HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
BIJDRAGEN TOT HET NEDERLANDSCHE
FOLKLORE.
BINNENLAND
DE SPOORWEGRAMP BIJ LEIDEN.
FEUILLETON
DOOR EIGEN KRACHT
MAANDAG 13 SEPT. 1926
TWEEDE BLAD
DOOD EN BEGRAFENIS.
SCHE1DINGSGEBRUIKEN. GEESTENBEZWERING.
DOODEWAKE. BEGRAFENISSTOET. LIJKMAAL.
CSlol).
Jn veler overtuiging is de dood geen
einde, maar de overgang naar een vol»
gend leven. Waar uit voortvloeit, dat
de begraieni&plechtigncdcp veelal tot
sebeiuingsgebruikcn kunnen worden
herleid. J iet atkmppcu van hoofdhaar
tn nagels, het omwerpen van stoelen
en banken, het tijdelijk open zetten van
vensters, de soms meermalen herhaalde
ommegang rond het kerkhof, dat alies
duidt dan ook op niets anders.
Als het stervensuur nadert, verzame*
len zich vrienden en verwanten rond
het bed. Men vraagt den stervende zijn
laaisten wil en belooft dien te zullen
volbrengen. (Deze plicht is zeer zwaar,
omdat m geval van nalating de doode
getn rust .zou vinden in zijn graf.) In
dit uur mag dc stervende geen klee»
dingstuk dragen waaraan op Zondag is
genaaid. Zijn doodstrijd zou dan niet
c-:idigen.
Den laatstcn snik beschouwt men als
dcri uittocht der ziel. Het is ook voor
haar dat men de vensters opent en la»
wtai maakt om haar tc verjagen. De
riQnd en dc oogen van het lijk wor»
den gesloten, waar na de aflegging be»
girt. Men legt den doode op het lijk»
stroo dat meestal op twee aan»ecn ge»
schoven tafels, in dc pronkkamer is
gespreid. Eertijds legde men hem op
een plank. In Limburg wordt deze plank
thrns zwart geverfd en met een doods»
hoofd waar onder de letters R.l.P.
rcquicscat in pace: zij (dc ziel ruste in
vrede gemerkt, voor dc deur gezet.
Het doodskleed of lijkwade werd
langen tijd met een naald en een draad
rondom den doode genaaid. Het is ge»
woonlijk dc taak der jonge huisvrouw
om direct na het huwelijk zoo'n wade
\oor zich cn haar man te weven. In
Limburg gebruikt men voor een vrouw
het hemd dat zij op den trouwdag heeft
gedragen. Jaarlijks wordt het gewas»
schen cn speciaal voor dit doel be»
wsurd. Dc gebruikte naald is heilig en
gevaarlijk tevens. Hij geeft geluk bij
het loten, maar veroorzaakt ook on»
geneeslijke wonden cn doet tanden cn
kiezen door eenvoudige aanraking uit»
vallen. Gewoonlijk breekt men hem
cn werpt de stukken in dc kist of in
het vuur. Het bij dc aflegging gebruik,
tc scheermes onderguut dikwijls een
zelfde lot.
Tot slot zet men kinderen en soms
ook ongchuwden, ccn kroontje op: den
bruidskrans dien zij in hun leven moes»
ten missen.
Ken mengsel 'van melk cn water
wordt, in het Oosten althans onder het
sterfbed geplaatst. Plaatselijk meent
men dat dit alle onreinheid tot zich
trekt; elders dat dit het bederf van alle
water cn melk in het huis voorkomt.
In Oostenrijk keert men alle vaatwerk
onderstboven om den geest tc belet»
ter. daar in achter te blijven. In Fries»
lend strooit men drie handen vol gccs»
lauwerende gerst rond den doode.
Dc deuren cn vensters worden dan
Weer gesloten om den geest tc belet»
ten terug tc keeren. Vroeger had dit
pas na de begrafenis plaats. Dc klok
wordt stil gezet cn dc spiegel bedekt
of omgekeerd. In Friesland doet men
d t ook met schilderijen cn andere meer
of minder spiegelende voorwerpen. Het
volksgeloof houdt het spiegelbeeld na»
indijk voor een geest cn vreest dat dc
geest van den dood* dien van een Ie»
vende met zich zou kunnen voeren. In
Noord-Duitschland weert men den geest
door dc deur van het achterhuis tc bar»
ricadccren met ccn brok muur.
