RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD RAADSELS Raadseloplossingen }e'- BRIEVENBUS kaarlem's dagblad zaterdag 14 aug. 1926 (Deze raadsels zijm alle ingezonden 'door jongens on meisjes die „Voor onze Jeugd" lezen.) Iedere maand worden onder de beste oplossers drie boeken in prachtband ver loot, 1 (Ingez. door Pietje Bell.) "Welk Hollandsch .plaatsje leest ge hier uit? (kradekre 2. (Ingez. door Condor.) Driemaal A en eenmaal Z Eenmaal L en eenmaal E, welke bloem tnoem ik daarmee? 3. (Irngez. .door Heeonstedenaartje). Mijn geheel is de naam van een Ru- briekertje en bestaat uit 10 letters. I 2 3 is een hemellichaam. 6 6 4 is een jongensnaam. 30 8 9 is een familielid. 7 is een medeklinker. 4. (Ingez. door Driftkopje. Ik oen een jongensnaam van 4 letters. Zet er één letter voor en ik ben een meis jesnaam. 5. (Ingez. door Gems.) Kruisraadsel. x XXX X x x x X XXX x Een medeklinker. Behoort bij de rekenles. Een jaargetijde. Een familielid. Een medeklinker. Verticaal en horizontaal moet men den na aim vain het jaargetij-de lezen. 6. (Ingez. dóór Leeuwerik en den klei nen Schilder.) Mijn geheel bestaat uit 12 letters' en be hoort aan een mooien vogel. 7 6 5 9 10 is een jongensnaam. II 12 10 is een meisjesnaam. 7 is S. 1 2 3 4 is een vogeL De ïaadseloplossingen der vorige week Xijn 1. GeneonuidenIJ-selmuidem. 2. Gems. 3. Roodborstje. 4. Kruidenier. 5a. Bteenwfjk, b. Gouda. c. Hengelo, d. Egmond, e. Zebra, f. wolf, g. paard, h. haas. 6. Het zijn <niet alle Ikoks, die lange messen dragen. Goede oplossingen ontvangen van: Juffertje Onrust 6 De kleine Bakker 6 Goudhaantje 6 Jimmy 6 Corrie G. 5 Ali 4 Pietje Bell 4 Winmetou 5 Kosmos 6 Droom koninginnetje 6 Zonneprinsesje 6 Pimoc- cio 6 Bloemenmeisjes 6 Rompelsteeltje 6 Onze Jongste 6 Waterkoet 6 Marmotje 6 A. B. C. 5 De kleine Vogelvriend 6 De kleine Violist 6 Condor 3 Lathyrus 5 Pioenroos 5 Wilgenroosje 6. Juffertje Onrust 6 Luistervinkje 6 Goud. visOhje 5 Roodborstje 6 Marietje G. 4 Plip 6 Flap 6 Duinviooltje 6De kleine Bakker 6 Hansje Teddybeer 6 Goudhaantje 5 Lenteknopje 6 STRAKS. Straks gaan we weer naar huis toe Dan pakken we koffer en tasch. Dan gaan we voor 't laatst nog het bosck in, En denken: hoe mooi dat toch wasl Straks groeten we oude vrienden, Of grootpa, of tante, of oom. Dan gaan wij de .terugreis aanvaarden, Vacantia 1 Het lijkt dan een droom. We reizen weer naar on6 huis -toe. De tijd ging wel heel. gauw voorbij, Wat was die vaöantie toch heerlijk, Wat leefden we vroolijk en vrij 1 Maar is er de reis voleindigd, En zien we ons huis weer terug Dan trilt er iets warms in cxns harte, Dan keert er de vreugde heel vlug. Want waar wij ook mochten zwerven, In bosch of bij golvengeruisch, Neen nergens is het zoo heerlijk. Als in ons eigen tehuis, W. B.—Z. de vrienden Toen Leo Papani, het kleine Ita* liaansche jongetje den eersten keer op school kwam in de Heerenstraat kreeg hij al dadelijk het onaangename gevoel dat de and ere jongens hem bes schouwden -als een soort wonderbeest, omdat hij een vreemde taal sprak en er een andere manier van doen en la* ten op na hield. Leo wilde graag vriendjet worden met de andere schooljongens en hij deed zijn uiterste best een echte Hob landsche jongen te worden, maar heel dikwijls toch lieten zij hem links lig» gen en werd hij door !hen tot het doelwit van hun ondoordachte grappen gekozen. Het deed pijn, want de jon* -gen was erg gevoelig en hij was toch ook nog maar zoo kort in dit land. Hij voelde soms het bloed naar zijn wan* gen stroomen. wanneer de jongens hem scheldwoorden nariepen, doch Leo was flink en trachtte te glim* lachen en het als een grap te beschou* wen. De taal was nieuw en vreemd voor hem en zijn zinsbouw was soms zoo raar, dat de andere leerlingen erom moesten lachen.. Hij was