RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
RAADSELS
Raadseloplossingen
}e'-
BRIEVENBUS
kaarlem's dagblad zaterdag 14 aug. 1926
(Deze raadsels zijm alle ingezonden
'door jongens on meisjes die „Voor onze
Jeugd" lezen.)
Iedere maand worden onder de beste
oplossers drie boeken in prachtband ver
loot,
1 (Ingez. door Pietje Bell.)
"Welk Hollandsch .plaatsje leest ge hier
uit?
(kradekre
2. (Ingez. door Condor.)
Driemaal A en eenmaal Z
Eenmaal L en eenmaal E, welke bloem
tnoem ik daarmee?
3. (Irngez. .door Heeonstedenaartje).
Mijn geheel is de naam van een Ru-
briekertje en bestaat uit 10 letters.
I 2 3 is een hemellichaam.
6 6 4 is een jongensnaam.
30 8 9 is een familielid.
7 is een medeklinker.
4. (Ingez. door Driftkopje.
Ik oen een jongensnaam van 4 letters.
Zet er één letter voor en ik ben een meis
jesnaam.
5. (Ingez. door Gems.)
Kruisraadsel.
x
XXX
X x x x X
XXX
x
Een medeklinker.
Behoort bij de rekenles.
Een jaargetijde.
Een familielid.
Een medeklinker.
Verticaal en horizontaal moet men den
na aim vain het jaargetij-de lezen.
6. (Ingez. dóór Leeuwerik en den klei
nen Schilder.)
Mijn geheel bestaat uit 12 letters' en be
hoort aan een mooien vogel.
7 6 5 9 10 is een jongensnaam.
II 12 10 is een meisjesnaam.
7 is S.
1 2 3 4 is een vogeL
De ïaadseloplossingen der vorige week
Xijn
1. GeneonuidenIJ-selmuidem.
2. Gems.
3. Roodborstje.
4. Kruidenier.
5a. Bteenwfjk, b. Gouda. c. Hengelo, d.
Egmond, e. Zebra, f. wolf, g. paard, h.
haas.
6. Het zijn <niet alle Ikoks, die lange
messen dragen.
Goede oplossingen ontvangen van:
Juffertje Onrust 6 De kleine Bakker 6
Goudhaantje 6 Jimmy 6 Corrie G. 5 Ali 4
Pietje Bell 4 Winmetou 5 Kosmos 6 Droom
koninginnetje 6 Zonneprinsesje 6 Pimoc-
cio 6 Bloemenmeisjes 6 Rompelsteeltje 6
Onze Jongste 6 Waterkoet 6 Marmotje 6
A. B. C. 5 De kleine Vogelvriend 6 De
kleine Violist 6 Condor 3 Lathyrus 5
Pioenroos 5 Wilgenroosje 6.
Juffertje Onrust 6 Luistervinkje 6 Goud.
visOhje 5 Roodborstje 6 Marietje G. 4
Plip 6 Flap 6 Duinviooltje 6De kleine
Bakker 6 Hansje Teddybeer 6 Goudhaantje
5 Lenteknopje 6
STRAKS.
Straks gaan we weer naar huis toe
Dan pakken we koffer en tasch.
Dan gaan we voor 't laatst nog het
bosck in,
En denken: hoe mooi dat toch wasl
Straks groeten we oude vrienden,
Of grootpa, of tante, of oom.
Dan gaan wij de .terugreis aanvaarden,
Vacantia 1 Het lijkt dan een droom.
We reizen weer naar on6 huis -toe.
De tijd ging wel heel. gauw voorbij,
Wat was die vaöantie toch heerlijk,
Wat leefden we vroolijk en vrij 1
Maar is er de reis voleindigd,
En zien we ons huis weer terug
Dan trilt er iets warms in cxns harte,
Dan keert er de vreugde heel vlug.
Want waar wij ook mochten zwerven,
In bosch of bij golvengeruisch,
Neen nergens is het zoo heerlijk.
Als in ons eigen tehuis,
W. B.—Z.
de vrienden
Toen Leo Papani, het kleine Ita*
liaansche jongetje den eersten keer
op school kwam in de Heerenstraat
kreeg hij al dadelijk het onaangename
gevoel dat de and ere jongens hem bes
schouwden -als een soort wonderbeest,
omdat hij een vreemde taal sprak en
er een andere manier van doen en la*
ten op na hield.
Leo wilde graag vriendjet worden
met de andere schooljongens en hij
deed zijn uiterste best een echte Hob
landsche jongen te worden, maar heel
dikwijls toch lieten zij hem links lig»
gen en werd hij door !hen tot het
doelwit van hun ondoordachte grappen
gekozen. Het deed pijn, want de jon*
-gen was erg gevoelig en hij was toch
ook nog maar zoo kort in dit land. Hij
voelde soms het bloed naar zijn wan*
gen stroomen. wanneer de jongens
hem scheldwoorden nariepen, doch
Leo was flink en trachtte te glim*
lachen en het als een grap te beschou*
wen.
