Hee» lcmaal niet noodig. De deskundige: Ssst. De burgemeester kijkt hierheen, als we niet oppassen, wordt de tribune aan» stonds tot de orde geroepen. De juffrouw: Tot de orde! liet kind (trekt zijn vader aan de mouw): Pa. pa. gaan we weg? het is hier zoo vervelend. De Pruttelaar: Die jongen heeft een scherpen blik. De Burgemeester: Het woord is aan meneer Ratelman, De heer Ratelman (snel iprckcndc). Meneer de voorzitter, het s rrr.... prrrwrrrgrgrgr... De Pruttelaar: Dat is geen spreker, dat is een sneltrein. De Ervarene: Die man heeft zoo'n haast dat ie voor "t gemak de begrooting voor 1927 en 1928 er bij neemt. Als het aan hem lag, waren we vanmiddag na de koffie met het heelc. werk klaar. De schichtige jongelui: Waarom duurt het zoo lang? De Ervarene: Ómdat het anders zou lijken of het geen moeite kostte. Ieder jaar duurt het langer: toen ik den eersten keer kwam. was het in twee dagen afgeloopcn; nu duurt het wel veertien dagen. De Deskundige: Maar er is ook veel meer aan te doen.Ja jongen, fe gaan dadelijk, 't Is nog geen tijd oor de koffie. De Burgemeester: Het roord is aan meneer Stemman. De lieer Stemman (met een piepgeluid): Meneer de voorzitter, ofschoon Ik niets liever zou doen, dan het College van B. en W. steunen, moet ik tot mijn leedwezen de algemeene lijn van het bestuur afkeuren. Do Pruttelaar: Is dat een reuzekannrie? De Ervarene: Hij is bijzon» der goed in de commissies. De juffrouw: Ik zie geen enkele vrouw, die het woord vraagt. Do Ervarene: Dat zul je ook niet hooren, juffrouw. De algemeene beschouwingen laten de vrouwen altijd aan de mannen over. De juffrouw: Schande! De Ervarene: Och. zoo kwa» lijk moet u dat de vrouwen nu ook weer niet nemen. De juffrouw: De vrouwen kwa» lijk nemen? De mannen! Die hebben de vrouwen zooveel jaar stelselmatig onderdrukt, dat zij den moed niet meer hebben om in het openbaar te zeggen wat zij denken. De Pruttelaar: Nou, die moed schikt nog al. De bode (tot de tribune): Stilte, asjeblief, de burgemeester wil dat ge» praat op de tribune niet hebben. D e I' r u 11 e 1 a a r: Zeg dan maar te» gen den burgemeester De deskundige (hem verschrikt in de rede vallende): Wcest u voorzich tig! De burgemeester. De schichtige jongelui: He, 't ruikt hier naar koffie. De Ervarene: 's Morgens een kopje koffie met een stukje koek. 's Middags thee, 's avonds weer thee, met koek. De onverschillige (uit den dommel opschrikkend): Koffie? Niet voor ons. Waarom krijgen wij ook niet een kop koffie? De juffrouw: Ze konden ten min» ste voor de vrouwen de beleefdheid wel hebben. De Ervarene: Noppes. De vrouw concurreert al zooveel met ons, dat we geen beleefdheid meer behoeven te hebben. De juffrouw: Meneer, ik vind u grof. De Ervarene: Juffrouw, ik vind u dom. Het jongentje (zijn vader aan de mouw trekkende): Pa. ik wou hier vandaan. Ik verveel me zoo. De deskundige: Wees niet zoo lastig. Als je zoo zanikt, mag je nooit meer met pa uit. De Pruttelaar: Daar zou het kind niet veel bij verliezen. De deskundige: Meneer, waar» om is u dan zelf hier? De Pruttelaar (met nadruk): Omdat ik eens met eigen oogen zien en met eigen ooren hooren wil hoe het geld van den Kleidamschen belasting» betaler hier versmeten wordt. De deskundige: Versmeten, me» neer? Weet