HAARLEM'S DAGBLAD HET TOONEEL FLITSEN ZATERDAG 10 JULI 1926 DERDE BLAD ONZE TOONEEL-DILETTANTEN (Slot). Toen ik mijn rubriek der tooneeL 'dilettanten in-September begonnen was, ontving ik een brief van een serieus tooneeldiefhebber. die er zijn vrees over uitsprak, dat deze rubriek het dilettan» tisme te Haarlem geen goed zou doen. Hij was van mecnïng, dat slechts heel weinig personen voor een bespreking in deze rubriek in aanmerking kwamen en dat de meeste dilettanten „den neus tc veel in den wind zouden steken", zoodra er in de krant een heel artikel tan hen gewijd zou worden. Mevr. Co van den BergDe Munnik. Ik hoop, dat deze belangstellende Ie* zer, nu ik met dit artikel de rubriek afsluit, er wat minder pessimistisch over zal denken. In mijn 30 artikelen heb ik in het geheel 33 dilettanten waaron» der 3 Amsterdammers en 5 IJmuidc* naars besproken. In het geheel dus 25 Haarlemsche dilettanten! Ik heb bij de keuze der personen niet uitsluitend rekening gehouden met hun capaciteit ten doch ook met hun beteékenis voor de vereeniging, waarvan zij werkend lid zijn. Er zijn Ander de Haarlemsche dilet* tanten ongetwijfeld nog wel eenigen aan te wijzen, die zeker even veel ja zelfs meer aanleg en verdienste»hebben dan sommigen der in deze rubriek bet handelde liefhebbers. Het was echter mijn bedoeling zoo veel mogelijk alle Haarlemsche tooneelvereenigingen van eenige beteekenis door 1 of meer van hun beste krachten in deze rubriek te doen vertegenwoordigen Van 10 verschillende vereenïgingen Varia uit IJmuiden meegerekend heb ik de beste dilettanten uitgezocht. Het spreekt vanzelf, dat de ecne ver* eeniging meer spelers opleverde, die voor een wat uitvoerige karakteristiek" in aanmerking kwamen dan de andere. Zelf had ik, toen ik de rubriek begon, niet gedacht, dat ik nog tot zulk een groot aantal Haarlemsche toonecldilet* tanten zou komen. Vijf en twintig.... het lijkt zeer veel, maar over zeer veel vereenigingen verdeeld, is het toch min* der dan het schijnt. Nu het seizoen is afgeloopen, lijkt mij de tijd gekomen om deze rubriek af tc sluiten, maar ik wil dit toch niet doen zonder in dit laatste artikel nog eenige dilettanten tc noemen, die bij de voorstellingen hunner vereenigingen met de door mij reeds „behandelde" het meest op den voorgrond treden. Bij Jacob van Lennep zijn dit de dames Co van den Berg— de Munnik, Groencweg en de heer Van den Berg. Mevrouw van den Berg die indertijd bij den wedstrijd te Meche* len in aan Flarden een personeelen prijs behaalde als Ada Matties heeft# vooral de aandacht getrokken door de wijze waarop zij in M ij n en D ij n het boefje speelde. Dat boefje lééfde! De echt jongensachtige manier bijvoor» beeld, waarop zij dc hagedis, die uit een zakdoek was gesprongen, op den grond achterna kroop, was heel goed. En ook het verhaal van den diefstal van de mondharmonica deed zij zeer leven» I dig, met blijkbaar gevoel voor humor. Ook haar G u s t i in De Hofslachtcr mocht er wezen. De jury in Utrecht die wel een der „lastigste" jury's ge» noemd mag worden schreef in haar zeer gedocumenteerd en serieus rapport over het spel van mevrouw van den Berg in de rol van Gusti: „De jury voelt sympathie voor haar spel in het alge= meen, voor haar doen en laten op hat tooneel, haar bewegen, zitten, spreken. Het bleek overdacht en afgestemd op de bedoeling van het stuk". En bij de