FLITSEN
HAARLEM'S DAGBLAD
REIZEN IN SPANJE.
SCHAKEN
DE METHODE DIE
FAALDE.
BINNENLAND
FEUiJLETON
DOOR EIGEN KRACHT
ZATERDAG 17 JULI 1926 DERDE BLAD
HOLLANDSCHE RECLAME.
VAN ONZEN REIZENDEN REDACTEUR.
(Nieuwe reeks
No. 298.
(Slot van de Spaanache brieven.)
Bijna 3 weken ben ik in Spanje ge*
weest en vraagt men mij nu: „Wat weet
je eigenlijk van Spanje en de Spanjanr#
den af?" dan moet ik als ik eerlijk
wil zijn antwoorden: „Feitelijk heel
weinig". Leert iemand, die in een reis*
gezelschap reist, land cn volk wezenlijk
kennen? Hij ziet er uitsluitend den buis
tenkant van! Het blijlt altijd: „sights
seeing"! Vooral in Spanje, waar je geen
gesprekken met de mcnschcn van het
land kunt voeren, omdat zij bijna uits
sluitend cn alleen Spaansch spreken.
Wio denkt, dat hij in Spanje met
Fransch terecht kun, zal bedrogen uitko#
men. Natuurlijk wel bij de portiers van
de gruotc hotels in de rciscentra, maar
in kleinere plaatsen zal hij moeite heb;
ben écn mensch te vinden, die een
woord Fransch of Engelsch laat
staan Duitsch verstaat. In de restau»
rants, de cafés cn de winkels is er
ook ",n de groote steden geen sprake
van Zelfs het zoogenaamde „ontwikkel;
de" publiek staat in Spanje met vrecm;
de talen op heel slechten voet. Het was
een zeldzaamheid, als je in den trein
zelfs in de eerste klas een Span;
jaard ontmoette, die Fransch sprak cn
als hij er zich aan waagde, dan was
het meestal nog Fransch „op zijn
Spaansch", dat wil zeggen bijna onver;
staanbaar, Moest een dame uit ons ge;
zelscli3p, die bij den bckendsten dentist
te Granada kwam. hem niet nadat zij
zich tevergeefs in 3 talen had uitgeput
met gebaren beduiden, dat zij door
hem een kies wilde laten trekken? En
heb ik twee andere Hollandsche dames
niet midden in ccn winkel te Burgos
aangetroffen, beiden in de houding van:
„bok, hok. sta vast!" enkel om aan dc
winkelitlffmuw duidelijk te maken, dat
zij i klinkt bijna onbeleefd in dit
verband een „ezcldck" verlangden.
Spanje lijkt mij voor een vreemdeling
die geen Spaansch spreekt, een moei;
lijk land om te bereizen. De Engelsch;
man. die op een ezeltje heel Spanje
doortrok zonder één woord Spaansch
te kennen, zou in dat opzicht van meer
ondervinding kunnen spreken dan wij,
die maar hadden te zeggen: „ezeltje
strek je, tafeltje dek je!" om alles voor
ons gereed te vinden.
Men had mij gewaarschuwd en ik
had er mij tegen „gewapend" dat
Spanje heel vies moest zijn. Wanneer ik
niet te Burgos in het grootste en
voornaamste hotel nog wel! tot twee;
maal toe mijn kamers had moeten ont;
vluchten wegens ongewenschte kanier;
genooten aan dcP wand, zou ik mis;
schicn lichtvaardig hebben verklaard,
dat dit alles laster is! Maar zooveel heb
ik toch wel van Spanje gezien om te
kuénen zeggen, dat men er vooral in
de warme zomermaanden met de
keuze van zijn hotels niet voorzichtig
genoeg kan zijn. Te Madrid en Barce;
lona cn een rciscentrum als Granada
logeerden wij in hotels, die in comfort
en reinheid de vergelijking met de beste
hotels van midden Europa kunnen door*
staan, maar in Zaragossa een stad
van de grootte a!.s Haarlem was het
„eerste" hotel zóódanig, dat wij in Hols
land er niet over gedacht zouden heb;
hen. er ook maar voor één nacht in te
trekken, al bleek het in de praktijk dan
ook heel erg mee te vallen.