De taal was nieuw en vreemd voor
hem en zijn zinsbouw was soms zoo
raar, dat de andere leerlingen erom
moesten lachen.. Hij was heel zenuw*
aohtiig, toen de juffrouw 'hem vroeg
den volgenden zin op het bord te
schijven: „Het schip ligt op de xeedc".
Leo deed ihet, zooals hij dacht, dat het
goed was en schreef: „Het schip ligt
op de rede". En hij had moeite om de
tranen terug te dringen, toen hij zag,
dat zelfs de juffrouw met de leerlin*
gen meelachte. eo kon maar niet be*
grijpen, dat woorden, die zoozeer op
elkaar leken zoo'n totaal verschillende
beteekenis konden hebben.
Maar er was een jongen, Frank ge*
naamd, die een beetje anders was, dan
de anderen, want altijd als hij Leo ont*
raoette, had hij een vriendelijk woord
of een prettigen glimlach voor hem
een paar maal was hij onder het
vrije half uurtje binnen gebleven en
had hij Leo geholpen met zijn lessen.
Toen juffrotiw BergminS, dé onderi
wijzer es, aan de jongens ïnededëel'de,
dat er den volgenden Vrijdag ceh Vlie*
gerwedstrijd zou worden gehouden,
maakte Leo dadelijk het plan om er
.n mee te doen en den moois ten vlie*
ger te maken als maar mogelijk was, in
de hoop voor den eersten prijs in aan*
merking te komen. Want de oude
Antonio, die op. den heuvel woonde,
waar a-1 dc wijndruiven groeiden, daar*
ginds in het oude Italië, had hem ge*
leerd een vlieger te maken, die prach*
tig stond, met een keurigen TOod=en*
blauwen staart eronder aan. Het was
werkelijk een kunst vliegers te maken,
zooals de oude Antonio het deed en
Leo had het. goed van hem geleerd.
Dien avond werkte Leo lang en ijve*
rig en toen-zijn vlieger klaar was,
plakte hij er kleine roode en gouden
driehoekjes op, zoodat hij cr prachtig
uitzag. Toen hield hij plotseling op en
fronste zijn voorhoofd, want op eens
herinnerde hij zich, dat Frank ook aan
den wedstrijd mee zou doen, en dat
Frank lachend gezegd had. „Ik zal
nooit een goeden vlieger kunnen ma*
ken, maar toch zal ik probceren alle
anderen te overtreffen, dezen keer."
De prijs was iets, dat Leo bizonder
graag had een -boek met veel mooie
1 plafen van schepen en sToomhooïen
en vliegmachines met de beschrijvin:
gen erbij.
Leo hing zijn vlieger in zijn karnen
tje op, want de stijfsel was nog niet
droog en dien nacht lag hij lang. heel
lang wakker en vocht zijn grooten
strijd met zichzelf uit. Hij wist, dat
hij veel kans had den prijs te winnen,
want hij had somimi-ge der door de
ande-re jongens gefabriceerde vliegers
gezien en hij wist, dat die niet goed
waren. Den volgende morgen s ond
Leo vroeg op en ging met zijn mooien
vlieger in de hand naar school. Hij
wist( dat hij Frank di-dht bij „Het
Boschje" zou ontmoeten en plotseling
werd Leo's besluit nog vaster.
„Waar is jou vlieger?" vroeg hij op*
gewonden. Frank schudde het hoofd.
„Ik heb hem niet eens meegebracht"
zeide hij, „want ik heb 'm gep-robeerd
en hij deugd niet! Maar zeg, Leo, dat
is een fijne, die jij daar hebt en ik
wed, dat jij den prijs zult winnen!"
Leo's gezicht klaarde op. „Probeer
hem; hij vliegen", zeide hij met een
kleur van -genoegen. En werkelijk,
toen Frank het touw in zijn hand nam
en den vlieger een zetje gaf. ging die
statig de lucht in over de boomen heen
en allebei stonden ze te springen en
tc schreeuwen in hun vreugde over
het feit, dat hij zoo goed stond en zoo
hard trok.
Zij haalden hem weer in e-n Leo
wond het touw om een stokje en toen
pakte hij Frank bij den arm en keek
hem trouwhartig aan. '„Ik geven jou
die vlieger", zeide hij. „Niemand
weten ik ze gemaak. Jij krijgen prijs.
Jij goed voor mij".
Frank kon zijn ooren haast niet ge*
looven dit was dus de jongen
waarmede de anderen grapjes hadden
uitgehaald en dien zij soms niet had*
den willen laten meedoen aan hun
spelletjes.
„Ik ik zou het niet kunnen doen"
zei" Frank zacht. „Maar het is gewei*
dig aardig van je, Leo, en als jij den
prijs krijgt zal ik er haast net zoo blij
om zijn, als dat ik hem zelf gekregen
had".
