HAARLEM'S DAGBLAD
VAN HET POLITIEKE
TOURNOOIVELD
ZATERDAG 19 JUNI 1926 TWEEDE BLAD
TWEEDE KAMER
18 Juni.
Kleingoed. De Naarder kweekers. Veldpredikers
en aalmoezeniers in Indië. Wanneer de Kamer weer
bijeenkomt.
TVe kunnen niet zeggen, dat de vergade
ring der Kamer ven gisteren héél belang
rijk wa», of dat zij zeer gewichtige beslui
ten nam. Hoewel dan van één uur tot
half zeven vergaderd werd.
Een aantal kleinere ontwerpen is af
gedaan, inzake de Naarderkweekere heb
ben de Kamer en de regeering het einde
lijk na aoht jaren tot een besluit ge
bracht en daarna heeft zij in een laat half
uurtje nog beslist over het aanstellen van
legerpredikanteri en aalmoezeniers, een on
derwerp, dat was het nidt op het eind der
vergadering behandeld, zeker heel wal
langer de tongen had losgemaakt, dan '1
nu doen kon. En ongetwijfeld ook wel wal
meer aandacht had verdiend.
De heer Moller heeft zijn verzoek toege.
étaa® gekregen om vragen te inogesi rich
ten tot dein munieter van Financiën, minis
ter-president, over de classificatie van de
gemeenten, zooals die ie neergelegd in het
Bezoldigingsbesluit voor burgerlijke amb-
V rij wel zonder discussie heeft de Kamer
goedgekeurd, allereerst het ontwerp
hernieuwde aanvaarding van de verplichte
rechtspraak (voor 10 jaar) door het Per-
manen 'e Ilof van Internationale Justitie,
dan hel ontwerp van de gemeentelijke in
deeling van het Zuiderzeegebied, voor zoo.
veel daar thans werken worden uitgevoerd.
J&n ten elo*e twee euppletoire begroo
tingen voor Indié over ltCA en 1925. Een
euppletoire over 1926 ontlokte het debatje
over de geestelijke zorg.
Lang en breed heeft de Kamer nog ge
diecuseieerd over de Kaarderkweeker;.
De minister van Oorlog opende bot vuut
Hij verklaarde zich, op grond van de voor
hem overtuigende redevoering van den
heer de Wilde ia één der vorige vergade
ringen, dat hij als minister verplicht 1
de Naarder kweekers tegemoet te kom
omdat zijn voorganger de commissie-'
Elzelingen instelde, met de toezegging dat
wanneer deze commissie causaal verband-
constateerde tuesolien inundatie-voorbe
reiding en de geleden eohade, dit uiet
zonder gevolgen blijven kon.
De heer Beumer verklaarde, tfvenale hij
dat alle phason van de kwestie dóór deed,
dat hier de 9taat tot geen enkele uitkee-
ring verplicht was en dat de kweekers bij
de rechtbank hadden moeten blijven en
zich niet tot de Kamer hadden moeten
wenden. De Kamer achtte hij voor derge
lijke kwesties niet het jui6te lichaam. Wat
even later ook de heer Bijleveld betoogde.
Er was overigens nog al oneenigheid on
der de A. B. vrienden. Want de heer de
Wilde, de comm.ssie-preeident, betoogde
nég eens, dat do regeering zelve de zaak
uit de efeer van hot recht in die der bil
lijkheid gebracht beeft door haar verkla
ringen. En dat men weer niet de kweel ie
moest zien, ais was zij geheel nieuw, maat
op grond van de laatste toezeggingen van
minister van Dijk.
Lang en bieed is er gepraat over de
vraag of bet oorlogsdeparteeneiit met ei;
fere en stukken kwade trouw had getoond,
of dat het etukken verdonkeremaande.
De minister wierp verre van zich de ge
dachte aan kwade trouw. Maar do heer
Duve de minister moest zelf consi&tee-
ren, dai er een „vergiseimg" had plaats
gehad met de cijfers der waterstanden, die
eerst kortgeleden een gente-officier. over
ste Roorda, had opgelost kon slechts
twee dingen ccmetateeren óf er was kwade
trouw óf des mimieters adviseurs ter zake
waren „groote stommelingen", dat zij
zelve niet tot het juiste inzicht over de
waterstandcijfers zijn gekomen, terwijl toe
vallig hun verkeerd inzicht nadeelig was
was voor de kweekers.
Intusschen, de commissie ter zake uit
de Kamer vroeg in haar conclusie, dat de
ffta&t de directe schade (f 213.000) zou ver.
goeden en naar billijkheid de indirecte
ichade (pl.m. f 265.000).
