RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
haarlem.3 dagblad zaterdag 10 APRIL 1926
Posizegelrabriek
(Voor de kinderen).
DUITSCHLAND.
(Vervolg).
We vervolgen -ie opdrukke:;:c r - 1323 or
Icrljgec 125 Tsu«end op 1000 M. (rose).
2S0 Taueend cp 200 M Ikarmttni. 250 T
►er. J op SCO M. .trien) 2£0 Tausend op
4CO V. tSrafri. 230 Taiiser-i 3CO M.
(rcod), 250 Taiiiend c? 5C0 M. (karml n),
800 Tausend cp 5 ju'. (grocr.t. 8QD Ttui
send op 10 p: rtexn). ?CO Tausend op
200 M. (kannrrl. SCO Tauser. 1 rp MO M
(geelgroen). S00 Tausecd cp iCO M (geel
groen). 800 Tan.-- i :p 400 M <b.-u n). B00
Tausnnd op S00 M. (tiri-en), 800 Tauïer.-i
op ICCO M. icrocn). 2 mill orcr op 200 M.
(rood). 2 op SSO M. (groen). R
znill innen op SIC M. iraod), 2 n nen
op STausesd M. •rooi) en verder n-.e
(zooV.» 'jw; v.ir,
ce Griekecbe zegel ó.e r.og al eer.s n
c« ruilboekjfs zijo voorgekomenr X>
Tausend op 15 p: (geelbru r). l"0 Ta»
Msi op 15 pf. (geelbrui r.>. <00 Tausec-i
op 30 pi. (ge^irum) •'■X) Tausend op <0
pf. (geelhruir!- 2 m: 11 ionen cp tX M.
(rood) en 2 mi'.lioren op 5 Tausend M.
(roodi. 'Deze eer ie opdrukken is hiermede
geëindigd, doch in 't zelfde jaar verscheen
reeds «e.i c:einre «r« met :r.: Itar-irn op
drukken. Deze kom: over een paar treken.
De tentoonstelling -s weer acb'.cr den
r-:z. Over 't a.gemeen xager. d? ver*®».
Lngen er goed uü. De manier van opplak
kei va; K; écrcrc ?co neg riet erg best.
Ik hoop. dat jullie de cegertn wenken
ter harte zullen nemen. Ook kwamen r. r
a! eens minder neite exemplaren voor on
der de heel gewone zegels, d e m de /uil.
hoekjes veel voorkomen. Denk er om. dat
die zoo langzamerhand uit je verzameling
moeten verdwijnen Tu l e heb* alletneil.
gezien, h.-e k zelf mijn -.-ilr-.: van
Oostenrijk heh epgeset. Mies,-! en l it het
menigeen heet: aer.zeopoord 't zelf oi
aoo eer.s te probeeren. B.cnenkor. r.a de
behande" r.z van DuiiecMxcd. begin Ikmet
d:i land. Deelnemers, a:e zelf zoo'n ver
tiro, ng opzetten, willes: 't nuj wel
richter., -aar zij dan afzonderli k te'
boekjes alleen me: Oostenrijk e
entvangtn. Noor de liefhebbers
Duitschl.-uid ben :k nog bezig «vuige boek
je te vullen, die zij binnenkort als extra-
zending krijgen.
Voor da deelnemers, die niet zijn
schenen. 1> toch ten prijsje getrokken, d.v
rij D'nsdagtntdda; bij nu; kunnen
men halen.
De belrngeteü.r.g op de tentoonstel
bijzonder (fto<>t. Wet «en bewijs, dat
Bur'.clt veel philateli.'roa herbergt er
rubriek geregel gevolgd word». V«a
paar personen. die niet in de termen
lm i aar. deze rubriek de»; ie nemen
kreeg 9t een verzoek of zij ook misschien
mee konden doen. Ze is echter alleen be
•temd voor kinderen. Hier zijn er z<
al "onder, <i:e een tamelijk uitgebreide v
i.-.V. :'g bezitten cn dan nu-: xro heel
vel ®.»r aan de ruüb-tk.es hebben. Zijn
't ernstige verzamelaars, dan kunnen zij
rich liter aansluitec. b M Of au 1-re v
--r. ;u: van pos-zege'verzamelaars. Daar
-rau eigenlijk me: zoo toe als r. onze
- .- .Te krijgt op geregelde tijden e
j ruiiboekje». door de leder, v
- vereeriging zelf gevuld; alleen e
d:t verschil je krijet ze niet voor niets,
zegels in deze boekjes zijn allemaal ge
prijsd. EoVen'dien worden op geregelde tij.
den vergaderingen gehouden en krijgt n
elke t-aand ecu philatelic iscfa tl djehr
mei a io moge...'»» we:ec-swaardigheden op
po tzegelger ie L Degenen, die hier een:
oelaztg ;n stellen. ik alle mogelijke »s
htir.gen verschaffen.
