BIBLIOTHEEK VAN HAARLEM'S DAGBLAD VERSCHIJNT MAANDELIJKS No 3 MEI 1926 AANTEEKENINGEN OVER HET LEVEN VAN EENIGE BEROEMDE OPERA-COMPONISTEN ALEXANDRE CESAR LEOPOLD BIZET, 1838—1875. Het uiterlijk van Bizet is dat van den talentvollen mensch, .die vroeg» tijdig zal sterven. De uitdrukking is zwaarmoedig, de oogopslag zwak. hij staart vóór zich als de man. die meer naar binnen dan naar buiten leeft, haast dubbel leeft, omdat de hem toe. gemeten tijd maar kort is. Op het Conservatoire schittert hij als een buitengewoon talentvolle leerling, zoodnt hij op zijn 18de jaar den eersten Prix de Rome behaalt; cenige maanden vroeger was in een van dc Parijsche theaters een operette in één bedrijf van zijn hand, Ie Docteur Mira» c I e (Dokter Wonder) al opgevoerd. De musici, die de vermaarde beurs ontvangen voor hun studie in Italic, zijn daartegenover verplicht ecnige com posities te zenden aan het instituut. Hij voldoet daaraan, maar van dit Jeugdwerk is niets tot ons overgekomen. In Frankrijk teruggekeerd, wijdt hij zich aanvankelijk aan het onderwijs en com» poneert intusschcn vtrde.melodieën, genrestukken en opera's. Het resultaat was ten slotte, althans in de oogen van het groote publick, niet belangrijk. Les Pecheurs dc Perles (de Parelvisschers) enlaJolie fille dc Perth (het Mooie Meisje van Perth) wekten meer de verbazing op door hun grilligen vorm. dan de bewondering van dc muziekliefhebbers. Een zelfde lot viel te beurt aan ccn kort werk voor de Opéra Comiqué D j a m i 1 e h. Bizet scheen van den weg van den roem te zijn afgedwaald. Plotseling ver» andert hij zijn sohrjjfrr.anier en geef bij „cn ^rama van Alphonse Daudct 1 Arlésicnnc (Het Meisje uit Arles) een Suite, zóó gracieus en bekoorlijk, dat zij nog altijd met groote bewondering wordt aangehoord. Het drama van j lij-'5 3 vergelen, het is ouderwetsch en leed aan de groote fout, dat de heldin, over wie in het stuk voortdurend gesproken wordt, geen enkele maal ten toonccle verschijnt. Des te merkwaardiger is het, dat Bizet in zulk een onderwerp nog- inspiratie gevonden heeft voor het schrijven van muziek, die tot het beste behoort, wat de Parijsche muziek in dc 18de eeuw opge/' leverd heeft. Groot succes had ook een ouverture Pa trie (Vaderland). Maar zijn top. punt bereikte Bizet met de opera Carmen, gecomponeerd op een tekst van Prosper Mcriméc. Helaas, Mi heeft het zelf niet geweten. Althans het oogen» blik van zijn triomf heeft hij niet bijgewoond. Carmen viel bij de eerste opvoe» ringen. Het buitenland moest daarvan het eerst de schoonheid opmerken, vóórdat de Parijsche operabezoeker, verwend, wellicht ook wantrouwig gewor» den door de vroegere mislukkingen van Bizet, inzag welk ccn meesterwerk aan de dramarisehe muziek geschonken was. Latere opvoeringen te Parijs hebben het échec van de eerste volkomen uitgewischt. moar dc compo'nist heeft dat niet meer gezien. Gelijk dc vogels uit de oudheid, die na hun zwanenzang sterven, is Bizet drie maanden na dc eerste opvoering van a ccn hartkwaal heengegaan! JULES EMILE FRéDéRIC MASSENET. Wanneer wij in Nederland nog een Fransohe opera bezaten (sinds jaren is die in Den Haag opgeheven) dan zou de componist Massenet als schepper van opera's zonder t-wijfel meer bekend zijn, dan nu het geval is. Massenet is een van de beste vertegenwoordigers van de dramatische muziek naar Fransdhcn stijl: bekoorlijk, helder en melodieus. Nu komt er van hem weinig achter het