HAARLEM'S DAGBLAD HET TOONEEL Emser Water WILDZANG ZATERDAG 20 FEBR. 1926 DERDE BLAD ONZE TOONEEL-DILETTANTEN GERARD NIELEN Toen de R.»K. Rederijkerskamer Alberdingk Thijtn cenige weken geleden haar Jubileum vierde, was er reker alle reden om den heer Gerard Nleien in het bijzonder te huldigen, Gerard Niclcn toch is èn als regisseur èn als eerste acteur al sinds jaren de zid van deze vcrccniglng. Doch de ver» diensten van den heer Niclen gaan verder dan die van leider der rederij» kerskamer Alberdink Thijm. Hij is een der belangrijkste figuren van 't Room» se he dilrttantcn'tooneel in ons land. Aan htm toch is het te danken, dat het zou beperkte repertoire voor Room sche dilett.intcn»toonccl vereenigingen, waarvan de werkende leden zooals men weet uitsluitend uit mannen of uitsluitend uit vrouwen bestaan, in den laatsten tijd aanmerkelijk is uitge» breid. Behalve Schimmel'» „Het Kind van Staat" weet ik eigenlijk geen Neder» landsch tooneclstuk van cenige hetec» kenis met uitsluitend mannenrollen. De jonge katholieke Fransche schrijver Henri Ghcon heeft cenige stukken met enkel mannenrollen geschreven o.a. het door Het Schouwtooneel gespeel» de „De Goede Reis of De Doode te Paard" maar deze stukken hoe» wel volkomen passend in de sfeer der katholieke vcrcenigingcn verlangen zeer goede spelers en voor opvocrin» gen door zwakke dilettanten zijn ze dan ook minder geschikt. Een bekend katholiek litterator, die onlangs lid «ener jury in een wedstrijd van R.»K. rederijkerskamers was geweest, sprak dan ook zijn spijt tegen mij er over wit. dat deze vereenigingen zulk een uiterst beperkte keuze van goede stuk» ken hadden. Gerard Nielen nu maakt zich voor het R.'K. dilettantentooneel in Ne» derktnd verdienstelijk door in deze steeds meer gevoelde behoefte aan goede speelstukken met enkel mannen» rollen te voorzien. Deze stukken zijn uit den aard der zaak uitsluitend voor dilettanten geschreven en litteraire waarde bezitten zij d?n ook vrij wel niet.'Maar toch hebben ze "n hun soort ongetwijfeld, verdiensten. Het is zeer zeker geen gemakkelijke opgave om stukken met enkel mannenrollen te schrijven. Hoe beperkt toch Is de schrijver in zijn stof, wanneer de vrouw en daarmee een der sterkst drama» tischc factoren, de liefde geheel ge» ehminccrd wordt. Hij staat reeds da» dclijk in den opzet voor een veel moei» lijkcr probleem dan de auteurs, die zich geen beperkingen behoeven op te leggen? Een stuk met enkel mannen» rollen zal nl heel licht min of meer „geforceerd" aandoen, omdat de wc» rcld nu eenmaal niet alleen uit man» nen bestaat. Het is den heer Niclcn. een enkele maal gelukt een stuk te schrijven waar» In het gemis van de vrouwenrol nau» welljks gevoeld wordt. Dit is recr ze» ker geen geringe lof. Zijn beste werk in dit genre is De Eikeboom. een „soeiaal spel van het land" in vier bc» drijven, dat werkelijk tooncclwaarde heeft. Het is vlot van dialoog, scherp van karakterteekening, geconcentreerd van bouw en levendig van handeling. In de manier, waarop Gerard Niclen in «iat stuk een ouden, koppigen boer tegenover zijn vier zoons plaatst en deze boeren in hun onderlinge verhou» ding teckent. geeft hij het bewijs van werkelijk aanleg voor tooneelschrijvcr te bezitten. Nielen doet in „De Fikeboom" nu en dan even aan Fabricius denken. Zijn „tooncclspel van het land" zit flink in elkaar, het verloop der handeling is behalve in het laatste bedrijf, waarin de schrijver te melodramatisch wordt logisch en natuurlijk en elk bedrijf wordt met een goed „pakkend" too» ncclcffect gesloten. Er zijn op het „groote tooneel" wel stukken van min» der waarde gesnccld dan dit ecnvoudi. ge, gezonde bocrenstuk- Met „De Eikeboom" heeft Niclcn het Roomsch dilettantentooneel een stuk gegeven, dat er zijn mag. En wanneer jk het over Nielen's