laatste voorstelling van Jacob van Len» Inep toonde zij als Jannet in Riithe r» jford en Zoon, dat haar mits onder strenge en ernstige regie ook zwaardere rollen kunnen worden op» gedragen. Mevrouw Groene weg speelde -nog niet dikwijls bij Van Lennep, |maar haar spel als vrouw Henderson in Rutherford en Zoon bracht een aangc» name verrassing, niet alleen door de vrijheid van haar optreden, doch vooral door het scherp raak typeeren. Een di» lettante. die zich blijkbaar op het too» neel durft laten gaan. De heer Van den Borg is nog maar sinds kort werkend lid van an Lennep, doch toonde reeds her» haaldelijk o.a. in de ITofslacbter dat hij voor deze vereeniging een zeer bruikbaar speler is. Bij Cremcr is het mevrouw Lu» c a s, die in den laatsten, tijd hoe lan» ger hoe meer in haar emplooi op den voorgrond treedt. Zij is een dillettantd, die door haar ernst, haar uitstekende rolkennis en haar rustige manier van spelen altijd weer opvalt. Er gaat bijna geen stuk bij Cremer of zij ver» vult er een belangrijke rol in en baast nooit stelt zij teleur. Voor een regisseur een allerprettigste kracht om mee te werken. Ik behoef hier maar aan haar Geesje in D e D s t e 1 en vrouw Schat in De Kleine Apos» t e 1 te herinneren om slechts twee rollen te noemen en alle Cremerle» den zullen hot met mij eens zijn, wan» neer ik zeg, dat zij zee-r moeilijk in het vertrouwde ensemble van onze Ko* nlnklijke Letterlievende Vereeniging gemist zou kunnen worden. Voor type»rollcin heeft mej. S t r o e t» hof uit Amsterdam zich bij Cremer een zeer te waardeeren kracht ge» toond hoe goed bijvoorbeeld was zij als de geëxalteerde juffrouw in D e Knorrepot terwijl de'heer Her» man Smits in het komische genre nu en dan ik denk bijvoorbeeld •aan zijn Houwik in Het Gene» raalsvTOuwtje verdienstelijk werk heeft verricht. De heer Gerard de Ha a s zou zeker als een der beste krachten van het Haarlemscb dikt» tantendooncel voor een afzonderlijk artikel in aanmerking zijn gekomen. Hij neemt als acteur bij Cremer een vooraanstaande plaats ,in en toont zich een met 'n mooie stem begaafd speler, die ver boven de middenmaat uitgaat, wat hij voor een groot deel ook dankt aan de uitstekende oefenschool, die hij naast acteurs als Nico de Jong, Louis Ohrispijn en Cees Luxeur een jaar bij het beroepstoomeel heeft door» gemaakt. Dat ïk aan hem geen afzon» derlijlk artikel wijdde is dan ook al» leen omdat hij eigenlijk buiten, het ka» der van de rubriek valt. Bij Haarlem's Tooneel is het de heer Stolk, die herhaaldelijk in rollen van het tweede plan is opgeval» len. In type»rollen heeft de heer Stolk soms zeer goed werk verricht. De bes» te rol, die ik mij van hem herinner, was wed Markus in Lentewolken, welk oud heertje hij indertijd met wer» kelijk talent heel fijntjes speelde. Ook o e t e toonde hij als Frans, welk een beproefde kracht hij voor zijn ver eeniging is. Dat de heer Juk voorloopig niet meer bij Haarlem's Tooneel zal kun* ■spelen, zal zeker door de leden dier vereeniging ten zeerste worden betreurd. Juist in Boete had hij nog getoond, een belangrijke speelrol te kunnen dragen. En in hetzelfde stuk was het mevrouw S e to d i n i, die in de rol van Dora bewijzen gaf, Bat zij mits goed geleid een der beste jonge vrouwen van het Haarlcmsch ddlettanteriïtoonecl kan worden. Reeds nu toonde zij vele benijdenswaardige eigenschappen voor dit