HAARLEM'S DAGBLAD FLITSEN VAN OUDE TIJDEN. FEUILLETON ZIJN KLEINE MEISJE ZAT""PAG 2 OCT. 1926 DERDE BLAD Ter Kamere, den tienden September. Ambten en Bedieningen. De S vin Heiland en Wests mij vrij van jaloersohhedd; vermelid fnes _.'d a-s hun -hooge en souvt reine t het dan ook aUeon als een aardig overheid, en tkn prins van Oranjestrekje, dat don tijd tcekc-nt. Bedenke» Nassau ais stedehouder van deze pro» lijker is, dat wc! eens nieuwe bedie» vino.e, gehouw en getrouw te zijn, ningen werden gemaakt om vrijers met hun te stij\en cv. te sterken in hun dienstmeisjes, en ook and:re minnen» rechten dit allereerst beloofden de paartjes, in den echtelijken staat do n <uwc burgemeesters "bij de bc. te doem voreenigen, eedigir.g op den t anden September. Op de groot-c lijst die in de verga» In s.'ac'houdcriiiozc tijdon verviel na» dering op tafel ligt. komen voor zoo» tuuriijk de eed aan den vtadfcottder: wel bcogere ais lagere betrekkingen, ik zi.de reeds, dat de» wijzigingen Waarop de keus :s gegrond, kan ik hot formulier van den eed verband n et ontdekken. Ge vindt de Staten» houden mot zekere s'.az kurd-ge ge» Generaal genoemd, maar ook den beur enlssen in ons vaderland. En de j stadsledcnzetter. cm Raad van Sra» bfiofte om ..de keuren en ordonnan» ten naast don ktokkenoi-cllAr. Hier is dc tiön van de brouwerij» en dc dra-pe» j pluimgraaf on dc houtvester, even ncncring mot ui/wat daaraan kleven j goed als de voorzamgcr cn de brood» mag te achtervc'gen cn te ooderhou- vigor. Notarissen en procureurs, de.n naar al ons vermogen", herinner» I schokrchen en dootores m-cd'.cinae. de dc am de# belangrijke plaats die deze bedrijven eetmaal in dc stedel'jke nijvcriicid harden irgeromen. Met* tertijd kon deze zinsnede achterwege blijven, even-ak d?c waarin burge» meesters verzekerden. ..die stede van Haarlem te (jsulicn) bewaren en. tc houden tot behoef van de hecren Staten". In die dagen waarvan ik spreek, in het midden der achttiende eeuw. was het gevaar niet -Jroot, dat zij aan hun macht c ut trokken zou wc-i n. Maar onveranderd goblewr. was de taak „dc po or teren ven Haarlem tc stijven cn te sterken in hunne rechten, cn elk poorter bijzon» der togen ccr. iegelijk; de privilegiën, handvesten, beuren. ccstumen en ge» »orr,:tn tc onderhouden", cn voorts „met den schout en dc schepenen van de voorzegde stede die misdadige cn breukigc personen tc helpen ooit;» geeren van a lie zv.kcn tot correct:, staande cn behorende; des voorschrc» ven steden goederen te helpen re» gieren cn bewaren-tot oorbaar en profijt van eer voorschreven stede, ge!ijk ons zelfs goederen". Ik ben blij voor den loze>r, dat ik h-icr. schoon burgc meesteren nog meer beloofden, kar. afbreken zonder aan de duidci jkhe-id cn dc volledigheid tc kort tc doen. Lange formulieren heb» ben vermoedelijk zijn bdengstei'.ing niet. en ik moet straks nog aan eer. paar andere ambtsdragers den eed af» nemen. Dat op dc bcccdigir»,' dc gc* bruÜtciijke gelukwensobcn volgdenbc» hrc.f >k rauwelijks tc vermeiden: ^daarna dc gewone complimcrotc-n van felicitatie, vrientschap er goede har» mnaic door dc Hcoren Hooftofficlcr, Burgcmccstcron en Ministers over cn weder afgelegd sijndv" och, ge kunt u dat zoo voorstellen. Net als wij doen: „van harte. hoor. cn dat wc het goed met ehkan»:!