Voor auto's is Spanje eigenlijk nog
onhcrcisbaar. Niet alleen om de linteis,
die in kleine plaatsen volgens onze Euro*
pecsche zindelijkheidsbegrippen volkos
men ..onbetrouwbaar" zijn, maar ook
om den toestand der wegen, die nog
alles te wens^hen overlaat. Hoorde ik
niet van een Hollander, die van Cadix
met zijn auto Spanje van het Zuiden
naar het Noorden was doorgetrokken,
dat in het Zuiden bruggen over kleine
rivieren dikwijls gelicci ontbreken, zoo;
dat hij met zijn wagen soms dwars door
de bedding en het water heen moest.
Fn toen hij te Madrid aankwam, moest
hij tot zijn groote verbazing vernemen,
dat hij enkel over San Sebastiaan Frank;
rijk kon bereiken, omdat er naar het
Noordoosten, tnssehen Madrid en Bar;
celonageen behoorlijke autowegen
waren.
Ook het snoorwezen is in Spanje fei#
tclijk nog achterlijk. Niet het materiaal
der cxprcssestrcincn, dat althans de
eerste klas=rijtuigcn de vergelijking
niet de andere landen in alle opzichten
kan doorstaan, Van de beruchte vies;
heid der Spanjaarden merkt men in deze
comfortabel ingerichte wagens even;
als in de restauratierijtuigen niets.
Maar men wordt in Spanje gedwongen
eerste klas te reizen, als men er ten;
minste niet tegen opziet groote afstam
,dcn in de alles behalve „reine"
iSpaansche derde klasseswagens af tc
leggen. Tweede klas heeft men alleen in
jdc boemeltrcincn en deze treinen rijden
zóó langzaam, dat niemand er aan zal
l denken ze voor lange trajecten te ge;
bruiken.
I Ja, die boemeltrcincn in Spanje! Ze
brengen je dc Fiicgcnde Büittcr-moppen
vit den goeden, ouden tijd in herinne;
ring. Was het niet ccn Amerikaan, die
in zijn reisbeschrijving over Spanje ver;
telde, dat zijn trein om de vijf minuten
stopte, aldoor om dezelfde koe, die voor
dc locomotief uitliep? De toestanden op
de Spaansche sporen zijn voor vreem;
delingen werkelijk komisch. Waar zou
het gebeuren, dat de machinist van een
trein goedig aan een stationnetje zijn
trein laat wachten zooals met ons ge;
beurde inet den „boemel" tusschen
Bobadilla cn Granada: omdat de leider
van een reisgezelschap hem zegt, dat er
'een paar reizigers „even uit den trein
willen" cn die dan doorrijdt op het tee;
ken van den vreemdeling: Ga je gang
maar. Alles is weer present!"
Trouwens ook van dc exprcsse#treinen
in Spanje moet men zich niet een al te
Furopeesche voorstelling maken. Het is
bepaald een zeldzaamheid, wanneer een
expresSe;trein langer dan een kwartier
in één stuk doorrijdt en wanneer hij
dat doet, dan kan men er wel zeker van
op aan. dat er ook absoluut geen gele»
genheid voor hem is om een statioune;
t)e „aan te doen". Maar op tijd rijdt
mc-n in Spanje tegenwoordig wel en dat
schijnt bij vroeger vergeleken al
een zeer groote verbetering te zijn.
Het heet, dat de treinen in Spanje
niet meer reizigers vervoeren, dan cr
plaatsen beschikbaar zijn. Wanneer de
treinen vol zijn, moet men maar wach;
ten tot den volgenden trein, dat wil zeg;
gen als men tenminste met ccn ex»
nresse wil reizen volle 12 of 24 uur.
Van een extraswagen inleggen op druk;
ke dagen hebben de Spanjaarden geen
begrip! Dat zou al te veel soesah betec;
kenen. Eenmaal waren wij van deze
Spaansche opvatting bijna de dupe ge;
worden. Dc plaatsen in den trein van
Madrid naar Cordova waren door dc
drukte van dc „Heilige Week" alle in;
genomen en onze leider kreeg de onaan;
gename boodschap, dat als hij met
zijn gezelschap naar het Zuiden wilde
reizen hij 24 uur mocht wachten.