Toen mengde zich de minister van Fi
nancié in het debat. Ilij zeide, dat heusch
de regeering niet meer kan doen dan de
geschade kweekers oen behoorlijke tege
moetkoming m hun directe schade te
schenken. Zooals ook de minister vain oor
log reeds verklaarde.
Wanneer de Kamer toch de volledige
conclusie aanvaardde, dan zou de regee
ring die niot volledig uitvoeren, elechts
schenken «en behoorlijke tegemoetkoming
In de -schade. Zij wilde een uitkeering
doen, emdat er continuïteit moet zijn in
Je regeering en er waren toezeggingen ge
daan, ma3r zij kan niet van een schade
vergoeding spreken, omdat in distributie
tijd en mobilisatietijd velen door over
heidsmaatregelen 6chade leden, dio mis
echien ook wel wat vergoeding zouden wil
len, maar reel ne niets kunnen krijgen.
De Kamer verwierp een amendement op
de conclusie.de Wilde een amendement-
Dr. de Visser dat de regeering'toegeef
lijkheid onder woorden brachi. Maar nam
do volledige concluoie der commissie-de
Wilde aan.
En toch zal de regeering niets meer
doen dan de kweekers behoorlijk tegemoet
komen.
De veldpredikers en aalmoezenier» voor
Indië.
In „een vloek en een zucht" deed de Ka
mer dit onderwerp af.
De heer ficheurer had bezwaar tegen den
militairen rang. die de heeren zouden krij
gen. Dat gaat nu eenmaal in het leger niet
anders, meende de minister.
Do heeren van Boetzelaer van Dubbel
dam en van Rijckevoreel juichten het
voorstel ongelimiteerd toe, omdat de re
geering niet alleen tot plicht heeft de stof
felijke belangen der Nederl. jongens te
behartigen maar ook de geestelijke.
De heer KeTsten wenschte do verkondi
ging der gereformeerde religie aan de Mo-
hommedaaneche eoldaten, omdat de hee
ren Joekes en Cramer gevraagd hadden
met alleen zorg voor den Nederland6cb«n
soldaat maar ook voot den Mohammedaan-
ichen, „Hebt gij een goed plan, wat nog
niet zoo gemakkelijk is te coocipieeren"
zeide do minister „dan wil ik dat
gaarne overwogen."
Het voorstel is toch nog zonder hoofde.
.ijke stemming aanvaard.
Op 29 Juni komt de Kamer weer bijeen.
Dan zal zij de euppl. Marinebegiooting
den aankoop der torpedo-jager» betreffen
de behandelen en daarna nog het Ned.
Duitsche verdrag. Benevens de inlerpella-
Moller.
INTIMÜB.
BINNENLAND
VIJF WERKLIEDEN TE
WATER GERAAKT.
EEN VERDRONKEN.
In de Maas tegenover de kerk op St.
Picter bij Maastricht waren een vijftal
werklieden bezig met het lossen van
een schip. Door het slingeren van het
schip geraakten zij allen te water.
Twee konden zichzelf redden, twee an»
deren werden door een zekeren S. op
het droge gebracht, doch de 23»jarige
A. B., ongehuwd, afkomstig uit Oir*
sohot verdronk. Zfjn lijk is nog niet ge*
vonden.
ZONDERLINGE DIEFSTAL
Uit Amersfoort wordt aan Het Volk
geschreven:
In het woonwagenkamp aan den
Ouden Socsterweg verblijft sinds gerui*
men tijd een zekere B. K., een anti*
militarist, die daar dn een woonwagen
een z.g. „vrij" leven leidt. Meermalen
krijgt deze persoon bezoek van z.g.
vrije jeugdmcnschen", die hij steeds
bijzonder gastvrij ontvangt. Donderdag
middag echter is hij dc dupe geworden
van een tweetal jeugdige vrienden, die
meenden dat alles wat B. K. bezat, ook
hun eigendom was en die de gehcele
inventaris uit den woonwagen op een
handwagen laadden en zich er mede
uit de voeten maakte. Zulks vond
plaats, toen de eigenaar van den
woonwagen niet thuis was.
Deze werd echter gewaarschuwd en
gaf onmiddellijk de politie van dezen
brutalcn diefstal kennis. De recherche
kreeg een spoor in de richting Soest
het gelukte haar werkelijk in Soest
een persoon aan te houden, die een
handkar voortduwde. Het bleek dan
ook de dader te zijn en hii werd naar
het politiebureau te Amersfoort over»
gebracht.
