HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 9 JAN. 1925
DERDE BLAD
vervolg Stadsnieuws
Montessori-opvoeding
11et laatst verschenen nummer van
tht tijdschrift gewijd aan kinderstudie
is voo: propaganda door geheel Ne»
dcrland verspreid.
in dit nummer komen verschillende
lezenswaardige artikelen voor, o a.
over„Het hantccrcn van het mate»
riaal, aanpassing en rythmc der bewc«
gingen", ..Is de Montessorl<mcthode
ovc. wegend didaktiseh?", „En loutcn
verbeteren?" en „Tentoonstelling van
het kinderprentenboek"-
Aan het artikel „En fouten vcrbctc»
ren" ontlecncn wij
Het zal een Montessorilcidstcr zei»
den gebeuren dut zij een gesprek heelt
met iemand die om een of andere rc«
den nader piet de methode wenscht
kennis te maken, en er niet aan het
eind een vraag komt over het fouten
verbeteren of juist niet verbeteren,
want dit laatste denkt „men" dat op
onze scholen gebeurt.
Het behoort voor een buitenstaander
tot de merkwaardige raadsels van de
Montessoribewcglng wat zijn dat voor
scholen, waar de kinderen alles mo
gen doen en waar de juffrouw nooit
iets verbetert!?
„I,aat u ze nu heusch maar alles
jdoen?"
„Neen, mevrouw, dat nu juist sief,
en dan wordt uitgelegd wclko beper
kingen het leven zelf aan dat „alles"
Oplc®,
„O ja, maar als ze nu zoo In inun
>vcrk fouten maken, die laat u toch
ttaaii, nietwaar: daar zegt u toch im
mers niets van? Tenminste ik heb dat
altijd zoo gehoord over de Montessori
school, ziet u." (Menigmaal heb ik reeds
hierop geantwoord, dat we wei verbe.
leren, maar op een indirecte «nanicr;
doch als er dan niet meteen een duide»
lijk wotfcecld is dat me voor oogen
komt staan en dat ik zóó kan geven,
dan zie ik wel aan het even fronsen
.van de spreekster of aan haar toch
"nog vragend blijvenden blik, dat mijn
woorden haar niet op bekend terrein
voerden- Deze dingen zijn ook inder
daad zeer moeilijk aan buitenstaanders
te zeggen. Is mijn antwoord: „Neen,
verbeteren, dat doen wij niet", dan k3n
iemand dio een paar uur in mijn klas
doorbrengt mij er verschillende malen
op betrappen dat ik wel verbeter. En
is mijn 'antwoord daarentegen: ,Ja.
verbeteren, dat doen wij heusch ook!",
dan zal men mij evenveel schriftcblaadi
jes van leerlingen kunnen voorhouden,
waarop de fouten regelrecht en onge-
corrigecrd in het oog springen. En als
ik daaraan denk, hegrijp ik zoo goed
de schouderophalende beweging, vooral
san vakmenschen. als zij d3n r.'.ct an
ders te hooren krijgen, dan dat ons
s c beteren op een indirecte manier
geschiedt. Jk geloof zelfs, dat dit meer
dan eens voor identiek gehouden wordt
met „dus niet verbeteren".
Nu zal ik eens een geval vertellen,
'dat de leidster de verbetering zocht
langs den indirecten weg. 't Was in de
laagste afdccling van de lagere scnool,
bet eerste geval
Kr stond een keurig, van al het noo»
digc voorzien waschtafcltje in den huis-
houdclijken hoek. Naar haar beste we
ten en kunnen had de leidster lesjes
gegeven over de verzorging van de
handjes en geen van de onderdeden
was vergeten op zijn tijd was alles
vat tot die waschtafel behoorde on
der de aandacht der kinderen gebracht.
Weken was er niets bijzonders ge
beurd, tot do juffrouw op zekeren dag
langs het waschtafeltjc gaand, be
merkte dat het lampetkannetje véél te
vol was, zoodat er onmogelijk zonder
morsen uit geschonken kon worden.
Na een paar dagen zag ze het weer
en toen hield ze er geregeld het oog
op. maar al had ze vermoedens, ze ont
dekte niet een bepaald kind dat het
stellig gedaan moest hebben. Ze vroeg
er niemand ook naar. Doch ongeveer
na een weck opletten, dacht ze „Och,
ik behoef toch ook niet te weten wie
het doet of doen; ik zie immers wer
dat er kinderen moeten zijn, die niet
een kan kunnen vullen, anders zou het
zoo slecht gebeuren Vroeger had
wel daarover ook lesjes gegeven
verteld dat een tuit aan een k.in
zat om er mee te schenken, dat dus de
loeistof bij een gevulde kan nooit tot
i n die tuit mocht staan- Maar de toe
passing daarvan waren do kinderen
blijkbaar niet meester Zonder nu over
schenken of tuiten of kannen te sprc.
ken, zette ze op een tafeltje met was.
doek er op. vijf of zes verschillende
kannetjes kh*r haalde een kitje vol
water, zette dat met een dwciltjc er
bij onder het tafeltje en wachtte. Tot
er een dreumes kwam zeggen „daar
kun je schenken! Mag dat?" En aan
het werk toog. Er kwamen veel criti.
sehe oogjes omheen. Gelukkig bracht
hij het er keurig zonder morsen af. De
liefhebberij voor het schenken was zóó
groot, dat er afspraken voor een
..bcaJrt" gemaakt moesten worden en
het tafeltje den hcplen dag door be
zet was. Dat duurde een dag of drie,
vier; toen was het uit. Niemand keek
meer naar de kannetjes om en do leid.
ster nam de tijdelijke schenkinrichting
weer weg
En het lampctkannctjc intusschen?