Het sluiten der vensters werd later
ccn tccken van rouw cn als zoodanig
door dc nabestaanden overgenomen. In
Friesland worden dadelijk na de terug»
komst van het kerkhof de gordijnen
veer opgehaald cn dc vensters ontluikt.
Kier is dat niet het geval.
Maar steeds nog dreigt dc geest weer
tc zullen keeren en men legt daarom
gekruiste, stroowisschen op aljc kruis
punten van den weg die zich tusschcn
Kerkhof en sterfhuis strekt, want de
geest keert terug langs den zelfden weg
aten het lijk is gegaan. Na dc bcgrafc»
nis wordt het gebruikte stroo verbrand1
om den geest die cr zich aan kan gc»
hecht hebben, tc keeren, zoo wel als
net reinigingsdoelcindcn. Dc voorwcr»
pen die aan den doode hebben he»
hoord, ondergaan dikwijls een zelfde
lot.
In het Zuiden cn Oosten legt men
6oms nog stroobossen voor dc deur,
die al of niet van een rouwband zijn
voorzien cn wier grootte wisselt met
oen leeftijd van acn doode. Jn de om»
geving van boxtel strooit men kort ge»
Mitdeu stroo onder drie aaneen liggen»
de stccncn voor het sterfhuis. Het stroo
cl dc plank zijn in den loop van den
tijd teekenen van een sterigeval ge»
worden, behalve het stroo dat men voor
cc deur legt, de wisschen die op de
[kruispunten van den weg worden ge»
kruist, het stroo waar op de kist rust
cn de halmen die men van den lijkwa»
gen op den weg strooit, keert men
ui Sittard den geest nog door boven»
ci.tn ecnige halmen op het hoofd, de
oo-st en de voeten van het lijk te plaat»
sen.
j Zeer opmerkelijk is het aanzeggen
van oen dood van den meester aan de
dieren, bijzonder aan de bijen. Men
doet dat in Drente, in den Achterhoek
'tn ook in Vlaanderen. Als term geldt;
i bietjes waakt, de meester slaapt (ver»
tickt).
In Barneveld trekt men ten teeken
van rouw ccn zwarte streep op de lin»
kerzijde der bijenkorven. Elders voor»
ziet men dezen van zwarte strikjes.
Het aanzeggen van den doode aan
verwanten en vrienden is de taak der
buren: uls dezen het betalen kunnen,
soms door een lijkbidder. Ook de wacht
bij het lijk, de doode»wake, is buren»
plicht. Dit afweergebruik ging gewoon»
lijk met eten en vooral drinken ge»
paard. Nu mindert dat, behalve in den
Achterhoek, terwijl dc gewoonte om
klaagliederen aun te heffen, geheel ver»
dwenen schijnt. Ook tot den plicht der
buren behoort het over» of uitluiden
van den doode. Deze gccstenvcrjaging»
in»dc«Iucht heeft voor volwassenen
drie.malen voor minderjarigen éénmaal
plaats. Tenzij men over twee klokken
beschikt: de groote is dan voor de
mannen, de kleine voor vrouwen- en
kinderen.
Het kisten heeft des avonds voor de
begrafenis plaats. Ligt dc doode „mooi"
in de kist, dan duidt dat op een nieuw
sterfgeval. Als het lijk 's Zondag&over
boven aarde staat, valt er binnen twee
dagen ccn nieuwe doode te betreuren.
Dc kist wordt zoo gesteld dat de voe»
ten van het lijk naar de deur zijn ge»
richt.
Ofschoon niet verdwenen, zoo heeft
de gewoonte om den scheidende alles
mee tc geven waar aan hij was gehecht
bij oer»volken vinden wij vaatwerk,
wapenen, gereedschappen, ja, soms dc
onthoofde tumilic en slaven in het graf;
toch veel geleden. In Zweden geeft
men nog tubakspijpen cn brandewijn
mee, in Duitschland een scheermes.
