HAARLEM'S DAGBLAD BINNENLAND FEUILLETON DOOR EIGEN KRACHT WOENSDAG 11 AUG. 1926 DERDE BLAD DE MINIMAAL GEPENSIONNEERDEN EEN VAN HEN IN ARMOEDE GESTORVEN In het politierapport van Soerabaja trof de Indische Crt. de volgende me: dedeeüng aan. schrijnend door zijn soberheid en ambtelijkheid: „Per lijkenauto van den plaatselijken ge» zondhcidsdienst is vervoerd, het lijk van den behoeftigen gepensionneer» den onderofficier Herwijnen, wonende in Kampong Groedo Sawan gang 2. Wijlen Herwijnen heeft, voor zoover bekend is alhier geen familieleden". Tot zoover het rapport. De Ind. Crt. teekent daarbij aan: Welsprekender getuigenis voor den nood der minimaal gepensionneerden werd zelden afgelegd. Maar tevens ligt in deze weinge regelen een felle aan» klacht tegen hen, die zich zoo hard» nek.kig verzet hebben tegen het ver» leenen van dragelijke pensioenen aan de oud»strijders, die onder duizend ont» beringen en levensgevaar de Neder» lanasche driekleur plantten op Atjeb, Boni Bali, Djambien elders. Wijlen sergeant Herwijnen was iemand met een voorbeeldigen staat van dienst, een soldaat in den goeden en grooten zins des woords: een „dienstklopper" bij uitnemendheid, maar iemand met een warm hart voor hen. die onder zijn leiding stonden. Van zijn verdiensten als militair gaf hij op menige expeditie blijk: het kruis der Militaire Willemsorde sierde zijn borst. Het werd verdiend in de bos» schen van Noord» en Midden»Sumatra daar waar nu een onzer grootste cul» tuuronde.ncmingen uitgestrekte aan» plant heeft, waarvan zij die veilig in hun groote steden wonen, ruime di» videnden trekken Herwijnen is in stilte heengegaan, zooals hij in stille armoede heeft ge» leden. Hij was te trotsch om aan an» deren hulp te vragen, zelfs niet aan dc weinige collega's uit vroegere dagen. Wellicht ook vroeg hij niets omdat hij wist dat zij eveneens niets beza» ten! Wat zal er niet in het gemoed van dezen man, die zijn leven veil had voor zijn vlag en vaderland, zijn omgegaan toen hij in nooddruft onderging? DE INBRAAK TE GOUDA. Het Hbld. meldt: De heer Teckens, bij wien dc vorige week effecten en geld ter waarde van f 14.000 werd gestolen, heeft te Rot» terdam aangehouden personen herkend als degenen die des middags vóór de inbraak bij hem kaas hebben gekocht en gelijkertijd een gesprek hadden ge» voerd waaruit zij konden afleiden dat de bestolene geld in huis had. Oob de heer Teckens Jr. heeft de aangehoude» ren herkend. •Tevens is komen vast te staan, dat de verdachten den dag voor de in» braak over geen cent beschikten, ter» wijl bij hun aanhouding, den dag na de inbraak, honderden guldens bij hen werd bevonden. Zij beweren dat geld te hebben ver» diend met cocaïne»smokkelen en ont» kennen iets met de inbraak uitstaan» dc te hebben. Een van hen simuleert thans krankzinnigheid. Op het terrein van de inbraak is een knoop gevonden afkomstig van d:r pantalon van een der aangehoude» n:n. Van den ander passen de gummi» hakken zijner schoenen precies in d# afdrukken door de Goudsche politie ter plaatse van de inbraak gemaakt. De aangehoudenen zijn thans in het Huis van Bewaring te Rotterdam in» gesloten. Van de effecten en het goudgeld is geen spoor ontdekt. MIJNONGEVAL. U t Kcrkrade wordt gemeld: In de nieuwe schacht van de Doma» male mijn ging Maandagavond een laag stccnen los, d;e den arbeider H. in den rug trof en de ruggegraat zwaar kneusde. H. werd in het