Dat was gedurende die dagen goed en
netjes gevuld. Hoe vaak do leidster
ook oplette, steeds was het in orde.
De fout was verbeterd!
Ruim vier weken na die schcnkda-
gen schreef zij in haar santcckcningcn
„Vandaag kwain Piet bij me en zei
Juf. wc moeten weer eens zoo'n schenk-
tafeltje maken, weet u nog wel, zooals
toen? Want ik zie aan do waschtafel
dat er iemand nog niet goed schenken
kan; de kan is heusch to vol! Zal ik
maar een tafeltje met kannetjes klaar
zetten, juf?
Ja, Piet, doe dat. jongen.-
Wat heb je de wijsheid en de mild
heid van den indirecten weg tot verbe
tering goed begrepen!
MUZIEK
GEMEENTELIJK ORGELCONCERT
Voor componisten is het toch maar
het beste om dood te zijn. Niet alleen
loopen wc dan de kans hun werken
uitgevoerd te krijgen doch bovendien
verkceren wc in zalige onwetendheid
omtrent de werken die wij nu juist
liever niet hoorden uitgevoerd. Ieder
kunstenaar begaat wel eens een jeugd
zonde en om daaraan op Interen leef
tijd herinnerd te worden is natuurlijk
minder aangenaam. Waren Franck en
Debussy gisterenavond in de zaal ge
weest ze zouden gebloosd hcbbc-n en
ook wij zouden hebben gestameld:
„Peccavi, ik heb gezondigd; Franck
door het schrijven van een Allegro
voor orgel c:i Debussy door een „Récit
en „Air d'Azacl" uit L'Enfant prodi-
que".
Dit. plus een Cantabilé voor orgel
en een fragment uit de 4e Beatitude
van Franck, was nu het „moderne" deel
van het programma. En Pietcr van
Geldcr's moderne omslag om dat pro
gramma, had me nog al zooveel hoop
gegeven. Wc moesten echter in gedach
ten (en gevoelens) terug naar de 17e
eeuw door een Fuga voor orgel van'
Buxfcehudc, om langzamerhand, via J. A.
Hnssc, Mendelssohn, en R. Franz meer
de 20ste, of liever gezegd in de 19c
jw terug te komen, door twee liedc»
van Richard Strauss. Eenmaal hier
bij aangeland wcnschte ik me maar
weer een paar eeuwen terug. In die
tijden kende men tenminste nog niet
de valsche en gezwollen sentimenten
van een Straus.*/ „Ach. Licb. ich muss
nun scheiden" en „Breit iibcr mei»
Ilmipt" wemelen van niet gevoelde,
doch op het effect berekende noten
(ook hooge, natuurlijk). Als men den
tekst met de compositie vergelijkt,
komt men tot de conclusie: hij meent
er niets van. R. Franz kan het in ieder
geval niet helpen dat hij wat vroeger
geboren :s cu dat daardoor zijn „Gute
Nacht" wat sentimentcel aandoet.
Annie van Beek-Ristjouw, sopraan
as mij het sympathiekste in de Mis»
frugmenten „Domino Deus" en Bene-
dictus van JTassc. Ilicrin toonde zij
een zang-technisch meesterschap en een
behoorlijke muzikaliteit, welke laatste
eigenschap zeldzaam schijnt in een tijd
waarin de bepaling: onmuzikaal bij het
woord zangeres, bijna een pleonasme
ls. De moeilijkheid van het cgalisccren
der z.g. registers heeft 2C schitterend
overwonnen, doch naast zeer mooie
altklcurigc borsttoncn, zijn er in de
hoogcre regionen eenigc die wat scherp
aandoen. De chromatische stijging (e.
cis. fis) op „Schwing auf dich zum
Hlmmelbogcn" uit „Gute Nacht" deed
daardoor, mede door het sleepen der
tonen wat onaangenaam aan. Het is
jammer dat zij met het „Breit über
mcin Haupt" vanwege het succes meen
de te moeten besluiten.
Ook de heer Paesi die na de pauze
met bovengenoemd werk van Debussy
en de 4c Beatitude van Franck optrad
deed zich kennen als een zanger, die
vcet wat hij zingt. Zoo werd de Aria
,0 temps ii jamais efface" in de ver-
cischtc melancholische stemming ge
houden, alleen had ik mij de reprise
de „amere folie" treuriger, moe»
dcloozcr gedacht.
