HAARLEM'S DAGBLAD
DE KABINETSCRISIS
WILDZANG
DINSDAG 26 JAN. 1926
TWEEDE BLAD
NAAR AANLEIDING VAN EEN DOKTERS
VISITE
Hij was nog maar ccn klein kereltje.Ondertusschen was de dokter,
nog met lang op school en zeker nog gelukkig lekker warme handen had. be-
Ccmi geregeld lezer van Haarlems Dag» gonnen den jongen, onder de dekens,
waarin hij anders zeker de waar»
Rchuwing vun meneer Mcijerink zou
hebben gelezen over de onbetrouwbaar»
Iicid van het ijs in en om Haar»
Jem. Ook hadden zijn ouders hem die
waarschuwing niet voldoende op het
h-iri gedrukt. In ieder geval hij was van»
middag, Zaterdag 23 Januari 192b, op
het ijs gegaan c:. hoe licht hij ook was,
meneer Mcijerink kreeg gelijk: hij zak.
tc er door. En dc kleine baas ging kopje
onder. Hoe het nu verder precies is
gegaan, weet ik niet. want ik ben er
nvt bij geweest, .maar zooveel is ze»
kcr dat hij er gelukkig door vricndclij»
kc hulp werd uitgehaald. En door weer
andere vriendelijke hulp werd het vent»
jc bij zijn moeder thuis gebracht. Zijn
huis lag ongeveer vijf minuten van het
verraderlijke iis at en zooals nu later
bleek was dc kleine drenkeling loopend.
uan de haqd van den vricndclijkcn heb
per. naar huis gekomen. Thuis werd het
ventje ontdaan van zijn natte, modderi
ge klecrcn en In de wol gestopt En
daarop werd getelefoneerd om den
dokter. Dc dokter kreeg bericht dat
een drenkeling was, kreeg op zijn vraag
ten antwoyrd. dat dc jongen goed en
onbclcmr/jcrd ademde en voelde zich
daardoor terstond zoo gerustgesteld,
dat '/ij voorstelde o'm na zijn spreek
uur, dat was na twee uur (het was op
iCft oogenblik dat dc vriendelijke helper
dpbcldc ongeveer kwart voor cén) eens
naar den jongen tc komen kijken, inaar
tevens den raad gaf den jongen tot zoo»
lang rnct ecnigc goed warme kruiken in
zijn bed te houden. Toen vroeg de
Welwillende helper aan dc andere zijde
van den telefoondraad nog of de jon«
5cn. die zeker veel water had ingeslikt.
at niet moest uitbraken. De dokter
vroeg nog eens of dc jongen goed adem
de en toen bevestigend werd geant
woord. stelde hij den vrager gerust om»
trent het ingeslikte water en herhaal»
dc nogmaals den raad om den jongen
in bed to stoppen en met kruiken tc
verwarmen. Daarop werd het telefoon»
gesprek gestaakt en kon dc dokter zich
weer wijden aan den patient, dien hij
op zijn spreekuur had. Maar gerust
gevoelde hij zicii niet. het feit. dat dc
man aan de andere zijde van dc telc»
foondraad niet reeds uit zichzelf den
jongen had trachten tc verwannen,
maar dat men zich daar zoo bezorgd
maakto over diens maaginhoud, deed
hem twijfelen aan het juiste inzicht van
de aanwezige helpers in dc nooden en
behoeften van dit geval, n.l, van een
kleinen drenkeling, die cenigc minuten
lang In ijskoud water heeft gelegen, mo
gelijk een korten tijd onder water is
geweest en dus niet heeft kunnen nde-
men en die daarna in zijn natte kleercn
ccn wandeling van ongeveer vijf minu
ten heeft moeten maken. Dc dokter be
sloot er liever zelf heen to gaan cn zijn
snreokuur maar In den steek tc laten.
Zoo deed hij' cn om half twee was hij
hij den drenkeling. Daar zag hij den
kleinen jongen, in dekens gehuld, zit»
ten op zijn bed, gebogen over den rand
van het bed en liet hoofd boven ccn op
den vloer staande waschkoin. Zijn
moeder en dc nog aanwezige helper
.spoorden hem krachtig aan te braken.
De arme jongen was block en blauw,
paars van dc kou. rillend, huilend, bang
voor z.ijn inocdcr cn vooral voor den
helper (wel een vriendelijke, maar
toen een vreemde man!), die van hem
'ets met veel aandrang verlangde, dat
hij niet kon volbrengen. Achter den
iongen in het bed lag een warme kruik,
Het kind was naakt.
De dokter legde terstond het kind
neer in bed. drukte de kruik dicht tegen
hem aan en stopte dc dekens goed stijf
om hem heen. De ademhaling bleek
goed te zijn. de pols was echter nau»
wclijks voelbaar, dc bloedsomloop dus
zeer slecht.
Het kind was -over het geheele
lichaam steenkoud, lag ook toegestopt
in de dekens 'nog steeds door tc rillen.