Maar Leo voelde zich gekwetst en
tranen stonden in zijn donkere oogen.
„Jij niet nemen?" vroeg hij mee*
warig. „Asjeblief nemen. Ik maken
voor jou". „Goed, Leo", ze-ide Frank
ten slotte. „Ik za-1 den vlieger nemen
maar beloof jij me dan dat ik er, al-s
hij van mij is, mee mag doen wat ik
wil?" „O natuurlijk! Doe met hean
wat jij wil. Hij jouw vlieger".
Dus nam Frank den vlieger mee
naar school en in een kwartiertje was
hij ingeschreven voor den wedstrijd.
Even voelde Leo iets van spijt, maar
hij onderdrukte het terstond. Frank
was zijn vriend.
Dien middag werden alle vliegers op*
gelaten op de speelplaats en een co-m*
missie van onderwijzers zou beslissen
En tot groote vreugde der beide, jon*
gens werd de vlieger miet de roode
en goude-n versiering eerste.
„Het doet mij zeer veel genoegen,"
zeide het hoofd der school, „dat ik
bij de proeven van bekwaamheid die
jullie hebben geleverd, zoo'n mooi
stuk werk zie en ik stel in hèt bizon*
der de kunde en "juistheid waarmede',
dc verhoudingen van dien vlieger
zijn uitgewerkt, op prijs. De jongen,
die voor zijn school zoo'n mooien
vlieger maken kan, zal zeker zelf een
flink man worden, een man waaro-p
zijn vaderland trotsch zal zijn. Het is
mij aangenaam den eersten prijs te
kunnen toekennen aan Leo Panai".
Leo's gezicht betrok en hoewel hij
opstond en beleefd boog, keerde hij
z:ch toch snel tot Frank wiens heele
gezicht vreugde uitdrukte.
„Prachtig, Leo", fluisterde Frank.
„Ik heb den vlieger in jouw naam in*
geschreven. Jij hebt hem gemaakt, zie
Toen hoorde Leo de luide to-ejui*
oh-imigc-n van de andere leerlingen van
zijn klas en de jongens zongen „a*
men:
„Wat zeg je me van dien Leo?
„Wat zeg je me van zijn vlieger?
.".Is hij niet reusachtig? Ja! Ja! Ja!
En zijn vlieger ook!"
En voor hij wist wat er gebeurde,
was Leo door Frank bij den arm ge*
nomen en stond hij al voor het podium
waar hij den prijs uit de handen van
juffrouw Bergmans zelf in ontvangst
mocht nemen.
een praatje over
hattem.
(Vervolg).
In mijn eerste brief beloofde ik jullie
nog eene wat re cob rijven over den Hezen-
berg, (het buiten van den (heer Daendels,
tenminste als ik er toegang kon krijgen,
Door bemiddeling van mijn vriendelijlken
gastheer is mij dat gisteren gelukt. En
voor ik nu over Moleoaten en Flip Hul
wat vertel, zal ik je wat over dat bezoek
meedeeien. Want, waar 't hart vol van
is, loopt de mond van over. Ik heb al heel
wat buitenplaaisen in mijn leven bezocht,
maar eoo iets buitengewoons als deze zag
ik nimmer.
Wij eloeigen dan de breede oprijlaan in
met de hooge statige boomen. Een oorver-
doovend -hondengeblaf deed ons een beet
je behoedzaam naderen. De opzichter
kwam voor den dag en stelde ons gerust
met de mededeellng, dat de groote hon
den vast zaten en de kleine keffertjes, d:ie
hier en daar te voorschijn kwamen, het
spreekwoord in toepassing brachten, dat
blaffende honden niet bijten.
Hei hondenwereldje bedroeg op bet
oogenblik 90 ©tuks. Er waren wondere
exemplaren bij uit alle deelen der wereld.
De meesten ha-dden een stamboek en wa
ren op diverse tentoonstellingen criet lau.
wren bekroon d.
De vogelwereld interesseerde ons echter
meer. Wat een prachtbokken, Gooi ets als
die in Artis. Ieder (h-dk bestaat uit 2 leta-
en voor elk hok is nog een veld .van
eenige vierkante meters. Ik weet wel niet.
hoeveel soorten kippen ik gezien heb. Er
een soort grauwachtig gevederden, die
aan 't uitsterven zijn. Slechts op drie bui
tenplaatsen in Nederland komt deze kip
nog voor. Prachtige hanen liepen met
trotsch gebaar rond te etappen. Br wa
ren er bij met staarten, die'op vederbos-
en gekken. Maar 't allermooist waren de
vitte pauwen. Op den kop droegen ze een
-vitte -diadeem van doensveertjes en. de
taart geleek een schitterend witte waaier.