He£ bleek te zijn, de 18*jarige L. v.
d. S., een anti«militairist zooals hij zei*
de, die een zwervend leven leidde. Hij
bekende den diefstal te hebben ge*
plcegd. omdat hij meende, dat alles wat
aan zijn ..partijgenoot" B. K. tocbe*
hoorde ook zijn eigendom was en hij
het recht had daarover te beschikken
wanneer hij wilde.
O.a. had hij voor pl.m. 400 aan
boeken medegenomen, benevens eenige
schilderijen, een mandoline enz. Bo*
vendien deelde hij aan de recherche
mede, dat hij wel vooruit wist, dat B.
K. naar de politie zou gaan. omdat hij
deze als allesbehalve beginselvast ken.
de.
Merksvaardig is. dat men in den wa*
gen alles totaal had vernield en ook
naar geld heeft gezocht. Donderdag*
avond hebben we nog een bezoek aan
den woonwagen gebracht cn de bewo*
ner deelde ons mede van zijn gastvrij*
hcid voor deze jongelui voorgoed ge.
nezen te zijn. Dc 18--jarige v. d. S.
wordt ter beschikking van do Justitie
gesteld.
EEN GESCHENK VAN DE GRIEK*
SCHE REGEERING AAN
KONINGIN W1LHELMINA.
Men schrijft uit Athene dd. 12 Juni.
aan de N. R. Ct:
Ter gelege-niheid van het zilveren
huwelijksfeest van onze Koningin is bij
de Grieksche regeering het plan opge*
komen, van haar kant een bewijs te ge
ven van de bijzondere hoogachting en
oprechte bewondering, die het Griek*
sche volk koestert voor onze geliefde
vorstin. Hoewel Griekenland en Ne*
dcriand ver van elkander verwijderd
liggen, zijn de twee bij uitstek zeeva*
rende en handeldrijvende volken toch
voortdurend met elkaar in aanraking
geweest; de betrekking was altijd aan*
genaam en in Griekenland hebben wij
dan ook een goeden naam. Alle Grie*
ken, die ons land bezochten en in
den lodp der tijden zijn dat er niet wei
nig geweest cn ook niet van de min»
sten spreken met ingenomenheid
van wat zij bij ons gezien hehben. Zij
prijzen ons een gelukkig volk, dat bo*
venaan staat in beschaving; zij hebben
genoten van onze kunst en van dc
schoonheid van omz-e natuur; onize we*
tienschap wordt door 'hen hoog geschat
en onize deugden zoo zeer geroemd, dat
men er als Hollander dikwijls verlegen
van wordt. En wat hein dan boven alles
wondorlijk aantrekt. Wat hen als het
zinnebeeld voorkomt van ons eigen
'volksbestaan is_ dan steeds de per*
soon van onze Koningin, dc vrouw ver*
hesven op den troon, die het land be*
stuurt met vaste hand en vrourwelij'ken
tact. gedragen door do liefde van
haar volk. Zelfs de" meeste verstokte
republikeinen benijden ons ons natio.
naai koningschap. Zij zien daar iets
grootsch in iets dat alle volken zoo
maar niet deelachtig kunnen worden.
De Grieksche huldiging van onze Ko*
ningin bij haar jubileunV' moet dan ook
niet beschouwd worden als een ge»
wone beleefdheid. Men is er op uit ge»
weest iets geestelijks groots en waarde,
vols te geven, iets van het beste wat
men bezit. Aan dc keuze van. 'het ge»
schenik een in Olarak Pendelisch mar»
mcr, door een van de beste kunstc*
"s van Jong.Griekenland gehouwen
weergave van het beroemde Eleuni»
sche Relief, moet een bijzondere be*
teekenis worden toegekend. Men heeft
onze Koningin erdoor willen eeren
als vredesvorstirt, «Is de ijverige be*
vorderaarstcr van dc werken des vre*
des. van de welvaart van haar volk.
Evenals in overoude tijden de jonge
koning Tritolemo-s door goddelijke
tussdhenkomst in staat gesteld werd
tot onuitsprekelijk heil van zijn volk te
zijn, zoo is ook onze Koningin een ze»
gen voor haar volk geweest.
Door den. beeldhouwer Dimitriades
is mij dat eenige weken gelegen zelf
uitgelegfd. Men had mij in de gelegen*
hcid gesteld zijn kunstwerk op zijn
atelier te zien, voordat het voor de ver
zending ingepakt zou worden.