Hier heeft men goud en sieraden omgc»
zet in geld dat steeds minderde, zoo
dat men thans gewoonlijk slechts een
munt op mond, oogen of .borst van den
doode. legt.
In vrouwengraven treft men zelden
nog een schaar en een vingerhoed.
Ais het lijk opgenomen (aangetast) is,
wordt het naar buiten gebracht voor
de lijkdcur. Deze deur dient onder
den naam van bruidsdeur ook tot door»
gang aan het bruidspaar. Behalve in
geval van huwelijk en overlijden wordt
zij niet geopend. Men kent die deuren
in heel Nederland. Zuidelijker als
Ovcrijscl cn Noord»Holland worden zij
echter ook bij minder plechtige gele»
genheden gebruikt.
Ook dc begrafenisstoet trekt gedeel»
teïyk over ccn spccialcn doodenweg.
Deze weg is meestal voor ccn buurt»
schap, minstens voor eenigc huizen gg=
meenschappclijk. Een vorm van de
cioodcnmci kent men in Oostmarsum.
Jongens en meisjes dragen daar ver»
guide palmen die gedeeltelijk op de
k:st, gedeeltelijk op het graf worden
gestrooid. In Vucht voert men voor
jongens hulst, voor meisjes palmtak»
ken mcc.
Dc kleur der rouwkleeding is zwart
of grijs, zonder sieraden. Plaatselijk
draagt men echter ook biauw, bruin en
wit. Het personeel rouwt ten platten
lande veelal mcc. In Lent en elders
dragen dc mannen speciale rouwman*
tcls cn daarbij passende hoeden. Soms
bleef de hoed waar dc mantel uit de
mode raakte, bestaan. Een groot ver»
spreidingsgebied heeft dc zoogenaamde
wcduwesluicr. Op Zuid»Bcvcland vor»
men de mannen treurhoeden door den
brecdcn rand van hun hoofddeksel om» 1
laag te buigen.
De kist wordt, waar mogelijk, per
wagen vervoerd. De naaste buurman
rijdt. Twee tot vier der naaste verwan»
ten nemen plaats op de kar. Bijna in
heel Nederland zit dc weduwe op de
kist. In ons land cn ook in België wil
het gebruik dat dc paarden die het lijk
vervoeren zullen, den avond te voren
van hun taak worden onderricht. Zij
zouden anders het werk niet kunnen
volbrengen.
Op het kerkhof heeft veelal een drie
malen herhaalde ommegang plaats. Het
lijk wordt dikwijls zoo in de groeve ge»
lcgd dat zijn gelaat naar het Oosten is
gekeerd. Aan het einde der ceremonies
werpen de verwanten scheppen aarde
op dc kist. Het gebruik wil dat dc
naaste verwant voor de bewezen eer
dank zegt.
Als een vrouw in het kraambed ge»
storven is. spreidt men gewoonlijk een
wit laken over het lijkkleed. In Vcldho*
ven (bij Valkenswaard) laat men dit
kleed, aan de hoeken met steenen ver»
zwaard, op het graf achter.
Reeds in over oude tijden ging het
doodcnmaal der Germanen over in een
smulpartij die op het graf werd gehou»
den. In christelijke tijden maakte men
daar aan een einde. Het doodcnmaal
bleef evenwel bestaan cn werd thuis
gevierd. Hier en daar houdt men nog
een plaats aan tafel voor den doode
open. Algemeen geldt dat'hoe meer
men eet, hoe meer dit den doode ten
goede komt. Den maaltijd die soms
voor. meestal echter na de begrafenis
wordt aangericht, te verzuimen, is een
oneer die nu eens den doode, dan weer
de familie wordt aangedaan.
In België en ook in Friesland deelt
men uitvaaribrood uit aan de armen.
In het Noord»Oosten blaast men na
terugkomst van dc begraafplaats, ccn
licht uit dat sedert het oogenblik van
sterven heeft gebrand. Men kan dit mis»
schien beschouwen als een zinnebcel»
dige voorstelling van het levenslicht,
omdat daar ook bij de geboorte zoo'n
licht wordt aangestoken.
