HAARLEM'S DAGBLAD
PARIJSCHE MODE.
DE MIDDENWEG
DONDERDAG 30 SEPT. 1926
MET EEN GEPLOOID SCHOTSCH ROKJE.
De modisten schijnen te gaan afwij#
ken van den stijven regel en het hier»
bij afgebeeld costume vertoont een
aangenaam voorbeeld van de nieuwe
modie. Het korte manteltje met over»
slag»rcvers is van donkerbruine stof en
het geplooide schotsche rokje is van
geruit reeddeurig plaid. De hoed is ook
rockleurig en staat uitstekend bij het
geheel.
Draagt men een gekleurd schotsch
rokje, dan kan men den mantel maken
van donkergroene stof, of eventueel
van zwart en geeft men de voorkeur
aan een zwart en wit geruit rokje,
dan draagt men er vanzelf een zwart
manteltje bij.
Knippatronen van dit aardige cos»
tuumpje zijn verkrijgbaar in de maten
42. 44, 46, 48 onder opgave van «o.
1150.
Kosten 70 cents.
VOOR PLOTSELINGE
REGENBUIEN.
Oorbellen zyn weer mode en dus moeten
gedragen worden, ook al worden
zoo omvangrijk, dat het dragen een last
moet zijn en de ooren er spoedig van uit
hun model moeten raken.
„Een rubber dekkleed is altijd in
mijn kinderwagen te vinden bij wijze
van voorzorg, daar wij in den herfst
allicht ee-n plotselinge regenbui kun»
nen krijgen. Wanneer ik dat rubber»
dekkleed over de dekentjes heenleg en
de kap opzet, is de baby geheel tegen
alle eventualiteiten beschemd".
NACHTGOED VOOR DE JEUGD.
Ondérgoed ia een "belangrijk onderdeel
van onze 1 innen JaaM tegenwoordig en zelfs
aan 'kinderondergoed word: meer a:wndacfht
geschonken, dan vroeger. Bijna alle kin
deren houden ervan leuk ondergoed te
hebben niet eer»: als zij ^en baklviseh-
leeftijd bereiken brij gen zij deze eigen
schap. Maar terwijl d« bakvisch emaoht
naar crêpe de oh in», is haar jongere zu?je
nog tevreden onet ieta ro nder luxueus en
haar ©r.derklcertjes worden gemaakt van
katoen, linnen of «fijui m-amsouck. 'e Zo
mera kan zij gemakkelijk zulke aardige
dingen dragen, doch in den winter moe:
zij zich -tevreden ©tellen .met eenvoudiger
•ondergoed. Dat volwassenen het geheeie
jaar door crêpe de chine dragon, wil nog
n:e: zeggen, dat zij ihet aan de jonge kin
deren toestaan ook deze dracht te adoptee-
aen. Want jonge meisjes hebben, zooals
iedereen weet, «en vastgeroest bezwaar te
gen het nemen v«ai notitie van tocht
en -daarom irfoet men zorgen, dat Z|1 "warm
gekleed gaan zoodra de eerste vlagon van
den Herfét zich doen gevoelen. Natuur-
.lijk, legenwoord:g zijn warme ondeiklee.
ren heel aardig en heel wat andere, dan
in de dsgen van de flanellen, doch het
dikkere goed leent zich niet zoo gemakke-
1 ijk tot borduurseltje» en vereieringen en
men kan het beter eenvoudig laten.
De maohljurk, afgebeeld onder No. 1145
is gemaakt .van wit voile en de eenige
versiering bestaat uit bestiksels van crème
zijde. Mouwen en pijpen zijn met hun
heele breedte samengenomen tuesdhen
nauwsluitende handen en zijn aardig af
gewerkt met typische kleine strookjes. Het
jurkje kan dienen voor kinderen tot 8 jaar.
Knippatroon is verkrijgbaar einder opgave
van No. 1145. Kosten 55 ets.
Do pyjama afgebeeld onder No. 1146 is
gemaakt van ge-treept flanel. Zij i« op de
gewone wijze gemaakt, met rechte broek
en «en recht afhangend jaeje, dat aan de
voorzijde met knoopen gesloten wordt
Deze pyama is geschikt voor meisjes van
8 tot 16 jaar. Knippatronen zijn verkrijg
baar onder opgave van Nr. 1146. Koster.
55 cents.
EEN EENVOUDIGE JURK
VOOR ALLE DAG.