moeilijk cm» plooi: een knap, aardig toonechfiguur» tje, temperament.dat nu en dan nog wat ongebreideld is een prettige vrijheid en durf op het tooneel en een goede dictie. De „jonge vrouw" in N i e u w L e v e n is mevrouw V o s s h a r d D ij k s t r a. Ook mevrouw Vosshard is een knappe tooneelvcrschijning cn het is in haar spel altijd' duidelijk te zien, dat zij veel werk van haar rollen maakt. Wanneer haar spel wat natuur» lijker, wat minder gemaniereerd wordt, zal zij op den duur voor Nieuw Leven een zeer goede kracht kunnen worden- Zij gaat in den laatsten tijd zeer voor» uit en het was mij een genoegen in Aan F 1 a r de n te kunnen con» VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 636 Wanneer |e je pas op je mooist hebt uitgedoscht voor een zeer speciale gelegenheid en je ouders trachten het effect geheel te bederven met overschoenen en een parapluie. (Nadruk verboden) ik ben vrij... En als ilk niet wil, dan wil ik niet! Om de kosten hoef je het tooh niet te laten, teemde moeder, zoo duur komt het niet... we kunnen desnoods onze costuums zelf maken, enne.... Wat bet moet kosten kan me niet schelen, viel de heer Boilers kwaad in, geld speelt geen rol... Maar 'k ben n'iet van plan me als een malle kwibus te gaan verkleeden in 't een of andere harlekijnspakkie! Hoeft niet vader! betoogde Hen» riëtte, je kunt in een domino gaan. dat dpen wel meer ouwe heeren.... dat is een heel gemakkelijk costuum.... kan over u colbert heen.... leuk, hé? Ik denk er niet aan, bromde vader, de mallilglheid gaat hier in huis al ver genoeg..... ik zal wijzer zijn om er niet aan mee te doen buiten de deur. De familie Boilers woonde sedert eenige maanden in de stad, nadat zij jaren in een kleine stad, in een tui,ft: bouwstree'k had gewoond. "Boilers zelf voelde niiets voor het stadsleven, was hier alleen komen wonen op verzoek van vrouw en dochter, die snakten oritslagem te worden van het kleine: 9tadsgedöe, teneinde zich eens in meer geciviliseerde kringen te kunnen bewc* gen. Boilers hield meer van het land en het dorpsleven. Zonder juist boer te zijn geweest, had hij de centen ver» diend aan artikelen van land» en tuin* bouw. Als tus9chenhamdelaar in alle mogelijke koolsoorten, kocht en ver» zond hij die naar verschillende streken in binnen» en buitenland. Duizenden wagons kool had hij uitgevoerd in zijn werkzaam leven als kool»grossier. En hij had er flink aan verdiend ook. Ja» wel, hij had den gouden tijd, die nog niet zoover achter den rug ligt, mee» gemaakt, dagen waarop voor een kool van de gewone soort grif dertig cent en meer werd 'betaald, maar dat hij over het algemeen goede zaken deed, had hij, behalve aan een beetje geluk, toch voornamelijk aan een actief en werkzaam leven te danken. En uitgaan deed hij weinig; mocht hij zich op, zijn vele zakenreizen in het buitenland, wel eens schadeloos stellen voot het gemis aan genot op het platte land, gewoon» lijk vond hij meer genoegen in zijn da» gelijksche beslommeringen. En nu hij de zaken aan kant had gedaan, tracht» tc hij zijn beschikbaren tijd in huise» lijken kring nuttig te maken. Vrouw en dochter hielden echter meer van de genoegens, die in de stad kunnen wor* den gesmaakt, en lieten niet gaarne een gelegenheid tot vermaak voorbij gaan, vooral daar zoo a ls Boilers zelf had toegegeven, het geld er immers voor disponibel was. Dit kon den