HAARLEM'S DAGBLAD MAANDAG 19 APRIL 1927 TWEEDE BLAD DE HOLLANDSCHE HANDELSBANK. CREDITEUREN HEBBEN VERGADERD DE AANGEVRAAGDE SURSEANCE VERLEEND. Zaterdagmiddag om twee i crediteuren van de Hollandsche Hun. tlclsbonk bijeengeroepen om gehoord te worden op haar verzoek tot surseance van betaling. Zoo groot was de belang» stelling, dat al voor tweeën de groote zaal van het gerechtsgebouw in de Jansstraat half vol was. Daarna kwamen nog meer belanghebbenden toege» stroomd. Zij moesten verdreven worden van de banken voor de advocaten, er moesten stoelen en banken worden aan» gesleept en ten slotte konden ecnigen nog maar een plaats krijgen op de ruim* te. die anders voor publieke tribune dient. Zells het beruchte beklaagden bankje, dat tegen den muur was gezet, gaf zitplaats aan drie crediteuren. Daar» naast, bovenop de verwarming, lieten drie advocaten, waaronder een bekend notaris»wethouder, de becnen bungelen. De rechtbank werd gepresideerd door Mr. Van der Muelen. Aanwezig waren de directeuren van de Hollandsche Handelsbank, de hceren J. Sehrcudcrs en J. T. baron van Hccckcrcn, naast wie. de door de Rechtbank bc» noemde bewindvoerders Mr. P. Tjeenk Willink en L. J. van JRossum, lid van de firma Scholtcn en Lefèvrc te Amsterdam, plaats genomen hadden. Verslaggevers der pers werden toe» gelaten. De president las een voor een <ie alpliabctisch gestelde namen voor van de crediteuren en vroeg daarbij, of zij zich vcrccnigcn konden met het bij hun nuum op de lijst vermelde bedrag. Een aantal crediteuren waren ni<jt verschenen, vele anderen luidden aan den raadsman van de Bank. Mr. Bak» huizen van den Brink, enkelen aan an> dere advocaten volmachten gezonden. De aanwezige crediteuren antwoordden voor Zichzelf," wanneer hun naam werd afgelezen. Op enkele kleine verschillen na. die door de bewindvoerders spoedig werden opgelost, werden de cijfers van de Bank uccoord bevonden. Voor zoo» ver de crediteuren belang hadden bij door hen gedeponeerde stukken, reser» veerden zij voor zich alle rechten. Uit de opsomming bleek, dat de grootste crediteur een bedrag van ruim 97000.de kleinste een van 0/40 te vorderen heeft Deze voorlezing vorderde natuurlijk, hoewel de president de zaak vlot be* handelde, geruimen tijd. Daarna kreeg Mr. Tjeenk Willink het woord tot voor» lezing van: HET RAPPORT DER BEWIND» VOERDERS. dat als volgt luidde: Bij beschikking uwer rechtbank van 23 Maart j.l. yerden ondcrgctcckcnden. naar aanleiding van een door de N.V. Hollandsche Handelsbank ingediend verzoekschrift tot het bekomen surséance van betaling, benoemd tot bewindvoerders, teneinde, na afwachting van een verdere beschikking op dat verzoekschrift, met de verzoekster het beheer over bare zaken te voeren. Eenige dagen te voren had de nootschap, in afwachting van de bc» schikking op haar verzoekschrift, hare loketten gesloten en het kwam onder» geteekenden wenachclijk voor, alvo» tens de heropening daarvan te ovcrwc» ger.. een notaricelc inventarisatie te doen houden van alles wat ten kantin re aanwezig was. in het bijzonder ook van den inhoud van de effectentrom» mcls en dergelijke waarden. Deze in» ventarisatie geschiedde door den nota» ris J- van Munster van Heuven. alhier, de desbetreffende akte werd op 29 Maart gepasseerd. Ondcrgetcekenden achtten het voorts noodzakelijk teneinde te komen tot zoo nauwkeurig mogelijke vaststcllim van het obligo der vennootschap, dat aan alle hare relation werd verstrekt een opgave, niet alleen van het saldo in rckcning»couran:t, mnar in het bij zonder ook van de aan hen