hospitaal op» genomen. Zijn toestand is hopeloos. WEER VEE TE ROTTERDAM IN BESLAG GENOMEN. Op de veemarkt is Dinsdagmorgen een koppel, bestaande uit 12 koeien in beslag genomen. Twee dezer dieren bicken te lijden aan mond* en kieuw* zeer. De overige dieren zijn vermoede* lijk besmet. Het beele koppel is naar net abattoir vervoerd. De dieren zijn afkomstig uit het binnenland. DE RAMP TE BORCULO I P T S E N EEN HERDENKING VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 663 DE BEZOEKSTER BEZIGHOUDEN DE BANKOVERVAL TE BUSSUM EEN NIEUW SPOOR INZAKE DEN STATIONSOVERVAL? Eenigen tijd geleden is gemeld dat Br. van verschillende misdrijven, waar* onder er waren die min of meer ana* loog waren met het geval van de Boaz* bank, verdacht werd. Zoo is ook het vermoeden geuit, dat Br. in het begin van Januari in Haastrecht geopereerd zou hebben. Hier vervoegde zich op een hofstede een man, die zich uitgaf voor den commissaris van politie te Utrecht den heer Schuitemaker. Hij verelde bezig te zijn met een onderzoek naar valsch bankpapier en verzocht dat van den landbouwer te mogen nazien. Aan de hand van een lijst controleerde hij de nummers en nam één biljet van 10 in beslag. In ruil gaf hij een kwi» tantie met den naam Schuitemaker on» derteekend. Later bleek dat hier bedrog in het spel was. Den volgenden dag verscheen een man met een bril. Deze eischte onder bedreiging met een revolver geld. De landbouwer stelde hem 200 ter hand, waarop de man hem 20 terug gaf, om de eerste dagen van te leven. Twee dagen later verscheen een der» de vreemdeling in Haastrecht. Deze klopte bij een ander landman aan en gaf voor, rechercheur van de Rotter* damsche politie te zijn. Hij kwam den landbouwer waarschuwen, dat er inge» broken zou worden en wenschte zich des nachts verdekt op te stellen. Hii toonde een revolver zeggende, dat hij daarmede den dader wel zou krijgen. De boer vertrouwde het zaakje niet. Greep een geweer en joeg den „re* chercheur" weg. Later bleek, dat alle drie deze pogin* gen roof ten doel hadden. In verband hiermede is het vermoeden gerezen, dat Br. een bezoek aan Haastrecht zou heHien gebracht. Dienaangaande is een onderzoek Ir.» gesteld: het schijnt echter dat de op» gegeven signalementen niet kloppen met dat van Br. De politie bad wederom een aanwij* zing gekregen in zake den stations» overval te Bussum. Het portret van den bewusten persoon, die zich thans niet te Bussum bevindt, is den srationsbc* ambten getoond: geen van beiden heeft hem herkend. VOOR VEILIG VERKEER. Door de besturen van de Neder= landsche Unie van arbeiders in het Automobielbedrijf, aangesloten bij den Centralen Bond van Transportarbei ders en den Ned. Bond van Particuliere Chauffeurs, is besloten gezamenlijk actie te voeren voor wettelijke rege= ling van de opleiding tot chauffeur en verhooging van de minimum leeftijds» grens voor auto»bestuurders tot 21 jaar Een en ander wordt ter verzekering van een veilig verkeer noodzakelijk geacht. Een onderzoek zal worden ir^ gesteld naar datgene, wat betreffende deze zaak in het buitenland wettelijk is bepaald. Uit de hoofdbesturen van genoemde organisaties is een commis: sie van actie gevormd, welke com: missie reeds de eerste vergadering hield ter vaststelling van de voorloopig te treffen maatregelen. ONTPLOFFING OP EEN PLEIZIERJACHT Aanzienlijke schade Dinsdagmiddag omstreeks 1 uur ont» stond brand aan boord van