Neuwe itelaemers:
76. Cor Verdonk. Rollaadetr. 50
77. Jaap Eden. Ged. Oudegzacht ftrd.
75. André Kemper, Gr. Hout»-raat 95rB.
70. Wijnand Kurvers, Ged. Outleeracli: 1-3
30. Marcel schr.eegans. Schouwtjes
l.ur. 100.
81. r'ti's Erwich. Gr. Houtstraat 93.
M:;-; dank aan de heerec Ter L., v. T
ea Tr. toot de ontvangen zegel'.
1250C0
25C000
250000
25C000
250C00
25COCO
SOCOOO
tcoo M.
:oo m.
300 M.
•300 M.
500 M.
5C0 M.
5 pf
1923
800000
sooeco
800000
sccooo
SOOCCO
acooco
soooco
op
op
op
op
op
op
op
200 M.
300 M.
4C0 M.
400 M.
500 iM.
1000 M.
1921
2CC00C0
2"XXXXO
2C00C00
2CCCCC0
200 M.
:x M.
500 M.
5Tausend
1923
400000
4C0000
400000
400000
20C0000
20C0000
op
op
15 pf
25 pf
30 pf
40 pf
2CO M.
5 Tausend I
1
KLEUREN EN KNIPPEN
Hannie.
Vandaag beginnen wij met een
mou. eavw verhaal van „Hans en
Hannt- Het de ge^ohicdenia
van et-C jtugen cn een meisje, die
samen «en heuvel opgaan om een
emmer water te halen. Kleine
Hice valt t.aar besedeaz eu breekt
bijna zijn hals en Hannie tuimelt
hem na. Weet juli e nu hoe da: ge
beurde t Luister maar en bewaar
ook goed alle poppets, die ja op
heel dun karton plak: «n dan u'.t
knipt. Verder moeten Jullie ook ma
kon een heuvel van karton, dan
kunnen jullie daar Hans en Han
nie var. af laten rollen.
Met dit plaatje stellen
voor liane e. Zij draagt e
klem jurkje dat zij heel
moet g»-\c verwisselen omdat haar
moeder haar jute: heeft gevraagd,
voor haar den heuvel op te gaan
om een emmer water te halen.
(Kleur haar jurkje en kouejee
blauw, maak het haar goud, en
kleur haar wangen roee.)
aardig
gauw
Het dagelijksch jurkj'e.
Kletne Hannie ging naar liaar
kumor cn koos voor dien tocht naar
n heuvel eon klein, wit speel
jurkje met blauwe r-rgen «r an.
üair overheen deed ze een roee
schortje aan en zette daarbij een
roee kapje op.
„Waar ga je naar toe?" vroeg
hair moeder.
„Ik ga naar Hans om hem te
vragen of hij met mij m«e wil gaan
water kalen. Moeder!" zei Hannie
tsrwij! zij de leege emmer aas den
arm hing. „De heuvel ie modde
rtg en ik zou kunr.en uligiijden as»
k den emmer zelf zou moeten dra
gen. lin Haas vindt het altijd erg
leuk om me» mij mee 'e gaan."
Toen huppelde zo vrooiljk weg en
ging haar speelmakkertje liane
(Las: het jurkje w t »n kleur de
r-ngen blauw. Het «ciionje en
mutsje zijn rose
Hans.
Hane stond aan de deur toen zijn
klein vriendinnetje llannio kwant
aanloopAi. fïij was Jutst met zijn
moeder teruggekomen u.t de «<ad
en zag er keurig uit in zijn blauwe
blouse met brume pantalon.
.,11 ace, wH je aks.je-blie't met
m-; meegaan om een emmer water
te haler.?" Troeg Hannie vriende.
lijk.
..Natuurlijk wil ik dat," antwoord
de Har.».
„Maar niet zonder je verkleed Ie
hebben," riep zijn moeder vanuit de
kamer
..Hè, moeder, daar heb ik zoo'n
heke! san; ik zal mij niet vuil ma.
ken," protesteerde Hane.
„Vooruit, Ham», Je moet doen wat
zeg" gebood ztjn moeder. Totet
j-.ng Har.s r ch gauw verkleeden en
Hannie bleef op hem wachten bij
de deur.
(K'eur Hans' Mouee blauw cn zijn
broek en schoeneu bruin.
BRIEVENEUS
Brieven aan de Redact.» van de K-.r.der-
Afdeel mg moeten gezonden worden Sar.
Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, t. d.
Vinnes: .*3at 2Jrood.