te verant woorden stukken. Deze opgave was zóó ingericht, dat door inzending van een bijgevoegd duplicaat, met ruimte voor aantekeningen, de relation hun bevinding omtrent de verstrekte opgave konden doen blijken. De overgroote meerderheid gaf het verzoek om terugzending gevolg, zoodat thans vrijwel nauwkeurig kan worden vastgesteld hoever het obligo der Bank strekt. Bij de opgave der te verantwoorden stukken is dezerzijds in het midden ge» laten, of de stukken als onderpand, in depot of wel ter conversie waren ver» strekt. Deze onderscheiding toch scheen voor het oogenbHk, voor de be» oordeeling van de positie der Bank var ondergeschikt belang. Indien immers, waren zooals uit het verzoesschrift mocht worden afgeleid, de Vennootschap den duur in staat zal blijken een ieder te bevredigen, dan zal dit ook hot ge» val zijn ten opzichte van hen, die recht hebben op afgifte hunner stukken, als zijnde deze niet verstrekt als onder» pand voor van de Bank genoten geld. Indien daarentegen de Vennoot» schap hare crediteuren niet ten volle zal kunnen bevredigen en dus de fail» lissemervts»toestand aanwezig blijkt, iun verkeeren de eigenaars van in de» pot of ter conversie gegeven fondsen, in dezelfde positie als elk ander ere» drteur, namelijk in doze, dat hun pre» tcntic zich omzet in een geldvordering, tot het beloop van de waarde der niet verantwoorde en niet ten kantore aan» wezig bevonden stukken. Tc minder konden bewindvoerders op dit oogenblik reeds ten opzichte an alle belanghebbenden een dcfind» tief oordcel uitspreken, welk het ka» rakter hunner pretentie was, omdat een aantal personen debiteuren kci)iri*courant waren, doch daarnaast recht hadden op verantwoording fondsen ver boven het beloop dier schuld en dus de vraag in elk bijzon» der geval onder de oogen ware te zien of inderdaad alle fondsen geacht moes» worden als onderpand te zijn ver» strekt, dan wel slechts een deel daar» Bewindvoerders moeten hierbij op merken, dat un is gebleken dat di Vennootschap in het algemeen, bij het ir. prolongatie geven van haur door cliënten verstrekte fondsen, niet met voldoende nauwkeurigheid placht toe te zien of deze behoorden tot de zoo» danige, ten opzichte waarvan haar het recht toekwam, Immers fondsen die door cliënten tot onderpand worden ver» strekt, mogen zonder twijfel in herpro» longatic worden gegeven; andere daar» entcgcn slechts, als dit is.toegestaan of overeengekomen. Bewindvoerders heb» ben Zeer stellig den indruk gekregen, dat een aantal fondsen van derden door de Vennootschap als onderpand voor eigen verbintenissen zijn strekt zonder dat die verstrekking op een wettelijke bevoegdheid berustte. Hoewel dit practisch geen belang be» hoeft te hebben, wanneer de Venitoot» schap solvent is, wijst het niettemin op een bcheer»systeom dat licht tot bedenkelijke gevolgen aanleiding kan geven. Een tweede fout in hef beheer, die bewindvoerders hebben moeten con» stateeren, bestaat hierin dat er posten van aankoop van effecten voor cliënten meermalen wel met dezen zijn afgcre» kend in derf vorm van een dabitcering in rekcning»couTant, maar werden uitgevoerd of. zooa'.s het heet, in zich» zelf, of werden gecompenseerd niet verkooporders van andere relaties der Bank. Gevolg was dat óf de Bank zei» vc tot de levering dor nog niet in haar bezit gekomen fondsen verplicht bleef, óf dat zij risico liep als de tot levering verplichte tegenpartij, daarmede in gebreke bleef. Hoewel in deze nog geen definitief oordeel kan geveld worden, mag'als vaststaande worden aangenomen, dat uit dezen