HAARLEM'S DAGBLAD
HET TOONEEL
FLITSEN
ZATERDAG 10 JULI 1926 DERDE BLAD
ONZE TOONEEL-DILETTANTEN
(Slot).
Toen ik mijn rubriek der tooneeL
'dilettanten in-September begonnen was,
ontving ik een brief van een serieus
tooneeldiefhebber. die er zijn vrees over
uitsprak, dat deze rubriek het dilettan»
tisme te Haarlem geen goed zou doen.
Hij was van mecnïng, dat slechts heel
weinig personen voor een bespreking in
deze rubriek in aanmerking kwamen
en dat de meeste dilettanten „den neus
tc veel in den wind zouden steken",
zoodra er in de krant een heel artikel
tan hen gewijd zou worden.
Mevr. Co van den BergDe Munnik.
Ik hoop, dat deze belangstellende Ie*
zer, nu ik met dit artikel de rubriek
afsluit, er wat minder pessimistisch over
zal denken. In mijn 30 artikelen heb ik
in het geheel 33 dilettanten waaron»
der 3 Amsterdammers en 5 IJmuidc*
naars besproken. In het geheel dus
25 Haarlemsche dilettanten! Ik heb bij
de keuze der personen niet uitsluitend
rekening gehouden met hun capaciteit
ten doch ook met hun beteékenis voor
de vereeniging, waarvan zij werkend lid
zijn. Er zijn Ander de Haarlemsche dilet*
tanten ongetwijfeld nog wel eenigen
aan te wijzen, die zeker even veel ja
zelfs meer aanleg en verdienste»hebben
dan sommigen der in deze rubriek bet
handelde liefhebbers. Het was echter
mijn bedoeling zoo veel mogelijk alle
Haarlemsche tooneelvereenigingen van
eenige beteekenis door 1 of meer van
hun beste krachten in deze rubriek te
doen vertegenwoordigen
Van 10 verschillende vereenïgingen
Varia uit IJmuiden meegerekend
heb ik de beste dilettanten uitgezocht.
Het spreekt vanzelf, dat de ecne ver*
eeniging meer spelers opleverde, die
voor een wat uitvoerige karakteristiek"
in aanmerking kwamen dan de andere.
Zelf had ik, toen ik de rubriek begon,
niet gedacht, dat ik nog tot zulk een
groot aantal Haarlemsche toonecldilet*
tanten zou komen. Vijf en twintig....
het lijkt zeer veel, maar over zeer veel
vereenigingen verdeeld, is het toch min*
der dan het schijnt.
Nu het seizoen is afgeloopen, lijkt
mij de tijd gekomen om deze rubriek af
tc sluiten, maar ik wil dit toch niet
doen zonder in dit laatste artikel nog
eenige dilettanten tc noemen, die bij de
voorstellingen hunner vereenigingen
met de door mij reeds „behandelde"
het meest op den voorgrond treden.
Bij Jacob van Lennep
zijn dit de dames Co van den Berg—
de Munnik, Groencweg en de heer Van
den Berg. Mevrouw van den Berg
die indertijd bij den wedstrijd te Meche*
len in aan Flarden een personeelen
prijs behaalde als Ada Matties heeft#
vooral de aandacht getrokken door de
wijze waarop zij in M ij n en D ij n
het boefje speelde. Dat boefje lééfde!
De echt jongensachtige manier bijvoor»
beeld, waarop zij dc hagedis, die uit
een zakdoek was gesprongen, op den
grond achterna kroop, was heel goed. En
ook het verhaal van den diefstal van
de mondharmonica deed zij zeer leven» I
dig, met blijkbaar gevoel voor humor.
Ook haar G u s t i in De Hofslachtcr
mocht er wezen. De jury in Utrecht
die wel een der „lastigste" jury's ge»
noemd mag worden schreef in haar
zeer gedocumenteerd en serieus rapport
over het spel van mevrouw van den
Berg in de rol van Gusti: „De jury voelt
sympathie voor haar spel in het alge=
meen, voor haar doen en laten op hat
tooneel, haar bewegen, zitten, spreken.
