HAARLEM'S DAGBLAD DE KABINETSCRISIS WILDZANG DINSDAG 26 JAN. 1926 TWEEDE BLAD NAAR AANLEIDING VAN EEN DOKTERS VISITE Hij was nog maar ccn klein kereltje.Ondertusschen was de dokter, nog met lang op school en zeker nog gelukkig lekker warme handen had. be- Ccmi geregeld lezer van Haarlems Dag» gonnen den jongen, onder de dekens, waarin hij anders zeker de waar» Rchuwing vun meneer Mcijerink zou hebben gelezen over de onbetrouwbaar» Iicid van het ijs in en om Haar» Jem. Ook hadden zijn ouders hem die waarschuwing niet voldoende op het h-iri gedrukt. In ieder geval hij was van» middag, Zaterdag 23 Januari 192b, op het ijs gegaan c:. hoe licht hij ook was, meneer Mcijerink kreeg gelijk: hij zak. tc er door. En dc kleine baas ging kopje onder. Hoe het nu verder precies is gegaan, weet ik niet. want ik ben er nvt bij geweest, .maar zooveel is ze» kcr dat hij er gelukkig door vricndclij» kc hulp werd uitgehaald. En door weer andere vriendelijke hulp werd het vent» jc bij zijn moeder thuis gebracht. Zijn huis lag ongeveer vijf minuten van het verraderlijke iis at en zooals nu later bleek was dc kleine drenkeling loopend. uan de haqd van den vricndclijkcn heb per. naar huis gekomen. Thuis werd het ventje ontdaan van zijn natte, modderi ge klecrcn en In de wol gestopt En daarop werd getelefoneerd om den dokter. Dc dokter kreeg bericht dat een drenkeling was, kreeg op zijn vraag ten antwoyrd. dat dc jongen goed en onbclcmr/jcrd ademde en voelde zich daardoor terstond zoo gerustgesteld, dat '/ij voorstelde o'm na zijn spreek uur, dat was na twee uur (het was op iCft oogenblik dat dc vriendelijke helper dpbcldc ongeveer kwart voor cén) eens naar den jongen tc komen kijken, inaar tevens den raad gaf den jongen tot zoo» lang rnct ecnigc goed warme kruiken in zijn bed te houden. Toen vroeg de Welwillende helper aan dc andere zijde van den telefoondraad nog of de jon« 5cn. die zeker veel water had ingeslikt. at niet moest uitbraken. De dokter vroeg nog eens of dc jongen goed adem de en toen bevestigend werd geant woord. stelde hij den vrager gerust om» trent het ingeslikte water en herhaal» dc nogmaals den raad om den jongen in bed to stoppen en met kruiken tc verwarmen. Daarop werd het telefoon» gesprek gestaakt en kon dc dokter zich weer wijden aan den patient, dien hij op zijn spreekuur had. Maar gerust gevoelde hij zicii niet. het feit. dat dc man aan de andere zijde van dc telc» foondraad niet reeds uit zichzelf den jongen had trachten tc verwannen, maar dat men zich daar zoo bezorgd maakto over diens maaginhoud, deed hem twijfelen aan het juiste inzicht van de aanwezige helpers in dc nooden en behoeften van dit geval, n.l, van een kleinen drenkeling, die cenigc minuten lang In ijskoud water heeft gelegen, mo gelijk een korten tijd onder water is geweest en dus niet heeft kunnen nde- men en die daarna in zijn natte kleercn ccn wandeling van ongeveer vijf minu ten heeft moeten maken. Dc dokter be sloot er liever zelf heen to gaan cn zijn snreokuur maar In den steek tc laten. Zoo deed hij' cn om half twee was hij hij den drenkeling. Daar zag hij den kleinen jongen, in dekens gehuld, zit» ten op zijn bed, gebogen over den rand van het bed en liet hoofd boven ccn op den vloer staande waschkoin. Zijn moeder en dc nog aanwezige helper .spoorden hem krachtig aan te braken. De arme jongen was block en blauw, paars van dc kou. rillend, huilend, bang voor z.ijn inocdcr cn vooral voor den helper (wel een vriendelijke, maar toen een vreemde man!), die van hem 'ets met veel aandrang verlangde, dat hij niet kon volbrengen. Achter den iongen in het bed lag een warme kruik, Het kind was naakt. De dokter legde terstond het kind neer in bed. drukte de kruik dicht tegen hem aan en stopte dc dekens goed stijf om hem heen. De ademhaling bleek goed te zijn. de pols was echter nau» wclijks voelbaar, dc bloedsomloop dus zeer slecht. Het kind was -over het geheele lichaam steenkoud, lag ook toegestopt in de dekens 'nog steeds door tc rillen. Onmiddellijk werd