tooncclwerk heb, mag ,k ook zijn „G broeders Kalkoen" niet vergeten met zijn „Sooieteit Onder Ons" de eemgc strikken van Niclcn, waarin ook vrouwen optreden. Zijn „Gebroeders Kalkoen" staat lang niet op dezelfde hoogt© als „De Eikeboom", maar voor dilettanten is dit blijspel een zoo dankbaar tooncclwerk gebleken, dat het tot de meest gespeelde stukken Nederland behoort. Het aantal voeringen nadert reeds de SOü. een getal, dat voor zich zelf spreekt, zijn blijspelen, eigenlijk meer kluchten zooals De Gebroeders Kalkoen, De Onuitstaanbare, Zuur en Zoet, bor» duurt Niclen wat te veel op een zelf» de dankbaar gebleken stramien. Telkens weer stelt hij een cholcrisoh man tegenover gemoedelijker menschcn en hij herhaalt zich al te veel in zijn kluchtspcleffeeten. Ook zijn die cf» fccten wel eens wat erg gezocht en laag bij den grond en als men zich herinnert, wat hij in „De Eikenboom" heeft vermogen te geven, kan men .het niet anders dan betreuren, dat hij zich soms met zoo weinig tevreden stelt voor het dilettantcn»toonecl zijn eischen niet hoogcr plaatst. Het lijkt mij van Gerard Nielen een al te bc» scheiden standpunt. Iemand, die een tooncelspél als „De Eikeboom" ver» mocht te geven, heeft getoond meer te kunnen. Nielen heeft ongetwijfeld de gave voor het tooneel te schrij. en! Met zijn aanleg zal hij ook zeker oor het dilettanten»tooneel en voor hot Roomschc dï!ettuntcn»tooncc-l inog verdienstelijk werk kunnen le» veren, mits hij niet tevreden is mot het al te eenvoudige en hij voortdurend doet aan zelfcritiek. Dat zijn „tooneel. bagage" reeds nu belangrijk is, mogen de volgende titels van zijn uitgegeven ïoonecKtufckcn bewijzen: De Gebroc» ders Kalkoen, De Sociëteit Onder Ons. De Eikeboom. Zijn Trots, Zuur en Zoet, Jim do Schrijver bewerkt naar het Engelsch en Zijn laatste klucht „Meneer Klaproos", die een omwerking voor enkel mannenrollen is van het bekende „Pension Schol» lér". Als schrijver voor hot dilettanten» tooneel staat de auteur van D© Eike. boom en De Gebroeders Kalkoen, on» getwijfeld een heel stuk boven zijn Haarlemschen collega Honk Rakker, die ook wel eens voor het dilettanten tooneel schrijft. Niet echter als auteur! Een sterk speler is de heer Nielen niet. Op het tooneel zie rk altijd in den heer Nielen don dilettant, al doet hij dan ook nu en dan wel eens din» gen. die geroemd kunnen worden. In zijn laatste rol pater Burnt in ,Naitr den Vrede", stak hij bijvoor» beeld ver boven zijn omgcv.-ng urt. Hij speelde die rol met een vriendelijke gemoedelijkheid en toch ook met waar» dighcid en ernst, zoodat hij aan die rol het ccht»mcnschelijke en tegelijk het geestelijke cachet wist te geve Zijn kluchtspeMiguren zooals Citroen, in Zuur en Zoet en de titel» rol in De Onuitstaanbare, -zijn door» gaans wat monotoon en zelden fijn. Met spclrys als Henk Bakker, Hernort, Theo Bouwmeester en Wijs» muller om maar enkele te noemen kan hij dan ook moeilijk vergeleken worden. Als regisseur hij is ook cenigcn tijd d© leider van Jacoh van Lennep geweest heeft hij met do krachten, die hij onder zich heeft, zeker verdien» stelijk werk geleverd en dat Alber» dingfc Thvm bij verschillende wedstrij» den in de laatste jaren negen maal den eersten prijs behaalde, is dan ook zeker voor een groot deel aan Nielen die alle negen 'keer den regieprijs verwierf te danken. Hierbij mag men echter niet over het hoofd gezien, dat de concurrenten, waartegen Alberdingk Thym in het strijdperk trad. niet op eenzelfde ar» t is tick peü stonden als de „gemengde' 'vereenigingen, waartegen Cremer en' Jacob van Lennep te Utrecht, Leiden, Rotterdam of IJmuïden te kampen hadden. Maar dat de heer Niclen zijn „Ka» mer" zoo vele malen tot de overwin» ning voerde en zijn werkzaamheden als regisseur telkens weer met een prijs werden bdoond, bewijst