HAARLEM'S DAGBLAD VAN HET POLITIEKE TOURNOOIVELD ZATERDAG 19 JUNI 1926 TWEEDE BLAD TWEEDE KAMER 18 Juni. Kleingoed. De Naarder kweekers. Veldpredikers en aalmoezeniers in Indië. Wanneer de Kamer weer bijeenkomt. TVe kunnen niet zeggen, dat de vergade ring der Kamer ven gisteren héél belang rijk wa», of dat zij zeer gewichtige beslui ten nam. Hoewel dan van één uur tot half zeven vergaderd werd. Een aantal kleinere ontwerpen is af gedaan, inzake de Naarderkweekere heb ben de Kamer en de regeering het einde lijk na aoht jaren tot een besluit ge bracht en daarna heeft zij in een laat half uurtje nog beslist over het aanstellen van legerpredikanteri en aalmoezeniers, een on derwerp, dat was het nidt op het eind der vergadering behandeld, zeker heel wal langer de tongen had losgemaakt, dan '1 nu doen kon. En ongetwijfeld ook wel wal meer aandacht had verdiend. De heer Moller heeft zijn verzoek toege. étaa® gekregen om vragen te inogesi rich ten tot dein munieter van Financiën, minis ter-president, over de classificatie van de gemeenten, zooals die ie neergelegd in het Bezoldigingsbesluit voor burgerlijke amb- V rij wel zonder discussie heeft de Kamer goedgekeurd, allereerst het ontwerp hernieuwde aanvaarding van de verplichte rechtspraak (voor 10 jaar) door het Per- manen 'e Ilof van Internationale Justitie, dan hel ontwerp van de gemeentelijke in deeling van het Zuiderzeegebied, voor zoo. veel daar thans werken worden uitgevoerd. J&n ten elo*e twee euppletoire begroo tingen voor Indié over ltCA en 1925. Een euppletoire over 1926 ontlokte het debatje over de geestelijke zorg. Lang en breed heeft de Kamer nog ge diecuseieerd over de Kaarderkweeker;. De minister van Oorlog opende bot vuut Hij verklaarde zich, op grond van de voor hem overtuigende redevoering van den heer de Wilde ia één der vorige vergade ringen, dat hij als minister verplicht 1 de Naarder kweekers tegemoet te kom omdat zijn voorganger de commissie-' Elzelingen instelde, met de toezegging dat wanneer deze commissie causaal verband- constateerde tuesolien inundatie-voorbe reiding en de geleden eohade, dit uiet zonder gevolgen blijven kon. De heer Beumer verklaarde, tfvenale hij dat alle phason van de kwestie dóór deed, dat hier de 9taat tot geen enkele uitkee- ring verplicht was en dat de kweekers bij de rechtbank hadden moeten blijven en zich niet tot de Kamer hadden moeten wenden. De Kamer achtte hij voor derge lijke kwesties niet het jui6te lichaam. Wat even later ook de heer Bijleveld betoogde. Er was overigens nog al oneenigheid on der de A. B. vrienden. Want de heer de Wilde, de comm.ssie-preeident, betoogde nég eens, dat do regeering zelve de zaak uit de efeer van hot recht in die der bil lijkheid gebracht beeft door haar verkla ringen. En dat men weer niet de kweel ie moest zien, ais was zij geheel nieuw, maat op grond van de laatste toezeggingen van minister van Dijk. Lang en bieed is er gepraat over de vraag of bet oorlogsdeparteeneiit met ei; fere en stukken kwade trouw had getoond, of dat het etukken verdonkeremaande. De minister wierp verre van zich de ge dachte aan kwade trouw. Maar do heer Duve de minister moest zelf consi&tee- ren, dai er een „vergiseimg" had plaats gehad met de cijfers der waterstanden, die eerst kortgeleden een gente-officier. over ste Roorda, had opgelost kon slechts twee dingen ccmetateeren óf er was kwade trouw óf des mimieters adviseurs ter zake waren „groote stommelingen", dat zij zelve niet tot het juiste inzicht over de waterstandcijfers zijn gekomen, terwijl toe vallig hun verkeerd inzicht nadeelig was was voor de kweekers. Intusschen, de commissie ter zake uit de Kamer vroeg in haar conclusie, dat de ffta&t