-. r mogen vinden.", maar met m::;.!.r gratie cn hoffelijk» h< zonder diepe bu'gl-ageh cn IJdele piichtplcgTi'en. Hierop vertrok de hoofdofficier. Hij was geen lid van het college van burge meeste ren, mam dus aan hun beraad .dagingen geen deel. Dc beraadslagingen in deze Septcrr.» bervergadcring betroffen: dc begeving van ambten cn bedieningen, het waar» nemen der vergaderingen van dc Sta» ton in Den Haag. het houden der ver» pacht rr gen on h:t waarnemen der commissies buiten de stad. Van dc stedelijke hctrckkmgcn, die *,lcr d sposit/e en collatie" van dc bur» f.-mecj'f s stonden. werd een deel be» geven door het college, een ander dcc! door ieder der hcccn afzonderlijk „in eijn tour of maant". Van dc eerste categorie was een lijst opgemaakt, die in d: vergadering, waarin ik u heb bior.cage'.cid, besp- «ken, aangevuld of gowijz gd werd. Wie- in die lijst, over dc schoirdcrs van den secretaris heen. eer. bi k slaat, cn zich daarbij herin» nervt. dat ook nog vele andere ambtenaren cn beambten op burge» mrcs'erskanvrr werden benoemd, hc= grijpt eerst goed, welk een macht en invloed deze regeerders bezaten alleen reeds door deze wijze van benoeming. Zc waren zich daarvan ook we: bc» wust. Ik ken een burgemeester, die in dc dagen zijner rur.t een lijstje heeft opgemaakt van dc door Z E. Acht» bóre wc .geschonken baantjes. Noor zijn kinderen cn kindskinderen mis» schlen. opdat zij weten zoude? wat hij in zijn leven zoo al verricht en tot stand had gebracht. Het merkwaardige etuk is ai-hars onder zijn famüicpa* pieren gcvor.'ien. Daaruit zag ik. om cr een eikel voorbeeld aan te cr.t» leencn. dat deze burgervader den vrijer van Aagj- zijn keukenmeid, die „.mnasië rector cn de vierde meester, htm iot wordt gelijkertijd „tor r.amc» rc" beslvst. Een bocite versoheidenCie'd, en uw aanducht valt op het verschil «usvehen den „stats operateur ofte steciavnifdcr. als-mede dogeeoe. die de gc-daoe ope» ration gcracost*'. Dc „zwaard-drager van Damiatc". is ik zal u nvaar niet la» ten raden de kapitein van dc nacht» wacht; een „proefvrotm" is oen des» kundige, dóe het p-oefstuk van den klet-rmakersgczel keurt; een „taal» man" is een procurc-ur. Ook dc vier 6faads9eorotaTis»en ontvangen tien ambt van b-unZemeesteren. Met <i:t .voorbehoud echter, dat zij moeten be» noomd worden „met unanieme stem» men van alle d»e heron, ofte dat asi» derszizis over de bouevingc sal wor* den geboot, sodanig rvogians dat voor het doen van de lootingc. door ieder Heer een persoon sa! werden gc» noemt, die aan alle de Hecren nangc» naem is". Hetgeen n-ict altijd gemak» kei: ik was. Een geitteen-tcasccrctarbs, denkend aan zijn el-gen omvangrijke taak, vroeg mij eens wat zijn ambtsvoorgangers uit ouóc tijden toch wel tc doen had» den. V-ier secretarissen op een secre* tar.c van vier of vijf klerken. Een oliedig antwoord op deze vraag zou dc geschiedenis van bet secretariaat geven, een geschiedenis. d:c, gelet op de belangrijkheid en veelzijdigheid van het ambt. waard is geschreven tc wond-en. Wat in hoofdtrekken van dezen „mir.bt.r" wrlungd werd. kan ik h'cr wel even meededen, aan dc hand van den eed. d.c hij moest alleggcn. Hij neemt op zich „dc Hcoron van <!c rcgcering alle eer. respect endc ge» hoorzaamheid tc bewijzen, de bor» ^»cr ijc cm aire d-.cgecne, die ter sec re» tarije tc doen hebben, in alle civil:» ,-t'eyt. discretie erode bekcfd'hcyd tc uik'i bejecgenc-n, cerncn icgelcjk een retk-jyk cn moderaat salaris af te vorderen, volgens da ijst e daarvan aU reedc gemaakt ofte