iéJfW
IIAAELEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
F UT SE
BINNENLAND
FEUILLETON
BOOR EIGEN KRACHT
V/OENSDAG 4 AUG. 1S26
TWEEDE BLAD
No. 3587
VACANT IE IN ZWITSERLAND.
BELGISCHE SIGARENCHICANE. DE HOUDING VAN ANDERE
LANDEN. TE LAAT IN BAZEL. DE KUNST VAN GELDVERDIENEN.
Er is verschil van smaak in alles. Ook
in Je keuze van het vacantieoord. Soms
mige mcnschen trekken, wanneer ze in
het 'buitenland gaan willen, naar Enge»
land of Scandinavië, anderen begrijpen
niet "wat daarin voor genoegelijks wezen
kan voor Nederlanders, die toch in hun
eigen land al maanden lang onder den»
zelfden somberen hemel moeten leven;
die geven de voorkeur aan het zonnige
Zuiden of, -wanneer Nice en Mentone
hun te ver weg en daardoor te duur zijn
aan Zwitserland. Zoo ben ik dezen
keer voor een korten vacantietijd weer
naar het land van de bergen getrokken
tntt zijn droomerige hoogten, dreigen»
de ijsvelden, prachtige meren, bestraald
door de schittering van een weelderige
zon.... behalve op de oogenblikkcn,
dat de nevels om de bergen samendrin»
gen en waterstroomen loslaten, die voor
de vaderlandsche regenbuien niet bes
hoeven onder te doen. Maar daarover
later.
Voorloopig was het prachtig weer,
toen wij met den vermaarden trein van
7.47 's morgens te Haarlem op reis gin»
gen. In Esschen komt de Belgische
douane in den trein, voor wie met
handbagage reizen, een gemak waaruit
niet mag worden afgeleid, dat de Bels
gen in alle opzichten hupsch zijn gewors
den. Waarom moest de man, die onze
coupé inspecteerde, zich verzetten tes
gen de negentig sigaren, die ik welis*
waar in zijn land importeerde, maar
met de vaart van denzelfden trein weer
uitvoerde, omdat geen haar op mijn
hoofd er aan dacht in Belgic uit te siaps
pen! Waarvoor? Hij wist het zelf niet,
maar ze hebben ginds den dood gezien
aan de sigaren, die de Hollandsche
kaaskoppen nu eenmaal altijd uit hun
eigen land naar alle oorden van de wes
reld meeslepen, omdat ze het rookges
rei van andere volken niet lusten. Ars
gumenten gaf de man niet, wel het bes
vel om met mijn kostelijk bezit naar
„de kas" te gaan, zoodat ik tegen wil
en dank met mijn kistje onder den arm,
als een koopman in sigaren, over het
lugubere perron van Esschen tippelde
om het geval aan een andere autoris
tcit te onderwerpen. Deze, ofschoon
hooger in gezag, was even zwak in zijn
verklaring en behielp zich met een
schouderophalen en een vingerwijzing
naar de vliegenkast, waar 'blijkbaar de
financier van de douane troonde. Inder»
daad gaf hij een middel tot ontkoming
aan: verzenden in doorvracht naar
Zwitserland, maar daar de toebereid»
6elen daarvoor ook geld gekost zouden
hebben en de trein met mijn mcdercis
zigers intusschen zeker zou zijn vers
trokken, haalde ik op mijn beurt mijn
schouders op en koos van twee kwaden
het minste. Intusschen gaf 't feit, dat
ik de armelijke Belgische munt thuis ges
laten had en dus met den soliderZwitsers
schen frank wcr.schte te betalen, weer
aanleiding tot ingewikkelde berekenin»
gen, die de douanesadministratie niet
voldoende onder de knie scheen te
hebben, zoodat het geval onnoodig geld
kostte niet aan de Belgen. Op het
laatste oogenblik, maar bijtijds was ik
met het kostbare kistje en een onleess
bare quitantie in dc coupé terug.