Het bleek overdacht en afgestemd op
de bedoeling van het stuk". En bij de
laatste voorstelling van Jacob van Len»
Inep toonde zij als Jannet in Riithe r»
jford en Zoon, dat haar mits
onder strenge en ernstige regie ook
zwaardere rollen kunnen worden op»
gedragen.
Mevrouw Groene weg speelde
-nog niet dikwijls bij Van Lennep,
|maar haar spel als vrouw Henderson in
Rutherford en Zoon bracht een aangc»
name verrassing, niet alleen door de
vrijheid van haar optreden, doch vooral
door het scherp raak typeeren. Een di»
lettante. die zich blijkbaar op het too»
neel durft laten gaan.
De heer Van den Borg is nog
maar sinds kort werkend lid van
an Lennep, doch toonde reeds her»
haaldelijk o.a. in de ITofslacbter
dat hij voor deze vereeniging een
zeer bruikbaar speler is.
Bij Cremcr is het mevrouw Lu»
c a s, die in den laatsten, tijd hoe lan»
ger hoe meer in haar emplooi op den
voorgrond treedt. Zij is een dillettantd,
die door haar ernst, haar uitstekende
rolkennis en haar rustige manier van
spelen altijd weer opvalt. Er gaat
bijna geen stuk bij Cremer of zij ver»
vult er een belangrijke rol in en
baast nooit stelt zij teleur. Voor een
regisseur een allerprettigste kracht om
mee te werken. Ik behoef hier maar
aan haar Geesje in D e D s t e 1 en
vrouw Schat in De Kleine Apos»
t e 1 te herinneren om slechts twee
rollen te noemen en alle Cremerle»
den zullen hot met mij eens zijn, wan»
neer ik zeg, dat zij zee-r moeilijk in het
vertrouwde ensemble van onze Ko*
nlnklijke Letterlievende Vereeniging
gemist zou kunnen worden.
Voor type»rollcin heeft mej. S t r o e t»
hof uit Amsterdam zich bij Cremer
een zeer te waardeeren kracht ge»
toond hoe goed bijvoorbeeld was zij
als de geëxalteerde juffrouw in D e
Knorrepot terwijl de'heer Her»
man Smits in het komische genre
nu en dan ik denk bijvoorbeeld
•aan zijn Houwik in Het Gene»
raalsvTOuwtje verdienstelijk
werk heeft verricht. De heer Gerard
de Ha a s zou zeker als een der beste
krachten van het Haarlemscb dikt»
tantendooncel voor een afzonderlijk
artikel in aanmerking zijn gekomen.
Hij neemt als acteur bij Cremer een
vooraanstaande plaats ,in en toont zich
een met 'n mooie stem begaafd speler,
die ver boven de middenmaat uitgaat,
wat hij voor een groot deel ook dankt
aan de uitstekende oefenschool, die hij
naast acteurs als Nico de Jong,
Louis Ohrispijn en Cees Luxeur een
jaar bij het beroepstoomeel heeft door»
gemaakt. Dat ïk aan hem geen afzon»
derlijlk artikel wijdde is dan ook al»
leen omdat hij eigenlijk buiten, het ka»
der van de rubriek valt.
Bij Haarlem's Tooneel is het
de heer Stolk, die herhaaldelijk in
rollen van het tweede plan is opgeval»
len. In type»rollen heeft de heer Stolk
soms zeer goed werk verricht. De bes»
te rol, die ik mij van hem herinner,
was wed Markus in Lentewolken,
welk oud heertje hij indertijd met wer»
kelijk talent heel fijntjes speelde. Ook
o e t e toonde hij als Frans, welk
een beproefde kracht hij voor zijn ver
eeniging is.
Dat de heer Juk voorloopig niet
meer bij Haarlem's Tooneel zal kun*
■spelen, zal zeker door de leden
dier vereeniging ten zeerste worden
betreurd. Juist in Boete had hij nog
getoond, een belangrijke speelrol te
kunnen dragen. En in hetzelfde stuk
was het mevrouw S e to d i n i, die in
de rol van Dora bewijzen gaf, Bat zij
mits goed geleid een der beste
jonge vrouwen van het Haarlcmsch
ddlettanteriïtoonecl kan worden. Reeds
nu toonde zij vele benijdenswaardige
eigenschappen voor dit moeilijk cm»
plooi: een knap, aardig toonechfiguur»
tje, temperament.dat nu en dan nog
wat ongebreideld is een prettige
vrijheid en durf op het tooneel en een
goede dictie.