Jonge meisjes, die kantoorwerkzaamihe-
den vervullen, inrichtingen van ooderwijs
bezoeken enz. vinden het eome erg lastig
een jurk te krijgen, die „er tegein kan" en
die tooh aardig en ne'-je6 .staat. Onder
No. 1147 ia een japqnnetje afgebeeld vat
Madonna-blauwe, lichte wollen stof met
een oeintuur met geep eri «en rokje met
plooien aan de voorzijde. De hale woitdt
aardig versierd door middel van een wil
kraagje en een eenvoudig wan zijden
daeje. Dit is een japonnetje, waar zeer
velen naar verlangd zullen hebben, en dat,
hoewel van stevige ©tof gemaakt, absoluut
volgen© don laatston smaak ie vervaar
digd.
Knippatronen zijn verkrijgbaar kn de
maten 42. 44, 46, 46 onder opgave van
No. 11147. Kosten 55 centa.
HANDWERKJES.
ÏBüü
Hot is op verzoek van vele zijden
dat wij, nu de herfst» en o, maaT al
te spoedig daarna de lange winter»
avonden komen, ter afwisseling oneen
lezeressen een handwerkje bremgen.
De afbeelding geeft een rand weer.
van filetwenk, zeer aantrekkelijk en
niet alledaag«ch. De rand zal het bui»
tengewoon aardig „doen" in een bedde»
sprei of aan de uiteinden van een tafel»
looper.
Wenscht men dien rand voor een sprei
te gebruiken, dan doet men het beste
een iets of wat zwaren draad te nomen
cn borduurt men met 12 steken op de
5 oentimeter; wil men hem daarentegen
voor een tafellooper gebruiken, dan js
het beter een dunnere draad te ne«
men cn 16 stckien op de 5 centimeter.
Het filet»werk is volop in den smaak
en het gaat tamelijk vlug; twee ci-Jcn»
schappen, die ertoe aansporen eon der»
gelijk werkje ter hand te nemen.
WAT MOEDER DE VROUW
ZEGT.
„Ik weet wel. dat de Verkavels arm
zijn, maar het :s toch niet daarom al»
leen, dat hun keuken zoo eigenaardig
riekt".
Mi** Mary Blunden, een EngeUche
schrijfster, ook bekend als de slangen-
m haar zonderlinge voorkeur
voor reptielen.
Het nieuwste speelgoed van verwende Amerikaanscbe dametjes is de „vliegende
visch". Deze vischsoort komt in zoo grooten getale aan de kust van Florida voor,
dat men ze gemakkelijk kan vangen.
WIJZE WOORDEN.
HERINNERING.
Er heeft eens iemand gezegd: ,.Her»
innering is de knapzak op den tocht
door het leven". Dat is een zeer waar
■woord, dat is te zeggen, als men het
op de juiste wijze weet to^ te passen
Want niet iedere herinnering kan met
een knapzak vergeleken worden. Een
knapzak bevat brood en andere spijzen
waarmede wij ons voeden om onze
krachten gedurende den tocht te ster»
ken. En zoo moet het ook met de
herinnering gaan; zij moet ons sterken
op onzen tocht door het leven. Ik zeide
zooeven, dat men de herinnering op
de juiste wijze moet weten toe te pas»
sen. Want herinneringen kunnen van
zeer verscheidenen aard zijn. Er
zijn gebeurtenissen in het leven
waaraan de herinnering ons lief en dier»
baar is, herinnering die wij van tijd tot
tijd weder in ons zeiven wakker roe»
pen om ons eraan te sterken. Maar er
zijn ook gebeurtenissen, waarvan de
herinnering ons telkens weer doet hui»
veren, die ais een centenaarsgewicht op
onze ziel rusten en ons schier dreigen
te verpletteren. Deze laatste herinme*
ringen werken geenszins versterkend op
ons gemoed. Lag het in onze macht,
dan zouden wij die zeker voor eeuwig
uit onze gedachten verbannen. De aan»
gename herinneringen echter, sterken
ons. eij geven ons moed in onzen da»
gelijkschen strijd om het bestaan.
Door de herinnering aan een vroegere
prestatie krijgen wij weder moed ons
voornemen tot het bereiken van het
een of ander in de vaste overtuiging
van succes te verwezenlijken.