Onmiddellijk werd last gegeven meer
warme kruiken te verschaffen cn tc»
vens den jongen wat warms te drinken
te geven.
Melk. dokter? Neen. hij behoeft
niet tc eten. hij moet warmte heb»
ben. warme thee. warme koffie, warme
wijn groc, desnoods slappe cognacgroc
of alleen warm water, maar warmte!
Na eenige oogcnblikkcn kwam er een
warme kruik cn een kopje warme melk
(met water?) De zorgzame grootmoe»
der in de keuken had blijkbaar melk
toch beter geacht. Men bedenke dat
toch alleen de warmte hier waarde had.
voedsel heeft een dergelijke patiënt
niet noodig. Een prikkel, zooals die ver»
strekt wordt door ccn kop koffie of
thee of door ccn matige dosis alcohol
(wijn. brandewijn, cognac) is natuurlijk
ter aonzweeping van het slecht werken» i
de hart ook zeer op zijn plaats.
beide beenen tc wrijven, tc masseeren.
Dat vond het ventje heerlijk. Dc dokter
deed het om den bloedsomloop te on
dersteunen. het werk voor het hart te
verlichten. Gaandeweg-verminderde nu
het rillen van den drenkeling cn tevens
werd zijn gelaatskleur beter, het bleek
blauwe maakte plaats voor een meej
rove geLiat en dc oogen werden min
der hol nu door betere pompwerking
van het hart weer betere blocdvuMmg
optrad in de bloedvaten van het hoofd.
Dc verschrikte uitdrukking in het ge
zichtje van den bibberenden zooevcn
*«n het kille water, mogelijk aan den
dood ontrukten jongen had plaats ge
kt voor een rustiger, meer normaal
uiterlijk. De pols was nu ook aanmer-
kclijk verbeterd.
Maar dokter, vroeg nu de helper, ai
de jongen nu dat vuile water niet uit
braakt, kan hij dan geen longontste
king krijgen?
Hier kwam nu aan den dag waarom
men den jongen met geweld had wil
len doen braken. Dc helper was be
vreesd dac dc jongen longontsteking
zou kunnen krijgen cn wilde trachten
dat te voorkomen door hem het inge»
slikte water te doen uitbraken. Dc hel
per was van goeden wil, maar had on
juiste voorstellingen
Ik onderstel dat hij eens had bijgc»
woond hoe bij ccn drenkeling die be
wusteloos uit het water was gehaald
kunstmatige ademhaling werd toegepast
cn hoe hij had gezien dat daarbij door
druk op dé maagstreek, het ingeslikte
water voor zoover mogelijk
wijderd. Daar was dat noodig om te
voorkomen dat gedurende dc kunstma
tige ademhaling water (of andere maag.
inhoud) bij dc uitademingsbeweging,
die door druk op de ribben
wordt verkregen, naar boven wordt uit
geperst en bij dc volgende tnaderaings»
beweging in dc luchtpomp en dus in
de longen zal worden aangezogen. Daar
door zou dan gemakkelijk ccn long
ontsteking kunnen worden veroorzaakt.
Water dat door den drenkeling reeds
te voren in zijn longen is ingezogen Z3l
men bij een volwassene, dien men
slecht onderste boven kan houden, (bij
een pasgeborene gaat dat beter
wordt het ook geregeld gedaan in die
gevallen waarin dat noodig is!) daar
uit niet weer kunnen verwijderen. Bra»
ken of druk op de maagstreek zal daar
voor niet helpen. Is de drenkeling niet
bewusteloos, dan zal hij allichtdoor
hoesten zich trachten te ontdoen v;
ongerechtigheden in zijn luchtwegen.
Onze jeugdige drenkeling echter
hoestte niet. er waren ook geen
telgeruischcn tc hooren. Hier moest
eerste werk zijn den jongen weer warm
te maken cn zijn hart. dat slecht werk»
te.gweer beter op gang te brengen. Mo»
gelijk was de slechte hartswerking
alleen te wijten aan dc afkoeling
die dc knaap had ondergaan. Hoe lang
hij in het koude water heeft gelegen
weet ik niet. of mogelijk door onder»
dompding en stilstand van dc adem»
haling ook nog schade aan het lichaam
dc eerste plaats aan het hart is toe»
gebracht, laat zich niet bcoordeelen.
maar dc sterke afkoeling alleen zou
reeds voldoende kunnen zijn om een
dergelijke slechte werking van het
hart te verklaren. Immers voor de goc»
dc werking van al onze levcnsvcrrich»
tingen is noodig onze normale lichaams
temperatuur, die met lichte schomme»
lingen van niet meer dan een halven
graad altijd 36.5 a 37 gr. Celsius be
draagt. Onder lichaamstemperatuur
moet eigenlijk verstaan worden de tem
peratuur van 't bloed en het spreekt
■an zelf dat die aan den buitenkant
•an het lichaam, waar wij aan dc kou
dere omgeving altijd warmte afstaan,
natuurlijk lager moet zijn dan in de
diepte. Door de voortdurende stroo»
ming echter van het bloed dat in mil
der dan een halve minuut door het ge»
hecle lichaam heen stroomt, komt even-1
steeds weer ccn dooreenmenging
het koudere opper*Takte»blocd met
dat uit dc diepere dcelcn tot stand.