Daarna raakte de sigarenzorg voor
'goed voorbij. De Luxemburgers waren
tc Thionville in het geheel niet nieuwss
gierig, of wij soms verboden waar bij
ons hadden cn keurden den inhoud van
ons hcele compartiment met cén vricn*
delijk handgebaav goed. Nog wclwillens
der was de Zwitsersche douane, die
met een prettig: „Alle Hollander?" zijn
krijtteeken op onze bagage zette en
daarmee geen wrok toonde te hebben
over de nederlaag, die zijn voetballende
landgenooten regelmatig in Amsterdam
komen ondergaan weliswaar geven
zij die aan onze jongens op dezelfde
manier in Zürich terug.
Meer is cr van de reis niet te vertel*
len. Tweemaal eten in den trein, in de
zoovcelste serie (dezen keer waren er
zes, hoe bergt dc kok al dat voedsel
in het nauwe gangetje, dat zijn keuken
heet!) de langdurigheid van de laatste
uren na Straatsburg, de vertraging
waarmee we in Bazel komen het is
allemaal oude kost. Men beweert, dat
cén Hollander cr op bluft dat hij op
tijd in Bazel aangekomen is. maar
mand weet hoe hij heet en als men het
wist zou toch niemand hem gelooven.
Het staat eenmaal vast: in het toegangs»
steegje naar Zwitserland dat Bazel heet
komt geen trein op tijd aan. Althans
niet uit Holland.
I Men kan dat nu wel schuiven op re*
J kening van de remJblokken. waaraan tot
tweemaal toe in het Belgische iets
'.scheen te mankeeren, maar als die er
niet geweest waren, zou iets anders zich
wel hebben voorgedaan. Vroeger, wan»
neer wij over den Duitsehen kant gin*
gen, haperde het meestal to Karlsruhe.
Waarom daar de trein zoo lang moest
rusten omdat Kerel er rust is mij nooit
duidelijk geworden.
Ik hou niet van Bazel, De stad heeft
niet veel moois aan te bieden. De Rijn»
bruggen zijn de ecnige merkwaardigheid
ten men is er op geldverdienen al tc
I scherp uitgestudeerd. In de eerste plaats
j dc hotelhouder, die zich weinig aan»
trekt van zijn logés, wetende dat zij
heusch niet in Bazel zullen overnachten
.wanneer zij dat kunnen ontgaan; bo;
'vendien ook zijn huisknecht. Die neemt
1 wel de bagage op zijn stoeren nek,
maar verder dan de voorhal van het
station komt hij niet; daar staat een
kruier, die het werk van hem overneemt
en de bagage verder naar den trein
expedieert. Zoo verdienen ze allebei
hun franken en maken zich niet al te
moe. Een soort van Taylorsystcem, ten
koste van den reiziger.
Zwitserland begint dan ook pas
goed na Bazel. Eerst buiten de stad
krijg je iets van het karakteristieke
landschap te zien, onverschillig in wel»
ke -richting je gaat. Onze weg leidde
ditmaal naar Brunnen aan het Vier»
waklstatter Meer, wij zouden gaan
over Lüzern. Met hoeveel plezier zie ik
u altijd terug: snelstroomende Reuss,
waarover de eeuwenoude hoiuten brug
zoo stevig geslagen werd, dat zij nog
altijd begaanbaar is. Hoe goed doet gij
ons Hollandsch hart, prachtig meer
met de goed ingerichte booten, wier
namen ons altijd weer den indruk geven
van cosmopolitisme, althans van de
neiging des koopmans, om al zijn klan»
ten vriendelijk te ontvangen. Of zien
wij niet naast de vaderlandsche namen
van den Zwitser, Helvetia, Wilhelm
Teil, Uri, Unterwalden, dan naam Vic»
toria om de En ge Is eh en te believen.
Italia, Gallia, Gcrmania als welkomst»
groet aan andere volkeren? Het is
waar, Neerlandia ontbreekt, ofschoon
een groot gedeelte van de toeristen in
Zwitserland afkomstig is uit de lage
landen. Maar misschien komt dat nog.
