iéJfW IIAAELEM'S DAGBLAD OM ONS HEEN F UT SE BINNENLAND FEUILLETON BOOR EIGEN KRACHT V/OENSDAG 4 AUG. 1S26 TWEEDE BLAD No. 3587 VACANT IE IN ZWITSERLAND. BELGISCHE SIGARENCHICANE. DE HOUDING VAN ANDERE LANDEN. TE LAAT IN BAZEL. DE KUNST VAN GELDVERDIENEN. Er is verschil van smaak in alles. Ook in Je keuze van het vacantieoord. Soms mige mcnschen trekken, wanneer ze in het 'buitenland gaan willen, naar Enge» land of Scandinavië, anderen begrijpen niet "wat daarin voor genoegelijks wezen kan voor Nederlanders, die toch in hun eigen land al maanden lang onder den» zelfden somberen hemel moeten leven; die geven de voorkeur aan het zonnige Zuiden of, -wanneer Nice en Mentone hun te ver weg en daardoor te duur zijn aan Zwitserland. Zoo ben ik dezen keer voor een korten vacantietijd weer naar het land van de bergen getrokken tntt zijn droomerige hoogten, dreigen» de ijsvelden, prachtige meren, bestraald door de schittering van een weelderige zon.... behalve op de oogenblikkcn, dat de nevels om de bergen samendrin» gen en waterstroomen loslaten, die voor de vaderlandsche regenbuien niet bes hoeven onder te doen. Maar daarover later. Voorloopig was het prachtig weer, toen wij met den vermaarden trein van 7.47 's morgens te Haarlem op reis gin» gen. In Esschen komt de Belgische douane in den trein, voor wie met handbagage reizen, een gemak waaruit niet mag worden afgeleid, dat de Bels gen in alle opzichten hupsch zijn gewors den. Waarom moest de man, die onze coupé inspecteerde, zich verzetten tes gen de negentig sigaren, die ik welis* waar in zijn land importeerde, maar met de vaart van denzelfden trein weer uitvoerde, omdat geen haar op mijn hoofd er aan dacht in Belgic uit te siaps pen! Waarvoor? Hij wist het zelf niet, maar ze hebben ginds den dood gezien aan de sigaren, die de Hollandsche kaaskoppen nu eenmaal altijd uit hun eigen land naar alle oorden van de wes reld meeslepen, omdat ze het rookges rei van andere volken niet lusten. Ars gumenten gaf de man niet, wel het bes vel om met mijn kostelijk bezit naar „de kas" te gaan, zoodat ik tegen wil en dank met mijn kistje onder den arm, als een koopman in sigaren, over het lugubere perron van Esschen tippelde om het geval aan een andere autoris tcit te onderwerpen. Deze, ofschoon hooger in gezag, was even zwak in zijn verklaring en behielp zich met een schouderophalen en een vingerwijzing naar de vliegenkast, waar 'blijkbaar de financier van de douane troonde. Inder» daad gaf hij een middel tot ontkoming aan: verzenden in doorvracht naar Zwitserland, maar daar de toebereid» 6elen daarvoor ook geld gekost zouden hebben en de trein met mijn mcdercis zigers intusschen zeker zou zijn vers trokken, haalde ik op mijn beurt mijn schouders op en koos van twee kwaden het minste. Intusschen gaf 't feit, dat ik de armelijke Belgische munt thuis ges laten had en dus met den soliderZwitsers schen frank wcr.schte te betalen, weer aanleiding tot ingewikkelde berekenin» gen, die de douanesadministratie niet voldoende onder de knie scheen te hebben, zoodat het geval onnoodig geld kostte niet aan de Belgen. Op het laatste oogenblik, maar bijtijds was ik met het kostbare kistje en een onleess bare quitantie in dc coupé terug. Daarna raakte de sigarenzorg voor 'goed voorbij. De Luxemburgers waren tc Thionville in het geheel niet nieuwss gierig, of wij soms verboden waar bij ons hadden cn keurden den inhoud van ons hcele compartiment met cén vricn* delijk handgebaav goed. Nog wclwillens der was de Zwitsersche douane, die met een prettig: „Alle Hollander?" zijn krijtteeken op onze bagage zette en daarmee geen wrok toonde te hebben over de nederlaag, die zijn voetballende landgenooten regelmatig in Amsterdam komen ondergaan weliswaar geven zij die aan