BIBLIOTHEEK VAN
HAARLEM'S DAGBLAD
VERSCHIJNT MAANDELIJKS
No 3 MEI 1926
AANTEEKENINGEN OVER HET LEVEN VAN
EENIGE BEROEMDE OPERA-COMPONISTEN
ALEXANDRE CESAR LEOPOLD BIZET,
1838—1875.
Het uiterlijk van Bizet is dat van
den talentvollen mensch, .die vroeg»
tijdig zal sterven. De uitdrukking is
zwaarmoedig, de oogopslag zwak. hij
staart vóór zich als de man. die meer
naar binnen dan naar buiten leeft,
haast dubbel leeft, omdat de hem toe.
gemeten tijd maar kort is.
Op het Conservatoire schittert hij als
een buitengewoon talentvolle leerling,
zoodnt hij op zijn 18de jaar den eersten
Prix de Rome behaalt; cenige maanden
vroeger was in een van dc Parijsche
theaters een operette in één bedrijf
van zijn hand, Ie Docteur Mira»
c I e (Dokter Wonder) al opgevoerd.
De musici, die de vermaarde beurs
ontvangen voor hun studie in Italic,
zijn daartegenover verplicht ecnige com
posities te zenden aan het instituut. Hij
voldoet daaraan, maar van dit Jeugdwerk is niets tot ons overgekomen. In
Frankrijk teruggekeerd, wijdt hij zich aanvankelijk aan het onderwijs en com»
poneert intusschcn vtrde.melodieën, genrestukken en opera's. Het resultaat
was ten slotte, althans in de oogen van het groote publick, niet belangrijk.
Les Pecheurs dc Perles (de Parelvisschers) enlaJolie fille dc
Perth (het Mooie Meisje van Perth) wekten meer de verbazing op door hun
grilligen vorm. dan de bewondering van dc muziekliefhebbers. Een zelfde lot
viel te beurt aan ccn kort werk voor de Opéra Comiqué D j a m i 1 e h.
Bizet scheen van den weg van den roem te zijn afgedwaald. Plotseling ver»
andert hij zijn sohrjjfrr.anier en geef bij „cn ^rama van Alphonse Daudct
1 Arlésicnnc (Het Meisje uit Arles) een Suite, zóó gracieus en bekoorlijk,
dat zij nog altijd met groote bewondering wordt aangehoord. Het drama van
j lij-'5 3 vergelen, het is ouderwetsch en leed aan de groote fout, dat
de heldin, over wie in het stuk voortdurend gesproken wordt, geen enkele
maal ten toonccle verschijnt. Des te merkwaardiger is het, dat Bizet in zulk
een onderwerp nog- inspiratie gevonden heeft voor het schrijven van muziek,
die tot het beste behoort, wat de Parijsche muziek in dc 18de eeuw opge/'
leverd heeft.
Groot succes had ook een ouverture Pa trie (Vaderland). Maar zijn top.
punt bereikte Bizet met de opera Carmen, gecomponeerd op een tekst van
Prosper Mcriméc. Helaas, Mi heeft het zelf niet geweten. Althans het oogen»
blik van zijn triomf heeft hij niet bijgewoond. Carmen viel bij de eerste opvoe»
ringen. Het buitenland moest daarvan het eerst de schoonheid opmerken,
vóórdat de Parijsche operabezoeker, verwend, wellicht ook wantrouwig gewor»
den door de vroegere mislukkingen van Bizet, inzag welk ccn meesterwerk
aan de dramarisehe muziek geschonken was. Latere opvoeringen te Parijs
hebben het échec van de eerste volkomen uitgewischt. moar dc compo'nist
heeft dat niet meer gezien. Gelijk dc vogels uit de oudheid, die na hun
zwanenzang sterven, is Bizet drie maanden na dc eerste opvoering van
a ccn hartkwaal heengegaan!
JULES EMILE FRéDéRIC MASSENET.