(In de bus gooien zonder aanbellen)
DE ZWANSNRIbDERHoe is het nu
met WixaHeeft de stakkerd r.iet erg v»«.
pi;n gehed? Nu het rteaatle is. c» je
hen zeker alle dagen bezoeken- Wat heh
je een goed rapport gehad. Je strikvragen
zijn goed.
K. II. - Harte'ijk dank voor mor."»
kaart uit Egmor.d. Wat z:e: dat huis er
gez» 1 i uit. 't Beval*, je er xek»r b««:.
6cfc.*.,i je me nog een .ver he: eon cn an.
der
HEEMfiTEDENAABTJE- Wat hadden
we nooie Paaechdogen. De Paaschwei I
leek hier wel een kermis. Als je dit leos*.
ben :k weer sa Haarlem, 'k Ben heerlijk
""uit grootmoeders
jeugd
door
W. B.-Z.
Hij boende zijn tranen telkens weg.
maar :e kwamen iederen keer weer. Daar
stond de zuster r.aaet hem.
„Heb je zoo'n pijr.. Jam?"
Sch-kt neg al."
„Waarom huil je dan. jongen?"
Eert*, gees antwoord.
„Nu Jan, vertel het me maar."
„Omdat, cmdaüe. omdat 't zulk moo:
„Bare jongen, wie huilt er nu om 't
mco.e weer?"
„Nee niet om 't mooie weer. maar om
dat.e
Jam durfde niet verder te gaar.. De zus
ter keek r.em Unbend ear. en z»- 'oen cp
huilerigen toer.: „Omdatte ik bier moe;
liggen."
Juitt, vrat Jan gedacht had. De zoster
gir.g cp den raad var. led.kant z.v»r„
ram Jtr.s hard le hare er. vroeg erz.
etig: „Wiens et^iuld is dat, Jan?"
„Br-ar Bikkers had da: paard niet aan
znosten setter..
„Zoo, 't de schuld van hoer Dikkere?"
„Janeen
„Toe jongen, maak het je nu niet moei
lïjker d jor op eer. ander de schuld te wer
pen."
„Eigenlijk was 1 mijn echa'.d."
.V. Maar jij lijdt niet alleen. BI' je-
thui Ion ze ov):-"
Na lie: de zuster Jan aas zijn gedachten
over. Andere patiënten hadden haar hu'.p
nood'g.
Jen moest na wel aan thuis denken.
Hij 1 -id vader vamdaag moe*.-n helpen-
Hij had laa-et nog zoo plechtig a zo moe
der beloofd niet me-'r echter op karren to
k mmon. Hoe gauw had hij zijn belofte
vergoten. Wat zag vader er vanmiddag be.
dr-eM
„Hier Jan. dat ie voor jeu van Marleen
tje". kwam de raster weer bij hem. Op
ziln dei lei ze een Tose «-"keren paasc'n-
e
W e is X
i» rm'ir-j-, K --
jtaje."
uitgerust. Zwarte! u Ie een echt water
.and. Dat heeft ook z.ja bekoc.rlijkheid.
Doet me plez.ez, da: de wedstrijd in je
«.naak valt. Ja hoor, :k vind het wat l«uk
Jat ik alle weken de groeten van Baanve
gen je krijg Heb je nog prettig gevliegerd
in de vacar.tle?
Zoo juist or.:vang ik jullie mooie
Paaschkaan. Wat een leuke i:kiak etaa:
»r op. ,»k daas Baanvegertje en Heem
etedenaarlje er tiariel.voor.
LATHVRU5. Z: 'r. meevallertje werk.
vis goede me Is niet zoo? Laat
moeder NV eredag den prijs maar komen
haler. Ben je me*, de Paaschdagen nog
buiten gewesit? En heb je nc-z -.ets van de
bloemenvelden gezien Ja, 't ra in
Zwartduis ook prachtig weer. Veel nu
tuursehoon is hier niet- Water, water cn
Inog eens water. De woorden, dia je voor
icn wedstrijd opnoemt, zijn alle goed. Een
bo ff eitje, hè?
Nu zag lar. - ".cdikir.t roast herr. er.
kie-.u t.,.:r me-s.e ..geen. Of euteu'vjk zag
hij alleen er. paar blauwe kijker je; »n
«en blond krul.-kopje. 't Heel®'gezichtje
er. ook de bandjes zaten in verb- ud.
„Dag jan," i-.\ een vriendelijk xtem
met je.
„Dag Marleentje. Ik dank je wel voor het
Paa scheit je."
„Ik heb vanmorgen van den dok:»r e»n
netje met 6 paaeche-.tje® gekregen omdat
niet huilde, toen h:j m:j h:e?p."
„O." zei Jan Hl; had willen vrager,
of Marleentje i-.ger.iijk scheelde, maar
r-.-j durfde eigenlijk riet goed, omdat r»
cr zoo heel zielig uitzag.