hoofde door de vennootschap aanmerkelijke schade zal worden geleden. Daarmede is in na te noemen cijfers rekening gehouden. Tenslotte is gebleken, dat de om» vang-waarin de Vennootschap onvol» doend gedekte crcdictcn verleende, ver» ie overtrof wat bij een zoo bescheiden eigen kupitaul veroorloofd mocht hec» ten. Onder onvoldoend gedekte eredie» ten verstaan wij die, welke in plaats van behoorlijk onderpand aan courante effecten, zijn verleend op borgtocht, zakelijke zekerheid die niet of zeer moeilijk te rcaliscércn is, polissen en dergelijke, of zelfs zonder waarborg. Deze crcdictcn zijn verstrekt ten be» loopen van ongeveer zevenhonderd taeli» tig duizend gulden en hoewel dit cijfer reeds belangrijke afschrijvingen omvat, zai de afwikkeling van deze posten on» getwijfeld veel moeilijkheden en 'haast zeker ook nog verdere verliezen ople» Omtrent de verschillende posten, waaruit het voormelde cijfer,is samen» gesteld, in bijzonderheden te treden schijnt bewindvoerders op dit oogen» blik zeer ongcwcnscht. daar het ir. rui» meren kring bekend maken van de na» men en de bedragen waarom bet hier ga3t, de veelal toch reeds onvoldoende betaalkracht der betrokkenen nog meer zou ondermijnen. Ais reserve tegenover bovenvermelde kwade kansen vertoont een door be» windvoerders per 29 Maart opgestelde balans een surplus van ongeveer 600.000.—. Of die reserve toereikend zal zijn is uiteraard nog niet te zeggen, maar naar de meening van bcwindvocr» ders wel aan twijfel onderhevig, ln verband met de vraag of het be lang van crediteuren door een gunsti» ge beschikking op liet verzoek tot sur» séance zal zijn gediend, mogen bewind voerders niet onvermeld laten dat hun is gebleken, dat belanghebbenden zeer ernstige pogingen aanwenden om voor» stellen ter bevrediging van crediteuren te doen, indien onverhoopt mocht blij» ken dat de liquidatie op zich zelf niet voldoende zou opleveren om die bevrc» diging te geven. Hiermede hebben wij het oog, zoowel op het ons gebleken streven van sommige debiteuren, om met steun van derden tot aannemelijke voorstellen inzake do afwikkeling hun» ncr positie te komen, als op een onder het bestuur der Vennootschap en zijn 'rienden aanhangig gemuakt overleg, om voor het gedachte geval zich nader inet crediteuren in verbinding te stellen. Het lijdt naar de mccning van be» iridvoerders geen twijfel, dat bij af» ijzing van het verzoek tot surseance e hierboven bedoelde pogingen zouden worden gestaakt. .VRAGEN EN OPMERK IN» GEN BEANTWOORD. Na de voorlezing van het rapport gaf de president gelegenheid tot het stellen van vragen en het maken van opmer» kingen. Mr. L. G. v a n D a m verzocht te mogen weten, of er blanco eredieten verstrekt zijn aan leden van de directie of daarbij nauw betrokken personen en of bij de hcrprolongatie van stukken, die niet het eigendom van de Bank waren, niet in de strafrechtelijke sfeer is ge» treden. Ontbreken er ook thans nog stukken, waarvan de Bank houdster en geen eigenares was? Mr. Tjeenk Willink verwees in antwoord op de eerste vraag naar de passage in het rapport van bcwindvocr» dc-rs over het ongewcnschtc om in bij» zonderheden te treden over de onge» dekte posten en op de tweede: dat be» windvoerders zelf zich buiten de sfeer van het strafrecht houden, als zij hun mccning te kennen geven. Mr. v a n D a m bleek niet voldaan met dit antwoord en vestigde de aan» dacht op art. 217 van de faillissements» wet, waarbij wordt bepaald dat nooit surséance van betaling verleend kan worden, als er kwade trouw aanwezig is; in verband