HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 24 APRIL 1926 TWEEDE BLAD
Het standbeeld van Frans Hals krijgt een shampoo (hoofdwassching).
Zal mevrouw Van Looy, die in de jongste Raadszi tting geen steun bij B. en W. vond voor haar denk
beeld om den Stadhuisgevel met zand schoon te spuiten, thans de za»k zelf in handen nemen?
DE ONVERSCHILLIGE
KIEZER.
GEBREK AAN
OPENBAARHEID.
EEN „PSYCHOLOGISCHE
FOUT".
Na ecnigc weken -als Minister van
Oorlog en ad'intcrim Minister van Ma
rine op een dubbel gestoelte der cerc
gezeteld te hebben, heeft professor van
Roycn cr het bijltje bij neergelegd.
Straks zal hij naar zijn Delftsohe stu»
denten terugkccren.
Volgens het officieelc communiqué
Is deze aftocht te wijten aan het feit,
dat bij den professor „bezwaren zijn
gerezen terzake van de voorbereiding
van de instelling van een departement
van landsverdediging".
Een leclijke zin, die bovendien niets
zegt. Gedurende de crisis en daarna
heeft men den ecnvoudigen kiezer her»
haaldelijk verweten, dat zijn belangstel;
ling in dc politiek tot nabij het nul»
punt is gedaald. Denkt de regcering
die belangstelling te verhoogen door
zulk een communiqué uit te geven, waar*
aan niemand iets heeft en dat boven»
dien nog den indruk wekt dat cr iets
heel anders achter dit aftreden zit?
Misschien is dat de schrapping (door
den minister) van twee torpedojagers
en een duikboot, kostend 2.400.000.
I-lct schijnt dat er in dc Kamer sterke
oppositie tegen deze schrapping bestond,
en dat het extraparlementair kabinet
onder deze pressie zijn veer heeft gela»
ten. Als dat zoo is. waarom wordt het
dan niet erkend? Als het niet zoo is,
waarom wordt dan geen andere reden
opgegeven? Waarom worden wij ont»
ha aid op een leege phrase, die bij den
bovengenoemden cenvoudigen kiezer
wel den indruk moet wekken dat het
hem niets aangaat, en dat hij weer
eens met een kluitje in het riet wordt
gestuurd? Het invoeren van een Dcpar»
tement van Landsverdediging stond
op het regccringsprogramma. De minis;
ter van Oorlog en aj. Marine moet dus
daarover geconfereerd en ermee ingc»
stemd hebben eer hy zijn taak aan»
vaarddc. Maar bij „de voorbereiding"
rezen niettemin al zulke bezwaren, dat
hij maar liever heenging. Moeten wij
dat nu maar goedig gelooven?
Ons blad is neutraal op godsdienstig
en politiek terrein, maar dit geval bc=
treft een zaak die buiten godsdienstige
en politieke geschillen staat. De zaak
der openbaarheid, die ons allen ter harte
gaat cn waarvoor wij. journalisten,
steeds zullen opkomen. Het lijkt niet te
veel gevraagd, dat er bij het aftreden
van een minister tenminste duidelijk
wordt medegedeeld, wéarom hij af.
tTcedt. Nu krijgen wij weer sterk den
indruk dat „de parlementaire sfeerT
een onderonsje is, waar wij buiten wor»
den gehouden cn waarin de kiezers;
massa toch intens belang moet blijven
stellen. Dc twee zaken zijn moeilijk ver;
ccnigbaar.
Misschien zal de Haagsche geheim»
zinnigheid ter sprake worden gebracht
op het a_s. 149ste Congres der Neder»
Jandschc Maatschappij voor Nijverheid
en Handel te Amersfoort ïn Juni te hou»
den, waar het rapport van de speciale
studiocommissie inzake doelmatige
overheidsbemoeiing in discussie zal ko>
men. De voorzitter der Maatschappij.
Dr. F. E. Posthuma (dc oud»minister
van Landbouw in het k»binet=Cort van
dcT Linden) sprak op het vorige Con
gres over „het nagaan van organisators
sche cn psychologische fouten in het
tegenwoordig Staatsbestuur". Gebrek
aan openbaarheid, aan behoorlijke voor»
lichting van het publick. kan onder bei.
de categorieën gerangschikt worden.