De „jonge vrouw" in N i e u w
L e v e n is mevrouw V o s s h a r d
D ij k s t r a. Ook mevrouw Vosshard
is een knappe tooneelvcrschijning cn
het is in haar spel altijd' duidelijk te
zien, dat zij veel werk van haar rollen
maakt. Wanneer haar spel wat natuur»
lijker, wat minder gemaniereerd wordt,
zal zij op den duur voor Nieuw Leven
een zeer goede kracht kunnen worden-
Zij gaat in den laatsten tijd zeer voor»
uit en het was mij een genoegen in
Aan F 1 a r de n te kunnen con»
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 636
Wanneer |e je pas op je mooist hebt uitgedoscht voor
een zeer speciale gelegenheid en je ouders trachten
het effect geheel te bederven met overschoenen en
een parapluie.
(Nadruk verboden)
ik ben vrij... En als ilk niet wil, dan wil
ik niet!
Om de kosten hoef je het tooh
niet te laten, teemde moeder, zoo duur
komt het niet... we kunnen desnoods
onze costuums zelf maken, enne....
Wat bet moet kosten kan me niet
schelen, viel de heer Boilers kwaad
in, geld speelt geen rol... Maar 'k ben
n'iet van plan me als een malle kwibus
te gaan verkleeden in 't een of andere
harlekijnspakkie!
Hoeft niet vader! betoogde Hen»
riëtte, je kunt in een domino gaan.
dat dpen wel meer ouwe heeren.... dat
is een heel gemakkelijk costuum.... kan
over u colbert heen.... leuk, hé?
Ik denk er niet aan, bromde vader,
de mallilglheid gaat hier in huis al ver
genoeg..... ik zal wijzer zijn om er
niet aan mee te doen buiten de deur.
De familie Boilers woonde sedert
eenige maanden in de stad, nadat zij
jaren in een kleine stad, in een tui,ft:
bouwstree'k had gewoond. "Boilers zelf
voelde niiets voor het stadsleven, was
hier alleen komen wonen op verzoek
van vrouw en dochter, die snakten
oritslagem te worden van het kleine:
9tadsgedöe, teneinde zich eens in meer
geciviliseerde kringen te kunnen bewc*
gen.
Boilers hield meer van het land en
het dorpsleven. Zonder juist boer te
zijn geweest, had hij de centen ver»
diend aan artikelen van land» en tuin*
bouw. Als tus9chenhamdelaar in alle
mogelijke koolsoorten, kocht en ver»
zond hij die naar verschillende streken
in binnen» en buitenland. Duizenden
wagons kool had hij uitgevoerd in zijn
werkzaam leven als kool»grossier. En
hij had er flink aan verdiend ook. Ja»
wel, hij had den gouden tijd, die nog
niet zoover achter den rug ligt, mee»
gemaakt, dagen waarop voor een kool
van de gewone soort grif dertig cent
en meer werd 'betaald, maar dat hij
over het algemeen goede zaken deed,
had hij, behalve aan een beetje geluk,
toch voornamelijk aan een actief en
werkzaam leven te danken. En uitgaan
deed hij weinig; mocht hij zich op, zijn
vele zakenreizen in het buitenland, wel
eens schadeloos stellen voot het gemis
aan genot op het platte land, gewoon»
lijk vond hij meer genoegen in zijn da»
gelijksche beslommeringen. En nu hij
de zaken aan kant had gedaan, tracht»
tc hij zijn beschikbaren tijd in huise»
lijken kring nuttig te maken. Vrouw en
dochter hielden echter meer van de
genoegens, die in de stad kunnen wor*
den gesmaakt, en lieten niet gaarne
een gelegenheid tot vermaak voorbij
gaan, vooral daar zoo a ls Boilers zelf
had toegegeven, het geld er immers
voor disponibel was. Dit kon den ex»
koolhandelaar niet schelen, wanneer ze
hem maar vrijlieten en hij van die ver»
schillende concerten, uitvoeringen en
bals maar "verschoond bleef. En het
gaan naar een gemaskerd bal leek hem
het allerdwaaste, dat een merïsch in
zijn leven kon ondernemen. Henriëtte,
die als eenig dochtertje een weinig te
zwak was opgevoed, was dol op aller»
lei pretjes, en ofschoon tot nog toe in
dorpskringen te hebben verkeerd, deed
ze, sedert ze in de stad woonde, vol»
strekt niet onder voor haar moderne
zusjes van de hedendaagsche genera»
tie., zij wist daarbij steeds steun tc
krijgen van haar moeder, die zich nog
jong genoeg achtte om niet thuis te
blijven. Zij hadden het beiden weten
te bewerken, dat papa ten slotte, al
was het dan voor eenen keer, met
vrouw en dochter naar het bahmasqué
zou gaan.
