HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN BIJDRAGEN TOT HET NEDERLANDSCHE FOLKLORE. BINNENLAND DE SPOORWEGRAMP BIJ LEIDEN. FEUILLETON DOOR EIGEN KRACHT MAANDAG 13 SEPT. 1926 TWEEDE BLAD DOOD EN BEGRAFENIS. SCHE1DINGSGEBRUIKEN. GEESTENBEZWERING. DOODEWAKE. BEGRAFENISSTOET. LIJKMAAL. CSlol). Jn veler overtuiging is de dood geen einde, maar de overgang naar een vol» gend leven. Waar uit voortvloeit, dat de begraieni&plechtigncdcp veelal tot sebeiuingsgebruikcn kunnen worden herleid. J iet atkmppcu van hoofdhaar tn nagels, het omwerpen van stoelen en banken, het tijdelijk open zetten van vensters, de soms meermalen herhaalde ommegang rond het kerkhof, dat alies duidt dan ook op niets anders. Als het stervensuur nadert, verzame* len zich vrienden en verwanten rond het bed. Men vraagt den stervende zijn laaisten wil en belooft dien te zullen volbrengen. (Deze plicht is zeer zwaar, omdat m geval van nalating de doode getn rust .zou vinden in zijn graf.) In dit uur mag dc stervende geen klee» dingstuk dragen waaraan op Zondag is genaaid. Zijn doodstrijd zou dan niet c-:idigen. Den laatstcn snik beschouwt men als dcri uittocht der ziel. Het is ook voor haar dat men de vensters opent en la» wtai maakt om haar tc verjagen. De riQnd en dc oogen van het lijk wor» den gesloten, waar na de aflegging be» girt. Men legt den doode op het lijk» stroo dat meestal op twee aan»ecn ge» schoven tafels, in dc pronkkamer is gespreid. Eertijds legde men hem op een plank. In Limburg wordt deze plank thrns zwart geverfd en met een doods» hoofd waar onder de letters R.l.P. rcquicscat in pace: zij (dc ziel ruste in vrede gemerkt, voor dc deur gezet. Het doodskleed of lijkwade werd langen tijd met een naald en een draad rondom den doode genaaid. Het is ge» woonlijk dc taak der jonge huisvrouw om direct na het huwelijk zoo'n wade \oor zich cn haar man te weven. In Limburg gebruikt men voor een vrouw het hemd dat zij op den trouwdag heeft gedragen. Jaarlijks wordt het gewas» schen cn speciaal voor dit doel be» wsurd. Dc gebruikte naald is heilig en gevaarlijk tevens. Hij geeft geluk bij het loten, maar veroorzaakt ook on» geneeslijke wonden cn doet tanden cn kiezen door eenvoudige aanraking uit» vallen. Gewoonlijk breekt men hem cn werpt de stukken in dc kist of in het vuur. Het bij dc aflegging gebruik, tc scheermes onderguut dikwijls een zelfde lot. Tot slot zet men kinderen en soms ook ongchuwden, ccn kroontje op: den bruidskrans dien zij in hun leven moes» ten missen. Ken mengsel 'van melk cn water wordt, in het Oosten althans onder het sterfbed geplaatst. Plaatselijk meent men dat dit alle onreinheid tot zich trekt; elders dat dit het bederf van alle water cn melk in het huis voorkomt. In Oostenrijk keert men alle vaatwerk onderstboven om den geest tc belet» ter. daar in achter te blijven. In Fries» lend strooit men drie handen vol gccs» lauwerende gerst rond den doode. Dc deuren cn vensters worden dan Weer gesloten om den geest tc belet» ten terug tc keeren. Vroeger had dit pas na de begrafenis plaats. Dc klok wordt stil gezet cn dc spiegel bedekt of omgekeerd. In Friesland doet men d t ook met schilderijen cn andere meer of minder spiegelende voorwerpen. Het volksgeloof houdt het