HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
BUITENLANDSCH OVERZICHT
HET DIER VOOR DE LENS
ZATERDAG 7 AUG. 1926 DERDE BLAD
No. 3590
HET TRACTAAT TUSSCHEN NEDERLAND EN BELGIë.
DE SLOOME NEDERLANDER EINDELIJK WAKKER. HOE
CONCURREERT MEN? DE ONRUSTWEKKENDE OPMERKING VAN
DEN HEER POSTHUMA. EEN VERSTANDIGE CONCLUSIE.
Langzamerhand is de lectuur over het
tractaat tusschcn Nederland en België
zoo uitgebreid geworden, dat zij haast
niet overzichtelijk meer is. Toch heeft
die overvloed meegebracht dat wie de
stapels brochures en dagblud»artikclen
heeft doorgelezen, wel tot ccn samenvat» I
tenden indruk komen moet, dezen na»!
melijk, dat net door onze Staten Gene»!
raai niet moet v.orden goedgekeurd. De
stand van zaken is, zooals men weet j
aldus: de Ministers van Buitcalandsche j
Zaken, de hecren van Karnebeek en
Hvmans, hebben het in Maart van het
vorige jaar al geteekend en nog maar
enkele weken geleden hebben de Belgi»
sehe Kamer en de Belgische Senaat aan
de overeenkomst hunne goedkeuring ge»
hecht. Oppositie was daar niet e" tegen»
stemmers zagen wij nauwelijks. Op zich»
zelf is dit voor de Nederlandsche paitij
natuurlijk geen reden tot wantrouwen,
maar toch zeker wel een aansporing tot
voorzichtigheid. Een overeenkomst, uit
moeilijke en langdurige bespiegelingen
geboren, vcre'scht de bijzondere aan»
dacht van de vrijgcblevcn partij, wan»
neer de andere partij zich met zekere
gretigheid daaraan gebonden heeft.
Er is toch al groote ongerustheid op»
gewekt door de campagne, die een aan»
tal deskundigen van naam tegen het
tractaat hebben opgezet cn die door
latere aanvullingen volstrekt niet weg»
genomen zijn; integendeel, juist de na»
dere Memorie van Antwoord van Minis»
ter van Karnebeek heeft de vraag doen
rijzen, of nu dan alles in orde is en
of niet allerlei dingen nog beter (beter
voor Nederland natuurlijk) kunnen
worden geregeld. Men moet de onbeha»
gelijkheid die een groot gedeelte van
ons volk over deze overeenkomst ge*
voelt, niet gering schatten: het is altijd
heel moeilijk geweest, de publieke opi»
nie in Nederland op te wekken. Ook bij
belangrijke beslissingen blijven wij wat
ik met een in dit geval schilderachtig
woord zou willen noemen sloom.
Nu niet. De Staten»Generaal kan daar
veilig uit afleiden, dat het gevoel van
onrust dieper zit. dan misschien opper»
vlakkig wel schijnt, al kunnen maar
weinigen de redenen van hun tegenzin
behoorlijk en duidelijk onder woorden
brengen.
Er zijn namelijk verschillende elemcn»
"ten in de quaestie cn niet allen kunnen
gemakkelijk door leeken worden be»
oordecld. Het eenvoudigst is voor de
mecstcn zeker wel het kanaal van
Antwerpen naar den Moerdijk, dat na»
tuurlijk de concurrentie van de Belgi»
sche haven met de Nederlandsche ha»
vens Amsterdam cn Rotterdam zeer zal
vergemakkelijken. Waarom doet men
dat? Om te toonen, dat Nederland een
goede verstandhouding met België op
prijs stelt. Ongetwijfeld is het Neder»
landsche volk de bedoeling
met den Minister eens, (waarom zou»
den wij niet vriendelijk en vriendschap»
pelljk met onzen naasten buur willen
omgaan?) maar wij vragen ons af of tot
het verkrijgen van die goede verstand»
houding bepaald noodig is, dat wij
daarvoor den strop toehalen om onzen
eigen hals. Op die manier kan men ook
met zijn ergsten vijand wel de beste
vrienden worden. Concurrentie brengt
eenmaal mee, dat men zichzelf in de
beste, positie brengt en wanneer men
daarin eenmaal verkeert, zooal niet be»
let, dat ook de concurrent die tevens
bereikt, dan toch daartoe niet mede»
werkt als men dat nalaten kan.