Zooals bekend is. stamt het Eleusi*
nische Relief, waarvan het origineel,
dat in 1859 in Eleusis gevonden werd.
zich in het Nationale Museum alhicr
bevindt, uit de vijfde eeuw vóór Ghris*
tus. Het stelt de godin Demoter voor
met lange lokken, die een voor haar
staanden naakten knaap, Koning Trip-
tolemos, het gouden zaai koren over*
Tcikt. waarvan het geheim voordien
aan de menschheid verborgen was. Te*
gelijk wordt Triptolemos door Deme*
ter's dochter Persephone met een
kans gekroond. Het beeld is 2,18 M.
hoog e.n 1-52 M. breed en is een van dc
schoonste overblijfselen uit de klassie*
ke oudheid, Dimitriades heeft het in
forsohc vormen, in oriigincele grootte,
zeer gelukkg nagebootst. Hij vertelde
mij. dat hij nog al moeite had gehad,
'oor hij het geschikte blok marmer
■oor zijn kunstwerk gevonden had.
Tweemaal was het marmer, .ooals veel
voorkomt, bij dc behandeling gebar*
sten en was hij genoodzaakt zijn arbeid
opnieuw aan te vangen. Dit was de re*
den dat hij later dan eerst de bedoe*
ling was. was klaar gekomen. Op het
zilveren huwelijksfeest van dc Koningin
had de toenmalige Grieksche gezant
in Den Haag, de heer Kapsambc-Üs, al*
leen de gipsafdruk van het relief aan
HM. kunnen a an b ie d en .Thans is bet
marmeren beeld echter gereed. En nu
.melden de Grieksche bladen dat het
met dc „Saturnus" van de K.N.S.M.
naar .Nederland is verscheept.
GRUWELIJKE DOOD
Te Culemborg had een man, die
-aak lijdende was aan zwaarmoedig*
heid in een bui van levensmoeheid ar*
scnicum op zijn boterham gesmeerd.
Hij nam dc helft van wat hij voorra*
dig had en zou straks de rest wel in.
:mcn. Zoo hoopte hij langzaam cn
,cht het leven te kunnen verlaten.
Echter toen hij tengevolge van het ver*
gif zeer ernstig ongesteld werd, kreeg j
hij spijt en ijlings werd om een dokter
geroepen. Doen het was reeds te laat.
Het vergif had zijn moordend werk na*
genoeg volbracht en de ongelukkige
stierf een gruwelijken dood-
HET DIER VOOR DE LENS
De giraffe in Artis" geneert zich voor
zijn uiterlijk, en wil liever zóo niet ge»
kiekt worden
waarop onze fotograaf, aan dit
verzoek voldoende met een cxtra*groo»
te kiek, hem herschept in een magere
cn zeer leelijke koe op hoogc pooten.
maar geeft met een buiging te
kennen dat een frontaanzicht in deze
houding hem aangenaam zou zijn....
Haarlem's Dagblad. Nadruk verboden.)
VERKEERSONGEVALLEN
Motorrijder gedood.
Na afloop van de fokpaardcn=ten*
toonstelling te Sluis reed de motorrij»
der F. T. met een duo*passagier huis*
waarts. Ofschoon hij goed aangescho*
ten was, zoodat men hem zel'fs den
raad gegeven had, met de tram te ver»
trekken, reed hij met snelle vaart.
Even over dc grens gekomen, kon hij
het stuur niet meer houden, met het
noodlottige gevolg, dat hij tegen een
boom reed en op slag gedood werd. De
Dc duorijder bekwam een schouder*
fractuur De gedoode laat een vrouw
en een kind achter.
TRAGISCHE REDDING.
Tc Sluis stond iemand te kijken naar
het laden van boomen in een schip in
de haven. Door onoplettendheid kwam
hij in aanraking met een der boom*
stammen, waardoor hij zijn evenwicht
verloor en te water geraakte. Men
smaakte evenwel het genoegen, hem
spoedig op het droge te brengen.
Thuis gekomen kreeg hij een beroerte
van den schrik en Overleed kort daar»
HET EERSTE KAMERLID JHR. DE
GIJSELAAR.
Naar gemeld wordt is de gezond*
heidstoestand van het Eersie Kamerlid
Jhr. Mr. Dr. Dc Gijsclaar goed voor*
uitgaande. De patient is ecnigen tijd
absolute rust voorgeschreven.
DE WEGENBELASTING.
De besturen van den A. N. W. B.,
toeristenbond voor Nederland, van de
K. N. A. C. en van de K. N. M. V.
hebben aan de ministers van Water»
staat en van Financiën een adres ge»
zonden omtrent het wetsontwerp tot
het heffen van voorzieningen ten be»
hoeve van openbare Verkeerswegen te
land.