het gevolg is dat al het bloed
steeds weer dezelfde temperatuur
krijgt en behoudt. Komt nu echter door
overmatige afkoeling over de geheele
oppervlakte (onderdompeling in ijskoud
water) een te sterke verlaging aan dc
oppervlakte tot stand, terwijl de krach
ten, die het bloéd verwarmen, niet in
staat zijn zoo snel de temperatuur in
de diepte weer te doen rijzen, dan
daalt de temperatuur van dc geheele
bloedmassa en daarmee de lichaams
temperatuur.
Ik heb mijn kleinen patiënt Wiet
geplaagd met het aanleggen van een
thermometer ter bepaling van zijn tem
peratuur. .Maar dat die eenige graden
was gedaald beneden het normale peil
staat wel sast. En evenmin als het
menschelijk lichaam gezond is bij
koorts, dat wil zeggen bij -temperatuur
boven het normale peil (ook dat wat
men 'zoo vaak ..verhooging" hooit
noemen, is koorts en 'n verschijnsel van
ziekte) evenmin kunnen dc levensver»
richtingen goed plaats grijpen bij la
ger temperatuur. Wel ligt de grens
naar beneden heel wat verder van de
37 gr. af. dan die naar boven (er schijnt
eens een temperatuur van 24 gr. Cel
sius te zijn waargenomen bij iemand
die later weer tot 37 gr. en tot gezond
heid terugkeerde: ma3r naar boven is
gewoonlijk 42 gr. al doodelijk en slechts
zelden, zoo ooit, zijn na hooger tem
peratuur mtnschcn weer gezond ge
worden). doch reeds dalingen van eeni
ge graden moeten als levensgevaarlijk
worden beschouwd. Niet alleen zijn
dergelijke dalingen, indien niet door
goede behandeling geremd en tot stil»
stand gebracht, zelf al rpoedig doodc»
lijk. maar bovendien geeft de lage tem
peratuur van het lichaam tot een veel
grootcre vatbaarheid voor besmettin
gen. tot daling van het weerstandsver
mogen tegen allerlei vijanden, aanlei
ding Ook daarom moet zoo snel
mogelijk dc temperatuur weer op het
normale peil worden teruggebracht.
In verband met dc lichaamstempera
tuur moet hier nog even op ccn ver»
schijnsel worden gewezen dat bij on«
zen kleinen drenkeling zeer opvallend
was. De jongen lag. ook toegestopt in
zijn dekens, nog voortdurend tc ril»
len. te bibberen, te klappertanden
zelfs.
In al deze bewegingen heef: men tc
waardcercn een poging van het lichaam
zelf om door spierwerking (wij we
ten toch ook hoe alle spierwerking
ons verwarmt), de temperatuur van het
bloed weer te doen rijzen. Wat dus
zoo vaak enkel als een uiting van het
kou-gevoel wordt aangezien, is inder
daad een soort van „natuurgenees
wijze", in dien z-in, dat reeds de na
tuur van ons lichaam zelf maatregelen
ter genezing van het aangerichte on
heil gaat nemen.
Toen door meer kruiken, door warm
drinken, ook de jongen warmer was
geworden, toen door wrijvon en kne
den san dc bccncn, de bloedsomloop
weer was verbeterd, verdwenen dc ril
lingen. Ook dc gespannen. ineenge
drongen houding van het vestje werd
geheel anders, hij ontspande zijn spic-
icn en ging meer languit -in zijn nu
warme dekens liggen. De spanning
van zijn spieren had hem evengoed als
al de ^leinc samentrekkingen, die te
zamelt met rillen hadden veroorzaakt,
warmte opgeleverd en nu hij zich war-
mcr voelde worden behoefde hij nie:
meer zoo ineengekrompen tc blijven
liggen. Hij ko:i weer wat royaler de op>
p- rvlaktc van zijn lichaam in aanra>
king brengen met dc omgeving, de nu
ook warme dekens. Hij behoefde niet
meer bevreesd te zijn voor warmte
verlies.
Alle verschijnselen bijeen gaven den
dokter het recht zijn patiënt nu over
te laten aan zijn bezorgds omgeving.
Toen hii anderhalf uur later nog eens
kwam kijken had de drenkeling al
weer wat praatjes. Hij lag nog lekker
onder de wol. maar had geen behoefte
meer aan kruiken. Zijn moeder kreeg
nu opdracht ondergoed voor hem bij
dc kachel 1e hangen en het hem goed
warm 3an te trekken.
Het is nu Zondagochtend 10 uur en
zooeven werd mij getelefoneerd dat de
drenkeling niet meer in bed was te
houden. Gelukkig!