alsnog tc maken". Hetgeen hierop neerkomt, dat hij be» looft gehoorzaamheid aan de regeer» ders, beleefdheid tegenover het pu» bliek, eerlijkheid tegenover hen d.c leges verschuldigd waren. Inderdaad noodzakelijke eigenschappen of deug» den. die een „goed, getrouw, -naarstig endc vvgilan-t secretaris" natuurlijk bezit. Waarbij behoort dat hij „alle zaken, die bij Burgemcestcrcn. Sche» ponen, die van den Gerechte ofte Vroedschap of tor kamere verbande.d ofte geconcludeerd cn geslootcoi sver» den, secreet (weet) tc houden, zonder die tc revclcorcn of tc open baren, buy ton der kamere. aan iemand, n-ict van den ccdc werende". Voorts belooft hij „alk" dagen code t'a-'.en uuren a'.s Burgemecstcrcn, Sohecponcn. Thesauriers end-e Wees» meesteren mij ontbieden zullen, bij hen t-e komen, mij in gecnc zaken tc vermengen ofte daar tussch-en sprcckcn, als des gevraagd ofte mij zulx geordonneerd zijnde: alle dagen 's morgons van half tien uuren tot ha f een uuron, endc 's namiddags var. half drie tot half zes uuren in dc secrctarijc tc wezen endc blijven, wel getrouwelijk endc naarst cl ijk tc idoen endc tc schrijven ofte tc doen schrijven, alle het .gunt dat# zij mij lasten endc bcveelcn zullen". Dc secretaris van voorheen heeft veel geschreven, zelf geschreven, en schrij» ven neemt tijd. Dan heeft dc lezer opgemerkt, dat hij verschillend» col» leges bediende. Dat zijn diensttijd on« geweer dezelfde was als thans. En ver» der. dat deze ambtenaar niet mocht preken alvorens hom iets gevraagd wou gaan trouwen, tot port:er var. dc j werd. Zoo bleef hij „minister", di^r.-aar Grootc Houtpoort had aangesteld. Ik van burgemccstcrcn. vïr.d dit hcelcmaal niet erg. en voci 11. E. KNAPPERT. DE MOORDENAAR. „liet is eigenlijk niet goed, wat ik doe," zei juffrouw Smith, terwijl ze de achterzijde van dien brief boven de stoom hield, „maar cr moet toch iemand zijn, die voor de belangen van het lieve kind waakt". Het was niet de gewoonte van juf» frouw Smith, die sedert een twintig jaar een eerste klas pension hield, om dc brtcven van haar gastien te openen, inaar in dit geval dacht zij dat het haar plicht was. De brief was gericht aan den heer Charles Hylhc, en droeg een Ameri» kaansche postzegel cn stempel. Zes weken geleden was er een knap» pe jonge man van dien naam hij juf» .'rouw Smith en pension gekomen. Hij vertelde, dat hij in de stad een betrek» king had gekregen als Engclsch corres» pondent, cn dat hij zoo pas uit Ame. rika was gekomen. Ongelukkig voor juffrouw Smith's ziclcrust ontving hij geregeld uit Ame* rika brieven met ccn door een vrouw geschreven adres, en juffrouw Smith vermoedde. Jat zij kwamen van een vrouw, waarober hij met geen woord gesproken had. Het waren natuurlijk heelcmaal haar zaken niet, maar zij wilde er toch meer san weten, om der wille van juffrouw Montgomcrev, ccn jonge dame, die a; zes jaar bij haar was. Een alleraardigst jong mcisic was Joan Montgomerey, /ij was alleen op de wereld en juffrouw Smith hield erg veel van haar, hoewci zij oogcnschijnlijk niet veel meer wa» ren dan huurster en verhuurster. En daar juffrouw Smith fusschcn Joan en Hythe al spoedig een licfdesgeschie» denise had gemerkt, waren haar gevoc» le*s iiu gemengd. Dat de twee prachtig bij eikaar pasten kon ze niet ontken» ncn. maar de brieven uit Amerika maakten haar wantrouwig. „Misschien is hij wel getrouwd en houdt hij het lieve kind voor dc gek", maakte