HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 9 JAN. 1925 DERDE BLAD vervolg Stadsnieuws Montessori-opvoeding 11et laatst verschenen nummer van tht tijdschrift gewijd aan kinderstudie is voo: propaganda door geheel Ne» dcrland verspreid. in dit nummer komen verschillende lezenswaardige artikelen voor, o a. over„Het hantccrcn van het mate» riaal, aanpassing en rythmc der bewc« gingen", ..Is de Montessorl<mcthode ovc. wegend didaktiseh?", „En loutcn verbeteren?" en „Tentoonstelling van het kinderprentenboek"- Aan het artikel „En fouten vcrbctc» ren" ontlecncn wij Het zal een Montessorilcidstcr zei» den gebeuren dut zij een gesprek heelt met iemand die om een of andere rc« den nader piet de methode wenscht kennis te maken, en er niet aan het eind een vraag komt over het fouten verbeteren of juist niet verbeteren, want dit laatste denkt „men" dat op onze scholen gebeurt. Het behoort voor een buitenstaander tot de merkwaardige raadsels van de Montessoribewcglng wat zijn dat voor scholen, waar de kinderen alles mo gen doen en waar de juffrouw nooit iets verbetert!? „I,aat u ze nu heusch maar alles jdoen?" „Neen, mevrouw, dat nu juist sief, en dan wordt uitgelegd wclko beper kingen het leven zelf aan dat „alles" Oplc®, „O ja, maar als ze nu zoo In inun >vcrk fouten maken, die laat u toch ttaaii, nietwaar: daar zegt u toch im mers niets van? Tenminste ik heb dat altijd zoo gehoord over de Montessori school, ziet u." (Menigmaal heb ik reeds hierop geantwoord, dat we wei verbe. leren, maar op een indirecte «nanicr; doch als er dan niet meteen een duide» lijk wotfcecld is dat me voor oogen komt staan en dat ik zóó kan geven, dan zie ik wel aan het even fronsen .van de spreekster of aan haar toch "nog vragend blijvenden blik, dat mijn woorden haar niet op bekend terrein voerden- Deze dingen zijn ook inder daad zeer moeilijk aan buitenstaanders te zeggen. Is mijn antwoord: „Neen, verbeteren, dat doen wij niet", dan k3n iemand dio een paar uur in mijn klas doorbrengt mij er verschillende malen op betrappen dat ik wel verbeter. En is mijn 'antwoord daarentegen: ,Ja. verbeteren, dat doen wij heusch ook!", dan zal men mij evenveel schriftcblaadi jes van leerlingen kunnen voorhouden, waarop de fouten regelrecht en onge- corrigecrd in het oog springen. En als ik daaraan denk, hegrijp ik zoo goed de schouderophalende beweging, vooral san vakmenschen. als zij d3n r.'.ct an ders te hooren krijgen, dan dat ons s c beteren op een indirecte manier geschiedt. Jk geloof zelfs, dat dit meer dan eens voor identiek gehouden wordt met „dus niet verbeteren". Nu zal ik eens een geval vertellen, 'dat de leidster de verbetering zocht langs den indirecten weg. 't Was in de laagste afdccling van de lagere scnool, bet eerste geval Kr stond een keurig, van al het noo» digc voorzien waschtafcltje in den huis- houdclijken hoek. Naar haar beste we ten en kunnen had de leidster lesjes gegeven over de verzorging van de handjes en geen van de onderdeden was vergeten op zijn tijd was alles vat tot die waschtafel behoorde on der de aandacht der kinderen gebracht. Weken was er niets bijzonders ge beurd, tot do juffrouw op zekeren dag langs het waschtafeltjc gaand, be merkte dat het lampetkannetje véél te vol was, zoodat er onmogelijk zonder morsen uit geschonken kon worden. Na een paar dagen zag ze het weer en toen hield ze er geregeld het oog op. maar al had ze vermoedens, ze ont dekte niet een bepaald kind dat het stellig gedaan moest hebben. Ze vroeg er niemand ook naar. Doch ongeveer na een weck opletten, dacht ze „Och, ik behoef toch ook niet te weten wie het doet of doen; ik zie immers wer dat er kinderen moeten zijn, die niet een kan kunnen vullen, anders zou het zoo slecht gebeuren Vroeger had wel daarover ook lesjes gegeven verteld dat een tuit aan een k.in zat om er mee te schenken, dat dus de loeistof bij een gevulde kan nooit tot i n die tuit mocht staan- Maar de toe passing daarvan