de directe schade (f 213.000) zou ver. goeden en naar billijkheid de indirecte ichade (pl.m. f 265.000). Toen mengde zich de minister van Fi nancié in het debat. Ilij zeide, dat heusch de regeering niet meer kan doen dan de geschade kweekers oen behoorlijke tege moetkoming m hun directe schade te schenken. Zooals ook de minister vain oor log reeds verklaarde. Wanneer de Kamer toch de volledige conclusie aanvaardde, dan zou de regee ring die niot volledig uitvoeren, elechts schenken «en behoorlijke tegemoetkoming In de -schade. Zij wilde een uitkeering doen, emdat er continuïteit moet zijn in Je regeering en er waren toezeggingen ge daan, ma3r zij kan niet van een schade vergoeding spreken, omdat in distributie tijd en mobilisatietijd velen door over heidsmaatregelen 6chade leden, dio mis echien ook wel wat vergoeding zouden wil len, maar reel ne niets kunnen krijgen. De Kamer verwierp een amendement op de conclusie.de Wilde een amendement- Dr. de Visser dat de regeering'toegeef lijkheid onder woorden brachi. Maar nam do volledige concluoie der commissie-de Wilde aan. En toch zal de regeering niets meer doen dan de kweekers behoorlijk tegemoet komen. De veldpredikers en aalmoezenier» voor Indië. In „een vloek en een zucht" deed de Ka mer dit onderwerp af. De heer ficheurer had bezwaar tegen den militairen rang. die de heeren zouden krij gen. Dat gaat nu eenmaal in het leger niet anders, meende de minister. Do heeren van Boetzelaer van Dubbel dam en van Rijckevoreel juichten het voorstel ongelimiteerd toe, omdat de re geering niet alleen tot plicht heeft de stof felijke belangen der Nederl. jongens te behartigen maar ook de geestelijke. De heer KeTsten wenschte do verkondi ging der gereformeerde religie aan de Mo- hommedaaneche eoldaten, omdat de hee ren Joekes en Cramer gevraagd hadden met alleen zorg voor den Nederland6cb«n soldaat maar ook voot den Mohammedaan- ichen, „Hebt gij een goed plan, wat nog niet zoo gemakkelijk is te coocipieeren" zeide do minister „dan wil ik dat gaarne overwogen." Het voorstel is toch nog zonder hoofde. .ijke stemming aanvaard. Op 29 Juni komt de Kamer weer bijeen. Dan zal zij de euppl. Marinebegiooting den aankoop der torpedo-jager» betreffen de behandelen en daarna nog het Ned. Duitsche verdrag. Benevens de inlerpella- Moller. INTIMÜB. BINNENLAND VIJF WERKLIEDEN TE WATER GERAAKT. EEN VERDRONKEN. In de Maas tegenover de kerk op St. Picter bij Maastricht waren een vijftal werklieden bezig met het lossen van een schip. Door het slingeren van het schip geraakten zij allen te water. Twee konden zichzelf redden, twee an» deren werden door een zekeren S. op het droge gebracht, doch de 23»jarige A. B., ongehuwd, afkomstig uit Oir* sohot verdronk. Zfjn lijk is nog niet ge* vonden. ZONDERLINGE DIEFSTAL Uit Amersfoort wordt aan Het Volk geschreven: In het woonwagenkamp aan den Ouden Socsterweg verblijft sinds gerui* men tijd een zekere B. K., een anti* militarist, die daar dn een woonwagen een z.g. „vrij" leven leidt. Meermalen krijgt deze persoon bezoek van z.g. vrije jeugdmcnschen", die hij steeds bijzonder gastvrij ontvangt. Donderdag middag echter is hij dc dupe geworden van een tweetal jeugdige vrienden, die meenden dat alles wat B. K. bezat, ook hun eigendom was en die de gehcele inventaris uit den woonwagen op een handwagen laadden en zich er mede uit de voeten maakte. Zulks vond plaats, toen de eigenaar van den woonwagen niet thuis was. Deze werd echter gewaarschuwd en gaf onmiddellijk de politie van dezen brutalcn diefstal kennis. De recherche kreeg een spoor in de richting Soest het gelukte haar werkelijk in Soest een persoon aan te houden, die een handkar voortduwde. Het bleek