HAARLEM'S DAGBLAD
FLITSEN
VAN OUDE TIJDEN.
FEUILLETON
ZIJN KLEINE MEISJE
ZAT""PAG 2 OCT. 1926
DERDE BLAD
Ter Kamere, den tienden September.
Ambten en Bedieningen.
De S vin Heiland en Wests mij vrij van jaloersohhedd; vermelid
fnes _.'d a-s hun -hooge en souvt reine t het dan ook aUeon als een aardig
overheid, en tkn prins van Oranjestrekje, dat don tijd tcekc-nt. Bedenke»
Nassau ais stedehouder van deze pro» lijker is, dat wc! eens nieuwe bedie»
vino.e, gehouw en getrouw te zijn, ningen werden gemaakt om vrijers met
hun te stij\en cv. te sterken in hun dienstmeisjes, en ook and:re minnen»
rechten dit allereerst beloofden de paartjes, in den echtelijken staat
do n <uwc burgemeesters "bij de bc. te doem voreenigen,
eedigir.g op den t anden September. Op de groot-c lijst die in de verga»
In s.'ac'houdcriiiozc tijdon verviel na» dering op tafel ligt. komen voor zoo»
tuuriijk de eed aan den vtadfcottder: wel bcogere ais lagere betrekkingen,
ik zi.de reeds, dat de» wijzigingen Waarop de keus :s gegrond, kan ik
hot formulier van den eed verband n et ontdekken. Ge vindt de Staten»
houden mot zekere s'.az kurd-ge ge» Generaal genoemd, maar ook den
beur enlssen in ons vaderland. En de j stadsledcnzetter. cm Raad van Sra»
bfiofte om ..de keuren en ordonnan» ten naast don ktokkenoi-cllAr. Hier is dc
tiön van de brouwerij» en dc dra-pe» j pluimgraaf on dc houtvester, even
ncncring mot ui/wat daaraan kleven j goed als de voorzamgcr cn de brood»
mag te achtervc'gen cn te ooderhou- vigor. Notarissen en procureurs,
de.n naar al ons vermogen", herinner» I schokrchen en dootores m-cd'.cinae. de
dc am de# belangrijke plaats die deze
bedrijven eetmaal in dc stedel'jke
nijvcriicid harden irgeromen. Met*
tertijd kon deze zinsnede achterwege
blijven, even-ak d?c waarin burge»
meesters verzekerden. ..die stede van
Haarlem te (jsulicn) bewaren en. tc
houden tot behoef van de hecren
Staten". In die dagen waarvan ik
spreek, in het midden der achttiende
eeuw. was het gevaar niet -Jroot, dat
zij aan hun macht c ut trokken zou
wc-i n. Maar onveranderd goblewr.
was de taak „dc po or teren ven
Haarlem tc stijven cn te sterken in
hunne rechten, cn elk poorter bijzon»
der togen ccr. iegelijk; de privilegiën,
handvesten, beuren. ccstumen en ge»
»orr,:tn tc onderhouden", cn voorts
„met den schout en dc schepenen van
de voorzegde stede die misdadige cn
breukigc personen tc helpen ooit;»
geeren van a lie zv.kcn tot correct:,
staande cn behorende; des voorschrc»
ven steden goederen te helpen re»
gieren cn bewaren-tot oorbaar en
profijt van eer voorschreven stede,
ge!ijk ons zelfs goederen".
Ik ben blij voor den loze>r, dat ik
h-icr. schoon burgc meesteren nog meer
beloofden, kar. afbreken zonder aan
de duidci jkhe-id cn dc volledigheid tc
kort tc doen. Lange formulieren heb»
ben vermoedelijk zijn bdengstei'.ing
niet. en ik moet straks nog aan eer.
paar andere ambtsdragers den eed af»
nemen. Dat op dc bcccdigir»,' dc gc*
bruÜtciijke gelukwensobcn volgdenbc»
hrc.f >k rauwelijks tc vermeiden:
^daarna dc gewone complimcrotc-n van
felicitatie, vrientschap er goede har»
mnaic door dc Hcoren Hooftofficlcr,
Burgcmccstcron en Ministers over cn
weder afgelegd sijndv" och, ge
kunt u dat zoo voorstellen. Net als wij
doen: „van harte. hoor. cn dat wc het
goed met ehkan»:!-. r mogen vinden.",
maar met m::;.!.r gratie cn hoffelijk»
h< zonder diepe bu'gl-ageh cn IJdele
piichtplcgTi'en. Hierop vertrok de
hoofdofficier. Hij was geen lid van het
college van burge meeste ren, mam dus
aan hun beraad .dagingen geen deel.