waren do kinderen blijkbaar niet meester Zonder nu over schenken of tuiten of kannen te sprc. ken, zette ze op een tafeltje met was. doek er op. vijf of zes verschillende kannetjes kh*r haalde een kitje vol water, zette dat met een dwciltjc er bij onder het tafeltje en wachtte. Tot er een dreumes kwam zeggen „daar kun je schenken! Mag dat?" En aan het werk toog. Er kwamen veel criti. sehe oogjes omheen. Gelukkig bracht hij het er keurig zonder morsen af. De liefhebberij voor het schenken was zóó groot, dat er afspraken voor een ..bcaJrt" gemaakt moesten worden en het tafeltje den hcplen dag door be zet was. Dat duurde een dag of drie, vier; toen was het uit. Niemand keek meer naar de kannetjes om en do leid. ster nam de tijdelijke schenkinrichting weer weg En het lampctkannctjc intusschen? Dat was gedurende die dagen goed en netjes gevuld. Hoe vaak do leidster ook oplette, steeds was het in orde. De fout was verbeterd! Ruim vier weken na die schcnkda- gen schreef zij in haar santcckcningcn „Vandaag kwain Piet bij me en zei Juf. wc moeten weer eens zoo'n schenk- tafeltje maken, weet u nog wel, zooals toen? Want ik zie aan do waschtafel dat er iemand nog niet goed schenken kan; de kan is heusch to vol! Zal ik maar een tafeltje met kannetjes klaar zetten, juf? Ja, Piet, doe dat. jongen.- Wat heb je de wijsheid en de mild heid van den indirecten weg tot verbe tering goed begrepen! MUZIEK GEMEENTELIJK ORGELCONCERT Voor componisten is het toch maar het beste om dood te zijn. Niet alleen loopen wc dan de kans hun werken uitgevoerd te krijgen doch bovendien verkceren wc in zalige onwetendheid omtrent de werken die wij nu juist liever niet hoorden uitgevoerd. Ieder kunstenaar begaat wel eens een jeugd zonde en om daaraan op Interen leef tijd herinnerd te worden is natuurlijk minder aangenaam. Waren Franck en Debussy gisterenavond in de zaal ge weest ze zouden gebloosd hcbbc-n en ook wij zouden hebben gestameld: „Peccavi, ik heb gezondigd; Franck door het schrijven van een Allegro voor orgel c:i Debussy door een „Récit en „Air d'Azacl" uit L'Enfant prodi- que". Dit. plus een Cantabilé voor orgel en een fragment uit de 4e Beatitude van Franck, was nu het „moderne" deel van het programma. En Pietcr van Geldcr's moderne omslag om dat pro gramma, had me nog al zooveel hoop gegeven. Wc moesten echter in gedach ten (en gevoelens) terug naar de 17e eeuw door een Fuga voor orgel van' Buxfcehudc, om langzamerhand, via J. A. Hnssc, Mendelssohn, en R. Franz meer de 20ste, of liever gezegd in de 19c jw terug te komen, door twee liedc» van Richard Strauss. Eenmaal hier bij aangeland wcnschte ik me maar weer een paar eeuwen terug. In die tijden kende men tenminste nog niet de valsche en gezwollen sentimenten van een Straus.*/ „Ach. Licb. ich muss nun scheiden" en „Breit iibcr mei» Ilmipt" wemelen van niet gevoelde, doch op het effect berekende noten (ook hooge, natuurlijk). Als men den tekst met de compositie vergelijkt, komt men tot de conclusie: hij meent er niets van. R. Franz kan het in ieder geval niet helpen dat hij wat vroeger geboren :s cu dat daardoor zijn „Gute Nacht" wat sentimentcel aandoet. Annie van Beek-Ristjouw, sopraan as mij het sympathiekste in de Mis» frugmenten „Domino Deus" en Bene- dictus van JTassc. Ilicrin toonde zij een zang-technisch meesterschap en een behoorlijke muzikaliteit, welke laatste eigenschap zeldzaam schijnt in een tijd waarin de bepaling: onmuzikaal bij het woord zangeres, bijna een pleonasme ls. De moeilijkheid van het cgalisccren der z.g. registers heeft 2C schitterend overwonnen, doch naast zeer mooie altklcurigc borsttoncn, zijn er in de hoogcre regionen eenigc die wat scherp aandoen. De chromatische stijging (e. cis. fis) op „Schwing auf dich zum Hlmmelbogcn" uit „Gute Nacht" deed daardoor, mede door het sleepen der tonen wat onaangenaam aan. Het is jammer dat zij met het „Breit über mcin Haupt" vanwege het succes meen de te moeten