met de geruchten die de ronde doen achtte hij dus beantwoor» ding van zijn eerste vraag gewenscht. Mr- Tjeenk Willink ant» woorddc. dat er inderdaad stukken be» rusten bij andere relaties. In dezen kor» ten tijd wiis onmogelijk vast te stellen, in hoeverre stukken niet mochten wor»f den verstrekt. Er waren er zeker bij. Bij het strafrechtelijk element behoort evenwel de wetenschap, dat die stukken niet konden worden teruggegeven. On» dcrschcid dient te worden 'gemaakt tus» schen de Bank zelf en een of meer harcr organen: in elk geval heeft niet wensch of de bedoeling voorgezeten te komen in de strafrechtelijke sfeer. Mr. Bakhuizen van dei Brink, zich annsluitendo bij het antwoord der bewindvoerders, deed op» merken, dat gesteld al het geval door Mr. van Dam ware juist, de daad van één persoon nooit kon ziiu een daad van kwade trouw van de Bank als lichaam. Het element kwade trouw dient geheel te worden uitgeschakeld, daar men absoluut niet kan vaststellen, of ten opzichte van een bepaald fonds iets heeft plaats gehad, dat strafrcch» tel ijk kan worden vervolgd. Mr. von Löben S e 1 s deed op» merken, dut bewindvoerders hebben ge» meend, de na 15 Maart in deposito ge» storte geldcn»integraal te moeten terug» betalen. Zijn daardoor niet anderen bc» nadecld? Viak vóór de débacic zijn ook fondsen aan de Bank gegeven, Hoe zal men daarmee handelen voor zoover zij niet in rekening courant zijn gege» ven? Zal men ook dergelijke fondsen» houders van dcnzclfdcn maatregel doen profitcercn? Mr. Tjeenk Willink ant» woorddc. dat hcwindvoerders geen te» rugbctaling gedaan hebben. Alles heb» ben zij na hun optreden op nieuwe reke» ning laten boeken en de coupons op oude rekening verantwoord. Opdrachten zijn uitgevoerd op nieuwe rekening, zonder verband met de oude rekening. Een vaii de commissarissen heeft zich bereid vciklaard, voor zoover hem de bedoelde gelden werden overgedragen, die terug te betalen.(1) Het is dus de vraag of gebrachte gelden of gegeven fondsen zijn gebruikt voor storting bij dien commissaris van de Bank. Mr- von Löben Sell zoekt, deze goedertierenheid dan ook uit te strekkpn tot mcnschen. die fond» sen hebben gebracht. Spreker wil ook nog vragen: wie verleende de eredieten. de directie of de Bank? Als de Bank ongedekte eredieten verleende, zou men dan willen beweren, dat dit goede trouw is? Mr. Bakhuizen van den Br i n k antwoordde, dat niet wetens en willens ongedekte eredieten werden verleend, ofschoon hier nonchalance, onvoorzichtigheid aanwezig kan zijn. Men moet de Bank als een geheel be» schouwen, zoodat crediteuren niet wil» lens en wetens benadeeld zijn. Mr. Von Löben Seis voerde aan, dat men vroeger slechts éénmaal per drie maanden gelegenheid had, den stand der rekeningen na te gaan; sedert dezen worden gesraffeld bestaat er een dagclijksch overzicht van de debet» saldi. Als een van de leden der directie een ongedekt crediet heeft en daaraan geen einde gemaakt wordt, bestaat er don geen kwade trouw? De opmerkingen van dezen spreker werden tot tweemaal toe door een ge» dcelte van de aanwezigen met applaus begroet. De president verbood daarop het geven van teekenen van goed» of afkeuring. Mr. van II acrsolte maakte do opmerking, dat er geen kwade trouw kan zijn bij een uit eigen beweging ge» danc aanvraag om surséance, terwijl er geen enkel verzoek tot faillietverklaring ingediend was. M e r e n s had verwacht, dat overtuigend zou blijken, dat sur» séance beter zou zijn dan faillissement, maar heeft in het rapport van bewind» rders alleen een paar voorzichtige