De (kalkoenen en :de korhoenders mochten
er ook zijn. Hoe goed verzorgd zagen alle
er uit. Ik vernam dam. ook, dat er een
knecht is, die niets anders te doen heeft
dan van 6 tot 6 voor de vogelenwereld te
zorgen. En hij heeft er zijn handen vol
aam.
Van het gevogelte gingen we naar den
bloementuin. Door een poort van rozen
kwamen we im dit geurige paradijs. Daar
waren 50 soorten lathyrussen, die een
wondere kleurenpracht te zien gaven. Onze
geleider vertelde ons, dat Ihet zaad van
leze planten alleen reeds 700 gulden heeft
jekoet. Nu kun je zelf nagaan, hoe enorm
groot het aantal was.
Verder waren er alle mogelijke bloemen
die het seizoen thans oplevert. Maar da
gelijks moesten allec-n voor het huis CO
-n met bloemen gevuld worden. Dan
werden de ziekenhuizen in den omtrek
ook geregeld Wan bloemen voorzien. Ook
de schoolkinderen werden niet vergeten.
Teder edhoolklma "krijgt jaarlijks een
plantje van de familie Daendels en een
volgend jaar komen meneer en mevrouw
kijken, wie er 't -best voor zijn plantje
gezorgd heeft. Due net zoo iets als bij ons
Floralia. Er werden Dok zulke buitenge
woon mooie sierplanten gdkweekt, waarvan
de bladen dienst moesten doen op de
dessert-schalen. I-n de kassen waren kom
kommers, druiven, meloenen, vijgen enz.
Voor den naderenden Iherfst waren al bed
den Chrysanten, dahlia's en ballanplamteri
dn wording. Ook prachtige soorten stroo-
bloemen. Weer verder gingen wij door
geheimzinnige kronkellaantjes en laoig:
klaterende beekjes. Naast- ons was een va
renboschje, wel een M. hoog. De opzich
ter vertelde ons, dat hij eenige jaren gele
den hier een enkelen koningevaren had
gevonden en die had zich zoo .-nel voort
geplant, dat het nu een onuitroeibaar
boschje "was geworden. De bladeren ver
kocht hij wel eens om als matrassen- of
bedvulsel te dienen. Toen kwamen wij op
'de weilanden, waar zwaar gebouwd vee
graasde. Paarden, koeien, schapen, gei
ten. De paarden hadden een roemrijk ver
leden achter zich. Ze waren op verschil
lende. wedrennen bekroond en hadden ook
'menigmaal in 'de g ilusireerde bladen ge.
etaa,n. Br waren drie Shettlandiche paar.
Iden bij, die als rijpaarden voor de kinde
ken gebruikt werden. Ook werden ze xvel
'eens voor het sierlijke hittenwagentje ge
lspannen. De geiten hadden een mooi eigen
huis, -dat best voor landhuisje dienst zon
(kunnen doen. Maar het waren dan ook
geen gewone geiten. Het waren geiten, die
zonder ooren geboren werden. Tegen dat
ze volwassen waren, kwamen de ooren
voor den dag.
Door een doolhof wam laantjes kwamen
we in de uitgestrekte grientlanden. In '5
midden stond een watermolen, di6 bij
hoog water de landerijen droog houdt. Om
zorgen, Idat het vee op ei-gen land
blijft grazen, zijn er hekken gepiaatst in
wit en blauw gestreepte kleuren. Dit zij®
de kleuren van 'de familie Daendels en 'i-
is me opgevallen, dat de groot-grond-bezit.
ters in deze streken hun eigendommen
merken met eigen kleuren.
Ziezoo, nu stappen we van d«n Hezen-
berg naar Moleoaten. Het landgoed Mo-
lec-aten ligt op de -helling van den Trij-
6enberg. Ik heb jullie reeds verteld, dat
men vroeger vrij mocht wandelen in de
bosschen van Molecaten, maar dat de ver
nielzucht der menschen hier een eind aan
heeft gemaakt. Men heeft nu een dagkaart
noodig, die slechts 10 cent Ikost. De beu
kenlaan, die er ons heenvoert, heet 'de
Koeweg. Reusachtig hooge eiken beletten
het binnendringen der zonnestralen. Aan
't einde dezer -laan komen we bij een
boschje van akkermaalshout. Nu slaan w<
het aardigste, emalle paadje in, dat je be
denken kuint en bereiken vanzelf de uit.
papming Moleoaten. "We kunnen ihier
ven uitrusten en ook wat gebruiken. In
't midden da een vijver met waterplanten;
kippen en kuikens scharrelen brutaal rus-
schen stoelen en tafeltje?, zelfs een pau-
wenpaar verhoogt de gezelligheid van c
itje.
(Wordt (vervolgd.)
wie is dit?