last gegeven meer warme kruiken te verschaffen cn tc» vens den jongen wat warms te drinken te geven. Melk. dokter? Neen. hij behoeft niet tc eten. hij moet warmte heb» ben. warme thee. warme koffie, warme wijn groc, desnoods slappe cognacgroc of alleen warm water, maar warmte! Na eenige oogcnblikkcn kwam er een warme kruik cn een kopje warme melk (met water?) De zorgzame grootmoe» der in de keuken had blijkbaar melk toch beter geacht. Men bedenke dat toch alleen de warmte hier waarde had. voedsel heeft een dergelijke patiënt niet noodig. Een prikkel, zooals die ver» strekt wordt door ccn kop koffie of thee of door ccn matige dosis alcohol (wijn. brandewijn, cognac) is natuurlijk ter aonzweeping van het slecht werken» i de hart ook zeer op zijn plaats. beide beenen tc wrijven, tc masseeren. Dat vond het ventje heerlijk. Dc dokter deed het om den bloedsomloop te on dersteunen. het werk voor het hart te verlichten. Gaandeweg-verminderde nu het rillen van den drenkeling cn tevens werd zijn gelaatskleur beter, het bleek blauwe maakte plaats voor een meej rove geLiat en dc oogen werden min der hol nu door betere pompwerking van het hart weer betere blocdvuMmg optrad in de bloedvaten van het hoofd. Dc verschrikte uitdrukking in het ge zichtje van den bibberenden zooevcn *«n het kille water, mogelijk aan den dood ontrukten jongen had plaats ge kt voor een rustiger, meer normaal uiterlijk. De pols was nu ook aanmer- kclijk verbeterd. Maar dokter, vroeg nu de helper, ai de jongen nu dat vuile water niet uit braakt, kan hij dan geen longontste king krijgen? Hier kwam nu aan den dag waarom men den jongen met geweld had wil len doen braken. Dc helper was be vreesd dac dc jongen longontsteking zou kunnen krijgen cn wilde trachten dat te voorkomen door hem het inge» slikte water te doen uitbraken. Dc hel per was van goeden wil, maar had on juiste voorstellingen Ik onderstel dat hij eens had bijgc» woond hoe bij ccn drenkeling die be wusteloos uit het water was gehaald kunstmatige ademhaling werd toegepast cn hoe hij had gezien dat daarbij door druk op dé maagstreek, het ingeslikte water voor zoover mogelijk wijderd. Daar was dat noodig om te voorkomen dat gedurende dc kunstma tige ademhaling water (of andere maag. inhoud) bij dc uitademingsbeweging, die door druk op de ribben wordt verkregen, naar boven wordt uit geperst en bij dc volgende tnaderaings» beweging in dc luchtpomp en dus in de longen zal worden aangezogen. Daar door zou dan gemakkelijk ccn long ontsteking kunnen worden veroorzaakt. Water dat door den drenkeling reeds te voren in zijn longen is ingezogen Z3l men bij een volwassene, dien men slecht onderste boven kan houden, (bij een pasgeborene gaat dat beter wordt het ook geregeld gedaan in die gevallen waarin dat noodig is!) daar uit niet weer kunnen verwijderen. Bra» ken of druk op de maagstreek zal daar voor niet helpen. Is de drenkeling niet bewusteloos, dan zal hij allichtdoor hoesten zich trachten te ontdoen v; ongerechtigheden in zijn luchtwegen. Onze jeugdige drenkeling echter hoestte niet. er waren ook geen telgeruischcn tc hooren. Hier moest eerste werk zijn den jongen weer warm te maken cn zijn hart. dat slecht werk» te.gweer beter op gang te brengen. Mo» gelijk was de slechte hartswerking alleen te wijten aan dc afkoeling die dc knaap had ondergaan. Hoe lang hij in het koude water heeft gelegen weet ik niet. of mogelijk door onder» dompding en stilstand van dc adem» haling ook nog schade aan het lichaam dc eerste plaats aan het hart is toe» gebracht, laat zich niet bcoordeelen. maar dc sterke afkoeling alleen zou reeds voldoende kunnen zijn om een dergelijke slechte werking van het hart te verklaren. Immers voor de goc» dc werking van al onze levcnsvcrrich» tingen is noodig onze normale lichaams temperatuur, die met lichte schomme» lingen van niet meer dan een halven graad altijd 36.5 a 37 gr. Celsius be draagt. Onder lichaamstemperatuur moet eigenlijk verstaan worden de tem peratuur van 't bloed en het spreekt ■an zelf dat die aan den buitenkant •an het lichaam, waar wij aan dc kou dere omgeving altijd warmte afstaan, natuurlijk lager moet zijn dan in de diepte. Door de voortdurende stroo» ming echter van het bloed dat in mil der dan een halve minuut door het ge» hecle lichaam heen stroomt, komt even-1 steeds weer ccn dooreenmenging het koudere opper*Takte»blocd met dat uit dc diepere dcelcn tot stand. het gevolg is dat al het bloed steeds weer dezelfde temperatuur krijgt en behoudt. Komt nu echter door overmatige afkoeling over de geheele oppervlakte (onderdompeling in ijskoud water) een te sterke verlaging aan dc oppervlakte tot stand, terwijl de krach ten, die het bloéd verwarmen, niet in staat zijn zoo snel de temperatuur in de diepte weer te doen rijzen, dan daalt de temperatuur van dc geheele bloedmassa en daarmee de lichaams temperatuur. Ik heb mijn kleinen patiënt Wiet geplaagd met het aanleggen van een thermometer ter bepaling van zijn tem peratuur. .Maar dat die eenige graden was gedaald beneden het normale peil staat wel sast. En evenmin als het menschelijk lichaam gezond is bij koorts, dat wil zeggen bij -temperatuur boven het normale peil (ook dat wat men 'zoo vaak ..verhooging" hooit noemen, is koorts en 'n verschijnsel van ziekte) evenmin kunnen dc levensver» richtingen goed plaats grijpen bij la ger temperatuur. Wel ligt de grens naar beneden heel wat verder van de 37 gr. af. dan die naar boven (er schijnt eens een temperatuur van 24 gr. Cel sius te zijn waargenomen bij iemand die later weer tot 37 gr. en tot gezond heid terugkeerde: ma3r naar boven is gewoonlijk 42 gr. al doodelijk en slechts zelden, zoo ooit, zijn na hooger tem peratuur mtnschcn weer gezond ge worden). doch reeds dalingen van eeni ge graden moeten als levensgevaarlijk worden beschouwd. Niet alleen zijn dergelijke dalingen, indien niet door goede behandeling geremd en tot stil» stand gebracht, zelf al rpoedig doodc» lijk. maar bovendien geeft de lage tem peratuur van het lichaam tot een veel grootcre vatbaarheid voor besmettin gen. tot daling van het weerstandsver mogen tegen allerlei vijanden, aanlei ding Ook daarom moet zoo snel mogelijk dc temperatuur weer op het normale peil worden teruggebracht. In verband met dc lichaamstempera tuur moet hier nog even op ccn ver» schijnsel worden gewezen dat bij on« zen kleinen drenkeling zeer opvallend was. De jongen lag. ook toegestopt in zijn dekens, nog voortdurend tc ril» len. te bibberen, te klappertanden zelfs. In al deze bewegingen heef: men tc waardcercn een poging van het lichaam zelf om door spierwerking (wij we ten toch ook hoe alle spierwerking ons verwarmt), de temperatuur van het bloed weer te doen rijzen. Wat dus zoo vaak enkel als een uiting van het kou-gevoel wordt aangezien, is inder daad een soort van „natuurgenees wijze", in dien z-in, dat reeds de na tuur van ons lichaam zelf maatregelen ter genezing van het aangerichte on heil gaat nemen. Toen door meer kruiken, door warm drinken, ook de jongen warmer was geworden, toen door wrijvon en kne den san dc bccncn, de bloedsomloop weer was verbeterd, verdwenen dc ril lingen. Ook dc gespannen. ineenge drongen houding van het vestje werd geheel anders, hij ontspande zijn spic- icn en ging meer languit -in zijn nu warme dekens liggen. De spanning van zijn spieren had hem evengoed als al de ^leinc samentrekkingen, die te zamelt met rillen hadden veroorzaakt, warmte opgeleverd en nu hij zich war- mcr voelde worden behoefde hij nie: meer zoo ineengekrompen tc blijven liggen. Hij ko:i weer wat royaler de op> p- rvlaktc van zijn lichaam in aanra> king brengen met dc omgeving, de nu ook warme dekens. Hij behoefde niet meer bevreesd te zijn voor warmte verlies. Alle verschijnselen bijeen gaven den dokter het recht zijn patiënt nu over te laten aan zijn bezorgds omgeving. Toen hii anderhalf uur later nog eens kwam kijken had de drenkeling al weer wat praatjes. Hij lag nog lekker onder de wol. maar had geen behoefte meer aan kruiken. Zijn moeder kreeg