Daar mee eindigen dc ceremonies.
Eenzaam blijft het graf. versierd met
witte rozen en de feestelijke bloemen
van den bruidskrans, clie.cn rosmarijn,
overschaduwd door de groenende syiri»
bolen der onsterfelijkheid, iep, taxis cn
cypres.
JOH. VAN DEN HOEK.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 691
BUURCONTROLE
DE HEER H. COLIJN IN HONGARIJE
Men meldt uit Boedapest:
De Rijksbestuurder bteefr. "den Neder
land schen oud-premier H. Colijm, Lu oen
particuliere audiënflie ontvangen. De heer
Golijin ontving (het Hongaarsche Kruie
van verdienste eerete lela^se.
Daarna boden de Rijksbestuurder en
diene -eeflitgenoote den lvaer Oolijn als
mede den (Nederla/n'dsdhen zaak.gelaet.igde
te Boedapest en mej. Caihariua Kuypcr,
dochter van wijlen Dr. A. Kuyper, een dé
jeuner «uun.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent* per regel.
Kijk kijk. de Kom»
mers gaan een draadloos
ze koopen, er is tenmm»
stc iemand op hun dak
bezig met een antenne
en drvar wordt een tele»
gram bezorgd bij dc Jan»
sens, zeker eindelijk die
baby van Jansen's doch»
ter geboren
er staat een auto stil bij
de Bruyns. zeker weer
gasten om te eten
wat zou er aan de hand
zijn met Jan Bakker: hij
is in de laatste 5 minus
ten driemaal zijn huis in»
en uitgeloopen
o, daar heb je het al;
daar komt de jongen
van den kleermaker. Jan
moet zeker uit en heeft
een pak laten keeren
tjonge tjonge, wat heb» i
ben die Gilbodens weer I
een ruzie met den I
vrachtrijder, hij vraagt I
ze zeker weer te veel I
en de man komt blijk»
baar nogal een kist wijn
brengen
die stadsmenschen kun»
nen zeggen wat ze wil»
len, maar buiten gebeurt
er toch voortdurend wat.
(Nedrnk verboden)
De treinenloop.
Ingaande heden Maandag zullen tot
nader order (welke naar men vreest
wel eens niet binnen een week kon
afkomen) de volgende veranderingen
in den treinenloop op het traject Am»
sterdam C. S.Den HaagRotter»
dam D. P. worden gebracht.
Van Rotterdam D. P. af zullen de
volgende treinen naar Amsterdam C.
S. loopen via GoudaHarmclen: trein
161 (boottrein van Hoek van Holland,
die Rotterdam D. P. zal aandoen
aankomst Amsterdam C. S. 8 u. 17
v.m.); trein 6 (vertrek D. P. 10 u. 2
v.m.); trein 121 (vertrek D. P. 11 u. 11
v.m.); trein 216 (vertrek D. P. 12 u.
57 n.m. deze trein rijdt naar Am»
sterdam W. P.); D. 24 (vertrek D. P.
4 u. 17 n.m.); D. 28 (vertrek D.
8 u. 52 n.m.).
Opgeheven worden de volgende
trein: No. 1409 voor het traject Lei»
dcn-r-Haarlcm (6 u. 46 v.m. van Lei»
den; van Haag naar Rotterdam blijft
deze trein loopen) No. 211 (vertrekt
t., Amsterdam C. S. 8 u. 36 v.m.);
trein no. 203 (9 u. 2 v.m. van C. S-);
trein 29 (3 u. 5 n.m. van C. S.); trein
1055 voor het traject LeidenDen
Haag (van Leiden 1 u. 13 n.m.); trein
1075 voor het traject LeidenDen
Haag (vertrek Leiden 7 u. 14 n.m.);
trein 1095 voor het traject Leiden
Rotterdam. (Deze trein rijdt alleen
op Zon» cn feestdagen vertrek
Leiden 10 u. 7 n.m.) en trein 229 voo*
het traject HaarlemRotterdam (ver»
trek Haarlem 7 u. 8 n.m.).