toch, dat hij in zijn vcrccniging „the right man in the right place" is. Dat de vereeniging Alberdingk Thym een zoo vooraan» staande plaats onder d© R.K. Rede» rijkerskamers in Nederland inneemt, heeft zjj ontegenzeggelijk aan de leiding van Gerard Nielen te dan» ken. J. B. SCHUIL. EEN MISREKENING door SIMON MOS. In den vroegtrein naar het Noorden bevonden zioh niet veel passagiers. Meest handelsreizigers waren het en kooplieden, die plaatsen gingen bezoc» ken. waar liet heden marktdag was. Zauharias Zwammeijer, een reiziger in wijnen, was op weg naar VeenwaeMe, een stadje ver in het Noordelijk deel van ons land. Deze uithoek was nog nimmer bewerkt door den heer Zwammcijcr, de firma, welke hij de eer had te vertegenwoordigen. was daar zoo goed als onbekend.. Het ge» sprek. dat door de passagiers onder» Eng werd gevoerd in de coupé werd door den wijnagent van lieverlede ge» bracht op Vcenwadde, en toen bleek het, dat een der hecrcn, een agent in levensverzekering, daar zeer goed bc» kend was. Hij gaf den heer Zwam» mcijer over deze plaats allerlei inlich» dingen omtrent bewoners, nering» doenden en zoo. waarmede hij zijn voordeel kon doèn. Van het een kwam het ander en toen zij ecu wa» terrijk landschap voorbij trokken, maakte de heer Zwammcijcr de op» merking, dat het hier wel een zeer geschikt verblijf voor hengeluars moest zijn. tevens vertelde hij, dat hij een dolle liefhebber was van visschen. In dit geval, deelde <le verzekerings» agent mede. moest. hij. wanneer zijn werkzaaiöhcdcn dit toelieten en hij nog over ccoigen vrijen tijd kon be» schikken, te Vcenwadde beslist eens gaan visschcn. Er was daar heel veel gescliikt vischwater. met een over» vloed van visch, vooral van baars on karper. En mag je daar visrfien? vroeg de heer Zwamimeijei\ niet weinig ge» interesscerd. O ja!.... Het water is vrij... Met dc® hengel mag je overal visschen voegde de levensvcrzckcringsagcnt hieraan toe. De heer Zwammeijer was hem dankbaar voor die inlichtingen, hij hoopte in de gelegenheid te zijn te kunnen profitecren van die pracht» gelegenheid te Veenwadde. Doch de agent in verzekeringen, die nu blijk» baar hoopte op een wederdienst, liet niet af zijn gunstige bepalingen op te sommen van allerlei soort verzekerin» gen. die hij zou kurmen sluiten. De heer Zwammcijcr was echter nu een» maal verzekerd voor alle rampen, waartegen gewoonlijk elk normaal mensch verzekerd is, en verder kon hij bovendien niet gaan, met het oog op andere verplichtingen die dagelijks -terugkeerden. Toch was het gelukkig, dat de verzekeringsagent weidra zijn >t»tion van bestemming had bereikt, anders had de brave Zwammeijer stel» Jig bezweken voor dit onverzwakt aanhouden van den agent en in vre» desnaam dan maar een of ander ver» r/ckeringctjc gesloten als contra*be» icefdheid. Enfin! zei hij, toen de trein stil hield en de portieren werden geopend, jnocht u er alsnog toe overgaan... dan •houdl ik mij aanbevolen!... En bij het afschcidnemen duwde hij den heer Zwammeijer zijn kaartje in de hand. die er even een blik op sloeg en het daarna achteloos in zijn zak liet glijden.. In Veenwadde aangekomen bleek het. dat die agent vermoedelijk geen onwaarheid bad gesproken. Vaarten en kanalen bij de vleet en het water zag er zoo beloftevol uit, mot vele knusse plaatsen, rietplekiken en kroos» hoekjes, die een hartstochtelijk henge laar moesten doen watertanden. En toch het met de zaken in Veenwadde goed was gegaan en hij daarna nog een paar uurtjes over had. kon hij de verleiding niet weerstaan, om eenig vischmateriaal aan te koopen en een gunstige plek op te zoeken. Morgen zou hij weer verder moeten, voor hc« den was het voldoende. Na afloop van het visschen zou er nog wel ge» lcgcnheid zijn hel hotel te bespreken, twee waren er hem als geschikt