Dc beraadslagingen in deze Septcrr.»
bervergadcring betroffen: dc begeving
van ambten cn bedieningen, het waar»
nemen der vergaderingen van dc Sta»
ton in Den Haag. het houden der ver»
pacht rr gen on h:t waarnemen der
commissies buiten de stad.
Van dc stedelijke hctrckkmgcn, die
*,lcr d sposit/e en collatie" van dc bur»
f.-mecj'f s stonden. werd een deel be»
geven door het college, een ander dcc!
door ieder der hcccn afzonderlijk „in
eijn tour of maant". Van dc eerste
categorie was een lijst opgemaakt, die
in d: vergadering, waarin ik u heb
bior.cage'.cid, besp- «ken, aangevuld of
gowijz gd werd. Wie- in die lijst, over
dc schoirdcrs van den secretaris heen.
eer. bi k slaat, cn zich daarbij herin»
nervt. dat ook nog vele andere
ambtenaren cn beambten op burge»
mrcs'erskanvrr werden benoemd, hc=
grijpt eerst goed, welk een macht en
invloed deze regeerders bezaten alleen
reeds door deze wijze van benoeming.
Zc waren zich daarvan ook we: bc»
wust. Ik ken een burgemeester, die in
dc dagen zijner rur.t een lijstje heeft
opgemaakt van dc door Z E. Acht»
bóre wc .geschonken baantjes. Noor
zijn kinderen cn kindskinderen mis»
schlen. opdat zij weten zoude? wat hij
in zijn leven zoo al verricht en tot
stand had gebracht. Het merkwaardige
etuk is ai-hars onder zijn famüicpa*
pieren gcvor.'ien. Daaruit zag ik. om
cr een eikel voorbeeld aan te cr.t»
leencn. dat deze burgervader den
vrijer van Aagj- zijn keukenmeid, die
„.mnasië rector cn de vierde meester,
htm iot wordt gelijkertijd „tor r.amc»
rc" beslvst.
Een bocite versoheidenCie'd, en uw
aanducht valt op het verschil «usvehen
den „stats operateur ofte steciavnifdcr.
als-mede dogeeoe. die de gc-daoe ope»
ration gcracost*'. Dc „zwaard-drager van
Damiatc". is ik zal u nvaar niet la»
ten raden de kapitein van dc nacht»
wacht; een „proefvrotm" is oen des»
kundige, dóe het p-oefstuk van den
klet-rmakersgczel keurt; een „taal»
man" is een procurc-ur. Ook dc vier
6faads9eorotaTis»en ontvangen tien
ambt van b-unZemeesteren. Met <i:t
.voorbehoud echter, dat zij moeten be»
noomd worden „met unanieme stem»
men van alle d»e heron, ofte dat asi»
derszizis over de bouevingc sal wor*
den geboot, sodanig rvogians dat voor
het doen van de lootingc. door ieder
Heer een persoon sa! werden gc»
noemt, die aan alle de Hecren nangc»
naem is". Hetgeen n-ict altijd gemak»
kei: ik was.
Een geitteen-tcasccrctarbs, denkend
aan zijn el-gen omvangrijke taak, vroeg
mij eens wat zijn ambtsvoorgangers
uit ouóc tijden toch wel tc doen had»
den. V-ier secretarissen op een secre*
tar.c van vier of vijf klerken. Een
oliedig antwoord op deze vraag zou
dc geschiedenis van bet secretariaat
geven, een geschiedenis. d:c, gelet op
de belangrijkheid en veelzijdigheid
van het ambt. waard is geschreven tc
wond-en. Wat in hoofdtrekken van
dezen „mir.bt.r" wrlungd werd. kan ik
h'cr wel even meededen, aan dc hand
van den eed. d.c hij moest alleggcn.