heel zenuw* aohtiig, toen de juffrouw 'hem vroeg den volgenden zin op het bord te schijven: „Het schip ligt op de xeedc". Leo deed ihet, zooals hij dacht, dat het goed was en schreef: „Het schip ligt op de rede". En hij had moeite om de tranen terug te dringen, toen hij zag, dat zelfs de juffrouw met de leerlin* gen meelachte. eo kon maar niet be* grijpen, dat woorden, die zoozeer op elkaar leken zoo'n totaal verschillende beteekenis konden hebben. Maar er was een jongen, Frank ge* naamd, die een beetje anders was, dan de anderen, want altijd als hij Leo ont* raoette, had hij een vriendelijk woord of een prettigen glimlach voor hem een paar maal was hij onder het vrije half uurtje binnen gebleven en had hij Leo geholpen met zijn lessen. Toen juffrotiw BergminS, dé onderi wijzer es, aan de jongens ïnededëel'de, dat er den volgenden Vrijdag ceh Vlie* gerwedstrijd zou worden gehouden, maakte Leo dadelijk het plan om er .n mee te doen en den moois ten vlie* ger te maken als maar mogelijk was, in de hoop voor den eersten prijs in aan* merking te komen. Want de oude Antonio, die op. den heuvel woonde, waar a-1 dc wijndruiven groeiden, daar* ginds in het oude Italië, had hem ge* leerd een vlieger te maken, die prach* tig stond, met een keurigen TOod=en* blauwen staart eronder aan. Het was werkelijk een kunst vliegers te maken, zooals de oude Antonio het deed en Leo had het. goed van hem geleerd. Dien avond werkte Leo lang en ijve* rig en toen-zijn vlieger klaar was, plakte hij er kleine roode en gouden driehoekjes op, zoodat hij cr prachtig uitzag. Toen hield hij plotseling op en fronste zijn voorhoofd, want op eens herinnerde hij zich, dat Frank ook aan den wedstrijd mee zou doen, en dat Frank lachend gezegd had. „Ik zal nooit een goeden vlieger kunnen ma* ken, maar toch zal ik probceren alle anderen te overtreffen, dezen keer." De prijs was iets, dat Leo bizonder graag had een -boek met veel mooie 1 plafen van schepen en sToomhooïen en vliegmachines met de beschrijvin: gen erbij. Leo hing zijn vlieger in zijn karnen tje op, want de stijfsel was nog niet droog en dien nacht lag hij lang. heel lang wakker en vocht zijn grooten strijd met zichzelf uit. Hij wist, dat hij veel kans had den prijs te winnen, want hij had somimi-ge der door de ande-re jongens gefabriceerde vliegers gezien en hij wist, dat die niet goed waren. Den volgende morgen s ond Leo vroeg op en ging met zijn mooien vlieger in de hand naar school. Hij wist( dat hij Frank di-dht bij „Het Boschje" zou ontmoeten en plotseling werd Leo's besluit nog vaster. „Waar is jou vlieger?" vroeg hij op* gewonden. Frank schudde het hoofd. „Ik heb hem niet eens meegebracht" zeide hij, „want ik heb 'm gep-robeerd en hij deugd niet! Maar zeg, Leo, dat is een fijne, die jij daar hebt en ik wed, dat jij den prijs zult winnen!" Leo's gezicht klaarde op. „Probeer hem; hij vliegen", zeide hij met een kleur van -genoegen. En werkelijk, toen Frank het touw in zijn hand nam en den vlieger een zetje gaf. ging die statig de lucht in over de boomen heen en allebei stonden ze te springen en tc schreeuwen in hun vreugde over het feit, dat hij zoo goed stond en zoo hard trok. Zij haalden hem weer in e-n Leo wond het touw om een stokje en toen pakte hij Frank bij den arm en keek hem trouwhartig aan. '„Ik geven jou die vlieger", zeide hij. „Niemand weten ik ze gemaak. Jij krijgen prijs. Jij goed voor mij". Frank kon zijn ooren haast niet ge* looven dit was dus de jongen waarmede de anderen grapjes hadden uitgehaald en dien zij soms niet had* den willen laten meedoen aan hun spelletjes. „Ik ik zou het niet kunnen doen" zei" Frank zacht. „Maar het is gewei* dig aardig van je, Leo, en als jij den prijs krijgt zal ik er haast net zoo blij om zijn, als dat ik hem zelf