HAARLEM'S DAGBLAD
MAANDAG 19 APRIL 1927
TWEEDE BLAD
DE HOLLANDSCHE HANDELSBANK.
CREDITEUREN HEBBEN VERGADERD
DE AANGEVRAAGDE SURSEANCE VERLEEND.
Zaterdagmiddag om twee i
crediteuren van de Hollandsche Hun.
tlclsbonk bijeengeroepen om gehoord te
worden op haar verzoek tot surseance
van betaling. Zoo groot was de belang»
stelling, dat al voor tweeën de groote
zaal van het gerechtsgebouw in de
Jansstraat half vol was. Daarna kwamen
nog meer belanghebbenden toege»
stroomd. Zij moesten verdreven worden
van de banken voor de advocaten, er
moesten stoelen en banken worden aan»
gesleept en ten slotte konden ecnigen
nog maar een plaats krijgen op de ruim*
te. die anders voor publieke tribune
dient. Zells het beruchte beklaagden
bankje, dat tegen den muur was gezet,
gaf zitplaats aan drie crediteuren. Daar»
naast, bovenop de verwarming, lieten
drie advocaten, waaronder een bekend
notaris»wethouder, de becnen bungelen.
De rechtbank werd gepresideerd door
Mr. Van der Muelen. Aanwezig waren
de directeuren van de Hollandsche
Handelsbank, de hceren J. Sehrcudcrs
en J. T. baron van Hccckcrcn,
naast wie. de door de Rechtbank bc»
noemde bewindvoerders Mr. P. Tjeenk
Willink en L. J. van JRossum, lid
van de firma Scholtcn en Lefèvrc te
Amsterdam, plaats genomen hadden.
Verslaggevers der pers werden toe»
gelaten. De president las een voor een
<ie alpliabctisch gestelde namen voor
van de crediteuren en vroeg daarbij, of
zij zich vcrccnigcn konden met het bij
hun nuum op de lijst vermelde bedrag.
Een aantal crediteuren waren ni<jt
verschenen, vele anderen luidden aan
den raadsman van de Bank. Mr. Bak»
huizen van den Brink, enkelen aan an>
dere advocaten volmachten gezonden. De
aanwezige crediteuren antwoordden
voor Zichzelf," wanneer hun naam werd
afgelezen. Op enkele kleine verschillen
na. die door de bewindvoerders spoedig
werden opgelost, werden de cijfers van
de Bank uccoord bevonden. Voor zoo»
ver de crediteuren belang hadden bij
door hen gedeponeerde stukken, reser»
veerden zij voor zich alle rechten.
Uit de opsomming bleek, dat de
grootste crediteur een bedrag van ruim
97000.de kleinste een van 0/40
te vorderen heeft
Deze voorlezing vorderde natuurlijk,
hoewel de president de zaak vlot be*
handelde, geruimen tijd. Daarna kreeg
Mr. Tjeenk Willink het woord tot voor»
lezing van:
HET RAPPORT DER BEWIND»
VOERDERS.
dat als volgt luidde:
Bij beschikking uwer rechtbank van
23 Maart j.l. yerden ondcrgctcckcnden.
naar aanleiding van een door de N.V.
Hollandsche Handelsbank ingediend
verzoekschrift tot het bekomen
surséance van betaling, benoemd tot
bewindvoerders, teneinde, na afwachting
van een verdere beschikking op dat
verzoekschrift, met de verzoekster het
beheer over bare zaken te voeren.
Eenige dagen te voren had de
nootschap, in afwachting van de bc»
schikking op haar verzoekschrift, hare
loketten gesloten en het kwam onder»
geteekenden wenachclijk voor, alvo»
tens de heropening daarvan te ovcrwc»
ger.. een notaricelc inventarisatie te
doen houden van alles wat ten kantin
re aanwezig was. in het bijzonder ook
van den inhoud van de effectentrom»
mcls en dergelijke waarden. Deze in»
ventarisatie geschiedde door den nota»
ris J- van Munster van Heuven. alhier,
de desbetreffende akte werd op 29
Maart gepasseerd.