nu opdracht ondergoed voor hem bij dc kachel 1e hangen en het hem goed warm 3an te trekken. Het is nu Zondagochtend 10 uur en zooeven werd mij getelefoneerd dat de drenkeling niet meer in bed was te houden. Gelukkig! DE DOKTER. (Als honorarium voor deze schets, is door dc directie van Haarlem's Dag blad op verzoek van den dokter, f 10 beschikbaar gesteld voor den waters nood). De mislukte pogingen van Dr. de Visser De kansen voor den nieuwen formateur Onze Haagsche oorrespondent schrijft: Zoo is dan de ministercrisis, rond het gezantschap bij den Paus in een nieuwe phase gekomen. Eerst is dc poging mislukt van Mr. Marchant om ccn linksch parlementair kabinet te vormen. Daarna mislukten elc pogingen van Dr. De Visser, zoo» wel om een rechtsch parlementair Ka binet te vormen, als een Kabinet, welk dan ook. En thans verkreeg opnieuw een vrijzinnig-democraat een opdracht: een opdracht tot vorming van een extra parlementair Kabinet. Van de poging des heeren Marchant is alles bekend door de publicaties van •den v.»d. leider. Rond de pogingen van dr. de Visser is alles nog duisterheid. Althans er is officieel duisterheid. Meestentijds sijpelt cr wel zooveel door een tamelijk helder beeld van het gebeurde weer te geven is. Welnu dit is ongetwijfeld zeker, dat Dr. dc ic-r geen enkele mogelijkheid onge bruikt heeft gelaten, die -op dc ccn of andere wijze tot een hernieuwde sa menwerking der rcchtsche fracties zou kunnen leiden. Maar steeds vond hij de oorzaak der crisis: het mecningsver- schil over het gezantschap bij den Paus op zijn weg als groot, struikelblok. Steeds weer hoe hij ook een oplos ing zocht, zelfs bij dc oplossing van het behoud der zittende heeren in een Zakenkabinet, werkte het gczantschaps .geschil remmend op dc afwikkeling der zaken. Er was onder dc ministers over eenstemming verkregen -op den grond van het bekende Iiem-conipromis. Had het kabinet het 1ocn gewaagd voor de Kamer tc komen, wellicht dat dan de regeeringswagen weer in het spoor ge komen was. Immers van R K, zijde cn A.R.«zijde zou niet tegen het compro» mis geageerd worden, ton motie van afkeuring zou wel niet worden voorgc» stcld Want voor den Vrijheidsbond was dc gezantschapskwestie bovenal een finanoiccle kwestie, wat bij het Bom» compromis zou ophouden. De V.D. en S.D.-fracties zouden moeilijk met zulk ccn afkcuringsmotic ku: icn komen of daarvoor stemmen, wijl dc voorstel» len van die zijde bij de opdracht- Marchant de weer»instclling van de post bij het Vaticaan mede omvat hielden. En dc staatkundige, inzichten van dc chr-hist. partij verbieden de chr.'hist. fractie a3n het aannemen van ccn motie van afkeuring mede te wez» kenf de oveTgroote meerderheid dier fractie zou ongetwijfeld daaraan de stem niet gegeven hebben. Anders stond het echter met een motie van teleurstelling. Maar voor een motie van teleurstelling had de regecring niet uit den weg behoeven ie gaan. Had het kabinet het zitting nemen gewaagd, gelijk het dat in den afgeloo- pen zomer heeft gewaagd zon-der abso lute zekerheid van een goeden afloop der gezantsehapskwcstic. wellicht dat dan de regeeringswagen wel in het spoor was gekomen. En welke signatuur het kabinet dan ook gehad had. langzamerhand zou het kabinet'Colijn weer ccn parlementair kabinet geworden "Zijn. Evenzeer als zulks het geval was na het weer optre den van het ministcric-Ruijs na de vlootwet crisis. Intusschen, het kabinet-Colijn heeft het ditmaal niet gewaagd, hoewel n a het ge-bcundc en met het compromis, de kans op succes grootcr was dan na den afgcloopen zomer, toen alles wat nu toch wel duidelijk gebleken is op losse schroeven stond. De ministers wilden dc absolute zekerheid hebben, dat over het Bcrn-compromis door tic rechterzijde niet zou medegewerkt worden aan een motie van afkeuring of teleurstelling. Die zekerheid kon door de houding der Ohr.»l list. fractie, waar door dc R.K. fractie afkeerig werd van steun aan een min .of meer in labiel evenwicht verkeerend kabinet, niet ge boden worden. En ccn