Wanneer wij in Nederland nog een Fransohe opera bezaten (sinds jaren is
die in Den Haag opgeheven) dan zou de componist Massenet als schepper
van opera's zonder t-wijfel meer bekend zijn, dan nu het geval is. Massenet
is een van de beste vertegenwoordigers van de dramatische muziek naar
Fransdhcn stijl: bekoorlijk, helder en melodieus. Nu komt er van hem weinig
achter het Nedcrlandsche voetlicht; het laatste dat vertoond werd was L e
jongleur de Notre Dame, in -het Rcmbrandt*tihcater, met den tenor
Morisson in de titelrol. Op con oer ten worden evenwel vaak Suites van- hem
uitgevoerd en vele liederen van Massenet hebben nog altijd een groot succes.
De componist werd in 1842.te Mon»
tfiud bij St. Etiennc geboren en ge»
vormd op het Conservatorium tc Pa»
rijs, waar hij later zelf hoogleeraar
werd. Het is hein in zijn loopbaan niet
anders gegaan, dan van vele andere
componisten; met enkele groote wer»
ken behaalde hij een groot succes, an»
dere zijn na een korten tijd in het ver»
geetboek geraakt, waarvan zoovele
bladzijden met de titels van opera's be.
schreven zijn. Van de eerste werken.
Don César de Bazan, De Koning van
Lahore, Manon, De Eed, Wcrther en
Thais is de laatstgeonemdc opera ge»
regeld op het repertoire gebleven. Zoo.
wel tc Parijs als te Brussel, waar in
den Muntschouwburg Fransche opera,
uitvoeringen worden gegeven, die voor
de Parijsche niet onderdoen.
Sappho, Griseldis. Ie Jongleui
In een tweede reeks, La Nav
Cendrillon is vooral het laatste werk onderscheiden. C'endriUon geeft de
geschiedenis weer van Asschepoester, zij het ook ecnigszins voor het tooneel
gesohikt gemaakt. Het is een werk van groote bekoorlijkheid en ieder die het
hoort vergeet den tekst van het kindersprookje, óm te genieten van de
buitengewoon aantrekkelijke muziek.
Behalve tal van liederen heeft Massenet vele composities voor piano en
suites voor orkest geschreven, beneveas balletten, koren a capella en tal van
andere stukken, die allen min of meer de deugden hebben van zijn reeds
genoemde werken.
Massenet was een vruchtbaar componist. De vrienden der Fransche
muziek uit die periode waardccren hem byzondcr en er is-geen orkest, ook
buiten de Latijnschc landen, dat niet menig werk van hem in de bibliotheek
heeft en geregeld uitvoert.
Carmen
CHARLES FRAN5OIS GOUNOD.
(1818—1893).
Verdi en Wagner kwamen beiden
voort uit een familie, die niet alleen
weinig muzikaal was, maar bovendien
aanraking had met geen enkele andere
tak van kunst. In dat opzicht was Char»
les Franfois Gounod, die in 1818 te
Parijs geboren werd, beter af, daar zijn
vader een talentvol schilder was. In
het Conservatoire was zijn leermeester
niemand minder dan Halévv, zelf een
componist van cenige vermaardheid,
o.a. van de opera la Joivc (de Jodin)
die nog in onzen tijd in het buitenland
vaak wordt opgevoerd. Toen hij op
zijn 21sto jaar den prïx de Rome
had verworven, ccn beurs voor be>
gaafdc jongelieden, vertrok hij naar
Italië en nam de betrekking aan van
organist cn koordirigent in de k.
buitonlandsche zending, waar hij drie
Jaar verbleef. Zijn geheele leven lang heeft hij zich buitengewoon aange»
trokken gevoeld tot dc kerkmuziek en het schijnt, dat hü in dien tijd roeping
heeft gevoeld, zich aan het priesterschap te wijden, maar daarvan is toch niet
gekomen. Na zijn eerste groote werk. ccn Mis die te Wccncn werd opgevoerd,
schicef Gounod dc opera Sapho. die in 1851 werd opgevoerd. Daarna schreef
hij bevallige koren voor een drama van Ponsard, Ulysses en wendde zich
toen weer tot dc opera met een werk La Nonnc Sanglante, de bloedige
non. dat evenwel het publiek niet voldeed cn dan ook niet op het repertoire
bleef. Beter slaagde hij in 1858 in het Theatre Lyrique le Médecin
innig ré lui. (de Dokter tegen wil cn dank), maar tot het nageslacht is deze
opera niet doorgedrongen, ofschoon zij bij dc toenmalige hoorders ccn zeer
groot succes behaalde.