Nedcrlandsche voetlicht; het laatste dat vertoond werd was L e jongleur de Notre Dame, in -het Rcmbrandt*tihcater, met den tenor Morisson in de titelrol. Op con oer ten worden evenwel vaak Suites van- hem uitgevoerd en vele liederen van Massenet hebben nog altijd een groot succes. De componist werd in 1842.te Mon» tfiud bij St. Etiennc geboren en ge» vormd op het Conservatorium tc Pa» rijs, waar hij later zelf hoogleeraar werd. Het is hein in zijn loopbaan niet anders gegaan, dan van vele andere componisten; met enkele groote wer» ken behaalde hij een groot succes, an» dere zijn na een korten tijd in het ver» geetboek geraakt, waarvan zoovele bladzijden met de titels van opera's be. schreven zijn. Van de eerste werken. Don César de Bazan, De Koning van Lahore, Manon, De Eed, Wcrther en Thais is de laatstgeonemdc opera ge» regeld op het repertoire gebleven. Zoo. wel tc Parijs als te Brussel, waar in den Muntschouwburg Fransche opera, uitvoeringen worden gegeven, die voor de Parijsche niet onderdoen. Sappho, Griseldis. Ie Jongleui In een tweede reeks, La Nav Cendrillon is vooral het laatste werk onderscheiden. C'endriUon geeft de geschiedenis weer van Asschepoester, zij het ook ecnigszins voor het tooneel gesohikt gemaakt. Het is een werk van groote bekoorlijkheid en ieder die het hoort vergeet den tekst van het kindersprookje, óm te genieten van de buitengewoon aantrekkelijke muziek. Behalve tal van liederen heeft Massenet vele composities voor piano en suites voor orkest geschreven, beneveas balletten, koren a capella en tal van andere stukken, die allen min of meer de deugden hebben van zijn reeds genoemde werken. Massenet was een vruchtbaar componist. De vrienden der Fransche muziek uit die periode waardccren hem byzondcr en er is-geen orkest, ook buiten de Latijnschc landen, dat niet menig werk van hem in de bibliotheek heeft en geregeld uitvoert. Carmen CHARLES FRAN5OIS GOUNOD. (1818—1893). Verdi en Wagner kwamen beiden voort uit een familie, die niet alleen weinig muzikaal was, maar bovendien aanraking had met geen enkele andere tak van kunst. In dat opzicht was Char» les Franfois Gounod, die in 1818 te Parijs geboren werd, beter af, daar zijn vader een talentvol schilder was. In het Conservatoire was zijn leermeester niemand minder dan Halévv, zelf een componist van cenige vermaardheid, o.a. van de opera la Joivc (de Jodin) die nog in onzen tijd in het buitenland vaak wordt opgevoerd. Toen hij op zijn 21sto jaar den prïx de Rome had verworven, ccn beurs voor be> gaafdc jongelieden, vertrok hij naar Italië en nam de betrekking aan van organist cn koordirigent in de k. buitonlandsche zending, waar hij drie Jaar verbleef. Zijn geheele leven lang heeft hij zich buitengewoon aange» trokken gevoeld tot dc kerkmuziek en het schijnt, dat hü in dien tijd roeping heeft gevoeld, zich aan het priesterschap te wijden, maar daarvan is toch niet gekomen. Na zijn eerste groote werk. ccn Mis die te Wccncn werd opgevoerd, schicef Gounod dc opera Sapho. die in 1851 werd opgevoerd. Daarna schreef hij bevallige koren voor een drama van Ponsard, Ulysses en wendde zich toen weer tot dc opera met een werk La Nonnc Sanglante, de bloedige non. dat evenwel het publiek niet voldeed cn dan ook niet op het repertoire bleef. Beter slaagde hij in 1858 in het Theatre Lyrique le Médecin innig ré lui. (de Dokter tegen wil cn dank), maar tot het nageslacht is deze opera niet