In een rooden domino gestoken was
het Boilers al zeer gemakkelijk ge»
maakt, hij zag er vrij gewoon, althans
niet als een hansworst uit, vondrie.
Jettie had zich een kostbaar costuum
als barem»dame gekozen, terwijl me*
vrouw Boilers als markiezin was ge*
kleed.
Met een auto gebracht naar dc
groote concertzaal, waar het bal zou
plaats hebben, kwam de familie Bol»
Iers -daar rijkelijk vroeg aan, maar
toch waren er reeds vele gemasiker»
den, in bonte verscheidenheid. Naar*
mate het later werd nam het aantal
feestvierenden meer en meer toe. Het
werd een gewirwar van allerlei sohil»
dierachtige, en eenige hoogst eigenaar»
dige costuums. Men zag er vorsten
en edellieden, zoowel als bedelaars, in
kleederdrachten xan verschillende na»
tionaliteit; pierrots en pierrettes en
domino's warrelden in luidruchtige la»
waaiachtige stemming dooreen. Van de
electrische kronen straalde een weel»
derig licht op een rijkdom van kleu»
ren en me taal schittering van de ge*
costumeerden. Een zoetvloeiende mu*
z.'ck, afgewisseld door de bombastische
van een Jazzbald, hield de stem»
minig er in.
De heer Boilers vond er aanvankelijk
toch weinig aan, hij begreep niet'wat
de menschen daar nou voor aardig»
heid aan hadden. Vrouw en dochtpr
waren spoedig uit het gezicht, maar dit
was geen bezwaar, hij zou ze respec»
tievelijk ls markiezin en harem»dame,
uit honderden herkend hebben, ind'ien
het noodiig was ze te vinden. Ook zij
zouden wederkeering hem gemakkelijk
herkennen. Zijn figuur in rooden do*
mi no viel onmiddellijk op.
Toen hij na verloop van eenigen tijd
lusteloos tegen een pilaar geleund, het
feestrumoer van dien uitbundig vroo*
lijken troep gade sloeg, werd hij op»
eens aangesproken door een eer" .."..r*
dig man, met langen baard, volgens
het costuum een sheik voorstellend,
die belangstellend informeerde, of dc
heer Boilers zich wel amuseerde. Na»
dat deze eerlijk had bekei»d, dat dit
maar dunnetjes was, verklaarde de
sheik, dat hij dit wel begreep: hij ken»
de dat: met vrouw en Waarschijnlijk
met kinderen uit, noodzakelijk kiwaad,
costuum eenvoudig, roode domino, ge*
makkelijk dat was het doel van een
baUmasqué niet. Hij stelde voo-r een
glas champagne te gaan drinken, en
toen ze bij het buffet aan een tafeltje
waren gezeten, deelde hij kort daarop
mee, helaas verder geen tijd meer te
hebben langer te blijven, hij moest
gaan. Maar als de heer Boilers soms
gebruik wilde maken van zijn Sheik*
costuum, teneinde, onbekend voor
vrouw en dochter, eens iets meer te
zien en te genieten van het bal*mas«
qué, dan stelde de onbekende heer
gaarne zijn costuum voor den heer
Boilers ter beschikking. Hij zou het
dan in een kleedkamertje naast het
buffet deponeeren. Boilers kon het
daar aantrekken, zoo hij wilde, en het
straks weer verwisselen voor zijn too»»
den domino.