gekregen had". Maar Leo voelde zich gekwetst en tranen stonden in zijn donkere oogen. „Jij niet nemen?" vroeg hij mee* warig. „Asjeblief nemen. Ik maken voor jou". „Goed, Leo", ze-ide Frank ten slotte. „Ik za-1 den vlieger nemen maar beloof jij me dan dat ik er, al-s hij van mij is, mee mag doen wat ik wil?" „O natuurlijk! Doe met hean wat jij wil. Hij jouw vlieger". Dus nam Frank den vlieger mee naar school en in een kwartiertje was hij ingeschreven voor den wedstrijd. Even voelde Leo iets van spijt, maar hij onderdrukte het terstond. Frank was zijn vriend. Dien middag werden alle vliegers op* gelaten op de speelplaats en een co-m* missie van onderwijzers zou beslissen En tot groote vreugde der beide, jon* gens werd de vlieger miet de roode en goude-n versiering eerste. „Het doet mij zeer veel genoegen," zeide het hoofd der school, „dat ik bij de proeven van bekwaamheid die jullie hebben geleverd, zoo'n mooi stuk werk zie en ik stel in hèt bizon* der de kunde en "juistheid waarmede', dc verhoudingen van dien vlieger zijn uitgewerkt, op prijs. De jongen, die voor zijn school zoo'n mooien vlieger maken kan, zal zeker zelf een flink man worden, een man waaro-p zijn vaderland trotsch zal zijn. Het is mij aangenaam den eersten prijs te kunnen toekennen aan Leo Panai". Leo's gezicht betrok en hoewel hij opstond en beleefd boog, keerde hij z:ch toch snel tot Frank wiens heele gezicht vreugde uitdrukte. „Prachtig, Leo", fluisterde Frank. „Ik heb den vlieger in jouw naam in* geschreven. Jij hebt hem gemaakt, zie Toen hoorde Leo de luide to-ejui* oh-imigc-n van de andere leerlingen van zijn klas en de jongens zongen „a* men: „Wat zeg je me van dien Leo? „Wat zeg je me van zijn vlieger? .".Is hij niet reusachtig? Ja! Ja! Ja! En zijn vlieger ook!" En voor hij wist wat er gebeurde, was Leo door Frank bij den arm ge* nomen en stond hij al voor het podium waar hij den prijs uit de handen van juffrouw Bergmans zelf in ontvangst mocht nemen. een praatje over hattem. (Vervolg). In mijn eerste brief beloofde ik jullie nog eene wat re cob rijven over den Hezen- berg, (het buiten van den (heer Daendels, tenminste als ik er toegang kon krijgen, Door bemiddeling van mijn vriendelijlken gastheer is mij dat gisteren gelukt. En voor ik nu over Moleoaten en Flip Hul wat vertel, zal ik je wat over dat bezoek meedeeien. Want, waar 't hart vol van is, loopt de mond van over. Ik heb al heel wat buitenplaaisen in mijn leven bezocht, maar eoo iets buitengewoons als deze zag ik nimmer. Wij eloeigen dan de breede oprijlaan in met de hooge statige boomen. Een oorver- doovend -hondengeblaf deed ons een beet je behoedzaam naderen. De opzichter kwam voor den dag en stelde ons gerust met de mededeellng, dat de groote hon den vast zaten en de kleine keffertjes, d:ie hier en daar te voorschijn kwamen, het spreekwoord in toepassing brachten, dat blaffende honden niet bijten. Hei hondenwereldje bedroeg op bet oogenblik 90 ©tuks. Er waren wondere exemplaren bij uit alle deelen der wereld. De meesten ha-dden een stamboek en wa ren op diverse tentoonstellingen criet lau. wren bekroon d. De vogelwereld interesseerde ons echter meer. Wat een prachtbokken, Gooi ets als die in Artis. Ieder (h-dk bestaat uit 2 leta- en voor elk hok is nog een veld .van eenige vierkante meters. Ik weet wel niet. hoeveel soorten kippen ik gezien heb. Er een soort grauwachtig gevederden, die aan 't uitsterven zijn. Slechts op drie bui tenplaatsen in Nederland komt deze kip nog voor. Prachtige hanen liepen met trotsch gebaar rond te etappen. Br wa ren er bij met staarten, die'op vederbos- en gekken. Maar 't allermooist waren de vitte pauwen. Op den kop droegen ze een -vitte -diadeem van doensveertjes en. de taart geleek een schitterend witte waaier. De (kalkoenen en :de korhoenders mochten er ook zijn. Hoe goed verzorgd zagen alle er uit. Ik vernam dam. ook, dat er een knecht is, die niets anders te doen heeft dan van 6 tot 6 voor de vogelenwereld te zorgen. En hij heeft er zijn handen vol aam. Van het gevogelte gingen we naar den bloementuin. Door een poort van rozen kwamen we im dit geurige paradijs. Daar waren 50 soorten lathyrussen, die een wondere kleurenpracht te zien gaven. Onze geleider vertelde ons, dat Ihet zaad van leze planten alleen reeds 700 gulden heeft jekoet. Nu kun je zelf nagaan, hoe enorm groot het aantal was. Verder waren er alle mogelijke bloemen die het seizoen thans oplevert. Maar da gelijks moesten allec-n voor het huis CO -n met bloemen gevuld worden. Dan werden de ziekenhuizen in den omtrek ook geregeld Wan bloemen voorzien. Ook de schoolkinderen werden niet vergeten. Teder edhoolklma "krijgt jaarlijks een plantje van de familie Daendels en een volgend jaar komen meneer en mevrouw kijken, wie er 't -best voor zijn plantje gezorgd heeft. Due net zoo iets als bij ons Floralia. Er werden Dok zulke buitenge woon mooie sierplanten gdkweekt, waarvan de bladen dienst moesten doen op de dessert-schalen. I-n de kassen waren kom kommers, druiven, meloenen, vijgen enz. Voor den naderenden Iherfst waren al bed den Chrysanten, dahlia's en ballanplamteri dn wording. Ook prachtige soorten stroo- bloemen. Weer verder gingen wij door geheimzinnige kronkellaantjes en laoig: klaterende beekjes. Naast- ons was een va renboschje, wel een M. hoog. De opzich ter vertelde ons, dat hij eenige jaren gele den hier een enkelen koningevaren had gevonden en die had zich zoo .-nel voort geplant, dat het nu een onuitroeibaar boschje "was geworden. De bladeren ver kocht hij wel eens om als matrassen- of bedvulsel te dienen. Toen kwamen wij op 'de weilanden, waar zwaar gebouwd vee graasde. Paarden, koeien, schapen, gei ten. De paarden hadden een roemrijk ver leden achter zich. Ze waren op verschil lende. wedrennen bekroond en hadden ook 'menigmaal in 'de g ilusireerde bladen ge. etaa,n. Br waren drie Shettlandiche paar. Iden bij, die als rijpaarden voor de kinde ken gebruikt werden. Ook werden ze xvel 'eens voor het sierlijke hittenwagentje ge lspannen. De geiten hadden een mooi eigen huis, -dat best voor landhuisje dienst zon (kunnen doen. Maar het waren dan ook geen gewone geiten. Het waren geiten, die zonder ooren geboren werden. Tegen dat ze volwassen waren, kwamen de ooren voor den dag. Door een doolhof wam laantjes kwamen we in de uitgestrekte grientlanden. In '5 midden stond een watermolen, di6 bij hoog water de landerijen droog houdt. Om zorgen, Idat het vee op ei-gen land blijft grazen, zijn er hekken gepiaatst in wit en blauw gestreepte kleuren. Dit zij® de kleuren van 'de familie Daendels en 'i- is me opgevallen, dat de groot-grond-bezit. ters in deze streken hun eigendommen merken met eigen kleuren. Ziezoo, nu stappen we van d«n Hezen- berg naar Moleoaten. Het landgoed Mo- lec-aten ligt op de -helling van den Trij- 6enberg. Ik heb jullie reeds verteld, dat men vroeger vrij mocht wandelen in de bosschen van Molecaten, maar dat de ver nielzucht der menschen hier een eind aan heeft gemaakt. Men heeft nu een dagkaart noodig, die slechts 10 cent Ikost. De beu kenlaan, die er ons heenvoert, heet 'de Koeweg. Reusachtig hooge eiken beletten het binnendringen der zonnestralen. Aan 't einde dezer -laan komen we bij een boschje van akkermaalshout. Nu slaan w< het aardigste, emalle paadje in, dat je be denken kuint en bereiken vanzelf de uit. papming Moleoaten. "We kunnen ihier ven uitrusten en ook wat gebruiken. In 't midden da een vijver met waterplanten; kippen en kuikens scharrelen brutaal rus- schen stoelen en tafeltje?, zelfs een pau- wenpaar verhoogt de gezelligheid van c itje. (Wordt (vervolgd.) wie is dit? DE zeekrab Er zijn verschillende soorten krabben, die, (hoewel zij in grootte veel van elkan der -mogen verschillen, toch allen in hoofdzaak denzelfden bouw en vorm heb ben. De soort, die wel het beste bekend is, ie de z.