opge» geven: „Het Hoï van Holland" en „Het Witte Paard", Hij slaagde er in zeer geschlkten Kengeï met garni»' tuur aan te koppen, en weldra zat hij aan den oever van een kalmen vliet, wierp zijn aasje uit, hopend op rijken buit. Het bleek werkelijk een ideaal plekje, dat hem was aangewezen door een vrachtrijder, wien hij om inliahtin» gen had gevraagd. Gemakkelijk te be» reiken was het niet geweest, hij had over heggen en slooten en drassige weilanden moeten gaan, maar einde» lijk er aangekomen, leek het hem zeer geschikt. Ternauwernood had hij evenwel zijn aas ingelegd en zich van den juisten stand van zijn dobber overtuigd, toen hij iemand achter zich hoorde, die met Juide stem iets duidelijk uachtt© te maken. Zacharias Zwammeijer keek even voorzichtig om. zonder zijn dobber geheel uit het oog te verliezen, en zag toen een forschcn, breedgcschouidcr» den boer, die hem met barsch stem» gehrtd vroeg wat hij daar deed? De heer Zwammeijer vond die vraag ietwat naicf, en lakonisch ant» woorddc hij: Visschen!.... zooals u ziet! Ja maar. pot voor drie. vervolgde de boer woedend, *ie het je daar per» missie voor gegeven? Permissie? herhaalde Zwam» rneijer onnoozel, m'n goeie man.... het water is toch vrij? Zoo!._ zoo!... nijdigdc de boer, wie zcit dat? Dattè.... dat meende 'k gehoord te hebben. Dan meende je verkeerd' Dat wist je drommels goed. hè?... NeTgens is hier vrij vischwater, bulderde de boer. Watfblief? schrikte de heer Zwammeijer, vreemd opkijkend, ner» gens vrij vischwater?.... enne.... Niks geen praatjes meer! viel de boer grommend in, en terwijl hij een penning liet zien. vervolgde hij: ik ben onbezoldigd rijksveldwachter!... Je naam?.» ik verbaliseer je..„ hoe hiet je? Zwam.... Zwammeijer. hakkelde de visscher, Zacharias Zwammeijer, maarrc.... De onbezoldigde rijksveldwachter haalde een boekje te voorschijn en noteerde. Zwammcijcr, is 't niet?..... met een Z? Juist, knikte de delinquent, er. met een lange ij. Woonplaats? werd nader ge» vraagd. Jaaa!..„ TijdcljJk hier... in het Hof van Holland. 't Is goed!... Onthoud je dag... je 7,al der wel van hooren, berg je spul» len op en maak dat je wegkomt. Nadat de heer Zwammcijcr zijn vischgercedsehap in allerijl had bijeen» gevoegd, maakte hij. dat hij zoo spoe» dig mogelijk verdween van t weiland, hetwe.k eveneens verboden terrein was „n waarop hij zich ook niet had mogen begeven, en bepeinsde het mal» le geval, waarin hij zoo plots en zoo onverwacht was gekomen dooT zijn groote liefde voor de vischsport, doch ook door de blijkbaar onjuiste mede» deelingen van dica verzeket.ags» agent. Dat was al een heel slecht be gin -.n deze stteek, zijn naam zou on» willekeurig een minder aar.genamcn klank krijgen door dit zonderling avontuur. Het was ook bij m.der in» zien e enigszins dom geweest, om zijn naam te noemen aan den eersten den besten boer. die toevallig onbezoldigd rijksveldwachter was, en er om vroeg. Hij v.-as feitelijk overrompeld door dit plotselinge brute optreden van dien man. Als hij er op voorbereid was ge» we est, had hij een willckeurigcn naam. genoemd, die hem was ingcscho» ten. Zijn eerlijkhcic had hem nu t= ten gespeeld en zou hem thans cenige onaangenaamheden bezorgen; in het hotel, ''at hij had opgegeven, zouden ze hc-m dadelijk vinden. '-t Was ver» draaid onaangenaam, door de soeza, die je met zulke gevalletjes had. me: poüt.c enz. enz. Maar.hij was nog in geen enkel hotel geweest, als hij nu eens ging logeeren in „Het Witte paard" en niet in „Het Hof van Hol» land"... Och dan zouden ze bem daar toch ook kunnen vinden uit het nacht» register, tenzij hij.... Zoo in gedachten voortloopendc. met zijn rechterhand in den jaszak gestoken, voelde hij opeens het kaartje van den verzekeringsagent.... Drom» mels! Wacht eens! dacht hij, die agent is eigenlijk de schuld van a' les. ik ga onder zijn naam logeerc in „Het Witte paard".