In elk geval staan wij in dit opzicht
niet achter bij de Amerikanen, wier
krakend gekwaak meestal het eerste is,
dat we op een van die booten hooren;
wanneer we althans niet vóór dien tijd
een stomp hebben gekregen: reken
maar dat er een Amerikaansche elle»
boog aan het werk is geweest!
Goedkoop is de boot niet. De maat»
schappij moet haar dividend in drie
of vier maanden verdiénen. Schijnbaar
komt ze den reiziger tegemoet door
een soort van abonnement, waarop hij
ruim twintig procent korting heeft,
maar dat hem op het laatst van zijn
verblijf aanleiding geeft tot extra
tochtjes, omdat hij anders coupons
overhoudt, die niets meer waard zijn.
Wie sterk is. moet ook slim wezen,
iMaar het is niet zonder aandoening,
dat wij wegstoomend van de kade, op»
zien naar den kring van de bergen om
het meer, waarvan Pilatus de forsche
en breede aanvoerder is. Zoo zijn we
dan in dit wonderland terug, begcerig
om er weer wat nieuws te zien
want in Zwitserland is nog niemand
ooit uitgekeken geraakt.
J. C. P.
DE COMMISSARIS DER
KONINGIN IN ZUIDsHOLLAND.
Hef Haagschc Corr. Bureau meldt:
Uit de beste bron wordt ons mede»
gedeeld dat het bericht als zou de oom»
missaris der Koningin in de provincie
Zuid=tHolknd, de heer. E. C. baron
Swcerts de Landas Wyborgh, het
voornemen koesteren om tegen Mei
1927 wanneer hij den 75»jarigen leef»
tijd zal bereiken, zijn ambt neer te leg»
gen. van allen grond is ontbloot.
DE VERWOESTING VAN
DEN ST. PIETERSBERG.
Men schrijft aan het Vaderland:
Onverpoosd wordt het sloopings*
werk van ccn onzer mooiste natuurmo»
numenten voortgezet. Dag aan dag kna
gen en beuken machtige, machines en
ontelbare arbeidskrachten aan de uit»
bolling van het mooiste punt van den
St.sPietersberg. Het sloopingswerk is
thans zoo ver gevorderd, dat de oude
ruïne Lichtenberg en de daarnaast ge»
legen boerderij letterlijk aan den rand
van een afgrond staan. Groote, versóhe
scheuren in een der gevels van deze
boerderij wijzen er op, dat de gevol*
gen van de uitgraving geenszins ge»
vaarloos zijn. Óf er kans bestaat, dat
het sloopingswerk eerlang zal worden
stopgezet, kon geen enkele inwoner
van St. Pietcr ons verzekeren. Het
eenige dat ze wisten was, dat ruïne er
boerderij intact zullen worden gelaten
cn een nieuwe uitgraving zal worden
gemaakt, vlak aan de Zuidzijde van
deze 'boerderij.
In hoeverre aan dit „intact laten" de
hand zal worden gehouden, wordt door
velen betwijfeld. Men gelooft algemeen
dat de ruïne en de boerderij door de
betrokken Belgische maatschappij als
een sta in den weg worden beschouwd
cn dat het sparen van deze gebouwen
niets anders is dan een uitstel van exe»
outie. Indien ze n,a verloop van jaren
tengevolge van een grond afschumng
of andere oorzaak zullen ineenstorten,
dan. is deze sta in den weg voor de
maatschappij verdwenen en zal vollgens
dc Zuid'»Linnburgers ook dat deeü, het
hoogste punt van den St. Pieter ben of»
fer vallen.
Bij wijze van doekje voor het bloe*
den is er sinds kort door de sloopers
boven op den berg aan den Tand van
de uitgraving een plantsoencering aan»
.gebracht. Geen beplanting, die zich
aanpast bij den zoo wilden, weelderi»
gen plantengroei van den St.»Pieter,
doch een,, tuinaanleg van lijnrechte
taxusheggen, vierkante perken, rechte
paden enz. Het steile, steenachtige,
dicht begroeide bergpad is vervangen
door breede, monumentale betonnen
trappen. Een staaltje van verregaande
smakeloosheid, van totaal gemis aan
piëteit.
De verdiwijning van een stuk roman»
tiek.