-g. „blauwe" krab, een soort, die aan de kust van den Oceaan bijna overal voorkomt. De krabben hebben acht pooten en het eerste paar daarvan (wordt meestal de „scharen" genoemd. Dat stel pooten wordt ai ie: gebruikt om te loopen. doch voor andere doeleinden, zooals je zult zien. De rechter schaar nu, is iets grooter dan de linker en dat komt, om dat die imeer gebruikt wordt, juist zooals jullie rechterhand ook meestal iets groo. ■ter is, dan je l'inker. Deze rechterschaar cebruiken de krabben, wanneer zij met hun soortgenooten of met andere in de zee levende dieren in een gevecht gewik keld zijn, iets, dat nogal vaak voorkomt, want onze krab is geen gemakkelijk heer schap. De linker.schaar wordt gebruikt om het- voedsel vast te houden. Bij de vechtpartijen gebeurt het dikwijls, dat de krabben een schaar of poot verlfiezen, maar dat vinden zij niet zoo erg, daar de natuur ervoor zorgt, da; zij weer nieuwe krijgen; de verloren ledematen groeien namelijk weer aan. Jammer, dat zooiets niet bij de menschen voorkomt, hè? Maar als Wij daarvoor krab moesten spelen, zou het mij toclh niet erg aanlokkelijk schijnen. Jullie we? 1 Knip bovenstaande zwarte figuurtjes uit, plak ze op een s:uk carton en je krijgt een leuk harlekijntje. oplossing knippuzzle; wat onze belang stelling wekt Hoe er in de wereld gegroet woreft. Wanneer woestijnbewoners elkaar tegen, komen, omhelzen ze elkaar. Ze informee- ren maar eikaars gezondheid en vragen naar het doel der reis. In deze een-zame streek is deze uitbundige vreugde alles zins te begrijpen. Australiërs steken den tong tegen elkaar uit, bij wijze van groet. Chineezen drukken de neuzen tegen elkaar. Maar wanneer een Chinees te paard zit en hij ziet een hooger geplaatsten broeder na deren, dan zal hij dadelijk van 't paard springen en in eerbiedige houding aan den weg blijven staan, tot de voorname Chinees gepasseerd :s. Hindoes knielen voor hun meerdere ter aarde. Italianen drukken de wangen tegen elkaar. Een zendeling vertelt van een heel eigen: aardige gewoonte van sommige volks tammen aan de Stille Zuidzee. liet ver- ;eer is daar natuurlijk nog hoogst primi tief. Men ontmoet zelden iemand, die niet in eigen kring thuishoort. Maar komt een vreemdeling gastvrijheid vragen dan wordt bij wijze van welkomstgroet een kru-.k water over hem uitgestort. Een Japanner kruist de handen, wan neer hij groet en zegt: „Verontschuldigt mij." Is hij een man, die zeer op vormen gesteld is, dan ontdoet -hij zich ook van de sandalen aan zijn voeten. Uit onzen Moppentrommel EEN KLEIN WE1N1GJE OVERDREVEN „Je" moet niet zoo geeuwen, Jan," zei zus Emilia. „Wat -kan jou dat schelen?" „Dan toch; het hier zoo vreeselijk." NIET OP ZIJN MONDJE GEVALLEN. Jam kocht -twee kadetjes bij kien bakker en at ze voor de toonbank op. „Ze zijn oudbakken", ze: hij tegen den bakker „Wat wil jij beweren dat die kadetjes oudbakken zijn? I-k heb al kadetjes ge bakken, voordat jij nog bestond." „O," Gei Jam, „dan is dit zeker nog eeiï overschotje." Brieven aan de Redactie van de Kinder- Afdeelimg moeten gezonden worden aan Mevrouw BLOMBERG—ZEEMAN, v. d. Vin nestraat 21rood. .(In de bus gooien zonder aanbellen) GOUDHAANTJE. Je begrijpt, dat ik de Rubriek een dagje eerder weg moet 6turen. Daarom was je briefje nu ook net te laat. Je wcdstirifd'werk was heel goed. Jé hebt ook meegeloot om een prijs. JIMMY. Fijn, dat je op 't laatst itodh nog de paate vom'd. Ben lje de heele va_ cantie in Haarlem gebleven? Nu, daar valt ook noeg wel wat te genieten. Nog een week en dan is de koek weer op. Dan nemen we ons werk weer met frisschen moed op. JUFFERTJE ONRUST. Hartelijk 'dank -voor je mooie kaan uit 'Zan-dvoort. Wat zijn de kinderen daar fijn aan het pootje baden. Heb jij er ook aam mee ge daan? Ik wensch je nog een plezierig va- camtie-weskje toe. DE KLEINE BAKKER. Door vrien. 