DE RIJKS H. B. S. TE VELSEN. :""tf V'S I' FLITSEN STADSNIEUWS. FEUILLETON DOOR EIGEN KRACHT AAALu WOENSDAG 15 SEPT. 1926 DERDE BLAD DE OFFICIEELE OPENING. Het nieuwe schoolgebouw. Dinsdagmiddag had de officiëele opening plaats van het nieuwe gebouw der Rijks Hoogcre Burgerschool te Velsen. De plechtigheid geschiedde in het ruime e.n frissche gymnastieklokaal dat gcheol gevuld was met belang* stellenden, in hoofdzaak bestaande uit ouders en leerlingen. De Minister van Onderwijs was ver» tegenwoordigd door den heer G. Bol. kcstcin, inspecteur van het Middel* baar Onderwijs, het gemeentebestuur door den heer K. H. Tusenius, wethou* der van ouderwijs, J. C. Dunnebier, wethouder van openbare werken en J. Kostelijk, gemcenresecretaris. Verder waren aanwezig de rijksbouwmeester Ir. G. C. Bremer, de hoofd«architect de heer Robbens. mevrouw Rutten de Bruyn en de hoeren L. Poortenaar. Ir. Ringers en de Waard, leden van de commissie van toezicht op het Mid* dcibaar Onderwijs, dc heer G. Duyckincl^ Sander, directeur der Gem. Visscherijschool, de heer H. J. Zeeman directeur der Nijverheidsschool, alle' leeraressen en leeraren der school, enz. Op dc galerij hadden plaats genomen het bestuur en cenige leden der Velser H.B.S.»Verce®ig;ng. De directeur der school, de heer dr. N. Bakker, heette dc aanwezigen wel» kom. Het is spreker een behoefte, den heer Bremcr als vertegenwoordiger van den Rijks»gebouwcndicnst dank te zeggen voor de wijze, waarop het ge» bouw. hoewel met betrachting der zuinigheid, is tot stand gekomen. Ook den heer Robbens, onder wiens directe leiding de school is gebouwd, zegt spreker dank. Mochten de aesthetische inzichten a! eens in botsing zijn geko» men met de nuttigheidswcnschen van den directeur, de waardeering van spreker en zijn staf is cr daarom niet minder door. De heer Bakker gaf daarop een kort overzicht van de geschiedenis der 6chool, die gesticht werd volgens koninklijk besluit van 15 Februai 1921. In het eerste jaar telde de school 64 leerlingen; dit aantal is nu gestegen tot ongeveer 175. De eerste klasse telde bU de opening 33 leerlingen, thans 56. Dc vraag doet zich voor, of de bloei der school verband houdt met den groei van het aantal leerlingen. Spreker meent, deze vraag ontkennend te moe» ten beantwoorden. Hij waarschuwt de ouders, niet te lichtvaardig te be* sluiten hun kinderen te zenden naar een school, die zooveel cischen stelt. Het is verkeerd te mecnen, dat kin* deren, die op een lagere school goed zijn, op een H.B.S. eveneens goed Jiet onderwijs kunnen volgen. Heel wat kinderleed is hierdoor veroorzaakt. Tenslotte hield de heer Bakker nog een causerie over de richting van het middelbaar onderwijs- in de toekomst. De heer Bolkestein zei, dat het als vertegenwoordiger van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten» schappen zijn eerste plicht is, het ge* meentebestuur van Velsen tc danken, voor hetgeen het voor de tot stand* koming der school heeft gedaan. Hij meende goed te doen, de gemeente Velsen tc vragen, haar steun aan de school te blijven geven. Het is een verouderde opvatting, te mcenen, dat de gemeente zich er niet mee heeft te bemoeien. Men moet het zoo opvat» ten. dat de school een deel der ge* meente uitmaakt, omdat op deze rijks» school de kinderen der gemeente gaan. Spreker bracht den directeur en den leeraren lof voor het gegeven onder» wijs, waarvan spreker de goede