Eerst het volgende jaar, in 1859, zou Gounod aan de wereld het werk
schenken, dat zijn naam voor altoos beroemd heeft gemaakt en een parel mag
heeten aan dc kroon van dc Fransche muziek. Toch had aanvankelijk dc
opera F a u s t (aanvankelijk Marguerite genoemd) in Parijs zelf niet zoo groot
succes; dat kwam eerst later, toen men inzag, welk ccn schat van melodie
in dit werk verscholen lag.
Ten slofte is muziek toch altijd melodie en de périoden, waarin het schijnt
dat zij wis» of rekenkunde is, zonder te letten op dc behoefte van bet gemoed,
gaat altijd voorbij zonder spoor na te laten. Het is waar: de ouverture van
Faust, waarop vroeger bij opera's meer gelet wordt dan tegenwoordig, was
kort en niet zeer bevredigend. Ook de eerste acte waarin Faust zijn jeugd
terugkrijgt, is niet zeer kleurig, maar schitterend is de geheele tweede acte.
gebouwd op het walsmoticf cn van dat oogenblik af stijgt de muziek steeds,
tot het ballet met zijn bekoorlijke melodieën, die nooit overtroffen zijn, om ten
slotte te eindigen in den geweldigen climax van het verzet tusschcn Marga*
rctha, Faust en Mcphistophcles. waarna dc componist met de bekende
apothéose van dc deugd die overwon en het kwaad dat vernietigd is,
eindigt
Faust is ontelbare malen opgevoerd, voortreffelijk, middelmatig of gebrekkig,
maar zelfs dc minste uitvoering brengt den toehoorder altijd weer onder de
bekoring van die klare, heldere, mclodieuse, kortom van die echt Fransche
muziek. Waar Faust het best wordt opgevoerd, te Parijs in de Groote Opéra
of te Brussel in de Monnaic. is een voorwerp van strijd tusschen dc kenners,
maar een groot genot is cn blijft ze in deze beide theaters.
Het leven van den opera»componist is vol heuvelen en dalen: hij kent de
hoogten van den triomf, zoogoed als de diepten van teleurstelling en wanhoop.
Gounod ondervond dat laatste in 1860 met Philemon et Baucis in het
Théntre Lyrique, evenals met la Reine de Saba in 1862. Is het
toeval? Past bet eene werk beter bij den eigen landaard, dan bet andere? Hoe
anders te verklaren, dat diezelfde Reine de Saba, gevallen te Parijs, een groot
succes behaalde in Duitschland cn België? Daartegenover hebben dc Franschen
altijd meer waarde gohecht aan Romeo et Juliette, dat in 1867 voor het
voetlicht kwam. dan aan Faust, terwijl in het buitenland dc waardcering precies
andersom gaat.
Deze periode is de tijd van Gounods grootste werkzaamheid. Mireille
in 1864, la Colombe in 1866 haalden de hoogte Van Faust en Romeo et
Juliette niet meer. ofschoon de eerste acte van Mireille een meesterstuk moet
zijn. In Nederland is dit werk voor zoover mij bekend is, nooit uitgevoerd.
Tien jaar lang draagt na Romeo cn Juliette Gounod tot de dramatische
muziek niet meer hij. Daarna schrijft hij drie opera's, Cinq Mars, le
Tribut de Zamora en Po 1 y e 1: e t e, maar tot zijn grootste hoogte
stijgt hij niet mee.r Wel worden uit dc werken, die men niet meer geheel
vertoont, nog herhaaldelijk fragmenten door tal van orkesten gespeeld.