Het fragment uit de 4de Beatitude
werd ontsierd door de onzeker gezon
gen passage „Sent en lui mille instincts
rebelles", wat te wijten was wel
licht aan de zwak dominccrpndc bege
leiding.
De begeleiding van den heer George
Robert was in alle liederen bescheiden
en volgzaam, met uitzondering dan
van het Bcatitudcfragmcnt. Als solist
had hij het zich wel wat erg makkelijk
gemaakt, een fuga van Buxtehudc,
waarvan de „expositie" weifelend en
niet vlekkeloos klonk, Choralvariatics
uit Mendelssohn's 6e Sonate, en het
simpele Cantabile van Franck. Men
delssohn's Sonate werd met mooie re»
gistrcering voorgedragen; alleen in het
Allegro-gedeelte klonken de zestienden
onduidelijk en te gejaagd. Waarom
speelde hij niet tot slot één van Francks
„Choralen", b.v. het 3de. inplaats van
die „péclié de jeunessc". Op zoo'n ma
nier worden er bij de mcnschen geheel
verkeerde mccningcn omtrent Franck
gevormd.
HENK DIEBEN.
1 mevrouw M. F. Boes—Smith en 2<
mevrouw E. van DamCohen.
B, en W. bieden ter vaststelling
aan de'balans met wins t en verliesreke
ning van het complex van 184 eensgc»
/inswoningen van du Haarlems che
stiehtig voor woningverbetering.
B. en W. bieden ter goedkeuring
aan de balans met winst- en verliesreke
ning van do woningbouwvereniging
Roschaghc aangaande 139 arbeiderswo
ningen.
Zij declcn mede. dat zij over het te
kort van 5.891.15, voornamelijk ont
slaan door rente verschuldigd wegens
te late betaling der annuïteiten zich met
de Rcgccring in verbinding zullen stel
len,
RAADSSTUKKEN.
Voor lid der commissie van toezicht
op het Frans Hals museum worden aan
bevolen de hccrcn T. B. Roorda en
Vincent Loosjes.
Voor leden 'der commissie van
plaatselijk toezicht op het lager onder
wijs zijn de volgende dubbeltallen opgc-
maakt. Vacature W. Kraak: 1 C. L. de
Liefde en 2 mevrouw C. Reus—Goud-
smit.
Vacature Kalbflcisch: 1 Mr. A". R.
Baas en 2 Mr. Dr. F. S. WIttevecn.
Vacature Ls. van der Have: 1 Ls
van der Have en 2 E. II. Dik.
Vacature W. J. Speller: 1 W. J. Spel
ler en 2 J. Kloosterman.
Sportpraatje
HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG
H. F. 0.—Stormvogols
Hoewel II. F. O. in do laatste, weken F
lijk naar hel midden vaal do ranglijst af
gezakt kunnen wij morgenmiddag
de Spanjoaidslaco toch oen belangrijken
edstrijd t'.i'-ol en H. F. C. en £:or
gels verwachten.
Een geschiedenis hebben de antroo^in-
gen tusectien deze twee clute nog «iet.
I)e eerste wedstrijd tisfochen hen luid
plaats in liet seizoen 1920--'21. toen bolitr
ri do Overg&ngaklnese unkwajnon. Dt
Stormvogels probeerden daarvan, kampioen
te worden en H, F. C. was het seizoen,
daaraan voorafgaande, naar deze margit-
"-afdoeline gedegradeerd. D© club-
hadden toen nog een zwaar programma af
t© wericen, w*n: z© inoer.cn niet minder
dan tweoen-twintig vred-s'.rijden spelen. De
Dmutdenaren eir-d.g-ien op d© vijfde
'.nits en H. F. C. op deiwaalfd©!
Da bode ontmoetingen hadden rei
lijk epel teagwOlg©, namelijk 3S ran de
do Spanjnardêlaan en 1—L te Usnuidon.
resultaten over dat seizoen ware
Doordat H. F. C. fo»n naar de tweefe
klasse degradeerde, hebben beide clubs
in he-, »e 1921—'22 r '--s tegen elkaar
gespeeld. H. I". C. wcr-1 kampioen
do tweodo kla-s© A, du© ontmoette
Stormvogel© weer in hot seizoen 1922-
in do Overgangsklasse. Man do Spanjimrds-
laan won ir. F. C. mot niet minde»* dan
6—3 en in IJnraiden was het resultaat
weer «en 1—1 gelijk spel. No. 1 en No.
2 van de»© afdeeling zouden naar de
ei© klasse promoveeron en het toeval wil
de, dat dit H.F.C. en Stormvogels waren
niet de volgend© mooi© cijfers:
n.F.o.
Stormvogels
l
In hel eolzöen 1925—'24 werden uit do
eerst* klasse en do Overgangscom poli lie
twee core'.o klasse afdeolinigen geformeerd
H.F.C. speelde in a Meeting I c-n Storm
vogels in afdeeling If. Do laatst© werd
kampioen van haar afdeel mg en H.k
eindigde op do vijfde plaats. Hoewel
dus niet tezen elkaar uitkwamen, tuilen
we hier da cijfers van cii so noen
laten volgen;
Or/k i-n hel seizoen 1924—'25 ontmoetten
z© elkaar n et. want wederom epeeldo ]T.