Misschien is dit niet ethisch of
poëtisch, maar het leven heeft ook zijn
onmisbaar proza en een onderdeel
daarvan zijn handel en nijverheid. Dat
zien de Belgen van hun kant zeer goed
in. Zij profiteeren dan ook zonder eenig
gemoedsbezwaar van verschillende voor»
dcelen, die zij boven Rotterdam en
Amsterdam tegenover de scheepvaart
genieten: de lage koers van den frank,
waardoor de havenkosten voor vreemde
schepen laag kunnen zijn, de lagere
arbeidsloonen, de betere spoorwegver»
binding, de vrijstelling van den zoogc»
naamden surtaxe d'entrepöt van Frank»
rijk en het gratis slecpen tusschen Ant»
werpen en Dordrecht. Antwerpen con»
curreert dus (en terecht) zooveel het
kan. Zouden wij dan het groote voor»
deel van de Nederlandsche havens, de
ligging, opgeven? Het nuchtere Neder»
landsche verstand begrijpt dat niet en
vraagt wat daar achter zitten kan; het
wordt niet overgehaald door zwevende
theoretische beschouwingen van den
Volkenbond en de samenwerking tus»
schcn de landen van Europa, die in de
toekomst daaruit zal moeten voort
vloeien Evenmin is het voldaan met een
niet bijzonder oprecht argument: groote
werken duren lang. Met andere woor»
den: 't zal onzen tijd wel uithouden.
Maar het nageslacht dan?
Op dit oogenblik heeft het geen zin
meer, dat wij ons in Nederland nog
warm zouden maken over de onbekook»
te eischen. die na den oorlog in den
roes van de overwinning in België zijn
opgekomen. Zeeuwsch Vlaanderen
terug en „Limbourg ccdé" zijn kreten ge
weest van een laat ons maar aannemen
kleine groep. Men is wat sneller opgc»
wonden bezuiden dan benoorden den
Moerdijk cn misschien hebben zij geen
ongelijk, die meenen dat het Noorden
wat meer warmte', het Zuiden wat meer
kalmte van den naasten buur zou kun»
nen gebruiken. Dat Belgic den inhoud
van het tractaat beschouwt als iets
zeer gewoons, ja dat Vandervelde het
kenschetst als lang niet wat verwacht
was, stemt Noord Nederland evenwel
tot nadenken. Om het duidelijk te zeg»
gen: niet zoozeer wat wij ervan bcgrij»
pen als wat wij er niet van begrijpen,
stemt ons onaangenaam. In de merk»
rdige vergadering van dc Maat»
schappij voor Nijverheid en Handel te
Utrecht heeft de voorzitter, de vroc»
gere Minister Posthuma, de opmerking
gemaakt: „wie weet, wat er uit dit trac»
taat voor ons land zou kunnen voort»
vloeien! Wellicht zien wij niet alles!"
En toen de vergadering in beweging
raakte en er geroepen werd: „wat zien
wij dan niet?" gaf de voorzitter de toe»
lichting, dat in de oorlogsjaren dc door
hem genomen maatregelen dikwijls
scherp zijn aangevallen, maar dat hij
beter dan iemand in deze vergadering
kan beoordeelen, wat in werkelijkheid
de beteekenis van die maatregelen was.
Indien de spreker daarmee de ver»
fadering tot berusting wilde brengen,
reeg hij toch een ander effect. Zij werd
er onrustig door. Precies als wij buiten
de vergadering. Van geheime diploma»
tie is in Nederland al gesproken, of»
schoon wij hoopten, dat dit duffe over»
blijfsel van het verleden door den
storm van den oorlog was weggevaagd.
Wordt er op de Regeering druk uitge»
oefend? Vanwaar dan en door wie?
Ook de regeling op de Schelde, die
zeer duidelijk in het voordeel van Bel:
gië is, kan de oppositie niet bekoren,
terwijl het onopgelost blijven van dc
moeilijkheid ever de Wielingen toch
waarlijk geen waarborg geeft r een
goede verhouding in de toekomst, die
dan toch het doel van dit tractaat moet
wezen. Belangrijk is vooral de opmer»
king in de tweede brochure van het
Nationaal Comité van Actie dat on»
juist is de meening die als een roode
draad door de Memorie van Antwoord
van den Minister heenloopt, dat Ne»
derland met de concessies aan België
een internationale verplichting nakomt.