spiegelbeeld na» indijk voor een geest cn vreest dat dc geest van den dood* dien van een Ie» vende met zich zou kunnen voeren. In Noord-Duitschland weert men den geest door dc deur van het achterhuis tc bar» ricadccren met ccn brok muur. Het sluiten der vensters werd later ccn tccken van rouw cn als zoodanig door dc nabestaanden overgenomen. In Friesland worden dadelijk na de terug» komst van het kerkhof de gordijnen veer opgehaald cn dc vensters ontluikt. Kier is dat niet het geval. Maar steeds nog dreigt dc geest weer tc zullen keeren en men legt daarom gekruiste, stroowisschen op aljc kruis punten van den weg die zich tusschcn Kerkhof en sterfhuis strekt, want de geest keert terug langs den zelfden weg aten het lijk is gegaan. Na dc bcgrafc» nis wordt het gebruikte stroo verbrand1 om den geest die cr zich aan kan gc» hecht hebben, tc keeren, zoo wel als net reinigingsdoelcindcn. Dc voorwcr» pen die aan den doode hebben he» hoord, ondergaan dikwijls een zelfde lot. In het Zuiden cn Oosten legt men 6oms nog stroobossen voor dc deur, die al of niet van een rouwband zijn voorzien cn wier grootte wisselt met oen leeftijd van acn doode. Jn de om» geving van boxtel strooit men kort ge» Mitdeu stroo onder drie aaneen liggen» de stccncn voor het sterfhuis. Het stroo cl dc plank zijn in den loop van den tijd teekenen van een sterigeval ge» worden, behalve het stroo dat men voor cc deur legt, de wisschen die op de [kruispunten van den weg worden ge» kruist, het stroo waar op de kist rust cn de halmen die men van den lijkwa» gen op den weg strooit, keert men ui Sittard den geest nog door boven» ci.tn ecnige halmen op het hoofd, de oo-st en de voeten van het lijk te plaat» sen. j Zeer opmerkelijk is het aanzeggen van oen dood van den meester aan de dieren, bijzonder aan de bijen. Men doet dat in Drente, in den Achterhoek 'tn ook in Vlaanderen. Als term geldt; i bietjes waakt, de meester slaapt (ver» tickt). In Barneveld trekt men ten teeken van rouw ccn zwarte streep op de lin» kerzijde der bijenkorven. Elders voor» ziet men dezen van zwarte strikjes. Het aanzeggen van den doode aan verwanten en vrienden is de taak der buren: uls dezen het betalen kunnen, soms door een lijkbidder. Ook de wacht bij het lijk, de doode»wake, is buren» plicht. Dit afweergebruik ging gewoon» lijk met eten en vooral drinken ge» paard. Nu mindert dat, behalve in den Achterhoek, terwijl dc gewoonte om klaagliederen aun te heffen, geheel ver» dwenen schijnt. Ook tot den plicht der buren behoort het over» of uitluiden van den doode. Deze gccstenvcrjaging» in»dc«Iucht heeft voor volwassenen drie.malen voor minderjarigen éénmaal plaats. Tenzij men over twee klokken beschikt: de groote is dan voor de mannen, de kleine voor vrouwen- en kinderen. Het kisten heeft des avonds voor de begrafenis plaats. Ligt dc doode „mooi" in de kist, dan duidt dat op een nieuw sterfgeval. Als het lijk 's Zondag&over boven aarde staat, valt er binnen twee dagen ccn nieuwe doode te betreuren. Dc kist wordt zoo gesteld dat de voe» ten van het lijk naar de deur zijn ge» richt. Ofschoon niet verdwenen, zoo heeft de gewoonte om den scheidende alles mee tc geven waar aan hij was gehecht bij oer»volken vinden wij vaatwerk, wapenen, gereedschappen, ja, soms