Hij neemt op zich „dc Hcoron van <!c
rcgcering alle eer. respect endc ge»
hoorzaamheid tc bewijzen, de bor»
^»cr ijc cm aire d-.cgecne, die ter sec re»
tarije tc doen hebben, in alle civil:»
,-t'eyt. discretie erode bekcfd'hcyd tc
uik'i bejecgenc-n, cerncn icgelcjk een
retk-jyk cn moderaat salaris af te
vorderen, volgens da ijst e daarvan aU
reedc gemaakt ofte alsnog tc maken".
Hetgeen hierop neerkomt, dat hij be»
looft gehoorzaamheid aan de regeer»
ders, beleefdheid tegenover het pu»
bliek, eerlijkheid tegenover hen d.c
leges verschuldigd waren. Inderdaad
noodzakelijke eigenschappen of deug»
den. die een „goed, getrouw, -naarstig
endc vvgilan-t secretaris" natuurlijk
bezit. Waarbij behoort dat hij „alle
zaken, die bij Burgemcestcrcn. Sche»
ponen, die van den Gerechte ofte
Vroedschap of tor kamere verbande.d
ofte geconcludeerd cn geslootcoi sver»
den, secreet (weet) tc houden, zonder
die tc revclcorcn of tc open baren,
buy ton der kamere. aan iemand, n-ict
van den ccdc werende".
Voorts belooft hij „alk" dagen code
t'a-'.en uuren a'.s Burgemecstcrcn,
Sohecponcn. Thesauriers end-e Wees»
meesteren mij ontbieden zullen, bij
hen t-e komen, mij in gecnc zaken tc
vermengen ofte daar tussch-en
sprcckcn, als des gevraagd ofte mij
zulx geordonneerd zijnde: alle dagen
's morgons van half tien uuren tot ha f
een uuron, endc 's namiddags var.
half drie tot half zes uuren in dc
secrctarijc tc wezen endc blijven,
wel getrouwelijk endc naarst cl ijk tc
idoen endc tc schrijven ofte tc doen
schrijven, alle het .gunt dat# zij mij
lasten endc bcveelcn zullen".
Dc secretaris van voorheen heeft veel
geschreven, zelf geschreven, en schrij»
ven neemt tijd. Dan heeft dc lezer
opgemerkt, dat hij verschillend» col»
leges bediende. Dat zijn diensttijd on«
geweer dezelfde was als thans. En ver»
der. dat deze ambtenaar niet mocht
preken alvorens hom iets gevraagd
wou gaan trouwen, tot port:er var. dc j werd. Zoo bleef hij „minister", di^r.-aar
Grootc Houtpoort had aangesteld. Ik van burgemccstcrcn.
vïr.d dit hcelcmaal niet erg. en voci 11. E. KNAPPERT.
DE MOORDENAAR.
„liet is eigenlijk niet goed, wat ik
doe," zei juffrouw Smith, terwijl ze de
achterzijde van dien brief boven de
stoom hield, „maar cr moet toch
iemand zijn, die voor de belangen van
het lieve kind waakt".
Het was niet de gewoonte van juf»
frouw Smith, die sedert een twintig
jaar een eerste klas pension hield, om
dc brtcven van haar gastien te openen,
inaar in dit geval dacht zij dat het
haar plicht was.
De brief was gericht aan den heer
Charles Hylhc, en droeg een Ameri»
kaansche postzegel cn stempel.
Zes weken geleden was er een knap»
pe jonge man van dien naam hij juf»
.'rouw Smith en pension gekomen. Hij
vertelde, dat hij in de stad een betrek»
king had gekregen als Engclsch corres»
pondent, cn dat hij zoo pas uit Ame.
rika was gekomen.
Ongelukkig voor juffrouw Smith's
ziclcrust ontving hij geregeld uit Ame*
rika brieven met ccn door een vrouw
geschreven adres, en juffrouw Smith
vermoedde. Jat zij kwamen van een
vrouw, waarober hij met geen woord
gesproken had.
Het waren natuurlijk heelcmaal haar
zaken niet, maar zij wilde er toch meer
san weten, om der wille van juffrouw
Montgomcrev, ccn jonge dame, die a;
zes jaar bij haar was. Een alleraardigst
jong mcisic was Joan Montgomerey,
/ij was alleen op de wereld en juffrouw
Smith hield erg veel van haar, hoewci
zij oogcnschijnlijk niet veel meer wa»
ren dan huurster en verhuurster. En
daar juffrouw Smith fusschcn Joan en
Hythe al spoedig een licfdesgeschie»
denise had gemerkt, waren haar gevoc»
le*s iiu gemengd. Dat de twee prachtig
bij eikaar pasten kon ze niet ontken»
ncn. maar de brieven uit Amerika
maakten haar wantrouwig.