F- C. ui afdeoling I en Stormvogels in af-
deelir.g II. If. F. C. eindigde op do ze
vend© plaats in Stormvogels -.p da tweede.
De cijfer© luidden aldus:
revanche te nemen'. Of liaar d!t lukken
1? Volgens den tegenwoordigen stond
un het ranglijslje zou men aan do IXmu!
denaren de moeste kane geven. Men. oor
deel© elcehls:
ormvogels 11 8 2 1 13 27—11
F. C. 11 4 3 4 11 21-21
Do cijfers vin Llmuiden zijn dus veel
looier, dan die van de Spanjaardslaan.
Zoo zoetje©Mn hebben deze or.tmoetiirgen
als het war© een plaatselijk karakter ge
kregen. Daarom handhaven we ons stand-
punt. om van dergelijk© wedstrijden geen
uitslag le voorspellen- Als het weer niet
t© wenscheen overlaat, kunnen w© hier in
ieder gov al son epsamenden wedstrijd ver
wachten.
R. C. H.—V. 0. C.
Ditzelfde kan ook gezegd worden van
den wedstrijd R. C. H.—V. O C die mor
aan den Middenweg gespeeld wordt.
O. C. heeft namelijk r.og een he--!
goede kans op het kampioenschap en R.
C. II., dio pa© negen wedstrijden ge
speeld heeft, ken óók nog voor verrassin
gen borgen.
Dez© twee clubs hebben ook nog me!
lane tegen elkaar gespeeld. Dat begon pa
in het seizoen 1921—'22, toen R. C. H.
voor he'. ©ere; in de eerste klas?© speelde.
Beide ontmoetingen werden door R. C. H
gewonnen, namelijk aan den Middenweg
2—1 en aan den Schieweg ie Itoilep
dam met 3—2.
In den eindstand «vn hef ranglijslje
am (nochtans V. O. C. d© vijfde en R
IT. de tiende plaats in. Do cijfer® w
als volgt
V. O. 0.
R. C. H.
Niet vee! verschil derhalve.
In het seizoen 1922— 23 werd, zooals onze
.gzers weien, R- C. H. kampioen. V. O. C.
bezeil© do zesde p'.aa'ts. Toch leverdon de
beide ontmoetingen dit seizoen san
V. O. C. moer succes op, dan aan R. C.
H. Aan den Middenweg word namelijk
2—2 gelijk gespeeld en in Rotterdam w
V. O. 0. met 3—1. De eindcijfers zagen
als volgt uit:
22 9 11 2 29 38-
V. 0. C. 22 9 4 3 22 41—35
De resultaten van R. C. TT. waren in he*,
seizoen 1925,"24 veel slechter dan in he:
kampioensjaar daarvóór. De blauwzwarter,
bezetten de ach te© plaats en V. O. O.,
de vierde, Beide wedstrijden werden dit
-eizoen met 2—1 door V. O. C. gewonnen.
Dit kondon dus normal© uitslagen ge
noemd worden. De eindstand
zoen luidde als volgt;
Een jonge echtgenoot die van oordeel
was dat zijn vrouw te veel geld uitgaf,
schonk haar een keurig huishoudboekje
en verzocht haar, daarin haar ontvang»
sten en uitgaven op te teekenc-n. ^Van»
neer zij dan weer geld noodig had,
moest zij hem waarschuwen en eerst
hem het boekje laten zien.
Een paar dagen later kwam zij reeds
bij haar man en liet hem het boekje
zien. In het begin stond onder ..Ont»
vangsten": „Ontvangen van Wim 3 00'"
en onder „Uitgaven": „Alles uitgegc»
ven",
Een vader had met zijn 'dochter een
operette bezocht en zich bijzonder
slecht geamuseerd.
..Ik kan mij de wijs van dat nieuwe
liedje maar niet meer herinneren!" zei
de dochter, onder het naar huis gaan.
„Dat maakt het gemakkelijk", brom»
de haar vader, „dan heb je nu alleen'
nog maar de woorden-te vergeten!"
Haarlem en E. D. O. bobben een uitwed
strijd. Eerstgenoemde gaas naar Ajax, cm
daar hoogstwaarschijnlijk to verliezen, al
zullen de roodbroeken hun huid zoo duur
mogelijk vetkoopen, en E. D. O. mooi naar
Leiden, waar zo aan A. S. C. twee punlen
-ontfutselt, evenals zo op I November aan
Vacature mevrouw M. F. BoesSmith met 2—1 won. H. F. C. zal dus probeeren do Kleverlaan gedaan heeft.
In het huidige seizoen zijn de krachten
legen elJtonr reeds gemeten; dat was op 1
November in IJmuidon, toon Stormvogels
Het doclgemlddeld© verschild© slechts
heel weinig.