DE zeekrab
Er zijn verschillende soorten krabben,
die, (hoewel zij in grootte veel van elkan
der -mogen verschillen, toch allen in
hoofdzaak denzelfden bouw en vorm heb
ben. De soort, die wel het beste bekend
is, ie de z.-g. „blauwe" krab, een soort,
die aan de kust van den Oceaan bijna
overal voorkomt. De krabben hebben acht
pooten en het eerste paar daarvan (wordt
meestal de „scharen" genoemd. Dat stel
pooten wordt ai ie: gebruikt om te loopen.
doch voor andere doeleinden, zooals je
zult zien. De rechter schaar nu, is iets
grooter dan de linker en dat komt, om
dat die imeer gebruikt wordt, juist zooals
jullie rechterhand ook meestal iets groo.
■ter is, dan je l'inker. Deze rechterschaar
cebruiken de krabben, wanneer zij met
hun soortgenooten of met andere in de
zee levende dieren in een gevecht gewik
keld zijn, iets, dat nogal vaak voorkomt,
want onze krab is geen gemakkelijk heer
schap. De linker.schaar wordt gebruikt
om het- voedsel vast te houden. Bij de
vechtpartijen gebeurt het dikwijls, dat de
krabben een schaar of poot verlfiezen,
maar dat vinden zij niet zoo erg, daar de
natuur ervoor zorgt, da; zij weer nieuwe
krijgen; de verloren ledematen groeien
namelijk weer aan. Jammer, dat zooiets
niet bij de menschen voorkomt, hè? Maar
als Wij daarvoor krab moesten spelen,
zou het mij toclh niet erg aanlokkelijk
schijnen. Jullie we? 1
Knip bovenstaande zwarte figuurtjes
uit, plak ze op een s:uk carton en je
krijgt een leuk harlekijntje.
oplossing knippuzzle;
wat onze belang
stelling wekt
Hoe er in de wereld gegroet woreft.
Wanneer woestijnbewoners elkaar tegen,
komen, omhelzen ze elkaar. Ze informee-
ren maar eikaars gezondheid en vragen
naar het doel der reis. In deze een-zame
streek is deze uitbundige vreugde alles
zins te begrijpen. Australiërs steken den
tong tegen elkaar uit, bij wijze van groet.
Chineezen drukken de neuzen tegen elkaar.
Maar wanneer een Chinees te paard zit en
hij ziet een hooger geplaatsten broeder na
deren, dan zal hij dadelijk van 't paard
springen en in eerbiedige houding aan
den weg blijven staan, tot de voorname
Chinees gepasseerd :s.
Hindoes knielen voor hun meerdere ter
aarde.
Italianen drukken de wangen tegen
elkaar.
Een zendeling vertelt van een heel eigen:
aardige gewoonte van sommige volks
tammen aan de Stille Zuidzee. liet ver-
;eer is daar natuurlijk nog hoogst primi
tief. Men ontmoet zelden iemand, die niet
in eigen kring thuishoort. Maar komt een
vreemdeling gastvrijheid vragen dan
wordt bij wijze van welkomstgroet een
kru-.k water over hem uitgestort.
Een Japanner kruist de handen, wan
neer hij groet en zegt: „Verontschuldigt
mij." Is hij een man, die zeer op vormen
gesteld is, dan ontdoet -hij zich ook van
de sandalen aan zijn voeten.
Uit onzen Moppentrommel
EEN KLEIN WE1N1GJE OVERDREVEN
„Je" moet niet zoo geeuwen, Jan," zei
zus Emilia.
„Wat -kan jou dat schelen?"
„Dan toch; het hier zoo vreeselijk."
NIET OP ZIJN MONDJE GEVALLEN.
Jam kocht -twee kadetjes bij kien bakker
en at ze voor de toonbank op.
„Ze zijn oudbakken", ze: hij tegen den
bakker
„Wat wil jij beweren dat die kadetjes
oudbakken zijn? I-k heb al kadetjes ge
bakken, voordat jij nog bestond."
„O," Gei Jam, „dan is dit zeker nog eeiï
overschotje."
Brieven aan de Redactie van de Kinder-
Afdeelimg moeten gezonden worden aan
Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, v. d.
Vin nestraat 21rood.
.(In de bus gooien zonder aanbellen)
GOUDHAANTJE. Je begrijpt, dat ik
de Rubriek een dagje eerder weg moet
6turen. Daarom was je briefje nu ook net
te laat. Je wcdstirifd'werk was heel goed.
Jé hebt ook meegeloot om een prijs.
JIMMY. Fijn, dat je op 't laatst itodh
nog de paate vom'd. Ben lje de heele va_
cantie in Haarlem gebleven? Nu, daar valt
ook noeg wel wat te genieten. Nog een
week en dan is de koek weer op. Dan
nemen we ons werk weer met frisschen
moed op.
JUFFERTJE ONRUST. Hartelijk
'dank -voor je mooie kaan uit 'Zan-dvoort.
