HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 24 APRIL 1926 TWEEDE BLAD Het standbeeld van Frans Hals krijgt een shampoo (hoofdwassching). Zal mevrouw Van Looy, die in de jongste Raadszi tting geen steun bij B. en W. vond voor haar denk beeld om den Stadhuisgevel met zand schoon te spuiten, thans de za»k zelf in handen nemen? DE ONVERSCHILLIGE KIEZER. GEBREK AAN OPENBAARHEID. EEN „PSYCHOLOGISCHE FOUT". Na ecnigc weken -als Minister van Oorlog en ad'intcrim Minister van Ma rine op een dubbel gestoelte der cerc gezeteld te hebben, heeft professor van Roycn cr het bijltje bij neergelegd. Straks zal hij naar zijn Delftsohe stu» denten terugkccren. Volgens het officieelc communiqué Is deze aftocht te wijten aan het feit, dat bij den professor „bezwaren zijn gerezen terzake van de voorbereiding van de instelling van een departement van landsverdediging". Een leclijke zin, die bovendien niets zegt. Gedurende de crisis en daarna heeft men den ecnvoudigen kiezer her» haaldelijk verweten, dat zijn belangstel; ling in dc politiek tot nabij het nul» punt is gedaald. Denkt de regcering die belangstelling te verhoogen door zulk een communiqué uit te geven, waar* aan niemand iets heeft en dat boven» dien nog den indruk wekt dat cr iets heel anders achter dit aftreden zit? Misschien is dat de schrapping (door den minister) van twee torpedojagers en een duikboot, kostend 2.400.000. I-lct schijnt dat er in dc Kamer sterke oppositie tegen deze schrapping bestond, en dat het extraparlementair kabinet onder deze pressie zijn veer heeft gela» ten. Als dat zoo is. waarom wordt het dan niet erkend? Als het niet zoo is, waarom wordt dan geen andere reden opgegeven? Waarom worden wij ont» ha aid op een leege phrase, die bij den bovengenoemden cenvoudigen kiezer wel den indruk moet wekken dat het hem niets aangaat, en dat hij weer eens met een kluitje in het riet wordt gestuurd? Het invoeren van een Dcpar» tement van Landsverdediging stond op het regccringsprogramma. De minis; ter van Oorlog en aj. Marine moet dus daarover geconfereerd en ermee ingc» stemd hebben eer hy zijn taak aan» vaarddc. Maar bij „de voorbereiding" rezen niettemin al zulke bezwaren, dat hij maar liever heenging. Moeten wij dat nu maar goedig gelooven? Ons blad is neutraal op godsdienstig en politiek terrein, maar dit geval bc= treft een zaak die buiten godsdienstige en politieke geschillen staat. De zaak der openbaarheid, die ons allen ter harte gaat cn waarvoor wij. journalisten, steeds zullen opkomen. Het lijkt niet te veel gevraagd, dat er bij het aftreden van een minister tenminste duidelijk wordt medegedeeld, wéarom hij af. tTcedt. Nu krijgen wij weer sterk den indruk dat „de parlementaire sfeerT een onderonsje is, waar wij buiten wor» den gehouden cn waarin de kiezers; massa toch intens belang moet blijven stellen. Dc twee zaken zijn moeilijk ver; ccnigbaar. Misschien zal de Haagsche geheim» zinnigheid ter sprake worden gebracht op het a_s. 149ste Congres der Neder» Jandschc Maatschappij voor Nijverheid en Handel te Amersfoort ïn Juni te hou» den, waar het rapport van de speciale studiocommissie inzake doelmatige overheidsbemoeiing in discussie zal ko> men. De voorzitter der Maatschappij. Dr. F. E. Posthuma (dc oud»minister van Landbouw in het k»binet=Cort van dcT Linden) sprak op het vorige Con gres over „het nagaan van organisators sche cn psychologische fouten in het tegenwoordig