Aan wien de schuld van deze sloo»
ping, van dezen vorm van vandalisme?
Aan de Belgische cementmaatschappij
of aan de Nederlandsche bevolking?
Indien wij Nederlanders werkelijk blijk
hadden gegeven van een hoogere waar»
deering voor een onzer mooiste brok»
ken natuurschoon als dit, dan ware het
nooit zoover gekomen. Bij het droevig
lot van den St.»Pieter moeten wij
denken aan de slappe houding van ons
Nederlanders, die slechts flauwe pogin»
gen in het werlc hebben gesteld oui tc
redden, toen de vernieling van het
schoon reeds ver gevorderd was.
Wij geven toe, de stopzetting zou
geldelijke offers gekost hebben, doch
deze omstandigheid had geen beletsel
mogen zijn om te redden wat nog te
redden was (is).
Het schijnt nu wel of de afgraving
van een onzer mooiste en interessant»
ste stukken natuur als een voldongen
feit wordt beschouwd. Of er zal te
elfder ure nog ingegrepen kunnen wor»
den op een wijze die afdoende is?
ELECTRISCHE SPOORWEGEN
Het „tibld." verneemt dat bij de d:»
rectie der Nederlandsche Spoorwegen
plannen bestaan zij het ook nog in
verre toekomst om wanneer de re»
sulfaten van het electrische net bevre»
digend uitvallen, ook de Zaanstreek
hierin op te nemen. Van uit Amster»
dam zou dan deze verbinding tot
stand komen, terwijl ook overwogen
wordt electrische treinen tusschen de
hoofdstad en Amersfoort te laten loo*
pen.
Voorloopig staan deze plannen, zoo»
als gezegd, nog geenszins vast. Veel zal
hierbij afhangen hoe het nieuwe elcc»
trische bedrijf zich zal ontwikkelen,
terwijl in ieder geval zal moeten wor»
den gewacht tot de treinen tusschen
Amsterdam en Rotterdam in dienst zul
len zijn genomen.
OVERREDEN EN GEDOOD.
Tc Haren is het 3»jarig dochtertje
van den stucadoor de Haan door een
auto overreden en gedood.
DE KONINGIN EN DE PRINSES.
De Koningin en Prinses Juliana zijn
Dinsdag niet naar de Ruigehoek ver»
trokken. De Koningin wandelt zoo nu
en dan een oogenblik in den tuin.
Prinses Juliana houdt voortdurend
haar kamer. Heden, Woensdag komt
dr. De Jong te Soestdijk die beslissen
zal, of en wanneer het vertrek naar den
Ruigenhoek zal plaats hebben.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 657
BABY WORDT WAKKER
Baby ontwaakt uit zijn dutje j knort cn wrijft met zijn knuistjes 1 knipt met zijn oogjes en begrijpt
in zijn oogen de situatie nog niet goed
overweegt of hij maar niet weer J nee, dat schijnt niet te lukken
zal gaan slapen staart naar het plafond
j bekijkt zijn vingers alsof hij z®
voor het eerst ziet
gaapt eens duchtig daar wor 8 gluurt naar de deur gelooft dat hoe het ook zij. het is in lede
je goed wakker van I die een centimeter open ging en I geval tijd om de familie van zij:
1- - ~.j, ieder
die een centimeter open ging en I geval tijd om de familie van zijn
misschien staat moeder er wel 1 ontwaken in kennis te stellen
achter
(Nadruk verboden)
DRONKEN MOTORRIJDER
NOODLOTTIGE GEVOLGEN.
In 'den nacht van Maandag op
Dinsdag tc half één kwam te Rotter»
dam een rijwielhandelaar uit een café
aan den Hofdijk, waar hij meer had
gebruikt dan goed voor hem was. De
man wilde op zijn motorfiets naar huis
gaan, hetgeen kameraden, daar hij
dronken was, hem ontraadden. De rij»
wielhandelaar zette echter door. Hij
reed met snelle vaart den dijk op,
juist tegen een tramwagon aan. De man
werd zwaar gekneusd opgenomen en
naar een ziekenhuis vervoerd. Bij aan»
komst aldaar was hij reeds overle»
den.