Ondcrgetcekenden achtten het voorts
noodzakelijk teneinde te komen tot
zoo nauwkeurig mogelijke vaststcllim
van het obligo der vennootschap, dat
aan alle hare relation werd verstrekt
een opgave, niet alleen van het saldo
in rckcning»couran:t, mnar in het bij
zonder ook van de aan hen te verant
woorden stukken. Deze opgave was
zóó ingericht, dat door inzending van
een bijgevoegd duplicaat, met ruimte
voor aantekeningen, de relation
hun bevinding omtrent de verstrekte
opgave konden doen blijken.
De overgroote meerderheid gaf
het verzoek om terugzending gevolg,
zoodat thans vrijwel nauwkeurig kan
worden vastgesteld hoever het obligo
der Bank strekt.
Bij de opgave der te verantwoorden
stukken is dezerzijds in het midden ge»
laten, of de stukken als onderpand, in
depot of wel ter conversie waren ver»
strekt. Deze onderscheiding toch
scheen voor het oogenbHk, voor de be»
oordeeling van de positie der Bank var
ondergeschikt belang. Indien immers,
waren zooals uit het verzoesschrift mocht
worden afgeleid, de Vennootschap
den duur in staat zal blijken een ieder
te bevredigen, dan zal dit ook hot ge»
val zijn ten opzichte van hen, die recht
hebben op afgifte hunner stukken, als
zijnde deze niet verstrekt als onder»
pand voor van de Bank genoten geld.
Indien daarentegen de Vennoot»
schap hare crediteuren niet ten volle
zal kunnen bevredigen en dus de fail»
lissemervts»toestand aanwezig blijkt,
iun verkeeren de eigenaars van in de»
pot of ter conversie gegeven fondsen,
in dezelfde positie als elk ander ere»
drteur, namelijk in doze, dat hun pre»
tcntic zich omzet in een geldvordering,
tot het beloop van de waarde der niet
verantwoorde en niet ten kantore aan»
wezig bevonden stukken.
Tc minder konden bewindvoerders
op dit oogenblik reeds ten opzichte
an alle belanghebbenden een dcfind»
tief oordcel uitspreken, welk het ka»
rakter hunner pretentie was, omdat
een aantal personen debiteuren
kci)iri*courant waren, doch daarnaast
recht hadden op verantwoording
fondsen ver boven het beloop dier
schuld en dus de vraag in elk bijzon»
der geval onder de oogen ware te zien
of inderdaad alle fondsen geacht moes»
worden als onderpand te zijn ver»
strekt, dan wel slechts een deel daar»
Bewindvoerders moeten hierbij op
merken, dat un is gebleken dat di
Vennootschap in het algemeen, bij het
ir. prolongatie geven van haur door
cliënten verstrekte fondsen, niet met
voldoende nauwkeurigheid placht toe
te zien of deze behoorden tot de zoo»
danige, ten opzichte waarvan haar het
recht toekwam, Immers fondsen die
door cliënten tot onderpand worden ver»
strekt, mogen zonder twijfel in herpro»
longatic worden gegeven; andere daar»
entcgcn slechts, als dit is.toegestaan of
overeengekomen. Bewindvoerders heb»
ben Zeer stellig den indruk gekregen,
dat een aantal fondsen van derden
door de Vennootschap als onderpand
voor eigen verbintenissen zijn
strekt zonder dat die verstrekking op
een wettelijke bevoegdheid berustte.
Hoewel dit practisch geen belang be»
hoeft te hebben, wanneer de Venitoot»
schap solvent is, wijst het niettemin
op een bcheer»systeom dat licht tot
bedenkelijke gevolgen aanleiding kan
geven.
Een tweede fout in hef beheer, die
bewindvoerders hebben moeten con»
stateeren, bestaat hierin dat er posten
van aankoop van effecten voor cliënten
meermalen wel met dezen zijn afgcre»
kend in derf vorm van een dabitcering
in rekcning»couTant, maar werden
uitgevoerd of. zooa'.s het heet, in zich»
zelf, of werden gecompenseerd niet
verkooporders van andere relaties der
Bank. Gevolg was dat óf de Bank zei»
vc tot de levering dor nog niet in haar
bezit gekomen fondsen verplicht bleef,
óf dat zij risico liep als de tot levering
verplichte tegenpartij, daarmede in
gebreke bleef. Hoewel in deze nog
geen definitief oordeel kan geveld
worden, mag'als vaststaande worden
aangenomen, dat uit dezen hoofde
door de vennootschap aanmerkelijke
schade zal worden geleden. Daarmede
is in na te noemen cijfers rekening
gehouden.