resul» taten heeft gezien. Hij hoopte, dat de school onder leiding van den heer Bakker, zich verder mag blijven ont* wikkelen. De heer Bremer sprak daarna nog cenige woorden, waarbij hij de hem toegebrachte hulde overdroeg aan den bouwmeester der school, den heer Rob» bers. De heer Tusenius, wethouder van onderwijs, sprak namens het gemeente* bestuur. Hij wees er op, dat tijdens het wethouderschap van wijlen den heer Netscher dc eerste stoot is gegeven. De heer Netscher heeft nog mogen beleven, dat de minister van onderwijs de toezegging deed, dat hier op 1 September 1921 een H. B. S. zou wor» den geopend. Het gemeentebestuur be< groet met groote vreugde de opening dezer school. De heer Landeweert heeft, aldus de heer Tusenius een grdbt aandeel in de totstandkoming der school gehad. Dc heer Ringers sprak cenige woör* den namens dc commissie van Toe* zicht, de heer C. F. Haje, lecraar aan de school overhandigde den directeur namens zijn collega's een schilderstuk, vervaardigd door den heer Calkoen; de heer Van Veen, eveneens leeraar, deelde aan den directeur mede, dat een comité is opgericht, dat zich ten doel stelt, gelden bijeen te brengen voor de versiering der school. Reeds i« een bedrag van 400 gulden bijeenge* bracht, alsmede zijn een ets en een schilderij beschikbaar gesteld. In zijn slotwoord deelt de heer Bak* ker nog mede, dat 3e school voor be« langstcljenden te bezichtigen is, heden Woensdag, a.s. Zaterdag en a.s. Woens* dag, telkens des middags van 1-30 tot 3.30 uur. Na afloop der plechtigheid1 maak* ten dc officieel genoodigden onder lei» ding van den- directeur een rondgang door het fraaie gebouw, waarna een/igc ververschingen werden gebruikt. Over de inrichting kunnen wij kort zijn. Wij hebben hierover indertijd Teeds een uitvoerige beschrijving ge* geven. Nu het gebouw gereed is, blijkt dat het geheel sober is uitgevoerd en in alles de grootste zuinigheid is be* tracht, zonder dat daardoor de inrich* ting noemenswaard is geschaad. Het ontbreken van een aula voor het hou* den" van bijzondere voordrachten enz. zal wel gevoeld worden. Er is één les» lokaal voor aardrijkskunde en na* tuurlijke historie. Het bezwaar hiervan is, dat indien een vedrere splitsing der le klasse noodzakelijk zal worden, het» gee® het geval zal zijn, indien het aan» tal leerlingen meer dan 60 bedraagt (thans reeds 56), er een lokaal voor deze vakken bijgebouwd zal moeten worden. Niettegenstaande dit kan de gemeen* te Velsen zich gelukkig achten, een dergelijk goed geoutilleerd en naar de eischen des tijds ingericht schoolge* bouw binnen haar grenzen te hebben. ALGEM. NED. BAKKERS- GEZELLENBOND. DE TOESTAND IN HET BAKKERSBEDRIJF VOORHEEN EN THANS. Binnenkort zal, zooals reeds door ons werd medegedeeld, de afdccling Haar* lem van bovengenoemden Bond 30 ja* ren bestaan, welk feit op grootsche wij» zc gevierd zal worden. Wij vonden in dit jubileum aanleiding om eens te gaan praten met een der bestuurders, den heer A. dc Graaf, die zich bereid verklaarde het een cn ander mede te declen, waarvoor hij het behoorlijk ingerichte archief raadpleeg* de. Allereerst kregen we verschillende gegevens van dc oudste leden n.l. H. Boljs, de tegenwoordige chef*bakker Van de Coöperatie „Vooruitgang" en van den heer P. A. de Braai te lezen; waar* uit wij het volgende overnemen: In het jaar 1894 werden hier ter stede de eerste pogingen i i het werk gesteld om de