'dolijke hand werd je briefje toch naar rn-e toegezonden, 't Wa6 dus voor ons beiden een verrassing, dat je antwoord kreeg. Je kruisraadsel is goed. J. en F. F. Jongens, wat een fijne kaart was dat van 't Muiderslot. Zijn jul- !.e daar met de school geweest? En heb je "t heele s'.oï mogen bezichtigen? V] cl el ijk dank voor de toezending van die prachtige ansicht. ALI G, 'k Geloof heusch, dat het nu volop zomer wordt Do zon schijnt nu zoo heerlijk, da-t we -al weer een schaduw- rijk plekje -moeten zoeken om haar te ont. Joopen. Me dunkt, Zandvoort zal het wel kunnen merken. A. B. C. - Ja. nu is *t fijm om een wa. tertochtje te maken. Het is voor thuis eo- krr r-?n uipiig gevoel, dat jo zoo ver trouwd Ik-: w.ner bent. Toch maar mie: al te waaghalzerig wer.cn, want beste zwemmers kannen nog wel een ongeluk krijger.. ALPEN VIOOLTJE. 'k Was ven ast niet je schrijven. Wat hoorde ik in lang niets van je. Dat yoor-stel voor onze St Nicolaastemtoonstcllimg juich ik zeer toe. Kom 25 Augustus eens-bij me dan zullen we het bespreken. HERMAN P. -Te briefje werd me uit Haarlem opgezonden. Tot -mijn spijt kan k echter n:e.'. aan je verzoek voldoen. Je i an vraag behoort als advertentie ge plaatst te worden. Op die manier zou ik ons eigen blad benadeelen. Ik geloof ze ker. dat je met een keer plaatsen van een advertentie in Vraag en Aanbod al succes zult hebben. ZONNEPRINSESJ E. Kind, wat een vreugde zal je thuiskomst zijn geweest. Ik kan me .voorstellen, dat in vergelijking met het groote huis je alles zoo klein aan deed. Gaat het loopen steeds beter? Je zie nu zeker veel buiten en ik (denk zoo, dat vader en moeder en de broertjes en (zusjes je lekkertjes verwennen zullen. Schrijf me de volgende week maar eens, of dat niet waar ie. APPELBLOESEMDat is al weer een voordeeltje van onzen frisschen zomer, dat deituinen er over 't algemeen mooi uit zien. Vooral 't gras heeft nog -die helder groene kleur, alsof 't Juni wa?. 't Is al tijd maar goed en verstandig om bij de imiojder piefit'ge dingen te zoeken maar "een lichten kamt. En die is er bijna altijd. PRINS WILLEM. Al heb je Alva de laatste weken niet in de Rubriek zien staan, hij is er wel. 'it Is zelfs een Ru briek-entje van jaren en hij zou vast een beetje boos op me zijn, als ik zijn naam weg g-af. Dezen naam vind ik eigenlijk veel mooier, want het doet ons 'denken aan den man, die zoo heel veel voor ons Nederland-ere gedaan heeft en geweest is. MOEDERS OUDSTE. Ja, ik heb er wol'meer van geboord, dat meisjes in het Tuimbouw-vak gaan etudeoren. Maar ik zou je niet kunnen zeggen, of er vrouwe lijke Tuinbouiw-kundigen zijn. VERZAMELAAR. Je ruiLaanvraag kan ik r.iet -plaatsen, omdat je je huis nummer niet vermeldt. Ongeveer een maand geleden kon je vri '.e muizen krij- gen bij de jc.ngens Ferwerda cp den K'.e- verporkweg. Misschien willen die er nog een paar missen. W. v. d. (L. Het doet me genoegen, dat je met belangstelling mijn praatje over Hait-tem leest. Maar jongen, 't is heusdh niet 'belangrijk gonocg voor een brochure, 't Is wel vervelend -voor je, dat die geldkwestie nog niet in orde is. Heb je Dinsdag nog succes gehad? Maar je moet er je toch njet te zeer door late-n neerdrukken. Je hebt nog een dak boven je hoofd en moeder zal wel zorgen, dat je a-an niets gebrek hebt. Je opstel las ik met genoegen. Maar je veroordeelt- wel wat heel sterk de menschen, die een bui ten lain dsclie reis maken. SPR.IN'G IN 'T VELD. - War, schreef je me een leuken, gezelligen brief. Nog wel gefeliciteerd met je succes. Dus straks ben jij gymnasiast. Dat klinkt, hoor! Je hebit al een heerlijk stuk vaöantie achter den rug. 