Onder meer geven zij te kennen dat
naar hun meening de algemeene strek»
king der wet meer dan in het onder»
havigc ontwerp het geval is er op moet
worden gericht om grootere bedragen
in een korter aantal jaren te verwer*
ken, waardoor tevens werkverruiming
zou worden bevorderd. Adressanten
zijn er van bewust dat met het opvoe»
ren van het tempo van uitvoering der
verbeteringen bedragen zijn gemoeid,
die de jaarlijksche opbrengst der we»
genbelasting verre te boven gaan.
Daarom meenen zij met kracht er
op te moeten aandringen dat in art. 31
de mogelijkheid wordt geopend om
zoo noodig leeningen, bepaaldelijk ten
behoeve der verbetering van het Ne»
derlandsche wegennet, te sluiten in
plaats van voorschotten te geven, die,
in verhouding tot de uitgebreidheid en
de kostbaarheid der te maken werken,
toch altijd betrekkelijk van geringen
omvang zullen zijn. Van deze Ieenin»
gen zouden dan rente en aflossing uit
het Wegenfonds kunnen worden be»
taald.
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE
Men zegt (maar uit officiccle bron
weet ik het niet, zoodat ik voor de
juistheid van het bericht niet kan in*
staan) dat de nachtwaker op bet Stad*
huis onlangs op een nacht in dc grootc
hal twee bezoekers aantrof, die hij cr
nooit vroeger gezien had en die ook het
recht niet hadden, daar op dezen voor
dc nachtrust bestemden tijd aanwezig
te zijn. De een was een oude heer met
een soort van groenachtig klccdingstuk
aan; dc ander was jonger cn zag er
zwierig uit. Kwaad deden ze niet. ze
keken alleen met aandacht naar het
houten beeld in de nis I n s p i r a*
tie en wisselden daarover blijkbaar
van gedachten.
Toen de nachtwaker dichterbij kwam
zag hij opeens bij het morgenlicht dat
dooi de ramen viel, wie het waren; dc
oude heer was het standbeeld van Cos»
ter en de groene kleur van dc jas was
dc patina die door de kenners eerder
voor een schoonheid, dan voor een tee»
ken van verval wordt gehouden, Bcgrij*
pende, dat twee personen van zoodanige
deftigheid onmogelijk met verkeerde be*
doelingen binnen gekomen konden zijn,
sloop h"i naderbij om te hooren wat de
nachtelijke bezoekers zeiden.
„Zeg, Lou", zei Frans, „wat zeg je nou
daarvan?"
„Ik moet mijn oordeel eerst nog eens
overwegen", antwoordde Lou.
„Overwegen? Waarvoor overwegen?
Zeg ja of neen cn zanik niet."
„Ik sta hier nl jaren tegenover het
Stadhuis en heb dus geleerd niet zoo
maar dadelijk iets te zeggen. Het is
verstandig, allerlei dingen vooraf nog
ceist nauwgezet tc overwegen; soms
kom je dan tot een opinie, die geen ja
en geen neen is".
„Zoo!" z.ei Frans, zijn knevel op»
draaiend. „Ik wil je dan wel zeggen,
dat ik het niet mooi vind. Je weet nau*
weliiks of 't een heer is of een dame.
Moeten die knoppen op dc kin wratten
verbeelden of een baard?"
„Er l'gt een papiertje bij" zei Lou.
„maar ik kan het niet lezen"..
„Je hebt toch geen papiertje noodig
om een kunstwerk te begrijpen. Zeg
Lou. heeft een houten beeld altijd zoo'n
rare anatomie?"
„Ana.... wat?"
„Anatomie! Lichaamsbouw. Heb je
ooit zulke armen gezien? En hoe
krijgt de kerel zijn voeten zoo scheef?!
Dat loopt nooit goed af; zc zullen dui*
zelig worden".
„Maak geen flauwe aardigheden",
bromde Lou. „denk om je waardigheid
ais officieel standbeeld van Haarlem!"
.,'t Valt me zoo tegen. Ik had juist
:n vakverceniging van standbeelden
willen stichten Wc zijn nu toch met z
drieën, maar wat doe je met zoo'n
houten klaas!"
't Is mooi hout, palmhout, Weet je
wat ik zoo raar vind je kunt het
hcele beeld niet zien. Wat heb je nou
aan een beeld, dat je niet zien kunt?"
„Het heeft een lampje voor zijn ge*
zicht", zei Hals.