De positie van het parlementarisme is
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
„Op Zondagen tot 3 uur namiddags
en op den eersten Woensdag van iedere
maand vrije toegang", zoo staat er op
het houten bord bij de straatdeur van
het Frans Hals Museum, onder andc»
ren in het Engclsch, te lezen. Maar dc
Engclschman die dat leest zal er ver»
wonderd van staan, want de drie
Grieksche y's (y gree) zijn onder de
handen, van den schilder in Holland;
sche ij's veranderd en die kent dc En»
gclschman in zijn taal heelemaal niet.
Het staat er zoo: ON SUNDAIJS TO
3 P. M. AND THE FIRST. WEDNES;
DAIJ OF EVERIJ MONTH ADMIS»
SION FREE.
Vreemdelingen zijn altijd vol bewon»
dering voor de kennis van vreemde
talen die ze in Nederland vinden cn
vooral een Engelschman, die het een
buitengewone eer voor hem zelf acht,
dat je nooit op zijn gezicht kunt lezen
wat hij denkt, zal er niets van laten
blijken wanneer wij flaters maken,
maar onze officieele aankondigingen
bchooren toch vrij van fouten te we»
zen, AJs dus de afdeeling Publieke
Werken waarvan het immers algemeen
bekend is dat zij zoo vlug en zoo soe;
pel werkt, eens een man over heeft met
een pot verf, moet zij hem eens naar
het Museum sturen en die drie Hol;
landsche ij's laten veranderen in y,
zooals 't behoort.
Is dc man eenmaal onderweg, dan
kan hij zich ook wel verdienstelijk
maken in den Hout, waar hy borden
zal vinden waarop de waarschuwing
staat te lezen, dat het Ryden op de
voetpaden verboden is. »-ls je dat goed
uitspreekt, dan moet je lezen: Riden,
evengoed als dc y grec in het woord
hypotheek oitgesprol en wordt hipo--
thcck rn niet hypotheek alsof er een
gewone Hollandscho ij stond.
't Zijn kleinigheden, maar '1 kost
in de laatste jaren verzwakt Ook in
ons land. Dit is een zaak die .boven
partijpolitiek staat. Als men haar wil
gaan oplossen mag ook de Maatschappij
van Nijverheid wel in dc eerste plaats
rekening houden met de psychologische
factoren die haar voorzitter aanduidde,
en die mon het beet kan beoordeélen
door dc zaak te bezien uit het oogpunt
des kiezers hij moge dan Antbrcvo»
lutinnnair, Roomsch=Katholiek, Christe»
lijk-Tlistorisoh, Vrijheidsbondcr. Vrijzin»
nig»clemocraut, Sociaaldemocraat of iets
anders zijn. En het gesigrialccrdo gebrek
aan belangstelling toont zich in alle la»
gen <jcr bevolking.
R, P.
STADSNIEUWS
MUZIEK
CONCERT DOOPSGEZIND
ZANGKOOR.
Vóór dc pauze verliep alles gcnocgc;
lijk. Men opende met Gezang 13S (ge»
figureerde bewerking van Jac. Zwaan)
zong daarna twee koortjes van den
directeur, den heer Jac. Zwaan, waar»
van vooral „Haarlemsen Liedeke" zeer
in den smaak viel eij sloot het eerste
deel van het programma me.t Frühlings
Symphonic van Ph. Loots. Hier tus»
schcn door zong Mevr. Jo Zwaan
Schermelé met een wat zwakke doch
zeer heldere sopraanstem cenige een»
voudige, wat sentimenteel klinkende
liederen eveneens van Jae. Zwaau en
nog een Aria {ook wat sentimenteel)
uit de Freischütz van Wcber. Het
koor noch de soliste hadden buiten»
gewone moeilijkheden te overwinnen,
mon zong in 't algemeen zuiver (uit»
gezonderd. wat dc soliste betreft in dc
aria uit „Der FrcLschütz", waar, nood»
lottigerwijzc op het woordje „klar" een
alles behalve heldere c geplaatst werd),
de zwak bezette tenoren hadden niet
tegen al te groote geluidmassa's van
sopranen en alten op te zingen, de
diapason bleef constant, zoodat we
alle reden hadden om genocgelijk cn
tevreden te zijn, waardoor we ook .et
dc beste verwachtingen bezield waren
voor het nog komende: „Die Ge»
schöpfe des Promotheus" en
„Die Chorphantasie" van L. van Beet»'
hoven. Dit was een heele onderneming
en dat deze niet in alle opzichten ge»
slaagd bleek is geen reden om een
woord van lof tc onthouden aan die»
gene welke daartoe het initiatief had
genomen.