EEN FLESSCHENTREKKER.
In samenwerking met de Haagschc
politie is het de politie te Enschedé
gelukt, een goede vangst te doen.
Eenige maanden geleden. vervoegde
zich namelijk bij de textielfirma El»
fers en Veldman te Enschedé een
zekere M., ongeveer 30 jaar oud, vroe»
ger wonende te Amsterdam, later in
Den Haag. Hij kwam in een auto aan,
bestelde ee-n groot aantal goederen,
gaf verschillende goede referenties op
en betaalde, nadat een groote partij
goederen waren gekocht met een
chèque.
De firma, die het volste vertrouwen
had in den nieuwen klant, wijl hij een
uitstekenden indruk maakte, zond de
goederen af naar het opgegeven adres
waar ze door M. E. in ontvangst wer»
den genomen. Hij deed ze ook weer
zoo spoedig mogelijk van. de hand.
Intusschen bleek, toen de firma de
chèque wilde incasseeren, dat deze niet
acceptabel was.
Ook de opgegeven referenties ble»
ken niet te 'bestaan.
Aan de politie werd daarop van het
geval kennis gegeven, wie het geluk»
ken mocht, het verblijf van. den dader
op fe sporen. Het bleek te zijn een
bekend flesschentrekker, die o.a. ook
elders reeds, o.a. te Amsterdam,
slachtoffers had gemaakt. Hij is ter
beschikking van de justitie gesteld.
DE LEGERBEZUINIGING.
Nader meldt De Avondpost nog dat
bij het ministerie van Oorlog het voor»
nemen bestaat, om voor beroepsoffi*
eieren en onderofficieren der land»
macht een capitulantenstelsel in te voe»
ren. Een ontwerp van wet zou reeds
ontworpen en ter beoordeeling gezon»
den zijn naar den ministerraad en naar
de verschillende dep. van Algemeen
Bestuur.
Bedoeld ontwerp stelt zich op het
standpunt, dat bij de toekomstige aan»
neming van officieren en onderofficie»
ren moet worden, uitgegaan van den
regel, dat officieren en onderofficieren
slechts een klein aantal jaren in het le»
ger zullen dienen, om daarna over te
gaan in burgerrijksbetrekkingen. Hier»
door zou vermindering van pensioen»
lasten worden verkregen, terwijl bo»
vendien wordt voorkomen, dat het de»
partement van Oorlog personeel in be»
trekking heeft met veel dienstjaren, en
als gevolg daarvan hoogere salarieering
Aan het wetson-lwerp is toegevoegd een
lijst van betrekkingen, waarvoor, naar
het oordeel van het departement van
Oorlog, de officieren en onderofficie»
ren in aanmerking zouden kunnen ko»
men.
Tegen bedoeld ontwerp zou bijzonder
veel verzet zijn gerezen bij de andere
departementen.
AFSCHAFFING VAN ALCOHOL-
HOUDENDE DRANKEN.
De Ned. Vereeniging tot afschaffing
van alcoholhoudende dranken kwam te
Utrecht bijeen.
Als leden van het hoofdbestuur wer
den herkozen de heeren L. M. Hermans,
tc Arnhem, dr. W. Hingst, te Utrecht,
P. Schuhmacher, te Amsterdam en Arie
H. Willemse, te Den Haag; in de va-
catures-Jansonius en mr. Britzei werden
onderscheidenlijk gekozen ds. P. v. d.
Veer te Drachten en de heer P. Lansen,
te Deventer.
Als redacteuren van De Blauwe Vaan
werden herkozen de heeren P. v. d. Meu-
leli, te Zeist en H. Ploeg Jr., te Utrecht.
De voorzitter bracht aan de aftredende
leden van het hoofdbestuur dank voor
hun arbeid, en aan den heer Jansonius,
die gedurende ruim 30 jaar in de vereeni
ging werkzaam is geweest, werd een
boekwerk aangeboden.