het in de Schie aan het Zuideinde te Delft ge: meerde pleizierjacht van den beer J H. Veen uit Amsterdam, op het oogen: blik dat de eigenaar bezig was met het laden van benzine. De technische dienst der politie was spoedig ter plaatse en begon onmiddellijk met het blusschingswerk. Plotseling sloeg met een geweldige knal een ongeveer 30 L. inhoudende benzinetank uit eikaar. De inspecteur Roelofsen liep daarbij brand wonóen aan hoofd en handen op, ter* wijl de agent van politie Bakels, door den luchtdruk in de Schie werd geslin* gerd. Het vuur in de kajuit was spoedig gedoofd. De schade, die zeer aanzien* lijk is, wordt door verzekering gedekt. De heer en mevrouw Veen hebben geen letsel bekomen. Onder grocte belangstelling werd door burgemeester Jhr De Muralt, de tentoonstelling geopend van voorwer» pen, foto's geschriften enz. op de storm* ramp van een jaar geleden betrekking hebbende. In zijn openingsrede zette de burge* meester de wording dezer verzameling uiteen. Terstond na de ramp werd door den heer J. Rossing als directeur van een op te richten plaatselijk mu* seum een oproeping geplaatst om in» zendingen, waaraan velen gehoor ga» ven. De heer W. J. van Wagtenaonk gep. ambt. ter secr. tc Amsterdam, stel» de zich toen belangeloos beschikbaar om de verzameling te ordenen en uit te breiden. Als blijk van waardeering werd hem door het gemeentebestuur een oorkon» de met verguld zilveren herinnerings» medaille uitgereikt. Veel medewerking ondervond de heer Van Wagtendonk van den heer Dr. H. F. Grondijs te Almelo, die een groote verzameling foto's zond, van verschillende foto»persbureaux, en de groote bladen. Alle berichten uit dien tijd zijn in mappen in chronologische orde bijeengebracht. Met deze verzameling is de grond» slag gelegd voor een plaatselijk mu» seum, waarvoor een lokaal in het stad» huis wordt ingericht. Dc tentoonstelling, die gratis toegan» kclijk is. trekt zeer veel bezoek. Men vindt er o.a. en gebeeldhouwde eiken zuil, een balk, uit den verwoesten to» ren der Herv. kerk die door den heer Onderwater, uit Dordrecht, met sym» bolische figuren bewerkt is, tafels, be» dekt met foto's, de verschillende „waarschuwingen" van het gemeente» bestuur en ook het beroemde „schand» bord". Dinsdagavond werd in het geïmpro* viseerde hulpkerkje in de openbare school een bid» en dankstond gehou» den. De predikant der Ned. Herv. Ge» meente. Ds. J. W. C. Ort hield een toespraak, waarbij hij tot tekst geko» zen had Openbaring IV: 5 en 3. Het gebouw was geheel gevuld. In een daarna gehouden bijeenkomst in het hotel „Weggelaar", waar zeer velen aanwezig waren, hield de burge» meester Jhr. ir. R. R. L. dc Muralt een rede, waarin hij warmen dank bracht aan alien, die in de moeilijke dagen steun en hulp gegeven hebben. De heer üc Muralt reikte vervolgens de cycloon medailles (verg. zilveren, zilveren en bronzen) uit aan de burgers, die zich bij de ramp hebben onderscheiden. Zelf ontving de burgemeester namens de burgerij een geteekende oorkonde. Aan H. M. de Koningin werd een telegram van hulde gezonden. Een zangeres, mej. Stoel uit Velp, zong eenige toepasselijke liederen. Aan het sloe van de bijeenkomst werd staande door allen het „Wilhel» mus" gezongen. - EEN NOODLANDING Dinsdagmiddag moest in den Nieu: wcrkpolder onder Nieuw en St. Joostland een militair vliegtuig op weg van Soesrerberg naar VJissingen door een gebrek aan den motor