„Misschien is hij wel getrouwd en
houdt hij het lieve kind voor dc gek",
maakte zc zich zelve ongerust, „of
misschien nog erger".
Ze kon den brief nu makkelijk ope
nen. cn zc haaide uit de enveloppe een
brief en ccn krantenknipsel. De brief
zelf ontlokte haar ccn kreet van teleur»
stcllifig! Hij was in het I'ransch ge»
m:Ji reven. Het krantenuitknipsel was
•ii het Engclsch cn hetgeen zij las,
.leed haar dc haren tc berge rijzen.
Het begon met vette letters:
40.000 DOLLARS BELOONING.
Dcgccn die ccnigc aanwijzingen kan
geven, die leiden tot de opsporing van
James Bruce, dc man, die in den
nacht van 25 op 2<3 Januari 1925 den
koopman James Mattcns uit Ncw*York
vermoordde, wordt verzocht zich aan te
melden "bij den commissaris van poli
tie Jeff Kailton te Ncw«York.
Het signalement van den moordenaar
is als volgt: leeftijd pl.m. 32 jaar, leng
te 5 ft. 1U, bruine oogen, bruin golvend
haar. Hij droeg een donkerblauw pak
cn ccn slappe grijze hoed.
Boven dc advertentie was een por
tret, waaronder stond James Bruse, en
het was het portret van Charles
Hythe!
Met bevende vinders deed juffrouw
Smith den brief met het uitknipsel weer
in dc enveloppe, zc maakte deze weer
dicht en zette hem op het brievenrek
in de hall. waar Charles Hythe, die als
gewoonlijk met juffrouw Montgo»
mcry uit was, hem bij zijn thuiskomst
zou vinden.
Dien nacht deed zij geen oog dicht.
Zc had verwacht uit den brief tc le»
zen dat Hythe getrouwd was, maar
nu ontdekte zij, dat hij van moord ver»
dacht werd. Haar zenuwachtigheid
werd steeds grootcr! Wat moest zc
doen? Dc politic waarschuwen? Onmo»
gelijk. Dat kon niet, ten eerste niet
om den naam van haar pension, ten
tweede, omdat dan uit zou komen, dat
zc een niet aan haar gcrichtcn brief gc»
open-d bad. Wat zouden dc andere
huurders daarvan zeggen? Zooals zoo»
vele anderen ging zc gebukt onder dc
last van haar geheim. Zc zou Hythe
verzoeken direct haar huis tc verlaten
enn niemand behalve Joan, zou ze cr
iets naders over vertellen. Dc waarheid
zou zc haar zeer zeker niet vertellen.
.-Ms.ze het kon voorkomen dan zou
Joan, tenminste niet door haar. nooit
weten, dat-zc op 'n moordenaar verheft
geworden was.'tWas haar uitgesproken
plicht Joan tc waarschuwen, maar zc
wilde ccn andere reden geven.
Den eersten dien zc den volgenden
morgen vroeg ontmoette, was Hythe.
Zonder veel omhaal van woorden ver»
zocht zc hem nog dien dag haar huis
te verlaten cn waarschijnlijk door haar
bleekheid cn haar qpgevonden manier
van doen, vroeg hij haar geen nadere
verklaring, maar nam haar besluit
zeer kalm op.
Toen kwam het onderhoud met
Joan.
..Ik hch zooevcn mijnheer Hythe ver*
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 708
MOEILIJK BESLUIT
Als je met moeite van een bezoek bij de buren
bent weggebroken, ontdek je dat je je paraplu
hebt laten staan. Als je teruggaat, laten ze je zeker
nog meer familiekieken zien, maar aan den an
deren Kant is het je beste paraplu.
(Nadruk verboden")
zocht onmiddellijk te verdwijnen uit
mijn huis", zei ze erg kortaf.
„Wat!?.... Waarom?"
„Mijn lieve kind...." Juffrouw Smith
werd bijna teedcr....„ „bet is voorname»
lijk voor jouw bestwil. Als ik je vertel
wat ik weet, moet je mij beloven het
niet over te vertellen. Mijnheer Hythe
heeft uit Amerika telkens brieven ge*
kregen en nu had ik ergens een ver*
moeden van, daarom opende ik gis»
teravond een brief..,. Je moet niets
meer met hem te doen willen hebben,
kindjehij.... hij heeft al een vrouw".