extra«parlemen« tair rechtsch ministerie kon niet wor den samengesteld. De mislukking kan niet aan Dr. de Visser geweten worden. Naar wij ve-» namen heeft hij alles in het werk ge steld een oplossing tc brengen. Zijn wij goed "ngclicht cn wc twjjfelcn daar aan niet dan heeft Dr. de Visser ook dc fractie van den Vrijheidsbond ge polst of doen polsen naar hun houding tegenover het Bcrn»conTpromis. Een ge» dcclte der fractie een minderheid echter moet aanvankelijk wel bereid zijn geweest door het zioh van te voren binden met hun stem de terugkomst van het kabinet»Colijn te verzekeren. Omdat zij dc werkzaamheid van dat ka- binct in het financiecle belang van ons land achtten.Dc leiding der fractie heeft zich echter als oppositiepartij in geen enkel opzidht willen binden. De laatste poging van Dr. dc Visser heeft niet lang geduurd. Na enkele da gen reeds zag hij in dat dc oplossing door een rcchtsgctint zakenkabinet niet mogelijk was. Waarom is nog niet duidelijk- Ging het weer om het gezantschap? Of wa ren dc mannen, dc meest»geschikten niet tc vinden? Moest er ook aan link» schen kant gezocht worden? Waar schijnlijk heeft Dr. De Visser dat ook reeds gedaan. Vanwaar anders de of» ficieuzc mededeeling. dat Mr. Lim burg bij zijn formareurswerkzaamheid dc voordcelen van Dr- De Vissers po gingen zaj ondervinden. Wellicht ook werkten beide moge» lijkhc-den samen. Komt toch Mr. Lim» burg met het Bern-voorstel waarom zou hij zich niet aan de Kameruitspraak van 11 November houden? dan kan, wanneer linksche heeren' met den vrijs.» democraat een ministerie vormen, moeilijk op dit punt een meerderheid in dc Kamer zich tegen het ministerie» Limburg uitspreken- Het hoogste, waartoe men zich in de afgcloopen weken opwerken kon, was de uitspraak..Geheel onmoge» lijk, dat Dr. De Visser slagen zal. is het niet!" Mr- Limburg begint onder veel betere auspiciën. Allereerst heeft hij langer over ccn op'ossing kunnen denken- ITct is ons bekend, dat hij reeds door H. M- dc Koningin geraadpleegd is geworden, nog vóór Dr- Dc Visser zijn eerste op» dracht necrlci. In de tweede plaats is van belang dat vrijwel algemeen in dc pers de hoop en de wensch wordt uit gesproken dat Mr- Limburg slagen zal, waartoe dc lange duur der crisis niet weinig zal bijdragen, liet wordt inder daad meer dan tijd, dat de parktnen» taire machine weer gaat loopen- In de derde plaats is Mr. Limburg, bij 2lle politickejjroepen hoog geschat om zijn bezadigcuïcid, grootc kunde, zijn parle mentaire en internationale ervaring, zijn zelfstandigheid cn objectiviteit, om zijn integriteit, eigenschappen zonder onderscheid van bcteckcnis bij het voe ren van 't Parlement uit den verwarden politicken toestand, die achter ons ligt- Om Mr- Limburg kunnen zich velen vercenigcn die zakelijk willen regee» ren. Air- Limburg is een breed poli ticus, die in zekeren zin boven de par tijen staat Ook in de vrijz-dcmocr. partij neemt hij een zeer bijzondere cn hooge plaats in- Dat hij in vragen van ontwapening en inzicht ie de draag» wijdte van het Volkenbondspact s v- niet zoo ver gaat als dc heer Merchant, zal het voor rcchtsche politici gemak kelijker maken ên een kabinet»Lim» burg plaats tc nemen- Een geheel linksch-georië'nteerd ka binet-Limburg toch verwachten we vooralsnog niet. ONZE LACHHOEK Onlangs is te Londen een zwemwed strijd gehouden, ^waarvoor de dcelnci mers eerst ccn baan in het ijs moesten vrijmaken- De heethoofden! Lit Canada komt hef wereldschok kende nieuws dat een man een reis van 650 K.M heeft ondernomen, om zijn tandarts te bezoeken- Wij moeten eerlijk bekennen, dat wij bij een soortgelijke expeditie ook wel eens een straatje oraloopcn. Bij alle voorspellingen, die dezer da gen over het pas begonnen jaar zijn gelanceerd, willen wij uiting geven aan onze overtuiging, dat wij ccn warmen. koclcnj natten, drogen, korten cn langdurigen zomer in het vooruitzicht hebben Alleen de heer Paesi. als pkatsver* vanger van Jacques van Kempen, ver dient extra vermelding voor zijninge houden zingen