onze jongens op dezelfde manier in Zürich terug. Meer is cr van de reis niet te vertel* len. Tweemaal eten in den trein, in de zoovcelste serie (dezen keer waren er zes, hoe bergt dc kok al dat voedsel in het nauwe gangetje, dat zijn keuken heet!) de langdurigheid van de laatste uren na Straatsburg, de vertraging waarmee we in Bazel komen het is allemaal oude kost. Men beweert, dat cén Hollander cr op bluft dat hij op tijd in Bazel aangekomen is. maar mand weet hoe hij heet en als men het wist zou toch niemand hem gelooven. Het staat eenmaal vast: in het toegangs» steegje naar Zwitserland dat Bazel heet komt geen trein op tijd aan. Althans niet uit Holland. I Men kan dat nu wel schuiven op re* J kening van de remJblokken. waaraan tot tweemaal toe in het Belgische iets '.scheen te mankeeren, maar als die er niet geweest waren, zou iets anders zich wel hebben voorgedaan. Vroeger, wan» neer wij over den Duitsehen kant gin* gen, haperde het meestal to Karlsruhe. Waarom daar de trein zoo lang moest rusten omdat Kerel er rust is mij nooit duidelijk geworden. Ik hou niet van Bazel, De stad heeft niet veel moois aan te bieden. De Rijn» bruggen zijn de ecnige merkwaardigheid ten men is er op geldverdienen al tc I scherp uitgestudeerd. In de eerste plaats j dc hotelhouder, die zich weinig aan» trekt van zijn logés, wetende dat zij heusch niet in Bazel zullen overnachten .wanneer zij dat kunnen ontgaan; bo; 'vendien ook zijn huisknecht. Die neemt 1 wel de bagage op zijn stoeren nek, maar verder dan de voorhal van het station komt hij niet; daar staat een kruier, die het werk van hem overneemt en de bagage verder naar den trein expedieert. Zoo verdienen ze allebei hun franken en maken zich niet al te moe. Een soort van Taylorsystcem, ten koste van den reiziger. Zwitserland begint dan ook pas goed na Bazel. Eerst buiten de stad krijg je iets van het karakteristieke landschap te zien, onverschillig in wel» ke -richting je gaat. Onze weg leidde ditmaal naar Brunnen aan het Vier» waklstatter Meer, wij zouden gaan over Lüzern. Met hoeveel plezier zie ik u altijd terug: snelstroomende Reuss, waarover de eeuwenoude hoiuten brug zoo stevig geslagen werd, dat zij nog altijd begaanbaar is. Hoe goed doet gij ons Hollandsch hart, prachtig meer met de goed ingerichte booten, wier namen ons altijd weer den indruk geven van cosmopolitisme, althans van de neiging des koopmans, om al zijn klan» ten vriendelijk te ontvangen. Of zien wij niet naast de vaderlandsche namen van den Zwitser, Helvetia, Wilhelm Teil, Uri, Unterwalden, dan naam Vic» toria om de En ge Is eh en te believen. Italia, Gallia, Gcrmania als welkomst» groet aan andere volkeren? Het is waar, Neerlandia ontbreekt, ofschoon een groot gedeelte van de toeristen in Zwitserland afkomstig is uit de lage landen. Maar misschien komt dat nog. In elk geval staan wij in dit opzicht niet achter bij de Amerikanen, wier krakend gekwaak meestal het eerste is, dat we op een van die booten hooren; wanneer we althans niet vóór dien tijd een stomp hebben gekregen: reken maar dat er een Amerikaansche elle» boog aan het werk is geweest! Goedkoop is de boot niet. De maat» schappij moet haar dividend in drie of vier maanden verdiénen. Schijnbaar komt ze den reiziger tegemoet door een soort van abonnement, waarop hij ruim twintig procent korting heeft, maar dat hem op het laatst van zijn verblijf aanleiding geeft tot extra tochtjes, omdat hij anders coupons overhoudt, die niets meer waard zijn. Wie sterk is. moet ook slim wezen, iMaar het is niet zonder aandoening, dat wij wegstoomend van de kade, op» zien naar den kring van de bergen om het meer, waarvan Pilatus de forsche en breede aanvoerder is. Zoo zijn we dan in dit wonderland terug, begcerig om er weer wat