Na het verdwijnen van den Sheik,
ging Boilers zich eenige oogenblikken
later toch eens overtuigen of het oos»
tuum in het bewuste kamertje aanwe*
zig zon zijn. En inderdaad het lag er
geheel compleet op een stoel, met den
lapgen baard er boven op. Het avon*
tuur trok Boilers wel ecnigszins aan.
Zop werkelijk geheel onkenbaar voor
vrouw en dochter, door de zaal te
wandelen had wel eenige aantrekke*
lijkheid. En het costuum van den
Sheik was ook zeer gemakkelijk in de
behandeling. Eer hij het goed besefte,
had hij den rooden domino uitgetrok»
ken en den witten mantel van den
Sheik omgedaan; de baard en de tul*
band gaven een geheel ander hoofd
te zien, zelfs zonder masker zou zijn
familie hem niet herkennen.
Nu hij voor de zijnen totaal een
vreemde was gewórden, stapte hij wel»
dra kordaat als Sheik door de zaaLHet
zou nu wel leuk zijn, zijn echtgcnoote
eens aan te spreken, dacht hij .Voor de
grap natuurlijk, want hij wantrouwde
haar in het minst niet.
Daar draaide zij hem voorbij, zij
danste met een Poolsch edelman. En
daar zag hij Henriëtte aan den arm
van een Indischcn prins. Toen hij haar
strijkelings passeerde hoorde hij juist
dat Jet toestemde in een afspraakje
van don prins op morgen. Zoo! Dat
had hij nu eens fijn afgeluisterd. Zijn
vrouw was intusschen met haar edel*
man uit Polen naar de zijgalerij gegaan,
waar ze genoeglijk plaats namen op 'n
divan, verscholen door palmen en
groen. Wie was die Pool, .dit moest hij
toch eens uitvorschep. Hij trachtte,
door te gaan zitten op de andere zijde
van den divan, die door een hoogen
rug in twee zitvlakken was verdeeld, te
probeeren iets van het gesprek op te
vangen. Doch ternauwernood had hij
zióh tot luisteren gezet, of hij zag door
de poortvormige opening van de zij*
galerij verschijnen twee ongemaskerde
mannen in burgerkleeding. Zij wierpen
onmiddellijk zoekende blikken in at*
FEUILLETON
DOOR EIGEN KRACHT
Uit 't Duitscb.
22)
„De kinderen liegen niet!"
„Net zoo min als je brave opzichter
Upsen, even weinig als j j zelf, jij waar»
heidslievende vader! Maar waartoe
dient die vraag, ben je soms jaloersch
op neef Wolfgang?"
„In elk geval zal ik niet dulden, dat
je door een overgroote vriendelijkheid,
tegenover em, je goeden naam cn daar*
mee den mijnen, in gevaar brengt".
„Ik zal ook zonder je vermaning m'n
goeden naam weten te bewaren. Had ik
misschien Wolfgang koel en vormelijk
moeten ontvangen? Je was immers zelf
tegenover hem, werkelijk onvergelijke*
lijk beminnelijk. Met welk doel heb je
hem voorgelogen, dat m'n arme oom.
bij het afscheid vroolijk en welgemoed
was geweest?"
„Houd je tong in bedwang!" riep
Funk driftig uit. „Ik lieg .looit! Hij was
inderdaad heel goed geluimd, en alleen
door je onverdragelijken geest van te*
genspraak. beweer je 't tegendeel".
Hermine haalde verachtelijk haar
6chouders op. „Waarom speel je ook
tegenover,mij ccmedie. Mij kan je daar
door niet bedriegen, maar ik zou gaarne
weten waarom je eigenlijk gelogen
hebt?"
„Ik heb niet gelogen. Brandenberg
was in de beste luim, juist doordat hij
't was, is 't het beste bewijs dat ik hem
niet tot betalen gedrongen heb. niet
misschien in den dood heb gedreven".
„Zoo, nu begrijp ik je. Om dit te
kunnen bewijzen, is 't natuurlijk noo»
dig dat oom ons zielsvergenoegd heeft
verlaten. Daarom ook die beminnelijk*
heid, tegen je zoo gehaten neef, op
wien je jaloersch bent, daarom .ook jc
zonderlinge lankmoedigheid, waarjnee
je nog wekenlang wilt wachten op dc
uitbetaling van 't kapitaal. Nu*begrijp
ik 'n heeïeboel".