Tenslotte is gebleken, dat de om»
vang-waarin de Vennootschap onvol»
doend gedekte crcdictcn verleende, ver»
ie overtrof wat bij een zoo bescheiden
eigen kupitaul veroorloofd mocht hec»
ten. Onder onvoldoend gedekte eredie»
ten verstaan wij die, welke in plaats
van behoorlijk onderpand aan courante
effecten, zijn verleend op borgtocht,
zakelijke zekerheid die niet of zeer
moeilijk te rcaliscércn is, polissen en
dergelijke, of zelfs zonder waarborg.
Deze crcdictcn zijn verstrekt ten be»
loopen van ongeveer zevenhonderd taeli»
tig duizend gulden en hoewel dit cijfer
reeds belangrijke afschrijvingen omvat,
zai de afwikkeling van deze posten on»
getwijfeld veel moeilijkheden en 'haast
zeker ook nog verdere verliezen ople»
Omtrent de verschillende posten,
waaruit het voormelde cijfer,is samen»
gesteld, in bijzonderheden te treden
schijnt bewindvoerders op dit oogen»
blik zeer ongcwcnscht. daar het ir. rui»
meren kring bekend maken van de na»
men en de bedragen waarom bet hier
ga3t, de veelal toch reeds onvoldoende
betaalkracht der betrokkenen nog meer
zou ondermijnen.
Ais reserve tegenover bovenvermelde
kwade kansen vertoont een door be»
windvoerders per 29 Maart opgestelde
balans een surplus van ongeveer
600.000.—. Of die reserve toereikend
zal zijn is uiteraard nog niet te zeggen,
maar naar de meening van bcwindvocr»
ders wel aan twijfel onderhevig,
ln verband met de vraag of het be
lang van crediteuren door een gunsti»
ge beschikking op liet verzoek tot sur»
séance zal zijn gediend, mogen bewind
voerders niet onvermeld laten dat hun
is gebleken, dat belanghebbenden zeer
ernstige pogingen aanwenden om voor»
stellen ter bevrediging van crediteuren
te doen, indien onverhoopt mocht blij»
ken dat de liquidatie op zich zelf niet
voldoende zou opleveren om die bevrc»
diging te geven. Hiermede hebben wij
het oog, zoowel op het ons gebleken
streven van sommige debiteuren, om
met steun van derden tot aannemelijke
voorstellen inzake do afwikkeling hun»
ncr positie te komen, als op een onder
het bestuur der Vennootschap en zijn
'rienden aanhangig gemuakt overleg,
om voor het gedachte geval zich nader
inet crediteuren in verbinding te stellen.
Het lijdt naar de mccning van be»
iridvoerders geen twijfel, dat bij af»
ijzing van het verzoek tot surseance
e hierboven bedoelde pogingen zouden
worden gestaakt.
.VRAGEN EN OPMERK IN»
GEN BEANTWOORD.
Na de voorlezing van het rapport gaf
de president gelegenheid tot het stellen
van vragen en het maken van opmer»
kingen.
Mr. L. G. v a n D a m verzocht te
mogen weten, of er blanco eredieten
verstrekt zijn aan leden van de directie
of daarbij nauw betrokken personen en
of bij de hcrprolongatie van stukken, die
niet het eigendom van de Bank waren,
niet in de strafrechtelijke sfeer is ge»
treden. Ontbreken er ook thans nog
stukken, waarvan de Bank houdster en
geen eigenares was?
Mr. Tjeenk Willink verwees
in antwoord op de eerste vraag naar de
passage in het rapport van bcwindvocr»
dc-rs over het ongewcnschtc om in bij»
zonderheden te treden over de onge»
dekte posten en op de tweede: dat be»
windvoerders zelf zich buiten de sfeer
van het strafrecht houden, als zij hun
mccning te kennen geven.
Mr. v a n D a m bleek niet voldaan
met dit antwoord en vestigde de aan»
dacht op art. 217 van de faillissements»
wet, waarbij wordt bepaald dat nooit
surséance van betaling verleend kan
worden, als er kwade trouw aanwezig
is; in verband met de geruchten die de
ronde doen achtte hij dus beantwoor»
ding van zijn eerste vraag gewenscht.