zinnen gehoord. Zal, als de surséance wordt verleend, worden voorgesteld deskundige, bijvoorbeeld een ac» countant, te benoemen? Zoo niet, dan kan dat verzoek namens crediteuren geschieden. Depresident doet opmerken, dat de rechtbank reeds voornemens was crediteuren te vragen, of zij die benoeming wcnschelijk achten. Mr. Bakhuizen van den Brink antwoordde, dat in elk geval surséance niet nadecliger is dan faillis» sement. Een voordeel is. dat er in geval /an surséance pogingen zullen worden 'edann namens personen, met wie de Hollandsche Handelsbank in connectie staat, om fondsen bijeen te brengen ter bevrediging van crediteuren, welke po* gingen zeer waarschijnlijk zullen slagen. In den korten tijd die beschikbaar was, is dat niet mogelijk geweest, te meer cianr niemand zich verbindt als hij geen zekerheid heeft van surséance: bij fail» lisscmcnt van de naamloozc vennoot» schap is niet te verwachten, dat iemand ïr nog geld in storten zal. Mr. de Gavere verzoekt cijfers te mogen hooren. Hij heeft geen indruk, hoe de zaak er bij staat. Mr. Tjeenk Willink ant» woordt, dat de balans aanwijst een sur»= plus van zes ton. In hoeverre dit bedrag alle verliezen bij de liquidatie zal kun» ncn opvangen, is nog niet te zeggen. Bij sommige debiteuren is zekerheid gege» ven van zeer bijzondcrcn aard, zooals borgtochten en polissen van levensver» zekering, maar het is toch te verwach» ten, dat van debiteuren een paar ton zeker op tafel komt. Er kan zes ton verloren worden, dan blijft er precies een milliocn over. als honderd procent voor de crediteuren. Mr. Bruch vraagt, of de balans reeds in zichzelf afschrijvin» gen bevat; zoo niet, dan is er al vitfr ton van weg. Mr. de Gavere vraagt, hoeveel men schat, dat er van de ruim 7 ton terechtkomt. Ais daarvan 3 ton over zou zijn, vraagt spreker, wat doen wc dan hier? Zijn er op de balans posten, »die te hoog staan? Mr. Tjeenk Willink ver» v.iist naar bet rapport van bewindvoer» ders. Haast zeker zal de liquidatie nog andere verliezen opleveren. Een aan» merkelijke schade kan uit de leveren fondsen worden verwacht. Mr. Koch, er op wijzende, dat het onvoldoende gedekte bedrag 780.000 is. vraagt of men niet ecnigen tijd zal nemen voor de inning en of er tusschen de sprekers geen misverstand is. De heer Rubenkoning vraagt, of de surséance niet kan worden ver» Jengd. als het rapport van den accoun» tunt daar aanleiding toe geeft. Mr. Tjeenk Willink ant woordt, dat de kansen voor crediteuren erheteren ais de surséance verleend 'ordt. Mr. van Dam stelt voor, den termijn voor de surséance te verandc» reu in drie maanden, zoodat naderhand de Rechtbank verlenging geven kan. In dat geval wil spreker voor de surséan» temmen. Bakhuizen van den i n k acht 3 maanden te kort. Er is nog niet te zeggen wat er overblijft. Spreker ziet het voordeel niet in van het verkorten van den wettelijken ter» mijn van anderhalf jaar. De president vestigt er de aandacht op. dat een deskundige toch i dere drie maanden een rapport indic» ncn moet. f Mr. Van Dam zegt, dat dit zijn bc» doeling niet is: Mr. von Löben S e 1 s, dat hij niet begrijpt, waarom liet zoolang duren moei: Mr. de Gavere dat hij het voorstel»van Dam niet ondersteunen kan. Men moet ver» trouwen slellen in de bewindvoerders en in de deskundigen Zonder nieuwe ver gadering kan men de zaak aan de Recht» bank overlaten. Mr. Tjeenk W i 1 1 i n k doet nog opmerken, dat de bewindvoerders, wanneer de rapporten van den accoun» tant geen aanleiding mochten geven tot voortzetting van het bedrijf, zullen trachten