doorgedrongen, ofschoon zij bij dc toenmalige hoorders ccn zeer groot succes behaalde. Eerst het volgende jaar, in 1859, zou Gounod aan de wereld het werk schenken, dat zijn naam voor altoos beroemd heeft gemaakt en een parel mag heeten aan dc kroon van dc Fransche muziek. Toch had aanvankelijk dc opera F a u s t (aanvankelijk Marguerite genoemd) in Parijs zelf niet zoo groot succes; dat kwam eerst later, toen men inzag, welk ccn schat van melodie in dit werk verscholen lag. Ten slofte is muziek toch altijd melodie en de périoden, waarin het schijnt dat zij wis» of rekenkunde is, zonder te letten op dc behoefte van bet gemoed, gaat altijd voorbij zonder spoor na te laten. Het is waar: de ouverture van Faust, waarop vroeger bij opera's meer gelet wordt dan tegenwoordig, was kort en niet zeer bevredigend. Ook de eerste acte waarin Faust zijn jeugd terugkrijgt, is niet zeer kleurig, maar schitterend is de geheele tweede acte. gebouwd op het walsmoticf cn van dat oogenblik af stijgt de muziek steeds, tot het ballet met zijn bekoorlijke melodieën, die nooit overtroffen zijn, om ten slotte te eindigen in den geweldigen climax van het verzet tusschcn Marga* rctha, Faust en Mcphistophcles. waarna dc componist met de bekende apothéose van dc deugd die overwon en het kwaad dat vernietigd is, eindigt Faust is ontelbare malen opgevoerd, voortreffelijk, middelmatig of gebrekkig, maar zelfs dc minste uitvoering brengt den toehoorder altijd weer onder de bekoring van die klare, heldere, mclodieuse, kortom van die echt Fransche muziek. Waar Faust het best wordt opgevoerd, te Parijs in de Groote Opéra of te Brussel in de Monnaic. is een voorwerp van strijd tusschen dc kenners, maar een groot genot is cn blijft ze in deze beide theaters. Het leven van den opera»componist is vol heuvelen en dalen: hij kent de hoogten van den triomf, zoogoed als de diepten van teleurstelling en wanhoop. Gounod ondervond dat laatste in 1860 met Philemon et Baucis in het Théntre Lyrique, evenals met la Reine de Saba in 1862. Is het toeval? Past bet eene werk beter bij den eigen landaard, dan bet andere? Hoe anders te verklaren, dat diezelfde Reine de Saba, gevallen te Parijs, een groot succes behaalde in Duitschland cn België? Daartegenover hebben dc Franschen altijd meer waarde gohecht aan Romeo et Juliette, dat in 1867 voor het voetlicht kwam. dan aan Faust, terwijl in het buitenland dc waardcering precies andersom gaat. Deze periode is de tijd van Gounods grootste werkzaamheid. Mireille in 1864, la Colombe in 1866 haalden de hoogte Van Faust en Romeo et Juliette niet meer. ofschoon de eerste acte van Mireille een meesterstuk moet zijn. In Nederland is dit werk voor zoover mij bekend is, nooit uitgevoerd. Tien jaar lang draagt na Romeo cn Juliette Gounod tot de dramatische muziek niet meer hij. Daarna schrijft hij drie opera's, Cinq Mars, le Tribut de Zamora en Po 1 y e 1: e t e, maar tot zijn grootste hoogte stijgt hij niet mee.r Wel worden uit dc werken, die men niet meer geheel vertoont, nog herhaaldelijk fragmenten door tal van orkesten gespeeld. In zijn tijd heeft hij ook met kleinere composities succes behaald. In 1871 bijvoorbeeld met G a 1 i 1' a, een klaagzang naar aanleiding van don zoo treurig verloren oorlog met Duitschland. Groote koren heeft hij geschreven, met of zonder orkest, vele composities voor piano, liederen zonder woorden en vele andere kleine muziekstukken. Maar wat buiten zijn