In zijn tijd heeft hij ook met kleinere composities succes behaald. In 1871
bijvoorbeeld met G a 1 i 1' a, een klaagzang naar aanleiding van don zoo treurig
verloren oorlog met Duitschland. Groote koren heeft hij geschreven, met of
zonder orkest, vele composities voor piano, liederen zonder woorden en vele
andere kleine muziekstukken. Maar wat buiten zijn groote opera's zfin naam
altijd vestigen zal, is zijn kerkelijke muziek. Tal' van Missen, cenige oratoria,
een t.e Dcum, Stabat Mater, zijn ontelbare molen uitgevoerd.
Gounod was niet alleen een geniaal musicus, maar ook een letterkundige
van talent. Na zijn dood in 1893 hebben zijn vrienden (in 1896) in een boekdeel
een levensbeschrijving van hem zelf, cenige correspondentie en artikelen uit»
gegeven. Maar hoeveel goeds van andere werken ook te zeggen is,
AMBROISE THOMAS.
Terwijl vele opera»componisten in het begin van hun loopbaan hun beste
werk geven en naderhand tot verslapping komen of geen nieuwo snaren meer
welen te laten trillen, is juist het tegendeel het geval geweest met den
Franschen componist Charles Louis Ambroise Thomas, die eerst na zijn
vijftigste jaar zijn schoonste werk geschreven heeft Reeds in 1829, dus op den
leeftijd van 18 jaar, behaalde hij op het conservatorium te Paiïjs den eersten
prijs voor pianospel, het jaar daarna dezelfde onderscheiding voor harmonie»
leer, in 1831 een eervolle vermelding voor den Prix dc Rome en in 1837 dien
prijs zelf voor een dramatische cantate Herman en Ketty. Teruggekeerd van
zijn driejarig verblijf in Italië, die een voorwaarde van deze beurs is, wijdde
hij zich vol ijver aan de dramatische muziek, en schreef, een reeks werken,
.die in de Opéra Comiquc of 111 de Groote Opera worden opgevoerd.
Niet al deze werken slaagden, zoodat hij zich een tijdlang van het tooneel
afwendde en eerst in' 1849 zijn Songe d'une nuit d'étc, (Zomernachtsdroom)
gaf die een groot succes verwierf. Een viertal andere werken werd ten
slotte gevolgd1 door Mignon in 1866 en Hamlet in 1888. Het zijn vooral
deze twee opera's, die den roem van Thomas uitmaken, zij droegen er ook
niet weinig toe bij, dat Thomas in 1871 Auber opvolgde als directeur
het Conservatorium. Vooral Mignon heeft overal in cn buiten Europa een
buitengewoon groot succes gehad, het werk doet, ofschoon dc melodieën onbe»
twist oorspronkelijk zijn, aan Gounod denken en daarmee aan den Franschen
muzibalen geest, die, wars van ingewikkeldheid en duisterheid, in de eerste
plaats helder cn bevallig is. Dc Fransche muziek in het algemeen (en dat is
haar groote verdienste) spreekt vooral tot het hart en niet in de eerste plaats
tot het verstand. Als wij bedenken, dat muziek vooral melodie is en geen
wiskunde, die tot bestemming heeft het oor te bekoren en den mensch te
troosten over veel verdriet cn tegenspoed in .dit leven, zien wij tevens welk
een groote verdienste daarin verscholen ligt.
Ambroise Thomas heeft behalve het bovengenoemde ook vele kleine
composities geschreven en bovendien ook nog een groot aantal mannen»
kwartetten die wij evenwel in Nederland niet hooren, Hij is in 1896 te Panjs
gestorven èn bereikte dus, evenals Gounod en Vexdi, een hoogen ouderdom,
DANIEL AUBER.
Onder de Fransche opera»coroponis ten, die in de eerste helft van de acht»
tiende eeuw geleefd en gewerkt hebben, neemt Amber, een eerste plaats m. Hij
verkeerde in de veelvuldig voorkomende omstandigheid, dat zijn vader hem
voor den handel bestemd had en van de muziek niet weten wou; toch hooren
wij niet, dat hij zich tegen de roeping van zijn zoon ernstig verzette.