ex» koolhandelaar niet schelen, wanneer ze hem maar vrijlieten en hij van die ver» schillende concerten, uitvoeringen en bals maar "verschoond bleef. En het gaan naar een gemaskerd bal leek hem het allerdwaaste, dat een merïsch in zijn leven kon ondernemen. Henriëtte, die als eenig dochtertje een weinig te zwak was opgevoed, was dol op aller» lei pretjes, en ofschoon tot nog toe in dorpskringen te hebben verkeerd, deed ze, sedert ze in de stad woonde, vol» strekt niet onder voor haar moderne zusjes van de hedendaagsche genera» tie., zij wist daarbij steeds steun tc krijgen van haar moeder, die zich nog jong genoeg achtte om niet thuis te blijven. Zij hadden het beiden weten te bewerken, dat papa ten slotte, al was het dan voor eenen keer, met vrouw en dochter naar het bahmasqué zou gaan. In een rooden domino gestoken was het Boilers al zeer gemakkelijk ge» maakt, hij zag er vrij gewoon, althans niet als een hansworst uit, vondrie. Jettie had zich een kostbaar costuum als barem»dame gekozen, terwijl me* vrouw Boilers als markiezin was ge* kleed. Met een auto gebracht naar dc groote concertzaal, waar het bal zou plaats hebben, kwam de familie Bol» Iers -daar rijkelijk vroeg aan, maar toch waren er reeds vele gemasiker» den, in bonte verscheidenheid. Naar* mate het later werd nam het aantal feestvierenden meer en meer toe. Het werd een gewirwar van allerlei sohil» dierachtige, en eenige hoogst eigenaar» dige costuums. Men zag er vorsten en edellieden, zoowel als bedelaars, in kleederdrachten xan verschillende na» tionaliteit; pierrots en pierrettes en domino's warrelden in luidruchtige la» waaiachtige stemming dooreen. Van de electrische kronen straalde een weel» derig licht op een rijkdom van kleu» ren en me taal schittering van de ge* costumeerden. Een zoetvloeiende mu* z.'ck, afgewisseld door de bombastische van een Jazzbald, hield de stem» minig er in. De heer Boilers vond er aanvankelijk toch weinig aan, hij begreep niet'wat de menschen daar nou voor aardig» heid aan hadden. Vrouw en dochtpr waren spoedig uit het gezicht, maar dit was geen bezwaar, hij zou ze respec» tievelijk ls markiezin en harem»dame, uit honderden herkend hebben, ind'ien het noodiig was ze te vinden. Ook zij zouden wederkeering hem gemakkelijk herkennen. Zijn figuur in rooden do* mi no viel onmiddellijk op. Toen hij na verloop van eenigen tijd lusteloos tegen een pilaar geleund, het feestrumoer van dien uitbundig vroo* lijken troep gade sloeg, werd hij op» eens aangesproken door een eer" .."..r* dig man, met langen baard, volgens het costuum een sheik voorstellend, die belangstellend informeerde, of dc heer Boilers zich wel amuseerde. Na» dat deze eerlijk had bekei»d, dat dit maar dunnetjes was, verklaarde de sheik, dat hij dit wel begreep: hij ken» de dat: met vrouw en Waarschijnlijk met kinderen uit, noodzakelijk kiwaad, costuum eenvoudig, roode domino, ge* makkelijk dat was het doel van een baUmasqué niet. Hij stelde voo-r een glas champagne te gaan drinken, en toen ze bij het buffet aan een tafeltje waren gezeten, deelde hij kort daarop mee, helaas verder geen tijd meer te hebben langer te blijven, hij moest gaan. Maar als de heer Boilers soms gebruik wilde maken van zijn Sheik* costuum, teneinde, onbekend voor vrouw en dochter, eens iets meer te zien en te genieten van het bal*mas« qué, dan stelde de onbekende heer