het gebouw te verkoopen, in» dien zich een geschikte kooper voor» doet. Thans wordt gestemd. Op één credi» HET DIER VOOR DE LENS jft J I I 4 1 i ~i l De Zeehond luncht. De bekende zeiler P- Lucassen, schonk het Genootschap Natura Artis Magistra den hierboven afgebeelden zeehond. Van de zeer honden of robben komen twee soorten ook in de Noordzee voor. Verder bewonen zij het gebied der Noord»Atlantische kusten over de Noordelijke IJszee tot aan 'de West» kust van Noord»Amerilca. De robbert worden vooral door de Eskimo's om vlcesch, traan, bloed, huid en beende* ren gejaagd. Zoo kan de primitieve Eskimo dank zij dit nuttige dier zich klee* den, voeden en van gereedschap voor»» zien. (Het laatste door bewerking van de botten). na, die 'buiten stemming 'blijft verklaren allen zich vóór de surséance. r. van Dam was 'heengegaan en nam aan de stemming dus peen deel. Thans vraagt de president namen te hooren van een accountant en bepaalt, dat eenig'e personen zijn genoemd, de uitspraak van de Rechtbank op Dinsdag a.s. te 10 uur. Tc kwart over vijven wordt de biieen» komst gesloten. (1) In deze discussie worden bedoeld gelden en fondsen, die gestort of ge» bracht zijn in den tijd nadat de Bank tot de aanvrage om surséance had be» sloten en voordat de debacle bekend ge» worden was. Men heeft het billijk ge» acht, deze gelden integraal terug te be» talen. STADSNIEUWS BLOEMENDAALSCHE AMATEUR FOTOGRAFEN VEREENIGING. Bovengenoemde vereeniging hield jl. Donderdag 15 dezer, hare maanrMijk» sche bijeenkomst in het Gemeentelijk Concertgebouw te Haarlem. Bij de ingekomen stukken bevond zich de mededeeling van de Ncdcri-ind» sche Platenfabriek „Photax", dat de in» zendingstermijn voor de door haar uit» geschreven wedstrijd verlengd werd tot 1 Juni '26, zoodat zij. die nog geen ge» legenheid hadden iets hiervoor gereed te maken, van dit uitstel kunnen pro» fiteeren. Door den heer Van den Boogaardt, fabrikant van het Nebo»filmpak. werd een demonstratie gegeven, waarbij de voordeden van zijn fabrikaat boven de Oude filmpaks duidelijk werden aange» toond. De heer J. C. Mol vertelde een en ander over do korrelgrootte van de fo» tografische plaat en meer in het bijzon» der werd er door spreker op gewezen, dat er verschillende factoren zijn, die invloed oefenen.op de korrelgrootte, zooals b.v. de emulsie van de fotogra» fischc plaat, de gebruikte ontwikkelaar, de temperatuur en het al kali» gehalte hiervan, de duur van de ontwikkeling, enz. Op een volgende bijeenkomst zal de heer Mol hierop nog nader terug» komen en een en ander door middel van lantaarnplaatjes toelichten. Vervolgens deed de heer Gerhard! enkele mcdedeelingen uit de praktijk en sprak o.a. over den belichtingstijd van opnamen bij kunstlicht (Stillevens); ver», der vertoonde spreker eenige lantaarn» plaatjes, gemaakt naar opnemingen op de Nederlandsche Photax»plaat, waar» bij de voortreffelijke kwaliteiten van deze plaat aan het licht kwamen. De voorzitter deelde nog mede, dat bij het Bestuur wederom plannen voor clubtochten in bewerking zijn; hierover zullen zoo spoedig mogelijk nadere bij» zonderheden worden medegedeeld. Aan den tentoonstellingswand trok een collectie foto's de aandacht op Bijk»Gulden papier, die een uitsteken» den indruk maakte aan de leden wer» den verscheidene pakjes papier van dit fabrikaat uitgereikt ten einde hier», mede een proef te kunnen nemen. De goed bezochte bijeenkomst werd besloten met de projectie van een cob lectie lantaarnplaatjes van de Fotoclub „Iris" uit Antwerpen, die mooi werk te zien gaf. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent» per regel Hef Voorjaar is de Tijd i volgen. icblkt dergelijke Dr. HOMMEL'S HAEMATO GEN-TABLETTEN e fijne ZwKsersehe chocolade la op crolerkeode beatenddeelen vloeibare Haemotogeo 3 een zeer amakebtkc manie» ln bet lichaam. - - - - bij Apoth. en Drogisten Per Doos F 1.901 Dr. H O M M B L'S HAEMATOGEN - het besrt bloed vorm code en veralerkende middel aedert 35 De Nationale Vrouwenraad vergaderde te Den Bosch. Van links naar rechts, eerste rijmevr. v. d. Berg—Willing, mevr. Doorman—Kielstra, mej. Mr. E. C. van Dorp tweede rij: mevr. Van Voorst van Beest, mevr. Boonacker, mej. Baelde, mevr. SchonebergLenderink. FEUILLETON DE ERFENIS VAN OOM GEORGE door F. DE SINCLAIR. 3) ..Dat is ze", zei-Karei herkennend en dan met een wantrouwend lachje, „'n afspraakje?" „Nee, waarachtig niet. 't Verrast mij ook. Ze brengt haar tante zeker weg. Die andere is Suusje van Mcerten met haar broer....heb je ook ont» moet. „O gut ja.... die man met zijn groote voortandenhoe noemen ze hem ook weer?" „Het knaagdier", zei Frank zacht. „O ja", lachte Karei. „Aanspreken?" „Nou. wel graagals je 't niet vervelend vindt...." ..Kun je begrijpen....!" Tante Martien neeg het hlccke lange gezicht, keek wat .-chtcrdochtig toen Ro, Karei aan haar voorstelde, en zei nogal koeltjes: „Ja", toen Frank dc overbodige vraag deed of ze op reis ging, want de lange zwarte stofmantel, die haar becnigc gestalte omhulde, het at mallotige hoedje met een uitge» plukte aigrette en de met een riempje aan elkaar bevestigde parasol en cii» lout»cas welke ze in de hand hield, ga» ven van dit voornemen voldoende bliik, „En ga jij mee?" vroeg Frank dan even overbodig aan Ro, die bloots» hoofds in een wit japonnetje naast haar tante stond. „Nee, was 't maar waar!" jokte ze guitig. ..Ze komt zoo lang bij ons, hè Ro»tjc?" zei Suus, haar arm door dien van Ro stekend. „Zoo, zoo, op Dennenoord", sprak Frank. „Ik zal haar leeren chauffeeren", zei van Meerten, zijn groote snijtanden toonend in een blijden grijns. „Wij hebben zooeven negentig kilo» meter geloopen.blufte Frank en dan tot Karei, ,,'s 't niet waar?" „Volkomen juist", bevestigde deze, „ik stond doodsangsten uit". „Hecht u zooveel aan 't leven?" vroeg Ro, hem wat spottend aanzien» de. „Nou juffrouw Zweelinok. ik verlies het liever op een andere manier", ant» woorddc Karei, „e.n als ik het voor 't zeggen heb. zou ik ook dat graag nog wat uitstellen", Ro lachte en 't gesprek ging weer door over het al dan niet rockelooze van zulke snelheden, waarbij bleek dat tante Martien, wier paard ziek was, alleen van het aanbod der van Meer» tens had gebruik willen maken, indien Jacques zich verbond om niet snel» Ier tc rijden dan de oude bles als die tante's coupctje trok. En Jacques ver» telde, dat hij zich eerlijk aan die be» loftc had gehouden met gevolg, dat dc moto» onderweg viermaal was stilgc» vallen cn ze over den afstand van tien kilometer ruim drie kwartier hadden gedaan. „En 't ging me nóg veel to gauw!" zei tante Martien. Karei sloeg met aandacht zoowel Frank al$ Ro gade; Ro zag er heel goed uit in haar eenvoudig wit japon» netje, dat de lieve ronde armen tot even boven de ellebogen bloot liet; nu ze geen hoed op had, zag hij ook welk een prachtig kastanjebruin haar zc bezat; daaronder was het matblanke, zelfs wat bleckc maar toch gevulde ge» zichtje met de schelmsche bruine oogen en de meestal dichte mooi gevormde mond, in welks hoek echter een vaak, als een tic, herhaalde kleine trekking, telkens een half misprijzende, half