Daarna behandelde de vergadering een
voorstel van het hoofdbestuur, om zich
uit te spreken tegen het stelsel van
drankrantsoencering, zooals dit is voor
gesteld door de Staatscommissie-v. d.
Lande, daar men niet 'zeker is, dat dit
stelsel in het belang van de drankbe
strijding zal zijn, en de hoop uit te spre
ken, dat de regeering bij de aangekon
digde herziening van de Drankwet niet
zal voorstellen, het voorstel der Staats
commissie tot wet te verheffen.
De secretaris, de heer Ploeg, bepleitte
liet standpunt van de meerderheid van
het hoofdbestuur, en de heer Van der
Heulen verdedigde de drankrantsoenee-
ring, maar verklaarde daarbij tevens, zich
bij de uitspraak van de vergadering te
zullen neerleggen.
Ten slotte werd het voorstel van het
hoofdbestuur aangenomen.
EEN PRINSES JULIANAFONDS.
De Kon. Ver. Oranjebond nam in
1921 het initiatief tot het stichten van
een Julianafonds, hetwelk zich ten doel
«telt het inzamelen van gelden om
deze Prinses Juliana ter hand 'tie stel»
len met haar 18en verjaardag vo-or een
door haar zelve nader te bepa'en lief»
dadig doel.
Tengevolge van verschillende buiten»
gewone omstandigheden kor, aan dit
plan niet gewerkt worden.
Thans wil het bestuur uitvoering
geven aan zijn plannen, welke na ver»
dere uitwerking nader bekend zullen
worden gemaakt. Uitdrukkelijk wordt
gemeld, dat deze inzameling geen
verband houdt met het op te richten
monument voor Juliana van Stolberg.
Een eere»comité is thans samenge*
steld.
iDc volgende heeren hebben zich be*
reid verklaard daarin zitting te ne*
men:
Jhr. mr. H. A. van Karnebtek, mi*
nister van buitenlandsche zaken, eere»
voorzitter van de Kon. vereen. Oranje*
bend; E. C. baron Swecrts de Lan*
das Wyborgh, commissaris der Ko*
ningin in, Zuid*iHoIland; mr. A. E.
baron van Voorst tot Voorst, eommis*
saris der Koningin in Noord»Brabant;
baron S. van Heemstra, commissaris
d'er Koningin in Gelderland; jhr. mr.
A. Roëll, commissaris der Koningin 'in
NoorcLiHolland; mr. H. Th. 's Jacob,
commissaris der Koningin i.n Utrecht;
mr. J. Th. Linthorst Homan, eommis*
saris der Koningin in Drenthe; mr. E.
baron van Hövell tot Westerflier, com*
missaris der Koningin in Limburg; mr.
H. Zillesen, griffier der Eerste Kamer;
luitenamt»generaal F. de Bas; luitenant»
generaal Ph. W. Web er; J. H. F. graaf
Dumonceau, grootmeester der Konina
gin; graaf van. Lynden van Sandenburg,
opperkamerheer der Koningin: jhr. H.
Loudon, en W. A. baron van Ittersum
referendaris 'bij het ministerie van
waterstaat.
DOODGEVALLEN.
Op de werf der Nederlandscho
Scheepbouwmaatschappij te Amster»
dam is een 13»jarige jongen in het
ruim van een in aanbouw zijnd schip
gevallen. Met ernstige wonden werd
hij naar het Binnengasthuis vervoerd.
Bij aankomst aldaar bleek hij reeds te
zijn overleden.
Er bestaan plannen tot het stichten
van een Nationaal Schaakgebouw. Reeds
werd bovenstaand gebouw te Den Haag
daarvoor aangekocht.
Uit 't Duitsch.
43)
„Daar zijn we eindelijk, lieve juf»
frouw", riep Emma juichend uit, „Zoo»
lang u bezig waart met 't uitpakken
van uw koffers, mochten wij u niet
storen; mama beeft ens toegestaan u
voor 't avondeten te roepen; in een
kwartier zal 't zoover zijn. Mogen wc
u zoolang storen?"
„Zeker, u bent me altijd welkom".