„Ben ;.j ook «braad, Jan?" vroeg :r
opeens.
„Nee, ik ben van een wagen gevaüm.
Ben jij dan verbrandt
„Niet heelema.il natuurlijk. Maar m»
1. inden en me hoofd."
..Uoe kwam dat?"
„Ik logeerde bij een buurvrouw, Ondat
moeder ia "t ziek-nhuie ieg."
„Waar was je rader dan?"
„D.e :s al heel laag dood. Dien beb Ik
noot; gekend."
„Toen üc bi; de buurvrouw wa», re
's avondi een boodschap gaan doen. Toea
is er bij de buren brand gokotnen. zoo ere
dat he: ooi bij ons g:ng branden. Ik lag
op zolder in een bedstee. Bn toen de
buurvrouw thu:« kwam, vloog ze naar bo
ven. En ze zei tegen de brand weermannen,
dftt Va op zold*r eüep, Ze kon niet meer
hoven komen door don zook cn de viam.
men. Een brar. iweerman heeft me gere
maar toen waa ik bewustelooa. Toen fce'--
ben ze me hier naar toe gebracht. H:cr
eg ik su al van Januari af."
Jan wou niet meer vragen. Wat «n
numperdje! Wat een missa geluk beva :e
zijn leven in vergelijking met dit kleine
rr.e «je.
...Te zult het hier gauw genoeg prettig
vinden," zei het vriendelijke -'.emmertje
weer. „De zustere zijn zoo aard'g en mor
gen. ais he*. Paechen is krijgen we twee
kr*pt«-boterhamrcea
Het werd etenstijd. Ala een kiein kindje
moeat Jan door c» zuster gevoerd worden.
Toen werden de lichten u.tgek.-. p: cn
t» voor «e:s: V.-.P zijn leven. dl*. Jr:
z'. r.d«f moedz.'A nachtkus in -itap viel
KRCELFMIK - NVit kan die vader var.
i u aardige gedichtjes maken. Echt leuk
li- or'k Ben blij voor je. dat je met de
Paaschdagen zoo genoten hebt. Ben je cr
NVcvi»6dag met de vriendinnen ook gezc'.
:g op hit geweeet Pa mag J« beet «*-*t
GOUDHAANTJE. - Ik geloof, dat wc
allen wel tevreden kunnen zijn over de
l'aaschdagon. NVas dan ook zulk heer
lijk tometscli weertje, 't Is wel noodig.
da: j'. Inj liet raad-eis "plussen ecu atlas
bij du hand hebt.
Dl SA. Hoe ver heb je we! gewandeld
met vaderIk kan me voorstellen, da: jo
genoten hel,:.
liENTFKNOPJB. - Nog hartelijk gefeli.
c:te«Td me. je verjaardag. NVat zuilen jul
lie «cn pret gemaakt heimen. Ik heb in i«
jratr gelezen van -Ie groote drukte.
Haarlem leek zeker wel een wereldstad.
Haarlem 10 Aprii 1926.
NV. BLOMBERG—ZEEMAN,
v. d. Vmneatraat 21r.
RAADSELS
(Deze raadsels zijn ii o ingezooden
door jongens en meisje» d:a „Voor onzo
Jeugd" ieten.)
Iedere (uaaztd worden order d« boete
tploeaeis dr.e boeken in prachtband ver
iovt.
1. ilr.gtr. door Heemstedenaarije.)
Alijn geheel s «cn boom van 3 letter.
grepen.
Zet achter «en meubelstuk een verkor
ten meisjesnaam «n daarachter een per
soonhjk voornaamwoord.
2. \lr.gez. door NVV.k pje.)
Mijn geheel s een spreekwoord van 59
SS 57 56 59 is een harde vrucht.
55 33 I is éen jongenen aam.
<0 <1 <2 -.5 een lidwoord.
lö 17 13 19 is een deel van den voet.
<3 45 52 ie brandbaar.
48 50 11 bevindt zich op ieder schip.
<9 28 29 30 i« een lichaamadeel.
3 2 20 21 is een ontkenning.
35 36 37 is em getal.
37 23 24 25 heet: .adeTe keilner graag.
5 7 v! egt vaak om de lamp.
14 9 10 E een getal
6 fs 10, 31 i» 12.
- 3 een voegwoord.
S 9 10 11 h het tegenovergestelde xto
wel.
15 14 25 i» een kunststuk.
12 23 24 25 £6 27 doen -"gen» graag.
36 32 34 32 39 kan ieder Rubriekertje.
12 13 35 22 32 33 doet een schilder.
34 34 51 15 is een landbouwwerktuig.
27 26 13 39 niet ja.