nieuws te zien want in Zwitserland is nog niemand ooit uitgekeken geraakt. J. C. P. DE COMMISSARIS DER KONINGIN IN ZUIDsHOLLAND. Hef Haagschc Corr. Bureau meldt: Uit de beste bron wordt ons mede» gedeeld dat het bericht als zou de oom» missaris der Koningin in de provincie Zuid=tHolknd, de heer. E. C. baron Swcerts de Landas Wyborgh, het voornemen koesteren om tegen Mei 1927 wanneer hij den 75»jarigen leef» tijd zal bereiken, zijn ambt neer te leg» gen. van allen grond is ontbloot. DE VERWOESTING VAN DEN ST. PIETERSBERG. Men schrijft aan het Vaderland: Onverpoosd wordt het sloopings* werk van ccn onzer mooiste natuurmo» numenten voortgezet. Dag aan dag kna gen en beuken machtige, machines en ontelbare arbeidskrachten aan de uit» bolling van het mooiste punt van den St.sPietersberg. Het sloopingswerk is thans zoo ver gevorderd, dat de oude ruïne Lichtenberg en de daarnaast ge» legen boerderij letterlijk aan den rand van een afgrond staan. Groote, versóhe scheuren in een der gevels van deze boerderij wijzen er op, dat de gevol* gen van de uitgraving geenszins ge» vaarloos zijn. Óf er kans bestaat, dat het sloopingswerk eerlang zal worden stopgezet, kon geen enkele inwoner van St. Pietcr ons verzekeren. Het eenige dat ze wisten was, dat ruïne er boerderij intact zullen worden gelaten cn een nieuwe uitgraving zal worden gemaakt, vlak aan de Zuidzijde van deze 'boerderij. In hoeverre aan dit „intact laten" de hand zal worden gehouden, wordt door velen betwijfeld. Men gelooft algemeen dat de ruïne en de boerderij door de betrokken Belgische maatschappij als een sta in den weg worden beschouwd cn dat het sparen van deze gebouwen niets anders is dan een uitstel van exe» outie. Indien ze n,a verloop van jaren tengevolge van een grond afschumng of andere oorzaak zullen ineenstorten, dan. is deze sta in den weg voor de maatschappij verdwenen en zal vollgens dc Zuid'»Linnburgers ook dat deeü, het hoogste punt van den St. Pieter ben of» fer vallen. Bij wijze van doekje voor het bloe* den is er sinds kort door de sloopers boven op den berg aan den Tand van de uitgraving een plantsoencering aan» .gebracht. Geen beplanting, die zich aanpast bij den zoo wilden, weelderi» gen plantengroei van den St.»Pieter, doch een,, tuinaanleg van lijnrechte taxusheggen, vierkante perken, rechte paden enz. Het steile, steenachtige, dicht begroeide bergpad is vervangen door breede, monumentale betonnen trappen. Een staaltje van verregaande smakeloosheid, van totaal gemis aan piëteit. De verdiwijning van een stuk roman» tiek. Aan wien de schuld van deze sloo» ping, van dezen vorm van vandalisme? Aan de Belgische cementmaatschappij of aan de Nederlandsche bevolking? Indien wij Nederlanders werkelijk blijk hadden gegeven van een hoogere waar» deering voor een onzer mooiste brok» ken natuurschoon als dit, dan ware het nooit zoover gekomen. Bij het droevig lot van den St.»Pieter moeten wij denken aan de slappe houding van ons Nederlanders, die slechts flauwe pogin» gen in het werlc hebben gesteld oui tc redden, toen de vernieling van het schoon reeds ver gevorderd was. Wij geven toe, de stopzetting zou geldelijke offers gekost hebben, doch deze omstandigheid had geen beletsel mogen zijn om te redden wat nog te redden was (is). Het schijnt nu wel of de afgraving van een onzer mooiste en interessant» ste stukken natuur als een voldongen feit wordt beschouwd. Of er zal te elfder ure nog ingegrepen kunnen wor» den op een wijze die afdoende is? ELECTRISCHE SPOORWEGEN Het „tibld." verneemt dat bij de d:» rectie der Nederlandsche Spoorwegen plannen bestaan zij het ook nog in verre toekomst om wanneer de re» sulfaten van het electrische net bevre» digend uitvallen, ook de Zaanstreek hierin op te nemen. Van uit Amster» dam