— geef dit kaartje af. en terwijl hij het uit zijn zak haalde, las hij: L: VAN LODDEROM. Agent in verzekeringen. Prachtig! Ik ben Van Lodderom. en Zwammeijer is foetsie!... Weg!... Ver» dwenem!Nergens meer te vin-den! Hij ladhte smakelijk en verkneukelde z!cK om deze leuke oplossing, 'die hij' daar zoo listig in elkaar had gezet Dat oogeniblik van onbedacht/aambeid zou schitterend worden gewroken. Nódh in „Het Hof van Holland", nódh ra „Het Witte Paard" logeerde een mijnheer Zwammeijer, wat wilde d;e opzichter over het vischwater. Hij moest zich vergist hebben zou de commissaris zeggen, als hij te vergeefs had geïnformeerd naar Zacharias Zwammeijer. Vroolijk kwam hij in „Het Witte Paard" aan. bestelde logies en voelde zich zoo vrij als het vischje, dat hi» door onvoorziene! omstandigheden in het water had moeten achterlaten, toen hij zich onder den naam V3n den agent ;n verzekeringen, i-n het nacht» register had doen inschrijven. Na een gezonden slaap en versterkt door een stevig ontbijt, zou hij den volgenden morgen juist het hotel ver* laten, om naar den trein te etappen, toen hem door den portier werd i gezegd, dat er na inzage van het nachtregistCT door de politie een bood schap was gekomen van den co*~imis» saris. dat de heer Van Lodderom op het bureau moest verschijnen. Zacharias ontstelde hevig. Waarom was dat? Zouden ze nu nog.... Hij be greep er niets van. De commissaris helderde het geval spoedig op. Uw naam is Lodewijk van Lod» d-erom. niet waar? Nee. meneer ik ben Wat?... Bent u niet den heer Van Lodderom. die in het nacfctregis» ter is vermeld? Ja... jawel, meneer, naastte ZwammiSjer zich ie antwoorden, dat is ook zoo! Goed! Draai dan niet!... We zoo* ken u sedert lang, na uw plotseling verdwijnen van hier.... U weet, dat u hier scrald hebt achtergelaten? Schuld? echoode Zacharias. Ja natuurlijk!... Drie en dertig gulden, twee en twintig en een halvcn cent, aan belastingschuld.... Ik zou u aanradtn die som thans onmiddcllijK te voldoen.... U komt anders in moei» lijkhoden, begrijpt u wel? Het was zoo. Er zat niet anders op. En Zachcrias Zwammeijer eindig» de met te betden: hij begreep, dat hij met zijn leuk idee van den regen In den drup was gekomen en nam zich voor. zich voortaan niet meer zoo ge» makkelijk voor een ander te laten doorgaan. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent* per regel het van ouds bekende en onover troffen middel tegen Hoest, Verkoudheid en alle aan doeningen der slijmvliezen. Per heele kruik 65 cent. BINNENLAND VERK EERS-IDYLLE Woensdagmiddag één uur. Dit de ILeid- sch.eetraat :e Amsterdam komen, schrijft lie; Hold., ©herten auto's en fietsen Leidscheplein oprijden, vaart minderend bij het naderen van den groeten heeischer v.vn hst Leidscheplem, den verkeersagent, leder gehoorzaamt zijn wenken. Behalve één, een fietser, die den heerscher trot- i-eert en voorbijsnelt. De branie heeft 1 baling aan. De agent waarschuwt, roept, roept nog maals, maar de branie grijnst en slaat lachende de Marnixsiraat in. Nog eenmaal roept de agent, don, ziende dat de snoodaard hem on tg aai, verlaat zijn stop bord, springt op het voorbalcon van een juist passeerende tram ea g3at den vluch teling achterop. De wagenbestuurder, die i gezien heeft, schijnbaar volbloed sportsman, zet onmiddellijk den motor op de hoogste versnelling en de spannende achtervolging begint. Voorbij de Leidsche- gracht heeft men den vluchteling achter haald. Het voorbalcon grijnst; nu geen pardon meer en mee naar het bureau. In;u=sehen 6taat het rood witte s:opbord eenzaam en verlaten m de woestijn asphalt en houdt het verkeer tegen. Tot uit het publiek een heer, w!t gehamd- ei-.hoemd en met modieuse 'grijze slob kousjes, naar