Oprecht medelijden was in haar
oogen, toen ze zag, hoe het arme meis»
je bij die woorden incenkrcwnp. Ze
sloeg de armen om haar heen.
„Dat is de zaak, liefje. Je moest het
zoo gauw mogelijk weten Beloof mij,
dat je hem niet meer zult zien, maar
zeg hem om mijnentwille niet, wat de
reden is."
„Denk u, dat ik hem ooit weer wil
zien?" kwam snikkend het wanhopige
antwoord en toen weer meer hoopvol:
,Maar weet u het wel zeker, juffrouw
Stil Rh. heusch zeker?"
Even een stilte cn toenMaar a!
tc zeker, kind'je".
En toen ze n-aar het gebroken fi»
guurtje keek, dat de kame-r uitstrom»
pclüc, vroeg ze zichzelf af of Joan het
nog erger zou gevonden hebben, als ze
haar de waarheid had verteld.
De omstandigheden schenen juffrouw
Smith gelijk te geven, dat ze goed ge»
handel-d had. Van Charles Hythe, de
man, die door de politie gezocht weTd,
zag of hoorde ze niets meer en Joan
droeg haar groote leed beter dan ze had
durven verwachten. De eerste twee
w'ckcn was ze. een erg stil, bedroefd
persoontje dat al haar avonden alleen
op haar kamers doorbracht, maar plot
seling scheen ze zichzelve eens aange
pakt tc hebben, ze ging meer uit en ze
leek haast weer gelukkig. Maar juf»
frouw Smith vermoedde, dat 't sleohts
een masker was om haar gebroken
hart te verbergen. Over Hythe werd
niet meer gesproken en toen juffrouw
Smith eens, om haar medegevoel tc
toonen, over hem begon, vroeg Joan
haar om dat onderwerp niet meer aan
te roeren en daar bleef bet bij.
Het was op een Zaterdag, ee-nige
weken later, toen het meisje in juf
frouw Smith's zitkamer kwam, klaarblij
kclijk voor iets gewichtigs.
„Juffrouw Smith", begon ze een
beetje verlegen, „het spijt mij werke
lijk, dat ik het zeggen moet, maar ik
ga dc volgende week weg".
Het kleine dametje ging rechtop zit»
ten cn keek haar aardige huurster ver»
wijtend aan.
„Je.... je gaat toch niet meer mei
dien Hythe om?" vroeg ze.
Het meisje knikte met haar hoofd.
„Ja. Toen ik, na wat u mij van hem
verleid had, weigerde hem nog te zien
heeft hij mij gedwongen hem te zeggen
wat er was. Toen vertelde hij. dat de
Amerikaansche brieven waren van zijn
schoonzuster, die een Fran9aise is. Zij
correspondccren in het Eransch. Ik
geloof hem, om-dat ik van hem houd.
Hij was heel boos op u en hoewel ik
hem niet verteld heb, dat u een van
zijn brieven geopend hebt, heeft hij
mij laten beloven, u nooit meer iets
over ons te vertellen."
Juffrouw Smith begreep dat wilde zij
Joan redden, zij nu de heele waarheid
moest zeggen.
„Juffrouw Montgomery", zei zc rus*
tig, „wat deze man u verteld heeft van
zijn schoonzuster kan waar zijn, maar
nu zal ik u voor uw eigen bestwil iets
anders vertellen. In den brief, dien Ik
opende, vond ik behalve den Franschen
brief een krantenuitknipsel met
Hythe's portret cn pcrsoonsbe-schrij*
ving en verzoek tot aanhouding tegen
een groote belooning, daar hij wegens
...moord gezocht werd."
Juffrouw Smith had wel verwacht
het meisje te zien ineenkrimpen, maar
ze had er geen vermoeden van dat hc-t
arme kind zóó zóu schrikken. Een doo
delijke bleekheid gleed over haar gc»
zicht cn het scheen of ze tegen den
g-romd zou slaan. Juffrouw Smi-tb
snelde toe om ha-ar te ondersteunen.
„Lief kindje, het is vreesclij-k, maar
ik moest je waarschuwen voor het tc
laat is!"