Wat zijn de kinderen daar fijn aan het
pootje baden. Heb jij er ook aam mee ge
daan? Ik wensch je nog een plezierig va-
camtie-weskje toe.
DE KLEINE BAKKER. Door vrien.
'dolijke hand werd je briefje toch naar rn-e
toegezonden, 't Wa6 dus voor ons beiden
een verrassing, dat je antwoord kreeg. Je
kruisraadsel is goed.
J. en F. F. Jongens, wat een fijne
kaart was dat van 't Muiderslot. Zijn jul-
!.e daar met de school geweest? En heb
je "t heele s'.oï mogen bezichtigen? V]
cl el ijk dank voor de toezending van die
prachtige ansicht.
ALI G, 'k Geloof heusch, dat het
nu volop zomer wordt Do zon schijnt nu
zoo heerlijk, da-t we -al weer een schaduw-
rijk plekje -moeten zoeken om haar te ont.
Joopen. Me dunkt, Zandvoort zal het wel
kunnen merken.
A. B. C. - Ja. nu is *t fijm om een wa.
tertochtje te maken. Het is voor thuis eo-
krr r-?n uipiig gevoel, dat jo zoo ver
trouwd Ik-: w.ner bent. Toch maar
mie: al te waaghalzerig wer.cn, want beste
zwemmers kannen nog wel een ongeluk
krijger..
ALPEN VIOOLTJE. 'k Was ven ast
niet je schrijven. Wat hoorde ik in lang
niets van je. Dat yoor-stel voor onze St
Nicolaastemtoonstcllimg juich ik zeer toe.
Kom 25 Augustus eens-bij me dan zullen
we het bespreken.
HERMAN P. -Te briefje werd me uit
Haarlem opgezonden. Tot -mijn spijt kan
k echter n:e.'. aan je verzoek voldoen. Je
i an vraag behoort als advertentie ge
plaatst te worden. Op die manier zou ik
ons eigen blad benadeelen. Ik geloof ze
ker. dat je met een keer plaatsen van een
advertentie in Vraag en Aanbod al succes
zult hebben.
ZONNEPRINSESJ E. Kind, wat een
vreugde zal je thuiskomst zijn geweest. Ik
kan me .voorstellen, dat in vergelijking
met het groote huis je alles zoo klein aan
deed. Gaat het loopen steeds beter? Je
zie nu zeker veel buiten en ik (denk zoo,
dat vader en moeder en de broertjes en
(zusjes je lekkertjes verwennen zullen.
Schrijf me de volgende week maar eens,
of dat niet waar ie.
APPELBLOESEMDat is al weer een
voordeeltje van onzen frisschen zomer,
dat deituinen er over 't algemeen mooi uit
zien. Vooral 't gras heeft nog -die helder
groene kleur, alsof 't Juni wa?. 't Is al
tijd maar goed en verstandig om bij de
imiojder piefit'ge dingen te zoeken maar
"een lichten kamt. En die is er bijna altijd.
PRINS WILLEM. Al heb je Alva
de laatste weken niet in de Rubriek zien
staan, hij is er wel. 'it Is zelfs een Ru
briek-entje van jaren en hij zou vast een
beetje boos op me zijn, als ik zijn naam
weg g-af. Dezen naam vind ik eigenlijk
veel mooier, want het doet ons 'denken
aan den man, die zoo heel veel voor ons
Nederland-ere gedaan heeft en geweest is.
MOEDERS OUDSTE. Ja, ik heb er
wol'meer van geboord, dat meisjes in het
Tuimbouw-vak gaan etudeoren. Maar ik
zou je niet kunnen zeggen, of er vrouwe
lijke Tuinbouiw-kundigen zijn.
VERZAMELAAR. Je ruiLaanvraag
kan ik r.iet -plaatsen, omdat je je huis
nummer niet vermeldt. Ongeveer een
maand geleden kon je vri '.e muizen krij-
gen bij de jc.ngens Ferwerda cp den K'.e-
verporkweg. Misschien willen die er nog
een paar missen.
W. v. d. (L. Het doet me genoegen,
dat je met belangstelling mijn praatje
over Hait-tem leest. Maar jongen, 't is
heusdh niet 'belangrijk gonocg voor een
brochure, 't Is wel vervelend -voor je, dat
die geldkwestie nog niet in orde is. Heb
je Dinsdag nog succes gehad? Maar je
moet er je toch njet te zeer door late-n
neerdrukken. Je hebt nog een dak boven
je hoofd en moeder zal wel zorgen, dat je
a-an niets gebrek hebt. Je opstel las ik
met genoegen. Maar je veroordeelt- wel
wat heel sterk de menschen, die een bui
ten lain dsclie reis maken.
SPR.IN'G IN 'T VELD. - War, schreef je
me een leuken, gezelligen brief. Nog wel
gefeliciteerd met je succes. Dus straks ben
jij gymnasiast. Dat klinkt, hoor! Je hebit
al een heerlijk stuk vaöantie achter den
rug. 't Was maar heel verstandig, dat je
je niet gestoord hebt aan regen en wind.