„Malligheid, het moet toch in 't volle
licht staan. Jij staat in 't Florapark, ik
op de Grootc Markt, daar kunnen ze
ons zien. 't Is hier een donker hol".
„Willen we hem moeren en op de
Groote Houtbrug zetten?"
Nu achtte dc waker den tijd geko*
en om tusschenbeidc te treden. „Hcc*
ren", zei hij. beleefd maar vastberaden
en met dc hand op den kolf van zijn
revolver (je kon maar niet weten) „ik
moet u verzoeken, onmiddellijk heen tc
gaan
Maar hij kreeg geen antwoord en toen
hij scherp toekeek waren Lou cn Frans
allebei spoorloos verdwenen. „Net of zc
in rook waren opgegaan", moet hij even
later verteld hebben, „maar ik denk dat
het schaduwen zijn geweest; zoo tegen
den morgen Is cr overal valsch licht".
Later, toen hij naar huis ging heeft
dc nachtwaker Louwtjc nog eens aange*
keken. Maar Nederlands eerste letter*
gieter stond nog stevig op zijn plaats en
hfcld zijn A. statig voor zich uit, tot
aansporing van dc leergierige jeugd. La»
ter op den dag kwam de nachtwaker
ook door het Florapark en verbeeldde
zich, dat Frans Hals tegen hem knip»
oogde. Maar mogelijk is dat een vergis*
sing geweest. Zooals ik zei: officieel is
dit verhaal niet. Dat is een vertelsel
alleen, wanneer het onderteekend is
door den burgemeester en den secretaris
en als cr bovendien ook nog een stem*
pel op staat.
Je zoudt je anders wel kunnen voor»
stellen, dat in de mnand Juni, wanneer
het vreemdelingenverkeer zich in bc*
weging zet, onze standbeelden het op
hun gewone plaats ook niet meer kun*
nen volhouden. Dezen keer zijn alle Ne*
derlandsche vereenigingen voor vreem*
dclingcnvcrkcer in onze buurt verga»
derd cn hebben gelegenheid gehad op
te merken, wat de grootste belemmering
vormt voor dat verkeer gesteld dat
ze het nog niet wisten. Dat is de regen.
|Wat zou het een ontzaglijk voordeel
zijn, wanneer men in het buitenland kon
'adverteeren: Nederland in de maanden
Juli en Augustus gegarandeerd regen*
vrij. Niet goed, geld terug. Maar tot
dat waagstuk zullen we wel nimmer
komen. Als troost kan dienen, dat het
in 't buitenland even onzeker is. Zwit*
scrland is een gezocht oord voor toeris*
ten, maar de bewoners van Luzcrn en
die van Interlaken zijn het cr nooit
over eens, waar de meeste regen ge*
woon is te vallen. Soms moet daar zelis
hevige ruzie over ontstaan: dc Luzer»
ners houden het namelijk op Interlaken
en de Interlakenaren op Luzcrn. Ik
heb iemand gekend, die na een week
regen in Luzern vluchtte naar Interla»
ken Onmiddellijk daarna scheen de zon
tc Luzcrn en begon het tc gieten in
Interlaken waar het tot nu toe droog
was geweest. Onmiddellijk keerde hij
weerom. Gevolg was: zon tc Interlaken,
regen te Luzcrn, toen dacht hij aan een
vooroordeel, tegen hem van den Zwit»
scrschcn Bondsraad en ging naar Hol*
Öad. Dadelijk scheen de zon in heel
Zwitserland.
Gcloovoo mijn lezers zulke verhalen?
Ik geloof die niet. Het regent altijd het
meest op de plaats, waar wij zelf zijn
De buurman heeft het droger. Wij heb*
ben onlangs dan ook in advertentien
kunnen lezen van een plaats, die gemid»
dcld den gcringstcn „neerslag" had van
het hcele land. (Neerslag is regen. Op*
slag is prettiger). Misschien zijn door
deze aankondiging vele menschcn aan*
gelokt om op deze plaats hun vacantie
door te brengen, ofschoon dc adver*
tentie op zichzelf nog weinig waarde
heeft. De vraag is immers niet. hoe wei*
nig regen er gemiddeld in een
jaar valt, maar hoe weinig cr valt in
den vacantietijd; de rest zal do vacan*
tiemenschen wel koud laten.