„Onvoorwaardelijk", zoo luidt dit
betoog, „moet onzerzijds vastgehouden
worden aan het standpunt, dat de re»
geling ons in 1839 opgelegd de ver»
plichtingen van Nederland tegenover
België definitief en volledig heeft vast»
gesteld en dat wij tot niets meer ver»
plicht zijn, dan uit de bewoordingen der
thans geldende tractaten rechtstreeks
voortvloeit. Wordt thans, zij het slechts
zijdelings, door Nederland toegegeven,
dat wij verplicht zijn de lijn van 1839
door te trekken en te berusten in de
verzwaring van de toen op ons land
gelegde lasten omdat de vooruitgang
cn de ontwikkeling van het verkeer
daartoe aanleiding geven, dan verzwak:
ken wij ons voor de toekomst en kun»
nen wij mettertijd voor consequenties
komen te staan, die niet te overzien
zijn".
Een dergelijke opmerking is des te
klemmender, cmdat de stemming van
het Comité dezelfde is als die van het
geheele Nederlandsche volk: bereid wik
ligheid om Belgische bezwaren op te
lossen en met dat land in goede ver»
standhouding te komen en te blijven.
Letterlijk zegt de brochure immers op
pag. 4:
„Over concessies aan België, zelfs
over zeer ver gaande concessies, valt
te spreken, zoolang vaststaat dat dit
offers zijn, die Nederland geheel
onverplicht in het belang van
'een goede internationale verstandhou»
ding brengt.; zij zijn niet te aanvaarden
als lasten waarin Nederland wel moet
berusten omdat zij de doortrekking
vormen van de regeling van 1839 en dc
aanpassing aan de gewijzigde omstan»
digheden van de verplichtingen, ons
toen opgelegd na een te onzen nadeele
beslecht confliot".
En dan volgt de conclusie: „nemen
de StatensGeneraal na de thans door
den Minister gegeven verdediging het
tractaat aan, dan. staan wij in de toe»
komst weerloos tegenover België wan»
neer dit later, onder verwijzing naar
alsdan wederom gewijzigde omstandig»
heden, met nog verder gaande deside»
rata voor den dag komt".
Dit is eenvoudige en begrijpelijke
taal, ook voor hen die niet in staat
zijn, de zaak in haar vollen omvang
te overzien, omdat zij daaiaroor te in»
gewikkeld is. daar zij immers politieke,
economische cn historische elementen
bevat. Het is toch ook in overeenkom»
sten tusschcn particulieren noodig en
billijk, dat zij de aangegane verplich»
tingen om zoo te zeggen, vast leggcn
op de toestanden van den dag waarop
het contract gesloten wordt. Ware dit
zoo niet, dan zou geen sterveling meer
den moed hebben een overeenkomst,
elke ook, aan te gaan. Zou deze
logica niet voor landen gelden, die
toch (en nog veel meer) over'" bclan»
gen van personen, beslissen? Wie al»
dus zou redeneeren, begaat dc eeuwige
dwaling dat een Staat een geheim»
zinnig begrip zou zijn, iets bijzonders,
iets hoogs, terwijl de Staat in werke»
lijkheid niets anders is dan, een verza»
meling van personen!
De bijeenkomst van de Maatschappij
voor Nijverheid en Handel te Utrecht,
had deze eigenaardigheid, dat zij niet
bij voorbaat tegen het 'tractaat gekant
was. De Regeering is te allen tijde
tegenover de Maatschappij welwillend
gestemd geweest, maar ook het om»
gekeerde is waar; de vertegenwoordi»
gers der Maatschappij in hare verga»
deringen, waren altijd tot samemwer»
king mat de Regeering geneigd; in
deze breed opgevatte beteekenis is
de Maatschappij altijd ministerieel ge»
weest. Het was volkomen in deze lijn,
dat de Utrechtsche vergadering zoo»
wel voor» als tegenstanders van het
tractaat wenschte te hooren. Maar
uiteengaan zonder tot een uitspraak te
komen, wilde de vergadering ook niet.