besluiten. Ook de heer Paesi die na de pauze met bovengenoemd werk van Debussy en de 4c Beatitude van Franck optrad deed zich kennen als een zanger, die vcet wat hij zingt. Zoo werd de Aria ,0 temps ii jamais efface" in de ver- cischtc melancholische stemming ge houden, alleen had ik mij de reprise de „amere folie" treuriger, moe» dcloozcr gedacht. Het fragment uit de 4de Beatitude werd ontsierd door de onzeker gezon gen passage „Sent en lui mille instincts rebelles", wat te wijten was wel licht aan de zwak dominccrpndc bege leiding. De begeleiding van den heer George Robert was in alle liederen bescheiden en volgzaam, met uitzondering dan van het Bcatitudcfragmcnt. Als solist had hij het zich wel wat erg makkelijk gemaakt, een fuga van Buxtehudc, waarvan de „expositie" weifelend en niet vlekkeloos klonk, Choralvariatics uit Mendelssohn's 6e Sonate, en het simpele Cantabile van Franck. Men delssohn's Sonate werd met mooie re» gistrcering voorgedragen; alleen in het Allegro-gedeelte klonken de zestienden onduidelijk en te gejaagd. Waarom speelde hij niet tot slot één van Francks „Choralen", b.v. het 3de. inplaats van die „péclié de jeunessc". Op zoo'n ma nier worden er bij de mcnschen geheel verkeerde mccningcn omtrent Franck gevormd. HENK DIEBEN. 1 mevrouw M. F. Boes—Smith en 2< mevrouw E. van DamCohen. B, en W. bieden ter vaststelling aan de'balans met wins t en verliesreke ning van het complex van 184 eensgc» /inswoningen van du Haarlems che stiehtig voor woningverbetering. B. en W. bieden ter goedkeuring aan de balans met winst- en verliesreke ning van do woningbouwvereniging Roschaghc aangaande 139 arbeiderswo ningen. Zij declcn mede. dat zij over het te kort van 5.891.15, voornamelijk ont slaan door rente verschuldigd wegens te late betaling der annuïteiten zich met de Rcgccring in verbinding zullen stel len, RAADSSTUKKEN. Voor lid der commissie van toezicht op het Frans Hals museum worden aan bevolen de hccrcn T. B. Roorda en Vincent Loosjes. Voor leden 'der commissie van plaatselijk toezicht op het lager onder wijs zijn de volgende dubbeltallen opgc- maakt. Vacature W. Kraak: 1 C. L. de Liefde en 2 mevrouw C. Reus—Goud- smit. Vacature Kalbflcisch: 1 Mr. A". R. Baas en 2 Mr. Dr. F. S. WIttevecn. Vacature Ls. van der Have: 1 Ls van der Have en 2 E. II. Dik. Vacature W. J. Speller: 1 W. J. Spel ler en 2 J. Kloosterman. Sportpraatje HET PROGRAMMA VOOR ZONDAG H. F. 0.—Stormvogols Hoewel II. F. O. in do laatste, weken F lijk naar hel midden vaal do ranglijst af gezakt kunnen wij morgenmiddag de Spanjoaidslaco toch oen belangrijken edstrijd t'.i'-ol en H. F. C. en £:or gels verwachten. Een geschiedenis hebben de antroo^in- gen tusectien deze twee clute nog «iet. I)e eerste wedstrijd tisfochen hen luid plaats in liet seizoen 1920--'21. toen bolitr ri do Overg&ngaklnese unkwajnon. Dt Stormvogels probeerden daarvan, kampioen te worden en H, F. C. was het seizoen, daaraan voorafgaande, naar deze margit- "-afdoeline gedegradeerd. D© club- hadden toen nog een zwaar programma af t© wericen, w*n: z© inoer.cn niet minder dan tweoen-twintig vred-s'.rijden spelen. De Dmutdenaren eir-d.g-ien op d© vijfde '.nits en H. F. C. op deiwaalfd©! Da bode ontmoetingen hadden rei lijk epel teagwOlg©, namelijk 3S ran de do Spanjnardêlaan en 1—L te Usnuidon. resultaten over dat seizoen ware Doordat H. F. C. fo»n naar de tweefe klasse degradeerde, hebben beide clubs in he-, »e 1921—'22 r '--s tegen elkaar gespeeld. H. I". C. wcr-1 kampioen do tweodo kla-s© A, du© ontmoette Stormvogel© weer in hot seizoen 1922- in do Overgangsklasse. Man do Spanjimrds- laan won ir. F. C. mot niet minde»* dan 6—3 en in IJnraiden was het resultaat weer «en 1—1 gelijk spel. No. 1 en No. 2 van de»© afdeeling zouden naar de ei© klasse promoveeron en het toeval wil de, dat dit H.F.C. en Stormvogels waren niet de volgend© mooi© cijfers: n.F.o. Stormvogels l In hel eolzöen 1925—'24 werden uit do eerst* klasse