spottende uitdrukking aan het toch nog zoo !;:nderIijk»jonge gelaat gaf. Suus was rossig, de op zich zelf wel blanke huid zat vol sproeten, ze had een brutaal wipneusje en lichtblauwe oogen en haar groote mond met dc wel gave maar iets te krachtige tan» Jen was meer open dan dicht; haar ietwat schonkige lijfje was aldoor in beweging, geen oogenblik hield ze haar arme:: stil en telkens streek de hand door het wild golvende haar; een drukheid, die te sterker opviel naast het rustig harmonisch bewegen van Ro, die nimmer een gebaar scheen tc ma» ken, dat zc niet kon verantwoorden, Frank scheen in Ro's tegenwoordig» hcid zijn jongcnsachtigcn overmoed hcclcmaal te verliezen; cr kwam iets ernstigs maar ook iets hulpeloos over hem; hij lachte bijna niet, zijn schaar» sche gebaren waren onzeker en zoo kreeg zijn 'hccle verschijning iets lum» meiachtigs, ondanks dat toch zoo in» tclligente gezicht en de smaakvolle aanklecding van zijn krachtig»jongc lijf. En ineens kreeg Karei toen het ge» Voel dat hij meelij had met Frank. Hij constateerde die sensatie met verbazing, als iets onlogisch en onbe» grijpelijks, maar hij had geen tijd om deze psychologische roerselen aan een grondig onderzoek te onderwerpen, want tante Martien richtte het woord lot bcm, „Waar gaat u naar toe, als ik vragen mag?" „Naar den Haag, juffrouw". „Gut tante, dat treft u" zei Ro en dan tot Karei, „Tante gaat ook naar 1 den 'Haag". Karei boog met een beleefden glim» lach van aangename verrassing en overlegde snel bij zichzelf, dat hij de oude dame wel halverwege kwijt zou raken. Den Haag was nog ver: ze moesten tweemaal overstappen en er waren damescoupé's en rookcoupé's. Doch tante Martien scheen er anders over te denken en Karei zag een lach» glans in Ro's bruine oogen, terwijl Suus' mond jolig opensperde cn Jacques' 'groote voortanden heclemaal bloot werden, toen dc oude dame met veel nadruk zei: „O, ik vind het heel prettig om met ccn jonge meneer samen te reizen. Op mijn leeftijd mag ik dat gerust zeg» gen, zonder dat dat engagement of gek kan worden gevonden „O ja, natuurlijk Hef ontviel Karei in zijn goede be» doeling om een beleefden bijval te toonen, en hij zag dat Suus Ro aan» stootte, terwijl het lange bleeke gezicht van tante Martien even verstrakte. Doch dc laatste vervolgde toch da» delijk met haar heesche en wat lijzige „Jongelui van uw leeftijd zijn altijd zoo beleefd en hulpvaardig voor oudere dames en dat is zoo prettig met bagage en portierraampjes. Och, cn we hoe» ven nu niet aldoor to praten, maar op den langen duur.en weet u, in Arnhem moeten we anderhalf uur wachten Een gil van het aanproestende lokaal» treinlocomotiefje brak haar woorden af. In de coupé wist Karei zich even later met een pijnlijk gevoel van on» machtigen wrevel, tc zittet., ten aan» schouwe van de achtêrblijvcnden op het perron; zijn kop voor het eene ruitje en tante's hoofd voor het andere, vis a vis. Hij drukte Frank door het open raampje nog eens dankend de hand en boog voor de anderen; in een kruis» vuur van uitroepen naar en van tante begon-het treintje met een knarsenden schok te rijden; 't laatste, wat zijn her» innering aan dit afscheid vasthield, was zoon spottend trekkinkje om Ro's mondhoek. Het harsig geurende gebouwtje schoof voorbij, toen voerde het lokaaltje hem ,weg uit dit stilvredige zonneland van ongerepte natuur. Hij zuchtte onwillekeurig van spijt Tante Martien vroeg of hij het raam» pje halverwege op wou trekken voor do stof en begon tc praten. ■•"Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 5