dan ook de dader te zijn en hii werd naar het politiebureau te Amersfoort over» gebracht. He£ bleek te zijn, de 18*jarige L. v. d. S., een anti«militairist zooals hij zei* de, die een zwervend leven leidde. Hij bekende den diefstal te hebben ge* plcegd. omdat hij meende, dat alles wat aan zijn ..partijgenoot" B. K. tocbe* hoorde ook zijn eigendom was en hij het recht had daarover te beschikken wanneer hij wilde. O.a. had hij voor pl.m. 400 aan boeken medegenomen, benevens eenige schilderijen, een mandoline enz. Bo* vendien deelde hij aan de recherche mede, dat hij wel vooruit wist, dat B. K. naar de politie zou gaan. omdat hij deze als allesbehalve beginselvast ken. de. Merksvaardig is. dat men in den wa* gen alles totaal had vernield en ook naar geld heeft gezocht. Donderdag* avond hebben we nog een bezoek aan den woonwagen gebracht cn de bewo* ner deelde ons mede van zijn gastvrij* hcid voor deze jongelui voorgoed ge. nezen te zijn. Dc 18--jarige v. d. S. wordt ter beschikking van do Justitie gesteld. EEN GESCHENK VAN DE GRIEK* SCHE REGEERING AAN KONINGIN W1LHELMINA. Men schrijft uit Athene dd. 12 Juni. aan de N. R. Ct: Ter gelege-niheid van het zilveren huwelijksfeest van onze Koningin is bij de Grieksche regeering het plan opge* komen, van haar kant een bewijs te ge ven van de bijzondere hoogachting en oprechte bewondering, die het Griek* sche volk koestert voor onze geliefde vorstin. Hoewel Griekenland en Ne* dcriand ver van elkander verwijderd liggen, zijn de twee bij uitstek zeeva* rende en handeldrijvende volken toch voortdurend met elkaar in aanraking geweest; de betrekking was altijd aan* genaam en in Griekenland hebben wij dan ook een goeden naam. Alle Grie* ken, die ons land bezochten en in den lodp der tijden zijn dat er niet wei nig geweest cn ook niet van de min» sten spreken met ingenomenheid van wat zij bij ons gezien hehben. Zij prijzen ons een gelukkig volk, dat bo* venaan staat in beschaving; zij hebben genoten van onze kunst en van dc schoonheid van omz-e natuur; onize we* tienschap wordt door 'hen hoog geschat en onize deugden zoo zeer geroemd, dat men er als Hollander dikwijls verlegen van wordt. En wat hein dan boven alles wondorlijk aantrekt. Wat hen als het zinnebeeld voorkomt van ons eigen 'volksbestaan is_ dan steeds de per* soon van onze Koningin, dc vrouw ver* hesven op den troon, die het land be* stuurt met vaste hand en vrourwelij'ken tact. gedragen door do liefde van haar volk. Zelfs de" meeste verstokte republikeinen benijden ons ons natio. naai koningschap. Zij zien daar iets grootsch in iets dat alle volken zoo maar niet deelachtig kunnen worden. De Grieksche huldiging van onze Ko* ningin bij haar jubileunV' moet dan ook niet beschouwd worden als een ge» wone beleefdheid. Men is er op uit ge» weest iets geestelijks groots en waarde, vols te geven, iets van het beste wat men bezit. Aan dc keuze van. 'het ge» schenik een in Olarak Pendelisch mar» mcr, door een van de beste kunstc* "s van Jong.Griekenland gehouwen weergave van het beroemde Eleuni» sche Relief, moet een bijzondere be* teekenis worden toegekend. Men heeft onze Koningin erdoor willen eeren als vredesvorstirt, «Is de ijverige be* vorderaarstcr van dc werken des vre* des. van de welvaart van haar volk. Evenals in overoude tijden de jonge koning Tritolemo-s door goddelijke tussdhenkomst in staat gesteld werd tot onuitsprekelijk heil van zijn volk te zijn, zoo is ook onze Koningin een ze» gen voor haar volk geweest. Door den. beeldhouwer Dimitriades is mij dat eenige weken gelegen zelf uitgelegfd. Men had mij in de gelegen* hcid gesteld zijn kunstwerk op zijn atelier te zien, voordat het voor de ver zending ingepakt