Uit de tegengestelde richting wor»
den opgeheven de treinen:
202 voor het traject Den Haag
Leiden (vertrek 7 u. 45 v.m.); 206 tus»
schen Haag cn Amsterdam (vertrek
Haag 2 u. 4 v.m.); trein 30 tusschcn
Haag cn Leiden (vertrek Haag 11 u.
3 v.m.); 218 geheel (vertrek D. P. 2
u. 16 n.m.)- 226 geheel vertrek D. P.
3 u. 57 n.m.); 1070 (vertrek D. P. 9
u. 14 n.m.)
Trein 236 (vertrek Rotterdam D.P.
9 u. 10 n.m.) zal van D. P. af loopen
op den tijd van trein 1070 (vertrek 9
u. 1£ n.m.) en te Schiedam, Delft en
Voorschoten stoppen, om van Leiden
af als vertraagde trein naar Amster»
dam te rijden. Van Haarlem af zaï
een voortrein 236 loopen op den nor»
malen tijd van trein 236 (vertrek
Haarlem 10 u. 23 n.m.)
Extra stoppen trein 237 tc Leiden
(vertrek Amsterdam C. S. 9 u. 20
v.m.); trein 208 te Leiden en Haarlem
(vertrek Rotterdam D. P. 8 u- 55 v.m.)
en trein 220 te Leiden cn Haarlem
(vertrek Rotterdam D. P. 2 u. 49 n.m.)
Opgeheven blijven alle locaaltrei»
nen tusschenn Den Haag en Leiden
(alleen op dit traject dus) welke
(men zie dc reisgids) treinnummers
hebben tuschen 800 en 899.
De dwarsliggers niet
vermolmd.
We lezen in de Telegraaf:
„In verband met geruchten, als zou*
den de dwarsliggers vermolmd zijn heb*
ben we een onderzoek ingesteld. Van
vermolming is geen sprake; het praatje
is in: de wereld gekomen, doordat men
brokkelig en zacht hout op de baan
heeft waargenomen. Dat dit het ge»
volg zou zijn van ouderdom is niet
waar. De wielen van de machine, van
den tender en van die volgende wagens
hebben de dwarsliggers, althans ge»
deelten daarvan, versplinterd en fijn
gemalen. De afstand van de plek, waar»
op de eerste wielen naast de rails zijn
gaan loopen, tot de plaats, waarop de
machine tot stilstand is gekomen, be»
draagt ongeveer 120150 meters.
Zoolang die ravage daar blijft be»
staan is geen vakkundige in staat iets
omtrent de oorzaak te zeggen.
Alles wat men daaromtrent vertelt,
zijn, zoo zeide een der -ingenieurs tot
ons, slechts supposities. Geen suppo»
sitie intusschen is, dat een der palen,
die het electrisch net draagt, door de
machine of door een der wagons ge»
raakt is. Het ijzerwerk aan de baan*
zijde vertoont een -deuk.
De rails waren van het zwaarste
type, welke aangeduid worden met het
gewicht van 46 K.G. per strekkenden
meter. Het feit, dat deze spoorstaven
verdraaid en verwrongen waren, zegt
weinig. -Dit is het gevolg geweest van
den ontzaglijken druk, welken het dc»
raillement heeft uitgeoefend.
De omstandigheid dat het opgaande
spoor hooger ligt dan het afgaande,
(waarop het ongeval plaats vond), be»
teckenr, dat cr een verzakking heeft
plaats gehad. Uit veler verklaring
blijkt, dat vóór het ongeluk de beide
sporen ongeveer op het zelfde niveau
lagen; verderop bij de onbeschadigde
gedeelten is dat bovendien nog te
zien.
Wij hebben dienaangaande de mee*
nirag gevraagd van den hoofdingenieur,
den heer Rovers, die te kennen gaf,
dat de kracht van het déraillement
het punt heeft doen verzakken.
Verder hebben we inlichtingen inge*
wonnen omtrent het aanbrengen van
grint op dat gedeelte van het baanvak.
Dit had, zoo zeide men ons, inderdaad
plaats gehad, doch op het an-dere spoor
Het aanbrengen van ballast onder het
spoor beteekent bovendien niets bij»
zonders: herhaaldelijk doet men dat,
óf om te versterken, óf om het spoor
wat hooger te brengen".