Het symphonïe»orkest „Caccilia", dir.
dc heer K. JI- Kerkhoff, voerde dan
„Die Gcschöpfc des Promotheus" uit,
cn wanneer wc niet de hoogste maat»
staf der critick aanleggen, in een zeer
vcfdienstelijkc auditie- De Pastorale
had wel iets langzamer gekund, het
Maestoso klonk niet onverdeeld gun»
stig, do contia»bassen waren even te
haastig gebakerd het koper doch
wat geeft dit alles als wc bedenken dat
het allen dilettanten zijn, die zich on»
der dc werkelijk bekwame leiding van
den heer J. Kerkhoff tot een zoodanige
hoogte hebben opgewerkt- Met dc
Chorfantasic trad op de heer Martin
Lürscn, die óntusschen Mevr. Jo-
Zwaan—Schcrmelc op een bescheiden
en muzikale wijze had begeleid.
Dc „Chorphantasie" zou men als
een voorstudie van de Finale der 9c
symphonie kunnen beschouwen cn
wel in meer dan oen opzicht. Niet al»
leen wordt hier het koor aangewend
wel is waar minder gelukkig dan in
de „negende" doch ook vindt ,mcn
in het allegrcttojdeel een groote ana»
niemcndul om het goed in orde te Heb»
ben.
„IIoc komt het toch", zei ik dezer
dagen tot een lid van den Haurlemschen
gemeenteraad, die dezen Woensdag op
weg was naar dc Raadsvergadering,
„hoe komt het toch, dat jelui maar
éénmaal per maand vergadert cn dat
het bestuur van de gemeente toch maar
doorgaat, precies alsof jelui eenmaal
per weck bijcenkwaamt?" 0
„Onnoozeie vraag", zei hij, wel wal
heel oneerbiedig, vond ik, tegenover
een kiezer, die dan toch eenmaal in de
vier jaar voor een zooveelduizcndste
gedeelte zijn benoeming in handen
heeft. „Heb jij van je leven wel eens
een vliegwiel gezien?"
„Natuurlijk", zei ik, „maar heb, jij
van je leven wel eens een Raadslid
ontmoet, dat onnoozeie vragen deed?"
„Nog nooit. Zooiets kan niet bestaan,
Als jc een vliegwiel een klein zelje
geeft, dan draait het een paar maal
rond cn blijft al heel gauw stilstaan.
Nu dan: als je zoo'n vliegwiel heel
hard en krachtig ronddraait.^ dan loopt
het een hcclc poos. Zoo is 't ook met
onze Raadsvergaderingen: als we een»
maal bij elkaar komen, geven we zoo'n
verbazenden zet aan het gemeentelijke
vliegwiel, dat bet wel vier weken kan
blijven draaien".
Beleefd dankende voor de inlichting,
vroeg ik verder: „cn als ikjragen mag,
waar draait dat vliegwiel?"
„Wonderlijke vraag", antwoordde
mijn edelachtbare vriend, „kom jij
nooit langs de Groote Markt? Drink
jc nooit een glaasje dit of dat bij
Brinkmann? Koop je nooit een pondje
vlcesch in dc Vleeschhal. -
„Nooit", zei ik. „want daar liggen ab
leen stoffige papieren van het Rijk".
.Maar hij liet zich niet in de war
brengen en ging voort, alsof ik in 't
geheel niets opgemerkt had: „sta jij
nooit op wacht bij dc oude Hoofd»
wacht?"
„Nooit", zei ik.
„Dat komt dan zeker daardoor, dat
jc geen hoofd hebt", zei hij eindelijk
boos wordende. „Als jij een volgenden
keer dan op de Groote Markt komt,
doe dan jc oogen en ooren open en
luister aan de muren van 't Stadhuis.
Dan zul je het zoemen van het vlieg»
wiel hooren".