DE DOKTER.
(Als honorarium voor deze schets, is
door dc directie van Haarlem's Dag
blad op verzoek van den dokter, f 10
beschikbaar gesteld voor den waters
nood).
De mislukte pogingen van Dr. de Visser
De kansen voor den nieuwen formateur
Onze Haagsche oorrespondent
schrijft:
Zoo is dan de ministercrisis, rond
het gezantschap bij den Paus in een
nieuwe phase gekomen.
Eerst is dc poging mislukt van Mr.
Marchant om ccn linksch parlementair
kabinet te vormen. Daarna mislukten
elc pogingen van Dr. De Visser, zoo»
wel om een rechtsch parlementair Ka
binet te vormen, als een Kabinet, welk
dan ook. En thans verkreeg opnieuw
een vrijzinnig-democraat een opdracht:
een opdracht tot vorming van een extra
parlementair Kabinet.
Van de poging des heeren Marchant
is alles bekend door de publicaties van
•den v.»d. leider. Rond de pogingen van
dr. de Visser is alles nog duisterheid.
Althans er is officieel duisterheid.
Meestentijds sijpelt cr wel zooveel door
een tamelijk helder beeld van het
gebeurde weer te geven is. Welnu
dit is ongetwijfeld zeker, dat Dr. dc
ic-r geen enkele mogelijkheid onge
bruikt heeft gelaten, die -op dc ccn of
andere wijze tot een hernieuwde sa
menwerking der rcchtsche fracties zou
kunnen leiden. Maar steeds vond hij de
oorzaak der crisis: het mecningsver-
schil over het gezantschap bij den
Paus op zijn weg als groot, struikelblok.
Steeds weer hoe hij ook een oplos
ing zocht, zelfs bij dc oplossing van
het behoud der zittende heeren in een
Zakenkabinet, werkte het gczantschaps
.geschil remmend op dc afwikkeling der
zaken. Er was onder dc ministers over
eenstemming verkregen -op den grond
van het bekende Iiem-conipromis. Had
het kabinet het 1ocn gewaagd voor de
Kamer tc komen, wellicht dat dan de
regeeringswagen weer in het spoor ge
komen was. Immers van R K, zijde cn
A.R.«zijde zou niet tegen het compro»
mis geageerd worden, ton motie van
afkeuring zou wel niet worden voorgc»
stcld Want voor den Vrijheidsbond was
dc gezantschapskwestie bovenal een
finanoiccle kwestie, wat bij het Bom»
compromis zou ophouden. De V.D.
en S.D.-fracties zouden moeilijk met
zulk ccn afkcuringsmotic ku: icn komen
of daarvoor stemmen, wijl dc voorstel»
len van die zijde bij de opdracht-
Marchant de weer»instclling van de
post bij het Vaticaan mede omvat
hielden. En dc staatkundige, inzichten
van dc chr-hist. partij verbieden de
chr.'hist. fractie a3n het aannemen van
ccn motie van afkeuring mede te wez»
kenf de oveTgroote meerderheid dier
fractie zou ongetwijfeld daaraan de
stem niet gegeven hebben. Anders
stond het echter met een motie van
teleurstelling. Maar voor een motie
van teleurstelling had de regecring niet
uit den weg behoeven ie gaan.
Had het kabinet het zitting nemen
gewaagd, gelijk het dat in den afgeloo-
pen zomer heeft gewaagd zon-der abso
lute zekerheid van een goeden afloop
der gezantsehapskwcstic. wellicht dat
dan de regeeringswagen wel in het
spoor was gekomen.
En welke signatuur het kabinet dan
ook gehad had. langzamerhand zou het
kabinet'Colijn weer ccn parlementair
kabinet geworden "Zijn. Evenzeer als
zulks het geval was na het weer optre
den van het ministcric-Ruijs na de
vlootwet crisis.
Intusschen, het kabinet-Colijn heeft
het ditmaal niet gewaagd, hoewel n a
het ge-bcundc en met het compromis,
de kans op succes grootcr was dan na
den afgcloopen zomer, toen alles wat
nu toch wel duidelijk gebleken is op
losse schroeven stond. De ministers
wilden dc absolute zekerheid hebben,
dat over het Bcrn-compromis door tic
rechterzijde niet zou medegewerkt
worden aan een motie van afkeuring of
teleurstelling. Die zekerheid kon door
de houding der Ohr.»l list. fractie, waar
door dc R.K. fractie afkeerig werd van
steun aan een min .of meer in labiel
evenwicht verkeerend kabinet, niet ge
boden worden. En ccn extra«parlemen«
tair rechtsch ministerie kon niet wor
den samengesteld.