3d is'j.
43 44 45 46 47 42 fa een «loffelijk bjj
vvoglijk naamwoord.
49 50 51 52 53 54 kan van hout of ete»;
zijn.
3. dngez. door Fuico de MinstreeL)
lk t- n een dorp ir. Gv'Ierland. Veran-
der mijn lsto letter en ik word evt.
leeuwtje.
4. Ingez. door Orchidee.)
Ik ben een rivier in Azio, neem de lani
-• letler neg en ik blijf een rivier in azu-
Neem ml i- w< g «n ik ben ecu
4«i:cfd huisgenoo
5. (Ingez. door M e-je de Jong.)
Ii Ijeu een j-iaau m N. Holland. Las:
m:.*n iaatete lettergreep weg en ge houd:
ver een sieraad van de vrc-uw.
6. (Ingez. door Wat: en h»!.' Watt.)
Ik i»r» een v orwerp. waar men niet
meer buiten kan. Keer mij om en ik ben
eert gevaarlijk vaarwater.
Raadseloplossingen
De re»d«»!op:-vf-..-.jen der ■.-rig® week
zijn
3. Bari-Art
2. Persdi) weduwe.
5- Roodhu.d.
4. Alia goed» i ngen bestaan u t drie.
5. Oizeiltghe 1 kent geen tij-!.
6. :i Me: b. Kiar:ne::cn. c. Onze oogen.
d. Dat «pelt mer. met 3 letters, e. Test
met kooltje vuur.
Goede rai»d«elop!o?«icg*n ontvangen van
D:>a 5 De Zwinenridder 4 Heemstedenanr.
■j" s Baanvegertje 3 Meiroos}* 5 Letbv.
rus 5 Bre: -tertj» 6 D:-» 4 I.ertflkncpje 6
Lu - - rvinkje 6 Goudhaan*;; 5 Kruilemie 8
kindertuintes
NVe zullen nu enkel© overblijvende- of
tweejarige planten beeprek«u. Van ver
schillende eoor.cn komen echter r.-k één
jarige voor. wa >r je bij h' t aar - haffen van
het zaad wel degelijk op mag letton. Dat
je voor je vaste planten hoekje geen plan
ter («weekt, die dit najaar reeds eterven.
Ridderspoor iDelnh in hun). Tot
HOOFD6TCK 5
Wat Moeder meebracht.
Jan sliep dien nacht «tiei beet. H.j kor.
niet liggen, zooals hij wou. Aliea was heiu
zoo vreemd. En in z:jtn hoofd dwarrelden
zoovel© gedachten dooreen. Dc zuster ga:
hem nu «een wat te drinken, dan weer
s'hudde ze zijn kussen wat op. Maar het
duurde toch lang, voor hij eindelijk m
sisap v:el. Hij droomde »rg prett g. Moe
der haa da Paa-chelert r. gekleurd en toen
in d« neijev geiaaat. Ook een paar r.c
ten er bij cn een oranjegele sinaasappel.
Daar g rgtn re «nee r.sar de Paaschwe:.
Hoog heel hoog werden de e.eren opgewor
pen. tot ze e r.de ijk gebarsten waren. Da:
ging fijn. maar opeens hoorde hij zin.
zer. Hij sloeg de oogen op. Waar was
ui; f III] lag on een zieaenzaai cn Marleen
tje zong hem wakker. Nu vu 't Pa«chen.
De broertje» en zusjes zouden naar de
i'aagchwei gaan. mair hij Ing h.er. Mar
centje zong ma3r 't ©ene liedje voor en
t aniere r.a. De zueter kwam kiem helpen
en vertelde, dat rader en moeder «traks w«".
op "t bezoekuur zouden komen.
„Hoe laat i« d.-.t zusier.'"
„Van ba'f 3 tot half 5, J®n."
..NVat duurt ris: nog lans." zucht:© Jan.
„Weineea, jongen. D« tijd vliegt hit-r
voorbij. Straks gaan w© ontbijten, dan
komt d® dokter cn dan is d« morgen zoo
't Doktersbezoek bij Jan viel «nee. Het
verhand mocht blijven zitten.
„Mag ik vaodaig eens ioe komen van
ii'- banden?" vroeg Jan.
..Neen. jongen, da*, za: nog niet gaan,"
antwoordde de dokter.
D© klok ©leeg half 3. toen de zaaldeur
openging en de eerste bezoekers binnen
rilden. En dat waren: vader en moeder
Bakker. Jan wa* zoo blij. >'at hij huilde
en lachte tegelijk. Moeder streek maar
langs zijn wangen en kon eerst maar geen
woorden vinden Vader wa-, de eerste, die
spTtk.
„Hoe gaat het au, jongen?"