zou worden. Zooals bekend is. stamt het Eleusi* nische Relief, waarvan het origineel, dat in 1859 in Eleusis gevonden werd. zich in het Nationale Museum alhicr bevindt, uit de vijfde eeuw vóór Ghris* tus. Het stelt de godin Demoter voor met lange lokken, die een voor haar staanden naakten knaap, Koning Trip- tolemos, het gouden zaai koren over* Tcikt. waarvan het geheim voordien aan de menschheid verborgen was. Te* gelijk wordt Triptolemos door Deme* ter's dochter Persephone met een kans gekroond. Het beeld is 2,18 M. hoog e.n 1-52 M. breed en is een van dc schoonste overblijfselen uit de klassie* ke oudheid, Dimitriades heeft het in forsohc vormen, in oriigincele grootte, zeer gelukkg nagebootst. Hij vertelde mij. dat hij nog al moeite had gehad, 'oor hij het geschikte blok marmer ■oor zijn kunstwerk gevonden had. Tweemaal was het marmer, .ooals veel voorkomt, bij dc behandeling gebar* sten en was hij genoodzaakt zijn arbeid opnieuw aan te vangen. Dit was de re* den dat hij later dan eerst de bedoe* ling was. was klaar gekomen. Op het zilveren huwelijksfeest van dc Koningin had de toenmalige Grieksche gezant in Den Haag, de heer Kapsambc-Üs, al* leen de gipsafdruk van het relief aan HM. kunnen a an b ie d en .Thans is bet marmeren beeld echter gereed. En nu .melden de Grieksche bladen dat het met dc „Saturnus" van de K.N.S.M. naar .Nederland is verscheept. GRUWELIJKE DOOD Te Culemborg had een man, die -aak lijdende was aan zwaarmoedig* heid in een bui van levensmoeheid ar* scnicum op zijn boterham gesmeerd. Hij nam dc helft van wat hij voorra* dig had en zou straks de rest wel in. :mcn. Zoo hoopte hij langzaam cn ,cht het leven te kunnen verlaten. Echter toen hij tengevolge van het ver* gif zeer ernstig ongesteld werd, kreeg j hij spijt en ijlings werd om een dokter geroepen. Doen het was reeds te laat. Het vergif had zijn moordend werk na* genoeg volbracht en de ongelukkige stierf een gruwelijken dood- HET DIER VOOR DE LENS De giraffe in Artis" geneert zich voor zijn uiterlijk, en wil liever zóo niet ge» kiekt worden waarop onze fotograaf, aan dit verzoek voldoende met een cxtra*groo» te kiek, hem herschept in een magere cn zeer leelijke koe op hoogc pooten. maar geeft met een buiging te kennen dat een frontaanzicht in deze houding hem aangenaam zou zijn.... Haarlem's Dagblad. Nadruk verboden.) VERKEERSONGEVALLEN Motorrijder gedood. Na afloop van de fokpaardcn=ten* toonstelling te Sluis reed de motorrij» der F. T. met een duo*passagier huis* waarts. Ofschoon hij goed aangescho* ten was, zoodat men hem zel'fs den raad gegeven had, met de tram te ver» trekken, reed hij met snelle vaart. Even over dc grens gekomen, kon hij het stuur niet meer houden, met het noodlottige gevolg, dat hij tegen een boom reed en op slag gedood werd. De Dc duorijder bekwam een schouder* fractuur De gedoode laat een vrouw en een kind achter. TRAGISCHE REDDING. Tc Sluis stond iemand te kijken naar het laden van boomen in een schip in de haven. Door onoplettendheid kwam hij in aanraking met een der boom* stammen, waardoor hij zijn evenwicht verloor en te water geraakte. Men smaakte evenwel het genoegen, hem spoedig op het droge te brengen. Thuis gekomen kreeg hij een beroerte van den schrik en Overleed kort daar» HET EERSTE KAMERLID JHR. DE GIJSELAAR. Naar gemeld wordt is de gezond* heidstoestand van het Eersie Kamerlid Jhr. Mr. Dr. Dc Gijsclaar goed voor* uitgaande. De patient is ecnigen tijd absolute rust voorgeschreven. DE WEGENBELASTING. De besturen van den A. N. W. B., toeristenbond voor Nederland, van de K. N. A. C. en van de K. N. M. V. hebben aan de ministers van Water» staat en van Financiën een adres ge» zonden omtrent