Mr- Tjeenk Willink ant»
woorddc. dat er inderdaad stukken be»
rusten bij andere relaties. In dezen kor»
ten tijd wiis onmogelijk vast te stellen,
in hoeverre stukken niet mochten wor»f
den verstrekt. Er waren er zeker bij. Bij
het strafrechtelijk element behoort
evenwel de wetenschap, dat die stukken
niet konden worden teruggegeven. On»
dcrschcid dient te worden 'gemaakt tus»
schen de Bank zelf en een of meer
harcr organen: in elk geval heeft niet
wensch of de bedoeling voorgezeten
te komen in de strafrechtelijke sfeer.
Mr. Bakhuizen van dei
Brink, zich annsluitendo bij het
antwoord der bewindvoerders, deed op»
merken, dat gesteld al het geval door
Mr. van Dam ware juist, de daad van
één persoon nooit kon ziiu een daad
van kwade trouw van de Bank als
lichaam. Het element kwade trouw
dient geheel te worden uitgeschakeld,
daar men absoluut niet kan vaststellen,
of ten opzichte van een bepaald fonds
iets heeft plaats gehad, dat strafrcch»
tel ijk kan worden vervolgd.
Mr. von Löben S e 1 s deed op»
merken, dut bewindvoerders hebben ge»
meend, de na 15 Maart in deposito ge»
storte geldcn»integraal te moeten terug»
betalen. Zijn daardoor niet anderen bc»
nadecld? Viak vóór de débacic zijn
ook fondsen aan de Bank gegeven, Hoe
zal men daarmee handelen voor zoover
zij niet in rekening courant zijn gege»
ven? Zal men ook dergelijke fondsen»
houders van dcnzclfdcn maatregel doen
profitcercn?
Mr. Tjeenk Willink ant»
woorddc. dat hcwindvoerders geen te»
rugbctaling gedaan hebben. Alles heb»
ben zij na hun optreden op nieuwe reke»
ning laten boeken en de coupons op oude
rekening verantwoord. Opdrachten zijn
uitgevoerd op nieuwe rekening, zonder
verband met de oude rekening. Een
vaii de commissarissen heeft zich bereid
vciklaard, voor zoover hem de bedoelde
gelden werden overgedragen, die terug
te betalen.(1) Het is dus de vraag of
gebrachte gelden of gegeven fondsen
zijn gebruikt voor storting bij dien
commissaris van de Bank.
Mr- von Löben Sell
zoekt, deze goedertierenheid dan ook
uit te strekkpn tot mcnschen. die fond»
sen hebben gebracht. Spreker wil ook
nog vragen: wie verleende de eredieten.
de directie of de Bank? Als de Bank
ongedekte eredieten verleende, zou men
dan willen beweren, dat dit goede
trouw is?
Mr. Bakhuizen van den
Br i n k antwoordde, dat niet wetens
en willens ongedekte eredieten werden
verleend, ofschoon hier nonchalance,
onvoorzichtigheid aanwezig kan zijn.
Men moet de Bank als een geheel be»
schouwen, zoodat crediteuren niet wil»
lens en wetens benadeeld zijn.
Mr. Von Löben Seis voerde
aan, dat men vroeger slechts éénmaal
per drie maanden gelegenheid had, den
stand der rekeningen na te gaan; sedert
dezen worden gesraffeld bestaat er een
dagclijksch overzicht van de debet»
saldi. Als een van de leden der directie
een ongedekt crediet heeft en daaraan
geen einde gemaakt wordt, bestaat er
don geen kwade trouw?
De opmerkingen van dezen spreker
werden tot tweemaal toe door een ge»
dcelte van de aanwezigen met applaus
begroet. De president verbood daarop
het geven van teekenen van goed» of
afkeuring.
Mr. van II acrsolte maakte do
opmerking, dat er geen kwade trouw
kan zijn bij een uit eigen beweging ge»
danc aanvraag om surséance, terwijl er
geen enkel verzoek tot faillietverklaring
ingediend was.
M e r e n s had verwacht, dat
overtuigend zou blijken, dat sur»
séance beter zou zijn dan faillissement,
maar heeft in het rapport van bewind»
rders alleen een paar voorzichtige
zinnen gehoord. Zal, als de surséance
wordt verleend, worden voorgesteld
deskundige, bijvoorbeeld een ac»
countant, te benoemen? Zoo niet, dan
kan dat verzoek namens crediteuren
geschieden.
Depresident doet opmerken,
dat de rechtbank reeds voornemens was
crediteuren te vragen, of zij die
benoeming wcnschelijk achten.