bakkersgezel' c orga* niseeren. In dat tijdperk vliet loon voor een volwassen bakker 10. Hier* voor moest dan 7 dagen en 7 nachten gewerkt worden, schafttijden waren er niet en er moest tijdens de werkzaam* heden gegeten worden. Alleen des Zondagsmiddags stond de bakkerij een korten tijd stil. Op gewone dagen wa» ren dan de werktijden (nachtarbeid) 15 uur en des Zaterdags van 20 tot 24 uur. Een groot deel van de gezellen had kost cn inwoning bij den patroon en ontving een loon van 4. Onder deze omstandigheden werd ge* poogd hier een organisatie op te rich* ten waartoe o.a. de heer J. Smit, hier ter stede wel bekend in het bakkersbe» drijf, het initiatief nam. Spoedig nadat deze organisatie was opgericht, brak er groote beroering, uit onder de leden, doordat in December van het laar 1894 een groote slaking van bakkers tc Amsterdam werd geproclameerd, waar* bij de eisch was 12 uur werken met een loonsverhooging van 2-50 cn dc Zon* dag vrij. Deze staking maakte een gc* wcldigcn indruk, daar Amsterdam ge» heel zonder brood zat; cn korten tijd na het uitbreken werd zij opgeheven met een volledig succes voor dc bak» kersgezcllcn. Na dit groote succes te Amsterdam wilde men hier ook met dc jonge vereeniging een actie beginnen cn op een druk bezochte vergadering in het gebouw Felix Pavore in de Sme* destraat werd, in weerwil van waarschu* wingen der meer bezadigden, besloten te staken. In optocht trok men door dc stad, zingend en schreeuwend. Op het tijdstip echter dat de nacht* ploeg moest opkomen bleek al ras dat deze onbekookte actie verloren zou gaan, daar verschillende gezellen naar binnen gingen. Alleen aan drie bak» kerijen werd niet gewerkt, n.l. één groote en twee kleine. Het gevolg was VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 693 DE HANGMAT Vader krijgt de kans om eens een oogenblikje in zijn eigen hangmat van den gedanen arbeid uit te rusten bepeinst al spoedig dat cr nog een boel te doen is, hij kan het niet lang maken als hij dat tijdschrift had dat daar op dien stoel ligt, zou hij dat artikel nog kunnen uitlezen tracht het tijdschrift te bereiken ea slaat bijna om besluit om dan maar een sigaar op te steken en ontdekt dat hij geen lucifers heeft overweegt of hij zal opstaan en de luci* fers en het tijdschrift halen besluit van niet bedenkt wat hij allemaal zal gaan doen als hij over 2 minuten weer aan het werk gaat valt in slaap. (Nadruk verboden) Een groep officieele personen. Op de voorste rij: mevrouw Ringers, de heer Ir. Ringers, mevrouw RutteDe Bruyn, de heer G. Bolkestein, mevrouw Bakker, Dr. Bakker, de heer Tusenius, de heer Dunnebier, de heer Kostelijk en mej. Schroder. een aantal slachtoffers en de organi*' satie was verdwenen. In 1896 werd opnieuw een organisatie opgericht, de Haarlemschc Bakkersge* zellenvereeniging „Ons Genoegen" om aan de gezellen eenige vroolijke avon» den per jaar te bezorgen. Op één dezer bijeenkomsten werd door den heer W. Dekker voorgesteld om zich te doen aansluiten bij den Ned. Bakkersgezel» lenbond, welk voorstel onder luid ap» plaus werd aangenomen en aldus was dc grondslag voor de tegenwoordige af* decling gelegd. Het allereerst werd actie gevoerd voor het verkrijgen der Zon* dagsrust, waarvoor de medewerking werd verkregen van het Comité voor Zondagsrust van welk comité wijlen dc heer Schram de ziel was. Verder vernamen we van den heer De Graaf, die de verschillende