„U, noemt me u! Dat is afschuwe»
lijk. Neen, ik hou erg veel van u. U
zult me 't plezier dóen, mij „je" te noe»
me", is 't niet?"
„Heel graag Ik vind 't zelf ook veel
aardiger. Als'Willy 't ook wenscht, zul»
len we elkaar „je" noemen".
Willy keek op. 't was alsof cr wat le»
ven in baar gezicht kwam: het volgend
oogenblik lag. het verveelde lachje al»
veer op haar lipoen. Zij gaf geen i'n<»
woord, knikte alleen met haar hoofd,
terwijl Emma juichend uitriep, terwijl
'ic Clara woest omhelsde: „O, dat js
Zalig. „Ik mag „je" tegen u zeggen. Nu
houd ik nog eens zooveel van je! Maar
kom nu mee naar beneden".
„Wil je zoo gekleed aan tafel ver»
schijnen? Met dat verwarde haar, dat
vuile schort, dat nog kapot is ook?"
vroeg Clara.
Emma keek haar verbaasd aan, cn
lachte dan hardop. „Voor wie moet ik
me dan geneeren? Er is immers nic»
mand anders dan die oude, akelige,
Upsen".
„Voor je ouders cn voor je zelf! Ik
heb ook als ik alleen ben, de behoefte,
tenminste ordelijk en schoon te zijn".
Emma keek verwonderd op. „Ja, u
jij", zei ze eenigszins verregen. ..Maar
ik! Mama heef* me al dikwijls beknord
maar ik heb haar altijd uitgelachen,
maar omdat jij 't wilt, zal ik me zoo
mooi maken als ik kan. In drie tellen
ben ik klaar; kom maar meer naar onze
slaapkamer."
Daar aangekomen trok zij haat
schort zoo haastig en hard af, dat dc
haak krakend openging cn een lapje
van 't goed meenam, daarna wierp zij
het achteloos op den grond, midden in
de kamer.
Clara kon niet nalaten hartelijk te
lachen over dit eerste, zonderlinge pro*
bccrscl om heel ordelijk te worden.
Zelfs dc stille Willy stemde in met
Clara's hartelijken lach. Verward keek
Emma naar de lachende Clara, en toen
naar het gekreukt© schort op den
grond. Zij nam het beschaamd op,
schudde 't uit, en vouwde het toen,
heelemaal tegen haar gewoonte, zorg»
vuldig, al was 't ook wat onhandig op,
om het netjes in een der commodes te
leggen, waaruit zij een ander schort
nam, dat zij dadelijk aandeed. Willy
hielp haar bij 't vastmaken van de
schouderbanden. Emma keek haar heel
verwonderd aan.
„Wil je me helpen? Dat heb je nog
nooit gedaan!"
„Nu ja", was Willy's verlegen ant»
woord, „dc juffrouw wacht en ik wil»
de dat je er, voor haar, heel ordelijk
uitziet. Nu bracht ze Emma voor den
spiegel en hielp haar 't verwarde haar
in orde maken.
Het eenvoudige toilet was gauw ge»
eindigd. „Is 't zoo goed?" vroeg Em»
ma: toen Clara haar vriendelijk toe»
knikte, ging ze haar een arm geven.
„Je zult zien dat ik nog heel ordelijk
zal worden".
Ze trok de gouvernante met zich
mee, Willy volgde hen, eerst een stap
achterblijvend, daarna echter nam zij,
een onwillekeurige impulsie volgend,
Clara's andere hand. „Mag ik?" vroeg
ze schuchter, en toen Clara haar nu
ook een arm gaf, vermooide ccn geluk»
kig lachje, haar anders zoo weinig le»
vendig gezicht.
De bel, die in Dahlwitz, voor 't
avondeten, riep, had nog wel niet ge»
luid, maar de tafel voor de familie
stond toch al, in de groote tuinkamer,
gedekt. Mevr. von Funk zat nog in haar
schommelstoel voor de open tuindeur.
Meneer von Funk zat, tegenover haar,
in een leuningstoel, hij steunde zijn
hoofd met de hand, en keek somber
naar den grond. Dc twee echtgcnootcn
hadden al een heelen tijd zoo zwijgend
bij elkaar gezeten, beiden in diep ge»
peins, over hetzelfde onderwerp.