„Te laat". Maar wc zijn juist van-mor»
gen getrouwd!"
Eenige seconden was er een doo-dsche
stilte in de kamer. De oudere vrouw
deed zichzelve dc bitterste verwijten.
Zc had een onvergeeflijke fout ge
maakt en het was haar schuld dat het
arme kind een m'oordcnaar getrouwd
had. Vol liefde en medelijden legde
Joan op de divan 'neer. „Het komt
allemaal terecht", trachtte ze het snik
kende meisje te troosten. „Maak je
maar geen zorgen!" Maar in haar hart
was dc diepste wanhoop.
Plotseling stak het dienstmeisje haar
hoofd om de deur.
„Daar is die mijnheer Hythe weer
voor juffrouw Montgomery".
.Blijf jij even hier bij de juffrouw",
zei ze. „Ik ga naar hem toe."
En moedig, want er was moed toe
noodig. ging ze naar de hall,
„Waar is juffrouw Montgomery?'
vroeg hij. zoodra hij haar zag. „Een
uur geleden zouden wc elkaar ontmoet
hebben. Ilebt u er weer uw neus inge
stoken?"
„Ja." zei de. Ze beefde maar haar
stem was rustig. „Ik heb haar de waar»
heid verteld. En nu zal ik u eens de
waarheid vertellen. Voor u wegging,
heb ik een van uw brieven geopend en
daar vond ik een briefje in. waarin
stond, dat u gezocht wordt wegens
moord in New»York. Om het meisje
te sparen, heb jk haar toen verteld, dat
ik ontdekt had. dat u getrouwd was,
maar
„Ik! Gezocht wegens moord!" viel
Hvthe haar in de rede, en plotseling
begon hij te schudden van het lachen.
En dat heb u Joan verteld?" eindigde
hij woedend.
„Ja," Juffrouw Smith schrok even
terug .Een oogenblik leek -het of hij
haar wilde slaan, maar plotseling lachte
hij weer.
„Het is heel brutaal van u om mijn
brieven tc openen", zei hij, „maar
ik wil u nu wel vertellen, dat dat biljet
niet anders was dan een schouwburg»»
advertentie. Toen ik nog in Amerika
wat ben ik een poosje verbonden ge»
weest aan een reizend tooneelgezel»
schap en dat was een van onze aan»
kondigingen voor een tooneelstu-k:
,40.000 dollars beloon-ing", waarin ik de
hoofdrol had. Dit is de manier waarop
we in de Vereenigde Staten reclame
maken. Voor de curiositeit wilde ik
een van die advertentie-s hebben, n-a
mijn vertrek en daarom zond mijn
schoonzuster het mij na. Kijk nu eens
naar dit."
Uit zijn zak haalde hij een ander bil»
jet te voorschijn cn legde het open
voor juffrouw Smith's verbaasde oogien
neer. Het was eenzelfde advertentie
als juffrouw Smith gelezen had, met
het verschil, dat er nu met roode let*
ters doorheen stond:
„Hebt u belang gesteld in deze ad»
vertentie, ga dan zien „De Moorde*
naar" in het Casino, de volgende
week. Het biljet, dat u in mijn brief
vond, ging Hythe verder, „werd eerst
geplaatst. Bent u nu tevreden? En
breng mij nu direct bij Joan en wan»
neer ik zie, dat u haar bedroefd hebt
gemaakt, dan zal ikdan zal ik
Juffrouw Smith liet hem zijn bedrei»
ging niet uitspreken. Vliegensvlug
bracht zij hem bij Joan.
Een poosje later vonden zij haar in
haar eigen kamer, huilend en snikkend.
Joan, weer met glinsterende oogen en
gelukkig, sloeg haar arm om haar
heen.
„Alles is nu weer in orde", zei ze
„het was een vergissing, die iedereen
zou gemaakt hebben en ik weet dat u
het deed uit liefde voor mij."
„Nooit, zoo lang ik leef, zal ik meer
brieven van een andere openmaken",
zei juffrouw Smith. ..Maar ik.... ik
dacht heusch, dat hij gezocht werd."
Dat wordt hij ook." gilimlachte
het meisje terwijl zij haar man een
kneepje in zijn arm gaf. „En dai zal
altijd zoo blijven denk ik."
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a GO Cents per regel.