gaarne zijn costuum voor den heer Boilers ter beschikking. Hij zou het dan in een kleedkamertje naast het buffet deponeeren. Boilers kon het daar aantrekken, zoo hij wilde, en het straks weer verwisselen voor zijn too»» den domino. Na het verdwijnen van den Sheik, ging Boilers zich eenige oogenblikken later toch eens overtuigen of het oos» tuum in het bewuste kamertje aanwe* zig zon zijn. En inderdaad het lag er geheel compleet op een stoel, met den lapgen baard er boven op. Het avon* tuur trok Boilers wel ecnigszins aan. Zop werkelijk geheel onkenbaar voor vrouw en dochter, door de zaal te wandelen had wel eenige aantrekke* lijkheid. En het costuum van den Sheik was ook zeer gemakkelijk in de behandeling. Eer hij het goed besefte, had hij den rooden domino uitgetrok» ken en den witten mantel van den Sheik omgedaan; de baard en de tul* band gaven een geheel ander hoofd te zien, zelfs zonder masker zou zijn familie hem niet herkennen. Nu hij voor de zijnen totaal een vreemde was gewórden, stapte hij wel» dra kordaat als Sheik door de zaaLHet zou nu wel leuk zijn, zijn echtgcnoote eens aan te spreken, dacht hij .Voor de grap natuurlijk, want hij wantrouwde haar in het minst niet. Daar draaide zij hem voorbij, zij danste met een Poolsch edelman. En daar zag hij Henriëtte aan den arm van een Indischcn prins. Toen hij haar strijkelings passeerde hoorde hij juist dat Jet toestemde in een afspraakje van don prins op morgen. Zoo! Dat had hij nu eens fijn afgeluisterd. Zijn vrouw was intusschen met haar edel* man uit Polen naar de zijgalerij gegaan, waar ze genoeglijk plaats namen op 'n divan, verscholen door palmen en groen. Wie was die Pool, .dit moest hij toch eens uitvorschep. Hij trachtte, door te gaan zitten op de andere zijde van den divan, die door een hoogen rug in twee zitvlakken was verdeeld, te probeeren iets van het gesprek op te vangen. Doch ternauwernood had hij zióh tot luisteren gezet, of hij zag door de poortvormige opening van de zij* galerij verschijnen twee ongemaskerde mannen in burgerkleeding. Zij wierpen onmiddellijk zoekende blikken in at* FEUILLETON DOOR EIGEN KRACHT Uit 't Duitscb. 22) „De kinderen liegen niet!" „Net zoo min als je brave opzichter Upsen, even weinig als j j zelf, jij waar» heidslievende vader! Maar waartoe dient die vraag, ben je soms jaloersch op neef Wolfgang?" „In elk geval zal ik niet dulden, dat je door een overgroote vriendelijkheid, tegenover em, je goeden naam cn daar* mee den mijnen, in gevaar brengt". „Ik zal ook zonder je vermaning m'n goeden naam weten te bewaren. Had ik misschien Wolfgang koel en vormelijk moeten ontvangen? Je was immers zelf tegenover hem, werkelijk onvergelijke* lijk beminnelijk. Met welk doel heb je hem voorgelogen, dat m'n arme oom. bij het afscheid vroolijk en welgemoed was geweest?" „Houd je tong in bedwang!" riep Funk driftig uit. „Ik lieg .looit! Hij was inderdaad heel goed geluimd, en alleen door je onverdragelijken geest van te* genspraak. beweer je 't tegendeel". Hermine haalde verachtelijk haar 6chouders op. „Waarom speel je ook tegenover,mij ccmedie. Mij kan je daar door niet bedriegen, maar ik zou gaarne weten waarom je eigenlijk gelogen hebt?" „Ik heb niet gelogen. Brandenberg was in de beste luim, juist doordat hij 't was, is 't het beste bewijs dat ik hem niet tot betalen gedrongen heb. niet misschien in den dood