Staatsbestuur". Gebrek aan openbaarheid, aan behoorlijke voor» lichting van het publick. kan onder bei. de categorieën gerangschikt worden. De positie van het parlementarisme is Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE „Op Zondagen tot 3 uur namiddags en op den eersten Woensdag van iedere maand vrije toegang", zoo staat er op het houten bord bij de straatdeur van het Frans Hals Museum, onder andc» ren in het Engclsch, te lezen. Maar dc Engclschman die dat leest zal er ver» wonderd van staan, want de drie Grieksche y's (y gree) zijn onder de handen, van den schilder in Holland; sche ij's veranderd en die kent dc En» gclschman in zijn taal heelemaal niet. Het staat er zoo: ON SUNDAIJS TO 3 P. M. AND THE FIRST. WEDNES; DAIJ OF EVERIJ MONTH ADMIS» SION FREE. Vreemdelingen zijn altijd vol bewon» dering voor de kennis van vreemde talen die ze in Nederland vinden cn vooral een Engelschman, die het een buitengewone eer voor hem zelf acht, dat je nooit op zijn gezicht kunt lezen wat hij denkt, zal er niets van laten blijken wanneer wij flaters maken, maar onze officieele aankondigingen bchooren toch vrij van fouten te we» zen, AJs dus de afdeeling Publieke Werken waarvan het immers algemeen bekend is dat zij zoo vlug en zoo soe; pel werkt, eens een man over heeft met een pot verf, moet zij hem eens naar het Museum sturen en die drie Hol; landsche ij's laten veranderen in y, zooals 't behoort. Is dc man eenmaal onderweg, dan kan hij zich ook wel verdienstelijk maken in den Hout, waar hy borden zal vinden waarop de waarschuwing staat te lezen, dat het Ryden op de voetpaden verboden is. »-ls je dat goed uitspreekt, dan moet je lezen: Riden, evengoed als dc y grec in het woord hypotheek oitgesprol en wordt hipo-- thcck rn niet hypotheek alsof er een gewone Hollandscho ij stond. 't Zijn kleinigheden, maar '1 kost in de laatste jaren verzwakt Ook in ons land. Dit is een zaak die .boven partijpolitiek staat. Als men haar wil gaan oplossen mag ook de Maatschappij van Nijverheid wel in dc eerste plaats rekening houden met de psychologische factoren die haar voorzitter aanduidde, en die mon het beet kan beoordeélen door dc zaak te bezien uit het oogpunt des kiezers hij moge dan Antbrcvo» lutinnnair, Roomsch=Katholiek, Christe» lijk-Tlistorisoh, Vrijheidsbondcr. Vrijzin» nig»clemocraut, Sociaaldemocraat of iets anders zijn. En het gesigrialccrdo gebrek aan belangstelling toont zich in alle la» gen <jcr bevolking. R, P. STADSNIEUWS MUZIEK CONCERT DOOPSGEZIND ZANGKOOR. Vóór dc pauze verliep alles gcnocgc; lijk. Men opende met Gezang 13S (ge» figureerde bewerking van Jac. Zwaan) zong daarna twee koortjes van den directeur, den heer Jac. Zwaan, waar» van vooral „Haarlemsen Liedeke" zeer in den smaak viel eij sloot het eerste deel van het programma me.t Frühlings Symphonic van Ph. Loots. Hier tus» schcn door zong Mevr. Jo Zwaan Schermelé met een wat zwakke doch zeer heldere sopraanstem cenige een» voudige, wat sentimenteel klinkende liederen eveneens van Jae. Zwaau en nog een Aria {ook wat sentimenteel) uit de Freischütz van Wcber. Het koor noch de soliste hadden buiten» gewone moeilijkheden te overwinnen, mon zong in 't algemeen zuiver (uit» gezonderd. wat dc soliste betreft in dc aria uit „Der FrcLschütz", waar, nood» lottigerwijzc op het woordje „klar" een alles behalve heldere c geplaatst werd), de zwak bezette tenoren hadden niet tegen al te groote geluidmassa's