't Was maar heel verstandig, dat je je niet gestoord hebt aan regen en wind. Zijn de verschillende kiekjes mooi uitge vallen Als je bij de Aardrijkskunde-le-s over den Achterhoek wat moet vertellen, kan je een heel relaas ten beste geven. Wat zullen die boeren het aardig vinden, als ze een kiekje van je on-tvaugen. Zal de Belgische reis ook no-g plaats hebben? Wat heerlijk, dat jullie weer in 't oude nest zitten, al i? het dan nu ook een ver nieuwd nestje. Nog heel veel genoegen itoegewemsdht. DE KLEINE VIOLIST. Ik wil graag gelooven, dat jullie reisje naar den Mu. derberg het heerlijkste dagje van de va öantie is geweest. Nu de zomer werkelijk gekomen is, zijn jullie zeker den heelen dag buiten. Geniet nog maar volop. CONDOR. Ik heb voor jou een nieuw baantje uitgeven den. Jij moet reisbe schrijver worden. Dat reisje naa.r Bergen had je alleraardigst beschreven, 't Is daar dan ook een prachtvolle omgeving. Wa9 je er met de klas? Dat reigerboseh lijkt -me interessant. Waren de vogels niet bang voor jullie? Je raadsels zijn goed. Dn nu geniet je zeker volop in het mooie Groenendaal. Je voelt je nu zeker zoo'n beetje de heer van 't slot. LATHYRUS. 't Spijt je zeker wel, dat je vriendin weer is afgereisd. Maar zoo is 't eenmaal in 't leven: komen en gaan. Misschien zaten er wat cijferfouten in raadsel 6. De meesten hadden de oplos. eing toch gevonden, 24 Augustus ben ik weer thuis. Na dezen wedstrijd hoop ik den St. Nicolaaswedstrijid weer iin te lui den. Ja, 't is een wim-tersch idee. maar i-k 'vind juist ons werken .voor anderen in die donkere dagen «en lichtpuntje. Als je straks 16 jaaT bent, mag je eerlijkheids halve niet meer meedingen naar raadsel- prijs of wedsirr dprijs. Maar de Brieven bus staat altijd voor je open en ook de St. Nicolaaewedstrijd. PIOENROOS. Moest jij eens even tjes kijken, of Haarlem tn-og op 't zelfde plekje stond? Zit je nu weer in het mooie Vierhouten? Over diet weer kun je nu niet meer mopperen, w-amt 't is zoo heer lijk zomersch, als 't imaar zijn kaïn. Fijn, dat je een eigen vulpen heb'. In 't begin wil je er nog wel eens dik mee schrijlven, maar mijn ervaring is, dat je later leert ook dunne ophali-ngen te maken. Leuk, dat je straks -naar het Prinsenhof siialpt Dan kan Noor mooi op je passenWeet je al, waar Muurbloem naar toe gaat? Met Jasmijn kun je de vriendschapsbanden hechter aarnOanoopen- Er is wel een spreek woord, waar mannen in voofkomit en ook wel een waar goud dn voorkomt. Maar je kunt er geen combinatie wan maken. Heel veel groeten voor -moeder, Dodo en Blond haartje. .Te raadsel is g-oed. Nog veel ple zier allemaal op de Zandhoeve. ZUSJES G. Ik wil heel graag een kiekje van jullie hebben in de zandkuil. Dat is nog eens prettig, dat groente zus aL tijd haar kïektoestel bij zich heeft en 't ook zoo goed kan. Zijn jullie blonde snuitjes heelemaal bruin gebrand? .Tam mer, dat je dat op do kiek niet zien kan. WIM G. 't I-s altijd het beste, dat je de Rubrieken bewaart. Uiit mijn hoofd kun ik onmogelijk het adres zeggen van de jongens F. Verzamelaar vroeg ook naar witte muizen. (Lees zijn briefje er maar eens op na. ORCHIDEE. Hartelijk dank voor je kaart uit 's-Gravcnhage. Logeer je heer lijk in 't Haagje? Ook ai naar Scheve nineen geweest? Nog veel genoegen, hoor! CONDOR. Jou dank ik zeer voor de fijne kaart van de Waterlelie-vijver van Groenend-aal. Wat is dat -tooh ook een \vondermooi plekje. LUISTERVINKJE. Het groote feest behoort du3 weer tot het verleden. Prei tig, -(Sat ales zoo goedl van stapel gel-oopen Ï6. Je hadt een kiekje moeten laten ken van het Bloemenmeisje. Verkocht ze mooie bloemen? Ik ben nog nooit in Marken geweest, maar ik kan me begrij. pen, dat je daar je oogen uitgekeken heb: Hoeveel rokken had die vrouw wel aan? Als die in (het water viel, dreef ze op haar rokken. Hoe was het kinderpartijtje bij tante Nellie. Is 't tochtje naar Groe nendaal doorgegaan? 