De mislukking kan niet aan Dr. de
Visser geweten worden. Naar wij ve-»
namen heeft hij alles in het werk ge
steld een oplossing tc brengen. Zijn wij
goed "ngclicht cn wc twjjfelcn daar
aan niet dan heeft Dr. de Visser ook
dc fractie van den Vrijheidsbond ge
polst of doen polsen naar hun houding
tegenover het Bcrn»conTpromis. Een ge»
dcclte der fractie een minderheid
echter moet aanvankelijk wel bereid
zijn geweest door het zioh van te voren
binden met hun stem de terugkomst
van het kabinet»Colijn te verzekeren.
Omdat zij dc werkzaamheid van dat ka-
binct in het financiecle belang van ons
land achtten.Dc leiding der fractie heeft
zich echter als oppositiepartij in geen
enkel opzidht willen binden.
De laatste poging van Dr. dc Visser
heeft niet lang geduurd. Na enkele da
gen reeds zag hij in dat dc oplossing
door een rcchtsgctint zakenkabinet niet
mogelijk was.
Waarom is nog niet duidelijk- Ging
het weer om het gezantschap? Of wa
ren dc mannen, dc meest»geschikten
niet tc vinden? Moest er ook aan link»
schen kant gezocht worden? Waar
schijnlijk heeft Dr. De Visser dat ook
reeds gedaan. Vanwaar anders de of»
ficieuzc mededeeling. dat Mr. Lim
burg bij zijn formareurswerkzaamheid
dc voordcelen van Dr- De Vissers po
gingen zaj ondervinden.
Wellicht ook werkten beide moge»
lijkhc-den samen. Komt toch Mr. Lim»
burg met het Bern-voorstel waarom
zou hij zich niet aan de Kameruitspraak
van 11 November houden? dan kan,
wanneer linksche heeren' met den vrijs.»
democraat een ministerie vormen,
moeilijk op dit punt een meerderheid in
dc Kamer zich tegen het ministerie»
Limburg uitspreken-
Het hoogste, waartoe men zich in
de afgcloopen weken opwerken kon,
was de uitspraak..Geheel onmoge»
lijk, dat Dr. De Visser slagen zal. is
het niet!" Mr- Limburg begint onder
veel betere auspiciën.
Allereerst heeft hij langer over ccn
op'ossing kunnen denken- ITct is ons
bekend, dat hij reeds door H. M- dc
Koningin geraadpleegd is geworden,
nog vóór Dr- Dc Visser zijn eerste op»
dracht necrlci. In de tweede plaats is
van belang dat vrijwel algemeen in dc
pers de hoop en de wensch wordt uit
gesproken dat Mr- Limburg slagen zal,
waartoe dc lange duur der crisis niet
weinig zal bijdragen, liet wordt inder
daad meer dan tijd, dat de parktnen»
taire machine weer gaat loopen- In de
derde plaats is Mr. Limburg, bij 2lle
politickejjroepen hoog geschat om zijn
bezadigcuïcid, grootc kunde, zijn parle
mentaire en internationale ervaring,
zijn zelfstandigheid cn objectiviteit, om
zijn integriteit, eigenschappen zonder
onderscheid van bcteckcnis bij het voe
ren van 't Parlement uit den verwarden
politicken toestand, die achter ons
ligt-
Om Mr- Limburg kunnen zich velen
vercenigcn die zakelijk willen regee»
ren. Air- Limburg is een breed poli
ticus, die in zekeren zin boven de par
tijen staat Ook in de vrijz-dcmocr.
partij neemt hij een zeer bijzondere cn
hooge plaats in- Dat hij in vragen van
ontwapening en inzicht ie de draag»
wijdte van het Volkenbondspact s v-
niet zoo ver gaat als dc heer Merchant,
zal het voor rcchtsche politici gemak
kelijker maken ên een kabinet»Lim»
burg plaats tc nemen-
Een geheel linksch-georië'nteerd ka
binet-Limburg toch verwachten we
vooralsnog niet.
ONZE LACHHOEK
Onlangs is te Londen een zwemwed
strijd gehouden, ^waarvoor de dcelnci
mers eerst ccn baan in het ijs moesten
vrijmaken-
De heethoofden!
Lit Canada komt hef wereldschok
kende nieuws dat een man een reis
van 650 K.M heeft ondernomen, om
zijn tandarts te bezoeken-
Wij moeten eerlijk bekennen, dat wij
bij een soortgelijke expeditie ook wel
eens een straatje oraloopcn.
Bij alle voorspellingen, die dezer da
gen over het pas begonnen jaar zijn
gelanceerd, willen wij uiting geven aan
onze overtuiging, dat wij ccn warmen.
koclcnj natten, drogen, korten cn
langdurigen zomer in het vooruitzicht
hebben
Alleen de heer Paesi. als pkatsver*
vanger van Jacques van Kempen, ver
dient extra vermelding voor zijninge
houden zingen in „De Schipbreuk". Al
leen in de liederen voor de pauze („Der
Frühling" en „Een liedje van de Lin
den") legde hij het er wat al tc dik op
naar mijn meening. u
Met de „Zwccds-che Lucifersmarscn'
zette dc avond goed in- Met opzet o!
niet, maar dc affiniteiten met het „Pan«
daemonium" uit Berlioz' .Damnation
de Faust", maken deze humoreske voor
mannenkoor buitengewoon humoris
tisch.