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Laxeer-Tabletten.60 ct
Zenuw-Tabletten 75 ct
Staal-Tabletten 90 ct
Maaq-Tabletten 75 ct
9 BijApoth. en Drogisten
Uil bef Engelscb
van
L. G. MOBERLY.
12)
Vertaald door P. P. T.
(Nadruk verboden).
„M: n goede bedoelingen aan ver*
keer 'e uitlegging blootstellen? Waar*
om? Op welke wijze?" vroeg hij. ..Ik
ben van p! :n formeel dc voogdij op
mi. tc nemen over een kind dat op ccn
erg informeclc manier aan mijn hoede
werd toevertrouwd; hoe kan iets zoo
doodeenvoudig verkeerd worden uitgc»
leol?"
..He wereld oordeelt lichtvaardig",
zei Mr. Duncan, terwijl hii met hooge
forst rechtop ging tien en figuurtjes
teckende op bet vloeiboek dat voor
hein op tafel lat'. ..Ik ben verplicht u
tc waarschuwer, dat als u u formeel en
wette';.ik verantwoordelijk stelt voor
dit klcirc meisje, de wereld natuurlijk
zich zal afvragen om welke reden u
dat doet".
„Om welke reden?" zei Giles met
een uitdrukking van verbazing op zijn
gezicht. „Het moet toch voor iedereen
duidelijk zijn, dat doodgewone nicn»
schclijkheid mij er toe brengt iets tc
doen voor een kind, dat toevallig on»
der zulke tragische omstandigheden al»
leen en onverzorgd bij mij is achtergc*
bleven".
„De wereld is meer boosaardig dan
vlug van begrip", klonk het antwoord
van den advocaat. „Een groot deel van
de menschhcid geeft er dc voorkeur
aan, om lage motieven tc zoeken, lie»
ver dan in een nobel motief te geloo»
ven. Het schijnt niet bij u opgekomen
te zijn", zei ML Duncan met grootc
waardigheid, „dat sommige menschen
zullen zeggen dat u alleen daarom zoo
1 edel bent. omdat er wel ecnigerlci bc»
trekking tusschcn u en dc moeder van
het meisje zal hebben bestaan. Was
u wat ouder of het kind wat jonger:
ik zou zeggen dat men waarschijnlijk
vermoeden zou dat het uw eigen kind
was".
Een blos van verontwaardiging kwam
on Giles' gezicht: een oogenhlik was
hii sprekc'oos. Toen lachte hij scham»
per cn kort.
„Werkelijk, het is een prettig boel»
tie hier op deze wereld: dc menschen
ziin toch wel erg vriendelijk voor cl»
kaar.ccn dergelijke uitlegging van
wat voor mij een voor dc hand liggen»
de daad was, is niet in mijn brein op»
gekomen".
„Maar nu ik u cr op attent heb gc»
maakt", viel Mr. Duncan hem vader»
lijk in dc rede. „zal het toch zeker in»
vloed hebben op uw gedragslijn?"
„Als u denkt, dat ik mijn plannen
eranderen zal. omdat een troep gc»
mccne kwaadsprekers mij met hun
eigen minderwaardigen maatstaf zullen
meten, dan zeg ik met den meesten
nadruk: Neen. Wat u daar net gezegd
hebt, brengt niet dc minste verandc*
ring in mijn voornemen".
„U bedoelt
„Ik bedoel dat, nadat ik dc heele
zaak ernstig overwogen heb en van
-lie redelijke gezichtspunten uit heb
bekeken, ik hij mijn plan blijf om dc
verzorging op mij tc nemen van het
kind dat bekend is onder den naam
Sylvia Burnett. Haar moeder heeft op
haar sterfbed het kind aan mijn hoe»
de toevertrouwd cn ik ben er niet in
geslaagd bloedverwanten of vrienden
tc ontdekken die eerder voor de ver»
zorging in aanmerking komen dan ik.
Zooals ik u gezegd heb is het mijn be*
dcc'ing haar te adopteeren".