Aanvankelijk weTd zijn groote werk niet gunstig ontvangen, zoodat Auber,
die gefortuneerd was, zich 'terugtrok, maar naderhand naderde hij met nieuwe
composities tot het publick, d3t hem nu gunstiger gezind was. Toch is er van
deze eerste opera's geen op het programma gebleven. Zijn vermaardste werk
is la Muette de Portici, de Stomme van Portici, dat een verbazend
succes behaalde en nog heden ten dage vaak vertoond wordt. Seribe, dc man
die ontelbare teksten voor componisten schreef, was ook de man van dit libretto
cn het is zeker een merkwaardig denkbeeld om in een opera de hoofdrol aan
een stomme toe te vertrouwen, zooals Viotta terecht opmerkt in zijn boek
„Helden der Toonkunst". Hij voegt erbij: „zij gaf den componist aanleiding om
zijn talent in het aanwenden van bschrijvendc muziek te toonen".
Voor dien tijd was de Muette modern van opvatting en samenstelling; de
muziek uiterst mecslcepend. zooals wij eenmaal tot ons nadeel ondervonden.
Toen zy voor de eerste maal, op 18 Augustus 1830, te Brussel opgevoerd werd,
verwekte zij zulk een algcmcencn geestdrift in den schouwburg, dat de opstand
tegen Koord'Nederland er het gevolg van was.
Na deze opera behaalde Fra Diavolo een groot succes, maar nog tal
van opera's volgden uit Auibers vruchtbarepen. Velen zijn in den loop
de jaren van het programma en uit de herinnering verdwenen, maar er zijn uit
den rijken mclodiënschat van Aubcr toch fragmenten bewaard gebleven uit
le Cheval de Bronze (het'bronzen paarcf) Les di amants de
la Couronne (dc kroondiamanten) la part du diabic (het aandeel
van den duivel) cn andere.
Terecht ging Auber dan ook op het gebied der opera voor een eerste auto»
riteit door. Hij stierf op 88»jariger. leeftijd in een voor Frankrijk rampspoedigen
tijd, na den FranschiDuitschen oorlog, „J'ai trop vécu!" (ik heb te lang geleefd)
riep hij op zijn sterfbed weemoedig uit.
GIUSEPPE VERDI.
(10 October 1813—27 Januari 1901).
Arthur Neisser, die een uitvoerige
levensbeschrijving van Verdi heeft ge»
geven, beschrijft daarin dat de moe»
der, toen het knaapje nog geen jaar
oud was, in den toren schuil hield,
totdat de Kozakken (het was toen
overal oorlog in Europa) weei vertrok»
ken waren.
Z(jn vader. Carlo Verdi, hield er een
winkeltje op na van wijn, spiritualiën
en levensmiddelen, waarin zijn zoon»
tje al vroeg mee moest helpen om de
klanten te bedienen. Dat hij daar zou
blijven hangen, zoodat zijn muzikaal
genie niet tot ontwikkeling zou ko»
men, is nooit waarschijnlijk geweest;
zijn vader hield zooveel van muziek,
dat toen de kleine Giuseppe gedoopt'
zou worden, de dorpsmuzikanten den
stoet op weg naar de kerk opluisterden
met vroplijke deuntjes.
De jongen zelf deed niet liever, dan luisteren naar dc rondtrekkende muzi»
kanten en was nauwelijks acht jaar, toen zijn hartewensch was om een spinet
(een piano uit die dagen) te bezitten. Voor een beetje geld wist Carlo Verdi
er een machtig te worden en daarop fantaseerde zijn zoon naar hartelust. Hij
moet in die dagen een levendig temperament gehad hebben, want toen hij
op zekeren dag een melodie niet terug kon vinden, trapte hij het hccle spinet
in elkaar. Dc pianostemmer die het repareerde, wilde daar, uit waardeering
voor het talent van den jongen, geen vergoeding voor hebben. Toch hadden
Giuseppe's ouders aanvankelijk nog geen begrip, dat dc muziek zijn levensdoel
moest zijn, maar naderhand kreeg hij toch geregeld onderwijs in het naburige
Buffetto, waar zijn ouders hem voor dertig cents daags in den kost deden en
maakte zulke vordt ringen, dat hij op zijn elfde jaar organist werd te Roncole.