Het onderzoek naar
de oorzaak.
De minister van Waterstaat heeft be»
paald. dat omtrent de ontsporing van
trein 218 der Nederlarsdsche Spoor*
wegen tusschen Voorschoten en Lei*
den op 9 September 1926 een on-der*
zoek dn het openbaar zal geschieden
en heeft benoemd tot leden van de
commissie van onderzoek ten aanzien
van dat ongeval prof. dr. J. Kraus,
oud»minister van Waterstaat te Den
Haag, tevens voorzitter prof. mr. E. M.
Meyers, hoogieeraar aan de Rijks*
Universiteit tc Leiden en ir. A. H.
W. van der Vegt, hoofdinspecteur der
spoor» en tramwegen It Den Haag.
Aan de commisie is als secretaris toe»
gevoegd ir. D. Verhoop, rijks hoofd»
ingenieur Yoor de Spoorwegen te Den
Haag.
Naar het Corr. Bur. verneemt, zal
de thans ingestelde Commi'ssije voor
het onderzoek naar het spoorwegonge»
val bij Leiden haar vergaderingen hou*
den te Den Haag. Begin dezer week
komt dé oom. bijeen, waarna -de open»
bare vergaderingen spoedig zullen aan»
vangen.
Reeds hebben de commissieleden ge»
zamenlijk ter plaatse een bezoek ge»
bracht om het terrein van de ramp
in oogenschouw te nemen.
Strafrechterlijk onderzoek.
Op vordering van den Officier van
Justitie te 's Gravenhagc is ter zake
van het spoorwegongeluk te Leiden een
strafrechterlijk onderzoek ingesteld.
De rechtercommissaris van de recht»
bank aldaar, met dit voor»onderzoek
belast, heeft deskundigen benoemd, ten
einde geheel zelfstandig een onderzoek
in te stellen naar de oorzaak
(oorzaken) van het ongeluk en hem
omtrent de resultaten van dit onder»
zoek verslag uit te brengen.
Nog steeds angst.
Dat de angst er danig bij hef publiek
inzit, bleek Zaterdag tijdens een reis
AmsterdamLeiden. Vóór laatstge»
noemde stad moest eenige keeren
voor een onveilig sein gestopt] wor»
den; een dezer keeren was het. rem»
men nogal bruusk, waardoor de ach*
terste rijtuigen een licht schokje kre»
gen. Dat was al voldoende om een der
reizigers te doen opspringen en het
portier te doen openen.
De begrafenis van
Van Ettikhoven.
De begrafenis van den leerling»
machinist K. van Ettikhoven zal plaats
hebben a.s. Woensdag, 's middags op
de begraafplaats te Óud*Leusden. Zijn
collega's zullen hem de laatste eer be»
wijzen.
Het stoffelijk overschot zal vermoe»
delijk Maandag van Leiden naar Amers*
foort worden vervefcrd.
Koninklijke deelneming.
Zondagmiddag hebben de Koningin en
Prins Hendrik met 5run gevolg, be-iaande
uit freule B. I. Van Swinderen, hofdame,
Baron van H ardenbroék. kamerheer, en
kapt. D. Q. C. F. de Jonge-Van der Halen,
adjudant, een bezoek gebracht aan dege.
Uit 't Duitsch.
Het gesprek hokte. Moeder en zoon
vervielen in gepeins. Het gedrag van
Knöwe was der barones ook ccn raad»
sel, hoewel ze niet het gevoel had. dat
nicn 't hem kon verwijten. Zij kwam
veeleer er toe haar vermoeden beves»
tigd te zien. tegenover dc destijds
schijnbaar onweerlegbare juridische be»
wijzen van haar neef. von Frühberg,
die ccn behandeling der zaak voor 't
gerecht verhinderd had. zooals hij
meende, om dc ccr van den heer von
Brandenberg niet aan de schandpaal tc
hiengcn. Feitelijk had hij echter niet
hem behoed, maar Funk cn zijn wraak»
gicrigen opzichter.
Er werd gebeld.