zou dan deze verbinding tot stand komen, terwijl ook overwogen wordt electrische treinen tusschen de hoofdstad en Amersfoort te laten loo* pen. Voorloopig staan deze plannen, zoo» als gezegd, nog geenszins vast. Veel zal hierbij afhangen hoe het nieuwe elcc» trische bedrijf zich zal ontwikkelen, terwijl in ieder geval zal moeten wor» den gewacht tot de treinen tusschen Amsterdam en Rotterdam in dienst zul len zijn genomen. OVERREDEN EN GEDOOD. Tc Haren is het 3»jarig dochtertje van den stucadoor de Haan door een auto overreden en gedood. DE KONINGIN EN DE PRINSES. De Koningin en Prinses Juliana zijn Dinsdag niet naar de Ruigehoek ver» trokken. De Koningin wandelt zoo nu en dan een oogenblik in den tuin. Prinses Juliana houdt voortdurend haar kamer. Heden, Woensdag komt dr. De Jong te Soestdijk die beslissen zal, of en wanneer het vertrek naar den Ruigenhoek zal plaats hebben. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 657 BABY WORDT WAKKER Baby ontwaakt uit zijn dutje j knort cn wrijft met zijn knuistjes 1 knipt met zijn oogjes en begrijpt in zijn oogen de situatie nog niet goed overweegt of hij maar niet weer J nee, dat schijnt niet te lukken zal gaan slapen staart naar het plafond j bekijkt zijn vingers alsof hij z® voor het eerst ziet gaapt eens duchtig daar wor 8 gluurt naar de deur gelooft dat hoe het ook zij. het is in lede je goed wakker van I die een centimeter open ging en I geval tijd om de familie van zij: 1- - ~.j, ieder die een centimeter open ging en I geval tijd om de familie van zijn misschien staat moeder er wel 1 ontwaken in kennis te stellen achter (Nadruk verboden) DRONKEN MOTORRIJDER NOODLOTTIGE GEVOLGEN. In 'den nacht van Maandag op Dinsdag tc half één kwam te Rotter» dam een rijwielhandelaar uit een café aan den Hofdijk, waar hij meer had gebruikt dan goed voor hem was. De man wilde op zijn motorfiets naar huis gaan, hetgeen kameraden, daar hij dronken was, hem ontraadden. De rij» wielhandelaar zette echter door. Hij reed met snelle vaart den dijk op, juist tegen een tramwagon aan. De man werd zwaar gekneusd opgenomen en naar een ziekenhuis vervoerd. Bij aan» komst aldaar was hij reeds overle» den. EEN FLESSCHENTREKKER. In samenwerking met de Haagschc politie is het de politie te Enschedé gelukt, een goede vangst te doen. Eenige maanden geleden. vervoegde zich namelijk bij de textielfirma El» fers en Veldman te Enschedé een zekere M., ongeveer 30 jaar oud, vroe» ger wonende te Amsterdam, later in Den Haag. Hij kwam in een auto aan, bestelde ee-n groot aantal goederen, gaf verschillende goede referenties op en betaalde, nadat een groote partij goederen waren gekocht met een chèque. De firma, die het volste vertrouwen had in den nieuwen klant, wijl hij een uitstekenden indruk maakte, zond de goederen af naar het opgegeven adres waar ze door M. E. in ontvangst wer» den genomen. Hij deed ze ook weer zoo spoedig mogelijk van. de hand. Intusschen bleek, toen de firma de chèque wilde incasseeren, dat deze niet acceptabel was. Ook de opgegeven referenties ble» ken niet te 'bestaan. Aan de politie werd daarop van het geval kennis gegeven, wie het geluk» ken mocht, het verblijf van. den dader op fe sporen. Het bleek te zijn een bekend flesschentrekker, die o.a. ook elders reeds, o.a. te Amsterdam, slachtoffers had gemaakt. Hij is ter beschikking van de justitie gesteld. DE LEGERBEZUINIGING. Nader meldt De Avondpost nog dat bij het ministerie van Oorlog het voor» nemen bestaat, om voor beroepsoffi* eieren en onderofficieren der land» macht een capitulantenstelsel in te voe» ren. Een ontwerp van wet zou reeds ontworpen en ter beoordeeling gezon» den zijn naar den ministerraad en naar de verschillende dep. van Algemeen Bestuur. Bedoeld ontwerp stelt