het bord stapt en thans het verkeer gaat regelen. Keurig in de pu n I j' Zelfs een motorrijder, die van de Wete ringschans afkomend langi» Hirsch wil gaan wordt beduid door het plantsoen te rijden. En steeds 6taat daar tot groote ver hazing van alle weggebruikers een nieuwe tegelaar van het verkeer met het bord te inanipuleeren, doch thans een burger. Zelfs ïie'.sende «genten gehoorzamen er. taxiënde wethouders. Tot op den hoek van ile Marnixstraat de verkeersagent inet zijn deltquent op weg naar het bureau ver schijnt er. men begrijpt. De heer wordt d«n door een anderen agent afgelost, die gaat nu een po je draaien en leder gaat weder zijns weeg6. Ook de verkeermeneer.. een bekend ccnsu' ven den A.N.W.B., on zen groeten toer stenbond. Een oude Rotterdamsche zaak Waanzinnige door de politie gedood Is de gemeente aansprakelijk^ De correspondent van de Tel. ia Rotterdam meldt: Een oude zaak. waarop nimmer hei volle licht is gevallen, werd thans ten* gevolge van oen adres aan. den Raad plotseling aan de openbaarheid prijs gegeven. Èr stond een voorstel op de raads* agenda „om verweer te voeren te» gen een vordering van de weduwe J. KerskesEuser, ter zake van het overlijden van haar echtgenoot tea gevolge van hem door een agent vaa politie toegebrachte verwondingen." Eigenlijk zijn de détails van deze zaak. die zich in hvt voorjaar van 1925 heeft afgespeeld, nimmer aan het licht gekomen. En toen nu bij de raadsde* batben de heer Lülirs iets losliet over de zich tegensprekende en zeer schaar* sche rapporten, wees de voorzitter hem op het vertrouwelijke karakter van deze zaak. Er werd besloten de verdere behandeling te doen plaats vinden fa een zitting met gesloten den ren. Uit de rapporten blijkt, dat Kerskes, een gepensionneerd gemeen.te»werfo» man, waanzinnig was geworden. In den nanacht was hij gewapend met een ta^nbocr»mait rek nods en alleen in ondergoed gekleed de straat op ge» gaan. Met zijn knods had hij zwaaiend de schaarsche voorbijgangers bedreigd. Een surveilleerend politieragcot wilde hem arresteeren, doch de man mjiak» te aanstalten den agent te lijï te gaan waarop deze uit zelfverdediging zijn revolver trok en in de lucht wilde schieten. In zijn zenuwachtigheid heeft hij echter zij® aanvaller in de borst ge*, troffen. Deze werd naar het zieken* huis Coolsingel gebracht, waar hij aan de bekomen verwondingen over* leed. Uit de rapporten der genee9kundi* gen blijkt, dat Kerskes zoowel ia borst als beencn werd geraakt. Het Bureau van Arbeidsrecht trad nu op voor de weduwe en eïschtc scha dovergocding. Immers hield met den dood van Kerskes het pensioen op, zoodat de vrouw geen inkomsten meer heeft. Er had een briefwisseling plaats tussche-n het Bureau voor Arbeids* re-cht en den burgemeester als hoofd der politie. Daar de man den agent had aangevallen, meende de burge* meester niet verplicht te zijn tot het betalen van schadeloosstelling. Het Bureau voor Arbeidsrecht persisteer* de namens de weduwe bij den eisch, zoodat in overleg met den advocaat der gemeente, mr. Fruin,. besloten werd zich daartegen te verweren. De Raad wenschte nader ingelicht te worden alvorens te beslissen. an» daar dat deze aangelegenheid in co*. mité»gcTie:aal werd behandeld. INBRAAK MET GEWELDPLE*. GING- Te Hccsch (bij Oss) heeft een brutale inbraak met geweldpleging en roof plaats gehad, aldus meldt de B. Crt. In een afgelegen gedeelte van de gemeente was de 72»jarige vrouw van den landbouwer Van Uden alleen thuis. De deur van het armoedige huisje werd onverwacht geopend en t\s'ee mannen met zakdoeken voor het gezicht gebonden traden binnen en eischten geld- De ziekelijke vrouw bood hun een geringe som aan huis* houdgcld aan, benevens wat eieren* Het geld werd aanvaard, de eieren niet- Daar er nog wat meer geld in huis moest zijn