en do Overgangscom poli lie twee core'.o klasse afdeolinigen geformeerd H.F.C. speelde in a Meeting I c-n Storm vogels in afdeeling If. Do laatst© werd kampioen van haar afdeel mg en H.k eindigde op do vijfde plaats. Hoewel dus niet tezen elkaar uitkwamen, tuilen we hier da cijfers van cii so noen laten volgen; Or/k i-n hel seizoen 1924—'25 ontmoetten z© elkaar n et. want wederom epeeldo ]T. F- C. ui afdeoling I en Stormvogels in af- deelir.g II. If. F. C. eindigde op do ze vend© plaats in Stormvogels -.p da tweede. De cijfer© luidden aldus: revanche te nemen'. Of liaar d!t lukken 1? Volgens den tegenwoordigen stond un het ranglijslje zou men aan do IXmu! denaren de moeste kane geven. Men. oor deel© elcehls: ormvogels 11 8 2 1 13 27—11 F. C. 11 4 3 4 11 21-21 Do cijfers vin Llmuiden zijn dus veel looier, dan die van de Spanjaardslaan. Zoo zoetje©Mn hebben deze or.tmoetiirgen als het war© een plaatselijk karakter ge kregen. Daarom handhaven we ons stand- punt. om van dergelijk© wedstrijden geen uitslag le voorspellen- Als het weer niet t© wenscheen overlaat, kunnen w© hier in ieder gov al son epsamenden wedstrijd ver wachten. R. C. H.—V. 0. C. Ditzelfde kan ook gezegd worden van den wedstrijd R. C. H.—V. O C die mor aan den Middenweg gespeeld wordt. O. C. heeft namelijk r.og een he--! goede kans op het kampioenschap en R. C. II., dio pa© negen wedstrijden ge speeld heeft, ken óók nog voor verrassin gen borgen. Dez© twee clubs hebben ook nog me! lane tegen elkaar gespeeld. Dat begon pa in het seizoen 1921—'22, toen R. C. H. voor he'. ©ere; in de eerste klas?© speelde. Beide ontmoetingen werden door R. C. H gewonnen, namelijk aan den Middenweg 2—1 en aan den Schieweg ie Itoilep dam met 3—2. In den eindstand «vn hef ranglijslje am (nochtans V. O. C. d© vijfde en R IT. de tiende plaats in. Do cijfer® w als volgt V. O. 0. R. C. H. Niet vee! verschil derhalve. In het seizoen 1922— 23 werd, zooals onze .gzers weien, R- C. H. kampioen. V. O. C. bezeil© do zesde p'.aa'ts. Toch leverdon de beide ontmoetingen dit seizoen san V. O. C. moer succes op, dan aan R. C. H. Aan den Middenweg word namelijk 2—2 gelijk gespeeld en in Rotterdam w V. O. 0. met 3—1. De eindcijfers zagen als volgt uit: 22 9 11 2 29 38- V. 0. C. 22 9 4 3 22 41—35 De resultaten van R. C. TT. waren in he*, seizoen 1925,"24 veel slechter dan in he: kampioensjaar daarvóór. De blauwzwarter, bezetten de ach te© plaats en V. O. O., de vierde, Beide wedstrijden werden dit -eizoen met 2—1 door V. O. C. gewonnen. Dit kondon dus normal© uitslagen ge noemd worden. De eindstand zoen luidde als volgt; Een jonge echtgenoot die van oordeel was dat zijn vrouw te veel geld uitgaf, schonk haar een keurig huishoudboekje en verzocht haar, daarin haar ontvang» sten en uitgaven op te teekenc-n. ^Van» neer zij dan weer geld noodig had, moest zij hem waarschuwen en eerst hem het boekje laten zien. Een paar dagen later kwam zij reeds bij haar man en liet hem het boekje zien. In het begin stond onder ..Ont» vangsten": „Ontvangen van Wim 3 00'" en onder „Uitgaven": „Alles uitgegc» ven", Een vader had met zijn 'dochter een operette bezocht en zich bijzonder slecht geamuseerd. ..Ik kan mij de wijs van dat nieuwe liedje maar niet meer herinneren!" zei de dochter, onder het naar huis gaan. „Dat maakt het gemakkelijk", brom» de haar vader, „dan heb je nu alleen' nog maar de woorden-te vergeten!" Haarlem en E. D. O. bobben een uitwed strijd. Eerstgenoemde gaas naar Ajax, cm daar hoogstwaarschijnlijk to verliezen, al zullen de roodbroeken hun huid zoo duur mogelijk vetkoopen, en E. D. O. mooi naar Leiden, waar zo aan A. S. C. twee punlen -ontfutselt, evenals zo op I November aan Vacature mevrouw M. F. BoesSmith met 2—1 won. H. F. C. zal dus probeeren do Kleverlaan gedaan heeft. In het huidige seizoen zijn de krachten legen elJtonr reeds gemeten; dat was op 1 November in IJmuidon, toon Stormvogels Het doclgemlddeld© verschild© slechts