dc onthoofde tumilic en slaven in het graf; toch veel geleden. In Zweden geeft men nog tubakspijpen cn brandewijn mee, in Duitschland een scheermes. Hier heeft men goud en sieraden omgc» zet in geld dat steeds minderde, zoo dat men thans gewoonlijk slechts een munt op mond, oogen of .borst van den doode. legt. In vrouwengraven treft men zelden nog een schaar en een vingerhoed. Ais het lijk opgenomen (aangetast) is, wordt het naar buiten gebracht voor de lijkdcur. Deze deur dient onder den naam van bruidsdeur ook tot door» gang aan het bruidspaar. Behalve in geval van huwelijk en overlijden wordt zij niet geopend. Men kent die deuren in heel Nederland. Zuidelijker als Ovcrijscl cn Noord»Holland worden zij echter ook bij minder plechtige gele» genheden gebruikt. Ook dc begrafenisstoet trekt gedeel» teïyk over ccn spccialcn doodenweg. Deze weg is meestal voor ccn buurt» schap, minstens voor eenigc huizen gg= meenschappclijk. Een vorm van de cioodcnmci kent men in Oostmarsum. Jongens en meisjes dragen daar ver» guide palmen die gedeeltelijk op de k:st, gedeeltelijk op het graf worden gestrooid. In Vucht voert men voor jongens hulst, voor meisjes palmtak» ken mcc. Dc kleur der rouwkleeding is zwart of grijs, zonder sieraden. Plaatselijk draagt men echter ook biauw, bruin en wit. Het personeel rouwt ten platten lande veelal mcc. In Lent en elders dragen dc mannen speciale rouwman* tcls cn daarbij passende hoeden. Soms bleef de hoed waar dc mantel uit de mode raakte, bestaan. Een groot ver» spreidingsgebied heeft dc zoogenaamde wcduwesluicr. Op Zuid»Bcvcland vor» men de mannen treurhoeden door den brecdcn rand van hun hoofddeksel om» 1 laag te buigen. De kist wordt, waar mogelijk, per wagen vervoerd. De naaste buurman rijdt. Twee tot vier der naaste verwan» ten nemen plaats op de kar. Bijna in heel Nederland zit dc weduwe op de kist. In ons land cn ook in België wil het gebruik dat dc paarden die het lijk vervoeren zullen, den avond te voren van hun taak worden onderricht. Zij zouden anders het werk niet kunnen volbrengen. Op het kerkhof heeft veelal een drie malen herhaalde ommegang plaats. Het lijk wordt dikwijls zoo in de groeve ge» lcgd dat zijn gelaat naar het Oosten is gekeerd. Aan het einde der ceremonies werpen de verwanten scheppen aarde op dc kist. Het gebruik wil dat dc naaste verwant voor de bewezen eer dank zegt. Als een vrouw in het kraambed ge» storven is. spreidt men gewoonlijk een wit laken over het lijkkleed. In Vcldho* ven (bij Valkenswaard) laat men dit kleed, aan de hoeken met steenen ver» zwaard, op het graf achter. Reeds in over oude tijden ging het doodcnmaal der Germanen over in een smulpartij die op het graf werd gehou» den. In christelijke tijden maakte men daar aan een einde. Het doodcnmaal bleef evenwel bestaan cn werd thuis gevierd. Hier en daar houdt men nog een plaats aan tafel voor den doode open. Algemeen geldt dat'hoe meer men eet, hoe meer dit den doode ten goede komt. Den maaltijd die soms voor. meestal echter na de begrafenis wordt aangericht, te verzuimen, is een oneer die nu eens den doode, dan weer de familie wordt aangedaan. In België en ook in Friesland deelt men uitvaaribrood uit aan de armen. In het Noord»Oosten