Valt er verder nog iets ?nders te
zeggen over de superbe uitvoering van
dc soms zoo heerlijk piatte „dialogen"
tusschen de echtelieden Dadelpracht
(mej M. Heijmans cn de heer Jan
Dekker) dan dat het in een woord
verrukkelijk was?
HENK DIEBEN.
Vervolg Stadsnieuws
MUZIEK
HAARLEM's GEMENGD KOOR.
„De Schipbreuk".
Met de schorpioenen zijner parodis-
tiseh.muzikale welsprekendheid gee»
selt dr- Johan Wagenaar in „De Schip
breuk" niet alleen heL tegennatuurlijke
der Italiaansche aria's, niaar alle laag-
bij-de-grondsche muziek. Fel cn onmee»
doogend worden de componecrende
Philistcrs, plus allen die door daadwer
kelijke medewerking do solisten
dit leger helpen versterken, afgestraft
met hun eigen onnocrzcle, beduimelde
„schublonenhafte" muziek. Er wordt
hen een spiegel voorgehouden, die
scherp cn waar al hun banale trekken
weergeeft.
Zijn cr wel eens mistoestanden door
ernstige woorden of het goede voor
beeld te verbeteren, er zijn er ook,
waar niets anders helpt als de satire.
Zoo deed Erik Satic in Frankrijk
hij redeneerde niet, hij sloeg en raak
ook en zoo doet dr. Johan Wage»
naar in Holland, dat, In vele zaken,
verloren hoekje in de Europeesche ka»
merwaar de spinnewebben van klein»
burgerlijkheid door de duffe sfeer van
sleur cn conventie een ongestoorde
rust genieten. Ik zou dr- J. Wagenaar in
dit geval (wel een beetje oneerbiedig)
met de befaamde bezems willen ver
gelijken- Mochten wc het werk zelf ook
nog met dit reinigend instrument ana»
loog maken, dan zou dc heer Jan
Booda als dc bekwame hanteerder er
an mogen geiden-
Met „vaste hand" leidde hij het ge
heel. hierbij ondersteund door het
accompagnecren van den componist
zelf, die dc pianopartij „uit het hoofd"
(„par eocur" zeggen de Franschcn)
speelde- Dat hierdoor een groote een
heid van uitvoering cn een bijna vol»
maakte interpretatie werd verkregen,
behoeft nauwelijks gezegd te worden,
zoo min als het vermelden van het
enthousiasme dat telkens en telkens
weer in hoogtepunten van applaus een
uitweg zocht Moge de grijze promotor
van vele emzer tegenwoordige compo»
n-istcn in deze hulde voldoening ge
vonden hebben van bereikte resulta
ten. van geslaagden arbeid-
Daar de eerste uitvoering itt dit blad
reeds uitvoerig besproken is. kan ik
kort zijn over het door de solisten cn
het vóór de pauze gebodene-
TENTOONSTELLING J. C. RIT»
SEMA.
Het expositiezaaltje van Kunst zij
ons Doel op de Waag herbergt tot cn
met den volgenden Zondag een twintig»
j tal werken door den Haarlemschcn
'schilder Rifsema. Gezond, sterk werk
jvan een echten landschapsschilder, een»
I voddig en recht-uit, zonder Grübelei
nsar dingen die buiten een direct pïctu»
-rale emotie vallen, en waarin men den
onvertroebeldcn adept terugvindt eener
impressionistische weergevïngswijze,
(waaruit, onder andere, onze Haagsche
school haar groote kracht geput heeft.
Ü3ar Ritsema van niemand minder dan
den zuiveren, ouden Gabriel de leerling
- was. verwondert het geenszins ook in
hem den zin voor ecnvoudigen toets,
den zin voor simpele klaarheid, haast
zoudt ge kunnen zeggen: voor dc bij»
zonderc schoonheid van het nuchtere
aan te treffen. Dat hij zich daarbij toch
grootclijks van Gabriel's werk heeft
losgemaakt en er geen modeme repeti»
tie va* uitmaakt, pleit voor den leven»
den schilder. Zoo bevindt men zich, te
midden van deze werken staande, in
vertrouwde omgeving, waaruit de kalme
rust op u afkomt, die een met begrip
en kennis voortgezette traditie immer
verschaft. Want Ritsema is geen schilde»
rijtjesprutscr, die knabbelt en voort-
kauwt op de manieren en de sujetten
van wie werkelijk belangrijk en groot wa
ren; hij is traditioneel, zeker maar
voldoende zichzelf cn eigen in zijn ar
beid, om onze belangstelling volledig
waard te zijn.
Wanneer we naar bindsels met het
verleden willen zoeken, zullen yvij, be
halve naar de kleine schilderijtjes met
de kinderfiguren bij een schuur, waar
het „Bouwland", nr. 1, moeten kijken
of de Regenbui op nr. 7 moeten bewon
deren. Daarin leeft misschien de geest
var> Gabriël nog eens op. Het is er
niet minder om en vol eener grazicuse
romantiek. Doch al in het strand, nr.