En zoo komt het dan, dat je er geen
hinder van hebt, of de Raad Iedere
vier weken of eenmaal in dc week ver»
gadert. Natuurlijk heb ik mijn vriend
het Raadslid hartelijk bedankt. Relatie
hebben is maar alles, jc kunt nooit
weten hoc die tc pas komt, wanneer jc
logic met het „Freude"»motïcf. (Ook
dc tekst wijst in die richting). Ovcri»
gens is dit werk niet hij/.onder belang»
rijk en staat m- d. achter bij de als ópus
77 gesigneerde Phantu.s.c voor piano-
Wel typisch is de pianorinzet van de
Fdnalc, die dc twee eerste noten van
het orkest in dc vergrooting over»
neemt. Het daarop volgend motief
(meno Allegro) alsmede het gchccle
eerste deel voor piano»solo is echter
zwak van vinding en monotoon van
constructie-
Het koor „klinkt" wel beter dan in
de negende" en was voor den heer
Zwaan een welkome gelegenheid om
zijn capaciteiten als dirigent te ont»
plooien. Jammer dat bij het „tacet"
der vrouwenstemmen de bassen cn
tenoren zoo'n slappen, krachtcloozen
indruk maakten. Ook was het ensem»
bic bij den koorinzet tamelijk oncVen»
wichtig, alsmede bij het door het or»
kest gespeelde Marcia»decl.
De pianopartij werd door den heer
Martin Lürscn uitstekend gespeeld- Het
begin had echter rhytm.sch duidclij»
ker kunnen zijn. wat ook het geval was
bij sommige linkerhand»passages (Ada,
gio). Dank zij hem kunnen wc echter
van een goede uitvoering der Chor»
phantasic spreken,
HENK DIEBEN.
LAATSTE GEMEENT BLIJK ORGEL -
OONCÏÏRT
Mol fiet Ohoralvorepicl „O Mens oh bc-
wein dein' Sünden grose" van J. H. Bac-h
werd dit laatste orgelconcert geopend- Daar
we verder geen buitengewone orgelwerken
ten gehooro kregen er volgden nog
„Doux Improvisationj" van fjaint-Saöns
en „Grande Piece symphoniquo" van Ce-
sar Fran bi wat zeker mid dien* bee te
werk is rou het eon of ander werk. meer
in overeenstemming met den grooten naam
Rae.h zeker niet. znisplaaiat geweest zijm,
wat tevens de. belamgrijkbe-d van dit oon-
oert zon verhoogd hebben Het is natuur
lijk niet. mogelijk, gezien hei kleine aam.
tal werkelijk geniale orgelwerken om eioed'
het allerbeste te geven, maar het laatste
orgelconcert, nietwaar, moet to<-3i do al.
erbestc indrukken achterlaten. Zoo is bot
mij ook mict duidelijk waarom de hoer tor
do Wilde (cello) e! echts één, zegge een
sonate (vam Corel li) speelde en rncvr. Bep
de Wilde—Ploeg slechte drie korte liederen
ten gdhoore bracht, zoodat hel tweede doe!
van het programma alleen gevuld werd
met genoemd werk van Franck. Iloe hel
odk zij, mevrouw Bep do WildePloeg
zong dlio liederen, waarvan de laateto lus
ter door een ander vervang on ware gowoes*
.'La Cloake" van Saint 6aën> is een lied
den auteur van zooveel meesterwerketn on
waardig; het is vervelend van het begin tot
het einde. Ongelukkigerwijze was dc zan
cores hierin niet op haar best, de stem wa*
vaak onzeker, en de klank tamelijk onzui
ver. In „Bois épaie, redouble ton ombre"
van (Lully toonde zij echter haar goede
stemkwaliteitcn; voornamelijk m het mid-
denregiater is haar stem van zoor goed
Celialte.
De Sonate van Corelli werd door den hoor
Or dc Wilde met mooicn toon en goede
streek gespeeld. Jammer dat zijn fijne
nuances in do Allemande door een tc
-terko orgelbegeleiding goeddeels verloren
gingen. Do Giga (het zwakste deel!) ver
toor door een le vrij tempo tamelijk wel
hot dantikarakter. Het is te betreuren dat
deze uitstekende cellist een zoo beschei
den dool van het. programma vulde. A pro.
poe, het programma- Wie .vertaalde de
teksten 1 Zou daar niet, wat meer zorg aan
besteed kunnen worden? Nu moest het pu.
bliek de Tegel*: „Tu dors en co moment
dans l'ombxe, et ricn no luit sous ta vou
te profonde oü sommeille le bruit!" lezen
alsof er stond„Juist <nu ru6t je in dc
schaduw en iniets glanst onder de gewelfde
daken (1), waarboven je klanken rusten
;r. droomen** (sic). Een beetje meer eer
bied voor Victor Hugo, zou ik zoo zeggen.