blaast men na terugkomst van dc begraafplaats, ccn licht uit dat sedert het oogenblik van sterven heeft gebrand. Men kan dit mis» schien beschouwen als een zinnebcel» dige voorstelling van het levenslicht, omdat daar ook bij de geboorte zoo'n licht wordt aangestoken. Daar mee eindigen dc ceremonies. Eenzaam blijft het graf. versierd met witte rozen en de feestelijke bloemen van den bruidskrans, clie.cn rosmarijn, overschaduwd door de groenende syiri» bolen der onsterfelijkheid, iep, taxis cn cypres. JOH. VAN DEN HOEK. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 691 BUURCONTROLE DE HEER H. COLIJN IN HONGARIJE Men meldt uit Boedapest: De Rijksbestuurder bteefr. "den Neder land schen oud-premier H. Colijm, Lu oen particuliere audiënflie ontvangen. De heer Golijin ontving (het Hongaarsche Kruie van verdienste eerete lela^se. Daarna boden de Rijksbestuurder en diene -eeflitgenoote den lvaer Oolijn als mede den (Nederla/n'dsdhen zaak.gelaet.igde te Boedapest en mej. Caihariua Kuypcr, dochter van wijlen Dr. A. Kuyper, een dé jeuner «uun. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cent* per regel. Kijk kijk. de Kom» mers gaan een draadloos ze koopen, er is tenmm» stc iemand op hun dak bezig met een antenne en drvar wordt een tele» gram bezorgd bij dc Jan» sens, zeker eindelijk die baby van Jansen's doch» ter geboren er staat een auto stil bij de Bruyns. zeker weer gasten om te eten wat zou er aan de hand zijn met Jan Bakker: hij is in de laatste 5 minus ten driemaal zijn huis in» en uitgeloopen o, daar heb je het al; daar komt de jongen van den kleermaker. Jan moet zeker uit en heeft een pak laten keeren tjonge tjonge, wat heb» i ben die Gilbodens weer I een ruzie met den I vrachtrijder, hij vraagt I ze zeker weer te veel I en de man komt blijk» baar nogal een kist wijn brengen die stadsmenschen kun» nen zeggen wat ze wil» len, maar buiten gebeurt er toch voortdurend wat. (Nedrnk verboden) De treinenloop. Ingaande heden Maandag zullen tot nader order (welke naar men vreest wel eens niet binnen een week kon afkomen) de volgende veranderingen in den treinenloop op het traject Am» sterdam C. S.Den HaagRotter» dam D. P. worden gebracht. Van Rotterdam D. P. af zullen de volgende treinen naar Amsterdam C. S. loopen via GoudaHarmclen: trein 161 (boottrein van Hoek van Holland, die Rotterdam D. P. zal aandoen aankomst Amsterdam C. S. 8 u. 17 v.m.); trein 6 (vertrek D. P. 10 u. 2 v.m.); trein 121 (vertrek D. P. 11 u. 11 v.m.); trein 216 (vertrek D. P. 12 u. 57 n.m. deze trein rijdt naar Am» sterdam W. P.); D. 24 (vertrek D. P. 4 u. 17 n.m.); D. 28 (vertrek D. 8 u. 52 n.m.). Opgeheven worden de volgende trein: No. 1409 voor het traject Lei» dcn-r-Haarlcm (6 u. 46 v.m. van Lei» den; van Haag naar Rotterdam blijft deze trein loopen) No. 211 (vertrekt t., Amsterdam C. S. 8 u. 36 v.m.); trein no. 203 (9 u. 2 v.m. van C. S-); trein 29 (3 u. 5 n.m. van C. S.); trein 1055 voor het traject LeidenDen Haag (van Leiden 1 u. 13 n.m.); trein 1075 voor het traject LeidenDen Haag (vertrek Leiden 7 u. 14 n.m.); trein 1095 voor het traject Leiden Rotterdam. (Deze trein rijdt alleen op Zon» cn feestdagen vertrek Leiden 10 u. 7 n.m.) en trein 229 voo* het traject HaarlemRotterdam (ver» trek Haarlem 7 u. 8 n.m.). Uit de tegengestelde richting wor» den opgeheven de treinen: 202 voor het traject Den Haag Leiden (vertrek 7 u. 45 v.m.); 206 tus» schen Haag cn Amsterdam (vertrek Haag 2 u. 4 v.m.); trein 30 tusschcn Haag cn Leiden (vertrek Haag 11 u. 3 v.m.); 218 geheel (vertrek D. P. 2 u. 16 n.m.)