groote opera's zfin naam altijd vestigen zal, is zijn kerkelijke muziek. Tal' van Missen, cenige oratoria, een t.e Dcum, Stabat Mater, zijn ontelbare molen uitgevoerd. Gounod was niet alleen een geniaal musicus, maar ook een letterkundige van talent. Na zijn dood in 1893 hebben zijn vrienden (in 1896) in een boekdeel een levensbeschrijving van hem zelf, cenige correspondentie en artikelen uit» gegeven. Maar hoeveel goeds van andere werken ook te zeggen is, AMBROISE THOMAS. Terwijl vele opera»componisten in het begin van hun loopbaan hun beste werk geven en naderhand tot verslapping komen of geen nieuwo snaren meer welen te laten trillen, is juist het tegendeel het geval geweest met den Franschen componist Charles Louis Ambroise Thomas, die eerst na zijn vijftigste jaar zijn schoonste werk geschreven heeft Reeds in 1829, dus op den leeftijd van 18 jaar, behaalde hij op het conservatorium te Paiïjs den eersten prijs voor pianospel, het jaar daarna dezelfde onderscheiding voor harmonie» leer, in 1831 een eervolle vermelding voor den Prix dc Rome en in 1837 dien prijs zelf voor een dramatische cantate Herman en Ketty. Teruggekeerd van zijn driejarig verblijf in Italië, die een voorwaarde van deze beurs is, wijdde hij zich vol ijver aan de dramatische muziek, en schreef, een reeks werken, .die in de Opéra Comiquc of 111 de Groote Opera worden opgevoerd. Niet al deze werken slaagden, zoodat hij zich een tijdlang van het tooneel afwendde en eerst in' 1849 zijn Songe d'une nuit d'étc, (Zomernachtsdroom) gaf die een groot succes verwierf. Een viertal andere werken werd ten slotte gevolgd1 door Mignon in 1866 en Hamlet in 1888. Het zijn vooral deze twee opera's, die den roem van Thomas uitmaken, zij droegen er ook niet weinig toe bij, dat Thomas in 1871 Auber opvolgde als directeur het Conservatorium. Vooral Mignon heeft overal in cn buiten Europa een buitengewoon groot succes gehad, het werk doet, ofschoon dc melodieën onbe» twist oorspronkelijk zijn, aan Gounod denken en daarmee aan den Franschen muzibalen geest, die, wars van ingewikkeldheid en duisterheid, in de eerste plaats helder cn bevallig is. Dc Fransche muziek in het algemeen (en dat is haar groote verdienste) spreekt vooral tot het hart en niet in de eerste plaats tot het verstand. Als wij bedenken, dat muziek vooral melodie is en geen wiskunde, die tot bestemming heeft het oor te bekoren en den mensch te troosten over veel verdriet cn tegenspoed in .dit leven, zien wij tevens welk een groote verdienste daarin verscholen ligt. Ambroise Thomas heeft behalve het bovengenoemde ook vele kleine composities geschreven en bovendien ook nog een groot aantal mannen» kwartetten die wij evenwel in Nederland niet hooren, Hij is in 1896 te Panjs gestorven èn bereikte dus, evenals Gounod en Vexdi, een hoogen ouderdom, DANIEL AUBER. Onder de Fransche opera»coroponis ten, die in de eerste helft van de acht» tiende eeuw geleefd en gewerkt hebben, neemt Amber, een eerste plaats m. Hij verkeerde in de veelvuldig voorkomende omstandigheid, dat zijn vader hem voor den handel bestemd had en van de muziek niet weten wou; toch hooren wij niet, dat hij zich tegen de roeping van zijn zoon ernstig verzette. Aanvankelijk weTd zijn groote werk niet gunstig ontvangen, zoodat Auber, die gefortuneerd was, zich 'terugtrok, maar naderhand naderde hij met nieuwe composities tot het publick, d3t hem nu gunstiger gezind was. Toch is er van