Voor zijn opleiding en ontwikkeling vond de jonge Verdi hulp en steun bü
een rijken koopman, Barczzi, groot liefhebber van muziek. Door diens toedoen
ging hij voor een beurs naar Milaan en trok daar de aandacht, zoodat hij uit
28 sollicitanten tct organist te Monza benoemd werd, en op uitnoodigmg van
Hertog Visconti daar een uitvoering van Haydns Schepping dirigeerde.
Naderhand ontging hem een 'benoeming tot organist te Buffeto, maar zijn
vrienden wisten hem benoemd te krijgen tot stedelijk kapelmeester. Toen hij
getrouwd was met Barezzi's dochter vestigde hij zich te Milaan en legde daar
nisten. Welslagen en tegenspoed wisselden elkaar af. Die eerste opera werd
opgevoerd te Mllean in 1839 en eerst zijn vijfde dramatische werk Ernani,
dat in 1844 werd vertoond, heeft een voortdurend succes behaald en wordt
nu nog door. Italiaansche operagezelschappen overal in de wereld opgevoerd.
Dan volgen er niet minder dan tien opera's, die wij nooit meer hooren en
dan komt pas een van Verdi's meesterwerken, zoo niet het schoonste van
alle, Ri go let to, de tragische geschiedenis van den hofnar, aan wien zijn
meester, de hertog van Mantua, zijn dóchter ontsteelt. De tekst is bewerkt
naar een drama van den Franschen schrijver Victor Hugo, leRoi 's amuse
(de koning vermaakt zich).
De eerste opvoering, te Venetië in 1851. was een buitengewoon succes en
vestigde Verdi's naam ook in het buitenland. Niet alleen om den schat van
melodieën, die de componist in dit werk wist te geven, maar ook omdat hij
met Rigoletto een nieuwe richting ingeslagen was. Meer dan vroeger hield
hij rekening met de dramatische uitdrukking en bedeelde het orkest met een
afzonderlijke, eigen partij, in de plaats van dc simpele begeleiding van vroeger.
Nu volgden de successen snel Een jaar later wordt in Rome de eerste
Opvoering gegeven van Il Trovatore (de Troubadour) en weer een jaar
later T raviata in Venetië, waarvan de tekst bewerkt was naar den
beroemden roman van Alexandre Dumas fils la Dame auxCamélias
(de dame met de camelia's). In deze periode is de werkkracht van Verdi onge»
looflijk: in 1855 wordt de Siciliaansche Vesper (les Vépres Siciliennes) voor
den eersten keer te Parijs vertoond, daarop volgt in 1859 Un ballo 'in
Maschera (gemaskerd bal) en in 1863 La forza del destino (de
kracht van het noodlot) dat in St. Petersburg voor den eersten keer uitgevoerd
werd. De twee laatstgenoemde werken worden in hun geheel zelden meer
opgevoerd, maar van Un ballo in Maschera kennen de getrouwe bezoekers
van dc concerten der H. O. V. de bekoorlijke muziek.
Simon Boccanegra en Don Carlos zijn vergeten, maar de componist nadert
de zestig al, wanneer hij een meesterwerk weet te scheppen: Ai da, op
verzoek van den onderkoning van Egypte. Zijn geest is nog frisch en helder,
daar de nieuwe opvattingen in de toenmalige muziek in Aida duidelijk aan
den dag komen.
Nu komt in dc scheppingen van den mee'ster een lange rustpoos.'Dan, op
eenmaal, vlamt het genie weer op. Vier en zeventig jaar is Verdi, wanneer
te Milaan Othello wordt opgevoerd. Nog is zijn kracht niet gebroken.
Hij is tachtig jaar, als de opera F al staff in hetzelfde theater wordt ver»
toond, een werk, dat geen 6poor van seniele aftakeling, integendeel van
moderne inzichten en opvattingen vertoont. Ofsohoon noch Othello, noch
Falstaff, voor zoover mij bekend is. in Nederland zijn uitgevoerd, verzekeren
Verdi's levensbeschrijvers eenparig, dat deze twee werken kostelijke bewijzen
zijn van zijn onverzwakt genie.