- 226 geheel vertrek D. P. 3 u. 57 n.m.); 1070 (vertrek D. P. 9 u. 14 n.m.) Trein 236 (vertrek Rotterdam D.P. 9 u. 10 n.m.) zal van D. P. af loopen op den tijd van trein 1070 (vertrek 9 u. 1£ n.m.) en te Schiedam, Delft en Voorschoten stoppen, om van Leiden af als vertraagde trein naar Amster» dam te rijden. Van Haarlem af zaï een voortrein 236 loopen op den nor» malen tijd van trein 236 (vertrek Haarlem 10 u. 23 n.m.) Extra stoppen trein 237 tc Leiden (vertrek Amsterdam C. S. 9 u. 20 v.m.); trein 208 te Leiden en Haarlem (vertrek Rotterdam D. P. 8 u- 55 v.m.) en trein 220 te Leiden cn Haarlem (vertrek Rotterdam D. P. 2 u. 49 n.m.) Opgeheven blijven alle locaaltrei» nen tusschenn Den Haag en Leiden (alleen op dit traject dus) welke (men zie dc reisgids) treinnummers hebben tuschen 800 en 899. De dwarsliggers niet vermolmd. We lezen in de Telegraaf: „In verband met geruchten, als zou* den de dwarsliggers vermolmd zijn heb* ben we een onderzoek ingesteld. Van vermolming is geen sprake; het praatje is in: de wereld gekomen, doordat men brokkelig en zacht hout op de baan heeft waargenomen. Dat dit het ge» volg zou zijn van ouderdom is niet waar. De wielen van de machine, van den tender en van die volgende wagens hebben de dwarsliggers, althans ge» deelten daarvan, versplinterd en fijn gemalen. De afstand van de plek, waar» op de eerste wielen naast de rails zijn gaan loopen, tot de plaats, waarop de machine tot stilstand is gekomen, be» draagt ongeveer 120150 meters. Zoolang die ravage daar blijft be» staan is geen vakkundige in staat iets omtrent de oorzaak te zeggen. Alles wat men daaromtrent vertelt, zijn, zoo zeide een der -ingenieurs tot ons, slechts supposities. Geen suppo» sitie intusschen is, dat een der palen, die het electrisch net draagt, door de machine of door een der wagons ge» raakt is. Het ijzerwerk aan de baan* zijde vertoont een -deuk. De rails waren van het zwaarste type, welke aangeduid worden met het gewicht van 46 K.G. per strekkenden meter. Het feit, dat deze spoorstaven verdraaid en verwrongen waren, zegt weinig. -Dit is het gevolg geweest van den ontzaglijken druk, welken het dc» raillement heeft uitgeoefend. De omstandigheid dat het opgaande spoor hooger ligt dan het afgaande, (waarop het ongeval plaats vond), be» teckenr, dat cr een verzakking heeft plaats gehad. Uit veler verklaring blijkt, dat vóór het ongeluk de beide sporen ongeveer op het zelfde niveau lagen; verderop bij de onbeschadigde gedeelten is dat bovendien nog te zien. Wij hebben dienaangaande de mee* nirag gevraagd van den hoofdingenieur, den heer Rovers, die te kennen gaf, dat de kracht van het déraillement het punt heeft doen verzakken. Verder hebben we inlichtingen inge* wonnen omtrent het aanbrengen van grint op dat gedeelte van het baanvak. Dit had, zoo zeide men ons, inderdaad plaats gehad, doch op het an-dere spoor Het aanbrengen van ballast onder het spoor beteekent bovendien