deze eerste opera's geen op het programma gebleven. Zijn vermaardste werk is la Muette de Portici, de Stomme van Portici, dat een verbazend succes behaalde en nog heden ten dage vaak vertoond wordt. Seribe, dc man die ontelbare teksten voor componisten schreef, was ook de man van dit libretto cn het is zeker een merkwaardig denkbeeld om in een opera de hoofdrol aan een stomme toe te vertrouwen, zooals Viotta terecht opmerkt in zijn boek „Helden der Toonkunst". Hij voegt erbij: „zij gaf den componist aanleiding om zijn talent in het aanwenden van bschrijvendc muziek te toonen". Voor dien tijd was de Muette modern van opvatting en samenstelling; de muziek uiterst mecslcepend. zooals wij eenmaal tot ons nadeel ondervonden. Toen zy voor de eerste maal, op 18 Augustus 1830, te Brussel opgevoerd werd, verwekte zij zulk een algcmcencn geestdrift in den schouwburg, dat de opstand tegen Koord'Nederland er het gevolg van was. Na deze opera behaalde Fra Diavolo een groot succes, maar nog tal van opera's volgden uit Auibers vruchtbarepen. Velen zijn in den loop de jaren van het programma en uit de herinnering verdwenen, maar er zijn uit den rijken mclodiënschat van Aubcr toch fragmenten bewaard gebleven uit le Cheval de Bronze (het'bronzen paarcf) Les di amants de la Couronne (dc kroondiamanten) la part du diabic (het aandeel van den duivel) cn andere. Terecht ging Auber dan ook op het gebied der opera voor een eerste auto» riteit door. Hij stierf op 88»jariger. leeftijd in een voor Frankrijk rampspoedigen tijd, na den FranschiDuitschen oorlog, „J'ai trop vécu!" (ik heb te lang geleefd) riep hij op zijn sterfbed weemoedig uit. GIUSEPPE VERDI. (10 October 1813—27 Januari 1901). Arthur Neisser, die een uitvoerige levensbeschrijving van Verdi heeft ge» geven, beschrijft daarin dat de moe» der, toen het knaapje nog geen jaar oud was, in den toren schuil hield, totdat de Kozakken (het was toen overal oorlog in Europa) weei vertrok» ken waren. Z(jn vader. Carlo Verdi, hield er een winkeltje op na van wijn, spiritualiën en levensmiddelen, waarin zijn zoon» tje al vroeg mee moest helpen om de klanten te bedienen. Dat hij daar zou blijven hangen, zoodat zijn muzikaal genie niet tot ontwikkeling zou ko» men, is nooit waarschijnlijk geweest; zijn vader hield zooveel van muziek, dat toen de kleine Giuseppe gedoopt' zou worden, de dorpsmuzikanten den stoet op weg naar de kerk opluisterden met vroplijke deuntjes. De jongen zelf deed niet liever, dan luisteren naar dc rondtrekkende muzi» kanten en was nauwelijks acht jaar, toen zijn hartewensch was om een spinet (een piano uit die dagen) te bezitten. Voor een beetje geld wist Carlo Verdi er een machtig te worden en daarop fantaseerde zijn zoon naar hartelust. Hij moet in die dagen een levendig temperament gehad hebben, want toen hij op zekeren dag een melodie niet terug kon vinden, trapte hij het hccle spinet in elkaar. Dc pianostemmer die het repareerde, wilde daar, uit waardeering voor het talent van den jongen, geen vergoeding voor hebben. Toch hadden Giuseppe's ouders aanvankelijk nog geen begrip, dat dc muziek zijn levensdoel moest zijn, maar naderhand kreeg hij toch geregeld onderwijs in het naburige Buffetto, waar zijn ouders hem voor dertig cents daags in den kost deden en maakte zulke vordt ringen, dat hij op zijn elfde jaar organist werd te Roncole. Voor zijn opleiding en ontwikkeling vond de jonge Verdi hulp en steun bü een