„Dat zal oom Frühberg zijn", zeiden
ze. als uit een mond, cn gingen naar
dc deur. Zij waren niet weinig verwon»
dert toen zc den ouden houtvester
Knöwc, dien zij nog in de gevangenis
verwachtten, voor zich zagen.
Dc barones sprak 't eerst, „Zoo,
Knówe, ben je dus weer vrij? Kom bin»
nen en vertel ons 't een en ander".
„Er valt niets te vertellen, mevrouw,
ik kom alleen meneer Wolfgang om
vergeving vragen.
Wolfgang wisselde een zegevierenden
blik met zijn moeder.
„Dat doet je eer aan. oude brom»
bfer, dat je bij me komt. jc waart 't
me ook schuldig", zei Wolfgang tegen
i den houtvester, terwijl hij hem de ka»
1 mer binnentrok.
Knöwc's gezondheidstoestand was
nog steeds niet zooals hij wezen moest.
Hij zonk uitgeput in een gemakkelij»
i ken stoel en sloot een oogenblik zijn
oogen, zoodat moeder en zoon hem
ernstig bezorgd aankeken. Daarna richt»
tc hij zich op en begon: „Meneer, u
moet mc eerst vertellen dat ik de eer
van uw vader heb gered".
„Dat heb jc. en daarvoor zullen wij
je steeds dankbaar zijn", viel de baro*
nes in dc rede.
j „En daarna moet u me zeggen, dat ik
als 'n heel zelfzuchtige kerel tegenover
u heb gehandeld. Als ze mij niet uit de
gevangenis hadden gelaten, omdat me*
neer von Funk zoo goed was om mij
het papier te laten houden, en zich
daarna, om mijn onschuld te bewijzen,
nog dood tc schieten, dan zou ik dc
'onschuld van den ouden meneer von
Brandenberg nooit hebben kunnfen bc»
wijzen
„Waarom heb je mij niet dadelyk, na
j vader s dood, in vertrouwen genomen,
Kncwe?" zei Wolfgang. Indien jc je
1 verdenking in ccn meer bepaalden vorm
hadt uitgesproken, dan zou ik toen ge»
staan hebben op een onderzoek voor
j't gerecht. Jc uitte jc toen echter zoo
I hoogst onvriendelijk over mijn vader,
I dat ik, ik beken 't jc eerlijk, in de eer*
ste oogenblikkcn in twijfel verkeerde,
of jij zelf niet degccn waart die 't gc»
weer op hem hadt aangelegd".
„Moest 't daartoe komen", lachte
Knöwe, met een schorre kuch. „Ja, mc*
neer, als ik eerlijk wil zijn; een kogel
had hij verdiend, alleen al omdat hij
j 't bosch van Sfehcnfeld had willen ver»
j koopen. U weet toch toen, met dat
Bcrlijnsche houtkantoor. Daarom was
i'ik hem niet goed gezind en heeft 't
zoo'n ouden, slechten kerel, als ik ben,
natuurlijk verheugd, dat hij z'n straf cr
Ivoor heeft gekregen".
„Maak jc nu niet slechter dan je
bent, Knöwe", zei mevrouw von Bran*
denberg. „Ik zou me niet in kunnen
denken, dat je. voor ccn voorbijgaan»
de ontstemming, mijn zoon gedurende
al die jaren niet verteld zou hebben.
J wat je over den dood van m'n man nog
wist".
I „Nee, nee, mevrouw! Daarom kom ik
juist om vergeving vragen, het had een
heel andere oorzaak, Daarvan weet u
niets, en wist ook niemand iets. Had u
vermoed, dat u nu twintig jaar lang,
ccn bedrieger uit Amerika als hout*
vester hebt gehad, dan zou ik mijn
dienst niet zoo vaak te vergeefs opge»
zegd hebben".
„Ben je in Amerika geweest?" vroeg
Wolfgang, met levendige belangstel*
ling.