zc zich zelve ongerust, „of misschien nog erger". Ze kon den brief nu makkelijk ope nen. cn zc haaide uit de enveloppe een brief en ccn krantenknipsel. De brief zelf ontlokte haar ccn kreet van teleur» stcllifig! Hij was in het I'ransch ge» m:Ji reven. Het krantenuitknipsel was •ii het Engclsch cn hetgeen zij las, .leed haar dc haren tc berge rijzen. Het begon met vette letters: 40.000 DOLLARS BELOONING. Dcgccn die ccnigc aanwijzingen kan geven, die leiden tot de opsporing van James Bruce, dc man, die in den nacht van 25 op 2<3 Januari 1925 den koopman James Mattcns uit Ncw*York vermoordde, wordt verzocht zich aan te melden "bij den commissaris van poli tie Jeff Kailton te Ncw«York. Het signalement van den moordenaar is als volgt: leeftijd pl.m. 32 jaar, leng te 5 ft. 1U, bruine oogen, bruin golvend haar. Hij droeg een donkerblauw pak cn ccn slappe grijze hoed. Boven dc advertentie was een por tret, waaronder stond James Bruse, en het was het portret van Charles Hythe! Met bevende vinders deed juffrouw Smith den brief met het uitknipsel weer in dc enveloppe, zc maakte deze weer dicht en zette hem op het brievenrek in de hall. waar Charles Hythe, die als gewoonlijk met juffrouw Montgo» mcry uit was, hem bij zijn thuiskomst zou vinden. Dien nacht deed zij geen oog dicht. Zc had verwacht uit den brief tc le» zen dat Hythe getrouwd was, maar nu ontdekte zij, dat hij van moord ver» dacht werd. Haar zenuwachtigheid werd steeds grootcr! Wat moest zc doen? Dc politic waarschuwen? Onmo» gelijk. Dat kon niet, ten eerste niet om den naam van haar pension, ten tweede, omdat dan uit zou komen, dat zc een niet aan haar gcrichtcn brief gc» open-d bad. Wat zouden dc andere huurders daarvan zeggen? Zooals zoo» vele anderen ging zc gebukt onder dc last van haar geheim. Zc zou Hythe verzoeken direct haar huis tc verlaten enn niemand behalve Joan, zou ze cr iets naders over vertellen. Dc waarheid zou zc haar zeer zeker niet vertellen. .-Ms.ze het kon voorkomen dan zou Joan, tenminste niet door haar. nooit weten, dat-zc op 'n moordenaar verheft geworden was.'tWas haar uitgesproken plicht Joan tc waarschuwen, maar zc wilde ccn andere reden geven. Den eersten dien zc den volgenden morgen vroeg ontmoette, was Hythe. Zonder veel omhaal van woorden ver» zocht zc hem nog dien dag haar huis te verlaten cn waarschijnlijk door haar bleekheid cn haar qpgevonden manier van doen, vroeg hij haar geen nadere verklaring, maar nam haar besluit zeer kalm op. Toen kwam het onderhoud met Joan. ..Ik hch zooevcn mijnheer Hythe ver* VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 708 MOEILIJK BESLUIT Als je met moeite van een bezoek bij de buren bent weggebroken, ontdek je dat je je paraplu hebt laten staan. Als je teruggaat, laten ze je zeker nog meer familiekieken zien, maar aan den an deren Kant is het je beste paraplu. (Nadruk verboden") zocht onmiddellijk te verdwijnen uit mijn huis", zei ze erg kortaf. „Wat!?.... Waarom?" „Mijn lieve kind...." Juffrouw Smith werd bijna teedcr....