„O, >t gaat wel weer een beetje, maarrre
rader, moeder, wilt u me vergeven, qi:
ik- -zoo ongehoorzaam was."
..Lea: «en voor je leven zijn, jon
gen." zei vader hartelijk.
Moeder veegde me: haar zakdoek lang*
,do oogen gn :och zag Jan haar tranen. En
de Delphinium soorten behoorem ook <én-
jarige planten, welke veel in onze iu:ntje«
voorkomen. De overblijvende echter, we.k<-
tot «en hoogte v»n 0.8O—l SI. opgroeit, -s
i'e.phtnium hybridurn, «en «lerplant u
den Kaukaeue cn Hongarije, d.e krach,
•ge, kaar-rechte stengels geef*, met
groote, rechtopstaande «ros •van iicl tot
Jcnkerblauwe bloemen. Ook de bladeren
van deze plant zijn inooi gevormd. A'.s
snijbloem is ze oveuwel niet erg geschikt.
laar Öe bloemen in «en vaaa spoedig af
vallen. In den tuin dsareniegen 1* z» «en
«ieraad aan de aohterzijdo van je hoekj-
cf rmd.
Sfonoikekap (Acositum.)
Een plant. zeer veel cvereenkoms*
•>-r:oont m*'. de ridderspoor: beid© b»h' -
ren re tot dezelfde familie (n.l.
ach:igen of ranucculaceetn) en bereiken
ook ongeveer dezelfde hoogte. De b!<»
men zijn blauw of violet, doch m:»--en de
•poor. Ook «en zeer dankbare tusschen de
v,"A-« piani«n. maar zo *.s zeer vcrgifiig.
A k'e 1 e i (Aquilegia).
Evenocne een !>d van dc familie der ra-
nnr.culaceeèn. Da hoogte van deze plant
bedraagt (k45—0.60 M en komt dus i.a d«:i
vaste planten boek iels naar voren.Versch.l
lende pracht varièteilen zijn hiervan la
Jen handel. Z» ceven gre-ct© Idoemen me:
verschillende kleur-cottblnatia en heel
lange sporen. Al heb je niet veel ruiir.ie
:n je rum. vergeet toch n'.el de akelei e<m
plaat'je te geren. Deze bezorg! je werke.
lijk genotvoile dagen, door de sierlijke
eorm on de mooie kleuren der bloemen.
Ook ais snijbloem is ze u -kend geschikt
De plant i« zeer sterk cr\ kan hij goed»
behandeling jaren mee. A!« je deze plan*,
zelf wilt kwecken en reeds dit jaar l-loeien
de exemplaren krijgen (la den nazomer),
zaai dun nu b.nnci^huli In een bakje. De
k'c.ne, gladde, zwarte zaadjes bedeï je
me; ©en dun laagje n :«r fijne aarde,
i uudl Gele geirsei J sroeh'.ig (heel voor-
zichtig beeprov cn» cn zorgt vooral dat de
aaid? niM spoedig u droogt; dua niet
de feil© zon. llcb je eenmaal kleine
plaatjes gekregen, dan kvn wat zon zoo
gauw gteu kwaad meer. In MeiJtini kun'
je de plant haar bestemde p'.iais geven
lk heb ovor de akelei tamelijk lang uiige-
w.jd, war.t ;k ir..l werkelijk, da: deze sier
lijke plaat niet irt een tuintje mag ont
breken.
D© volgende week zal lk nog «enig»
v*»'e planter tespreim. - ch nu moet :k
nog »v»n de aacdatr.. vragen voor de
prachtige ranonkel*, t is nu j'ii«:
de :ijd (wanneer de vorst ut*, den grotd
*«r. reedt :n Februari) de x^. „klauw.
uit zetten. -Denk er om met de
puntjes near («nu. in. Ongeveer 5 c.M.
«p op den ouderlingen afstand van 3
c.M. Op lichten grond moet bij droogte
'1 tik gegoten w-rden. Mei—Juni prijken
deze planten toom! d© dubbele Fran
rclie na onkel) met volle bloemen tan
kleur. De ranonkels vragen «en flink
f-mev en greod Ze zijn zeer getchik*. vc»)r
*r .jbloem«n. Wanneer de bladeren verdor-
ren. worden de klauwtje* uit den grond
genomen, gedroogd en voietvrij bewaard
:o: het vcl^rnd voorjaar.
TUINIER.