In hei seizoen 1924 "25 nam R. C. H. drie
van da vier t© behalen punten voor baar
rekening. Aan den Middenweg won R. C.
H. met 4—1 en in Rotterdam werd «en
33 gelijk spel bevochten. R. 0. H. be
zette in den eindstand de vierde e
O. C. de laateto plaat©.
Do volgend© resultaten waren verkre
gen:
R. C. H. 18 10 2 6 22 40-34
V. O. C. 18 2 2 14 6 2
In dit seizoen heeft V. O. C. te Rotter
dam op 1 November mei 3—2 geworr.cn.
We zouden dus zoo zeggen, dat het nu de-
beurt van R. C. H. :e, om op do twee
kostbard punten beslag le leggen. Als ze
die op het thans 6terke V. O. C. kan ver-
bveren. zal hot des to mooier wezen. .We
houden hel op een overwinning voor de
thuisclub, ook al is da samenstelling van
do voorhoed© zia elders in dit nummer
geheel veranderd.
ONZE LACHHOEK
Stoomvaartberichten
Br,
Nieuw Amsterdam, New»Yoric naai1
Rotterdam, 8/1 6 uur 45 v.tn. van ïïy»
mouth.
Volcndam, Rotterdam paar New»
York, pass. 8/1 v.m- 124 uur Cape
Alhenn, 7/1 n-m- to (Antwerpen van-
Hamburg.
Breda 61 van Callao naar Cristo*
bal.
Amsterdam 8/1 te Rotterdam van
Valparaiso.
Bat jan SI te Bremen Sydney.
Boeroc p. 8.1 Perim, Beira. naat
Rotterdam.
Delft 6>'l van Curacao n. Cristobal.
Drcchterland 8/1 te Amsterdam van1
Hamburg. i
Flandria 7/1 van Cherbourg, Amster»
dam naar Bueos»Ayrcs. I
Jan Pietersz. Cocn 7/1 van South'»
amp ton, Amsterdam naar Batavia.
Kieldrccht 7/1 van Port Said,
Indie naar Rotterdam.
Katimata 7/1 te Suez, Amsterdam n»
Batavia.
Mcnado p. 7/1 Finistcrre, Rotterdam
naar Batavia.
Merauke7/12 van Belawan, Batavia
naar Rotterdam.
Modjokerto p. 8/1 v.m. 7 uur Gi<
braltar, Batavia naar Rotterdam.
Meerkerk 8/1 te Hamburg van Rot»
terdam.
Nieuw Amsterdam 8/1 n.m. 6 uur 45
m. v. New»York n. Rotterdam,
Oldekerk 8/1 van Wladiwostock. n,
Rotterdam.
Prinses Juliana 7/1 van Colombo,
Batavia near Amsterdam.
Poseidon 6/1 van Curacao naar Santa
Marta.
Poeldijk 611 van Las Palmas, 'Am<
sterdam naar Zuid'A-merika-
Reggestroom 8/1 te Hamburg van
Amsterdam.
Saparoea 7/1 te New»York van Java,
Schiedijk 8/1 van Colombo, Rotter»
dam naar Britschdndie.
Schcldestroom 7/1 te Bordeaux, Am»
sterdam naar \Vcst»Afrika.
Salland 7/1 te Londen, La Plata naar
Amsterdam.
Tjisondari 7/1 'te Batavia van Sjang*
hai,.
Waterland p- 7/1 Dungeness, Rot»
terdam naar Zuid»Amerika.
Waaldijk 7/1 te Rosario van Buenos»
Ayr es.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent* per regel
Bij Scheren PU ROL
Hierdoor voorkomt men het stukgaan en
het nasclirijnen der huid. Leest vooral de
uitvoerige gebruiksaanwijzing. Doozen 30,
60, 90 et. Tuben 80 et. Bij Apoth. en Drog.
Haarlemmer Halletjes
EEN' ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Sinds jaar en dag is het gewoonte, dat
onrc krans een bijeenkom*' houdt on»
middellijk na den' Nieuwjaarsdag. Als
je zoo geregeld bij elkaar komt om we»
deivijdschc belangen en de dingen van
den dag te bespreken, is het geen won»
der dat de eerste dagen van het nieuwe
jaar een reden opleveren om elkaar
eens te ontmoeten en allerlei zaken te
handelen. Die eerste krznsavond worJt
dan bovendien met een klein souper be»
6lotcn.
Dezen keer was Wouter aan de beurt.
Wij troffen hem niet in een bijzonder
goede stemming. Daar waren twee re»
denen voor, een verborgen eo een open»
bare, de eerste was, dat hij op den
Oudciaarsavoml zijn maag had overla»
den en daar nog dagenlang aan ge»
leden had; wij mochten dat wel niet
weten, maar een van ons had de dok»
ter bij hem zien binnengaan en tante
Koos hoewel zij voor geen goud van ric
wereld haar man om zijn gulzigheid
zou willen aan de kaak stellen, had toch
siiet heclcmaal kunnen zwijgen, zoodat
in een dag of wat dé hcclc krans op
de hoogte was en, eerlijk gezegd, in
stilte een beetje plezier had om den
man, die wanneer het ons een van allen
overkomen was, zijn scherpe opmer»
kingen niet gespaard zou hebben. Maar
natuurlijk sprak geen sterveling er tot
hem zelf over.