het wetsontwerp tot het heffen van voorzieningen ten be» hoeve van openbare Verkeerswegen te land. Onder meer geven zij te kennen dat naar hun meening de algemeene strek» king der wet meer dan in het onder» havigc ontwerp het geval is er op moet worden gericht om grootere bedragen in een korter aantal jaren te verwer* ken, waardoor tevens werkverruiming zou worden bevorderd. Adressanten zijn er van bewust dat met het opvoe» ren van het tempo van uitvoering der verbeteringen bedragen zijn gemoeid, die de jaarlijksche opbrengst der we» genbelasting verre te boven gaan. Daarom meenen zij met kracht er op te moeten aandringen dat in art. 31 de mogelijkheid wordt geopend om zoo noodig leeningen, bepaaldelijk ten behoeve der verbetering van het Ne» derlandsche wegennet, te sluiten in plaats van voorschotten te geven, die, in verhouding tot de uitgebreidheid en de kostbaarheid der te maken werken, toch altijd betrekkelijk van geringen omvang zullen zijn. Van deze Ieenin» gen zouden dan rente en aflossing uit het Wegenfonds kunnen worden be» taald. Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Men zegt (maar uit officiccle bron weet ik het niet, zoodat ik voor de juistheid van het bericht niet kan in* staan) dat de nachtwaker op bet Stad* huis onlangs op een nacht in dc grootc hal twee bezoekers aantrof, die hij cr nooit vroeger gezien had en die ook het recht niet hadden, daar op dezen voor dc nachtrust bestemden tijd aanwezig te zijn. De een was een oude heer met een soort van groenachtig klccdingstuk aan; dc ander was jonger cn zag er zwierig uit. Kwaad deden ze niet. ze keken alleen met aandacht naar het houten beeld in de nis I n s p i r a* tie en wisselden daarover blijkbaar van gedachten. Toen de nachtwaker dichterbij kwam zag hij opeens bij het morgenlicht dat dooi de ramen viel, wie het waren; dc oude heer was het standbeeld van Cos» ter en de groene kleur van dc jas was dc patina die door de kenners eerder voor een schoonheid, dan voor een tee» ken van verval wordt gehouden, Bcgrij* pende, dat twee personen van zoodanige deftigheid onmogelijk met verkeerde be* doelingen binnen gekomen konden zijn, sloop h"i naderbij om te hooren wat de nachtelijke bezoekers zeiden. „Zeg, Lou", zei Frans, „wat zeg je nou daarvan?" „Ik moet mijn oordeel eerst nog eens overwegen", antwoordde Lou. „Overwegen? Waarvoor overwegen? Zeg ja of neen cn zanik niet." „Ik sta hier nl jaren tegenover het Stadhuis en heb dus geleerd niet zoo maar dadelijk iets te zeggen. Het is verstandig, allerlei dingen vooraf nog ceist nauwgezet tc overwegen; soms kom je dan tot een opinie, die geen ja en geen neen is". „Zoo!" z.ei Frans, zijn knevel op» draaiend. „Ik wil je dan wel zeggen, dat ik het niet mooi vind. Je weet nau* weliiks of 't een heer is of een dame. Moeten die knoppen op dc kin wratten verbeelden of een baard?" „Er l'gt een papiertje bij" zei Lou. „maar ik kan het niet lezen".. „Je hebt toch geen papiertje noodig om een kunstwerk te begrijpen. Zeg Lou. heeft een houten beeld altijd zoo'n rare anatomie?" „Ana.... wat?" „Anatomie! Lichaamsbouw. Heb je ooit zulke armen gezien? En hoe krijgt de kerel zijn voeten zoo scheef?! Dat loopt nooit goed af; zc zullen dui* zelig worden". „Maak geen flauwe aardigheden", bromde Lou. „denk om je waardigheid ais officieel standbeeld van Haarlem!" .,'t Valt me zoo tegen. Ik had juist :n vakverceniging van standbeelden willen stichten Wc zijn nu toch met z drieën, maar wat doe je met zoo'n houten klaas!" 't Is mooi hout, palmhout, Weet je wat ik zoo raar vind je kunt het hcele beeld niet zien. Wat heb je nou aan een beeld, dat je niet zien kunt?" „Het heeft een lampje voor zijn ge* zicht", zei Hals. „Malligheid, het moet toch in 't volle licht staan. Jij staat in 't Florapark, ik op de Grootc Markt, daar kunnen ze ons zien. 