van sopranen en alten op te zingen, de diapason bleef constant, zoodat we alle reden hadden om genocgelijk cn tevreden te zijn, waardoor we ook .et dc beste verwachtingen bezield waren voor het nog komende: „Die Ge» schöpfe des Promotheus" en „Die Chorphantasie" van L. van Beet»' hoven. Dit was een heele onderneming en dat deze niet in alle opzichten ge» slaagd bleek is geen reden om een woord van lof tc onthouden aan die» gene welke daartoe het initiatief had genomen. Het symphonïe»orkest „Caccilia", dir. dc heer K. JI- Kerkhoff, voerde dan „Die Gcschöpfc des Promotheus" uit, cn wanneer wc niet de hoogste maat» staf der critick aanleggen, in een zeer vcfdienstelijkc auditie- De Pastorale had wel iets langzamer gekund, het Maestoso klonk niet onverdeeld gun» stig, do contia»bassen waren even te haastig gebakerd het koper doch wat geeft dit alles als wc bedenken dat het allen dilettanten zijn, die zich on» der dc werkelijk bekwame leiding van den heer J. Kerkhoff tot een zoodanige hoogte hebben opgewerkt- Met dc Chorfantasic trad op de heer Martin Lürscn, die óntusschen Mevr. Jo- Zwaan—Schcrmelc op een bescheiden en muzikale wijze had begeleid. Dc „Chorphantasie" zou men als een voorstudie van de Finale der 9c symphonie kunnen beschouwen cn wel in meer dan oen opzicht. Niet al» leen wordt hier het koor aangewend wel is waar minder gelukkig dan in de „negende" doch ook vindt ,mcn in het allegrcttojdeel een groote ana» niemcndul om het goed in orde te Heb» ben. „IIoc komt het toch", zei ik dezer dagen tot een lid van den Haurlemschen gemeenteraad, die dezen Woensdag op weg was naar dc Raadsvergadering, „hoe komt het toch, dat jelui maar éénmaal per maand vergadert cn dat het bestuur van de gemeente toch maar doorgaat, precies alsof jelui eenmaal per weck bijcenkwaamt?" 0 „Onnoozeie vraag", zei hij, wel wal heel oneerbiedig, vond ik, tegenover een kiezer, die dan toch eenmaal in de vier jaar voor een zooveelduizcndste gedeelte zijn benoeming in handen heeft. „Heb jij van je leven wel eens een vliegwiel gezien?" „Natuurlijk", zei ik, „maar heb, jij van je leven wel eens een Raadslid ontmoet, dat onnoozeie vragen deed?" „Nog nooit. Zooiets kan niet bestaan, Als jc een vliegwiel een klein zelje geeft, dan draait het een paar maal rond cn blijft al heel gauw stilstaan. Nu dan: als je zoo'n vliegwiel heel hard en krachtig ronddraait.^ dan loopt het een hcclc poos. Zoo is 't ook met onze Raadsvergaderingen: als we een» maal bij elkaar komen, geven we zoo'n verbazenden zet aan het gemeentelijke vliegwiel, dat bet wel vier weken kan blijven draaien". Beleefd dankende voor de inlichting, vroeg ik verder: „cn als ikjragen mag, waar draait dat vliegwiel?" „Wonderlijke vraag", antwoordde mijn edelachtbare vriend, „kom jij nooit langs de Groote Markt? Drink jc nooit een glaasje dit of dat bij Brinkmann? Koop je nooit een pondje vlcesch in dc Vleeschhal. - „Nooit", zei ik. „want daar liggen ab leen stoffige papieren van het Rijk". .Maar hij liet zich niet in de war brengen en ging voort, alsof ik in 't geheel niets opgemerkt had: „sta jij nooit op wacht bij dc oude Hoofd» wacht?" „Nooit", zei ik. „Dat komt dan zeker daardoor, dat jc geen hoofd hebt", zei hij eindelijk boos wordende. „Als jij een volgenden keer dan op de Groote Markt komt, doe dan jc oogen en ooren open en luister aan de muren van 't Stadhuis. Dan zul je het zoemen van het vlieg» wiel hooren". En