HENK DIEBEN.
eens een Tequest aan dc.n Raad hebt te
zenden over een kippenhok, dat jc een
paar centimeters naar rechts of naar
links wilt hebben, tegen dc bestaande-
verordening in. Is het eenmaal zoo ver,
en stelt -dc voorzitter voor, het request
van den heer Fidelio te stellen m han»
den van B. on W. ter afdoening, dan
is het heel wat waard, als een van dc
leden je belangen behartigt en vraagt:
„maar meneer de voorzitter, hoe zal
die zaak dan worden afgedaan? want
dat kippenhok van dezen requestrant is
geen kippenhok zooals andere kippen»
hokken" dan krijg je allicht een
gunstiger beschikking.
Een van mijn kennissen placht te
zeggen: „stuur nooit een request aan
den gemeenteraad, want je krijgt nul
op het request". Hij is nu dood, mijn
arme vriend, ofschoon ik natuurlijk
niet zeggen wil, dat hij aan deze bittere
opmerking gestorven is. En tot gerust»
stolling van leden van den Raad in
Haarlem en omstreken kan ik er meteen
bij zeggen, dat hij den gemeenteraad
van Nicmansdorp bedoelde. Dc quacstic
hep over een sloot en dat is nu juist
ccn ding, waar je het gemakkelijkst
ruzie over krijgt. Of het moest een
voetpad wezen. Toen mijn vriend een»
maal zijn afwijzing beet had (db zaak
was ook in handen van B. en W. ge»
steld ter afdoening) zei hij vol woede:
„ze lappen de zaken aan hun laars.
Ik zal om tot kalmte te komen daar
eens een versje op maken". Want de
man rijmde niet onverdienstelijk cn
had dc gewoonte, wanneer er dingen ge»
beurden die hem van zijn stuk brachten,
aan het dichten te gaan. „Je weet niet,
hoe Tustig je daarvan wordt", placht
hij te zeggen.
„Maar er rijmt niet veel op laars",
zei ik bedenkelijk.
„Dan zul jc anders zien". En een
dag later bracht hij mij triomfante»
lijk hot volgende rijm:
De Raad van Niemansdorp is dom,
Een goed request is er tot dezen
Nog altijd smaadlijk afgewezen,
En ons belang wie denkt
er om?
Al zeg je ook veel goeds cn waars,
De Raad lapt alles aan zyn laars,
De Secretaris leest het voor,
Hij zou het liefste er mee spotten.
De Raad is makkelijk te bedotten
En leent ook nauwelijks het oor.
Een goed verzoek, het is iets raars.
Lapt onze Raad kalm aan zijn
- laars.
HET STANDBEELD spreekt:
Ei. goeden dag. wees welkom hier
Mevrouw, ik zag u lang al kommen.
Gij zijt dan nu met moed cn zwier
Langs mijn metalen lijf geklommen.
Dat was heel ijverig en koen
Maar zeg mij: wat komt gij hier doen?
DE DAME spreekt:
Wel Frans, 'k was onlangs in den
Raad,
Daar werd van het Stadhuis ge»
sproken
Zoo is het hier altoos geweest,
„De burgerij staat maar te zeuren",
Denkt onze Raad, ,,'t zal niet
gebeuren".
Geen kiezerscorps dat dit geneest!
Dc Raad, met hersens als een baars,
Lapt rustig alles aan zijn laars.
Vaak is het lang geen kleine zaak,
Die jc hier per request komt vragen
Maar wdar jc ook mee op komt
dagen,
't Is altoos mis en nimmer raak,
Is 't voor den requestrant iets
zwaars,
Floep! Onze Raad lapt 't aan zijn
laars,
„Bewonderenswaardig", zei ik, want
ik behoor nu eenmaal tot de mcnschen,
die al stond de dood er op, geen tien
regels behoorlijk op elkaar kunnen
laten rijmen.