't Was hier Woens dag nog al buiig. Ben je ook nog naar Zan-dvoort geweest? JUFFERTJE ONRUST. »t Speet het logeetje zeker wel toen haar tijd om v Want 's Gomere valt er in Haarlem's om en eken meer te genieten dan in Amster dam. Wanneer zal de reis naar Friesland plaats hebben? Neem je je muziek tmee? Als je veel van muziek houdt, is 't al tijd gezellig ergens te komen, waar een piano is. Maak maar veel plezier in het land der Friezen. VERSPRINGER. Ik dank je harte lijk voor die verbazend aardige kaart uit, den Haag. -Wat een mooie poppenkast is dat! Heb je er ootk bij staan kijken? In Amsterdam op den Dam is er ook een, maar die is van buiten lang zoo mooi niet Voor fijne dingen moei je ook in het Haag je zijin. Is 't r.iet? MAANELFJE en BREEROO. Wat een prachtige kaart zouden jullie me uit Ber gen. Hartelijk dank ervoor. Zijn jullie in Hotel Maurii? en pension? En blijven jullie er de vacantie uit? Wo beginnen nu af te tellen, hè? Geniet nog maar, zoo veel als je kunt. LENTE-KNOPJE. Jullie (huis lijkt op '.t oogenblik met al die logé's wel een peneion. Afwisseling genoeg. Je helpt moeder zeker flink mee, want hoe gezel lig zoo'n groot© kring ook is, ieder mensch brengt zijn drukte mee. Ja, jij bent geen ongelukkig Rubriekertje met nrijzen-wiu- nen. En heb je nu de laat=:e twee spreek, woorden ook gevonden? In geen v3n de spreekwoorden komt steek of kind voor. Zoek maar eens in een andere richting. GOUDHAANTJE. Wel ja, do oer is pok wat waard. Tweemaal m de week zwemmen lijkt me ook wel voldoende. Ik kan luie best begrijpen, dat -het voor moe der anders ,:e 'kostbaar wordt. Met hoevelen zijn jullie thuis? Het doet me genoegen, dat ae wedstrijd naar je zin is. Hoeveel spreekwoorden heb je al gevonden? Dit keer geef ik een heel groot stuk van mijn vaca-ntie-ervar-- ren. 'Leuk, dat je het met zoovc-el plezier leest. FLAP. Jij bent een vergevensgezinde Flap ihoor. Gelukkig maar, dat 't weer im Haarlem ook wat bestendiger wordt. De logé's (hebben in ieder geval heel wat van onze mooie ome trek en gezien. Zit jij nu in Aalsmeer? Water genoeg, hè? Dus be stel de regen maar af. Een prettige ge dachte, dat je straks op school in een rueuwe klas begint. Alle begin fs moei lijk. maar geeft ons ook frisschen moed. FLIP. Ben jij met broer Flap mee gegaan? E«n heef: tante miet f© veel Jast v3n de Haarlemsche neven? Hebben jul lie al mooie lischdodden geplukt? Ik denk, dat er straks ©en fiimke bos mee gaat voor moeder. Want die 'kun je wel jaren lang bewaren. DUIN\ IOOLT.TE. Zandvoort was op e-ens vol, toen julüe daar allemaal kwa men aanzet tem. Is gisteren het boottochtje nog doorgegaan? 'l Heeft'hier deze da gen nog al geragend en geonweerd. Ea :k daoht aan de boottochtjes, die mu im he: water zijn gevallen. Ik hoop maar, da; jullie het inog getroffen hebben. Je hebt het getroffen met je plant van school. Geraniums zijn sterke planten, die slechts zon en water vragen. A. 15 C. "Woensdagavond hebben wij h er ook een flinks onweersbui gehad. Eigenlijk den (heelen nacht door. Dus im het Gooi was het weer Pok lee'.ijk van stre©k. Ik heb ook wc! eens gehoond, dat koeien de koppen bij eikaar steken, a!> er een onweersbui op ::I is. Tcch is he; mie: altijd zoo. Ik 'heb hier jirst een weide mor. koeien gade geflr.j:en. terv ijl het zwar-.r weer was. Alle bleven runic er. .era- zen en trokken zich nergens van MEVR. W. BLOMBERG—ZEEMAN, p/a Fam. Weener, Hattcm.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 13