,Maar zoo iets behoeft men in Spanje
nu niet al te tragisch op te vatten. Met
een kleine variatie op het woqrd van
den molenaar te Sans#Souc's zou men
kunnen zeggen: „Er zijn nog fooien te
Madrid!" Toen onze leider den portier
van ons hotel dan ook 300 pesetas dat
is 100 gulden in de hand had ge#
stopt en hem had gezegd: „zij zorgt, dat
wij vanavond naar Cordova gaan",
kuchte de man en zei: „al-was het in de
Koninklijke trein, meneer! Voor 300
pesetas krijg ik je overal mee!" Dien
avond zaten wij dan ook, of liever,
stonden wij in den trein voor Cordova;
de 300 peseta's hadden het hart van den
spoorwegambtenaar vertccderd, maar
zij hadden den trein niet grooter ge;
maakt. Wij gingen dien nacht naar het
Zuiden, maar als wij geweten hadden:
hoe? dan zouden wij zeker gewenscht
hebben, dat de Spaansche spoorweg;
ambtenaar onomkoopbaar ware ge;
weest.
Het reizen in Spanje is vrij duur, ah
lerecrst reeds, doordat dc spoorweg;
maatschappijen je dwingen om eerste
klas te reizen. Ook dè hotels durven
flinke prijzen vragen. Men moet in
Spanje tegelijk met dc kamer altijd
„pension" nemen. Een kamer zonder
pension wordt niet of hoogst zelden
gegeven. In den kamerprijs is dus
altijd de pensionprijs begrepen. In de
verschillende hotels, waar wij gelogeerd
hebben, varieerde de kamerprijs per per;
soon tusschen tien en twaalf gulden per
dag. een prijs, die althans voor een
reisgezelschap van 20 personen niet
gering kan worden genoemd. Zooals in
alle wijnlandcn is er de wijn en wat
héérlijke wijnen drink ie in Spanje
niet duur. Maar sigaren zijn er voor een
gewoon sterveling niet te betalen. Een
peseta dat is 35 cents voor een
bijna niet rookbare sigaar, dat was ons,
Hollanders wat al te bar en dc mees;
ten van ons hebben zich in Spanje dan
ook maar op sigaretten gerantsoeneerd.
Ook valt het in Spanje dadelijk op.
dat; je er zooals bijna overal in het
Zuiden geen „vaste prijzen" hebt
Je behoeft zelfs in de grootste winkels
niet bang te zijn om af te dfngen. Zwvj
dra ze zagen, dat wij vreemdelingen was'
ren, durfden ze er dc meest fantastische
prijzen vragen! En ze keken in het gc;
heel niet verontwaardigd, als je brutaal
met de helft afsloeg. Voor een mes, dat
één van ons gezelschap te Burgos voor
13 pesetas had gekocht, had een ander
ie Malaga precies 't dubbele mogen bc;
talen.
Of Holland in Spanje erg bekend is,
ik zou het niet kunnen zeggen. Marcel;
!us Emans schreef indertijd in zijn
Schetsen over Spanje, dat hij hiervan
vrij treurige ervaringen had. De Span;
jaarden, die hij had gesproken, hadden
er maar 'n heel vaag begrip van en
fantaseerden het ergens in het hoogc
Noorden, zoo ongeveer tusschen Zwe#
den cn Denemarken, of midden' in
Duitschland. Maar in die 50 jaar is er
vermoedelijk wel iets veranderd. De
Vereeniging voor Vreemdelingenvcr;
keer heeft boekjes in het Spaansch
over Holland laten uitgeven en deze
in vrij groote hoeveelheid over Spanje
verspreid. Het trof ons. dat deze boek;
jes in vele van de hotels, waar wij
logeerden, op tafel lagen. Misschien
was het een beleefdheid tegenover de
20 Hollandsche gasten, maar het was
dan toch een bewijs, dat de brochures
niet in de prullemand verdwenen wa;
ren.