't Is hier een donker hol". „Willen we hem moeren en op de Groote Houtbrug zetten?" Nu achtte dc waker den tijd geko* en om tusschenbeidc te treden. „Hcc* ren", zei hij. beleefd maar vastberaden en met dc hand op den kolf van zijn revolver (je kon maar niet weten) „ik moet u verzoeken, onmiddellijk heen tc gaan Maar hij kreeg geen antwoord en toen hij scherp toekeek waren Lou cn Frans allebei spoorloos verdwenen. „Net of zc in rook waren opgegaan", moet hij even later verteld hebben, „maar ik denk dat het schaduwen zijn geweest; zoo tegen den morgen Is cr overal valsch licht". Later, toen hij naar huis ging heeft dc nachtwaker Louwtjc nog eens aange* keken. Maar Nederlands eerste letter* gieter stond nog stevig op zijn plaats en hfcld zijn A. statig voor zich uit, tot aansporing van dc leergierige jeugd. La» ter op den dag kwam de nachtwaker ook door het Florapark en verbeeldde zich, dat Frans Hals tegen hem knip» oogde. Maar mogelijk is dat een vergis* sing geweest. Zooals ik zei: officieel is dit verhaal niet. Dat is een vertelsel alleen, wanneer het onderteekend is door den burgemeester en den secretaris en als cr bovendien ook nog een stem* pel op staat. Je zoudt je anders wel kunnen voor» stellen, dat in de mnand Juni, wanneer het vreemdelingenverkeer zich in bc* weging zet, onze standbeelden het op hun gewone plaats ook niet meer kun* nen volhouden. Dezen keer zijn alle Ne* derlandsche vereenigingen voor vreem* dclingcnvcrkcer in onze buurt verga» derd cn hebben gelegenheid gehad op te merken, wat de grootste belemmering vormt voor dat verkeer gesteld dat ze het nog niet wisten. Dat is de regen. |Wat zou het een ontzaglijk voordeel zijn, wanneer men in het buitenland kon 'adverteeren: Nederland in de maanden Juli en Augustus gegarandeerd regen* vrij. Niet goed, geld terug. Maar tot dat waagstuk zullen we wel nimmer komen. Als troost kan dienen, dat het in 't buitenland even onzeker is. Zwit* scrland is een gezocht oord voor toeris* ten, maar de bewoners van Luzcrn en die van Interlaken zijn het cr nooit over eens, waar de meeste regen ge* woon is te vallen. Soms moet daar zelis hevige ruzie over ontstaan: dc Luzer» ners houden het namelijk op Interlaken en de Interlakenaren op Luzcrn. Ik heb iemand gekend, die na een week regen in Luzern vluchtte naar Interla» ken Onmiddellijk daarna scheen de zon tc Luzcrn en begon het tc gieten in Interlaken waar het tot nu toe droog was geweest. Onmiddellijk keerde hij weerom. Gevolg was: zon tc Interlaken, regen te Luzcrn, toen dacht hij aan een vooroordeel, tegen hem van den Zwit» scrschcn Bondsraad en ging naar Hol* Öad. Dadelijk scheen de zon in heel Zwitserland. Gcloovoo mijn lezers zulke verhalen? Ik geloof die niet. Het regent altijd het meest op de plaats, waar wij zelf zijn De buurman heeft het droger. Wij heb* ben onlangs dan ook in advertentien kunnen lezen van een plaats, die gemid» dcld den gcringstcn „neerslag" had van het hcele land. (Neerslag is regen. Op* slag is prettiger). Misschien zijn door deze aankondiging vele menschcn aan* gelokt om op deze plaats hun vacantie door te brengen, ofschoon dc adver* tentie op zichzelf nog weinig waarde heeft. De vraag is immers niet. hoe wei* nig regen er gemiddeld in een jaar valt, maar hoe weinig cr valt in den vacantietijd; de rest zal do vacan* tiemenschen wel koud laten. Je moet deze advertenties altijd wat critisch lezen. Onlangs heb ik een ver* haal gehoord over een plaats (in het buitenland natuurlijk, want zulke hnn* digheden komen in het eigen land niet voor) die berucht was