„Nou!", zei mijn vriend en keek
met een bescheidenheid, waarvan ik
geen oogenblik dc dupe werd, „bewon»
dcrenswaardig" is wat sterk. Het is
maar amatcurswcrk. En dan moet je
weten, dat cr nog wel méér rijmt op
laars: ..naars" bijvoorbeeld en „kaars"
cn misschien zijn er nog wel meer woor».
den, maar ik vond het zoo genoeg".
„Ja, daar heb je gelijk in", haastte
ik mij tc zeggen. Je kunt alles over»
drijven".
Minister van Roye-n 'heeft ontslag ge»
nomen cn Minister Lambooij heeft
hem opgevolgd. Op zichzelf is dal nu
zoo heel bijzonder «niet In he,t alge» I
meen heeft het minis tersambt iets tij»
delijks; zooals vacanric, of verjaardu;
gen of kiespijn. Zijn die voorbij, dan
is het weer -anders. Je bent minister of
je bent. 'het niet cn meestal ben je het
niet. Waarom dtL nu zoo wezen moet,
kan ik natuurlijk micl zeggen, daar .ilk
zclif nooit Minister geweest ben. Mis»
sohden is het ambt te zwaar om hot
lang to dragen en dit lijkt daarom ook
zoo waarschijnlijk, omdat dc reden van
deze ministersveramdering zoo geheim»
zinnig is.
Daar bij den Minister van oor
log, minister ad interim, bezwaren
zijn gerezen ter zake van de voor-
bereiding van de instelling van een
departement van landsverdedi-
ging, heeft deze bewindsman ge»
mcc-nd, zijn ontslag tc moeten in»
dienen.
Stel jc- n"u voor een gewoon Haagsch
huishouden, n:c.ts buitengewoons, hec»
Icmaai niet hoog. nuvar ook weer niet
En dat liet er zoo stoffig staat.
Dat heb ik daadlijk opgestoken
En daar je ook wel vuil zult zijn
Maak ik jc lokkig hoofd weer rein.
(Zij voegt de daad bij het woord).
HET STANDBEELD: (proestend)
Mevrouwals 'k u verzoeken mag,
liet wasschèn heeft me altijd ver»
droten,
En ook word ik soms dag aan dag
Door regenbuien afgespoten,
Met mij zal 't zonder zeep wel gaan,
zoo heel laag waarin dc vrouw des hui»
zes vraagt aan haar echtgenoot:
„Man. wil je een kopje tüiee?" En
verbeeld je dan dat de heer des hui»
zes daarop antwoordt: „Daar bij mij
bezwaren zijn gerezen ter zake van het
gebruiken van een 'kopje thee, verzoek
ik daarvan ontslagen .te worden."
Wat denk je dan wel, dat deze Haag»
sche huisvrouw zeggen zou?
Natuurlijk zooiets als dit: „man.
daar begrijp fk niets van. Wat heb je
eigenlijk togen mijn thee?"
Of iets anders, wat scherper of wat
vriendelijker, al naar gelang van haar
aard cm stemming.
Nu is zoo'n 'Hhceequaesbie in den
Haaig voor andere theedrinkende fa»
milies natuurlijk volstrekt niet belang»
rijk. Maar waarom de eene minister
heengaat en door den anderen vervan»
gen wordt, dat is iets waar het heele
volk wel iets meer van wil weten en
dan krijg je alleen tc hooren: „daar be=
zwanen zijn gerezen ter zake van...."
en wordt mot dit ministerieelc kluitje
in hot Haagsche riet gestuurd.
Deze week heb ik in de Vragonru»
briek deze vraag .gelezen: „hoe kan ik
opgeleid worden tot fi'lm»aotcur?" De
redacteur van de rubriek gaf daarop
terecht .ten antwoord, dat cr geen
handelsadressen werden opgegeven.