zoo komt het dan, dat je er geen hinder van hebt, of de Raad Iedere vier weken of eenmaal in dc week ver» gadert. Natuurlijk heb ik mijn vriend het Raadslid hartelijk bedankt. Relatie hebben is maar alles, jc kunt nooit weten hoc die tc pas komt, wanneer jc logic met het „Freude"»motïcf. (Ook dc tekst wijst in die richting). Ovcri» gens is dit werk niet hij/.onder belang» rijk en staat m- d. achter bij de als ópus 77 gesigneerde Phantu.s.c voor piano- Wel typisch is de pianorinzet van de Fdnalc, die dc twee eerste noten van het orkest in dc vergrooting over» neemt. Het daarop volgend motief (meno Allegro) alsmede het gchccle eerste deel voor piano»solo is echter zwak van vinding en monotoon van constructie- Het koor „klinkt" wel beter dan in de negende" en was voor den heer Zwaan een welkome gelegenheid om zijn capaciteiten als dirigent te ont» plooien. Jammer dat bij het „tacet" der vrouwenstemmen de bassen cn tenoren zoo'n slappen, krachtcloozen indruk maakten. Ook was het ensem» bic bij den koorinzet tamelijk oncVen» wichtig, alsmede bij het door het or» kest gespeelde Marcia»decl. De pianopartij werd door den heer Martin Lürscn uitstekend gespeeld- Het begin had echter rhytm.sch duidclij» ker kunnen zijn. wat ook het geval was bij sommige linkerhand»passages (Ada, gio). Dank zij hem kunnen wc echter van een goede uitvoering der Chor» phantasic spreken, HENK DIEBEN. LAATSTE GEMEENT BLIJK ORGEL - OONCÏÏRT Mol fiet Ohoralvorepicl „O Mens oh bc- wein dein' Sünden grose" van J. H. Bac-h werd dit laatste orgelconcert geopend- Daar we verder geen buitengewone orgelwerken ten gehooro kregen er volgden nog „Doux Improvisationj" van fjaint-Saöns en „Grande Piece symphoniquo" van Ce- sar Fran bi wat zeker mid dien* bee te werk is rou het eon of ander werk. meer in overeenstemming met den grooten naam Rae.h zeker niet. znisplaaiat geweest zijm, wat tevens de. belamgrijkbe-d van dit oon- oert zon verhoogd hebben Het is natuur lijk niet. mogelijk, gezien hei kleine aam. tal werkelijk geniale orgelwerken om eioed' het allerbeste te geven, maar het laatste orgelconcert, nietwaar, moet to<-3i do al. erbestc indrukken achterlaten. Zoo is bot mij ook mict duidelijk waarom de hoer tor do Wilde (cello) e! echts één, zegge een sonate (vam Corel li) speelde en rncvr. Bep de Wilde—Ploeg slechte drie korte liederen ten gdhoore bracht, zoodat hel tweede doe! van het programma alleen gevuld werd met genoemd werk van Franck. Iloe hel odk zij, mevrouw Bep do WildePloeg zong dlio liederen, waarvan de laateto lus ter door een ander vervang on ware gowoes* .'La Cloake" van Saint 6aën> is een lied den auteur van zooveel meesterwerketn on waardig; het is vervelend van het begin tot het einde. Ongelukkigerwijze was dc zan cores hierin niet op haar best, de stem wa* vaak onzeker, en de klank tamelijk onzui ver. In „Bois épaie, redouble ton ombre" van (Lully toonde zij echter haar goede stemkwaliteitcn; voornamelijk m het mid- denregiater is haar stem van zoor goed Celialte. De Sonate van Corelli werd door den hoor Or dc Wilde met mooicn toon en goede streek gespeeld. Jammer dat zijn fijne nuances in do Allemande door een tc -terko orgelbegeleiding goeddeels verloren gingen. Do Giga (het zwakste deel!) ver toor door een le vrij tempo tamelijk wel hot dantikarakter. Het is te betreuren dat deze uitstekende cellist een zoo beschei den dool van het. programma vulde. A pro. poe, het