gege» vens uit het archief ons toelichtte, dat er eveneens een langdurige actie werd gevoerd (weliswaar in het gehcele land, maar de afdccling Haarlem had er een belangrijk aandeel in) voor de afschai» fing van den nachtarbeid. De strijd voor de Zondagsrust werd in 1905 met een gunstig resultaat bekroond zoowel voos Haarlem als de omliggende ge» meenten. Niet zoo vlug ging het met de actie voor de afschaffing van den nachtarbeid waarvoor reeds van 1890 af stemmen opgingen, doch de eigenlijke actie werd pas gevoerd na de oprich* ting van den Ned. Bakkcrsgczellcnbond. Vooral het jaar 1910 kenmerkte zich door een bijzondere agitatie van den Bond voor wettelijk verbond van den bakkersnachtarbcid. In 1912 werd opnieuw actie gevoerd voor deze afschaffing, daar het gewij* zigdc wetsontwerp Talma was inge* diend, dat op 5 Juni van dat jaar met 42 stemmen voor en 49 tegen werd ver» worpen. Dit was voor de gezellen een groote tegenslag. Alleen de Coöperatie „Vooruitgang" en later ook dc „Een* dracht" hebben nooit nachtarbeid inde bakkerijen doen verrichten. Een belangrijke actie werd nog door dc afdccling gevoerd in 1918 voor het verbod van verkoop van versch brood vóór 's morgens 10 uur en na heel wat conferenties van het bestuur werd ein» delijk het verbod verkregen onder den toenmaligen wethouder Mr. Bomans. Deze regeling is van groote waarde voor de gezellen en wordt verre ver* kozen boven de rijksregeling. Door de oorlogsjaren is er in het bakkersbe» drijf veel veranderd. Dit tijdperk mag niet voorbij gegaan worden zonder te herinneren aan den grooten last de bézorgers ondervonden door het niet afgeven van de broodbons etc. Ook voor het bestuur was het een tijdperk van dubbel waakzaam zijn om de een» tralisatie der bakkerijen, welke wegens den brandstoffennood plaats vond, niet te doen volgen door werkloosheid. In October 1918 werd door de orga* nisatie een belangrijke loonsverhooging verkregen met terugwerkende kracht tot October 1917 waardoor aan de ge» zeilen een loonsverhooging van honder* den guldens in eens werd uitbetaald (eveneens in Bloemcndaal, Heemstede, Schoten, Overveen en Zandvoort). In dit belangrijke tijdperk kwam tevens de eerste arbeidsovereenkomst tot stand, die echter op dit oogenblik niet bestaat. Wel is het bekend dat cr van de 53 werkgevers velen vóór het afslui* ten van een overeenkomst zijn, doch de kleine werkgevers zijn er tegen. Vooral is den laatsten tijd thet werk van het bestuur en speciaal van den penningmeester uitgebreid, waarvan wij een duidelijk overzicht kregen.. Een kaartsysteem toont aan hoeveel werk* nemers er bij iederen werkgever werk* zaam zijn en of daar onder zijn die vóórwerkzaamheden mogen verrichten, waarvoor veelvuldig met de arbeidsin* spectie moet worden samengewerkt- Dan is er den laatsten tijd de werkloos» heidsverzckcring bijgekomen waaraan veel tijd besteed moet worden. De heer de Graaf deelde evenwel mede dat hij steeds op prettige wijze heeft kunnen samenwerken met de heeren van het Burgerlijk Armbestuur en van den Gem. Dienst der Werkloosheids» bestrijding. Hierbij komt dan nog het T. B. C.