„Hermine, ik waarschuw je! Wek
m'n drift niet op".
„Bah, ik veracht je bedreiging. Daar
we ons allebei nu eens zoo duidelijk
uitspreken, wil ik je ook eens waar»
schuwen. Bedenk goed, dat we niet in
gemeenschap van goederen gehuwd
zijn, dat ik je. wel is waar. de vol»
macht heb gegeven, om mijn eigendom
voor me "in ontvangst te nemen, maar
niet de volmacht, 't naar je believen te
gebruiken voor de betaling van je
schulden. Je zult goed doen. mijn drift
niet op te wekken. Ik geloof, meneer
von Funk, dat we elkaar nu begrijpen.
Wees zoo goed mijn boek op tc rapen,
stateeren, dat zij juist op die laatste
voorstelling veel maniertjes had afge»
leerd en zich zelf in die rol overtrof.
Het zou mij niet verwonderen, als in
de toekomst ook mevrouw H a a z e»
voet die in Aan Flarden met zoo'n
begrip Jeanne Kalstra speelde, een zeer
goede kracht voor Nieuw Leven zal
worden.
Voor de vereeniging „Door In»
spanning Uitspanning
is de voorzitter, dc heer H o e b e n
ongetwijfeld de stuwkracht. Wat de
heer Hoebcn voor zijn vereeniging be*
toekent, heb ik indertijd in mijn artikel
over zijn jubileum reeds uitvoerig ge*
schreven. Als speler valt hij op door
zijn rustige manier van spelen. Alleen
is het niet te ontkennen, dat hij altijd
zich zelf blijft, vooral wanneer hij jonge
rollen vervult. Variatie geeft hij wei*
nig. Ik meen dan ook. dat de heer
lloeben verstandig zal doen langzamer»
hand de jeune prcmicrrollen die hem
niet liggen aan jongere krachten over
1c dragen. Met zijn routine zal hij voor
zijn vereeniging in oudere rollen zeker
ook als speler nog heel veel kunnen
doen.
Onder de dames was het vooral mej-
Ram, die bij D. I. U. in den laat*
sten tijd opviel door de aardige wijze,
waarop zij de ingénuc»rollen speelde.
Vooral in Sint Jansvuur gaf zij iets
goeds, zoodat wij bij haar van een be»
lofte voor de toekomst mogen spreken-
Natuurlijk zouden er nog wel eenige
dilettanten zooals de heer Wouda
bij D. I. U-. de heeren Muylacrt en Van
Dongen bij Haailcm'sTooneel, de heeren
Van den Berg cn Zandberg bij Van
Lennep, de heer Kroes bij Tonevo en
dc heer Hirs bij Cremer te noemen
zijn, die zich onderscheiden door rou*
tine, gemakkelijkheid om zich op het
tooneel te bewegen of typeertalent,
maar mijn bedoeling was alleen de bes»
ten onder de Haarlemsche dilettanten
in deze artikelen naar voren te bren»
gen. Mocht ik er eenigen vergeten heb»
ben, die meenen, dat zij eerder voor
een „eervolle vermelding" of een afzon»
dcrlijke bespreking in aanmerking ko»
men dan de in deze rubriek genoemden
niets zal mij aangenamer zijn dan dit
in het volgende seizoen bij de voor»
stellingen te mogen constateeren. En
wanneer het waar mocht zijn, dat eeni»
gen der dames en heeren tooneeldilet»
tanten door deze rubriek „met den
neus in den wind zijn gaan loopen"
laten die dan bedenken, dat zelfs dc
beste dilettanten nog maar leerlingen
zijn op het moeilijke pad van de kunst
en vergeleken bij dc werkelijke groo»
ten slechts dwergjes genoemd kun*
nen worden. Wie -dat niet beseft, toont
dat hij een dilettant is in den slecht»
sten zin van het woord.
J. B. SCHUIL.
DE SHEIK.
door
SBMON MOS.
Een slag met dc voordeur,1 gevolgd
door rumoerig leven in de gang, deed
de beide -aanwezigen in de kamer op*
schrikken.