„Ja die geschiedenis moet ik u van
den beginne af vertellen. Daarna ver»
lang ik van u dat u me naar den duivel
jaagt, of mc op een andere manier
plezier doet. Men zal mc niet kunnen
nageven, dat ik bang ben geweest voor
't gerecht. Maar ik vond het toch heel
prettig dat niemand naar m'n eigen*
lijken naam hoeft gevraagd. Ik heb 't
nu, bij 't onderhoek, verteld, cn u zult
't thans oolc vernemen. Ik heet name»
lijk Grimm, Rudolf Grimm, en ben in
B. geboren, waar mijn vader een heel
vermogend fabrikant was. In E. heb ik
toen gestudeerd in boschcultuur en daar
is me zoo'n stommiteit overkomen, die
me een knak voor m'n hccle leven heeft
gegeven, zoo erg dat ik er niet over»
heen heb kunnen komen. Dat zult u
zich heelemaal niet kunnen voorstellen,
dat die oude brombeer van een Knöwe
ook eenmaal verliefd is geweest, maar
dan ook zoo ernstig verliefd, dat hij
destijds dicht' bij z'n graf heeft gc*
staan".
Hij hield 'n oogenblik op, om z'n op»
winding meester tc worden. Wolfgang
cn z'n moeder luisterden ademloos naar
zijn onthullingen, en onderbraken die
I' met geen enkel woord.
„Zij was de beeldschoone dochter
van een grondeigenaar uit Pommeren.
Zien en liefhebben, dat weet u ja wel,
maar krijgen is de kunst De ouders
j hadden anders over 't meisje beschikt.
IMoest iemand van adel wezen,
iemand dien u ook kent, dien u niet
I moogt, en misschien nooit hebt mogen
lijden. Zij heeft hem ook niet liefge*
j had, dat weet ik, en gelukkig, dat ^ze
a\ jarenlang, in 't graf ligt, zoodat ze
de ellende niet meer beleefd heeft, hoe
die adellijke meneer, stap voor stap.
z'n bankroet tegemoet liep, z'n eigen
kind 't water in gedreven heeft, eerst
ccn huurman, toen z'n opzichter, en
eindelijk zichzelf heeft doodgeschoten".
„Funk?" zeiden moeder en zoen te*
gelijk.
„Jawel", lachte Knöwe. „Funk was 't,
die heeft haar gekregen. Toen heb ik
m'n boeltje gepakt, en bedacht dat ik
op 'n schip zou gaan, en zoo op een
nacht spoorloos in den Oceaan verdwij»
nen. Toen ik echter op zee was, schaam*
dc ik me toch. Er bestaat toch geen
grooter lafheid dan te zeggen: „als ik
niet meer kan. dan beneem ik mc 't
leven maar". En zoo ben ik in Ame*
rika gekomen, en heb me voorgehouden
i dat er in de nieuwe wereld ook een
n:cu>v mensch te voorschijn moest ko»
men en opstaan, heb al m'n papieren
verbrand, iedereen verteld dat ik ze
I verloren had, en toen heb ik me Ru»
dolf Knöwe genoemd, zooals ik nu
ook .nog heet. Nu, als iemand, daar
ginds, goede handen heeft, en zich door
niemand laat imponeeren. cn flink aan*
pakt, waar iets te verdienen valt. dan
heeft hij spoedig zooveel dat de we*
rc-ld voor hem open staat.
Nu heb ik twee-dingen nooit kunnen
overwinnen, namelijk de liefde voor een
zeker Pommersch meisje en voor 't
Duitsche eikenbosch. Daarom pakte ik
m'n boeltje weer bij elkaar en ging naar
Duitschland terug. Maar niemand mocht
weten wie ik was. en waar ik vandaan
kwam. Mijn oude vader en m'n eenige
zuster, waren al overleden, en verder
had ik geen familie op deze wereld.
Alleen wilde ik weten wat er met dat
meisje uit Pommeren was gebeurd, en,
I als 't kon. in haar nabijheid leven. Dus
ging ik van dc eene betrekking als hout»
vester in de andere, om ten slotte bij
j u in Brandenberg aan te landen. Maar
j toen was 't al te laat; ze hadden haar
I al grafwaarts gedragen",
j Z'n stem was steeds zachter gewor*
den. hij had z'n oogen. onder 't vertel»
len gesloten, en zei nu niets meer, ver»
1 stomd door inwendige tranen.
(Wordt vervolgd).