programma- Wie .vertaalde de teksten 1 Zou daar niet, wat meer zorg aan besteed kunnen worden? Nu moest het pu. bliek de Tegel*: „Tu dors en co moment dans l'ombxe, et ricn no luit sous ta vou te profonde oü sommeille le bruit!" lezen alsof er stond„Juist <nu ru6t je in dc schaduw en iniets glanst onder de gewelfde daken (1), waarboven je klanken rusten ;r. droomen** (sic). Een beetje meer eer bied voor Victor Hugo, zou ik zoo zeggen. HENK DIEBEN. eens een Tequest aan dc.n Raad hebt te zenden over een kippenhok, dat jc een paar centimeters naar rechts of naar links wilt hebben, tegen dc bestaande- verordening in. Is het eenmaal zoo ver, en stelt -dc voorzitter voor, het request van den heer Fidelio te stellen m han» den van B. on W. ter afdoening, dan is het heel wat waard, als een van dc leden je belangen behartigt en vraagt: „maar meneer de voorzitter, hoe zal die zaak dan worden afgedaan? want dat kippenhok van dezen requestrant is geen kippenhok zooals andere kippen» hokken" dan krijg je allicht een gunstiger beschikking. Een van mijn kennissen placht te zeggen: „stuur nooit een request aan den gemeenteraad, want je krijgt nul op het request". Hij is nu dood, mijn arme vriend, ofschoon ik natuurlijk niet zeggen wil, dat hij aan deze bittere opmerking gestorven is. En tot gerust» stolling van leden van den Raad in Haarlem en omstreken kan ik er meteen bij zeggen, dat hij den gemeenteraad van Nicmansdorp bedoelde. Dc quacstic hep over een sloot en dat is nu juist ccn ding, waar je het gemakkelijkst ruzie over krijgt. Of het moest een voetpad wezen. Toen mijn vriend een» maal zijn afwijzing beet had (db zaak was ook in handen van B. en W. ge» steld ter afdoening) zei hij vol woede: „ze lappen de zaken aan hun laars. Ik zal om tot kalmte te komen daar eens een versje op maken". Want de man rijmde niet onverdienstelijk cn had dc gewoonte, wanneer er dingen ge» beurden die hem van zijn stuk brachten, aan het dichten te gaan. „Je weet niet, hoe Tustig je daarvan wordt", placht hij te zeggen. „Maar er rijmt niet veel op laars", zei ik bedenkelijk. „Dan zul jc anders zien". En een dag later bracht hij mij triomfante» lijk hot volgende rijm: De Raad van Niemansdorp is dom, Een goed request is er tot dezen Nog altijd smaadlijk afgewezen, En ons belang wie denkt er om? Al zeg je ook veel goeds cn waars, De Raad lapt alles aan zyn laars, De Secretaris leest het voor, Hij zou het liefste er mee spotten. De Raad is makkelijk te bedotten En leent ook nauwelijks het oor. Een goed verzoek, het is iets raars. Lapt onze Raad kalm aan zijn - laars. HET STANDBEELD spreekt: Ei. goeden dag. wees welkom hier Mevrouw, ik zag u lang al kommen. Gij zijt dan nu met moed cn zwier Langs mijn metalen lijf geklommen. Dat was heel ijverig en koen Maar zeg mij: wat komt gij hier doen? DE DAME spreekt: Wel Frans, 'k was onlangs in den Raad, Daar werd van het Stadhuis ge» sproken Zoo is het hier altoos geweest, „De burgerij staat maar te zeuren", Denkt onze Raad, ,,'t zal niet gebeuren". Geen kiezerscorps dat dit geneest! Dc Raad, met hersens als een baars, Lapt rustig alles aan zijn laars. Vaak is het lang geen kleine zaak, Die jc hier per request komt vragen Maar wdar jc ook mee op komt dagen, 't Is altoos mis en nimmer raak, Is 't voor den requestrant iets zwaars, Floep! Onze Raad lapt 't aan zijn laars, „Bewonderenswaardig", zei ik, want ik behoor nu eenmaal tot de