Overigens kan ïk mij best begrijpen,
dat iemand filim-aoteur zou willen won
den. Het is iets zeldzaams, iets On ge»
means. Kooplui, fabrikanten, ooderwij»
zers, leeraren, aannemers, timmerlui,
banketbakkers, hebben wij allemaal in
onze familie, maar wie heeft een broer
of een neef, die voor de film speelt. Ik
heb er geen en -toch zou ik ronduit ge- i
zegd, er wol frotsoh op wezen, wanneer
op dc groote biljetten met gekleurde
bioklettors te lezen stond: de hoofdrol
van Graaf de Ia Richc dc la VEle
wordt vervuld door den vermaarden
acteur Ernesto Fidelio. Ik zeg nu maar
Ernesto, maar in mijn familie is er maar
een. die de voorletter E. bezit en da.t
is een heel gewone Hollandschc
Evert.
Dit is wel zeiter, dat mijn familienaam
Fidelio voor de film zeer geschikt is.
Maar met den naam alleen is het niet
gedaan. Je moet ook verschillende
andere eigenschappen hebben. Een be»
roemde filmacteur moet in staat we»
zen, om van een Vliegtuig in volle
vaart te springen op een trein die per
uur tachtig kilometer rijdt. Deze kunst
zou ik dus nog moeten keren, want als
ik voor een groote plas kom te staan
nu ccn fl'inkc regenbui, loop ik er He-
Mevrouw. toe. Iaat dat wasschèn
staan.
DE DAME (ijverig voortwasschende)
Nee Frans, ik nam eenmaal 't besluit
Je moet er aan. Ik Wijf aan 't
plassen
En zal je geniale snuit,
Je lokken en je ooren 'wasschèn.
De schoonmaak is 't terrein de*
vrouw
En jij bent ook een Stadsgebouwf*
TOM DE RIJMER.
ver voorzichtig om Ineen.
Ook moet een goej fikoaaoteur m&t
zijn oogen kunnen rollen. Van links
naar rechts en van Techts naar links
al naar going vn de plaats
waar de medespeler staat. Na
veertien dagen oefening heb ik het zoo»
ver gebracht, dat ik mijn oogen kan
laten rollen van rechts naar links, maar
andersom gaat het nog nier.
In de derde plaats moeten vermaarde
film.-acteurs kunnen zwemmen als een
snoek en duiken als een walvLsch, Een
paar jaar geleden heb ik geoefend in
de pierenbak en kreeg een dringend
verzoek van den zwemmeester, om
niet terug te komen; hij zei: ik spatte
zoo. Ook in dat opzicht moet ik dus
mijn studiën nog voortzetten, om niet
te zeggen beginnen.
Gocae filmhelden moeten in staat
zijn een bijzonder verachtend gezicht
te zetten. Je komt in aanraking met
den schurk uit de film, die op het punt
staat de heldin te schaken en je wilt
dat natuurlijk beletten. Maar wat heeft
de booswicht gedaan? Je met de hulp
van zijn medebooswichten aan ar»
men en beenen vastgebonden aan eerf
ring in den muur, die voor dat snoode
doel juist bijzonder tc pas kwam, Hoe
moet je nu je woede toonen? Alleen!
door een verachtende uitdrukking op
je gezicht te tooveren. En dat helaas,
dat kan ik niet. Jaren geleden moest ik
hetzelfde eens dóen in een liefhebberij»
komedie, waarin ik meespeelde. Naar
mijn meening legde ik een wereld van
verachting in mijn blik. Mijn mccspe»
Iers (het was gelukkig maar een repe»
title) schaterden. Tien maal is het ge»
probeerd. Het ging niet! Met dikke
wangen en een onderkin kun jc eenmaal
geen verachtend gezicht zetten. Zoo
werd de rol aan een ander gegeven.
Nu kan een mensch veel loeren. SprbC»
gen, zwemmen, duiken, daar kun jc al»
lomaal op studecren tot jc het onder dc
knie hebt. Maar hoc kun je een blik
vol verachting naar je tegenstander slin»
geren met een onderkin!' En zoo vrees
ik, dat er van mijn fihnberoep toch niet
komen zal. Do roem van de film zal mij
helaas ontgaan. En ik zou daarin nog
kunnen berusten, wanneer op die ma»
nier ook niet de honderd duizenden
dollars mij ontgingen! Die hooge tracte»
men ten zijn het eigenlijk, die mij van
het filmspel het meest bekoren.
En als ik mij niet vergis, dan is dat
ook de groote aantrekkelijkheid voor
andere filmstudentcn.
Ach, wat jagen de mcnschen toch
naar het slijk der aarde!
FIDELIO.