in „De Schipbreuk". Al leen in de liederen voor de pauze („Der Frühling" en „Een liedje van de Lin den") legde hij het er wat al tc dik op naar mijn meening. u Met de „Zwccds-che Lucifersmarscn' zette dc avond goed in- Met opzet o! niet, maar dc affiniteiten met het „Pan« daemonium" uit Berlioz' .Damnation de Faust", maken deze humoreske voor mannenkoor buitengewoon humoris tisch. Valt er verder nog iets ?nders te zeggen over de superbe uitvoering van dc soms zoo heerlijk piatte „dialogen" tusschen de echtelieden Dadelpracht (mej M. Heijmans cn de heer Jan Dekker) dan dat het in een woord verrukkelijk was? HENK DIEBEN. Vervolg Stadsnieuws MUZIEK HAARLEM's GEMENGD KOOR. „De Schipbreuk". Met de schorpioenen zijner parodis- tiseh.muzikale welsprekendheid gee» selt dr- Johan Wagenaar in „De Schip breuk" niet alleen heL tegennatuurlijke der Italiaansche aria's, niaar alle laag- bij-de-grondsche muziek. Fel cn onmee» doogend worden de componecrende Philistcrs, plus allen die door daadwer kelijke medewerking do solisten dit leger helpen versterken, afgestraft met hun eigen onnocrzcle, beduimelde „schublonenhafte" muziek. Er wordt hen een spiegel voorgehouden, die scherp cn waar al hun banale trekken weergeeft. Zijn cr wel eens mistoestanden door ernstige woorden of het goede voor beeld te verbeteren, er zijn er ook, waar niets anders helpt als de satire. Zoo deed Erik Satic in Frankrijk hij redeneerde niet, hij sloeg en raak ook en zoo doet dr. Johan Wage» naar in Holland, dat, In vele zaken, verloren hoekje in de Europeesche ka» merwaar de spinnewebben van klein» burgerlijkheid door de duffe sfeer van sleur cn conventie een ongestoorde rust genieten. Ik zou dr- J. Wagenaar in dit geval (wel een beetje oneerbiedig) met de befaamde bezems willen ver gelijken- Mochten wc het werk zelf ook nog met dit reinigend instrument ana» loog maken, dan zou dc heer Jan Booda als dc bekwame hanteerder er an mogen geiden- Met „vaste hand" leidde hij het ge heel. hierbij ondersteund door het accompagnecren van den componist zelf, die dc pianopartij „uit het hoofd" („par eocur" zeggen de Franschcn) speelde- Dat hierdoor een groote een heid van uitvoering cn een bijna vol» maakte interpretatie werd verkregen, behoeft nauwelijks gezegd te worden, zoo min als het vermelden van het enthousiasme dat telkens en telkens weer in hoogtepunten van applaus een uitweg zocht Moge de grijze promotor van vele emzer tegenwoordige compo» n-istcn in deze hulde voldoening ge vonden hebben van bereikte resulta ten. van geslaagden arbeid- Daar de eerste uitvoering itt dit blad reeds uitvoerig besproken is. kan ik kort zijn over het door de solisten cn het vóór de pauze gebodene- TENTOONSTELLING J. C. RIT» SEMA. Het expositiezaaltje van Kunst zij ons Doel op de Waag herbergt tot cn met den volgenden Zondag een twintig» j tal werken door den Haarlemschcn 'schilder Rifsema. Gezond, sterk werk jvan een echten landschapsschilder, een» I voddig en recht-uit, zonder Grübelei nsar dingen die buiten een direct pïctu» -rale emotie vallen, en waarin men den onvertroebeldcn adept terugvindt eener impressionistische weergevïngswijze, (waaruit, onder andere, onze Haagsche school haar groote kracht geput heeft. Ü3ar Ritsema van niemand minder dan den zuiveren, ouden Gabriel de leerling - was. verwondert het geenszins ook in hem den zin voor ecnvoudigen toets, den zin voor simpele klaarheid, haast zoudt ge kunnen zeggen: voor dc bij» zonderc schoonheid van het nuchtere aan te treffen. Dat hij zich daarbij toch grootclijks van Gabriel's werk heeft losgemaakt en er geen modeme repeti» tie va* uitmaakt, pleit voor den leven» den schilder. Zoo bevindt men zich, te midden van deze werken staande, in vertrouwde omgeving, waaruit de kalme rust op u afkomt, die een met begrip en kennis voortgezette traditie immer verschaft. Want Ritsema is geen schilde» rijtjesprutscr, die knabbelt en voort- kauwt op de manieren en de sujetten van wie werkelijk belangrijk en groot wa ren; hij is