Zoo nu en dan werden wij in Spanje
ook op andere wijze aan het bestaan
van Holland herinnerd. Een schilderij
van dc slag op de Mookcrheide in het
Escoriaal en Velasquez' beroemde stuk
,.üe Inneming van Breda" in het Prado
riepen minder prettige souvenirs op aan
onze vroegere relaties, maar ik ver;
moed, dat dc Spanjaarden daar veel
minder van af weten dan wij, Hollan;
ders! Dat wij daar in het verre Spanje
zelfs den naam van reinheid en zinde;
lijkheid hebben konden wij opmaken uit
het opschrift: Planchado Hol;
1 a n d e s e boven een strijkinrichting
te Barcelona, waaruit duidelijk bleek dat
dc bijvoeging: „Hollandsche" voor
een wasscherij een extra reclame betee#
kent. En toen wij op onze reis 'van
Barcelona naar Zaragossa bij een dorp
Carpe boven een flinke model;
boerderij met groote zwarte letters za;
gen staan: Vaqueria H y g i e#,
nica Hollandesa dat wil
zeggen: „Hollandsche Hygiënische Koe;
stal" toen bemerkten wij, dat dc
naam Holland in Spanje toch niet meer
zoo'n onbekenden klank heeft als in
den tijd, toen Emants er reisde.
En dan waren er Bensdorp en Philips
die met hun kleurige reclame tc Madrid
en Barcelona zorgden, dat dc Spanjaar;
den aan Holland herinnerd werden. En
natuurlijk lagen er overal in de winkels
de ronde, bekende kaasjes, die al had
men cr met papier ook clandestien
Bola Castillo van gemaakt, toch
door de namen Edam en Alkmaar, wel;
kp er duidelijk onder zichtbaar waren,
op overtuigende wijze lieten zien waar
deze Castiliaansche kaas vandaan
kwam!
En zoo ben ik dan tot het einde van
mijn Spaansche reisbrieven gekomen.
Maar ik wil deze artikelen over Spanje
toch niet afsluiten zonder een hartelijk
woord van dank aan onzen leider, den
heer D. W. van der Kemp,
die deze reis zoo prettig heeft geleid.
Als ik aan Spanje terug denk, kan ik
mij zijn liefde en zijn enthousiasme voor
dit land begrijpen! Een land. dat bij de
Hollanders nog veel te weinig bekend is.
J. B. SCHUIL.
GROOTE BONDSWEDSTRIJD
Dc jaarlijksche groote wedstrijden
van den Ncderiandschcn Schaakbond
worden gehouden te Utrecht in de Ko;
renbeurs. Vreeburg, in vier klassen
(hoofd;. 1ste. 2de en 3de klasse) en
vangt aan Dinsdag 20 Juli a-s- voor de
hoofd; en eerste klasse A (gioepen van
8 spelers). Voor de eerste klasse B.
(groepen van 6 spelers) en tweede klas;
se. Woensdag 21 Juli. voor dc derde
klasse Vrijdag 23 Juli; aanvangsuur
van iederen speeldag 's morgens 9.30.
Aangifte voor die wedstrijden, met
bijvoeging van twee gulden inleggeld,
moet geschieden bij den lsten bonds;
secretaris, J. G. I Iartogensis, Koning;
inncgracht la, te 's;Graven:hagc-
Voor iedere, klasse wordt een aantal
prijzen beschikbaar gesteld gelijkstaan;
dc aan dc helft van het aanfal deelne;
mers of bij oneven aantal deelnemers
gelijk aan de kleinste helft. Die prijs
zen bestaan uit kunstvoorwerpen; bij
gciiik resultaat wordt om den prijs ge;
loot. Verplicht is het lidmaatschap van
den Ncderlandschen Schaakbónd; het
clublidmaatschap van een bij den bond
aangesloten club is daaronder begre;
pen- In de hoofdklasse wordt ge;
speeld in groepen van 8, in de tweede
klasse in groepen van 6 en in de derde
klasse in groepen van 4 spelers. De
derde klasse loopt op één dag af-
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 642
MOEILIJK BESLUIT
Je hebt den controleur al vijf verschillende vragen gesteld
over je trein en je vrouw heeft juist een zesde bedacht
en zal blijven wachten tot je die ook gedaan hebt.