om de grootc hoeveelheid regen, welke er gewoon was het heele iaar door cn ook in den zo* tc vallen. Toch waren er een paar hotelletjes cn pensions, die wel graag zomergasten wilden zien, maar hoe zou* den zij de aandacht op het dorp vesti* gen zonder tc jokken'' Na vrijwat over* leg vond dc slimste deze prachtige for* mule: „in dc zomcrvacontic is niets onaangenamer, dan stofwolken op de vegen. Alle wegen in X zijn vol'ko» men stofvrij, zoowel hoofdwegen als voetpaden". De aankondiging had suc» ces, cr kwamen vrijwat gasten. Of zij dit jaar zullen terugkomen, of het plaatsje aan vrienden cn kennissen re» coanmandeeren. is een andere vraag. Tweede staaltje. Er is, ook in het bui* tenland, een hotel, waar de moderne gemakken nog niot doorgedrongen zijn- Geen W.C., geen waterleiding, geen gas of clectrisch licht. Als je dat zóó an* nonceert komt cr geen sterveling, dus doe je het andersom en annonceert: „echt landelijk", on dat is ook waar. Of dc menschcn. die eenmaal aange* trokken werden door de gedachte aan frissche lucht, boomen, gras en bloemen, er weer heen zullen gaan, is natuurlijk de quaestie. Al die reeksen aankondigingen doen mij denken aan mijn vriend van Stuitc* ren, die toen ik hem onlangs vroeg waai hij de vacantie dacht door te brengen, ten antwoord gaf: „In een goedkoop pension, precies naar mijn zin ingericht, in een mooie streek met bosch en zee". ,Is het er duur?" vroeg ik bcgeerig. nt voor zooicts zet je de ooren open. .Goedkooper dan ieder ander pen* slon". „Zoo, zoo. Dan is het zeker ver hier on daan of is dc reis moeilijk?" „Geen van beide". „Of erg afgelegen?" „Vlak bij een groote stad". „Stuit", zei ik, „je maakt me maar at wijs". „Heclemaa! niet, alles wat ik je zeg is letterlijk waar". „Maar dan moet ik er ook heen. Waar is dat tooverland?" „Man. jc bent er al. Dat is Haarlem. Ik blijf dit jaar lekker thuis". Zelf heb ik hem niet gekend, maar lit een goede bron heb ik dan toch ge» hoord van een rijken koopman te Am* sterdam, die een onovertrefbaren ehauf* leur had Jochem heette hij cn dat was dan ook het eenige. wat op den man aan te merken viel, Hij was de gezond* heid zelf, niet bang voor kou. voor hitte of regen, beter bekend met zijn machine dan alle reparateurs een uur in den om* trek, voorzichtig en toch niet bang, be* scheiden en toch niet onderdanig. Ongc-- lukkcn maakte hij niet en kreeg hij niet en wanneer hij ai eens de politieveror* dening van een afgebrand dorp over» trad. omdat je niet alle dwaasheden van boeren*gcmccnteraden in ie hoofd kunt hebben, dan trad hij tegen den verbalisecrenden gemeenteveldwachter zoo tactvol op, dat deze al gauw zijn boekje dichtklapte en zei: „nou, ik zal het dezen keer dan bij ccn waarschu» wing laten, rij maar opl" Is het wonder, dat zijn patroon op zoo'n chauffeur gesteld was? Het eeni» ge bezwaar, dat deze tegen Jochem had, was dat hij ongetrouwd was. „Man", had hij meermalen gezegd, „je bent toch een knappe kerel van neus en lippen, er moet toch wel een flink meisje wezen, dat jou graag hebben wil waarom trouw jc niet?" Dan keek .lochum een heetje beteuterd eindelijk: „ik moet een degelijke vrouw hebben en niet een voor de bals bioscoop en dc blufI" „Gelijk heb je, maar die zijn er toch ook nog wel. Of heb je er zoo een nooit ontmoet?" - „Misschien wel", had Jochem toen ge* antwoord, „maar wat je graag hebben wil, kun je nog niet altijd krijgen". Er zat dus ergens een ongelukkige liefde in den weg en dc patroon nam zich voor, Jochem daar bij gelegenheid wat meer over te vragen. Maar och, het leven is druk en de dagen vliegen voor* bij en zoo was er in een half jaar niet van dat gesprek gekomen cn bleef Jochem ongetrouwd. Toen werd