een noodlan ding maken, waarbij dc machine op den kop kwam te staan. De inzittenden, de sergeanUvliege» nier Hendriks en de leerlingvlieger Van der Pol, bleven ongedeerd. VONDSTEN TE VENLO. Te Venlo werden bij de verbouwing ce R.K. Godshuizen Ouide Mannen en Oude Vrouwenhuis en Weeshuis een paar merkwaardige vondsten gedaan. Bij het breken in de kapel werd voor het altaar aan die epistelzijde een prach tige bekopte en zoo goed als onbescha digde steen gevonden, .ter langte van 133 c.M. en ter breedte van 72 c.M. De steen, die vroeger gediend heeft als onderstel voor een offerblok, lag thans op een put als afsluïiingestuk. Aan het boveneinde siaat het. volgende opschrift: „Werpt vor den weisen wat hier in, eo voel U God gift in den 6 in". Daaronder staat in gebeitelde figuren een voorstelling van de Barmhartigheid. De steen dagieekent vermoedelijk uit de 2e helft der 16e eeuw. Een andere vondst Ï6 een fraai ge beeldhouwde leeuw met wapenschild, die als top sieraad van een binnen,ge idende. De figuur i6 erg verweerd dn het heraldische wapen eveneens. Vermoedelijk zal het aan een ervaren heraldicus wel gelukken het wapen herkennen. Men verwacht, dat nog meer vondsten van oudheidkundigen aard gedaan zullen worden. De ontdekte voorwerpen «sullen geplaatst worden in den oud.Gelderschen twee-toppigen gevel, waarvoor de restau ratie onder handen genomen ia. Mientje komt aarzelend binnen om mevrouw Kommer te begroeten, terwijl moeder even theewater is gaan halen steekt haar linkerhand uit om te zien of me» vrouw zal zeggen: „het mooie handje, meisje". Hetgeen mevrouw doet. staart mevrouw pem» zend aan en gelooft dat mevrouw om de een of andere reden niet van kleine meisjes houdt blijft staren en krabt onderwijl met haar schoen tegen haar been loopt langzaam om een stoel heen, zich erover verwonderende dat me* vrouw Kommer teeke» nen van onrust vertoont vraagt zich af of me» vrouw Kommer kleine meisjes heeft en is dankbaar dat zij er in ieder geval geen van is mevrouw Kommer vraagt, waarom zij zoo naar haar staart, maar zij is veel tc verdiept om hier antwoord op te geven tot mevrouw opspringt en de deur uitgaat om te zien of zij moeder ook met het theewater kan helpen (Nadruk verboden HET FRANEKER PLANETARIUM Een gedenkboek Den 27sten Augustus 1928 zal het honderd jaar geleden zijn, dat de be» kende haast klassiek Nederlandsche Friesche planetarium»bou\ver Eise Eisinga, het tijdeleijke met het eeuwige verwisselde. Onder de auspiciën van de gemeente Franeker en van het „Friesch Genootschap van geschied», oudheid» en taalkunde" te Leeuwarden, zal te dier gelegenheid een gedenkboek wor» den uitgegeven, samengesteld door de heeren E. Havinga en dr. \V. E. v. Wijk,, onderscheidenlijk oud»gezagvoerder van den Rotterdamschen Lloyd en privaat» docent in de mathematische en tcchni» sche tijdrekenkunde aan de Leidsche universiteit. Beide heeren hebben van verschillende zijden toezeggingen ont» vangen tot medewerking aan de sa» menstelling van dit boekwerk. Zoo zal de heer Hemkes, leeraar aan de R. H. B. S. te Ter Apel een ets van Elsinga's huis maken, die zal worden gereprodu» ceerd in het boek. Voorts zal de heer J. F. d'Aumerie, gemeente»ontvanger van Vorden een door hem ontworpen plan*teekening van het planetarium af» staan, waarop alle rondsels, assen, rade» ren en wijzers zijn aangegeven. Ook de heer Waringa, gemeente»archivaris van