*fonds van de gezellen, dat een zeer belangrijke plaats inneemt en een groote correspondentie vereischt plus conferenties met den Raad van Arbeid. Dc afdeeling Haarlem kan zeer zeker met groote voldoening op den afgeleg» den weg terugzien. ESPERANTO ALS LEERVAK OP DE LAGERE SCHOOL. Men schrijft ons: Vele menschen, die men spreekt over Esperanto, hebben er wel eens van gehoosd en staan in het algemeen eenigszins sceptisch daartegenover. Ve* len hunner hebben er echter nooit ken* nis mede kunnen of willen maken. Deze toestand* is een belemmering van de verwezenlijking van het groot» sche doel der internationale hulptaal» beweging, nl. het bevorderen van vriendschap tusschen de volken. Het eenige middel nu om de men» schen de waarde van Esperanto te la» ten gevoelen is dit: giet het lekker smakende drankje den schoolgaanden kinderen in, die er sal spoedig smaak in krijgen en hun ouders vanzelf laten meeproeven. De wenschelijkheid, om vooral aan de leerlingen van de gewone lagere school Esperanto»onderwijs te geven, wordt nog niet genoeg ingezien Verreweg het grootste deel der kinde» ren genieten het L. O. als hun eenig onderwijs, dat algemeen vormend moet zijn. Zij krijgen een overzicht van de aardrijkskunde der geheele wereld, worden op de hoogte gebiacht. met de gebeurtenissen uit de geschiedenis van hun land, leeren iets omtrent planten en dieren, krijgen een klein beetje te hooren over de wetten en verschijnse* len in de natuur. Het kind dat van school af is en tot de normale leerlin* gen behoorde, zal overal om zich heen aanknoopingspunten aan het geleerde kunnen vinden en aldus zich üiet al te vreemd gevoelen in de zeer gecompli* ceerde wereld. Nu is er een streven merkbaar, om de school te maken tot de instelling die den jongen inenschen datgene meegeeft, waar ze wat aan hebben in de wereld. Wil men niet op de L. S. de verkeersregels inprenten? Is er niet een beweging gaande om de kinderen bekend te maken met de prac tische toepassing der electriciteit en met de gevaren er van? Het kan wel niet anders dan nuttig zijn, als elk kind dat de L. S. verlaat, precies op de hoogte is van de verkeersregels, met de electrische toestellen in huis weet om te gaan zonder daarbij gevaar te loopen....e n zich wereldburger voelt, door de kennis eener taal, die onbe» grensde mogelijkheden opent voor zijn verdere ontwikkeling. Met 2 uur per week onderwijs in Es» peranto gedurende het 6e leerjaar, kan elke gemiddelde leerling het zoo ver brengen, dat hij veel van de Esperanto* literatuur kan begrijpen en over een* voudige onderwerpen met eenige vaar* digheid kan schrijven. De kinderen zullen veel plezier kun* nen beleven van de correspondentie met kameraadjes uit Argentinië, Ja* pan, Polen, kortom met alle óók Espe* ranto kennende kinderen uit alle lan» den, waar ze toch nooit de taal van kunnen leeren. Ze kunnen hun postze» gelverzameling uitbreiden, een prent» briefkaarten»collectie aanleggen van de heele wereld, van alles te wefen komen over dingen, die kinderen interessee* ren. Wie zouden eventueel op de L. S. het Esperanto*onderwijs moeten ge* ven? Elke klasse»onderwijzer is in staat om in veel en veel korteren tijd, dan hij noodig heeft om een akte van be* kwaamheid voor Fransch. Duitsch of Engelsch te verkrijgen, zich de kennis van Esperanto eigen te maken, noodig om aan de kinderen les te geven. Om meer dan èèn reden is het wen» schelijk, dat er een begin gemaakt wordt met het Esperanto*onderwijs op de L. S. Het zal aan de andere vak* ken geen schade doen, integendeel. Het is o.a, in het buitenland bewezen, dat het gevoel voor de eigen taal door de studie van het Esperanto, bij de leer* lingen in hooge mate werd bevorderd. Ui* 't Duitsch. 