Hoe voorzichtig zij daarbij te werk
wilde gaan is uit de toen gehouden
debatten duidelijk genoeg gebleken en
daarom is het een gelukkig denkbeeld
geweest, deze vergadering uit te schrij»
ver.. Evenzeer de conclusie, waartoe zij
ten slotte gekomen is: aan de Regeering
te verzoeken, nieuwe onderhandelingen
met België aart te knoopen.
Dat bindt tot niets 'en toont meteen
dat dc goede wil bij Nederland niet
ontbreekt, naast onze overtuiging dat
dit tractaat voor ons onaannemelijk is.
Maar suiker en stroop alleen kunnen
onze bedoeling ook niet zijn. Men
mag in België gerust weten, dat het
Nederlandsche Volk dezen strop niet
wil. In geen geval. Ook niet, al hebben
Belgische autoriteiten in den laatsten
tijd sussende verklaringen afgelegd:
wij weten, wat die bij voortdurend
wisselende personen waard zijn.
J. C. P.
(Foto'* van Haarlem's Dagblad. Nadruk verboden.)
Onrust op den Balkan. Bulgaarsche benden de
oorzaak. Roemeensche troepen naar de Russische
grens. De financieele kwestie. De accoorden van
Washington en Londen. Een rede van Lloyd
George.
Van den Balkan, t
Officieuse mededeelingen zeggen, dat
de invallen der Bulgaarsche komitadji's
op Zuid»SIavisch gebied i c laatste
maanden een ernstig karak.^r aanne»
men tengevolge van de moorden op
Zuid»Slavisch gebied door uit Bulga»
rije gekomen personen, die het revolu»
tionnaire Macedonische Comité naar
Stroemitza zond Er werden drie Zuid»
Slaven gedood cn acht gewond. Verder
wordt melding gemaakt van een aanval
door een sterke bende Bulgaarsche ko»
mitadji's, die op 28 Juli de grens bij
Kruva Palanka overschreed en onder
dekking van oen naclit weer op Bul»
gaarsch gebied terugkeerde. Er werden
bij die gelegenheid vier Zuid»Slaven,
o.w. twee soldaten, gedood en twee ge»
wond. De regeering heeft een onder»
zoek gelast.
Uit verschillende aanwijzingen blijkt,
dat de Europcesche diplomatie bijzon»
dere aandacht wijdt aan de toenemende
spanning tusschen Zuid»Slavië en Bul»
garije. Allerlei geruchten zijn in omloop
zoo is zelfs al verzekerd, dat Zuid»
Slavië mobiliseert om het ontwapende
Bulgarije binr.cn te rukken!
De „Temps" acht het al Geinig waar»
schijnlijk dat de Zuid»SIavische regee»
ring, al moge zij ontstemd zijn over de
invallen, zou overgaan tct een daad,
welke den vrede in gevaar zou kunnen
brengen en tot een conflict zou kun»
nen leiden, waarvan niemand de gevol»
ggen zou kunnen beperken. In alle in»
ternationale kwesties heeft dc Zuid»
Slavische regeering te veel bewijzen
van voorzichtigheid en verstand gege»
ven, dan dat men van haar zijde een
poging zou moeten verwachten Europa
voor een fait accompli te plaatsen.
Maar in elk geval noemt de „Temps'
den toestand toch ernstig genoeg, zoo»
dat alle goedgezinden zich moeten in»
spannen om verbetering er in te bren»
gen. Er is toch niet alleen een geschil
tusschcn Sofia en Belgrado, maar ook
tusschen Sofia en Boecharest. Reeds is
beweerd, dat de Roemeensche regee»
ring'een militaire zone wide afbakenen
van 20 K.M. om de invallen tegen te
gaan in de Dnbroedsja. Het denkbeeld
bestaat, dat Roemenië en Zuid»Slavië
in bepaalde gevallen zouden kunnen sa»
menwerken om het optreden der Bul»
gaarsche benden tegen te gaan.
Verschillende Fransche bladen spre»
ken dc hoop vit, dat de Volkenhond,
indien hij officieel betrokken wordt bij
de incidenten, er in zal slagen elk ge»
vaar voor Balkanverwikkelingen op te
heffen.
De gisteren te Belgrado teruggekeerde
minister tram buiiemlandsche zaken
Ninsjitsj heeft verklaard, dat tusschen
Zuïd-Slavië en Roemenië inzake de Bul.
gaad-sche bendeminvallen volledige over
een stemming bestaat. Het is ook in het
belang vain Griekenland met Zuid-Slawië
en Roemenië «amen te werken.