bonden de dieven de vrouw de armen en boenen op twee plaatsen bijeen en stopten haar een prop in den mond- Zoo werd het arme mensch in de bedstede geworpen. Een kastje werd van den wand genomen en voor de bedstede geplaatst Daarna werd 't geopend en een bedrag van pl-m. 79 er in gevonden en mccgeno* men. Nadat men de vrouw de prop uit den mond had genomen, verheten de dieven het huisje. In de gang ontmoet» ten ze een 12»jarig kleinzoontje van Van Uden, die grootmoeder wilde gaan gezelschap houden. Het ventje is da» delijk naar huis geloopen en heeft zijn ouders gewaarschuwd- Hij had de die* ven niet herkend. De politie heeft een uitgebreid on* derzock Ingesteld, doch tot r resultaat. FEUILLETON Naar hef Engelsch van ESMé STUART. 60) Ze wilde er zeker van zijn dat hij alles over het engagement van juf* frouw Cadet wist. Èn ze schreef hem dezen brief* Lieve generaal Stone, Ik stuur u een brief uit een besmet» huis (oom Duif heeft er u zeker alles van verteld). Maar u hoeft niet bang te zijn. De brief wordt twee maal ont» smet voor u hem krijgt. Dr. Latham en k probeeren de besmetting tegen tc gaan. Het is zoo heerlijk dat ik nu net zulk werk kan doen als Paps deed. Mijn patient is heel ziek, maar wc doen wat wc kunnen om haar te redden. Als niemand anders het krijgt zullen wc heel blij zijn. Ik houd u aan uw woord. Wilt u mij als 't u blieft twee gulden «.turen, dan tuur ik u een fluit» jc of iets anders, zoodra cr geen ge» vaar meer bij is. De oude vrouw die hier bij mij is wil -zoo graag wat snuif hebben, maar ze heeft geen geld en Ik ook niet zooals n weet. Ik vra«g ei oom Evas liever niet om. want hij 'koopt zulke dingen niet graag. Ik zou zoo graag willen weten of u heelemaal gezond is ik wou dat u ook eens onder het raam met mij kon komen praten. Oom Duif zegt dat ik net Julia ben, maar mijn voornaamtsc Romeo's zijn Jim. meneer Waycott en oom Evas! Het voornaamste nieuwtje is dat juffrouw Cadet werkelijk verloofd is. Heeft u al een standplaats voor hem gevonden? Vergeet u het als 't u büeft r.iet? Meneer Faber is zoo goed, hij zou zelfs zijn kleeren wel willen weg geven, maar ik geloof dat hij maar twee pakken bezit. Cadetjc schrijft zulke grappige briefjes over hem. Ze is :r haar ooren verliefd. Tante Duif is vrccsclijk kwaad en zegt, dat ze niet weg mag gaan. Tante is ver» schrikkelijk hang voor besmetting, dus ik kan haar niet schrijven dat ik Cadet» je op zal volgen. Als ik mijn werk goed doe kan ik twintig gulden in dc maand verdienen. Ik zou zoo graag weer eens hard willen loopen. Van» middag zou ik wel eens met u willen rijden Bess loopt prachtig. Oom Duif komt hier geloof ik stilletjes, hoe» wel hij» mij dat niet verteld heeft, en ik geloof heusch dat hij alle boodschap» pen van tante Duif maar verzint Hij wordt er heusch knap in. Het is na* tuorli.ik wel verkeerd, maar heel irau» sant! Ik heb hem niet gezegd dat ik 't begrepen bebl Gisteren zei hij dat tan» to D»»£ hoopte da* ik gauw w«cr terug zou komen. U weet wel dat ze niets om mij geeft, dus dat was echt gejokt. Ik geef boodschappen voor haar mee terug, maar ik weet «zeker dat hij ze niet overbrengt. Laatst heeft hij me een roomtaurtje gebracht, in een pa» piertje, maar aan het eene eind was de room er uit geloopen zoodat zijn zak vol zat. Hij deed net of het hem niets £on schelen. Ik hoop dat tante Duif het niet merkt. Nu moet ik u nog ding vragen. Was het uw bedoc» ling Jim ccn gouden tientje tc geven of was het een vergissing? Het gou» den tientje heb ik en ik zal het u te» rug sturen nis u het per ongeluk heeft gegeven. Hij was erg blij. Ik bewaar het voor hem, dat is verstandiger. Jon* gens zeggen zoo gauw „jn.