heb gedreven". „Zoo, nu begrijp ik je. Om dit te kunnen bewijzen, is 't natuurlijk noo» dig dat oom ons zielsvergenoegd heeft verlaten. Daarom ook die beminnelijk* heid, tegen je zoo gehaten neef, op wien je jaloersch bent, daarom .ook jc zonderlinge lankmoedigheid, waarjnee je nog wekenlang wilt wachten op dc uitbetaling van 't kapitaal. Nu*begrijp ik 'n heeïeboel". „Hermine, ik waarschuw je! Wek m'n drift niet op". „Bah, ik veracht je bedreiging. Daar we ons allebei nu eens zoo duidelijk uitspreken, wil ik je ook eens waar» schuwen. Bedenk goed, dat we niet in gemeenschap van goederen gehuwd zijn, dat ik je. wel is waar. de vol» macht heb gegeven, om mijn eigendom voor me "in ontvangst te nemen, maar niet de volmacht, 't naar je believen te gebruiken voor de betaling van je schulden. Je zult goed doen. mijn drift niet op te wekken. Ik geloof, meneer von Funk, dat we elkaar nu begrijpen. Wees zoo goed mijn boek op tc rapen, stateeren, dat zij juist op die laatste voorstelling veel maniertjes had afge» leerd en zich zelf in die rol overtrof. Het zou mij niet verwonderen, als in de toekomst ook mevrouw H a a z e» voet die in Aan Flarden met zoo'n begrip Jeanne Kalstra speelde, een zeer goede kracht voor Nieuw Leven zal worden. Voor de vereeniging „Door In» spanning Uitspanning is de voorzitter, dc heer H o e b e n ongetwijfeld de stuwkracht. Wat de heer Hoebcn voor zijn vereeniging be* toekent, heb ik indertijd in mijn artikel over zijn jubileum reeds uitvoerig ge* schreven. Als speler valt hij op door zijn rustige manier van spelen. Alleen is het niet te ontkennen, dat hij altijd zich zelf blijft, vooral wanneer hij jonge rollen vervult. Variatie geeft hij wei* nig. Ik meen dan ook. dat de heer lloeben verstandig zal doen langzamer» hand de jeune prcmicrrollen die hem niet liggen aan jongere krachten over 1c dragen. Met zijn routine zal hij voor zijn vereeniging in oudere rollen zeker ook als speler nog heel veel kunnen doen. Onder de dames was het vooral mej- Ram, die bij D. I. U. in den laat* sten tijd opviel door de aardige wijze, waarop zij de ingénuc»rollen speelde. Vooral in Sint Jansvuur gaf zij iets goeds, zoodat wij bij haar van een be» lofte voor de toekomst mogen spreken- Natuurlijk zouden er nog wel eenige dilettanten zooals de heer Wouda bij D. I. U-. de heeren Muylacrt en Van Dongen bij Haailcm'sTooneel, de heeren Van den Berg cn Zandberg bij Van Lennep, de heer Kroes bij Tonevo en dc heer Hirs bij Cremer te noemen zijn, die zich onderscheiden door rou* tine, gemakkelijkheid om zich op het tooneel te bewegen of typeertalent, maar mijn bedoeling was alleen de bes» ten onder de Haarlemsche dilettanten in deze artikelen naar voren te bren» gen. Mocht ik er eenigen vergeten heb» ben, die meenen, dat zij eerder voor een „eervolle vermelding" of een afzon» dcrlijke bespreking in aanmerking ko» men dan de in deze rubriek genoemden niets zal mij aangenamer zijn dan dit in het volgende seizoen bij de voor» stellingen te mogen constateeren. En wanneer het waar mocht zijn, dat eeni» gen der dames en heeren tooneeldilet» tanten door deze rubriek „met den neus in den wind zijn gaan loopen" laten die dan bedenken, dat zelfs dc beste dilettanten nog maar leerlingen zijn op het moeilijke pad van de kunst en vergeleken bij dc werkelijke groo» ten slechts dwergjes genoemd kun* nen worden. Wie -dat