mcnschen, die al stond de dood er op, geen tien regels behoorlijk op elkaar kunnen laten rijmen. „Nou!", zei mijn vriend en keek met een bescheidenheid, waarvan ik geen oogenblik dc dupe werd, „bewon» dcrenswaardig" is wat sterk. Het is maar amatcurswcrk. En dan moet je weten, dat cr nog wel méér rijmt op laars: ..naars" bijvoorbeeld en „kaars" cn misschien zijn er nog wel meer woor». den, maar ik vond het zoo genoeg". „Ja, daar heb je gelijk in", haastte ik mij tc zeggen. Je kunt alles over» drijven". Minister van Roye-n 'heeft ontslag ge» nomen cn Minister Lambooij heeft hem opgevolgd. Op zichzelf is dal nu zoo heel bijzonder «niet In he,t alge» I meen heeft het minis tersambt iets tij» delijks; zooals vacanric, of verjaardu; gen of kiespijn. Zijn die voorbij, dan is het weer -anders. Je bent minister of je bent. 'het niet cn meestal ben je het niet. Waarom dtL nu zoo wezen moet, kan ik natuurlijk micl zeggen, daar .ilk zclif nooit Minister geweest ben. Mis» sohden is het ambt te zwaar om hot lang to dragen en dit lijkt daarom ook zoo waarschijnlijk, omdat dc reden van deze ministersveramdering zoo geheim» zinnig is. Daar bij den Minister van oor log, minister ad interim, bezwaren zijn gerezen ter zake van de voor- bereiding van de instelling van een departement van landsverdedi- ging, heeft deze bewindsman ge» mcc-nd, zijn ontslag tc moeten in» dienen. Stel jc- n"u voor een gewoon Haagsch huishouden, n:c.ts buitengewoons, hec» Icmaai niet hoog. nuvar ook weer niet En dat liet er zoo stoffig staat. Dat heb ik daadlijk opgestoken En daar je ook wel vuil zult zijn Maak ik jc lokkig hoofd weer rein. (Zij voegt de daad bij het woord). HET STANDBEELD: (proestend) Mevrouwals 'k u verzoeken mag, liet wasschèn heeft me altijd ver» droten, En ook word ik soms dag aan dag Door regenbuien afgespoten, Met mij zal 't zonder zeep wel gaan, zoo heel laag waarin dc vrouw des hui» zes vraagt aan haar echtgenoot: „Man. wil je een kopje tüiee?" En verbeeld je dan dat de heer des hui» zes daarop antwoordt: „Daar bij mij bezwaren zijn gerezen ter zake van het gebruiken van een 'kopje thee, verzoek ik daarvan ontslagen .te worden." Wat denk je dan wel, dat deze Haag» sche huisvrouw zeggen zou? Natuurlijk zooiets als dit: „man. daar begrijp fk niets van. Wat heb je eigenlijk togen mijn thee?" Of iets anders, wat scherper of wat vriendelijker, al naar gelang van haar aard cm stemming. Nu is zoo'n 'Hhceequaesbie in den Haaig voor andere theedrinkende fa» milies natuurlijk volstrekt niet belang» rijk. Maar waarom de eene minister heengaat en door den anderen vervan» gen wordt, dat is iets waar het heele volk wel iets meer van wil weten en dan krijg je alleen tc hooren: „daar be= zwanen zijn gerezen ter zake van...." en wordt mot dit ministerieelc kluitje in hot Haagsche riet gestuurd. Deze week heb ik in de Vragonru» briek deze vraag .gelezen: „hoe kan ik opgeleid worden tot fi'lm»aotcur?" De redacteur van de rubriek gaf daarop terecht .ten antwoord, dat cr geen handelsadressen werden opgegeven. Overigens kan ïk mij best begrijpen, dat iemand filim-aoteur zou willen won den. Het is iets zeldzaams, iets On ge» means. Kooplui, fabrikanten, ooderwij» zers, leeraren, aannemers, timmerlui, banketbakkers, hebben wij allemaal in onze familie, maar wie heeft een broer of een neef, die voor de film speelt. Ik heb er geen en -toch zou ik ronduit ge- i zegd, er wol frotsoh op wezen, wanneer