traditioneel, zeker maar voldoende zichzelf cn eigen in zijn ar beid, om onze belangstelling volledig waard te zijn. Wanneer we naar bindsels met het verleden willen zoeken, zullen yvij, be halve naar de kleine schilderijtjes met de kinderfiguren bij een schuur, waar het „Bouwland", nr. 1, moeten kijken of de Regenbui op nr. 7 moeten bewon deren. Daarin leeft misschien de geest var> Gabriël nog eens op. Het is er niet minder om en vol eener grazicuse romantiek. Doch al in het strand, nr. 13, dat als met vloeiend email geschil derd is. en een gelukkig specimen van Ritsema's werk, vangt ons oor nieu were klanken, die in het laatste. Bre» tonsche werk steeds rythmischcr her» haald zullen wordenDe blanke visie op Pont-doen, de kleurigheid van een scheepswerf, de klaarte, waarmede de oude kerk van Tremols in de dorpsche atmospheer staat, het heeft, terwijl het alle detailleering voor het oogenblik loslaat, toch den onmiskenbaar zuive ren trek van den goeden oud-Holland» schen schilder. Geheel opmerkelijk is in dit opzicht het interieur dier kerk van Trcmole, waar voor het boersch ge smukt altaar een oud vrouwtje haar devotie verricht. Hoe sterk komt hier die drang naar de schoone nuchterheid der dingen bij den schilder tc voor» schijn. Men zou alleen kunnen verwach ten, dat hij zulk sentiment mettertijd nog scherper zou acccntueeren. Maar met dat al, dat is een mooie kleine ten toonstelling van een dier te tellen Haar» Iemsche schilders, die werkelijk ..schil» der zijn" in den goeden ouden zin van het woord. J. H. DE BOIS. FEUILLETON Naar bei Engelscb van ESMé STUART. 38) „Ik ral u eens vertellen wat ik voor een plannetje in mijn hoofd heb. Juf» frouw Cadet kent een jongen man die tendeling is". „Een broer van haar?" zei de gene» raai glimlachend. „Neen, ccn vriend. IIccfT u nooit een meisje gehad, was u niet verliefd op.. O neen, natuurlijk niet. ik vergat dat u ongetrouwd is. Nu. hij zit ergens in Australië cn als hij eens terug kwam en hij kon hier een standplaats krij» gen of een aardig sommetje geld, dan zou ze met hem kunnen trouwen, is 't niet?" „Aha. juffrouw Antonia. u heeft ro« mantische neigingen zie ik". „Romantisch! Ja, natuurlijk, maar als u hier vijftien jaar lang juffrouw van gezelschap was geweest zou u dan riet graag een een uw eens va*, anders willen, bedoel ik. Ik begrijp zelfs niet hoe ik het een jaar lang moet uithouden". „En wat moet er daarna gebeuren? „O. dan word ik ook juffrouw van gezelschap. Ik ben al bezig om te lee» ren wat ik dan allemaal doen moet". „En wat is dat dan allemaal?" „O. dat kunt u toch niet begrijpen. Dat ts niets voor een man. Oom Évas. weet er nu wel iets meer van. omdat.." „Nu omdat?" „Omdat hij met tante Duif getrouwd u. Als u haar man was zou u het ook wel beter begrijpen". „En u vindt dus dat ik een soort van Algemeene Weldoener moet wor» den. juffrouw Antonia?" „Ja. is dat geen pracht van een titel: Algemeene Weldoener? Ik wou dat ik u kon helpen met weldoen". „En hoe zoudt u uw geld dan wel besteden?" Toncy lachte weer. „Maar ik heb niets om weg te geven, ziet u. Ja, toch wel vijf gulden. Maar daar moet ik een heelen tijd mee doen. cn ik vrees dat ik het vanmiddag wel allemaal aan den stoel van juffrouw Cadet zal moeten besteden". „Dan houdt u dus niets over". „Neen maar misschien geeft iemand mij wel eens een extratje; hoe» wel ik niet weet wanneer, want ik ver» dien graag zulke belooningcn". „Maar hoe kunt u die dan verdie» nen?" „Wel, thuis werkte ik bijvoorbeeld een middag in het magazijn, als ik erg veel behoefte aan geld had. Het was wel leuk. maar ik denk niet dat tante Duif het goed zou vinden als ik in een winkel jn Winchley achter de toonbank ging staan, denkt u wel? Ze is erg trotsch". „Ja. daar zou ze zeker niet op ge steld zjjn", zei de generaal lachend. „Paps cn ik waren altijd blij als wc veel verdiend hadden cn ons geldkistje vol was. Er was altijd wel iemand die het noodig had. Als de menschen het verdienden hielpen we ze dadelijk, maar het was daar ginds gemakkelijker