niets bij» zonders: herhaaldelijk doet men dat, óf om te versterken, óf om het spoor wat hooger te brengen". Het onderzoek naar de oorzaak. De minister van Waterstaat heeft be» paald. dat omtrent de ontsporing van trein 218 der Nederlarsdsche Spoor* wegen tusschen Voorschoten en Lei* den op 9 September 1926 een on-der* zoek dn het openbaar zal geschieden en heeft benoemd tot leden van de commissie van onderzoek ten aanzien van dat ongeval prof. dr. J. Kraus, oud»minister van Waterstaat te Den Haag, tevens voorzitter prof. mr. E. M. Meyers, hoogieeraar aan de Rijks* Universiteit tc Leiden en ir. A. H. W. van der Vegt, hoofdinspecteur der spoor» en tramwegen It Den Haag. Aan de commisie is als secretaris toe» gevoegd ir. D. Verhoop, rijks hoofd» ingenieur Yoor de Spoorwegen te Den Haag. Naar het Corr. Bur. verneemt, zal de thans ingestelde Commi'ssije voor het onderzoek naar het spoorwegonge» val bij Leiden haar vergaderingen hou* den te Den Haag. Begin dezer week komt dé oom. bijeen, waarna -de open» bare vergaderingen spoedig zullen aan» vangen. Reeds hebben de commissieleden ge» zamenlijk ter plaatse een bezoek ge» bracht om het terrein van de ramp in oogenschouw te nemen. Strafrechterlijk onderzoek. Op vordering van den Officier van Justitie te 's Gravenhagc is ter zake van het spoorwegongeluk te Leiden een strafrechterlijk onderzoek ingesteld. De rechtercommissaris van de recht» bank aldaar, met dit voor»onderzoek belast, heeft deskundigen benoemd, ten einde geheel zelfstandig een onderzoek in te stellen naar de oorzaak (oorzaken) van het ongeluk en hem omtrent de resultaten van dit onder» zoek verslag uit te brengen. Nog steeds angst. Dat de angst er danig bij hef publiek inzit, bleek Zaterdag tijdens een reis AmsterdamLeiden. Vóór laatstge» noemde stad moest eenige keeren voor een onveilig sein gestopt] wor» den; een dezer keeren was het. rem» men nogal bruusk, waardoor de ach* terste rijtuigen een licht schokje kre» gen. Dat was al voldoende om een der reizigers te doen opspringen en het portier te doen openen. De begrafenis van Van Ettikhoven. De begrafenis van den leerling» machinist K. van Ettikhoven zal plaats hebben a.s. Woensdag, 's middags op de begraafplaats te Óud*Leusden. Zijn collega's zullen hem de laatste eer be» wijzen. Het stoffelijk overschot zal vermoe» delijk Maandag van Leiden naar Amers* foort worden vervefcrd. Koninklijke deelneming. Zondagmiddag hebben de Koningin en Prins Hendrik met 5run gevolg, be-iaande uit freule B. I. Van Swinderen, hofdame, Baron van H ardenbroék. kamerheer, en kapt. D. Q. C. F. de Jonge-Van der Halen, adjudant, een bezoek gebracht aan dege. Uit 't Duitsch. Het gesprek hokte. Moeder en zoon vervielen in gepeins. Het gedrag van Knöwe was der barones ook ccn raad» sel, hoewel ze niet het gevoel had. dat nicn 't hem kon verwijten. Zij kwam veeleer er toe haar vermoeden beves» tigd te zien. tegenover dc destijds schijnbaar onweerlegbare juridische be» wijzen van haar neef. von Frühberg, die ccn behandeling der zaak voor 't gerecht verhinderd had. zooals hij meende, om dc ccr van den heer von Brandenberg niet aan de schandpaal tc hiengcn. Feitelijk had hij echter niet hem behoed, maar Funk cn zijn wraak» gicrigen opzichter. Er