79) „Hij is volmaakt onschuldig, oom. „Ja, ja, 't is goed. Toch zullen we hem ontmaskeren". Met deze woorden kwam hij de kamer binnen en zei z'n nicht hartelijk goeden dag, cn stak daarna Knöwe, die met moeite was op» gestaan, zijn hand toe. „Hoe gaat 't met u, meneer Grimm?" Hij legde zoo'n opvallenden klem» toon op dien naam, dat allen er op let» ten. cn Knöwe in z'n leuningstoel te» Tugzonk. „Nu. jullie hent zeker verwonderd?" vroeg dc raadsheer met 'n zeker air van gewicht. ..Dczo man heet namelijk Grimnt, cn niet Knöwe". „Ja, dat weten we al," antwoordde .Wolfgang. „Weet jullie dat al? Hoe kunt ge 't weten?" „De heeren van de justitie weten im» mers altijd alles beter. Waarvan zc dit Weten? Wel, ik heb 't hun verteld!" „Dat is dus zoot u bent dus werkc» lijk de ambtenaar van 't boschwezen, Grimm?" „Zeker, zeker, gaf Knöwe brommend ten antwoord, „en veroorlooft u mij nu eens een vraag, van wien u dit weet? Ik heb 't, tot nog toe, toch pas alleen den heeren van het gerecht verteld. Siaapt gij dan allen onder een deken? En snuffelt u dan altijd alle stukken door? Dan is niemand meer veilig voor jullie, mannen van de justitie". „Daar hebt u zijn antwoord, oom", merkte Wolfgang op. „Inplaats van hem te ontmaskeren, ontmaskert hij u". ,,'t Blijft "n oude, onverbeterlijken lom* perd", zei Frühberg tegen z'n nicht, maar ik heb nog niet heelemaal met hem afgerekend. De ontmaskering komt nog. Om te beginnen, kan ik u verze» keren, meneer Grimm, genaamd Knöwe a at ik niet 't minst weet over uw op* J gaven bij 't gerecht". .Voor den duivel, dat is immers on» mogelijk", wierp Knöwe cr, opgewon» den tusschen in. Nu begon de raadsheer te vertellen, hoe ze den vorigen avond, samen bft de thee hadden gezeten en herhaalde in korte trekken het verhaal over Cla* ra's grootvader, over zijn overleden dochter en het, door haar nagelaten kind. Daarna kwam hij op den verdwc» nen zoon, cn op de zonderlinge over* jeenkomst in karakter tusschen den ouden Grootvader Grimm cn den ouden houtvester Knöwe. Aller oogen werden naar Knöwe gewend, op wien, oogen» schijnlijk het verhaal geen indruk had gemaakt. „Weet u wat, meneer Frühberg", be* Son hij nu, ,,'t is jammer dat u in staats dienst bent, u had particulier detective moeten worden, gij oude speurhondl En als Clara Miilièr u niet had gehol» pen, Clara Müller, herhaalde hij, en sprong op. „Dus, wijlen mijn zuster, geboren Grimm, is met 'n koopman Müller getrouwd geweest, als ik 't goed begrepen heb? En beide ouders zijn dooa? En de achtergebleven wees is mijn n'ehtjc? Daarom is 't meisje me ook zoo goed bevallen. En nu meneer Frühberg. nu u me volkomen ontmas» kerd hebt, dank u". Hij stak hem de hand toe, die de raadsheer krachtig schudde. „Als u me nu nog wilt verraden, waar ik m'n nichtje kan aantreffen, dan zal ik u oi k vergeven, dat u destijds het gerechtelijk onderzoek, wegens 't ver» moerden -\ an den ouden baron von Brandenberg, uit verkeerd begrepen omzichtigheid tegenover een absoluut sehuldvrij mcnsch, hebt tegengchou* den". Frühberg liet z'n hand los. Deze steek trof hem meer dan Knöwe's bc* doeling was. ,Nu, nu, trekt u dat niet zoo aan", zei hij, fr cn hij zag dat de ander bleek werd. .Iedereen doet zijn best, en ziet zoover z'n gezicht reikt, meer kan men niet van hem verlangen". „Dank u zeer, u erkent tenminste m'n goccen wil. Dan moet ik uw lomp* heid wel op den koop