zich op het standpunt, dat bij de toekomstige aan» neming van officieren en onderofficie» ren moet worden, uitgegaan van den regel, dat officieren en onderofficieren slechts een klein aantal jaren in het le» ger zullen dienen, om daarna over te gaan in burgerrijksbetrekkingen. Hier» door zou vermindering van pensioen» lasten worden verkregen, terwijl bo» vendien wordt voorkomen, dat het de» partement van Oorlog personeel in be» trekking heeft met veel dienstjaren, en als gevolg daarvan hoogere salarieering Aan het wetson-lwerp is toegevoegd een lijst van betrekkingen, waarvoor, naar het oordeel van het departement van Oorlog, de officieren en onderofficie» ren in aanmerking zouden kunnen ko» men. Tegen bedoeld ontwerp zou bijzonder veel verzet zijn gerezen bij de andere departementen. AFSCHAFFING VAN ALCOHOL- HOUDENDE DRANKEN. De Ned. Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken kwam te Utrecht bijeen. Als leden van het hoofdbestuur wer den herkozen de heeren L. M. Hermans, tc Arnhem, dr. W. Hingst, te Utrecht, P. Schuhmacher, te Amsterdam en Arie H. Willemse, te Den Haag; in de va- catures-Jansonius en mr. Britzei werden onderscheidenlijk gekozen ds. P. v. d. Veer te Drachten en de heer P. Lansen, te Deventer. Als redacteuren van De Blauwe Vaan werden herkozen de heeren P. v. d. Meu- leli, te Zeist en H. Ploeg Jr., te Utrecht. De voorzitter bracht aan de aftredende leden van het hoofdbestuur dank voor hun arbeid, en aan den heer Jansonius, die gedurende ruim 30 jaar in de vereeni ging werkzaam is geweest, werd een boekwerk aangeboden. Daarna behandelde de vergadering een voorstel van het hoofdbestuur, om zich uit te spreken tegen het stelsel van drankrantsoencering, zooals dit is voor gesteld door de Staatscommissie-v. d. Lande, daar men niet 'zeker is, dat dit stelsel in het belang van de drankbe strijding zal zijn, en de hoop uit te spre ken, dat de regeering bij de aangekon digde herziening van de Drankwet niet zal voorstellen, het voorstel der Staats commissie tot wet te verheffen. De secretaris, de heer Ploeg, bepleitte liet standpunt van de meerderheid van het hoofdbestuur, en de heer Van der Heulen verdedigde de drankrantsoenee- ring, maar verklaarde daarbij tevens, zich bij de uitspraak van de vergadering te zullen neerleggen. Ten slotte werd het voorstel van het hoofdbestuur aangenomen. EEN PRINSES JULIANAFONDS. De Kon. Ver. Oranjebond nam in 1921 het initiatief tot het stichten van een Julianafonds, hetwelk zich ten doel «telt het inzamelen van gelden om deze Prinses Juliana ter hand 'tie stel» len met haar 18en verjaardag vo-or een door haar zelve nader te bepa'en lief» dadig doel. Tengevolge van verschillende buiten» gewone omstandigheden kor, aan dit plan niet gewerkt worden. Thans wil het bestuur uitvoering geven aan zijn plannen, welke na ver» dere uitwerking nader bekend zullen worden gemaakt. Uitdrukkelijk wordt gemeld, dat deze inzameling geen verband houdt met het op te richten monument voor Juliana van Stolberg. Een eere»comité is thans samenge* steld. iDc volgende heeren hebben zich be* reid verklaard daarin zitting te ne* men: Jhr. mr. H. A. van Karnebtek, mi* nister van buitenlandsche zaken, eere» voorzitter van de Kon. vereen. Oranje* bend; E. C. baron Swecrts de Lan* das Wyborgh, commissaris der Ko* ningin in, Zuid*iHoIland; mr. A. E. baron van Voorst tot Voorst, eommis* saris der Koningin in Noord»Brabant; baron S. van Heemstra, commissaris d'er Koningin in Gelderland; jhr. mr. A. Roëll, commissaris der Koningin 'in NoorcLiHolland; mr. H. Th. 