Mr. Bakhuizen van den
Brink antwoordde, dat in elk geval
surséance niet nadecliger is dan faillis»
sement. Een voordeel is. dat er in geval
/an surséance pogingen zullen worden
'edann namens personen, met wie de
Hollandsche Handelsbank in connectie
staat, om fondsen bijeen te brengen ter
bevrediging van crediteuren, welke po*
gingen zeer waarschijnlijk zullen slagen.
In den korten tijd die beschikbaar was,
is dat niet mogelijk geweest, te meer
cianr niemand zich verbindt als hij geen
zekerheid heeft van surséance: bij fail»
lisscmcnt van de naamloozc vennoot»
schap is niet te verwachten, dat iemand
ïr nog geld in storten zal.
Mr. de Gavere verzoekt cijfers te
mogen hooren. Hij heeft geen indruk,
hoe de zaak er bij staat.
Mr. Tjeenk Willink ant»
woordt, dat de balans aanwijst een sur»=
plus van zes ton. In hoeverre dit bedrag
alle verliezen bij de liquidatie zal kun»
ncn opvangen, is nog niet te zeggen. Bij
sommige debiteuren is zekerheid gege»
ven van zeer bijzondcrcn aard, zooals
borgtochten en polissen van levensver»
zekering, maar het is toch te verwach»
ten, dat van debiteuren een paar ton
zeker op tafel komt. Er kan zes ton
verloren worden, dan blijft er precies
een milliocn over. als honderd procent
voor de crediteuren.
Mr. Bruch vraagt, of de balans
reeds in zichzelf afschrijvin»
gen bevat; zoo niet, dan is er al vitfr
ton van weg.
Mr. de Gavere vraagt, hoeveel
men schat, dat er van de ruim 7 ton
terechtkomt. Ais daarvan 3 ton over
zou zijn, vraagt spreker, wat doen wc
dan hier? Zijn er op de balans posten,
»die te hoog staan?
Mr. Tjeenk Willink ver»
v.iist naar bet rapport van bewindvoer»
ders. Haast zeker zal de liquidatie nog
andere verliezen opleveren. Een aan»
merkelijke schade kan uit de leveren
fondsen worden verwacht.
Mr. Koch, er op wijzende, dat het
onvoldoende gedekte bedrag 780.000
is. vraagt of men niet ecnigen tijd zal
nemen voor de inning en of er tusschen
de sprekers geen misverstand is.
De heer Rubenkoning vraagt,
of de surséance niet kan worden ver»
Jengd. als het rapport van den accoun»
tunt daar aanleiding toe geeft.
Mr. Tjeenk Willink ant
woordt, dat de kansen voor crediteuren
erheteren ais de surséance verleend
'ordt.
Mr. van Dam stelt voor, den
termijn voor de surséance te verandc»
reu in drie maanden, zoodat naderhand
de Rechtbank verlenging geven kan. In
dat geval wil spreker voor de surséan»
temmen.
Bakhuizen van den
i n k acht 3 maanden te kort. Er
is nog niet te zeggen wat er overblijft.
Spreker ziet het voordeel niet in van
het verkorten van den wettelijken ter»
mijn van anderhalf jaar.
De president vestigt er de
aandacht op. dat een deskundige toch
i dere drie maanden een rapport indic»
ncn moet. f
Mr. Van Dam zegt, dat dit zijn bc»
doeling niet is: Mr. von Löben
S e 1 s, dat hij niet begrijpt, waarom
liet zoolang duren moei: Mr. de
Gavere dat hij het voorstel»van Dam
niet ondersteunen kan. Men moet ver»
trouwen slellen in de bewindvoerders
en in de deskundigen Zonder nieuwe ver
gadering kan men de zaak aan de Recht»
bank overlaten.
Mr. Tjeenk W i 1 1 i n k doet
nog opmerken, dat de bewindvoerders,
wanneer de rapporten van den accoun»
tant geen aanleiding mochten geven tot
voortzetting van het bedrijf, zullen
trachten het gebouw te verkoopen, in»
dien zich een geschikte kooper voor»
doet.
Thans wordt gestemd. Op één credi»
HET DIER VOOR DE LENS
jft J
I I 4 1 i ~i l
De Zeehond luncht.