toenemen. In elk geva'i heb ik 't met de familie Branden* berg beter bedoeld dan u. Want u hadt 't onderzoek kunnen doorzetten, als u destijds 'n aanklacht ingediend en ge* tJ'genis afgelegd hadt van datgene wat u wist". „Daarin hebt u al weer gelijk, me» neer Frühberg. en dat is de reden waar om ik hier ben gekomen. Bij gelegen* heid kan uw neef u meededen waarom ik de kinderen van Funk heb ontzien. Nu heb ik geen tijd. Zegt u me nu eens siante pede waar mijn nichtje is. In Dahlwitz is ze stellig niet meer". „Neen, ze is hier". „Ziezoo, wie heeft nu gelijk, meneer Wolfgang? Ik zei u toch dat ze geen dag langer in Dahlwitz zou blijven, als ze geen bescherming meer voor uw neef, van mijn kant of van een anderen, krij* gen kon. Het meisje was waard dat ze eert Amcrikaansche was. En omdat ze nu zoo heelemaal zonder middelen is. cn zich als 'n arme gouvernante door de wereld moet slaan, zal ik haar tot n-, it erfgename maken, en dan kunt u eens nadenken, meneer von Branden» berg. Of u dan van haar 't geld wilt aan* nemen, voor 't teiugkoopcn van uw voorvaderlijk goed". De raadsheer moest hardop lachen |Over de ongegeneerdheid, waarmee Knöwe duidde op de hartsaangelegen* I heden van de beide jongelui, 't Viel buitengewoon in zijn smaak, dat Knöwe j j met z'n gezond verstand, de verbinte* j nis dier beiden in de hand werkte, en j zonder omwegen uitdrukking gaf aan J de gedachte van terugkoop, die hem 1 en Clara voortdurend bezighield. j J „U lacht, meneer Frühberg? Er valt niets tc lachen. Ik ben door eigen kracht I houtvester, zoo goed als onze jonge man hier. door eigen kracht administra* teut*, en mijn nichtje door eigen kracht j gouvernante werd. Wat ik ginds, in Amerika, eerlijk heb verdiend, dat bc* j hoort mij toe, en gaat geen mensch ter wereld wat aan. Als u misschien uw pen wilt doopen in uw juridischen inkt» 'pot, dan kunt u dadelijk een schen» kingsoorkonde opstellen. Maar daar* voor moet Clara Müller hier zijn". ,Laat 't lieve kind toch roepen", ver* zocht mevrouw von Brandenberg. ,,'t Zal een heerlijke herkenningsscène geven, tusschen de kleine Samaritaan* sche en den geredden houtvester". Frühberg dacht 'n oogenblik na. j Daarna wendde hij zich tot Wolfgang j en zei: „Wolfgang, ik laat aan jou de beslissing over. of ik juffrouw Müller hierheen zal brengen". „■Dat heeft alleen Knöwe, die van* daag onze gast is. te bepalen. Voor mij zou juffrouw Müller zeker niet hier komen. Maar als ik eerlijk moet zijn, zou ik liever, wat mij betreft, een on» derhoud tusschen nicht en oom niet bijwonen, omdat ik bang ben dat Knöwe weer zoo tactloos zou kunnen zijn. om over dc aanneming van het geld, door bemiddeling van juffrouw Müller, en over 't weer aankoopen van Brandenberg, te spreken". „Je moet met zoo lichtgeraakt zijn, beste Wolfgang", zei de barones, ter» wijl ze bedarend de handen op z'n schouders legde, en hem onderzoekend in de oogen zag. „Verweer je niet tegen je geluk. Dat is een verkeerde opwelling. Je behoeft slechts te nemen, wat 't lot je, na lange jaren van be* proeving, als een rijpe vrucht in den schoot laat vallen". ..Bravo!" klonk 't uit Knöwe's mond. Wolfgang kuste z'n moeder's voor» hoofd, en antwoordde zacht: „Doe met me wat jullie wilt; sedert ik weet dat de eer van mijn vader onbevlekt is gebleven, heb ik den ouden moed in 't leven weer teruggekregen". (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9