Uit Boecharest wordt nog gemeld, dat
de Roemeensche regeering besloten heeft
in verband met ingekomen berichten over
botsingen tuschen Sovjet-troepen en op.
positie-aanhangers nabij de Roemeensche
grens, troepen te concentreeren langs de
Dnjeprgrens.
Tn een officieus communiqué wordt ge
zegd, dat door de revolutionaire bewe
ging in Rusland deze concentratie nood.
zakelijk is geworden.
het pleit gewonnen en wil Poincaré nu
toch ook de ratificatie van beide verdra
gen nog vóór het uiteengaan van het
parlement voorstellen. Dit zou dan na
de bijeenkomst van het Congres zijn, de
volgende week, waarmee het reces de:
Kamers dan waarschijnlijk opnieuw een
week zou worden vertraagd. Daarn:
vangt dan de parlementaire vacantïe aan
tot half October.
Poincaré's opinie zou gewijzigd zijn.
doordat li ij inziet toch niet zonder Ame-
rikaansche credieten tot de nood.se sta
bilisafie te kunnen komen. Er zijn hier
den laatsten tijd veel internationale f
nancieeie besprekingen gevoerd, waarin
ook ons laind deel had, en ongetwijfeld
wordt het plan van een algemeenen f
nancieelen setun aan Frankrijk, waar-
danook wij en wilHclit Duitschlarad zou
den meedoen, op het oogenblik druk be
sproken. Zonder Amerika zou dit alles
echter niet genoeg beteek-enen, en uit dat
'and komt nu het bericht dat daar wel de
nood;ge credieten te krijgen zijn. De
Amerikaansche bladen puoliceeren
richten omtrent a.s. leeningen van New
Yorksche bankiers aan Frankrijk, waar
bij bedragen worden genoemd van zeifs
2ö0 imiiiioen dollar. As steeds zou
Morgan de leiding hebben. Van deze
credieten echter kan natuurlijk niets ko
men zoolang het verdrag van Washing,
ton niet Ï6 goedgekeurd en de Ameri
kaansehe r6geeiïing daarom haar goed
keuring niet geeft. Poincaré zou dit al
les hebben ingezien en toegegeven, zoo
dat de volgende week de ratificatie zou
worden gevraagd.
Men mag aannemen, dat het besluit
daartoe, dat Maandag in d^n minister
raad definitief genomen moet worden,
nog wel eenige moeilijkheid zal mee.
brengen, gegeven de aanwezigheid in het
kab.net van mannen al= Louis Marin en
Tardieu, die zich zoo krachtig tegen de
overeenkomst Mellon-Bérenger hebben
verzet.
Men kondigt aan. dat Bérenger, dit
reeds maanden te Parijs is. thans onver
wijlt! naar Washington zal terugkeeren.
hetgeen al evenzeer de aanstaande rat:
ficatie schijnt te voorspellen. Men mag
aannemen, dat de aanwezigheid van Mfel.
Ion, Poincaré en de overige ex-tegen,
standers van het aceoord van Washing
ton overtuigd heeft van de juistheid van
Bérengers verzekering, dat het volstrekt
onmogelijk is van de Amerikaansche re
geering meer los te krijgen dan hij deed
en dat Washington met name van eenie<
„clause de sauvegarde" niets wil weten
zoodat zij zich thans maar bij het onv
inijdelijke hebben neergelegd.
Lloyd George-
Lloyd George heeft te Oxford een
rede gehouden, die nogal verbazing ge:
wekt heeft. Hij zeïde daarin: „Ik heb
critiek geoefend op de Labour Party
doch laten wij oprecht zijn ten opzichte
van ons zelf. In 1924 maakten wij het
aan het bewind komen der Arbeiders:
regeering mogelijk, en wij zijn in zekere
mate mede verantwoordelijk voor het»
Een vast medewerker
aan deze rubriek beschouwt met verbazing de krant van 3 Aug., waarin de oude
Beug met haar biggen als Dieren voor de Lens optreden.