Je moet deze advertenties altijd wat
critisch lezen. Onlangs heb ik een ver*
haal gehoord over een plaats (in het
buitenland natuurlijk, want zulke hnn*
digheden komen in het eigen land niet
voor) die berucht was om de grootc
hoeveelheid regen, welke er gewoon was
het heele iaar door cn ook in den zo*
tc vallen. Toch waren er een paar
hotelletjes cn pensions, die wel graag
zomergasten wilden zien, maar hoe zou*
den zij de aandacht op het dorp vesti*
gen zonder tc jokken'' Na vrijwat over*
leg vond dc slimste deze prachtige for*
mule: „in dc zomcrvacontic is niets
onaangenamer, dan stofwolken op de
vegen. Alle wegen in X zijn vol'ko»
men stofvrij, zoowel hoofdwegen als
voetpaden". De aankondiging had suc»
ces, cr kwamen vrijwat gasten. Of zij
dit jaar zullen terugkomen, of het
plaatsje aan vrienden cn kennissen re»
coanmandeeren. is een andere vraag.
Tweede staaltje. Er is, ook in het bui*
tenland, een hotel, waar de moderne
gemakken nog niot doorgedrongen zijn-
Geen W.C., geen waterleiding, geen gas
of clectrisch licht. Als je dat zóó an*
nonceert komt cr geen sterveling, dus
doe je het andersom en annonceert:
„echt landelijk", on dat is ook waar.
Of dc menschcn. die eenmaal aange*
trokken werden door de gedachte aan
frissche lucht, boomen, gras en bloemen,
er weer heen zullen gaan, is natuurlijk
de quaestie.
Al die reeksen aankondigingen doen
mij denken aan mijn vriend van Stuitc*
ren, die toen ik hem onlangs vroeg waai
hij de vacantie dacht door te brengen,
ten antwoord gaf: „In een goedkoop
pension, precies naar mijn zin ingericht,
in een mooie streek met bosch en zee".
,Is het er duur?" vroeg ik bcgeerig.
nt voor zooicts zet je de ooren open.
.Goedkooper dan ieder ander pen*
slon".
„Zoo, zoo. Dan is het zeker ver hier
on daan of is dc reis moeilijk?"
„Geen van beide".
„Of erg afgelegen?"
„Vlak bij een groote stad".
„Stuit", zei ik, „je maakt me maar
at wijs".
„Heclemaa! niet, alles wat ik je zeg
is letterlijk waar".
„Maar dan moet ik er ook heen.
Waar is dat tooverland?"
„Man. jc bent er al. Dat is Haarlem.
Ik blijf dit jaar lekker thuis".
Zelf heb ik hem niet gekend, maar
lit een goede bron heb ik dan toch ge»
hoord van een rijken koopman te Am*
sterdam, die een onovertrefbaren ehauf*
leur had Jochem heette hij cn dat was
dan ook het eenige. wat op den man
aan te merken viel, Hij was de gezond*
heid zelf, niet bang voor kou. voor hitte
of regen, beter bekend met zijn machine
dan alle reparateurs een uur in den om*
trek, voorzichtig en toch niet bang, be*
scheiden en toch niet onderdanig. Ongc--
lukkcn maakte hij niet en kreeg hij niet
en wanneer hij ai eens de politieveror*
dening van een afgebrand dorp over»
trad. omdat je niet alle dwaasheden
van boeren*gcmccnteraden in ie hoofd
kunt hebben, dan trad hij tegen den
verbalisecrenden gemeenteveldwachter
zoo tactvol op, dat deze al gauw zijn
boekje dichtklapte en zei: „nou, ik zal
het dezen keer dan bij ccn waarschu»
wing laten, rij maar opl"
Is het wonder, dat zijn patroon op
zoo'n chauffeur gesteld was? Het eeni»
ge bezwaar, dat deze tegen Jochem had,
was dat hij ongetrouwd was.
„Man", had hij meermalen gezegd, „je
bent toch een knappe kerel van neus en
lippen, er moet toch wel een flink
meisje wezen, dat jou graag hebben wil
waarom trouw jc niet?" Dan keek
.lochum een heetje beteuterd
eindelijk: „ik moet een degelijke vrouw
hebben en niet een voor de bals
bioscoop en dc blufI" „Gelijk heb je,
maar die zijn er toch ook nog wel. Of
heb je er zoo een nooit ontmoet?" -
„Misschien wel", had Jochem toen ge*
antwoord, „maar wat je graag hebben
wil, kun je nog niet altijd krijgen". Er
zat dus ergens een ongelukkige liefde
in den weg en dc patroon nam zich
voor, Jochem daar bij gelegenheid
wat meer over te vragen. Maar och, het
leven is druk en de dagen vliegen voor*
bij en zoo was er in een half jaar niet
van dat gesprek gekomen cn bleef
Jochem ongetrouwd.