Zijn de verschillende kiekjes mooi uitge
vallen Als je bij de Aardrijkskunde-le-s
over den Achterhoek wat moet vertellen,
kan je een heel relaas ten beste geven.
Wat zullen die boeren het aardig vinden,
als ze een kiekje van je on-tvaugen. Zal
de Belgische reis ook no-g plaats hebben?
Wat heerlijk, dat jullie weer in 't oude
nest zitten, al i? het dan nu ook een ver
nieuwd nestje. Nog heel veel genoegen
itoegewemsdht.
DE KLEINE VIOLIST. Ik wil graag
gelooven, dat jullie reisje naar den Mu.
derberg het heerlijkste dagje van de va
öantie is geweest. Nu de zomer werkelijk
gekomen is, zijn jullie zeker den heelen
dag buiten. Geniet nog maar volop.
CONDOR. Ik heb voor jou een nieuw
baantje uitgeven den. Jij moet reisbe
schrijver worden. Dat reisje naa.r Bergen
had je alleraardigst beschreven, 't Is
daar dan ook een prachtvolle omgeving.
Wa9 je er met de klas? Dat reigerboseh
lijkt -me interessant. Waren de vogels niet
bang voor jullie? Je raadsels zijn goed.
Dn nu geniet je zeker volop in het mooie
Groenendaal. Je voelt je nu zeker zoo'n
beetje de heer van 't slot.
LATHYRUS. 't Spijt je zeker wel, dat
je vriendin weer is afgereisd. Maar zoo is
't eenmaal in 't leven: komen en gaan.
Misschien zaten er wat cijferfouten in
raadsel 6. De meesten hadden de oplos.
eing toch gevonden, 24 Augustus ben ik
weer thuis. Na dezen wedstrijd hoop ik
den St. Nicolaaswedstrijid weer iin te lui
den. Ja, 't is een wim-tersch idee. maar i-k
'vind juist ons werken .voor anderen in die
donkere dagen «en lichtpuntje. Als je
straks 16 jaaT bent, mag je eerlijkheids
halve niet meer meedingen naar raadsel-
prijs of wedsirr dprijs. Maar de Brieven
bus staat altijd voor je open en ook de
St. Nicolaaewedstrijd.
PIOENROOS. Moest jij eens even
tjes kijken, of Haarlem tn-og op 't zelfde
plekje stond? Zit je nu weer in het mooie
Vierhouten? Over diet weer kun je nu
niet meer mopperen, w-amt 't is zoo heer
lijk zomersch, als 't imaar zijn kaïn. Fijn,
dat je een eigen vulpen heb'. In 't begin
wil je er nog wel eens dik mee schrijlven,
maar mijn ervaring is, dat je later leert
ook dunne ophali-ngen te maken. Leuk,
dat je straks -naar het Prinsenhof siialpt
Dan kan Noor mooi op je passenWeet
je al, waar Muurbloem naar toe gaat? Met
Jasmijn kun je de vriendschapsbanden
hechter aarnOanoopen- Er is wel een spreek
woord, waar mannen in voofkomit en ook
wel een waar goud dn voorkomt. Maar je
kunt er geen combinatie wan maken. Heel
veel groeten voor -moeder, Dodo en Blond
haartje. .Te raadsel is g-oed. Nog veel ple
zier allemaal op de Zandhoeve.
ZUSJES G. Ik wil heel graag een
kiekje van jullie hebben in de zandkuil.
Dat is nog eens prettig, dat groente zus aL
tijd haar kïektoestel bij zich heeft en 't
ook zoo goed kan. Zijn jullie blonde
snuitjes heelemaal bruin gebrand? .Tam
mer, dat je dat op do kiek niet zien kan.
WIM G. 't I-s altijd het beste, dat je
de Rubrieken bewaart. Uiit mijn hoofd
kun ik onmogelijk het adres zeggen van
de jongens F. Verzamelaar vroeg ook
naar witte muizen. (Lees zijn briefje er
maar eens op na.
ORCHIDEE. Hartelijk dank voor je
kaart uit 's-Gravcnhage. Logeer je heer
lijk in 't Haagje? Ook ai naar Scheve
nineen geweest? Nog veel genoegen,
hoor!
CONDOR. Jou dank ik zeer voor
de fijne kaart van de Waterlelie-vijver
van Groenend-aal. Wat is dat -tooh ook een
\vondermooi plekje.
LUISTERVINKJE. Het groote feest
behoort du3 weer tot het verleden. Prei
tig, -(Sat ales zoo goedl van stapel gel-oopen
Ï6. Je hadt een kiekje moeten laten
ken van het Bloemenmeisje. Verkocht ze
mooie bloemen? Ik ben nog nooit in
Marken geweest, maar ik kan me begrij.
pen, dat je daar je oogen uitgekeken heb:
Hoeveel rokken had die vrouw wel aan?