om cr achter te komen of zc de hulp waard waren of niet". „Dat kan ik mij voorstellen". „Zeg, generaal Stone, als u weg gaat, wilt u dan Jim een flinke fooi geven? Ik heb beloofd dat ik alle fooien voor hem en zijn meisje bewaren zal, tot zc gaan trouwen". „Lieve help, alweer een huwelijk". „Ja", zei Toney en ze lachte hartelijk Paps zei altijd dat het 't beste was om jong te trouwen, cn u vindt juffrouw- Cadet toch zeker niet tc jong. is 't wel?' „Dat nu juist niet. maar misschien is die zendeling daarginds wel met iemand anders getrouwd". „Zij denkt dat hij haar trouw ge bleven is; ik hoop het. Wat denkt u cr „Ja. daar kan ik moeilijk over oor» dcclcn". „Maar zou u uw eerste liefde dan niet trouw gebleven zijn?" Toncy wist niet dat de oude gene» raai altijd trouw gebleven was aan de herinnering aan een vroeg gestorven liefste". „Dat denk ik wel cn u?" „Ja, altijd maar ik ben nog niet op iemand verliefd. Ik weet niet of ik ooit iemand zal vinden die net zoo aardig is als Paps. Ik ben blij dat u zegt dat u haar trouw zou blijven. Dat vind ik erg aardig van u. Dus u voelt wel vee! sympathie voor juffrouw Cadet?" Dat idee was nog nooit in zijn hoofd opgekomen. Plotseling begon hij belang te stel len in juffrouw Cadet, hoewel zij dit niet wilde bekennen aan het .aardige jonge kind dat alleen aan anderen dacht. „Ja zeker. Is dit niet dc kortste weg naar dc pastorie?" „Neen. ik ga zoo. Ik moet Minnie Thomas meenemen. Haar zuster is nu bepaald bang van mij cn kleedt haar netjes uan cn geeft haar op tijd haar ontbijt". „Wat heeft u nog ccn bcschcrmclin» ge? U heeft het cr druk mee. juffrouw Antonia". „Zegt u toch Toncy, u is zoo'n aar dige man". „O ja? Dat wist ik niet". ...Maar het is heusch waar. Goeden dag, het kind zou maar bang voor u zijn. Nog welbedankt dat u riTet mij mee is gegaan". Toney verdween en de oude man liep naar huis en peinsde over het ver» leden dat nu sf en toe wel eens vaag en onwezenlijk begon te worden. Vandaag was hij er weer heelemaal in verdiept. •Ze lijkt op Clara, dat zag ik dade lijk zei hij bij zichzelf. „\tm kind. om zoo aan die wcreldschc vrouw over» geleverd te zijn. Evas durft zich toch niet tegen haar te verzetten. Arm kind. Ze is nu nog Allesbehalve wercldsch. maar een dergelijk voorbeeld heeft cnormen invloed. Ik geloof dat het ge luk van die gezelschapsjuffrouw even belangrijk is als wanneer zc een prin» ses geweest was". Langzaam liep hij naar huis terug. Ïeinzcnd over het verleden cn over óney. En Toncy zelf liep opgewekt verder. Met Trick samen vloog ze het huisje van Thomas in, zocht Minnie cn liet haar op haar rug zitten, toen Lewis Waycott voorbij reed. Hij hieid zijn paard in. „Zoo, juffrouw Whitburn, u draagt da3r een heel vrachtje. Wat zal dat kind het heerlijk vinden". Toncy liep naar hem toe, maar liet haar vrachtje niet vallen cn naar glim lachende snuitje zag er niet minder aantrekkelijk, uit door de twee mollige kinderarmpjes die om haar hals heen geslagen w aren. „Ik moet les gsan nemen", zei Toney lachend. „Is u niet blij dat uw school» tijd achter den rug is. meneer Way» cott?" ..Buitengewoon blij. maar u zult er ook wel spoedig mee ophouden denk ik zoo. In Juni of Juli wordt er bij ons een bal gegeven. Ik hoop dat Lady Duif er u naar toe zal laten gaan". Toney trok een gezicht „Een bal! O. dat is voor jonge da» mes. Silvia Halls zal cr wel komen, en uw nichtjes en „Dat hoop ik wel, ja. En u?" „Ik kan alleen met gewone men» schen dansen. Thuis ging het fijn. Maar hier neen. tante Duif zou het vast niet goed vinden ine-t het oog op mijn vooruitzichten voor de toekomst! Me neer Waycott kunt u stoelen stoffce» ren? Ilct is ccn heel werk. Ik ben cr nog heelemaal pluizig van". „Ik denk -cl dat ik het zou kunnen :Is ik het probeerde. „Ik denk net nier. Het is moeilijk. Paps kon het ook niet alleen. Nu. goe den dag, ik moet mij erg netjes gedra gen want meneer Halls kijkt zoo ern stig. Kom, Trick, wie cr het eerste is!'! (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 5