niet beseft, toont dat hij een dilettant is in den slecht» sten zin van het woord. J. B. SCHUIL. DE SHEIK. door SBMON MOS. Een slag met dc voordeur,1 gevolgd door rumoerig leven in de gang, deed de beide -aanwezigen in de kamer op* schrikken. Daar is Jetty! zei moeder, even opkijkend tot ha;ar man die aan de an* dere zijde van de tafel zat en de krant las. V.adcr liet het blad een weinig zak* ken, keek er grimmig overheen en mopperde: Natuurlijk!.., Dat kan niemand anders dan Jet zijn. Onderwijl werd de kamerdeur open» gegooid en Henriëtte, de eenige doch» ter va.n het echtpaar Boilers, trad ru» moerig binnen. Daag! groette ze amicaal, en' wierp hoed en mantel op een stoel. iMoet dat hier? vroeg de heer Bol* Iers op 'bar schen toon, hang het aan den kapstok in de gang! Ik ga zóó weer uit, papa!.. M'n jas kan daar wel zoo lang blijven... Ik kwam maar even vertellen., dat de Meyer's ook gaan. Wat gaan? vroeg vader, die al weer lezende was, min of meer ab» sent. Naar het babmasqué natuurlijk, antwoordde Jetty. Nu zouden wij zoo ongeveer de eenige familie zijn die niet ging... Dus paps!"' Wij gaan. óók, hè?... U zult eens zien hoe leuk het is.... 't Zal u best meevallen. Ze ging achter den stoel van haar vader staan, sloeg haar beide handen om zijn hoofd, bracht dit een weinig achterover en drukte een kus op zijn voorhoofd. U kunt er niet meer af, vadertje! lachte ze. Wij kunnen toch niet thuis blijven, als alle anderen er heen gaan. Nee, dat is ook zoo! viel moeder bij. Wij kunnen ons toch niet van al» les onthouden, Willem!.... Praatjes! onderbrak vader, klets» koek. anders niks!.... Wat andere men* schen doen moeten zij weten... Waar» schijnlijk zijn ze het aan een of ander verplicht... maar daar heb ik maling an.... ik heb met niemand te maken... dat in de hitte van 't gesprek op den grond is gevallen". Funk had, met op elkaar geklemde tanden, de woorden van z'n vrouw aan» gehoord: toen ze nu geëindigd had keek hij haar aan met 'n woedenden blik. Het boekte raapte hij niet op, maar hij gaf haar ook geen antwoord en verliet vlug de tuinkamer, terwijl 'n hoonend lachje hem achterna klonk. X. „Gelukkig, dat u eindelijk komt, ik wacht u al met smart gedurende een uur". De gezondheidsraad Wolf verwei» komde Wolfgang, met deze woorden, die juist van z'n bezoek van Dahlwitz terugkwam en vervolgde vlug: „Er is, gelukkig, in den toestand van mevrouw uwe moeder, een verbetering ingetre* den. Elk gevaar is nu geweken, alleen heeft de patiënte nog de grootste rust noodig. Ik verzoek u dus, tegenover haar, zoo kalm mogelijk te zijn. Dc zieke zat, half overein, in bed: haar wangen waren heel rood en hare oogen schitterden met 'n kocrtsachti» gen glans. Bij den aanblik echter van haar zoon, vloog er een lachje over haar gezicht cn toen nu Wolfgang voor haar bed knielde, en zij haar armen om z'n hals .sloeg en hem teeder kuste, terwijl heete tranen over haar wangen rolden, verdween de koortsachtige gloed in haar oogen, zij werd rustiger en volgde de aanmaning van den dok» ter, om te gaan liggen. Toen hij echter verlangde dat zij, nu ze haar zoon had gezien, zou gaan liggen en .probeeren te slapen, schudde ze zacht haar hoofd: „U meent 't goed, dokter, maar ik kan niet weten of m'n gedachten met spoe* dig weer verward zullen zijn: op 't oogenblik kan ik helder denken, en dien tijd moet ik waarnemen. Laai u me