heel weinig. In hei seizoen 1924 "25 nam R. C. H. drie van da vier t© behalen punten voor baar rekening. Aan den Middenweg won R. C. H. met 4—1 en in Rotterdam werd «en 33 gelijk spel bevochten. R. 0. H. be zette in den eindstand de vierde e O. C. de laateto plaat©. Do volgend© resultaten waren verkre gen: R. C. H. 18 10 2 6 22 40-34 V. O. C. 18 2 2 14 6 2 In dit seizoen heeft V. O. C. te Rotter dam op 1 November mei 3—2 geworr.cn. We zouden dus zoo zeggen, dat het nu de- beurt van R. C. H. :e, om op do twee kostbard punten beslag le leggen. Als ze die op het thans 6terke V. O. C. kan ver- bveren. zal hot des to mooier wezen. .We houden hel op een overwinning voor de thuisclub, ook al is da samenstelling van do voorhoed© zia elders in dit nummer geheel veranderd. ONZE LACHHOEK Stoomvaartberichten Br, Nieuw Amsterdam, New»Yoric naai1 Rotterdam, 8/1 6 uur 45 v.tn. van ïïy» mouth. Volcndam, Rotterdam paar New» York, pass. 8/1 v.m- 124 uur Cape Alhenn, 7/1 n-m- to (Antwerpen van- Hamburg. Breda 61 van Callao naar Cristo* bal. Amsterdam 8/1 te Rotterdam van Valparaiso. Bat jan SI te Bremen Sydney. Boeroc p. 8.1 Perim, Beira. naat Rotterdam. Delft 6>'l van Curacao n. Cristobal. Drcchterland 8/1 te Amsterdam van1 Hamburg. i Flandria 7/1 van Cherbourg, Amster» dam naar Bueos»Ayrcs. I Jan Pietersz. Cocn 7/1 van South'» amp ton, Amsterdam naar Batavia. Kieldrccht 7/1 van Port Said, Indie naar Rotterdam. Katimata 7/1 te Suez, Amsterdam n» Batavia. Mcnado p. 7/1 Finistcrre, Rotterdam naar Batavia. Merauke7/12 van Belawan, Batavia naar Rotterdam. Modjokerto p. 8/1 v.m. 7 uur Gi< braltar, Batavia naar Rotterdam. Meerkerk 8/1 te Hamburg van Rot» terdam. Nieuw Amsterdam 8/1 n.m. 6 uur 45 m. v. New»York n. Rotterdam, Oldekerk 8/1 van Wladiwostock. n, Rotterdam. Prinses Juliana 7/1 van Colombo, Batavia near Amsterdam. Poseidon 6/1 van Curacao naar Santa Marta. Poeldijk 611 van Las Palmas, 'Am< sterdam naar Zuid'A-merika- Reggestroom 8/1 te Hamburg van Amsterdam. Saparoea 7/1 te New»York van Java, Schiedijk 8/1 van Colombo, Rotter» dam naar Britschdndie. Schcldestroom 7/1 te Bordeaux, Am» sterdam naar \Vcst»Afrika. Salland 7/1 te Londen, La Plata naar Amsterdam. Tjisondari 7/1 'te Batavia van Sjang* hai,. Waterland p- 7/1 Dungeness, Rot» terdam naar Zuid»Amerika. Waaldijk 7/1 te Rosario van Buenos» Ayr es. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent* per regel Bij Scheren PU ROL Hierdoor voorkomt men het stukgaan en het nasclirijnen der huid. Leest vooral de uitvoerige gebruiksaanwijzing. Doozen 30, 60, 90 et. Tuben 80 et. Bij Apoth. en Drog. Haarlemmer Halletjes EEN' ZATERDAGAVONDPRAATJE. Sinds jaar en dag is het gewoonte, dat onrc krans een bijeenkom*' houdt on» middellijk na den' Nieuwjaarsdag. Als je zoo geregeld bij elkaar komt om we» deivijdschc belangen en de dingen van den dag te bespreken, is het geen won» der dat de eerste dagen van het nieuwe jaar een reden opleveren om elkaar eens te ontmoeten en allerlei zaken te handelen. Die eerste krznsavond worJt dan bovendien met een klein souper be» 6lotcn. Dezen keer was Wouter aan de beurt. Wij troffen hem niet in een bijzonder goede stemming. Daar waren twee re» denen voor, een verborgen eo een open» bare, de eerste was, dat hij op den Oudciaarsavoml zijn maag had overla» den en daar nog dagenlang aan ge» leden had; wij mochten dat wel niet weten, maar een van ons had de dok» ter bij hem zien binnengaan en tante Koos hoewel zij voor geen goud van ric wereld haar man om zijn gulzigheid zou willen aan de kaak stellen, had toch siiet heclcmaal kunnen zwijgen, zoodat in een dag of wat dé hcclc krans op de hoogte was en, eerlijk gezegd, in stilte een beetje plezier had om den man, die wanneer het ons een van allen overkomen was, zijn scherpe opmer» kingen niet gespaard zou hebben. Maar natuurlijk sprak geen sterveling er tot hem zelf over. De tweede reden was openbaar ge noeg. Wouter was verkouden en toen hij