Apeldoorn, die nog een zak»zonnewijzer van Eisinga in zijn bezit heeft, zal daar» van een beschrijving met afbeelding geven. Het is aannemelijk, dat er nog veel meer bescheiden, brieven en voor* werpen, her* en derwaarts verspreid zijn, welker beschrijving of afbeelding de volledigheid van genoemd denkboek ten goede zou komen. Zoo is men ijverig aan het naspeuren, waar de zil* veren koffiekan en theepot, Eisinga in* dertijd door de Staten van Friesland vereerd, zich bevinden. De samenstel* Iers verzoeken de medewerking van allen, die toevallig in staat mochten zijn, een steentje bij te dragen. Het adres van de heeren Havinga en dr. Van Wijk, die beiden te Rotterdam wonen, is respectievelijk: Hugo Mole* naarstraat 44a en Lecde 22. GESNAPT! Maandagavond omstreeks 7 uur pas seerde aain het Hollandsche grenskiaittoor een auto waarin vier dames en heeren za ten, komende van de Belgische grens. Hoewel de ambtenaren, die buiten ston den, het seim tot stoppen gaven reed de auto melt onverminderde vaart door. Eenige minuten later kwam echter uit dezelfde richting een auto waarin alleen een chauffeur gezeten was. Met een der ambtenaren als passagier, reed deze nu den vorïgen auto in .volle vaart achterna, die ergens in Maastricht, werd aangehou den en mee terug moeët. Daar veront schuldigde men zich, niet geweten t« heb- iben, dat daar een doorlaatpost was. Be halve allerlei andere aan invoerrecht on derworpen zaken, werd onder d® ziltplaats van den chauffeur nog een groote hoe veelheid flesdhjes odeur en toiletwater ge. .vonden, zoodat er, 'behalve de boete, een aardig sommetje anoest worden bettaald en het goed'koope Belgische uitstapje nog een duur bijsmaakje Ikreeg. AANVARING IN DE HAVEN VAN ROTTERDAM GEEN PERSOONLIJKE ONGELUKKEN Toen Dinsdagavond om halftien hel Engelsche stoomschip „Irwell" vertrok, sloeg het achteruit tegen, het stoom* schip „Rawciiffc". Naast de „Rawcliffe" lag langszij de Duitsche lichter „Alten* hoff", schipper J. Kielborg, uit Hoch* heim. De „Rawcliffe" sloeg met de voor* trossen tegen den lichter, ten gevolge waarvan dit vaartuig met den stroom ronddraaide en met den voorsteven op de schroef van de .Rawcliffe" terecht* kwam. Het kreeg een gat onder de waterlijn, waardoor het voorschip vol water ge* raakte en er gevaar voor zinken ont* stond. Tevens werd de roeiboot van de „Altenhoff" geheel ingedrukt. De sleepboot „Nederland", van P. Smit Co., verleende assistentie en wist door voortdurend pompen den lichter drijvenoe te houden. Persoonlijke ongelukken kwamen" niet voor, P. BROUWER In d«n ouderdom van 57 jaar ie over leden de heer P. Brouwer, hoofdredacteur van het antirev. „Friesch. Dagblad". Da overledene idie ook aan eenige periodie ken medewerkte, wa3 een populair schrijd ver, een in antirev. kringen zeer geziene persoonlijkheid. Een herinnering van de Nederlandsche tenniskampi oenschappen. Vier kampioenen bijeen. V-1. n. r. Van Lennep, Kea Bouman, Timmer en „de Beer". Uit 't Duitsch. 49) „Wat is er met je gebeurd, Knöwe?" „Houd je mond en maak geen on* noodige praatjes; haal me wat water!" bromde Knöwe, norsch. Hij wierp Em» ma zijn zakdoek toe, liet daarop zijn hoofd weer in de hand rusten, en wachtte stil, tot Emma uit de schuur terug tvaiu, en hem z'n druipenden zakdoek bracht.