13, dat als met vloeiend email geschil
derd is. en een gelukkig specimen van
Ritsema's werk, vangt ons oor nieu
were klanken, die in het laatste. Bre»
tonsche werk steeds rythmischcr her»
haald zullen wordenDe blanke visie
op Pont-doen, de kleurigheid van een
scheepswerf, de klaarte, waarmede de
oude kerk van Tremols in de dorpsche
atmospheer staat, het heeft, terwijl het
alle detailleering voor het oogenblik
loslaat, toch den onmiskenbaar zuive
ren trek van den goeden oud-Holland»
schen schilder. Geheel opmerkelijk is
in dit opzicht het interieur dier kerk
van Trcmole, waar voor het boersch ge
smukt altaar een oud vrouwtje haar
devotie verricht. Hoe sterk komt hier
die drang naar de schoone nuchterheid
der dingen bij den schilder tc voor»
schijn. Men zou alleen kunnen verwach
ten, dat hij zulk sentiment mettertijd
nog scherper zou acccntueeren. Maar
met dat al, dat is een mooie kleine ten
toonstelling van een dier te tellen Haar»
Iemsche schilders, die werkelijk ..schil»
der zijn" in den goeden ouden zin van
het woord.
J. H. DE BOIS.
FEUILLETON
Naar bei Engelscb van
ESMé STUART.
38)
„Ik ral u eens vertellen wat ik voor
een plannetje in mijn hoofd heb. Juf»
frouw Cadet kent een jongen man die
tendeling is".
„Een broer van haar?" zei de gene»
raai glimlachend.
„Neen, ccn vriend. IIccfT u nooit een
meisje gehad, was u niet verliefd op..
O neen, natuurlijk niet. ik vergat dat u
ongetrouwd is. Nu. hij zit ergens in
Australië cn als hij eens terug kwam
en hij kon hier een standplaats krij»
gen of een aardig sommetje geld, dan
zou ze met hem kunnen trouwen, is 't
niet?"
„Aha. juffrouw Antonia. u heeft ro«
mantische neigingen zie ik".
„Romantisch! Ja, natuurlijk, maar als
u hier vijftien jaar lang juffrouw van
gezelschap was geweest zou u dan
riet graag een een uw eens
va*, anders willen, bedoel ik. Ik begrijp
zelfs niet hoe ik het een jaar lang moet
uithouden".
„En wat moet er daarna gebeuren?
„O. dan word ik ook juffrouw van
gezelschap. Ik ben al bezig om te lee»
ren wat ik dan allemaal doen moet".
„En wat is dat dan allemaal?"
„O. dat kunt u toch niet begrijpen.
Dat ts niets voor een man. Oom Évas.
weet er nu wel iets meer van. omdat.."
„Nu omdat?"
„Omdat hij met tante Duif getrouwd
u. Als u haar man was zou u het ook
wel beter begrijpen".
„En u vindt dus dat ik een soort
van Algemeene Weldoener moet wor»
den. juffrouw Antonia?"
„Ja. is dat geen pracht van een titel:
Algemeene Weldoener? Ik wou dat ik
u kon helpen met weldoen".
„En hoe zoudt u uw geld dan wel
besteden?"
Toncy lachte weer.
„Maar ik heb niets om weg te geven,
ziet u. Ja, toch wel vijf gulden. Maar
daar moet ik een heelen tijd mee doen.
cn ik vrees dat ik het vanmiddag wel
allemaal aan den stoel van juffrouw
Cadet zal moeten besteden".
„Dan houdt u dus niets over".
„Neen maar misschien geeft
iemand mij wel eens een extratje; hoe»
wel ik niet weet wanneer, want ik ver»
dien graag zulke belooningcn".
„Maar hoe kunt u die dan verdie»
nen?"
„Wel, thuis werkte ik bijvoorbeeld
een middag in het magazijn, als ik erg
veel behoefte aan geld had. Het was
wel leuk. maar ik denk niet dat tante
Duif het goed zou vinden als ik in een
winkel jn Winchley achter de toonbank
ging staan, denkt u wel? Ze is erg
trotsch".
„Ja. daar zou ze zeker niet op ge
steld zjjn", zei de generaal lachend.
„Paps cn ik waren altijd blij als wc
veel verdiend hadden cn ons geldkistje
vol was. Er was altijd wel iemand die
het noodig had. Als de menschen het
verdienden hielpen we ze dadelijk,
maar het was daar ginds gemakkelijker
om cr achter te komen of zc de hulp
waard waren of niet".
„Dat kan ik mij voorstellen".
„Zeg, generaal Stone, als u weg gaat,
wilt u dan Jim een flinke fooi geven?
Ik heb beloofd dat ik alle fooien voor
hem en zijn meisje bewaren zal, tot zc
gaan trouwen".