De heer von Funk onttrok zich 't
eerst aan z'n sombere gedachten: „Dc»
ze nieuwe gouvernante verontrust me.
Wij moeten 't eens worden over de po»
sit je, die ze hier, in ons huis. zal inne»
men. Je hebt haar, bij de intrede hier
in huis, niet begroet als een, in onzen
dienst tredende, gouvernante, maar als
een vriendin, bijna als 'n dame die ons
met 'n 'bezoek vereert".
„Als ik dat gedaan heb, wat gaat 't
je dan aan?"
„Heel veel! 't Kan me niet onver»
schillig zijn, als dit persoontje, dat
buitendien een flinke dosis zelfbewust»
zijn schijnt te hebben, zich, door een
meer dan vriendelijke ontvangst, laat
verleiden, een positie in ons huis te
verlangen, die haar niet toekomt, en
ons allen, mettertijd niet plezierig aan
zou doen. Ik vond 't nooit goed dat je
de vroegere gouvernantes behandeld
hebt als gewone dienstboden, bij deze
ga je echter weer te ver met je voor*
komendheid en moet ik je dus verzoe»
ken om een koele terughoudendheid
tegenover haar te betrachten".
„Ik laat me niet de wet voorschrij»
ven. Wees overigens onbezorgd, ik
weet precies, hoever ik met m'n vricn»
delijkheid kan gaan. Juffrouw Mtiller
zal, dat kan ik je wel verzekeren nooit
een dergelijke positie hier innemen, zoo
als jij je Upscn hebt verschaft. Dat zou
neef Wolfgang, hoe warm hij 't meisje
ook heeft aanbevolen, zelf nooit ver»
langen".
„Neef Wolfgang!" riep meneer von
Funk geprikkeld uit. „Dus omdat hij
dat juffertje aanbevolen heeft, moet ze
als een prinses behandeld worden. „De
wenscli van je neef is voor jou de
hoogste wet!"
„Heb je er iets tegen? Ben je mis»
schicn jaloersch op je neef?"
„Onzin! Maar 't kan me niet onver»
schillig wezen, als Je wenschen van je
neef in mijn huis meer gelden dan mijn
eigen".
Hermine trok verachtelijk haar
schouders op. „Je weet nooit wat je
wilt", zei ze spottend. „Ik weet heel
goed, dat Wolfgang je eigenlijk afkeer
inboezemt, en toch behandel je hem
steeds met een, bijna kruiperige, be»
minnelijkheid. Geloof jc, dat *t jc goed
zal doen. om Wolfgang's genegenheid
te winnen, als je degene die hij in z"n
bescherming nam, niet met de gewensch
te achting behandelt?"
Nauwelijks had Hermine 't laatste
woord gesproken, toen Upsen in de
kamer kwam. Hij had 'n elegant zomer»
costuum aan, van de fijnste stof, de
ruige roode baard droeg hij. volgens de
voorgeschreven mode, kort geknipt, het
ruige haar was door pomade en haar»
olie, in bedwang gehouden, maar niet»
ternin zag hij cr bijna nog afschuwelij*
kcr uit dan vroeger in zijn half boer»
sche kleeding die hij toen, bij voor*
keur, droeg.
Met een plompe buiging, die elegant
moest heeten, wenschte Upsen Her*
mine goeden dag, toen hij hinkend na*
der kwam,
LTerminc keck hem met nauwelijks
verholen afkeer aan, en beantwoordde
zijn diepe buiging door een. bijna on*
merkbaar hoofdknikje. ..-Wij spraken,
juist toen u binnen kwaamt. over u,
meneer Upsen", zei ze, terwijl ze haar
man spottend aankeek.
,.Ik hen u heel dankbaar, mevrouw!"
„Heelemaal geen reden tot dank, me»
neer Upscn. Vandaag wel 't allerminst
nu ge u weer aan een grenzenlooze on»
beschaamdheid schuldig hebt gemaakt"
(Wordt vervolgd).