De tweede reden was openbaar ge
noeg. Wouter was verkouden en toen
hij ons ontving, was dat nort lang niet
over. „Hoe komt dat zoo?" was de
deelnemende, maar wel wat onnoozcle
vraag, die bij zulke gelegenheden pleegt
te worden gedaan. Op hoeveel tien»
tallen manieren kan iemand niet door
den verraderlijken bacil dcc verkoud
heid overvallen worden!
De gastheer gaf. dan ook het ge»
bruikelijkc antwoord, dat op de vraag
paste „Vraag baar liever", zei hij de
beginletters m en n op de bekende ma
nier als b uitsprekende, „hoe ik er af
kom. Booit ben ik bog zóó verkouden
geweest".
Dit is ook een algemeen bekend vcr-
schijnscl, dat iemand de verkoudheid
die hem aangegrepen heeft, beschouwt
aN de ergste, welko hem ooit over
kwam.
Langzamerhand kwamen de genoo»
'd-gden binnen en te kwart over acht
was het fchcclc" gezelschap voltallig.
Ilopma en zijn vrouw waren als ge»
oonlijk de hekkensluiters. Zij hebben
daarvoor nu het eene dan het andere
excuus, maar de overige leden van de
krans vrcczcn, dat zij het een beetje
deftig vinden niet precies op tijd te
komen, omdat het anders den indruk
maken, dat zij er zoo bijzonder
op gesteld zijn, ja dat er een soort
van gulzigheid in zou worden gezien;
liever dan deze benepen opvatting, is
ons allen de opvatting van tante
Koosje, die altijd met Wouter stipt op
ïjd is en die. toen zij eens met
een gladde straat, vijf minuten te laat
kwam, zich hijgend bij gastvrouw en
gastheer verontschuldigde. „Maar wij
denken er niet over. om je zoo'n klei
nigheid kwalijk te nemen", werd haar
geantwoord. „Ja, zie je", had Koos toen
gezegd, „ik zou vooral nici willen dat
jo aan onverschilligheid dacht, want....
en daarbij gaf zij de gastvrouw een
hartelijken zoen, „ik kom graag bij je".
„Dank je, Koos", had de gastvrouw
gezegd, zóó getroffen dat haar stem
even trilde.
Natuurlijk heerschtc er een opgc-
ektc stemming. Je bent wel niet, al»
tijd even opgewekt, wanneer je fami
lie en vrienden komt opzoeken (talrijk
ijn de zorgen en angsten, die 's men»
schcn deel uitmaken) maar de veraridc»
ring van gedachten geeft afleiding en
verjaagt de muizenissen. Alleen vriend
Hupstra leek wat stil en betrokken, of»
schoon hij op de vraag: „scheelt er
soms wat aan?' flink ten antwoord gaf,
dat er geen enkele zwarigheid was
Maar het zou niet lang duren, of de
oorzaak zou aan den dag komen.
„Hupjo", zei de gastheer, „becm een
sigaar".
„Nee, dank je ik zal niet rooken".
Deze verklaring bracht in den kring
de hccren groote verwondering,
bijna ontsteltenis, fc weeg.
„Jij biet rooken". zei Wouter, „baar
ban. hoe heb ik het bou bet je".
„Och nee, ik matig wat in 't roo-
ken"
„Baar dan toch vanavond biet! Zoo'n
booic kransnvond. En ik heb mog wel
dat bicuwc berk Bcdcrland, waar je
haar gevrangd heb. Bou geen ballig-
hcid, bcem er een!" En hij stopte hem
er haast een in zijn hand.
„Kom Hupstra", zeiden wij mannen
en bliezen elk vol welbehagen een
rookwolk uit.
„Plaag hem niet", zei mevrouw Hup
stra op eens. „hij heeft zichzelf beloofd
in 't nieuwe jaar niet meer te rooken".
„Ooo...." zeiden wij mannen alle»
maal tegelijk. Het was dan ook haast
niet te gelooven. Hupstra, die zijn si»
gaar alleen wegwierp om een pijp op
te steken en daarna den pijp deed vol
gen door een cigaret, Hupstra zou er
het -rooken aan geven. En de gastheer
'ocgde er bij: „ik heb beer gehoord
■an die ballighcid, om in het bieuwe
jaar van die onbekookte besluiten te
bemen".
„Ik zal jelui zeggen", vertelde Hup»
stra, die in het geheel niet op zijn ge»
mak was, „hoe het gekomen is. Jullie
weet: ik rook veel. Tc veel. 'k Heb er
wel geen last van met mijn gezondheid,
maar in de eerste plaats vind ik het
toch dwaas, om je zóó aan de tabak te
verslaven, dat je er eigenlijk niet meer
buiten kunt"
„Flink gczcld", bevestigde Wouter
met een strak gezicht. „Benig baal heb
ik dat ook tot bij zelf ge/eid, en een
'crsche sigaar opgestoken".