RUILRUBRIEK
Een vriendelijke onbekende dank .'s
hartelijk voor de ontTar.g«n lapje*.
voor de vlugge
rekenaars
I. Hoe bewijst men, da*. 2 maal S is lil
II. Hoe bewijet tn-rn da; 5 en 1 41
III. Wanneer wordt 2 en 1 4?
Oplossingen. J Neem «cn doosje !t:cl-
feis cn leg het Romein»oli© cijfer VI. Leg
nog ccn* VI, maar keer het don o«n en
plaatst het vlak ieg»n het eerete Du» soot
XI Ziehier de opl r.ing-
OptpSsiug II. Neem woer je dooejo luci
fers «n leg daarvan h»i Romeinse!»© cij
fer V. Doe er nu éêu bij, mxar plaats die
er voor. dus zoo IV.
Oplossing III. Alweer je doosje lucifer*
ger.omer.. Neem er één lucifer uit. Leg dl®
op tafel. Neem er au twee uit cn maai
iaarvae» he*. Rome neche cijfer V. Eet d*.«
V achter <ie I en het gevraagde ie ver
kregen-
KUNSTJES
EEN ENKEL KUNSTJE
't Is ©en moeilijk kun» je, da: vj e-r.:;e
voorbereiding vereisch'.. 3« laat ;'e vastbin
den op een et oei «a we', zoo. dst ja polsen
atn de stoelleuning gebonden worden en
d» enkele aan de v.-nrsto pooien. Nu
vraag Je aan «en der hui«genoo:©n een ring
tusschea Je tanden te «teken en je belooft
dat de ruig frak» aan een van J« vin
gers tal zitien. Je bent achter een gordijn
of euite.deurcn gaan zitien en verzoek nu
even gordijn of deuren te sluiten. Ale je
alleen beni. laat je den ring voorzichtig
rlljden, zoodat hij tu*«ch»n je kmiefen komt
Dan kan je hem door «chuiven bert onder
iet bereik van je vingers brengen.
zijn berouw was er deè te dieper om.
„Gedane raken nemen g«»ii keer. Dus nu
maar over wat anders ze; vader. „Kijk
-«rui jongen wst we voor Je meegebracht
hebben."
Uit vader» jaszak kwam een groot cho.
colade-ei te voorschijn. „Van je broers en
zusje*." zei moeder.
„Wat een fijn ei." riep Marleentje.
Dat is Marleentje", vertelde Jan nu aam
r ;n ouders en fluisterend liehite hij hun
over alle*, wat Marleentje hem giete-
ren verteld had
Moeder liep nu naar Marleentje om hssr
Itet ei te 'aten sien. E-.cu lei moeder het in
haar verbonden handje© en ze lachte er
zoo blij tegen, als was het van haar zelf.
„Als tk Ik; slacht, krijg jij er ook wa:
van," riep Jan.
„Vader heeft mog een pakje," zei moeder
„Nog een pakje?" vroeg Jan verbaasd.
...Ja een Paa»cheitje van vader en mij. Ik
vroeg bij Bakker Bruist, of hij mij het
mooiste wou geven, dat er in zijn winkel
was."
Toen Jan he'. pakje beksek, vond hij «1
he; heelemaal niet op een ei geleek.
Zit zeker in oa doosje, dacht Jan.
D.t bleek xoo te zijn.
„Was het dit ei onderbrak Loni het
verhaal.
„Ja was dit el." zei grootvader. „En
't zat ia» dit dooeje."
„Maar dan begrijp ik niet.begon
Leni weer
„Luister maar goed, etraks zal allee op
gehelderd worden." ze; grootmoeder.
„Vol bewondering bekeek Jar. het pra li
nie ei. Db*. die bakker Bruist zoo iets
:r.ooi© in zijn winkel had. En dat «e xoo
:e:s moois voor hem, den ongehoorzame.*»
jongen mee gebracht hadden. Natuurlijk
nioerl moeder het weer aan Marleentje
laten zien, Het kiod kon er geen avoorden
voor vinden zoo prachtig ze dit tooi»
vond. De zsalzuster kwam er ook naar
'lijken en die liet h©*. weer aan de au.
'dore patientjes zien. De bezoekuurtjes gifi-
i<n Jan veel te gauw voorbij. Maar moe
der troostte hem met do belofte, dat er
morgen weer twee van huis Kouden komen.
Meer dan twee bezoeker» werden op de zsal
r.iet toegelaten. Jan voelde zich we', wat
waren. Maar opeens dacht Inj aan Mar
lc-.iv.jc, die nooit bezoek kiecg.
„Waar gas: Marleentje heen, al© ze l»-
ter is?" vroeg hij 'e avonds aan de luster.
„Naar Weeshuis," antwoordde de
zutter.
Arme Marleenj». dacht Jam. van 't «ene
gesticht ging ze dus weer naar he* anders.
Ho© kon ee toch maar altijd lachen en
tevreden zijn!