„Maar toch niet van plan om haar
uw naam tc geven?" zei dc advocaat
snel, terwijl hij zich afvroeg of zijn
eerst uitgesproken verdenking mis»
schicn toch juist was en Trcdman ten
slotte trachtte, hem door brutaliteit tc
overbluffen. Maar er was iets in het
nobele, verontwnard'gde gezicht van
den jonge n;-'n. in de rustige, grijze
oogen, dat den advocaat een plotseling
gevoel van schaamte deed krijgen cn
hem zijn boosaardige veronderstelling
deed verwerpen.' Hij verontschuldigde
zich voor zichzelf met de overweging
dat veelvuldige aanraking met de slech
te zijde van het leven, hem minder ge
schikt had gemaakt om spoedig aan
nobele motieven tc gelooven.
„U wilt het kind niet uw naam gc*
ven?" herhaalde hij.
„Zeker niet, waarom zou ik dat doen?
Het is immers absoluut niet uitgeslo»
ten dat ik op een keer haar familie
ontdek. Haar vader en moeder moe*
ten toch in elk geval allebei bloedver»
wanten hebben gehad en ofschoon ik
wel geloof dat er duistere punten zijn
in het verleden van Mrs. Burnett, kan
ik toch niet aannemen dat iemand met
een greintje menschclijk gevoel dit op
haar kind zou wreken. Als ik bloed»
verwanten van Sylvia ontdek, zullen
die zeker het kind tot zich nemen en
cr voor zorgen. Maar onderfusschen
neem ik de voogdij op me".
„Hebt u al het mogelijke gedaan om
te onderzoeken of cr niemand is die
er eerder voor in aanmerking komt?"
„Ik geloof wel dat ik alles gedaan
heb, maar volkomen zonder succes.
Op mijn advertenties is geen antwoord
gekomen; ik kan niet het minste spoor
vinden van familieleden van Mrs. Bur*
nett".
„Weet u baar meisjesnaam?"
„N'ten. Iii haar papieren was niet de
minste aanwijzing. Ook niet in wat zij
verder bezatAlleenze over»
handigdc me op haar sterfbed, waar
haar dochtertje hij wasGiles aar*
zeldp ecii oogenblikccn buiten»
gewoon merkwaardig juweel, een sie»
raad dat geweldig veel waard is".
Hij wachtte weer even;Wat ik
u vertel, vertel ik n onder dc grootste
geheimhouding". (Mr. Duncan knikte
vol waardigheid), „de stervende vrouw
zei een paar woorden tegen mij. toen
ze over het kleinood sprak, woorden
die op dat oogenblik een raadsel voor
mij waren en die nu nog even raadsel»
achtig voor mij zijn."
„Kunt u ze u nog herinneren?"
„O zeker wel. Ze klonken onsamen»
hangend, maar nu.... ik ben er van
overtuigd dat ze ten diepe beteckeriis
hebben. Ik ben overtuigd dat als zc
in staat was geweest haar zin af tc ma»
ken. als ze nog had kunnen zeggen,
wat zij blijkbaar nog zeggen wilde,
voordat de dood haar mond sloot, dat
ze mij den sleutel zou hebben gegeven
tot alles wat ik weten moet".
„En hoe waren "die woorden?"
„Zo waren onsamenhangend, afgc»
broken.... ze zei: „In de ivoren doos.
daar is het juweel, het is de sleutel..
verlies het nooitlaat hem nooit
wetenlaat hem nooit weten...
dat zij„dat was alles".
„Laat hem nooit wetenher*
haalde de advocaat langzaam „laat
hem nooit wetenWat bedoelde ze
daarmee? Over wien had zc het?"
„Ik heb er geen idee vanbehalve
misschien.... dat ze Sylvia's va»
der bedoelde. Ze had liet nog eens over
een man op het laatste oogenblik,
toen ze fluisterde: „Laat hii niet haar
ziel vermoorden enMaar ook de»
ze zin werd middenin afgebroken. Het
was duidelijk dat een man haar leven
verwoest heeft en dat zij in haar laat*
ste oogenblikken bang was, dat hij ook
het leven van het kind bederven zou.
Maar wie hij is of waar hij isik
heb er niet meer idee van dan van het
fnannetje in de maan".
„Mas de vrouw een dame?" Hij pau*
zeerde een oogenblik. „Of kreeg u den
indruk van een awjnturicrster?"
„Het was ongetwijfeld ccn dame",
antwoordde Giles beslist en met iets
warms in zijn stem, ..het was een voor»
beeld van een Engelschc lady uit goe»
de familie, heel mooi cn heel beschaafd.
Ik ben dan ook hoogst verwonderd dat
ze zóó alleen stond".
(wordt vervolgd).