- Hij nam hem haar at, en waschte eerst z'n oogen uit, en daarna z'n bebioed gezicht; toch kon hij 't niet goed gedaan krijgen, daar 't geronnen bloed niet zoo gemakkelijk los liet. „Mag ik u eens helpen?" vroeg Clara eindelijk. Knöwe keek op en monsterde, met een verwonderden blik, het hem onbe» kende jonge meisje. „Wie heb je daar nu opgediept, kleintje? Wie is dat vrouwmensch?" bromde hij, norsch. „Ik ben de nieuwe gouvernante van de berde treuics von Funk", antwoord» dc Clara. in Emma's plaats. „Ik heb. jn Bcri ijn een vei bandcursus meege» maakt, én geleerd boe bij vcrwondin» gen een noodverband aangelegd moet worden. Wilt u me toestaan eens naar uw verwonding te kijken?" „Zoo, zoo? Wilt u aan den ouden kerel eens probecren of u wat hebt ge* leerd? Veel zai 't wel niet wezen, maar daar ik mijn ouden kop niet bovenop kan zien, ziet u in elk geval meer dan ik. Kijk u dus, voor mijn part, m'n schedel maar eens aan, hier boven in de dwarste, heb ik den tweeden slag gekregen. Als 't een ander was geweest, had hij hem gedood, maar aan mijn dikken kop was weinig eer te beha» len. De man zou zeker eerder een os doodgeslagen hebben dan mij". Hij hield z'n hoofd wat voorover ge» bogen, om Clara de wond te laten zien, maar zij kon haar niet goed on» 5 derkennen. omdat de borstelige, door geronnen bloed, vastgekleefde haren, haar bedekten. Zij durfde geen nader onderzoek instellen, omdat zij bang was dat 't bloed dan opnieuw zou gaan vloeien, en moest er zich mee verge* noegen, om met zachte hand het ge» zicht van den ouden man, beter van bloed te reinigen, dan hij had kunnen doen. en 't daarna met haar eigen zak* doek af te drogen. „Dar.k u", zei Knöwe ongeduldig, nog eer Clara geheel met haar werk klaar was. ..Het komt er niet op aan, of ik er een beetje meer of minder afschu» welijk uitzie. Met m'n hoofd ral 't nu !wcl gaan; maar dat vervloekte been!_ Ik kan 't niet verroeren, 't lijkt ver» brijzeld. Met moeite en pijn is 't me nog gelukt hier op dien boomstronk te gaan zitten; ik kan niet loopen. Had ik niet. tot m'n geluk, de heldere stem van Emmatie gehoord en herkend, dan zou ik verplicht zijn geweest, om op handen en voeten, onder afschuwelijke pijnen, tot den Brandcnbergcr weg te kruipen. Hierheen komt anders geen schepsel, en ik had hier best kunnen crepeeren". „Maar, wat heb je dan gedaan, Knöwe, hoe kom je aan die wonden?" vroeg Emma, die tot nu toe, van smart en schrik heelemaal niets gezegd had. ,,'n Domme vraag!" bromde Knöwe. „Niets heb ik gedaan. „Die man van 'n Upsen heeft me zoo toegetakeld". „Upsen?" vroegen Clara en Emma, te gelijker tijd. heel verwonderd. „Nu ja, k heb hem wel niet gezien, maar ik zou er een eed op kunnen doen, <fat hij 't geweest is. Vanochtend heel vroeg, was ik al, eer de dag aan» brak, uitgegaan; ik vermoedde dat Upsen vanochtend hier ergens zou ronddolen. Ik zal zeker wel onvoor» zichtig zijn geweest; hij heeft gehoord dat ik aankwam en zich toen achter die houtschuur verstopt. Dat laffe canaille durfde geen geweer af te vuren, maar zooveel moed. om van achter een mensah dood te slaan, heeft dc schurk wel. Toen ik hier. zonder iets te ver* moeden, de schuur voorbijliep, is hij echter voor den dag gekomen en heeft me van achteren, boven op mijn hoofd geslagen, waarmee wee ik niet. Ik tuimelde, tóen ik den eersten slag kreeg, en mijn hoed vloog van m'n hoofd, en eer ik nog kon omkijken trof de tweede me. Hoeveel daarna nog weet ik weer niet, en over 't geheel niets meer, ook niet hoelang ik hier, zonder bewuszijn, op den