„Val hem nu niet in de rede", zei
mevrouw Hupstra, blijkbaar er op uit
haar man zooveel mogelijk te steunen
„en laat hem kalm uitspreken".
„Dat is de eene redén". ging Hupstra
voort. „De andere is de financicclc
kant van de quaestic. Ik heb eens uit»
gerekend, hoeveel ik per jaar wel aan
rookgerei uitgeef en ik zeg jelui: het
was benauwend. Waarom zou ik er een
geheim van maken; het was alles bij cl»
kaar in het afgcloopeu jaar.
Maar vóór dat hij het geduchte clj»
fer had kunnen noemen staken de man»
in het gezelschap de handen op en
slaakten afwerende kreten. Er werd een
verward geroep gehoord van: „zeg het
niet! Spaar ^ns! Wij willen het niet wc»
ten!'.'
.,En dat noemt zich dan de dappere,
de energieke man," zei mevrouw IIup»
stra. „Is er dan niemand onder u, die
durft berekenen, hoeveel hij voor die
nare. peperdure, vieze gewoonte uit»
geeft?"
.Booit", zei Wouter voor ons allen,
„Biemand". Maar de laatste opmerking
mevrouw Hupstra was voor ons jtl»
len een lichtstraal in de duisternis ge.
wcest. Dat geweldige besluit was niet
zonder vrouwclijkcn invloed genomen.
Onze oogen rustten met mededoogen
op onzen makker, die zich, dit genot nu
voortaan zou moeten ontzeggen.
„Hupstra moet zelf weten wat hij
doen en laten moet," zei lante Koosje
en daarmee was het incident gesloten.
Alleen Wouter wou, zooals gebruikelijk
was. het laatste woord hebben. Hij klap
te het kistje sigaren dicht, schoof het
zoover mogelijk uit de buurt van den
armen Hupstra en zei met een verkou»
den nadruk: „een bens zijn zin een
bens zijn leven."
Het gesprek liep over allerlei dingen.
Dat de Nieuwjaarsfooien langzamer»
haiid minderen en dat de verhuizers bij
verhuizing van de familie Wiltink, toen
hun de keus gelaten werd tusschcn
bier en koffie, allemaal koffie hadden
gekozen en dat de overstrooming zoo'n
groote ramp was dat laatste was na»
tuurlijk het groote onderwerp.
Plotseling kwam er weer een opschud»
ding.
De gastvrouw presenteerde bonbons
bij de thee, die ze pas. wel wat laat.
excuseerde ze zich, van den leverancier
gekregen had.
Mevrouw Hupstra bedankte.
„Maar Carolicn...." zei tante Koosje,
de gastvrije, dat meen je niet, je houdt
er toch anders zoo van."
„Ja zeker," antwoordde mevrouw
Hupstra, „maar vandaag liever niet."
„Toch geen kiespijn?" informeerde
de hartelijke. „Als dat zoo is. rccom»
mandcer ik je mijn tandarts: hij doet
mij nooit pijn en is heelemaal niet duur
je weet wel van der Velde."
„Nee, kiespijn is het ook niet, maar
wou toch liever...."
Wij hadden op deze presenteerquaes»
tic zoo niet gelet, maar Hupstra had het
blijkbaar gevolgd, want hij zei op eens:
„Och, tante Koos, dringt u liever niet
bij mijn vrouw aan. Het valt haar wat
moeilijk te weigeren."
Toen ging er een verbazing over
het gezicht van de gastvrouw en van de
een^ naar den ander kijkende, zei ze
tenslotte: „neem mij niet kwalijk Caro»
lien, maar ie hebt toch ook geen be»
lofte aan je zelf gedaan?"
„Ja," zei ze en kreeg een kleur als
vuur. Nu waren de mannen ook op het
gesprek gaan letten en meteen schoot
Wouter uit den hoek en zei: „De zaak
wordt ingewikkeld. Als ik vragen bag,
is het een ruil van zelfopoffering? De
man geen tabak en de vrouw geen zoc»
tighcid beer?"
Op die vraag kwam geen antwoord,
maar dat stilzwijgen was welsprekend
en de dames zeiden in koor op een toon
van beklag; „O, Carolicn."
De mannen, op hun beurt, zeiden een»
parig: „O, Hupstra!"
„Hoor eens," zei tante Koosje, „ik
moet zeggen dat het me spijt. Niet zoo»
zeer voor mijn bonbons, hoor, want die
komen wel op. maar voor Carolicn zelf.
Al die heerlijke zoete dingen te laten
staan, bonbons en koekjes cq taart en
gebakjes, ik zou het vreeselijk vinden.
Maar..." verbeterde zij zichzelf, want er
kwam een pijnlijke trek op het gezicht
van mevrouw Hupstra „wat sta ik hier
te babbelen je moet natuurlijk zelf
weten, wat je doen en laten moet."
En daarmee scheen ook het tweede
incident te zijn afgcloopen. Maar niet
voor goed.