ons ontving, was dat nort lang niet over. „Hoe komt dat zoo?" was de deelnemende, maar wel wat onnoozcle vraag, die bij zulke gelegenheden pleegt te worden gedaan. Op hoeveel tien» tallen manieren kan iemand niet door den verraderlijken bacil dcc verkoud heid overvallen worden! De gastheer gaf. dan ook het ge» bruikelijkc antwoord, dat op de vraag paste „Vraag baar liever", zei hij de beginletters m en n op de bekende ma nier als b uitsprekende, „hoe ik er af kom. Booit ben ik bog zóó verkouden geweest". Dit is ook een algemeen bekend vcr- schijnscl, dat iemand de verkoudheid die hem aangegrepen heeft, beschouwt aN de ergste, welko hem ooit over kwam. Langzamerhand kwamen de genoo» 'd-gden binnen en te kwart over acht was het fchcclc" gezelschap voltallig. Ilopma en zijn vrouw waren als ge» oonlijk de hekkensluiters. Zij hebben daarvoor nu het eene dan het andere excuus, maar de overige leden van de krans vrcczcn, dat zij het een beetje deftig vinden niet precies op tijd te komen, omdat het anders den indruk maken, dat zij er zoo bijzonder op gesteld zijn, ja dat er een soort van gulzigheid in zou worden gezien; liever dan deze benepen opvatting, is ons allen de opvatting van tante Koosje, die altijd met Wouter stipt op ïjd is en die. toen zij eens met een gladde straat, vijf minuten te laat kwam, zich hijgend bij gastvrouw en gastheer verontschuldigde. „Maar wij denken er niet over. om je zoo'n klei nigheid kwalijk te nemen", werd haar geantwoord. „Ja, zie je", had Koos toen gezegd, „ik zou vooral nici willen dat jo aan onverschilligheid dacht, want.... en daarbij gaf zij de gastvrouw een hartelijken zoen, „ik kom graag bij je". „Dank je, Koos", had de gastvrouw gezegd, zóó getroffen dat haar stem even trilde. Natuurlijk heerschtc er een opgc- ektc stemming. Je bent wel niet, al» tijd even opgewekt, wanneer je fami lie en vrienden komt opzoeken (talrijk ijn de zorgen en angsten, die 's men» schcn deel uitmaken) maar de veraridc» ring van gedachten geeft afleiding en verjaagt de muizenissen. Alleen vriend Hupstra leek wat stil en betrokken, of» schoon hij op de vraag: „scheelt er soms wat aan?' flink ten antwoord gaf, dat er geen enkele zwarigheid was Maar het zou niet lang duren, of de oorzaak zou aan den dag komen. „Hupjo", zei de gastheer, „becm een sigaar". „Nee, dank je ik zal niet rooken". Deze verklaring bracht in den kring de hccren groote verwondering, bijna ontsteltenis, fc weeg. „Jij biet rooken". zei Wouter, „baar ban. hoe heb ik het bou bet je". „Och nee, ik matig wat in 't roo- ken" „Baar dan toch vanavond biet! Zoo'n booic kransnvond. En ik heb mog wel dat bicuwc berk Bcdcrland, waar je haar gevrangd heb. Bou geen ballig- hcid, bcem er een!" En hij stopte hem er haast een in zijn hand. „Kom Hupstra", zeiden wij mannen en bliezen elk vol welbehagen een rookwolk uit. „Plaag hem niet", zei mevrouw Hup stra op eens. „hij heeft zichzelf beloofd in 't nieuwe jaar niet meer te rooken". „Ooo...." zeiden wij mannen alle» maal tegelijk. Het was dan ook haast niet te gelooven. Hupstra, die zijn si» gaar alleen wegwierp om een pijp op te steken en daarna den pijp deed vol gen door een cigaret, Hupstra zou er het -rooken aan geven. En de gastheer 'ocgde er bij: „ik heb beer gehoord ■an die ballighcid, om in het bieuwe jaar van die onbekookte besluiten te bemen". „Ik zal jelui zeggen", vertelde Hup» stra, die in het geheel niet op zijn ge» mak was, „hoe het gekomen is. Jullie weet: ik rook veel. Tc veel. 