(Nadruk verboden)
Een vriend vertelde mij een tragi;
komische historie over de methode
Coué, die hij in Engeland had gehoord-
't Kwam hierop neer:
Londen. Een mistige dag. U weet
wat dat wil zeggen? En u weet toch
voor alles wat de mistige dag beteekent
voot een Londensche arbeidersbuurt,
die aan de voeten van smokende, roe;
tende fabrieken is gebouwd? Hoe u
het anders duidelijk te maken, die gele
gore tastbare mist? Stel u voor: u
droomt dat u staa^ onder 'n donker-
nauw. tochtig viaduct, in den kouden
mantel van de duisternis. Als u het
lichtende vierkant van de opening tege;
moet wilt treden, overvalt u een einde#
looze golf van vuile, drabbige, stinken;
de nevel. U wilt natuurlijk weg omdat
u niet ademen kunt. maar de zee van
grauwe ellende valt op uw borst en
drukt u tegen den muur. Uw voeten
zijn vastgegroeid aan den grond en de
koude klimt in u op, en daalt in u neer.
Een kwelling die minuten duurt- Een
loodzware last op uw ziel. die hangen
blijft lang nadat u ontwaakt is- Dit is
de gewaarwording die een beetje ge;
voelig mensch gewordt in een Londen;
sche arbeiderswijk die in de vuile zee
van mist is verdronken.
In één van de verdronken huizen ligt
een man ziek. De magere vrouw zit
bij het bed- E)e man kreunt en ziet
met doode blikken naar het ondoor;
dnngba. r afsluitend vlak van het lage
plafond. Als hij zijn bolle oogen wen;
telt ziet hij vlak tegen de bezoedelde
ruiten dc gore mist- Om hem zijn kleur;
looze wanden. De magere vrouw bij
het bed is machteloos Zij kan den
mr.n niet helpen- Zij zal een dokter
halen- Deze kwam den anderen dag-
Als de verborgen lockomst trad hij
de woning binnen. Hij zag: De kleur;
looze wanden, de gore mist tegen de
bezoedelde ruiten, het lage plafond als
een kelderluik. En hij voelde den kou;
den green van een zonloos leven. Hij
hoorde den man prevelen: ,,Zonik
wil licht".
De dokter stelde snel zijn diagnose
vast.
„Vrouw, jou man is niet ziek. Zijn
omgeving is ziek. Je man wil zon zien.
Hij wil licht om zich heen. Als hij dat
niet krijgt zou hij dood kunnen gaan".
De vrouw zweeg.
En daarop antwoordde de dokter:
„Dat weet ik wel. Jij kunt heim geen
zon geven. Maar je kunt veel doen
als je me gelooft".
De vrouw zei de te gelooven. De dok;
ter zette zich 'bij de tafel. Hij schreef
deze woorden op het witte papier:
„Nu ben ik in Nizza. De zon schijnt.
De zon warmt me, de zon verkwikt
me, de zon verlicht me. Eindelijk heb
ik zon. Heel Nizza bagdt in zon. Mijn
ziel is zon".
„Dit, zei de dokter, moet je je man
zoodra hij wakker is voorlezen, dicht
bij zijn oor. Tien maal achter elkaar.
Dan moet hij het zelf lezen. Maar met
aandacht hoor je. Met groote aan;
dacht. En met geloof, ja zelfs met harts
tocht"
Als hij gerust heeft moet hij deze
woorden wederom lezen; wederom her;
halentot hij beter is. De vrouw
knikte geloovend.
De dokter ging.
Toen de man ontwaakt was zette de
vrouw zich bij het bed. Zij bracht haar
mond dicht bij het oor van den zieke.
Zij fluisterde wat de dokter geschre;
ven had. De afgematte man dronk de
woorden, zoog de woorden, greep de
vrouw bij de polsen en ontrukte haar
het briefje. Toen las hij zelf. Hij snikte
wild, zag de kleurlooze wanden, de
gore damp voor het venster cn viel
terug in de kussen. De vrouw die ge;
loofde fluisterde de formule vele malen
aan het oor van den zieke. Toen sprak
dc man, die dagen lang gezwegen had:
„Waarom kwel je me zoo?"
„Ik deed wat dc dokter mij opdroeg"
antwoordde de vrouw. Hij zei dai wij
gelooven moesten. Toe lees nu. Lees
het toch. Gelooven moet je. Beter
worden zul je! Er was iets in de stem
van de vrouw dat de man dwong. Hij
las. Met aandacht, met wanhopig ge;
loof, met hartstochtelijk verlangen. Tot
koorts zijn wangen kleurde. Toen
kwam het verzet. De vrouw moest de
gordijnen voor de vensters schuiven,
opdat hij de vuile damp niet zou zien.