Doch ook schoone uren. die reeds
lang tot het verleden behooren, laat
men gaarne weder eens aan zijn gees»
•tesoog voorbijgaan: men geniet steeds
weer opnieuw van de vreugde, die eens
geweest is, die vreugde, die een on»
uitputteiijke bron schijnt te zijn ge»
worden. Onze geprikkelde zenuwen
komen tot rust en een geluksgevoel,
als he4 ware uit een andere wereld,
komt over ons. Maar toch kunnen ook
herinneringen aan onaangename ge»
beurtenissen voor ons van groot r.ut
zijn. Misschien hebben wij vroeger
eens hij een gewichtige aangelegenheid
„met het hoofd door den muur" ge*
wild, en getracht iets te bereiken, wat
later gebleken is zeer nadeelig voor ons
te zijn .geweest. Is het dan later, bij
een. dergelijke gelegenheid niet nuttig,
als wij ons die onaangename, misschien,
voor ons schadelijk gebleken gebeurte»
nis herinneren?
Zeer zeker. Door herinnering daar»
aan kunnen wij slechts leeren. Die
eerste onaangename gebeurtenis moet
waarschuwend fn onze herinnering
voortleven, opdat wij in 'n zelfde of der*
gelijk geval, als toen, voorzichtig zijn
en ons niet door een voorgespiegeld
resultaat op een dwaalweg laten voe»
ren.
I(k kom daarop terug, wat ik in het
begin zeide, dat men moet weten hoe
men de herinnering moet gebruiken.
Wanneer wij dat doen, dan zul',en wij
er voordeel van hebben en zal zij ons
als opwekkende cn waarschuwende
mentor op onzen levensweg begelei»
den,
EEN
FILET BORDUURWERKJE VOOR EEN
KAARTTAFELKLEEDJE.
Borduur vier boekjes, eooals bet pa
troom aangeeft, met dunnen draad en de
deken zoo makend, .dat men 8 mazen
krijgt op 2 1/2 o.M. Leg de vier vierkantjes
op d« boeken vara een kaarttafelkleedje en
naai ze erop vast imet een knoopsgaten.
.steek. Knip daarna de stof van bel kleedje
eronder uit. Zoom den uitersten rand van
het kleedje op de madbine om. Knip nu
de «vof zoo idioht mogelijk Iamgs den zoom
weg en werk er een picot omheen.
Eenige weken geleden stond er op
de kalender van de „Vereeniging voor
Huisvrouwen" ongeveer het volgende:
houdt in alles den middenweg, hoedt
u voor uitgelaten vreugde zoowel als
voor uitbundige droefheid.
Op het eerste gezicht is men het daar
mee roerend een-s; dc middenweg is
altijd een mooi ding en al is het dan
ook niet gemakkelijk ze te bewandelen,
toch is het een bewijs van groote even»
wichtigheid in den mensch. Juist ook,
omdat het zoo moeilijk is, den midden»
weg te houdien in het leven, is het des
tc verdienstelijker pleit het des te
meer voor hen die er toe in staat zijn.
Het eerste gedeelte van bovengc»
noemde uitspraak zal dan ook wel
ieders volle instemming hebben. Jonge,
jonge, zegt men ook bij nader hesohou»
win-g ervan, het is geen gemakkelijke
opgaaf, die dat kalenderblaadje daar
geeft en het zal door menigeen pas na
hevigen en voortdurenden strijd bereikt
worden, maar het is dan toch ook wel
echt de moeite waard.
Nu komt echter het tweede deel
van dit „aphorisme". als wij het zoo
noemen mogen, en dat verklaart het
eerste nog wat nader door ons te ver»
tellen, dat wij on6 voor uitgelaten
vreugde en uitbundige droefheid moe»
ten wachfen. En dat prikkelt bij nadere
beschouwing tot verzet.
De eene zal een beeld voor oogen
krijgen van een hopeloos grijs, glans»
loos, gelijkmatig bestaantje, dat geen
diepten van het leven maar daardoor
ook geen hoogten kent. Een ander zal
moeten denken aan een ietwat koel
mensch.' die dien gulden middenweg
houdt en alles met een tamelijk hoog»
hartigen glimlach beschouwt zonder
er warm of koud onder te worden. Hen
derde zal weer vinden, dat het dan
toch nog maar gelukkiger is, dat er
ook nog zulke nesten bestaan als dc
bakvisch van den hock, die altijd
loopt tc gichelcn of als de zoon van
de overburen met zijn harde, schrecu»
werjgc stem. dat brengt tenminste nog
wat afwisseling. En zoo zal menig»
een omar jename gewaarwording
krijgen bij het lezen van deze aanspo
ring tot gelijkmatigheid.
Letterlijk genomen bctcekcnt het
dan ook, dat zoowel een hartelijke
schaterbui als een uitbarsting van droef»
heid uit den booze zijn en daarom zoo»
veel mogelijk vermeden dienen tc wor*
den.