„ „bet is voorname» lijk voor jouw bestwil. Als ik je vertel wat ik weet, moet je mij beloven het niet over te vertellen. Mijnheer Hythe heeft uit Amerika telkens brieven ge* kregen en nu had ik ergens een ver* moeden van, daarom opende ik gis» teravond een brief..,. Je moet niets meer met hem te doen willen hebben, kindjehij.... hij heeft al een vrouw". Oprecht medelijden was in haar oogen, toen ze zag, hoe het arme meis» je bij die woorden incenkrcwnp. Ze sloeg de armen om haar heen. „Dat is de zaak, liefje. Je moest het zoo gauw mogelijk weten Beloof mij, dat je hem niet meer zult zien, maar zeg hem om mijnentwille niet, wat de reden is." „Denk u, dat ik hem ooit weer wil zien?" kwam snikkend het wanhopige antwoord en toen weer meer hoopvol: ,Maar weet u het wel zeker, juffrouw Stil Rh. heusch zeker?" Even een stilte cn toenMaar a! tc zeker, kind'je". En toen ze n-aar het gebroken fi» guurtje keek, dat de kame-r uitstrom» pclüc, vroeg ze zichzelf af of Joan het nog erger zou gevonden hebben, als ze haar de waarheid had verteld. De omstandigheden schenen juffrouw Smith gelijk te geven, dat ze goed ge» handel-d had. Van Charles Hythe, de man, die door de politie gezocht weTd, zag of hoorde ze niets meer en Joan droeg haar groote leed beter dan ze had durven verwachten. De eerste twee w'ckcn was ze. een erg stil, bedroefd persoontje dat al haar avonden alleen op haar kamers doorbracht, maar plot seling scheen ze zichzelve eens aange pakt tc hebben, ze ging meer uit en ze leek haast weer gelukkig. Maar juf» frouw Smith vermoedde, dat 't sleohts een masker was om haar gebroken hart te verbergen. Over Hythe werd niet meer gesproken en toen juffrouw Smith eens, om haar medegevoel tc toonen, over hem begon, vroeg Joan haar om dat onderwerp niet meer aan te roeren en daar bleef bet bij. Het was op een Zaterdag, ee-nige weken later, toen het meisje in juf frouw Smith's zitkamer kwam, klaarblij kclijk voor iets gewichtigs. „Juffrouw Smith", begon ze een beetje verlegen, „het spijt mij werke lijk, dat ik het zeggen moet, maar ik ga dc volgende week weg". Het kleine dametje ging rechtop zit» ten cn keek haar aardige huurster ver» wijtend aan. „Je.... je gaat toch niet meer mei dien Hythe om?" vroeg ze. Het meisje knikte met haar hoofd. „Ja. Toen ik, na wat u mij van hem verleid had, weigerde hem nog te zien heeft hij mij gedwongen hem te zeggen wat er was. Toen vertelde hij. dat de Amerikaansche brieven waren van zijn schoonzuster, die een Fran9aise is. Zij correspondccren in het Eransch. Ik geloof hem, om-dat ik van hem houd. Hij was heel boos op u en hoewel ik hem niet verteld heb, dat u een van zijn brieven geopend hebt, heeft hij mij laten beloven, u nooit meer iets over ons te vertellen." Juffrouw Smith begreep dat wilde zij Joan redden, zij nu de heele waarheid moest zeggen. „Juffrouw Montgomery", zei zc rus* tig, „wat deze man u verteld heeft van zijn schoonzuster kan waar zijn, maar nu zal ik u voor uw eigen bestwil iets anders vertellen. In den brief, dien Ik opende, vond ik behalve den Franschen brief een krantenuitknipsel met Hythe's portret cn pcrsoonsbe-schrij* ving en verzoek tot aanhouding tegen een groote belooning, daar hij wegens ...moord gezocht werd." Juffrouw Smith had wel verwacht het meisje te zien ineenkrimpen, maar ze had er geen vermoeden van dat hc-t arme kind zóó zóu schrikken. Een doo delijke bleekheid gleed over haar gc» zicht cn het scheen of ze tegen den g-romd zou slaan. Juffrouw Smi-tb snelde toe om ha-ar te ondersteunen. „Lief kindje, het is vreesclij-k, maar ik moest je waarschuwen voor het tc laat is!" „Te laat". Maar wc zijn juist van-mor» gen getrouwd!" Eenige seconden was er een doo-dsche stilte in de kamer. De oudere vrouw deed zichzelve dc bitterste verwijten. Zc had een