Hij wilde uit het bed. De vrouw hielp
hem op een stoel. Daar bleef hij dien
dag. Morrend. In zijn hoofd een o'bses;
sie. De spokende woorden van den
dokter. Zij stuwden zijn gedachten,
duwden zijn ziel op, tot een koorts;
achtig verlangen. ITet prikkelde hem.
Zijn hart klopte sneller. Hij wou ge;
looven. Hij wilde zon, licht, leven. Voor
alles zon, zon, zon.
Een week later trad de dokter weer
de woning binnen. De man zat bij het
venster. Hij was sterker geworden. Hij
was ontsnapt aan den greep van de
leege, kleurlooze kamer. In zijn schedel
was zon en licht. Hij leefde, omdat hij
geloofd had. De dokter vertrok. Zeer
tevreden. Hij beloofde na een weck
terug te zullen komen.
Als hij weer komt, vindt hij de vrouw
in wanhoop. Op het bed ligt de maru
Het lichaam is uitgeput. Het bewust*
zijn geweken. De lichaamstemperatuur
is zeer hoog. De pols slaat snel en on*
regelmatig. De pupillen zijn nauw. De
man sberft.
De dokter verlaat een kwartier later
het 'huis.
Hij denkt: „Ik heb den dood om den
tuin willen leidenen nu is de man
aan zonnesteek gestorven
F. A.'
FABRIEK VAN VALSCHE
BELASTINGMERKEN.
REEDS TWEE JAAR
WERKZAAM.
Naar het Hbld. meldt hebben twee
agenten van politie te Rotterdam twee
jongens aangehouden, die valsche rij*
wielbelastingplaatjes op hun fietsen had;
den. De jongens zijn medegenomen
naar de Centrale Recherche, waar zij
wisten te vertellen, «lat zij de plaatjes
van ccn oom hadden gekregen; deze op
zijn beurt vertelde, dat hij de belasting#
merken door bemiddeling van een ken#
nis had ontvangen. Deze kennis zou de
plaatjes van een loodgieter uit de AI#
modestraat hebben gekocht.
Een onderzoek in dc Ioodgieterswerk#
plaats had tot resultaat, dat een groo#
te hoeveelheid koperafval blijkbaar af#
komstig van vervaardigde valsche R. \V.
B.=plaatjes werd gevonden. Ten over#
vloede werd nog een aantal nicribe#
werkte plaatjes in de werkplaats gevon#
den.
Plaatjes en afval, benevens de pers,
waarmede de plaatjes werden vervaar#
digd, zijn in beslag genomen; de lood#
gieter werd in verzekerde bewaring ge#
steld. Bij zijn verhoor bekende de aan#
gehoudene, R. \V. B.;plaatjes voor 1925
en 1926 tc hebben vervaardigd, maar
het zouden er slechts een paar honderd
zijn geweest. Later gaf hij echter toe,
over de beide jaren een paar duizend
plaatjes te tebben gefabriceerd.
Bij het onderzoek is ook aan het l'cht
gekomen dat een slager, die aan de
Zaagmolenstraat zijn zaak drijft, voor
den loodgieter plus minus 800 plaatjes
lieeft verKoeht. Eenigen tijd geleden is
deze slager als verdacht van het ver#
'koopen van valsche R. W. B.;plaatjcs in'
het Huis van Bewaring ingesloten ge#
weest; hij moest echter wegens gebrek
aan bewijs worden vrijgelaten. Thans
is hij wederom in bewaring gesteld. Uit
zijn verklaringen is bovendien gebleken,
dat de loodgieter voor hem een goed#
keuringsstempel voor vlcesch zou heb#
ben vervaardigd.
<Jit 't Duitsch.
28)
„Kent u de familie?"
„Goed genoeg, al is 't ook niet per;
soonlijk. Je zult daar gelegc.-.hcid ge;
i-ocg hebben, het leven van n gouver;
nante in al zijn aangename kanten te
loeren kennen. Als je 't niet uit mocht
kunnen houden, dan zal je, bij een oude
vriendin van mij, een prettig tehuis
vinden: ik zal je een aanbeveling van
me. aan haar, meegeven, 't Slot Bran;
denberg, waar m'n lieve verwante, ba;
rones Brandt von Brandenberg woont,
ligt maar t half uur ongeveer van
Dahlwitz verwijderd".