„ Men moet ben helpen om de verleiding te weer» staan. Krijg ik gauw antwoord over de snuif? Hartelijke groeten van Uwe u licfhc! bende TONEY". P.S. Ik vind u nog altijd de aardig» ste generaal dien ik ken. Toen meneer Faber juffrouw Cadet vroeg ben ik over een hek gesprongen, een weiland in. Ze waren nog niet eens klaar toen ik terug kwam. Het was wel een beetje pijnlijk, maar het scheen hen niet te kunnen schelen. De leunstoel ziet cr prachtig uit lk hoop dat tante Duif hem aan Cadetje meegeeft. Hoeveel kost het om een Engelsch huis te meu» bileeren? Onze boschhut hadden wc voor twintig gulden klaar", Toncy had kramp in haar vingers toen ze met dien brief klaar was, maar ze ging gauw aan het werk en maakte bedden op cn kookte tot de dokter kwam. „Hoort u eens. juffrouw Whitburn, u moet eens flink uitslapen. Ik kom hier vannacht waken". „Ik moet natuurlijk gehoorzamen", zei Tonev. „en ik heb wel een beetje slaap; maar heeft u wel gezien, Dr. Latham. dat Mary's oogen vanavond zoo vreemd staan en dat zc zoo suf is?" De dokter keek Toney vol bcwonde» ring aan. „Dus dat heeft u ook al onjdekt! Ja. ik geloof zeker dat zij het ook krijgt. Als we het nu maar tot deze twee kunnen beperken." „Natuurlijk", zei Toney vastbesloten „Dc strenge maatregelen moeten vol» gehouden worden". Ze ging naar bed zooals haar bevolen was, omdat ze wist dat zc haar krachten moest sparen. Den volgenden morgen werd ze vroeg wakker, sprong uit bed en kleedde zich vlug aan toen zette ze het raam wijd open en ademde de frissche mor genlucht in. Toen zc naar Mary's bed toe ging schudde zc bedroefd het hoofd, toen zc voelde hoe warm haar handen waren. Daarna liep Toney zachtjes naar dc ziekenkamer. Dr. La» tham wenkte haar om bij het bed te komen. „Ze is dood", zei hij zachtjes. „Van» avond moet ze begraven worden. Ik zal zorgen dat er niemand hier komt. Ik kan alles zelf wel in orde maken". Er rolden een paar tranen over To» ncy's wangen. „Arme Minnie. Ik wist van het begin af wel dat er heel weinig hoop was. Maar gaat u nu mee naar Mary. Haa- moeten we redden, en huilen geeft niets." De oude grootmoeder bleef bij het gestorven kind zitten, met haar han» den in haar schoot, en -en bedroefde uitdrukking op haar gezicht, maar ze was tc oud om te huilen. „Ze was de liefste van Polly's kin» deren", zei zc telkens weer. Toney had al haar moed noodig dien dag, want ze moest de oude vrouw troosten en tegelijk Mary ver» zorgen. „Zij zal ook sterven, kindlief", zei juffrouw Grcnham. „Maak jc niet zoo moe, het is 's hemels wil". „Neen, neen", zei Toney, „dat is niet waar. We zijn er bij Marv wel bij» tijds bij geweest, hoop ik. Toen Waycott kwam, kon Toney ftiet glimlachen zooals anders. e „Meneer Waycott, wilt u mij de mooiste bloemen sturen di? u heeft Js 't u blieft, voor Minnie? Tante Duif wil ze mij niet geven, maar u wel, is 't niet?" „Ik zal de allermooiste voor u ha* len", zei Lewis, die het een vrccsclijk idee vond dat Toney daar in huis was met een ziek en een dood kind. „Kijkt u niet zoo trnstig. Het gaai best. Mary wordt wel weer beter. Dr, Latham heeft heusch iets van Paps". „Nu ga ik de bloemen halen". „Dat is lief van u. Daar komt me» neer Halls, wilt u het hem zeggen? Ik mag Mary niet langer alleen laten" ea Toncy verdween. HOOFDSTUK XXIII. Een onverwachte gebeurtenis. Het huisje werd nog steeds volko* men afgezonderd gehouden cn Toney en de dokter streden dapper tegen de ziekte. Mary was op het randje van den dood geweest, maar eindelijk ver* spreidde zich met ongeloofelijke sneb heid het nieuwtje dat het meisje bui* ten gevaar was. Het had Toney gewei* di'gc inspanning gekost om door te gaan met de taak, die ze vrijwillig op zich had genomen, mtar het was ge* lukt en Dr. Latham had nooit een klacht van haar gehoord. Hij had zelf ook wonderen gedaan, maar dat be* hoorde bij het heldendom van zijn be» roep. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9