„Als jullie het niet kwalijk neemt,"
zei een half uur later Van Stuiteren,
„dan zou ik over die Nieuwjaarsvoor»
nemens toch nog wel wat willen zeg»
gen."
„Och toe, Van Stuiteren...." zei de
gastvrouw.
„Je begrijpt mij niet niet over
hun voornemens, maar over zulke
plannen in 't algemeen
„Ga gerust je gang," zei Hupstra.
Hij zat er dien avond bij, mag ik zeg»
gen, als een man, dio pas een rechter»
hand had gekregen en nog niet wist wat
hij er mee doen moesthij legde de
hand op zijn knie. op de tafel, hij streek
er mee onder zijn neus, kriebelde er
mee onder zijn oogen kortom, hij
maakte er allerlei gebaren mee, die IK
nooit van hem gezien had. Zoo gaat
het met een man die niet rookt. Zie
daartegenover een rooker voortdurend
is er voor zijn rechterhand beweging.
Als hij de sigaar niet vasthoudt, brengt
hij die naar zijn mond of steekt een
lucifer aan of tipt er de asch af en de
eene beweging is nog sierlijker dan de
andere. Als ik het zeggen magde
sigaar of de pijp behoort bii den man
als de staar: bij een paard, die immers
de sierlijkheid van het beest uitmaakt-
Begrijp goedik zei dat allemaal
niet, maar ik dacht het, terwijl Van
Stuiteren zich zat te bedenken vóórdat
hij zijn verhaal begon het duurde in»
derduitd nog al lang en Wouter, de
verkoudene. had hem nl eens aangc»
keken en gevraagd „Bartinus. komt
dat verhaal nog biet?"
„Geduld een beetje." zei Martinus,
„ik moet even mijn gedachten verza»
melen, 't is al zoo lang geleden. Nu
herinner ik me de geschiedenis weer
precies- Het was familie van mijn
vrouws kant, ik. zal de namen uit dis»
cretïe niet noemen, maar het kwam
hierop neer, Wij hadden fnmilie»bij»
cenkomstcn, eens in de drie maan»
den, om den onderiingen band te be»
waren. Alleen de broers en zusters, de
zwagers en schoonzusters en niemand
anders. Geen kinderen, waar je zoo
gemakkelijk ruzie over krijgt. Aller»
plezierigst De onderlinge verstandhou»
ding bleef best, als er eens wat was
kwam het nooit aan openlijke ruzie toe,
want iedereen was op dio gemeen»
schappelijke diners gesteld en voor
dien tijd was alle verschil weer in orde.
Daar, op een rampzaligen dag, kwam
de moeilijkheideen van de paren, laaÉ
ik maar zeggen Herman en zijn vrouw,
hadden elkaar met 1 Januari beloofd:
ze zouden geen vlcesch meer eten, het!
was niet behoorlijk tegenover de arme
koeien en varkens. Goed, er werd wat
mee gespot, maar daar bleef het bij- De
middag ging voorbij, het was niet het
v are. Zoo samen hetzelfde eten en
drinken is juist de gezelligheid ln een
familiekring- Als er twee niet meedoen
is de halve genoeglijkheid al zoek- Ter»
wijl wij prettig peuzelden, zaten Her»
man en zijn vrouw te kijken, want zo
waren altijd veel eerder klaar dan wij.
Wc voelden allemaal, dat het op die
manier gauw uit zou wezen met oc
familie-bijeenkomsten."
„En hoe liep het af?" vroeg Hupstra.
„Den volgenden keer aten ze wee-
van alles mee. Er was een hartig
woordje van gezcid en Herman en zijn
vrouw hadden toegegeven: „we willen
ons dan wel opofferen," zeiden re. En
zoo duren die f:imiKe»bijeenkomsten
altijd nog voort. Gezellig en genoeg»
lijk. Het gevaar is voorbij."
„Hoor eens," zei Hupstra, „als jelui
denkt, dat ik door niet te rooken de
gezelligheid en de krans in gevaar
breng, dan wil ik...."
„Bij opofferen," zei Wonter en hield
hem het kistje al voor. „Bet bijn bede»
deeling, dat 't de booiste sigaar ia Be*
derland is-"
„Nu jij een bonbon, Caroiien?" zei
de gastvrouw.
„Om de gezelligheid niet te versto»
ren," zei mevrouw Hupstra, rood als
een roos-
Zoo liepen (het spijt me of het spijt
me niet, dat ik het zeggen moet) de
Nieuwjaarsafschafferijen van Hupstra
en zijn vrouw op niets nit. Van Stuf»
teren had handig de situatie gered,
want van die innige familiebijcenkom»
sten om de drie maanden had ik vroe»
ger nooit gehoord. Die heeft hij stellig
verzonnen. Zoo dacht Wouter er ook
over. „Bijn bcening is," fluisterde hij,
toen hij ons uitliet, „dat Stuitc-cn ons'
voor den bal hield met zyn fabilic=baal.
Biets van aan. Baar handig gebaakt.
Balie kerel, biet?"
fIDELIO