's Jacob, commissaris der Koningin i.n Utrecht; mr. J. Th. Linthorst Homan, eommis* saris der Koningin in Drenthe; mr. E. baron van Hövell tot Westerflier, com* missaris der Koningin in Limburg; mr. H. Zillesen, griffier der Eerste Kamer; luitenamt»generaal F. de Bas; luitenant» generaal Ph. W. Web er; J. H. F. graaf Dumonceau, grootmeester der Konina gin; graaf van. Lynden van Sandenburg, opperkamerheer der Koningin: jhr. H. Loudon, en W. A. baron van Ittersum referendaris 'bij het ministerie van waterstaat. DOODGEVALLEN. Op de werf der Nederlandscho Scheepbouwmaatschappij te Amster» dam is een 13»jarige jongen in het ruim van een in aanbouw zijnd schip gevallen. Met ernstige wonden werd hij naar het Binnengasthuis vervoerd. Bij aankomst aldaar bleek hij reeds te zijn overleden. Er bestaan plannen tot het stichten van een Nationaal Schaakgebouw. Reeds werd bovenstaand gebouw te Den Haag daarvoor aangekocht. Uit 't Duitsch. 43) „Daar zijn we eindelijk, lieve juf» frouw", riep Emma juichend uit, „Zoo» lang u bezig waart met 't uitpakken van uw koffers, mochten wij u niet storen; mama beeft ens toegestaan u voor 't avondeten te roepen; in een kwartier zal 't zoover zijn. Mogen wc u zoolang storen?" „Zeker, u bent me altijd welkom". „U, noemt me u! Dat is afschuwe» lijk. Neen, ik hou erg veel van u. U zult me 't plezier dóen, mij „je" te noe» me", is 't niet?" „Heel graag Ik vind 't zelf ook veel aardiger. Als'Willy 't ook wenscht, zul» len we elkaar „je" noemen". Willy keek op. 't was alsof cr wat le» ven in baar gezicht kwam: het volgend oogenblik lag. het verveelde lachje al» veer op haar lipoen. Zij gaf geen i'n<» woord, knikte alleen met haar hoofd, terwijl Emma juichend uitriep, terwijl 'ic Clara woest omhelsde: „O, dat js Zalig. „Ik mag „je" tegen u zeggen. Nu houd ik nog eens zooveel van je! Maar kom nu mee naar beneden". „Wil je zoo gekleed aan tafel ver» schijnen? Met dat verwarde haar, dat vuile schort, dat nog kapot is ook?" vroeg Clara. Emma keek haar verbaasd aan, cn lachte dan hardop. „Voor wie moet ik me dan geneeren? Er is immers nic» mand anders dan die oude, akelige, Upsen". „Voor je ouders cn voor je zelf! Ik heb ook als ik alleen ben, de behoefte, tenminste ordelijk en schoon te zijn". Emma keek verwonderd op. „Ja, u jij", zei ze eenigszins verregen. ..Maar ik! Mama heef* me al dikwijls beknord maar ik heb haar altijd uitgelachen, maar omdat jij 't wilt, zal ik me zoo mooi maken als ik kan. In drie tellen ben ik klaar; kom maar meer naar onze slaapkamer." Daar aangekomen trok zij haat schort zoo haastig en hard af, dat dc haak krakend openging cn een lapje van 't goed meenam, daarna wierp zij het achteloos op den grond, midden in de kamer. Clara kon niet nalaten hartelijk te lachen over dit eerste, zonderlinge pro* bccrscl om heel ordelijk te worden. Zelfs dc stille Willy stemde in met Clara's hartelijken lach. Verward keek Emma naar de lachende Clara, en toen naar het gekreukt© schort op den grond. Zij nam het beschaamd op, schudde 't uit, en vouwde het toen, heelemaal tegen haar gewoonte, zorg» vuldig, al was 't ook wat onhandig op, om het netjes in een der commodes te leggen, waaruit zij een ander schort nam, dat zij dadelijk aandeed. Willy hielp haar bij 't vastmaken van de schouderbanden. Emma keek haar heel verwonderd aan. „Wil je me helpen? Dat heb je nog nooit gedaan!" „Nu ja", was Willy's verlegen ant» woord, „dc juffrouw wacht en ik wil» de dat je er, voor haar, heel ordelijk uitziet. Nu bracht ze Emma voor den spiegel en hielp haar 't verwarde haar in orde maken. Het eenvoudige toilet was gauw ge» eindigd. „Is 't zoo goed?" vroeg Em» ma: toen Clara haar vriendelijk toe» knikte, ging ze haar een arm geven. „Je zult zien dat ik nog heel ordelijk zal worden". Ze trok de gouvernante met zich mee, Willy volgde hen, eerst een stap achterblijvend, daarna echter nam zij, een onwillekeurige impulsie volgend, Clara's andere hand. „Mag ik?" vroeg ze