werd gebeld. „Dat zal oom Frühberg zijn", zeiden ze. als uit een mond, cn gingen naar dc deur. Zij waren niet weinig verwon» dert toen zc den ouden houtvester Knöwc, dien zij nog in de gevangenis verwachtten, voor zich zagen. Dc barones sprak 't eerst, „Zoo, Knówe, ben je dus weer vrij? Kom bin» nen en vertel ons 't een en ander". „Er valt niets te vertellen, mevrouw, ik kom alleen meneer Wolfgang om vergeving vragen. Wolfgang wisselde een zegevierenden blik met zijn moeder. „Dat doet je eer aan. oude brom» bfer, dat je bij me komt. jc waart 't me ook schuldig", zei Wolfgang tegen i den houtvester, terwijl hij hem de ka» 1 mer binnentrok. Knöwc's gezondheidstoestand was nog steeds niet zooals hij wezen moest. Hij zonk uitgeput in een gemakkelij» i ken stoel en sloot een oogenblik zijn oogen, zoodat moeder en zoon hem ernstig bezorgd aankeken. Daarna richt» tc hij zich op en begon: „Meneer, u moet mc eerst vertellen dat ik de eer van uw vader heb gered". „Dat heb jc. en daarvoor zullen wij je steeds dankbaar zijn", viel de baro* nes in dc rede. j „En daarna moet u me zeggen, dat ik als 'n heel zelfzuchtige kerel tegenover u heb gehandeld. Als ze mij niet uit de gevangenis hadden gelaten, omdat me* neer von Funk zoo goed was om mij het papier te laten houden, en zich daarna, om mijn onschuld te bewijzen, nog dood tc schieten, dan zou ik dc 'onschuld van den ouden meneer von Brandenberg nooit hebben kunnfen bc» wijzen „Waarom heb je mij niet dadelyk, na j vader s dood, in vertrouwen genomen, Kncwe?" zei Wolfgang. Indien jc je 1 verdenking in ccn meer bepaalden vorm hadt uitgesproken, dan zou ik toen ge» staan hebben op een onderzoek voor j't gerecht. Jc uitte jc toen echter zoo I hoogst onvriendelijk over mijn vader, I dat ik, ik beken 't jc eerlijk, in de eer* ste oogenblikkcn in twijfel verkeerde, of jij zelf niet degccn waart die 't gc» weer op hem hadt aangelegd". „Moest 't daartoe komen", lachte Knöwe, met een schorre kuch. „Ja, mc* neer, als ik eerlijk wil zijn; een kogel had hij verdiend, alleen al omdat hij j 't bosch van Sfehcnfeld had willen ver» j koopen. U weet toch toen, met dat Bcrlijnsche houtkantoor. Daarom was i'ik hem niet goed gezind en heeft 't zoo'n ouden, slechten kerel, als ik ben, natuurlijk verheugd, dat hij z'n straf cr Ivoor heeft gekregen". „Maak jc nu niet slechter dan je bent, Knöwe", zei mevrouw von Bran* denberg. „Ik zou me niet in kunnen denken, dat je. voor ccn voorbijgaan» de ontstemming, mijn zoon gedurende al die jaren niet verteld zou hebben. J wat je over den dood van m'n man nog wist". I „Nee, nee, mevrouw! Daarom kom ik juist om vergeving vragen, het had een heel andere oorzaak, Daarvan weet u niets, en wist ook niemand iets. Had u vermoed, dat u nu twintig jaar lang, ccn bedrieger uit Amerika als hout* vester hebt gehad, dan zou ik mijn dienst niet zoo vaak te vergeefs opge» zegd hebben". „Ben je in Amerika geweest?" vroeg Wolfgang, met levendige belangstel* ling. „Ja die geschiedenis moet ik u van den beginne af vertellen. Daarna ver» lang ik van u dat u me naar den duivel jaagt, of mc op een andere manier plezier doet. Men zal mc niet kunnen nageven, dat ik bang ben geweest voor 't gerecht. Maar ik vond het toch heel prettig