Daar is Jetty! zei moeder, even
opkijkend tot ha;ar man die aan de an*
dere zijde van de tafel zat en de krant
las.
V.adcr liet het blad een weinig zak*
ken, keek er grimmig overheen en
mopperde:
Natuurlijk!.., Dat kan niemand
anders dan Jet zijn.
Onderwijl werd de kamerdeur open»
gegooid en Henriëtte, de eenige doch»
ter va.n het echtpaar Boilers, trad ru»
moerig binnen.
Daag! groette ze amicaal, en'
wierp hoed en mantel op een stoel.
iMoet dat hier? vroeg de heer Bol*
Iers op 'bar schen toon, hang het aan
den kapstok in de gang!
Ik ga zóó weer uit, papa!.. M'n jas
kan daar wel zoo lang blijven... Ik
kwam maar even vertellen., dat de
Meyer's ook gaan.
Wat gaan? vroeg vader, die al
weer lezende was, min of meer ab»
sent.
Naar het babmasqué natuurlijk,
antwoordde Jetty. Nu zouden wij zoo
ongeveer de eenige familie zijn die
niet ging... Dus paps!"' Wij gaan. óók,
hè?... U zult eens zien hoe leuk het
is.... 't Zal u best meevallen.
Ze ging achter den stoel van haar
vader staan, sloeg haar beide handen
om zijn hoofd, bracht dit een weinig
achterover en drukte een kus op zijn
voorhoofd.
U kunt er niet meer af, vadertje!
lachte ze. Wij kunnen toch niet thuis
blijven, als alle anderen er heen gaan.
Nee, dat is ook zoo! viel moeder
bij. Wij kunnen ons toch niet van al»
les onthouden, Willem!....
Praatjes! onderbrak vader, klets»
koek. anders niks!.... Wat andere men*
schen doen moeten zij weten... Waar»
schijnlijk zijn ze het aan een of ander
verplicht... maar daar heb ik maling
an.... ik heb met niemand te maken...
dat in de hitte van 't gesprek op den
grond is gevallen".
Funk had, met op elkaar geklemde
tanden, de woorden van z'n vrouw aan»
gehoord: toen ze nu geëindigd had keek
hij haar aan met 'n woedenden blik.
Het boekte raapte hij niet op, maar hij
gaf haar ook geen antwoord en verliet
vlug de tuinkamer, terwijl 'n hoonend
lachje hem achterna klonk.
X.
„Gelukkig, dat u eindelijk komt, ik
wacht u al met smart gedurende een
uur".
De gezondheidsraad Wolf verwei»
komde Wolfgang, met deze woorden,
die juist van z'n bezoek van Dahlwitz
terugkwam en vervolgde vlug: „Er is,
gelukkig, in den toestand van mevrouw
uwe moeder, een verbetering ingetre*
den. Elk gevaar is nu geweken, alleen
heeft de patiënte nog de grootste rust
noodig. Ik verzoek u dus, tegenover
haar, zoo kalm mogelijk te zijn.
Dc zieke zat, half overein, in bed:
haar wangen waren heel rood en hare
oogen schitterden met 'n kocrtsachti»
gen glans. Bij den aanblik echter van
haar zoon, vloog er een lachje over
haar gezicht cn toen nu Wolfgang voor
haar bed knielde, en zij haar armen om
z'n hals .sloeg en hem teeder kuste,
terwijl heete tranen over haar wangen
rolden, verdween de koortsachtige
gloed in haar oogen, zij werd rustiger
en volgde de aanmaning van den dok»
ter, om te gaan liggen. Toen hij echter
verlangde dat zij, nu ze haar zoon had
gezien, zou gaan liggen en .probeeren
te slapen, schudde ze zacht haar hoofd:
„U meent 't goed, dokter, maar ik kan
niet weten of m'n gedachten met spoe*
dig weer verward zullen zijn: op 't
oogenblik kan ik helder denken, en
dien tijd moet ik waarnemen. Laai u
me met mijn zoon alleen".
„Moeder, denk toch
„Als je niet wilt dat die weigering
me zou dooden, spreek me dan niet
tegen! Ik kan niet kalm worden eer
m'n hart bevrijd is".