grond heb gelegen, 't Moeten uren zijn geweest, want toen ik wakker werd, waren mijn .oogen zoo door 't geronnen bloed toe» gekleefd, dat ik nauwelijks in staat was om ze een beetje open te doen. Ik lag hier naast de boomstomp, wilde op» staan, maar kan niet, want ik voelde een afschuwelijke pijn aan mijn been. Ik zal zeker wel. onder 't neervallen op dc stomp terecht gekomen zijn en daarbij m'n been gebroken hebben, in elk geval is 't zoo verbrijzeld dat ik geen stap kan doen. De schoft had zeker gemeend dat hij me dood had geslagen, en heeft toen 't hazenpad gekozen en mij laten liggen. Maar hij heeft zich vergist, die ellendeling! Zoo gemakkelijk is dc oude Knöwe niet dood te krijgen, die leeft nog, al is z'n hoofd ook loodzwaar, en zal zich nog wreken. Die schurk van 'n Upsen mag wel oppassen!" „Maar je weet immers in 't geheel niet. of 't Upsen werkelijk is geweest", viel Emma hem in de rede. „Je hebt hem niet gezien", „Maar ik heb hem gespeurd. Ik ken de lucht van ciat hondsvot. Ik weet, dat 't geen ander geweest is, en hij zal 't me betalen! Maar nu genoeg gezwetst; je moet er je mond over houden. Up» sen hoeft niet te vernemen dat ik weet wie me heeft willen ombrengen, 't Was de een af andere houtdief of strooper; ik heb hem niet gezien en ken hem dus niet. Dat kan ik voor 't gerecht zwe» ren, en verder niets. Zoo moet je de geschiedenis vertellen, kleintje, geen woord over wat ik over Upsen heb ge* zegd. Ik was een oude ezel, dat ik in m'n woede, m'n tong heb voorbijge* praat. Beloof me dat Emmatjc, en u ook, juffrouw, even als Willy". Knöwe kreeg, tot zijn tevredenheid, de verlangde belofte. Clara gaf 't, ter» wijl ze er uitdrukkelijk aan toevoegde, dat ook zij 't verstandiger vond, geen verdenking tegen Upsen uit te spreken, omdat er, voor zooiets, niet de minste aanduiding was, dan de persoonlijk op» vatting van deD houtvester. Daarover lachte Knöwe hoonend, en toen Clara aanbood om naar z'n gebro* ken voet te zien en te probeeren om een voorloopig verband aan te leggen gaf hij. spottend, ten antwoord: „Dat zou net iets zijn voor zoo'n fijne stads» dame. Neen, dat zullen we laten zit» ten tot de dekter dat verwenschte been ineens kan verbinden. Nu komt 't er al» leen op aan, dat ik zoo gauw mogelijk naar mijn woning gebracht word. Gaatl u met Willy en de kleine meid, die u den weg zal wijzen, naar 't slot Bran» denberg, 't is niet ver, hoogstens een kwartier. Zegt u tegen den baron hoe u me hebt gevonden. Hij moet een wa* gen hierheen sturen, of arbeiders, die me naar de houtvesterswoning kunnen dragen, dat 3S ook niet ver weg". „En dan zoudt u hier alleen gewond achter willen blijven?" riep Clara uit. „Dat mag niet gebeuren. Emma cn Wil» ly kunnen bij u blijven, dan zal ik naar 't slot Brandenberg vliegen en hulp halen". „U kent den weg immers niet". „O, dien zal ik wel vinden. Ik loop het voetpad terug, tot aan den Bran» denberg»DahIwitzer straatweg. Dan kan ik den weg niet misloopen. „Maar bent u dan niet bang om. heel alleen het bosch door te gaan? Neemt u liever de twee meisjes mee. Ik kan heel goed hier alleen blijven zitten. Zelfs als de man soms nog eens terug mocht komen, om te zien of hij me wel heelemaal doodgeslagen heeft, vrees ik hem niet. Ik heb hier immers mijn goed geweer; gelooft u maar dat dat canaille zich niet in 't bereik daar» van waagt". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 10