op dc groote biljetten met gekleurde bioklettors te lezen stond: de hoofdrol van Graaf de Ia Richc dc la VEle wordt vervuld door den vermaarden acteur Ernesto Fidelio. Ik zeg nu maar Ernesto, maar in mijn familie is er maar een. die de voorletter E. bezit en da.t is een heel gewone Hollandschc Evert. Dit is wel zeiter, dat mijn familienaam Fidelio voor de film zeer geschikt is. Maar met den naam alleen is het niet gedaan. Je moet ook verschillende andere eigenschappen hebben. Een be» roemde filmacteur moet in staat we» zen, om van een Vliegtuig in volle vaart te springen op een trein die per uur tachtig kilometer rijdt. Deze kunst zou ik dus nog moeten keren, want als ik voor een groote plas kom te staan nu ccn fl'inkc regenbui, loop ik er He- Mevrouw. toe. Iaat dat wasschèn staan. DE DAME (ijverig voortwasschende) Nee Frans, ik nam eenmaal 't besluit Je moet er aan. Ik Wijf aan 't plassen En zal je geniale snuit, Je lokken en je ooren 'wasschèn. De schoonmaak is 't terrein de* vrouw En jij bent ook een Stadsgebouwf* TOM DE RIJMER. ver voorzichtig om Ineen. Ook moet een goej fikoaaoteur m&t zijn oogen kunnen rollen. Van links naar rechts en van Techts naar links al naar going vn de plaats waar de medespeler staat. Na veertien dagen oefening heb ik het zoo» ver gebracht, dat ik mijn oogen kan laten rollen van rechts naar links, maar andersom gaat het nog nier. In de derde plaats moeten vermaarde film.-acteurs kunnen zwemmen als een snoek en duiken als een walvLsch, Een paar jaar geleden heb ik geoefend in de pierenbak en kreeg een dringend verzoek van den zwemmeester, om niet terug te komen; hij zei: ik spatte zoo. Ook in dat opzicht moet ik dus mijn studiën nog voortzetten, om niet te zeggen beginnen. Gocae filmhelden moeten in staat zijn een bijzonder verachtend gezicht te zetten. Je komt in aanraking met den schurk uit de film, die op het punt staat de heldin te schaken en je wilt dat natuurlijk beletten. Maar wat heeft de booswicht gedaan? Je met de hulp van zijn medebooswichten aan ar» men en beenen vastgebonden aan eerf ring in den muur, die voor dat snoode doel juist bijzonder tc pas kwam, Hoe moet je nu je woede toonen? Alleen! door een verachtende uitdrukking op je gezicht te tooveren. En dat helaas, dat kan ik niet. Jaren geleden moest ik hetzelfde eens dóen in een liefhebberij» komedie, waarin ik meespeelde. Naar mijn meening legde ik een wereld van verachting in mijn blik. Mijn mccspe» Iers (het was gelukkig maar een repe» title) schaterden. Tien maal is het ge» probeerd. Het ging niet! Met dikke wangen en een onderkin kun jc eenmaal geen verachtend gezicht zetten. Zoo werd de rol aan een ander gegeven. Nu kan een mensch veel loeren. SprbC» gen, zwemmen, duiken, daar kun jc al» lomaal op studecren tot jc het onder dc knie hebt. Maar hoc kun je een blik vol verachting naar je tegenstander slin» geren met een onderkin!' En zoo vrees ik, dat er van mijn fihnberoep toch niet komen zal. Do roem van de film zal mij helaas ontgaan. En ik zou daarin nog kunnen berusten, wanneer op die ma» nier ook niet de honderd duizenden dollars mij ontgingen! Die hooge tracte» men ten zijn het eigenlijk, die mij van het filmspel het meest bekoren. En als ik mij niet vergis, dan is dat ook de groote aantrekkelijkheid voor andere filmstudentcn. Ach, wat jagen de mcnschen toch naar het slijk der aarde! FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 5