rijken koopman, Barczzi, groot liefhebber van muziek. Door diens toedoen ging hij voor een beurs naar Milaan en trok daar de aandacht, zoodat hij uit 28 sollicitanten tct organist te Monza benoemd werd, en op uitnoodigmg van Hertog Visconti daar een uitvoering van Haydns Schepping dirigeerde. Naderhand ontging hem een 'benoeming tot organist te Buffeto, maar zijn vrienden wisten hem benoemd te krijgen tot stedelijk kapelmeester. Toen hij getrouwd was met Barezzi's dochter vestigde hij zich te Milaan en legde daar nisten. Welslagen en tegenspoed wisselden elkaar af. Die eerste opera werd opgevoerd te Mllean in 1839 en eerst zijn vijfde dramatische werk Ernani, dat in 1844 werd vertoond, heeft een voortdurend succes behaald en wordt nu nog door. Italiaansche operagezelschappen overal in de wereld opgevoerd. Dan volgen er niet minder dan tien opera's, die wij nooit meer hooren en dan komt pas een van Verdi's meesterwerken, zoo niet het schoonste van alle, Ri go let to, de tragische geschiedenis van den hofnar, aan wien zijn meester, de hertog van Mantua, zijn dóchter ontsteelt. De tekst is bewerkt naar een drama van den Franschen schrijver Victor Hugo, leRoi 's amuse (de koning vermaakt zich). De eerste opvoering, te Venetië in 1851. was een buitengewoon succes en vestigde Verdi's naam ook in het buitenland. Niet alleen om den schat van melodieën, die de componist in dit werk wist te geven, maar ook omdat hij met Rigoletto een nieuwe richting ingeslagen was. Meer dan vroeger hield hij rekening met de dramatische uitdrukking en bedeelde het orkest met een afzonderlijke, eigen partij, in de plaats van dc simpele begeleiding van vroeger. Nu volgden de successen snel Een jaar later wordt in Rome de eerste Opvoering gegeven van Il Trovatore (de Troubadour) en weer een jaar later T raviata in Venetië, waarvan de tekst bewerkt was naar den beroemden roman van Alexandre Dumas fils la Dame auxCamélias (de dame met de camelia's). In deze periode is de werkkracht van Verdi onge» looflijk: in 1855 wordt de Siciliaansche Vesper (les Vépres Siciliennes) voor den eersten keer te Parijs vertoond, daarop volgt in 1859 Un ballo 'in Maschera (gemaskerd bal) en in 1863 La forza del destino (de kracht van het noodlot) dat in St. Petersburg voor den eersten keer uitgevoerd werd. De twee laatstgenoemde werken worden in hun geheel zelden meer opgevoerd, maar van Un ballo in Maschera kennen de getrouwe bezoekers van dc concerten der H. O. V. de bekoorlijke muziek. Simon Boccanegra en Don Carlos zijn vergeten, maar de componist nadert de zestig al, wanneer hij een meesterwerk weet te scheppen: Ai da, op verzoek van den onderkoning van Egypte. Zijn geest is nog frisch en helder, daar de nieuwe opvattingen in de toenmalige muziek in Aida duidelijk aan den dag komen. Nu komt in dc scheppingen van den mee'ster een lange rustpoos.'Dan, op eenmaal, vlamt het genie weer op. Vier en zeventig jaar is Verdi, wanneer te Milaan Othello wordt opgevoerd. Nog is zijn kracht niet gebroken. Hij is tachtig jaar, als de opera F al staff in hetzelfde theater wordt ver» toond, een werk, dat geen 6poor van seniele aftakeling, integendeel van moderne inzichten en opvattingen vertoont. Ofsohoon noch Othello, noch Falstaff, voor zoover mij bekend is. in Nederland zijn uitgevoerd, verzekeren Verdi's levensbeschrijvers eenparig, dat deze twee werken kostelijke bewijzen zijn van zijn onverzwakt genie. Wie