u wel, dat u spreekt tot een ambtenaar, tot een gepensionneerden ambtenaar, ik bedoel tot een afgcvloet» den ambtenaar? De Pruttelaar: Vloeit u maar verder, meneer. Uit deze zaal, als u wilt. De deskundige: Meneer, u is onbeschoft Ik ken de zaken, u weet er niets van- De juffrouw: Alleen de zacht» heid van de vrouw kan de ware be» schaving in de wereld brengen. De Bode: Als dat hier niet rusti» ger kan, zal de tribune ontruimd wor» den. De Pruttelaar: Jij hebt hier niets te vertellen. De Bode: U asjeblieft! De Pruttelaar: Neen, ik ook niet- Anders zou je wat beleven. De Bode: U wat beleven. De Pruttelaar: Ik wat bele» ven? Ik doe niets anders dan beleven- Ik beleef jou toch! De Bode: Beleef u toch. zeg ik u. De Pruttelaar: De man zwetst- Ga naar je huis, vriend. De Bode: Uw huis! De Burgemeester: Bode, zorg er toch voor, dat het stil is op de tri» bune. Do Pruttelaar: Daar heb je het al, nu word je tot de orde geroc» pen- De Bode (zacht, maar met verwoc» den nadruk) U tot de orde geroepen! De Pruttelaar: Man, je bent niet wijs De Ervarene: Hij wil, dat u u tegen hem zul zeggen- De Pruttelaar: O. is het dat? Ik wil ook wel UEdclc zeggen- Het jongetje: Pa, ik wil weg, ik moet. Do deskundige; Jongen, ben je niet wijs? Hier in de Raadszaal? Ga mee, gauw. (Samen af) De Burgemeester: De zitting wordt geschorst tot (de rest is in het gestommel van opstaande Raadsleden niet verstaanbaar). De Ervarene: Ik weet het wel: tot half twee. Dat is al twintig jaar zoo (tot den onverschillige): Hoort u het? Half twee. De onverschillige: Mij kan het niet schelen. De juffrouw (een pakje open» makende): Ik eet mijn boterhammetjes hier wel op De Bode (nader komende) De tribune moet worden ontruimd. De juffrouw: Waarom? Ik zal de Raadszaal niet stelen. De Bode: De vergadering is ge» schorst, het publiek wordt mee ge» schorst. Allo, juffrouw, gaat u weg, of ik roep den agent van politie- De Pruttelaar: Die is zelf al weg- De juffrouw (heengaande) Het wordt meer dan tijd. dat de vrouwen de leiding nemen. Ik lees hier in het weekblad „de sup.cmatic der vrouw.." (Het overige is gemompel achter de deur) De Ervarene: Ik heb al van alles hier beleefd, Millioenen en millioenen zijn er hier in de Raadszaal voorbij mijn oogen gegaan. Maar die juffrouw is een nieuwigheid. De Pruttelaar: Straks kom ik terug- Half twee Ik wil hooren. hoe er met ons kostelijke geld gesmeten wordt- Dc Ervarene: Daar zul je nog geen plezier van beleven. Straks be» ginnen do replieken. Ik ken dat, ik heb het al zoo vaak gehoord- De Pruttelaar: Replieken? De E r v a r e n e Ja, hetzelfde van van. morgen nog eens dunnetjes over. Hetzelfde in andere woorden- De Bode: Als ik u verzoeken mag.... De Pruttelaar: Heb je ook honger? De Bode: U ook honger. De Pruttelaar: Kerel, begin je alweer? De Ervarene (trekt hem mee) Twintig janr heb ik het hier meege» mankt. Millioenen en millioenen. Maar zoo n koppige bode en zoo'n lastige pruttelaar zijn hier nog nooit geweest. De Onvers c.h 11 i ge: Mij kan het niet schelen. De schichtige jongelui: \v ij komen terug voor de benoemingen. (De Bode smijt de deur achter het gezelschap met een smak dicht.) FIDELIO,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1925 | | pagina 5