geen is geschied. Wij sloten geen koop
af met dc Arbeidersparij over hetgeen I
zij voornemens was tc doen? Waarom I
niet? Omdat wij niets aan te bieden
hadden. Wij hadden ons probleem niet 1
erdacht. Waren wij in 1924 met defi»
nitieve, concrete voorstellen gereed ge»
weest, zooals wij het thans zijn, dan
hadden wij naar de Labour Party kun»
nen toegaan en zeggen: Hier zijn on»
voorstellen met betrekking tot het
landbezit, de elcctriciteit en de mijnen,
en de voorwaarde voor onzen steun is,
dat ge ze in behandeling neemt. Wij
zouden dan thans in het derde jaar zijn
geweest van de uitvoering van een
groot program van sociale hervorming,
in plaats van in de gruwelijke chaos,
waarin wij ons thans bevinden"-
De „Westminster Gazette" wijst er
op, dat Lloyd George heeft vergeten er
aan te herinneren, dat de liberale partij
in November 1923. onmiddellijk voor de
algemcenc verkiezingen, een verkiezings
manifest publiceerde, dat uitvoerig de
voorstellen uiteen zette, welke zij be:
rcid was aan het parlement voor tc
leggen, o a. inzake de intergcallieerde
schulden, de schadevergoedingskwestie,
de werkloosheid, het landbouwbedrijf.
Het manifest was door Lloyd George
Asquith ondcrtcekcnd. De „West»
minster" meent, dat Lloyd George h'er
een verkeerde voorstelling van feiten
geeft. Er kon geen sprake zijn van een
accoord met de Arbeiderspartij, omdat
deze dit niet wilde, terwijl na het rnani
fest toch moeilijk is vol te houden, dat
dc liberale partij haar program nog
niet had overdacht. Bovendien heeft
Lloyd George dc politiek van het aan
het bewind brengen der Labour Party
onvoorwaardelijk onderschreven, terwijl
geen man een grootcr rol heeft gespeeld
dan Lloyd George zelf in het fi.rceeren
der algemcenc verkiezingen, welke de
Arbeiderspartij omver wierpen.
De Abessinische kwestie.
Een vooraanstaand lid van het Ita»
lij an sche kabinet heeft tegenover de
buitcnlandsche journalisten de volgende
verklaring afgelegd:
..Ik kan u met absolute zekerheid
mcedeclcn dat Frankrijk Abyssinïé niet
zal steunen indien dit land ce bekende
kwestie met Engeland en Italië tc Ge»
nêvc ter sprake zal brengen. Wij gcloo»
echter dat dc geheele kwestie zal
lomen te vervallen op voorstel var
Abvssinïe zelf. Hc-t geheele geschil is t
wijten aan ccn groot misverstand, d3t
echter nog niet geheel is opgelost. Om
te bewijzen hoe moeilijk alles te verkla:
ren is. wil ik u vertellen, dat wij op
hetzelfde tijdstip dat Abyss'nic protes»
teerde bij den Volkenbond, een officiee»
len brief van Ras Tafari. regent van
Abyssinie, ontvingen waarin hij zijn
vreugde betuigde over het aanstaande
bezoek van den Hertog van Abruzzi-
Deze twee houdingen zijn geheel met
elkaar in strijd cn moeten te wijten zijn
aan een kolossaal misverstand Italië
zal een brief zenden aan den Volken»
bond, welke de lijnen van den door
Groot Brittannië „gezonden brief ge:
heel zal volgen, en waarin dc positie
van Italië duidelijk zal worden uitcenge»
zet".
VERSPREID NIEUWS
NOBILE.
Nobile hield te Rome receptie. Hij
ontving de oude orde van „Romeinsche
burgerschap". Tevens werd hij be:
noemd tot eerelid der Fascistische
Partij.
BRITSCHE COMMISSIE NAAR
AMERIKA.
De Engelsche commissie die naar de
Vcreenigde Staten zal vertrekken om
daar een onderzoek in tc stellen haar
de wantoestanden op industrieel ga
bied, zal bestaan uit vijf leden: twee
vertegenwoordigers der vakvereenigtn
gen. twee der werkgevers, en de leider,
sir William Mackenzie. Een gedcle
geerde van het ministerie van Arbeid
zal de commissie vergezellen
Naar de bladen melden, zullen de
vakvereenigingen in dc commissie ver
tegenwoordigd worden door den secre
taris generaal der federatie van trans
portarbeiders. E.nest Bevin, en het
bestuurslid van den Bond van Vakver
eenigikgén in het Machinebedrijf,
Kaylor.