bedenkt, welk eèn ontzaglijke taak het scheppen van één enkele opera is in verband ook met de groote moeilijkheid van dc teksten, waaraan Verdi altijd groote zorg besteedde, zal beseffen dat een muzikale nalatenschap van 26 opera's een onverdroten arbeid gevorderd heeft Toch, waren de opera's zijn voornaamste werk, uitsluitend daarop berust onze bewondering voor Verdi niet. Zijn Requiem, zijn Ave Maria, zijn Te Deum worden nog dikwijls, ook in ons land uitgevoerd. Ook schreef hij een aantal liederen die evenwel minder bekend zijn en een enkel strijkquartet Merkwaardig is het dat hij kort voor zijn dood een groot aantal composities uit zijn jeugd verbrand heeft. Na Falstaff kwam voor den ouden componist de rust in zijn prachtige villa Santa Agata. Het levenhad hem wel roem en vermogen geschonken, maar hem ook zorg en verdriet niet bespaard. Zijn eerste vrouw en de kinderen uit dat huwelijk verloor hij; zijn tweede vrouw Giuseppina Strepponi. een beroemde zangeres, stierf in 1897. De laatste jaren van zijn leven was Verdi opnieuw alleen. Hij stierf op 27 Januari 1901 te Milaan. Zoolang de Italiaansche opera en haar rijkdom van melodie, vertolkt door zangers cn zangeressen van natuurlijken aanleg en zuidelijken geestdrift, blijft bestaan, zal de naam van Verdi als een harer profeten met eerbied worden genoemd. PIETRO MASCAGNI EN RUGGIERO LEONCAVALLO. Deze twee Italiaansche componisten kunnen veilig in één adem genoemd worden, omdat hun voornaamste werk gewoonlijk te zamen op een en den* zelfden avond uitgevoerd wordt. De Cavalleria Rusticana van Mascagni en I P a g 1 i a c c L (in onze taal vertaald als Paljas) van Leoncavallo. Cavalleria Rusticana beteekent boereney of landelijke eer en wordt meestal foutief uitgesproken met den klemtoon op le cavalleria, terwijl de nadruk behoort te worden gelegd op ri: cavalleria. Pietro Mascagni is in 1863 te Livorao geboren en was op het conservatorium te Milaan leerling van Ponchielli en Salandino. Naderhand werd hij direc» teur van het gemeentelijk orkest van Cerignola. In een weJstrijd te Milaan voor een opera in één bedrijf zond hij de Cavalleria Rusticana in, dat bekroond werd en voor den eersten keer in 1890 in den Constanzi*sehouw» burg te Rome uitgevoerd. Het werk had een groot succes, hetgeen yopr een gedeelte te danken is aan den drama» tischen tekst. Mascagni schreef daama in korten tijd een half dozijn opera's, waarvan geen enkel het succes van de eerste kon evenaren: 1' Amico Fritz, les Rant* zau, William Ratcliff, Silvano, Zanetta, Iris en le Maschere dat in het geheel niet slaagde. In den laatsten tijd heeft hij het qom» poneeren van groote werken opgege» in en is directeur van het lyceum voor muziek te Pesaro. Mascagni's glorietijdperk heeft dus niet lang geduurd, maar het is intens en hevig geweest: in korten tijd heeft hel werk de ronde gedaan in alle belangrijke schouwburgen in Europa en Mascagni mocht een tijd lang de modcheld heeten op muzikaal gebied. Vooral het intermezzo, een staaltje van zeer zoetvloeiende muziek, kwam in die dagen bijna dagelijks op de programma's voor en heeft ook nu zijn aantrekkelijkheid nog niet verloren. De tekst heeft het voordeel, dat hij eenvoudig en begrijpelijk is en tot het hart spréékt, al is de opvatting dan pok zuiver Italiaansoh; de voerman Alfio bemerkt, dat zijn vrouw hem bedriegt en daagt zijn medeminnaar uit tot een duel, met het gevolg, dat hij dezen doodt. Merkwaardig