Het gevolg zou zijn, dat er niet an»
ders meer dan geglimlacht zou wor»
den, een vreugdeuiting die door som*
migen al als de hoogste wordt gebc»
zigd. En het toegeven aan een groot
verdriet zou ook zeer onverstandig
zijn: het leed moest bedwongen wor
den, wat er ook gebeurt.
Wat een saaie wereld zou dat wor»
den. wanneer wij nooit verder gingen,
dan een glimlach en een verstolen
traan Wat gelijkmatig, zeker, cn ook
wat rustig, maar daarbij tocb ook ont»
stellend vervelend cn vlak.
Dit zal de bedoeling van deze uit»
spraak nooit geweest zijn. maar ons in»
ziens had cr na de tweede zinsnede
over de vreugde en de droefheid nog
het volgende als verklaring op moeten
volgen: Uitgelaten vreugde kan ónt»
aarden in brooddronkenheid of in
aanstellerij, terwijl uitbundige droefheid
stootend kan zijn, en als zoodanig zijn
zij af te keuTcn.
Maar geen enkel gezond*dcnkend
mensch zal zich ergeren wanneer cr ge»
schaterd wordt om iets dat de moeite
waard is, of wanneer er desnoods luid»
ruchtigc pret wordt gemaakt op een
feestelijke bijeenkomst. Net zoo min
zal men zich verbazen over een plot»
sclinge uitbarsting van droefheid bij
een overigens moedig gedragen leed
en niemand zal zich ooit behoeven te
schamen over gestorte tranen, wanneer
het verdriet en de droefheid haar in«
trede hebben gedaan.
En die gulden middenweg kan heel
goed bewandeld worden, ook met scha»
terlachcn en bittere tranen, wanneer zij
eerlijk en oprecht gemeend zijn.
MENU.
Gestoofd konijn.
Zweedsche Appclschotel.
Voor het hoofdgerecht geldt het
volgende recept:
1 konijn.
75 gr. boter.
60 gr. bloem.
1 ui.
6 eetlepels tomatenpure
2 1/2 d.L. bouillon.
Peper en zout.
Sap van 1 citroen.
24 kleine ronde uitjes.
24 kleine ronde aardappelen.
Het gevilde konijn wordt in de vo!»
gende stukken verdeeld: 4 pooten, de
kop in tweeén en 6 deelen van den
rug. Deze stukken worden gewasschen,
met citroensap bedruppeld, ingewreven
met peper en zout, in de bloem gewen»
tcld en in dc boter mooi bruin gebra»
den.
De stukken worden in een stoofpan
gelegd. Uit de braadboter worden nu
alle vaste bestanddeelen geschept met
een schuimspaan en daar twee le.pels
bloem en de eene gesnipperde uj er
lichtbruin in gefruit. Hiervan wordt nu
met dc bouillon en dc tomatenpurée
e;:i saus gemaakt, die na gezeefd te
zijn, over den konijnstukken wordt ge»
goten, waarna het gerecht in de geslo»
ten pan nog een uur zacht moet stoven
Intusschen worden de aardappelen gaar,
maar niet kruimig gekookt, terwijl de
uitjes de volgende bewerking onder»
gaan:
Ze worden schoongemaakt in ko*
kend water met zout gaar, maar in hu.n
geheel gekookt. Als zij op een vergiet
uitgelekt hebben, worden ze in een
vuurvasten schotel met wat suiker en
een lepel gesmolten botcT in den oven
lichtbruin geglaceerd.
Het gaargestoofde konijn wordt nu
midden op een verwarmden schotel ge
legde de saus er over heen gegoten en
de aardappeden en uien in vakjes er
om heen gelegd, desgewenscht met af»
scheidingen van uitgetande schijfjes ci»
troen.
Voor het dessert zijn de ingrediën#
6 groote appelen.
6 beschuiten,
65 gr. boter.
1 ons basterdsuiker.
1 dX. slagroom,
wat poedersuiker.
De appelen worden in vieren gesne»
den, kroontjes en steeltjes verwijderd,
gewasschen en in weinig water gaar.;.
kookt. Als het moes gezeefd is, wordt
er de helft van de suiker doorgeroerd.
Het moes wordt dan in een vuurvas»
ten schotel gedaan, hierop de gestamp»
te beschuiten met de andere helft van
de suiker vermengd, gelegd en de
boter er in klontjes op verdeeld. In een
heeten oven moet er nu vlug een korst»
je op komen. Als het gerecht geheel
bekoeld is, wordt dc room stijfgeklopt,
met de poedersuiker vermengd en er
los met een lepel of in figuren niet een
spuitzakje op gelegd.
E. E J.-P.