met mijn zoon alleen". „Moeder, denk toch „Als je niet wilt dat die weigering me zou dooden, spreek me dan niet tegen! Ik kan niet kalm worden eer m'n hart bevrijd is". Hoofdschuddend verliet dc dokter de ziekenkamer. Juffrouw Stern volgde hem. cn Wolfgang bleef alleen met z'n moeder achter. „Arme Wolfgang!" fluisterde ze. ..Dat we*elkaar zoo terug moeten zien". Hoe gaarne zou ik m'n hartebloed ge» ven om je gelukkig te maken, en nu moet ik 't zijn die je levensgeluk ver* nietigt". „Ga niet doo^, moeder! Ik smeek u, wind u niet op!' ,,'t Moet. Hoe vreeselijk zwaar 't me ook valt, moet ik toch den plicht ver» vullen, dien ik, tegenover je vader, op me heb genomen. Eenige dage.i geleden wanneer 't was, weet ik niet meer, se» j dert ik 't bewustzijn verloor heb ik geen idee meer van den tijd, heeft hij in de grootste wanhoop z'n hart voor me uitgestort. Ik wist al lang dat hij door zware zorgen gedrukt werd, maar toch vermoedde ik niet hoe zwaar ze waren, tot hij me eindelijk zijn heele ongeluk toevertrouwde". „Ik smeek u, moeder, bespaar u dc herhaling van die treürige mededeelin* gen. Ik weet alles van oom Friihberg". „Weet je alles? Ook dat hem ont* eèring wachtte, dat hij, "t is vreeselijk om 't te moeten zeggen, Hermine's vermogen voor z'n speculaties had ge» brukt. en dat gij, om het opgeëischte kapitaal terug te betalen, wederrechte* lijk 't bosch van Sebenfeld heeft ver* kocht?" „Ook dit weet ik. Vandaag was ik al in Dahlwitz om Funk mee te deelen, dat ik de verplichting van vader op me zou nemen. Mijn eigen vermogen is voldoende om dit te dekken. U kunt gerust zijn, moeder, van dezen kant dreigt er geen gevaar voor vader's eer. Funk en Hermine hebben beiden, met de grootste bereidwilligheid, verklaard, dat ze gaarne veertien dagen, en zelfs langer, zullen wachten op de uitbeta» ling van 't geld". De barones keek haar zoon verwon* derd aan. „Ik begrijp je niet", zei ze. „Vader heeft, in elk geval, Hermine's geld uitbetaald; h'i heeft immers daar» toe 't bosch van Sebenfeld verkocht",1 DE WERELD OP Z'N ERGST „Hij heeft 't. helaas niet betaald, en het voor 't Sebenfelder bosch ontvan* gen geld, zeker dadelijk weer voor een nieuwe speculatie gebruikt". „Dat begrijp ik niet. Heb ik dan m'n geheugen verloren? Ik weet zeker dat hij me uitdrukkelijk heeft gezegd: mor* genochtend ga ik naar Dahlwitz om 't geld van Hermine aan Funk te over» handigen. Ik hoop nog steeds dat hij 't niet aan zal nemen, als ik hem open» •■irtig vertel, welke vreeselijke offers de uitbetaling me kost cn dat ik hem, binnen hoogstens veertien dagen, zeker kan voldoen.*Laat hij me 't geld hou* den, dan kan ik 't verkoopen van 't bosch van Sebenfeld te niet doen en dan ben ik gered. Kan ik dit niet, dan is mijn eer verloren cn dan hij sprak 't niet uit wat hij dan van plan was, maar ik las 't op z'n. door smart, verwrongen gezicht en toen de men» schen hem daarna dood op 't kasteel brachten, toen wist ik wat er gebeurd was dat Funk z'n oom geweigerd had. en hem den dood in gedreven". „Oom Friihberg is van dezelfde mee» niqg, maar hij is er ook van overtuigd, dat vader het. voor 't Sebenfelder bosch ontvangen geld, heeleinaal niet aan Funk kan hebben aangeboden, om» dat hij 't den avond voor zijn dood al niet meer bezat, maar gebruikt had voor nieuwe speculaties". (Wordl vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9