Hoofdschuddend verliet dc dokter
de ziekenkamer. Juffrouw Stern volgde
hem. cn Wolfgang bleef alleen met z'n
moeder achter.
„Arme Wolfgang!" fluisterde ze.
..Dat we*elkaar zoo terug moeten zien".
Hoe gaarne zou ik m'n hartebloed ge»
ven om je gelukkig te maken, en nu
moet ik 't zijn die je levensgeluk ver*
nietigt".
„Ga niet doo^, moeder! Ik smeek u,
wind u niet op!'
,,'t Moet. Hoe vreeselijk zwaar 't me
ook valt, moet ik toch den plicht ver»
vullen, dien ik, tegenover je vader, op
me heb genomen. Eenige dage.i geleden
wanneer 't was, weet ik niet meer, se» j
dert ik 't bewustzijn verloor heb ik
geen idee meer van den tijd, heeft hij
in de grootste wanhoop z'n hart voor
me uitgestort. Ik wist al lang dat hij
door zware zorgen gedrukt werd, maar
toch vermoedde ik niet hoe zwaar ze
waren, tot hij me eindelijk zijn heele
ongeluk toevertrouwde".
„Ik smeek u, moeder, bespaar u dc
herhaling van die treürige mededeelin*
gen. Ik weet alles van oom Friihberg".
„Weet je alles? Ook dat hem ont*
eèring wachtte, dat hij, "t is vreeselijk
om 't te moeten zeggen, Hermine's
vermogen voor z'n speculaties had ge»
brukt. en dat gij, om het opgeëischte
kapitaal terug te betalen, wederrechte*
lijk 't bosch van Sebenfeld heeft ver*
kocht?"
„Ook dit weet ik. Vandaag was ik
al in Dahlwitz om Funk mee te deelen,
dat ik de verplichting van vader op
me zou nemen. Mijn eigen vermogen
is voldoende om dit te dekken. U kunt
gerust zijn, moeder, van dezen kant
dreigt er geen gevaar voor vader's eer.
Funk en Hermine hebben beiden, met
de grootste bereidwilligheid, verklaard,
dat ze gaarne veertien dagen, en zelfs
langer, zullen wachten op de uitbeta»
ling van 't geld".
De barones keek haar zoon verwon*
derd aan. „Ik begrijp je niet", zei ze.
„Vader heeft, in elk geval, Hermine's
geld uitbetaald; h'i heeft immers daar»
toe 't bosch van Sebenfeld verkocht",1
DE WERELD OP Z'N ERGST
„Hij heeft 't. helaas niet betaald, en
het voor 't Sebenfelder bosch ontvan*
gen geld, zeker dadelijk weer voor een
nieuwe speculatie gebruikt".
„Dat begrijp ik niet. Heb ik dan m'n
geheugen verloren? Ik weet zeker dat
hij me uitdrukkelijk heeft gezegd: mor*
genochtend ga ik naar Dahlwitz om 't
geld van Hermine aan Funk te over»
handigen. Ik hoop nog steeds dat hij 't
niet aan zal nemen, als ik hem open»
•■irtig vertel, welke vreeselijke offers
de uitbetaling me kost cn dat ik hem,
binnen hoogstens veertien dagen, zeker
kan voldoen.*Laat hij me 't geld hou*
den, dan kan ik 't verkoopen van 't
bosch van Sebenfeld te niet doen en
dan ben ik gered. Kan ik dit niet, dan
is mijn eer verloren cn dan hij
sprak 't niet uit wat hij dan van plan
was, maar ik las 't op z'n. door smart,
verwrongen gezicht en toen de men»
schen hem daarna dood op 't kasteel
brachten, toen wist ik wat er gebeurd
was dat Funk z'n oom geweigerd had.
en hem den dood in gedreven".
„Oom Friihberg is van dezelfde mee»
niqg, maar hij is er ook van overtuigd,
dat vader het. voor 't Sebenfelder
bosch ontvangen geld, heeleinaal niet
aan Funk kan hebben aangeboden, om»
dat hij 't den avond voor zijn dood al
niet meer bezat, maar gebruikt had
voor nieuwe speculaties".
(Wordl vervolgd