schuchter, en toen Clara haar nu ook een arm gaf, vermooide ccn geluk» kig lachje, haar anders zoo weinig le» vendig gezicht. De bel, die in Dahlwitz, voor 't avondeten, riep, had nog wel niet ge» luid, maar de tafel voor de familie stond toch al, in de groote tuinkamer, gedekt. Mevr. von Funk zat nog in haar schommelstoel voor de open tuindeur. Meneer von Funk zat, tegenover haar, in een leuningstoel, hij steunde zijn hoofd met de hand, en keek somber naar den grond. Dc twee echtgcnootcn hadden al een heelen tijd zoo zwijgend bij elkaar gezeten, beiden in diep ge» peins, over hetzelfde onderwerp. De heer von Funk onttrok zich 't eerst aan z'n sombere gedachten: „Dc» ze nieuwe gouvernante verontrust me. Wij moeten 't eens worden over de po» sit je, die ze hier, in ons huis. zal inne» men. Je hebt haar, bij de intrede hier in huis, niet begroet als een, in onzen dienst tredende, gouvernante, maar als een vriendin, bijna als 'n dame die ons met 'n 'bezoek vereert". „Als ik dat gedaan heb, wat gaat 't je dan aan?" „Heel veel! 't Kan me niet onver» schillig zijn, als dit persoontje, dat buitendien een flinke dosis zelfbewust» zijn schijnt te hebben, zich, door een meer dan vriendelijke ontvangst, laat verleiden, een positie in ons huis te verlangen, die haar niet toekomt, en ons allen, mettertijd niet plezierig aan zou doen. Ik vond 't nooit goed dat je de vroegere gouvernantes behandeld hebt als gewone dienstboden, bij deze ga je echter weer te ver met je voor* komendheid en moet ik je dus verzoe» ken om een koele terughoudendheid tegenover haar te betrachten". „Ik laat me niet de wet voorschrij» ven. Wees overigens onbezorgd, ik weet precies, hoever ik met m'n vricn» delijkheid kan gaan. Juffrouw Mtiller zal, dat kan ik je wel verzekeren nooit een dergelijke positie hier innemen, zoo als jij je Upscn hebt verschaft. Dat zou neef Wolfgang, hoe warm hij 't meisje ook heeft aanbevolen, zelf nooit ver» langen". „Neef Wolfgang!" riep meneer von Funk geprikkeld uit. „Dus omdat hij dat juffertje aanbevolen heeft, moet ze als een prinses behandeld worden. „De wenscli van je neef is voor jou de hoogste wet!" „Heb je er iets tegen? Ben je mis» schicn jaloersch op je neef?" „Onzin! Maar 't kan me niet onver» schillig wezen, als Je wenschen van je neef in mijn huis meer gelden dan mijn eigen". Hermine trok verachtelijk haar schouders op. „Je weet nooit wat je wilt", zei ze spottend. „Ik weet heel goed, dat Wolfgang je eigenlijk afkeer inboezemt, en toch behandel je hem steeds met een, bijna kruiperige, be» minnelijkheid. Geloof jc, dat *t jc goed zal doen. om Wolfgang's genegenheid te winnen, als je degene die hij in z"n bescherming nam, niet met de gewensch te achting behandelt?" Nauwelijks had Hermine 't laatste woord gesproken, toen Upsen in de kamer kwam. Hij had 'n elegant zomer» costuum aan, van de fijnste stof, de ruige roode baard droeg hij. volgens de voorgeschreven mode, kort geknipt, het ruige haar was door pomade en haar» olie, in bedwang gehouden, maar niet» ternin zag hij cr bijna nog afschuwelij* kcr uit dan vroeger in zijn half boer» sche kleeding die hij toen, bij voor* keur, droeg. Met een plompe buiging, die elegant moest heeten, wenschte Upsen Her* mine goeden dag, toen hij hinkend na* der kwam, LTerminc keck hem met nauwelijks verholen afkeer aan, en beantwoordde zijn diepe buiging door een. bijna on* merkbaar hoofdknikje. ..-Wij spraken, juist toen u binnen kwaamt. over u, meneer Upsen", zei ze, terwijl ze haar man spottend aankeek. ,.Ik hen u heel dankbaar, mevrouw!" „Heelemaal geen reden tot dank, me» neer Upscn. Vandaag wel 't allerminst nu ge u weer aan een grenzenlooze on» beschaamdheid schuldig hebt gemaakt" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 5