De onderzoekingen der commissie
zullen zich ook uitstrekken tot Canada
Alle belangrijke nijverheidscentra in de
Vcreenigde Staten en Canada /uilen
bezocht wouden.
OVEREENKOMST IN MEXI 1 J
Doorloopend doen geruchten de
ronde, zoo meldt de Tel., dat het
treffen van een overeenkomst op haa»
den is. De weg naar den v.ede zou.
naar men aanneemt, door de regeering
geopend kunnen worden, door een ver
klaring, dat haar actie met betrekking
tot de kernen niet betcekent. dat de
regceiing zich wil mengen in dc kerke
lijkc gebruiken en in dc ke.kelijke or»
anisatie doch dat zij ha3r optreden al,
leen een kwestie van zuiver administra»
tïcven aard acht. Zoowel de vereeni
ging van Kamers van Koophandel als
die der industricele Kamers hebben
geweigerd partij te kiezen.
Op het ministerie van Financiën werd
ontkend, dat het comité van bankiers
aangeboden heeft in de hangende kwcs_
tic te •intervcniecren. te. wijl ook de
mededeeling. in de Amerikaansche pers
verschenen, dat veel goud van de
banken werd opgevraagd, als onjuist
we.d gekwalificeerd.
In een schrijven aan den president
van Peru zegt Callcs. dat de revolu-
lionnaire regeering op het oogenblik
eens en voo. altijd een eind trach! te
maken aan de ontoelaatbare handelin
gen der reactionnaire geestelijkheid-
EEN STAATSGREEP.
De Portugcesche regeering publiceert
een officieel communiqué meldende
dat een staatsgreep in Portugeesch In»
die heeft plaats gehad.
Gemeld wordt dat de revolutie was
aangesticht door den commandant der
politie Markies Sequeira, den comman#
dant van het legercorps. Kolonel Ter#
reira Chaves en den majoor bij den
Generaien Staf Luazes. die den gouver»
neur ad interim Tito Moraes van zijn
functie onthieven en zelf daarna een
triumviraat vormden. Zij berichtten na
hun staatsgreep aan de centrale regee#
ring dat zij dc leiding der zaken in Por#
tugeesch Indië hadden overgenomen.
De Portugeesche minister van koloniën
heeft geseind den huldigen toestand
niet te erkennen. Hij heeft gelast gou#
verneur Moraes in diens functie te her»
stellen en de officieren order gegeven,
onmiddellijk naar Lissabon terüg te
keeren om voor een krijgsraad te ver#
schijnen. De officieren hebben het ui#
timatum aanvaard. De reden van den
opstand lig in de vermindering der sa#
larissen.
Da Eryelschc cricketp'.oeg Free Foresters bezoekt ook dit jaar ons land weer
heden waren de Engelscben in den strijd tegen het
Nederlandsch cricketelftal.
cn gisteren
De accoorden van Londen
en Washington.
Den laatsten tijd zijn aanhoudend te
genstrijdige geruchten verspreid over de
j planinen, d'« de regeering zou hébben om
al of niet accoorden van Londen en
Washington nog vóór de vacantie
doem ratificeeren. Naar blijkt kwamen
deze geruchten, die elkaar telkens lijn
recht tegenspreken, niet alleen voort uit
de geslotenheid van. Poincaré, die, zelf
zwijgend over zijn bedoelingen totdat zijn
besluit genomen is. ook zijn collega's
een strenge stilzwijgenheid oplegt, zoo
dat het terrein geopend blijft voor alle
mogelijke onderstellingen, maar ook uit
'net verschil vam opinie in het ministerie.
Poincaré was tegen een ongewijzigde ra
tificatie, omdat hij meende het voorloo.
pig wel zonder Amerikaansche credieten
te kunnen stellen, terwijl Briand en Bo.
kanoweki de onverwijlde bekrachtiging
voorbonden. Naar het schijnt aldus
het Hbld. hebben de laatsten thans
Vandaag zijn ruim 300 Engelsche padvinders, zooals wij reeds eerder hebben gemeld, in Haarlem te gast. Wji brengen
h.er het oogenbhk in beeld waarop te 's-Gravenhage de Engelsche en Nederlandsche vlaggen werden geheschen en
gebruiken dezo gelegenheid om de EngeUche boy-scouts hartelijk welkom te heeten in onze stad.