De bekende zeiler P- Lucassen,
schonk het Genootschap Natura Artis
Magistra den hierboven afgebeelden
zeehond.
Van de zeer honden of robben komen
twee soorten ook in de Noordzee
voor. Verder bewonen zij het gebied
der Noord»Atlantische kusten over de
Noordelijke IJszee tot aan 'de West»
kust van Noord»Amerilca. De robbert
worden vooral door de Eskimo's om
vlcesch, traan, bloed, huid en beende*
ren gejaagd.
Zoo kan de primitieve Eskimo
dank zij dit nuttige dier zich klee*
den, voeden en van gereedschap voor»»
zien. (Het laatste door bewerking van
de botten).
na, die 'buiten stemming 'blijft
verklaren allen zich vóór de surséance.
r. van Dam was 'heengegaan en nam
aan de stemming dus peen deel.
Thans vraagt de president namen te
hooren van een accountant en bepaalt,
dat eenig'e personen zijn genoemd, de
uitspraak van de Rechtbank op Dinsdag
a.s. te 10 uur.
Tc kwart over vijven wordt de biieen»
komst gesloten.
(1) In deze discussie worden bedoeld
gelden en fondsen, die gestort of ge»
bracht zijn in den tijd nadat de Bank
tot de aanvrage om surséance had be»
sloten en voordat de debacle bekend ge»
worden was. Men heeft het billijk ge»
acht, deze gelden integraal terug te be»
talen.
STADSNIEUWS
BLOEMENDAALSCHE AMATEUR
FOTOGRAFEN VEREENIGING.
Bovengenoemde vereeniging hield jl.
Donderdag 15 dezer, hare maanrMijk»
sche bijeenkomst in het Gemeentelijk
Concertgebouw te Haarlem.
Bij de ingekomen stukken bevond
zich de mededeeling van de Ncdcri-ind»
sche Platenfabriek „Photax", dat de in»
zendingstermijn voor de door haar uit»
geschreven wedstrijd verlengd werd tot
1 Juni '26, zoodat zij. die nog geen ge»
legenheid hadden iets hiervoor gereed
te maken, van dit uitstel kunnen pro»
fiteeren.
Door den heer Van den Boogaardt,
fabrikant van het Nebo»filmpak. werd
een demonstratie gegeven, waarbij de
voordeden van zijn fabrikaat boven de
Oude filmpaks duidelijk werden aange»
toond.
De heer J. C. Mol vertelde een en
ander over do korrelgrootte van de fo»
tografische plaat en meer in het bijzon»
der werd er door spreker op gewezen,
dat er verschillende factoren zijn, die
invloed oefenen.op de korrelgrootte,
zooals b.v. de emulsie van de fotogra»
fischc plaat, de gebruikte ontwikkelaar,
de temperatuur en het al kali» gehalte
hiervan, de duur van de ontwikkeling,
enz. Op een volgende bijeenkomst zal
de heer Mol hierop nog nader terug»
komen en een en ander door middel
van lantaarnplaatjes toelichten.
Vervolgens deed de heer Gerhard!
enkele mcdedeelingen uit de praktijk en
sprak o.a. over den belichtingstijd van
opnamen bij kunstlicht (Stillevens); ver»,
der vertoonde spreker eenige lantaarn»
plaatjes, gemaakt naar opnemingen op
de Nederlandsche Photax»plaat, waar»
bij de voortreffelijke kwaliteiten van
deze plaat aan het licht kwamen.
De voorzitter deelde nog mede, dat
bij het Bestuur wederom plannen voor
clubtochten in bewerking zijn; hierover
zullen zoo spoedig mogelijk nadere bij»
zonderheden worden medegedeeld.
Aan den tentoonstellingswand trok
een collectie foto's de aandacht op
Bijk»Gulden papier, die een uitsteken»
den indruk maakte aan de leden wer»
den verscheidene pakjes papier van
dit fabrikaat uitgereikt ten einde hier»,
mede een proef te kunnen nemen.