Toen werd het zomer cn zat de koop*
an, die weduwnaar was en geen kindu»
ren meer thuis had, in zijn kamer te
overpeinzen, waar hij heen zou gaan-
Hij had zoowat alles gezien: de hcete
woestijn en de koele fjorden, de hoogc
bergen cn de diepe dalen en er wa:
niets meer, dat hem bijzonder aantrok.
Hij kende de bootreizen, de tochten
met auto's cn de weelderige hotels
met dc strijkjes, de bosschen cn de dui»
nen en toch wou hij wat rust nemen en
zei op zekeren dag tot rijn chauffeur:
.Jochem, we gaan uit. maar ik weet
riet waarheen cn het kan me ook niet
schelen. Rij mij naar een stille plaats,
waar een goed. klein hótel is en waar
ik rustig een maand blijven kan of
weet je er soms geen?" Jochem dacht
een oogenblik en zei toen: „dat zal wel
'aan, meneer" en zoo reden ze den
volgenden morgen weg.
Dc tocht was nog al ver, maar einde»
lijk kwamen ze er in den namiddag.
Het hotelletje was niet groot, maar keu»
owd-ejthóudem, de kamer frisch eu
n genoeg, de hotelhouder en zijn
dochter dreven het samen en je wist
niet wat je meer roemen moest: de
keuken of de bediening; voor zoover
op dit ondermaansche de volmaaktheid
te krijgen is, was ze hier bereikt Na
een weekje zei de koopman: „mij be*
valt het hier best. Jochem. maar hoe
staat bet met jou? Me dunkt, je moet
e hier een beetje vervelen". ,.Hee=
cmaal niet", zei Jochem, met een haast,
waaraan hij anders zoo niet deed, „ik
geef hier cu daar een handreiking, de
menschen zijn best en ik verveel me
hier geen oogenblik". ,Ja Jochem, ik
heb vroeger wel gezeid, dat je trouwen
moest. Zoo'n meisje als hier de dochter:
lief, handig, vlijtig, dat zou je net pas»
sen, dunkt me". Jochem antwoordde
eerst niet, maar toen zei hij: „ik denk
van niet, meneer". „Wat zeg je dat
raar. Jochem", want er was iets bcve»
rigs in zijn stem. „Als iemand als Trui»
da nu nog niet goed genoeg voor je is,
dan ben je toch niet gauw tevreden".
Daar bleef het bij. Maar een paar
dagen daarna komt de koopman s mor*
gens op zijn vilten pantoffels dc gang
door en wie staat daar in een donker
hoekje? Jochem, en Truida leunde tegen
zijn schouder en huilde tranen met tui»
ten. „Heidaar!" zei de koopman, „wat
is dat voor een watervloed? Regent het
buiten al niet genoeg?" En Truida slaat
met een uitroep van schrik op de vlucht
en Jochem moest mee naar de ontbijt»
kamer en vertellen, wat dat allemaal fe
beduiden had.
Truida was juist Jochcms ongelukkige
liefde geweest. Zij wou wel, maar haar
vader niet. Die had zich in zijn hoofd
gezet, dat zijn aanstaande schoonzoon
de zaak moest overnemen en daar had
Jochem geen geld voor. „Nou begrijp
ik", zei de koopman, „dat ik juist hier»
heen moest en ik begrijp ook, waarom
je je niet verveelde. Maar wat ik niet
begrijp is waarom heb je het mij niet ge*
agd?" Ja, dat had Jochem niet gc*
durfd. want dan kon hij toch geen
chauffeur meer blijven!
,,Dat is waarempcl waar ook", zei de
patroon, „maar je wilt me toch zeker
wel naar Amsterdam terugbrengen!
Zóó'n haast is er toch wel niet bij?
Roep je aanstaanden schoonvader maar
eens hier!"
En na die bespreking was alles in orde
i straalde Truida alsof zij de zon was,
die van den weeromstuit zoowaar dwars
door een dikke regenwolk heenkeek.
Maar drie maanden later was Jochem
chauffeur hotelhouder geworden,
dat", zei de koopman, „is nu juist
het onplezierige in 't leven, dat goeie
dingen nooit lang zoo kunnen blijven-
Maar ik moet wel zeggen: 't is een
beetje mijn eigen schuld geweest. En als
je een puik en rustig hotel wilt, noodig
ik je uit voor een maandje bij Jochem
tc.. f°gpercn we gaan er been met
mijn nieuwen chauffeur, die Jochem nog
niet is- Maa-r hij heet gelukkig Willem",
FIDELIO.