'k Heb er wel geen last van met mijn gezondheid, maar in de eerste plaats vind ik het toch dwaas, om je zóó aan de tabak te verslaven, dat je er eigenlijk niet meer buiten kunt" „Flink gczcld", bevestigde Wouter met een strak gezicht. „Benig baal heb ik dat ook tot bij zelf ge/eid, en een 'crsche sigaar opgestoken". „Val hem nu niet in de rede", zei mevrouw Hupstra, blijkbaar er op uit haar man zooveel mogelijk te steunen „en laat hem kalm uitspreken". „Dat is de eene redén". ging Hupstra voort. „De andere is de financicclc kant van de quaestic. Ik heb eens uit» gerekend, hoeveel ik per jaar wel aan rookgerei uitgeef en ik zeg jelui: het was benauwend. Waarom zou ik er een geheim van maken; het was alles bij cl» kaar in het afgcloopeu jaar. Maar vóór dat hij het geduchte clj» fer had kunnen noemen staken de man» in het gezelschap de handen op en slaakten afwerende kreten. Er werd een verward geroep gehoord van: „zeg het niet! Spaar ^ns! Wij willen het niet wc» ten!'.' .,En dat noemt zich dan de dappere, de energieke man," zei mevrouw IIup» stra. „Is er dan niemand onder u, die durft berekenen, hoeveel hij voor die nare. peperdure, vieze gewoonte uit» geeft?" .Booit", zei Wouter voor ons allen, „Biemand". Maar de laatste opmerking mevrouw Hupstra was voor ons jtl» len een lichtstraal in de duisternis ge. wcest. Dat geweldige besluit was niet zonder vrouwclijkcn invloed genomen. Onze oogen rustten met mededoogen op onzen makker, die zich, dit genot nu voortaan zou moeten ontzeggen. „Hupstra moet zelf weten wat hij doen en laten moet," zei lante Koosje en daarmee was het incident gesloten. Alleen Wouter wou, zooals gebruikelijk was. het laatste woord hebben. Hij klap te het kistje sigaren dicht, schoof het zoover mogelijk uit de buurt van den armen Hupstra en zei met een verkou» den nadruk: „een bens zijn zin een bens zijn leven." Het gesprek liep over allerlei dingen. Dat de Nieuwjaarsfooien langzamer» haiid minderen en dat de verhuizers bij verhuizing van de familie Wiltink, toen hun de keus gelaten werd tusschcn bier en koffie, allemaal koffie hadden gekozen en dat de overstrooming zoo'n groote ramp was dat laatste was na» tuurlijk het groote onderwerp. Plotseling kwam er weer een opschud» ding. De gastvrouw presenteerde bonbons bij de thee, die ze pas. wel wat laat. excuseerde ze zich, van den leverancier gekregen had. Mevrouw Hupstra bedankte. „Maar Carolicn...." zei tante Koosje, de gastvrije, dat meen je niet, je houdt er toch anders zoo van." „Ja zeker," antwoordde mevrouw Hupstra, „maar vandaag liever niet." „Toch geen kiespijn?" informeerde de hartelijke. „Als dat zoo is. rccom» mandcer ik je mijn tandarts: hij doet mij nooit pijn en is heelemaal niet duur je weet wel van der Velde." „Nee, kiespijn is het ook niet, maar wou toch liever...." Wij hadden op deze presenteerquaes» tic zoo niet gelet, maar Hupstra had het blijkbaar gevolgd, want hij zei op eens: „Och, tante Koos, dringt u liever niet bij mijn vrouw aan. Het valt haar wat moeilijk te weigeren." Toen ging er een verbazing over het gezicht van de gastvrouw en van de een^ naar den ander kijkende, zei ze tenslotte: „neem mij niet kwalijk Caro» lien, maar ie hebt toch ook geen be» lofte aan je zelf gedaan?" „Ja," zei ze en kreeg een kleur als vuur. Nu waren de mannen ook op het gesprek gaan letten en meteen schoot Wouter uit den hoek en zei: „De zaak wordt ingewikkeld. Als ik vragen bag, is het een ruil van zelfopoffering? De man geen tabak en de vrouw geen zoc» tighcid beer?" Op die vraag kwam geen antwoord, maar dat stilzwijgen was welsprekend en de dames zeiden in koor op een toon van beklag; „O, Carolicn." De mannen, op hun beurt, zeiden een» parig: „O, Hupstra!" „Hoor eens," zei tante Koosje, „ik moet zeggen dat het me spijt. Niet zoo» zeer voor mijn bonbons, hoor, want die komen wel op. maar voor Carolicn zelf. Al die heerlijke zoete dingen te laten staan, bonbons en koekjes cq taart en gebakjes, ik zou het vreeselijk vinden. Maar..." verbeterde zij zichzelf, want er kwam een pijnlijke trek op het gezicht van mevrouw Hupstra „wat sta ik hier te babbelen je moet natuurlijk zelf weten, wat je doen en laten moet." En daarmee scheen ook het tweede incident te zijn afgcloopen. Maar niet voor goed. „Als jullie het niet kwalijk neemt," zei een half uur later Van Stuiteren, „dan zou ik over die Nieuwjaarsvoor» nemens toch nog wel wat willen