genoeg, is het thema van Paljas precies hetzelfde, zoodat dit kleine muziekdrama feitelijk twee conflicten bevat, de tragiek in het 'leven van hansworsten, die het publiek aan 't lachen moeten kunnen brengen ookwanneer zij zelf door smart zijn overweldigd en het eigenlijke liefdes» drama. Leoncavallo heeft de goede vondst gedaan van den Proloog, een baritonsolo die altijd vóór-het gordijn wordt gezongen en, wanneer hij door een goeden zanger wordt vertolkt, altijd grooten indruk maakt. De componist is in Napels geboren den Ssten Maart 1858 en had het voor» recht al dadelijk een groot succes te behalen met I Pagliacci in 1892. De Ca» valleria Rusticana is dus 2 jaar eerder opgevoerd, maar daarin zal niemand reden vinden, hem van plagiaat te verdenken, omdat zijn werk, al is het on* derwerp ook gelijk, veel krachtiger en sterker is, dan dat van Mascagni; om climax te verkrijgen wordt dan ook altijd de Cavalleria Rusticana het eerst op den avond gegeven. Beide werken zijn een bewijs van het streven in het jonge Italië naar verisme, realiteit. De loopbaan van Leoncavallo gelijkt verbazend veel op die van Mascagni. Na Pagliacci heeft ook hij niets meer gecomponeerd, dat hetzelfde succes behaald heeft. De volgende opera's I Medici. Chatterton, Bohème, Zaza slaagden weinig of niet. ïn het jaar 1904 werd de opera Roland met den steun van den toenmaligen keizer van Duitschland opgevoerd, maar zelfs deze destijds machtige protectie kon het werk niet beroemd maken. Leoncavallo is reeds gestorven. Mascagni nog In leven, maar van beiden kan gezegd worden, dat zij de groote verwachtingen die van hen waren op» gewekt, niet hebben vervuld. RICHARD WAGNER. 22 Mei 1813—13 Februari 1883. Richard Wagner, die zijn eersten voornaam Wilhelm placht weg te laten, was de zoon van een eenvoudigen ambtenaar bij dc politie, was in zijn jeugd een trouw bezoeker van cursus» sen over philosopliie en aesthetics en studeerde tegelijk harmonieleer en con» trapunt. Al spoedig ging hij componee» ren: een sonate, een polonaise, ver* scheidene ouverturen en een sympho» nie, die in het vergeetboek is geraakt. Hij woonde toen in Leipzig en uit de» zen tijd zijn ook fragmenten afkomstig van een opera H o c h z e i t (dé bruiloft) waarvan Wagner zelf den tekst geschreven had, zooals hij later wel meer zou doen. Later werd hij koordirigent in Würzburg er, schreef daar een werk in den romantisch* DuitscheD operastijl, die F e e n, dat merkwaardig genoeg eerst na zijn dood tot opvoering gekomen is. Wagner had het'kunstenaarsbloed in 1 M' hebben zijn prikkelbaar karakter zich, dat tot i 1 dwong. Misschie de laatste hand aan zijn opera Ober to, een jeugdwerk, dat nu al lang trekken ook wel bijgedragen. de onmogelijkheid, om zijn financiën goed tc beheeren, tót dat voortdurende vooral Faust heeft zijn naam onsterfelijk gemaakt; die opera, die nu al meer dan I vergeten is. J Een jaar na Würzburg is hij verbonden aan den Stadsschouwburg te Maag» 60 jaar op het repertoire staat, zal ongetwijfeld nog langer de belangstelling Het is een vergissing ons voor te stellen, dat al de opera's van Verdi tót denburg. twee jaar later alweer als kapelmeester aan 't theater in Kóni^sberg cn bewondering genieten, roem en succes gekomcu zijn; .'hét ging hem niét anders, dan anderen compo» cn van 1837 tot 1839 bekleedt hij dezelfde betrekking aan den schouwburg te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 13