Jan zou spoedig nog grooter medelijden
krijgen niet Marleentje. Dienz«lfd»n
avond kreeg het kind hcoge koorts. Z©
wa© zoo onrustig, dat d» hoofdzuaaar voor
«telde haar in «en apart kamertje te laten
slapen, daar ze door haar kreunen de ar
de patient;*© ui: den slaap zou houden.
Tc«n Jan morgen* wakker werd wa-
zijn eerste vracg maar Marleentje.
,,'t I» nog n-e:* goed met, haar. Jam. Ze
hoeft don heolen nacht hooge 'voort* ge
had. En ze lag ai maar te ijlen over een
zilveren engeltje. En dat engeltje- wou ze
„Zuster weet wat ze bedoelde. Mijn
mooie Paa schei, dat gi«t»ren gekregen
heb."
.Ja. da: kar 't «ijn, Jan. Dal mooie ei
heeft zoo'n Indruk op baar gemaakt. Het
kind is zoo heel weinig gewend."
„Laat U het haar mog maar even alen."
zei Jan.
„Hè Ja, misschien komt het kind dan tot
S-il lag Jan nu voor zich uit te kijken,
terwijl de zu-ter met het ei naar Marleen
tje ging. 't NVas Jan of hij Marleentje al
lang ker.de, me: de ander,-n waa hij nog
niet cp dreef Daar kwam «!e zus'-r al
weer aan met het doosje. Haar gezicht
etor.d nu heel -wat vroolijker.
NVis net zeoats we gedacht hadden.
Jan. Die rare Marleentje heeft den heelen
nacht over jouw Paa»chei liggen denken.
Nu heef', ze het nog een» eventjes g„ed
bekeken en ze beefl beloofd zoet ie gaan
slapen.
„Zuster!" riep Jan opeens met een kleur
van opwinding.
„NVat i« 't jongen?"
„Hier, neemt u het doo<je met het ei
m.nr weer.
„Neen, jongen, laat ik dat niet doen-
Marlecii' te heef: het ei r.u nog een» seslen
:r Q i??I*4n WDl"
„Maar zc n ig riep Jan. O.
n'.ö'ilc z111 cr het nu maar hegrijpen wou.
Ais zo het nu toch maar wegnam! Want,
•li: offer viel hem zwaar genoeg.
,.fxn, wat bedoel j.-W»i je her prachtige
*- weggeven aan Marleentje? Maar wa:
zullen je vader en moeder daarvan zeggen?
„Ooh, neemt U het nu maar. Vader en
moeder zullen er niks kwaed om wezen.
Ik heb zooveel en. zij heeft zoo
weinig"
Toen kroop Jan met zijn hoofd onder de
deken© en de zuster ging met bet k«telbaar
geschenk r.aar Marleentje. Marleentje'»
vreugde wa» zoo groot, dat ik het niet
vertellen kan.
's Middags kwam moeder Bakker met
zusje Marie. Bij het binnenkomen ram
zuster Marie ze «ven apart en vertelde m
kon© trekken, wat Jan had gedaan.
't Ging net zoo als Jan gedacht hnd.
Moeder was niet boos. Integendeel. Jan
kreeg nog «en extra kus cn niovdcr noem
de hem haar be&len jongen.
HOOFDSTUK VI
De verdere geschiedenis van Marleentje
Zaterdags voor Pinkster stond er een
groot tijtuig voor het ziekenhuis. Vader en
moeder Bakker waren er Juist uitgestapt
om Jan halen. Jan mocht weer raar
hui«. Jan en. Marleentje. Marleentje
was in zoover hersteld, dat ze weer loo-
pen kon, haar gezicht «m handen waren nu
ook uit het verhand. Hoe graag de zusters
het lieve kind hadden willen houden, de
ruimte van het ziekenhuis liet het niet
toe. Wie gexen was, woeet 't gasthuis ver
laten. Do raeesten hunkerden daar ook
naar. Maar Marleentje had geen thule. De
Directeur had ree,1: c.-r» brief nar be:
Weeshu s geschreven. Mxar «oen Jan dit
aan zijn moeder Terte'.de. zei deze: „Een
mondje meer of minder zal ons niet
*chaden. NVe moesten Marleentje maar in
onzen kr'r.g opnemen," En vader Bakker
dacht er net zoo over.
Of Marleentje wou? In da afgcloopen
weken bad ze alle Bakkertjes loeren ken
nen en nu wilde ze liever niet aan 't af-
saheid denken. Maar klonk 't niet, a!a een
mooi sprookje, dat ze nu bij hou zou ko
men voor goed.
D© intooht wa* feestelijk, 't Heel© dorp
had er natuurlijk van gehoord, da*, moe
der Bakker nie; één maar twee kinderen
me? nmr hu» nam. Moot P»**chei
bleei :n de familie en kwam in dit kastje,
ic «taan (Wordt vervolgd.),