Wie bedenkt, welk eèn ontzaglijke taak het scheppen van één enkele opera
is in verband ook met de groote moeilijkheid van dc teksten, waaraan Verdi
altijd groote zorg besteedde, zal beseffen dat een muzikale nalatenschap van
26 opera's een onverdroten arbeid gevorderd heeft Toch, waren de opera's
zijn voornaamste werk, uitsluitend daarop berust onze bewondering voor
Verdi niet. Zijn Requiem, zijn Ave Maria, zijn Te Deum worden
nog dikwijls, ook in ons land uitgevoerd. Ook schreef hij een aantal liederen
die evenwel minder bekend zijn en een enkel strijkquartet Merkwaardig is
het dat hij kort voor zijn dood een groot aantal composities uit zijn jeugd
verbrand heeft.
Na Falstaff kwam voor den ouden componist de rust in zijn prachtige villa
Santa Agata. Het levenhad hem wel roem en vermogen geschonken, maar
hem ook zorg en verdriet niet bespaard. Zijn eerste vrouw en de kinderen
uit dat huwelijk verloor hij; zijn tweede vrouw Giuseppina Strepponi. een
beroemde zangeres, stierf in 1897. De laatste jaren van zijn leven was Verdi
opnieuw alleen. Hij stierf op 27 Januari 1901 te Milaan.
Zoolang de Italiaansche opera en haar rijkdom van melodie, vertolkt door
zangers cn zangeressen van natuurlijken aanleg en zuidelijken geestdrift, blijft
bestaan, zal de naam van Verdi als een harer profeten met eerbied worden
genoemd.
PIETRO MASCAGNI EN RUGGIERO LEONCAVALLO.
Deze twee Italiaansche componisten kunnen veilig in één adem genoemd
worden, omdat hun voornaamste werk gewoonlijk te zamen op een en den*
zelfden avond uitgevoerd wordt. De Cavalleria Rusticana van
Mascagni en I P a g 1 i a c c L (in onze taal vertaald als Paljas) van Leoncavallo.
Cavalleria Rusticana beteekent boereney of landelijke eer en wordt meestal
foutief uitgesproken met den klemtoon op le cavalleria, terwijl de nadruk
behoort te worden gelegd op ri: cavalleria.
Pietro Mascagni is in 1863 te Livorao
geboren en was op het conservatorium
te Milaan leerling van Ponchielli en
Salandino. Naderhand werd hij direc»
teur van het gemeentelijk orkest van
Cerignola. In een weJstrijd te Milaan
voor een opera in één bedrijf zond hij
de Cavalleria Rusticana in,
dat bekroond werd en voor den eersten
keer in 1890 in den Constanzi*sehouw»
burg te Rome uitgevoerd. Het werk
had een groot succes, hetgeen yopr een
gedeelte te danken is aan den drama»
tischen tekst.
Mascagni schreef daama in korten
tijd een half dozijn opera's, waarvan
geen enkel het succes van de eerste
kon evenaren: 1' Amico Fritz, les Rant*
zau, William Ratcliff, Silvano, Zanetta,
Iris en le Maschere dat in het geheel
niet slaagde.
In den laatsten tijd heeft hij het qom»
poneeren van groote werken opgege»
in en is directeur van het lyceum voor muziek te Pesaro.
Mascagni's glorietijdperk heeft dus niet lang geduurd, maar het is intens
en hevig geweest: in korten tijd heeft hel werk de ronde gedaan in alle
belangrijke schouwburgen in Europa en Mascagni mocht een tijd lang de
modcheld heeten op muzikaal gebied. Vooral het intermezzo, een staaltje van
zeer zoetvloeiende muziek, kwam in die dagen bijna dagelijks op de
programma's voor en heeft ook nu zijn aantrekkelijkheid nog niet verloren.
De tekst heeft het voordeel, dat hij eenvoudig en begrijpelijk is en tot
het hart spréékt, al is de opvatting dan pok zuiver Italiaansoh; de voerman
Alfio bemerkt, dat zijn vrouw hem bedriegt en daagt zijn medeminnaar uit
tot een duel, met het gevolg, dat hij dezen doodt.