Als die in (het water viel, dreef ze op
haar rokken. Hoe was het kinderpartijtje
bij tante Nellie. Is 't tochtje naar Groe
nendaal doorgegaan? 't Was hier Woens
dag nog al buiig. Ben je ook nog naar
Zan-dvoort geweest?
JUFFERTJE ONRUST. »t Speet het
logeetje zeker wel toen haar tijd om v
Want 's Gomere valt er in Haarlem's om
en eken meer te genieten dan in Amster
dam. Wanneer zal de reis naar Friesland
plaats hebben? Neem je je muziek tmee?
Als je veel van muziek houdt, is 't al
tijd gezellig ergens te komen, waar een
piano is. Maak maar veel plezier in het
land der Friezen.
VERSPRINGER. Ik dank je harte
lijk voor die verbazend aardige kaart uit,
den Haag. -Wat een mooie poppenkast is
dat! Heb je er ootk bij staan kijken? In
Amsterdam op den Dam is er ook een,
maar die is van buiten lang zoo mooi niet
Voor fijne dingen moei je ook in het Haag
je zijin. Is 't r.iet?
MAANELFJE en BREEROO. Wat een
prachtige kaart zouden jullie me uit Ber
gen. Hartelijk dank ervoor. Zijn jullie in
Hotel Maurii? en pension? En blijven
jullie er de vacantie uit? Wo beginnen
nu af te tellen, hè? Geniet nog maar, zoo
veel als je kunt.
LENTE-KNOPJE. Jullie (huis lijkt op
'.t oogenblik met al die logé's wel een
peneion. Afwisseling genoeg. Je helpt
moeder zeker flink mee, want hoe gezel
lig zoo'n groot© kring ook is, ieder mensch
brengt zijn drukte mee. Ja, jij bent geen
ongelukkig Rubriekertje met nrijzen-wiu-
nen. En heb je nu de laat=:e twee spreek,
woorden ook gevonden? In geen v3n de
spreekwoorden komt steek of kind voor.
Zoek maar eens in een andere richting.
GOUDHAANTJE. Wel ja, do oer is
pok wat waard. Tweemaal m de week
zwemmen lijkt me ook wel voldoende. Ik
kan luie best begrijpen, dat -het voor moe
der anders ,:e 'kostbaar wordt. Met hoevelen
zijn jullie thuis? Het doet me genoegen,
dat ae wedstrijd naar je zin is. Hoeveel
spreekwoorden heb je al gevonden? Dit
keer geef ik een heel groot stuk van mijn
vaca-ntie-ervar-- ren. 'Leuk, dat je het met
zoovc-el plezier leest.
FLAP. Jij bent een vergevensgezinde
Flap ihoor. Gelukkig maar, dat 't weer im
Haarlem ook wat bestendiger wordt. De
logé's (hebben in ieder geval heel wat van
onze mooie ome trek en gezien. Zit jij nu
in Aalsmeer? Water genoeg, hè? Dus be
stel de regen maar af. Een prettige ge
dachte, dat je straks op school in een
rueuwe klas begint. Alle begin fs moei
lijk. maar geeft ons ook frisschen moed.
FLIP. Ben jij met broer Flap mee
gegaan? E«n heef: tante miet f© veel Jast
v3n de Haarlemsche neven? Hebben jul
lie al mooie lischdodden geplukt? Ik
denk, dat er straks ©en fiimke bos mee
gaat voor moeder. Want die 'kun je wel
jaren lang bewaren.
DUIN\ IOOLT.TE. Zandvoort was op
e-ens vol, toen julüe daar allemaal kwa
men aanzet tem. Is gisteren het boottochtje
nog doorgegaan? 'l Heeft'hier deze da
gen nog al geragend en geonweerd. Ea :k
daoht aan de boottochtjes, die mu im he:
water zijn gevallen. Ik hoop maar, da;
jullie het inog getroffen hebben. Je hebt
het getroffen met je plant van school.
Geraniums zijn sterke planten, die slechts
zon en water vragen.
A. 15 C. "Woensdagavond hebben wij
h er ook een flinks onweersbui gehad.
Eigenlijk den (heelen nacht door. Dus im
het Gooi was het weer Pok lee'.ijk van
stre©k. Ik heb ook wc! eens gehoond, dat
koeien de koppen bij eikaar steken, a!> er
een onweersbui op ::I is. Tcch is he; mie:
altijd zoo. Ik 'heb hier jirst een weide
mor. koeien gade geflr.j:en. terv ijl het zwar-.r
weer was. Alle bleven runic er. .era-
zen en trokken zich nergens van
MEVR. W. BLOMBERG—ZEEMAN,
p/a Fam. Weener, Hattcm.