De goed bezochte bijeenkomst werd
besloten met de projectie van een cob
lectie lantaarnplaatjes van de Fotoclub
„Iris" uit Antwerpen, die mooi werk
te zien gaf.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regel
Hef Voorjaar is de Tijd
i volgen.
icblkt
dergelijke
Dr. HOMMEL'S HAEMATO GEN-TABLETTEN
e fijne ZwKsersehe chocolade la op
crolerkeode beatenddeelen
vloeibare Haemotogeo
3 een zeer amakebtkc manie»
ln bet lichaam. - - - -
bij Apoth. en Drogisten
Per Doos F 1.901
Dr. H O M M B L'S HAEMATOGEN - het besrt
bloed vorm code en veralerkende middel aedert 35
De Nationale Vrouwenraad vergaderde te Den Bosch. Van links naar
rechts, eerste rijmevr. v. d. Berg—Willing, mevr. Doorman—Kielstra,
mej. Mr. E. C. van Dorp tweede rij: mevr. Van Voorst van Beest,
mevr. Boonacker, mej. Baelde, mevr. SchonebergLenderink.
FEUILLETON
DE ERFENIS VAN OOM
GEORGE
door
F. DE SINCLAIR.
3)
..Dat is ze", zei-Karei herkennend en
dan met een wantrouwend lachje, „'n
afspraakje?"
„Nee, waarachtig niet. 't Verrast mij
ook. Ze brengt haar tante zeker weg.
Die andere is Suusje van Mcerten met
haar broer....heb je ook ont»
moet.
„O gut ja.... die man met zijn groote
voortandenhoe noemen ze hem
ook weer?"
„Het knaagdier", zei Frank zacht.
„O ja", lachte Karei. „Aanspreken?"
„Nou. wel graagals je 't niet
vervelend vindt...."
..Kun je begrijpen....!"
Tante Martien neeg het hlccke lange
gezicht, keek wat .-chtcrdochtig toen
Ro, Karei aan haar voorstelde, en zei
nogal koeltjes: „Ja", toen Frank dc
overbodige vraag deed of ze op reis
ging, want de lange zwarte stofmantel,
die haar becnigc gestalte omhulde, het
at mallotige hoedje met een uitge»
plukte aigrette en de met een riempje
aan elkaar bevestigde parasol en cii»
lout»cas welke ze in de hand hield, ga»
ven van dit voornemen voldoende
bliik,
„En ga jij mee?" vroeg Frank dan
even overbodig aan Ro, die bloots»
hoofds in een wit japonnetje naast haar
tante stond.
„Nee, was 't maar waar!" jokte ze
guitig.
..Ze komt zoo lang bij ons, hè
Ro»tjc?" zei Suus, haar arm door dien
van Ro stekend.
„Zoo, zoo, op Dennenoord", sprak
Frank.
„Ik zal haar leeren chauffeeren", zei
van Meerten, zijn groote snijtanden
toonend in een blijden grijns.
„Wij hebben zooeven negentig kilo»
meter geloopen.blufte Frank en
dan tot Karei, ,,'s 't niet waar?"
„Volkomen juist", bevestigde deze,
„ik stond doodsangsten uit".
„Hecht u zooveel aan 't leven?"
vroeg Ro, hem wat spottend aanzien»
de.
„Nou juffrouw Zweelinok. ik verlies
het liever op een andere manier", ant»
woorddc Karei, „e.n als ik het voor 't
zeggen heb. zou ik ook dat graag nog
wat uitstellen",
Ro lachte en 't gesprek ging weer
door over het al dan niet rockelooze
van zulke snelheden, waarbij bleek dat
tante Martien, wier paard ziek was,
alleen van het aanbod der van Meer»
tens had gebruik willen maken, indien
Jacques zich verbond om niet snel»
Ier tc rijden dan de oude bles als die
tante's coupctje trok. En Jacques ver»
telde, dat hij zich eerlijk aan die be»
loftc had gehouden met gevolg, dat dc
moto» onderweg viermaal was stilgc»
vallen cn ze over den afstand van tien
kilometer ruim drie kwartier hadden
gedaan.
„En 't ging me nóg veel to gauw!"
zei tante Martien.
Karei sloeg met aandacht zoowel
Frank al$ Ro gade; Ro zag er heel
goed uit in haar eenvoudig wit japon»
netje, dat de lieve ronde armen tot
even boven de ellebogen bloot liet; nu
ze geen hoed op had, zag hij ook welk
een prachtig kastanjebruin haar zc
bezat; daaronder was het matblanke,
zelfs wat bleckc maar toch gevulde ge»
zichtje met de schelmsche bruine oogen
en de meestal dichte mooi gevormde
mond, in welks hoek echter een vaak,
als een tic, herhaalde kleine trekking,
telkens een half misprijzende, half
spottende uitdrukking aan het toch nog
zoo !;:nderIijk»jonge gelaat gaf.