zeg» gen." „Och toe, Van Stuiteren...." zei de gastvrouw. „Je begrijpt mij niet niet over hun voornemens, maar over zulke plannen in 't algemeen „Ga gerust je gang," zei Hupstra. Hij zat er dien avond bij, mag ik zeg» gen, als een man, dio pas een rechter» hand had gekregen en nog niet wist wat hij er mee doen moesthij legde de hand op zijn knie. op de tafel, hij streek er mee onder zijn neus, kriebelde er mee onder zijn oogen kortom, hij maakte er allerlei gebaren mee, die IK nooit van hem gezien had. Zoo gaat het met een man die niet rookt. Zie daartegenover een rooker voortdurend is er voor zijn rechterhand beweging. Als hij de sigaar niet vasthoudt, brengt hij die naar zijn mond of steekt een lucifer aan of tipt er de asch af en de eene beweging is nog sierlijker dan de andere. Als ik het zeggen magde sigaar of de pijp behoort bii den man als de staar: bij een paard, die immers de sierlijkheid van het beest uitmaakt- Begrijp goedik zei dat allemaal niet, maar ik dacht het, terwijl Van Stuiteren zich zat te bedenken vóórdat hij zijn verhaal begon het duurde in» derduitd nog al lang en Wouter, de verkoudene. had hem nl eens aangc» keken en gevraagd „Bartinus. komt dat verhaal nog biet?" „Geduld een beetje." zei Martinus, „ik moet even mijn gedachten verza» melen, 't is al zoo lang geleden. Nu herinner ik me de geschiedenis weer precies- Het was familie van mijn vrouws kant, ik. zal de namen uit dis» cretïe niet noemen, maar het kwam hierop neer, Wij hadden fnmilie»bij» cenkomstcn, eens in de drie maan» den, om den onderiingen band te be» waren. Alleen de broers en zusters, de zwagers en schoonzusters en niemand anders. Geen kinderen, waar je zoo gemakkelijk ruzie over krijgt. Aller» plezierigst De onderlinge verstandhou» ding bleef best, als er eens wat was kwam het nooit aan openlijke ruzie toe, want iedereen was op dio gemeen» schappelijke diners gesteld en voor dien tijd was alle verschil weer in orde. Daar, op een rampzaligen dag, kwam de moeilijkheideen van de paren, laaÉ ik maar zeggen Herman en zijn vrouw, hadden elkaar met 1 Januari beloofd: ze zouden geen vlcesch meer eten, het! was niet behoorlijk tegenover de arme koeien en varkens. Goed, er werd wat mee gespot, maar daar bleef het bij- De middag ging voorbij, het was niet het v are. Zoo samen hetzelfde eten en drinken is juist de gezelligheid ln een familiekring- Als er twee niet meedoen is de halve genoeglijkheid al zoek- Ter» wijl wij prettig peuzelden, zaten Her» man en zijn vrouw te kijken, want zo waren altijd veel eerder klaar dan wij. Wc voelden allemaal, dat het op die manier gauw uit zou wezen met oc familie-bijeenkomsten." „En hoe liep het af?" vroeg Hupstra. „Den volgenden keer aten ze wee- van alles mee. Er was een hartig woordje van gezcid en Herman en zijn vrouw hadden toegegeven: „we willen ons dan wel opofferen," zeiden re. En zoo duren die f:imiKe»bijeenkomsten altijd nog voort. Gezellig en genoeg» lijk. Het gevaar is voorbij." „Hoor eens," zei Hupstra, „als jelui denkt, dat ik door niet te rooken de gezelligheid en de krans in gevaar breng, dan wil ik...." „Bij opofferen," zei Wonter en hield hem het kistje al voor. „Bet bijn bede» deeling, dat 't de booiste sigaar ia Be* derland is-" „Nu jij een bonbon, Caroiien?" zei de gastvrouw. „Om de gezelligheid niet te versto» ren," zei mevrouw Hupstra, rood als een roos- Zoo liepen (het spijt me of het spijt me niet, dat ik het zeggen moet) de Nieuwjaarsafschafferijen van Hupstra en zijn vrouw op niets nit. Van Stuf» teren had handig de situatie gered, want van die innige familiebijcenkom» sten om de drie maanden had ik vroe» ger nooit gehoord. Die heeft hij stellig verzonnen. Zoo dacht Wouter er ook over. „Bijn bcening is," fluisterde hij, toen hij ons uitliet, „dat Stuitc-cn ons' voor den bal hield met zyn fabilic=baal. Biets van aan. Baar handig gebaakt. Balie kerel, biet?" fIDELIO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9