Was zoo straks dc- raadsheer verrast
geweest, toen hij den naam Funk hoor;
de. nu was Clara Muller 't eveneens, ja,
't was haast alsof ze er een weinig van
schrikte. Er vertoonde zich plotseling
een blos op haar Wangen, die dadelijk
weer verdween, en ze zei, na n korten
tijd nagedacht te hebben: „Ik geloof,
oom, dat ik de betrekking toch maar
niet aan zal nemen. U zoudt uw bloed;
verwante, als u mij aan haar aanbe;
veelt, alles van me vertellen".
„Ik zal haar niets vertellen, dan de
volle waarheid, die ik ook den leeraar
Range heb verteld, en die hij natuurlijk
ook den heer von Funk moet schrij;
ven, als lui je aanbeveelt. Dat jc vader
een heel rijk manwas. dat je bent
opgegroeid ir. de grootste weelde, dat
ie vader z-ich daarna, door ongelukkig
speculecren, heeft geruïneerd, en dat
iij toen besloten hebt, door eigen
kracht, je een nieuw leven te schennen.
Ben ie 't daarmee eens, kleintje?"
„Nu ja. maar....."
..Geen maren meer! 't Geeft me een
zekere geruststelling dat jc, desnoods,
een steun hij mevrouw von Brandenberg
zoudt vinden. Een uitmuntende vrouw,
heelcmnnl geen adeltrots, en een goed
hart. Adeltrots is dc eenigc fout van
haar zoon Wolfgang. Jc zult hem lee;
ren kennen, daar hi.i veel met dc Funks
omgaat. Een prachtkerel! Als *n held
heeft hij het zware lot gedragen, dat
hem, nu juist vier jaar geleden, is op#
gelegd.
Na don p'otselingen dood van z'n
vader, offerde hij alles od. om de eer
van don naam Brandenberg te redden,
niet alleen z'n schitterende militaire
loopbaan, en z'n vrij aanzienlijk per;
soonlijk vermogen, neen, zichzelf ook!
Hij woont nu op 't goed. als beambte
van z'n rijken neef. Door 'n rijk huwc;
lijk had hij het goed kunnen behouden,
maar dit voorstel wees hij af. De adel;
trots zit onverwoestbaar in z'n anders
zoo 2ezonde hersenen. Hoe verschil;
lend jullie verder ook moogt zijn, heb
ie een trek met hem gemeen. Hij heeft
net als jij, dc gril, z'n lot uit eigen
kracht te willen maken. Had hij mijn
raad en hulp aangenomen, dan zou hij
nu niet de slecht betaalde beambte van
z'n neef zijn, maar heer en meester op
slot Brandenberg en echtgenoot van 'n
'ievc vrouw. Nu is hij 'n arme drommel,
die niets anders bezit dan z'n trotschen
naam".
„En 't trotschc bewustzijn dat hij
zich niet, terwillc van 't ellendige geld,
heeft verkocht!"
Weer vloog 'n licht over Clara's
wangen, toen ze, met schitterende
oogen den raadsheer aankeek, terwijl
ze dit zei. Dc oude heer knikte haar
glimlachend toe.
„Jc neemt z'n partij op", zei hij. „Dat
had ik wel kunnen denken; maar be;
denkelijk vind ik de zaak toch. Als ik
cr goed over denk. zou ik je toch ra#
den. neem de betrekking bij Funk niet
aan. Je zoudt ten slotte, je opstandig
hartic aan Wolfgang kunnen verliezen,
en dat zou werkelijk erg voor je zijn.
Bedank voor de plaats: je zult gauw-
genoeg een andere vinden".
„Ik zal ze aannemen. Ik hoop in de
opvoeding der twee, zooals u zegt, zoo
slecht opgevoede jonge meisjes, een
bevredigenden werkkring voor me te
vinden".
„Kleine stijfkop! Wie zich ïn 't ge#
vaar begeeft, komt er in om".
De raadsheer keek, bij deze voor--
den. 't jonge meisje vriendelijk lachend
aan en gaf haar 'n vriendelijk tikje op
haar kleine hand. Al te zeer beleedigd
was hij blijkbaar, door dc afwijzing van
z'n raad, niet,
II.