Suus was rossig, de op zich zelf wel
blanke huid zat vol sproeten, ze had
een brutaal wipneusje en lichtblauwe
oogen en haar groote mond met dc
wel gave maar iets te krachtige tan»
Jen was meer open dan dicht; haar
ietwat schonkige lijfje was aldoor in
beweging, geen oogenblik hield ze haar
arme:: stil en telkens streek de hand
door het wild golvende haar; een
drukheid, die te sterker opviel naast het
rustig harmonisch bewegen van Ro,
die nimmer een gebaar scheen tc ma»
ken, dat zc niet kon verantwoorden,
Frank scheen in Ro's tegenwoordig»
hcid zijn jongcnsachtigcn overmoed
hcclcmaal te verliezen; cr kwam iets
ernstigs maar ook iets hulpeloos over
hem; hij lachte bijna niet, zijn schaar»
sche gebaren waren onzeker en zoo
kreeg zijn 'hccle verschijning iets lum»
meiachtigs, ondanks dat toch zoo in»
tclligente gezicht en de smaakvolle
aanklecding van zijn krachtig»jongc
lijf.
En ineens kreeg Karei toen het ge»
Voel dat hij meelij had met Frank.
Hij constateerde die sensatie met
verbazing, als iets onlogisch en onbe»
grijpelijks, maar hij had geen tijd om
deze psychologische roerselen aan een
grondig onderzoek te onderwerpen,
want tante Martien richtte het woord
lot bcm,
„Waar gaat u naar toe, als ik vragen
mag?"
„Naar den Haag, juffrouw".
„Gut tante, dat treft u" zei Ro en
dan tot Karei, „Tante gaat ook naar
1 den 'Haag".
Karei boog met een beleefden glim»
lach van aangename verrassing en
overlegde snel bij zichzelf, dat hij de
oude dame wel halverwege kwijt zou
raken. Den Haag was nog ver: ze
moesten tweemaal overstappen en er
waren damescoupé's en rookcoupé's.
Doch tante Martien scheen er anders
over te denken en Karei zag een lach»
glans in Ro's bruine oogen, terwijl
Suus' mond jolig opensperde cn
Jacques' 'groote voortanden heclemaal
bloot werden, toen dc oude dame met
veel nadruk zei:
„O, ik vind het heel prettig om met
ccn jonge meneer samen te reizen. Op
mijn leeftijd mag ik dat gerust zeg»
gen, zonder dat dat engagement of gek
kan worden gevonden
„O ja, natuurlijk
Hef ontviel Karei in zijn goede be»
doeling om een beleefden bijval te
toonen, en hij zag dat Suus Ro aan»
stootte, terwijl het lange bleeke gezicht
van tante Martien even verstrakte.
Doch dc laatste vervolgde toch da»
delijk met haar heesche en wat lijzige
„Jongelui van uw leeftijd zijn altijd
zoo beleefd en hulpvaardig voor oudere
dames en dat is zoo prettig met bagage
en portierraampjes. Och, cn we hoe»
ven nu niet aldoor to praten, maar
op den langen duur.en weet u, in
Arnhem moeten we anderhalf uur
wachten
Een gil van het aanproestende lokaal»
treinlocomotiefje brak haar woorden
af.
In de coupé wist Karei zich even
later met een pijnlijk gevoel van on»
machtigen wrevel, tc zittet., ten aan»
schouwe van de achtêrblijvcnden op
het perron; zijn kop voor het eene
ruitje en tante's hoofd voor het andere,
vis a vis.
Hij drukte Frank door het open
raampje nog eens dankend de hand
en boog voor de anderen; in een kruis»
vuur van uitroepen naar en van tante
begon-het treintje met een knarsenden
schok te rijden; 't laatste, wat zijn her»
innering aan dit afscheid vasthield,
was zoon spottend trekkinkje om Ro's
mondhoek.
Het harsig geurende gebouwtje schoof
voorbij, toen voerde het lokaaltje hem
,weg uit dit stilvredige zonneland van
ongerepte natuur.
Hij zuchtte onwillekeurig van spijt
Tante Martien vroeg of hij het raam»
pje halverwege op wou trekken voor
do stof en begon tc praten.
■•"Wordt vervolgd)