Merkwaardig genoeg, is het thema van Paljas precies hetzelfde, zoodat
dit kleine muziekdrama feitelijk twee conflicten bevat, de tragiek in het
'leven van hansworsten, die het publiek aan 't lachen moeten kunnen brengen
ookwanneer zij zelf door smart zijn overweldigd en het eigenlijke liefdes»
drama. Leoncavallo heeft de goede vondst gedaan van den Proloog, een
baritonsolo die altijd vóór-het gordijn wordt gezongen en, wanneer hij door
een goeden zanger wordt vertolkt, altijd grooten indruk maakt.
De componist is in Napels geboren den Ssten Maart 1858 en had het voor»
recht al dadelijk een groot succes te behalen met I Pagliacci in 1892. De Ca»
valleria Rusticana is dus 2 jaar eerder opgevoerd, maar daarin zal niemand
reden vinden, hem van plagiaat te verdenken, omdat zijn werk, al is het on*
derwerp ook gelijk, veel krachtiger en sterker is, dan dat van Mascagni; om
climax te verkrijgen wordt dan ook altijd de Cavalleria Rusticana het eerst
op den avond gegeven. Beide werken zijn een bewijs van het streven in het
jonge Italië naar verisme, realiteit. De loopbaan van Leoncavallo gelijkt
verbazend veel op die van Mascagni. Na Pagliacci heeft ook hij niets
meer gecomponeerd, dat hetzelfde succes behaald heeft. De volgende
opera's I Medici. Chatterton, Bohème, Zaza slaagden weinig of niet. ïn het
jaar 1904 werd de opera Roland met den steun van den toenmaligen keizer
van Duitschland opgevoerd, maar zelfs deze destijds machtige protectie kon
het werk niet beroemd maken.
Leoncavallo is reeds gestorven. Mascagni nog In leven, maar van beiden
kan gezegd worden, dat zij de groote verwachtingen die van hen waren op»
gewekt, niet hebben vervuld.
RICHARD WAGNER.
22 Mei 1813—13 Februari 1883.
Richard Wagner, die zijn eersten
voornaam Wilhelm placht weg te laten,
was de zoon van een eenvoudigen
ambtenaar bij dc politie, was in zijn
jeugd een trouw bezoeker van cursus»
sen over philosopliie en aesthetics en
studeerde tegelijk harmonieleer en con»
trapunt. Al spoedig ging hij componee»
ren: een sonate, een polonaise, ver*
scheidene ouverturen en een sympho»
nie, die in het vergeetboek is geraakt.
Hij woonde toen in Leipzig en uit de»
zen tijd zijn ook fragmenten afkomstig
van een opera H o c h z e i t (dé
bruiloft) waarvan Wagner zelf den
tekst geschreven had, zooals hij later
wel meer zou doen. Later werd hij
koordirigent in Würzburg er, schreef
daar een werk in den romantisch*
DuitscheD operastijl, die F e e n,
dat merkwaardig genoeg eerst
na zijn dood tot opvoering gekomen is. Wagner had het'kunstenaarsbloed in
1 M' hebben zijn prikkelbaar karakter
zich, dat tot i
1 dwong. Misschie
de laatste hand aan zijn opera Ober to, een jeugdwerk, dat nu al lang trekken ook wel bijgedragen.
de onmogelijkheid, om zijn financiën goed tc beheeren, tót dat voortdurende
vooral
Faust heeft zijn naam onsterfelijk gemaakt; die opera, die nu al meer dan I vergeten is. J Een jaar na Würzburg is hij verbonden aan den Stadsschouwburg te Maag»
60 jaar op het repertoire staat, zal ongetwijfeld nog langer de belangstelling Het is een vergissing ons voor te stellen, dat al de opera's van Verdi tót denburg. twee jaar later alweer als kapelmeester aan 't theater in Kóni^sberg
cn bewondering genieten, roem en succes gekomcu zijn; .'hét ging hem niét anders, dan anderen compo» cn van 1837 tot 1839 bekleedt hij dezelfde betrekking aan den schouwburg te