het zomer cn zat de koop* an, die weduwnaar was en geen kindu» ren meer thuis had, in zijn kamer te overpeinzen, waar hij heen zou gaan- Hij had zoowat alles gezien: de hcete woestijn en de koele fjorden, de hoogc bergen cn de diepe dalen en er wa: niets meer, dat hem bijzonder aantrok. Hij kende de bootreizen, de tochten met auto's cn de weelderige hotels met dc strijkjes, de bosschen cn de dui» nen en toch wou hij wat rust nemen en zei op zekeren dag tot rijn chauffeur: .Jochem, we gaan uit. maar ik weet riet waarheen cn het kan me ook niet schelen. Rij mij naar een stille plaats, waar een goed. klein hótel is en waar ik rustig een maand blijven kan of weet je er soms geen?" Jochem dacht een oogenblik en zei toen: „dat zal wel 'aan, meneer" en zoo reden ze den volgenden morgen weg. Dc tocht was nog al ver, maar einde» lijk kwamen ze er in den namiddag. Het hotelletje was niet groot, maar keu» owd-ejthóudem, de kamer frisch eu n genoeg, de hotelhouder en zijn dochter dreven het samen en je wist niet wat je meer roemen moest: de keuken of de bediening; voor zoover op dit ondermaansche de volmaaktheid te krijgen is, was ze hier bereikt Na een weekje zei de koopman: „mij be* valt het hier best. Jochem. maar hoe staat bet met jou? Me dunkt, je moet e hier een beetje vervelen". ,.Hee= cmaal niet", zei Jochem, met een haast, waaraan hij anders zoo niet deed, „ik geef hier cu daar een handreiking, de menschen zijn best en ik verveel me hier geen oogenblik". ,Ja Jochem, ik heb vroeger wel gezeid, dat je trouwen moest. Zoo'n meisje als hier de dochter: lief, handig, vlijtig, dat zou je net pas» sen, dunkt me". Jochem antwoordde eerst niet, maar toen zei hij: „ik denk van niet, meneer". „Wat zeg je dat raar. Jochem", want er was iets bcve» rigs in zijn stem. „Als iemand als Trui» da nu nog niet goed genoeg voor je is, dan ben je toch niet gauw tevreden". Daar bleef het bij. Maar een paar dagen daarna komt de koopman s mor* gens op zijn vilten pantoffels dc gang door en wie staat daar in een donker hoekje? Jochem, en Truida leunde tegen zijn schouder en huilde tranen met tui» ten. „Heidaar!" zei de koopman, „wat is dat voor een watervloed? Regent het buiten al niet genoeg?" En Truida slaat met een uitroep van schrik op de vlucht en Jochem moest mee naar de ontbijt» kamer en vertellen, wat dat allemaal fe beduiden had. Truida was juist Jochcms ongelukkige liefde geweest. Zij wou wel, maar haar vader niet. Die had zich in zijn hoofd gezet, dat zijn aanstaande schoonzoon de zaak moest overnemen en daar had Jochem geen geld voor. „Nou begrijp ik", zei de koopman, „dat ik juist hier» heen moest en ik begrijp ook, waarom je je niet verveelde. Maar wat ik niet begrijp is waarom heb je het mij niet ge* agd?" Ja, dat had Jochem niet gc* durfd. want dan kon hij toch geen chauffeur meer blijven! ,,Dat is waarempcl waar ook", zei de patroon, „maar je wilt me toch zeker wel naar Amsterdam terugbrengen! Zóó'n haast is er toch wel niet bij? Roep je aanstaanden schoonvader maar eens hier!" En na die bespreking was alles in orde i straalde Truida alsof zij de zon was, die van den weeromstuit zoowaar dwars door een dikke regenwolk heenkeek. Maar drie maanden later was Jochem chauffeur hotelhouder geworden, dat", zei de koopman, „is nu juist het onplezierige in 't leven, dat goeie dingen nooit lang zoo kunnen blijven- Maar ik moet wel zeggen: 't is een beetje mijn eigen schuld geweest. En als je een puik en rustig hotel wilt, noodig ik je uit voor een maandje bij Jochem tc.. f°gpercn we gaan er been met mijn nieuwen chauffeur, die Jochem nog niet is- Maa-r hij heet gelukkig Willem", FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 5