„Lieve help, alweer een huwelijk".
„Ja", zei Toney en ze lachte hartelijk
Paps zei altijd dat het 't beste was om
jong te trouwen, cn u vindt juffrouw-
Cadet toch zeker niet tc jong. is 't
wel?'
„Dat nu juist niet. maar misschien is
die zendeling daarginds wel met
iemand anders getrouwd".
„Zij denkt dat hij haar trouw ge
bleven is; ik hoop het. Wat denkt u cr
„Ja. daar kan ik moeilijk over oor»
dcclcn".
„Maar zou u uw eerste liefde dan
niet trouw gebleven zijn?"
Toncy wist niet dat de oude gene»
raai altijd trouw gebleven was aan de
herinnering aan een vroeg gestorven
liefste".
„Dat denk ik wel cn u?"
„Ja, altijd maar ik ben nog niet op
iemand verliefd. Ik weet niet of ik ooit
iemand zal vinden die net zoo aardig is
als Paps. Ik ben blij dat u zegt dat u
haar trouw zou blijven. Dat vind ik erg
aardig van u. Dus u voelt wel vee!
sympathie voor juffrouw Cadet?"
Dat idee was nog nooit in zijn hoofd
opgekomen.
Plotseling begon hij belang te stel
len in juffrouw Cadet, hoewel zij dit
niet wilde bekennen aan het .aardige
jonge kind dat alleen aan anderen
dacht.
„Ja zeker. Is dit niet dc kortste weg
naar dc pastorie?"
„Neen. ik ga zoo. Ik moet Minnie
Thomas meenemen. Haar zuster is nu
bepaald bang van mij cn kleedt haar
netjes uan cn geeft haar op tijd haar
ontbijt".
„Wat heeft u nog ccn bcschcrmclin»
ge? U heeft het cr druk mee. juffrouw
Antonia".
„Zegt u toch Toncy, u is zoo'n aar
dige man".
„O ja? Dat wist ik niet".
...Maar het is heusch waar. Goeden
dag, het kind zou maar bang voor u
zijn. Nog welbedankt dat u riTet mij
mee is gegaan".
Toney verdween en de oude man
liep naar huis en peinsde over het ver»
leden dat nu sf en toe wel eens vaag
en onwezenlijk begon te worden.
Vandaag was hij er weer heelemaal
in verdiept.
•Ze lijkt op Clara, dat zag ik dade
lijk zei hij bij zichzelf. „\tm kind.
om zoo aan die wcreldschc vrouw over»
geleverd te zijn. Evas durft zich toch
niet tegen haar te verzetten. Arm kind.
Ze is nu nog Allesbehalve wercldsch.
maar een dergelijk voorbeeld heeft
cnormen invloed. Ik geloof dat het ge
luk van die gezelschapsjuffrouw even
belangrijk is als wanneer zc een prin»
ses geweest was".
Langzaam liep hij naar huis terug.
Ïeinzcnd over het verleden cn over
óney.
En Toncy zelf liep opgewekt verder.
Met Trick samen vloog ze het huisje
van Thomas in, zocht Minnie cn liet
haar op haar rug zitten, toen Lewis
Waycott voorbij reed. Hij hieid zijn
paard in.
„Zoo, juffrouw Whitburn, u draagt
da3r een heel vrachtje. Wat zal dat
kind het heerlijk vinden".
Toncy liep naar hem toe, maar liet
haar vrachtje niet vallen cn naar glim
lachende snuitje zag er niet minder
aantrekkelijk, uit door de twee mollige
kinderarmpjes die om haar hals heen
geslagen w aren.
„Ik moet les gsan nemen", zei Toney
lachend. „Is u niet blij dat uw school»
tijd achter den rug is. meneer Way»
cott?"
..Buitengewoon blij. maar u zult er
ook wel spoedig mee ophouden denk
ik zoo. In Juni of Juli wordt er bij
ons een bal gegeven. Ik hoop dat Lady
Duif er u naar toe zal laten gaan".
Toney trok een gezicht
„Een bal! O. dat is voor jonge da»
mes. Silvia Halls zal cr wel komen, en
uw nichtjes en
„Dat hoop ik wel, ja. En u?"
„Ik kan alleen met gewone men»
schen dansen. Thuis ging het fijn. Maar
hier neen. tante Duif zou het vast
niet goed vinden ine-t het oog op mijn
vooruitzichten voor de toekomst! Me
neer Waycott kunt u stoelen stoffce»
ren? Ilct is ccn heel werk. Ik ben cr
nog heelemaal pluizig van".
„Ik denk -cl dat ik het zou kunnen
:Is ik het probeerde.
„Ik denk net nier. Het is moeilijk.
Paps kon het ook niet alleen. Nu. goe
den dag, ik moet mij erg netjes gedra
gen want meneer Halls kijkt zoo ern
stig. Kom, Trick, wie cr het eerste is!'!
(Wordt vervolgd).