Dc raadsheer wilde absoluut z'n lie#
vcling naar 't station brengen. Hij voel#
de z.ch weemoedig gestemd, toen hij in
de auto naast haar zat, en Clara's hand#
je in de zijne hield. De gedachte, dat
hij nu werkelijk van haar moest schei#
den, niet meer. tenminste eens in de
week, met haar kon babbelen en sctiert;
sen, maakte hem week. 't Afscheid viel
hem vcc-1 zwaarder, dan hij zelf had ge#
dacht. Zelfs de mogelijkheid van de
vervulling van een lang gekoesterden,
geheimen wensch. kon hem met dc ge»
dacnte, dat hij voor langen tijd van
z'n kleine Clara moest scheiden, niet
verzoenen: maar hij wachtte zich wel
er voor. om z'n weemoedige stemnvr.g
door een enkel woord te verraden, in#
tegendeel was hij zoo opgewekt cn
spotlustig als ooit.
Gedurcr.de de twee dagen, die hij nog
tot haar vertrek had, wijdde hij Cara
al z'n vrijen tijd, nu bracht hij haar
naar 't station en zou na 'n klein kwar#
tier afscheid van haar nemen, misschien
voor langen tijd. Het was hem alsof hij
'n stuk van z'n hart losscheurde; maar
Clara mocht daar niets van weten, hee;
lenual niets, cn hij onderdrukte z'n ont
roeri'.g met 'n gedwongen scherts. De
auto hield voor 't station stil, De raads
heer nep twee witkielen en hielp toen
Clara ridderlijk bij 't uitstappen, Hij
nam haar dc lichte handbagage af, en
bracht haar naar de hal van 't stations#
gebouw, Clara wilde naar 't loket gaan,
waa-voor verscheiden passagiers met de
in Berlijn gewone drukte, zich verdron#
gen. De heer Frühoerg hield haar terug,
„Wacht hier 'n oogenhlik, kleintje",
zei hij. schertsend: „vandaag is 't nog
niet rioodig. dat je je in 't gedrang be#
geeft; later moet je voor je zelf zor#
gen. Vandaag echter wil ik je, door 'n
biljet tc enien, m'n laatste diensten als
voogd bewijzen. Met welke klasse wil
je reizen? Natuurlijk met dc derde;
een r.rme lcerarcs moet haar geld, dat
ze beter kan gebruiken, niet voor de
tweede klas weggooien. Er zijn immers
ook qamescoupés in de derde klas, die
echter meest overvol zijn?"
„Ik heb ook geen damescoupé noo#
dig. Een aiïccn reizende dame is, ïn de
eerste cn tweede klasse, misschien eer#
der aan be'ecdigingen blootgesteld, d*n
in de derde", 1
„Eei spreuk van Salomo's wijsheid!
Dus. in elk geval, derde klas?"
„Ja!"
Glimlachend knikte de raadsheer 't
jonge meisje toe, en ging toen naar 't
loket. Onder de, daarvoor wachtenden,
stond 'n lange, jonge man, die haast
'n hoofd grooter was dan al de andere
passagiers. Hij drong zelf niet onstui;
mig voorwaarts, maar liet zich ook niet
dringen, z'n flinke gestalte vormde,
voor alle athter hem staanden, een on#
overkomelijke hinderpaal. De heer
Frühberg aakte met z'n stok, over de
voor hem staanden heen, licht den
schouder van den jongen man aan, en
deze draaide vlug z'n iioofd een weinig
om. ..Ach, oom Frühberg!" riep hij ver#
wondert! en verheugd uit. „U hier?"
„Ik zou veeleer gerechtigd zijn, om
verwonderd te wezen, dat jij hier bent,
zonder me 'n bezoek gebracht te heb#
ben".
„Ik ben vanochtend aangekomen en
moet vandaag weer naar Brandenburg
teru'g; m'n rijtuig wacht om zes uur.
De veuige uren van m'n oponthoud in
de stad. waren zoo absoluut door zaken
in beslag genomen, dat ik u niet bezoe#
ken kon".
..Met welke klas reis je terug?"
..Natuurlijk de:d;".
„Wees zoo goed eveneens *n biljet
derde klas voor me te nemen".
(Wordt vervolgd).