dat niemand naar m'n eigen* lijken naam hoeft gevraagd. Ik heb 't nu, bij 't onderhoek, verteld, cn u zult 't thans oolc vernemen. Ik heet name» lijk Grimm, Rudolf Grimm, en ben in B. geboren, waar mijn vader een heel vermogend fabrikant was. In E. heb ik toen gestudeerd in boschcultuur en daar is me zoo'n stommiteit overkomen, die me een knak voor m'n hccle leven heeft gegeven, zoo erg dat ik er niet over» heen heb kunnen komen. Dat zult u zich heelemaal niet kunnen voorstellen, dat die oude brombeer van een Knöwe ook eenmaal verliefd is geweest, maar dan ook zoo ernstig verliefd, dat hij destijds dicht' bij z'n graf heeft gc* staan". Hij hield 'n oogenblik op, om z'n op» winding meester tc worden. Wolfgang cn z'n moeder luisterden ademloos naar zijn onthullingen, en onderbraken die I' met geen enkel woord. „Zij was de beeldschoone dochter van een grondeigenaar uit Pommeren. Zien en liefhebben, dat weet u ja wel, maar krijgen is de kunst De ouders j hadden anders over 't meisje beschikt. IMoest iemand van adel wezen, iemand dien u ook kent, dien u niet I moogt, en misschien nooit hebt mogen lijden. Zij heeft hem ook niet liefge* j had, dat weet ik, en gelukkig, dat ^ze a\ jarenlang, in 't graf ligt, zoodat ze de ellende niet meer beleefd heeft, hoe die adellijke meneer, stap voor stap. z'n bankroet tegemoet liep, z'n eigen kind 't water in gedreven heeft, eerst ccn huurman, toen z'n opzichter, en eindelijk zichzelf heeft doodgeschoten". „Funk?" zeiden moeder en zoen te* gelijk. „Jawel", lachte Knöwe. „Funk was 't, die heeft haar gekregen. Toen heb ik m'n boeltje gepakt, en bedacht dat ik op 'n schip zou gaan, en zoo op een nacht spoorloos in den Oceaan verdwij» nen. Toen ik echter op zee was, schaam* dc ik me toch. Er bestaat toch geen grooter lafheid dan te zeggen: „als ik niet meer kan. dan beneem ik mc 't leven maar". En zoo ben ik in Ame* rika gekomen, en heb me voorgehouden i dat er in de nieuwe wereld ook een n:cu>v mensch te voorschijn moest ko» men en opstaan, heb al m'n papieren verbrand, iedereen verteld dat ik ze I verloren had, en toen heb ik me Ru» dolf Knöwe genoemd, zooals ik nu ook .nog heet. Nu, als iemand, daar ginds, goede handen heeft, en zich door niemand laat imponeeren. cn flink aan* pakt, waar iets te verdienen valt. dan heeft hij spoedig zooveel dat de we* rc-ld voor hem open staat. Nu heb ik twee-dingen nooit kunnen overwinnen, namelijk de liefde voor een zeker Pommersch meisje en voor 't Duitsche eikenbosch. Daarom pakte ik m'n boeltje weer bij elkaar en ging naar Duitschland terug. Maar niemand mocht weten wie ik was. en waar ik vandaan kwam. Mijn oude vader en m'n eenige zuster, waren al overleden, en verder had ik geen familie op deze wereld. Alleen wilde ik weten wat er met dat meisje uit Pommeren was gebeurd, en, I als 't kon. in haar nabijheid leven. Dus ging ik van dc eene betrekking als hout» vester in de andere, om ten slotte bij j u in Brandenberg aan te landen. Maar j toen was 't al te laat; ze hadden haar I al grafwaarts gedragen", j Z'n stem was steeds zachter gewor* den. hij had z'n oogen. onder 't vertel» len gesloten, en zei nu niets meer, ver» 1 stomd door inwendige tranen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 5