onvergeeflijke fout ge maakt en het was haar schuld dat het arme kind een m'oordcnaar getrouwd had. Vol liefde en medelijden legde Joan op de divan 'neer. „Het komt allemaal terecht", trachtte ze het snik kende meisje te troosten. „Maak je maar geen zorgen!" Maar in haar hart was dc diepste wanhoop. Plotseling stak het dienstmeisje haar hoofd om de deur. „Daar is die mijnheer Hythe weer voor juffrouw Montgomery". .Blijf jij even hier bij de juffrouw", zei ze. „Ik ga naar hem toe." En moedig, want er was moed toe noodig. ging ze naar de hall, „Waar is juffrouw Montgomery?' vroeg hij. zoodra hij haar zag. „Een uur geleden zouden wc elkaar ontmoet hebben. Ilebt u er weer uw neus inge stoken?" „Ja." zei de. Ze beefde maar haar stem was rustig. „Ik heb haar de waar» heid verteld. En nu zal ik u eens de waarheid vertellen. Voor u wegging, heb ik een van uw brieven geopend en daar vond ik een briefje in. waarin stond, dat u gezocht wordt wegens moord in New»York. Om het meisje te sparen, heb jk haar toen verteld, dat ik ontdekt had. dat u getrouwd was, maar „Ik! Gezocht wegens moord!" viel Hvthe haar in de rede, en plotseling begon hij te schudden van het lachen. En dat heb u Joan verteld?" eindigde hij woedend. „Ja," Juffrouw Smith schrok even terug .Een oogenblik leek -het of hij haar wilde slaan, maar plotseling lachte hij weer. „Het is heel brutaal van u om mijn brieven tc openen", zei hij, „maar ik wil u nu wel vertellen, dat dat biljet niet anders was dan een schouwburg»» advertentie. Toen ik nog in Amerika wat ben ik een poosje verbonden ge» weest aan een reizend tooneelgezel» schap en dat was een van onze aan» kondigingen voor een tooneelstu-k: ,40.000 dollars beloon-ing", waarin ik de hoofdrol had. Dit is de manier waarop we in de Vereenigde Staten reclame maken. Voor de curiositeit wilde ik een van die advertentie-s hebben, n-a mijn vertrek en daarom zond mijn schoonzuster het mij na. Kijk nu eens naar dit." Uit zijn zak haalde hij een ander bil» jet te voorschijn cn legde het open voor juffrouw Smith's verbaasde oogien neer. Het was eenzelfde advertentie als juffrouw Smith gelezen had, met het verschil, dat er nu met roode let* ters doorheen stond: „Hebt u belang gesteld in deze ad» vertentie, ga dan zien „De Moorde* naar" in het Casino, de volgende week. Het biljet, dat u in mijn brief vond, ging Hythe verder, „werd eerst geplaatst. Bent u nu tevreden? En breng mij nu direct bij Joan en wan» neer ik zie, dat u haar bedroefd hebt gemaakt, dan zal ikdan zal ik Juffrouw Smith liet hem zijn bedrei» ging niet uitspreken. Vliegensvlug bracht zij hem bij Joan. Een poosje later vonden zij haar in haar eigen kamer, huilend en snikkend. Joan, weer met glinsterende oogen en gelukkig, sloeg haar arm om haar heen. „Alles is nu weer in orde", zei ze „het was een vergissing, die iedereen zou gemaakt hebben en ik weet dat u het deed uit liefde voor mij." „Nooit, zoo lang ik leef, zal ik meer brieven van een andere openmaken", zei juffrouw Smith. ..Maar ik.... ik dacht heusch, dat hij gezocht werd." Dat wordt hij ook." gilimlachte het meisje terwijl zij haar man een kneepje in zijn arm gaf. „En dai zal altijd zoo blijven denk ik." INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a GO Cents per regel. MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct Laxeer-Tabletten.60 ct Zenuw-Tabletten 75 ct Staal-Tabletten 90 ct Maaq-Tabletten 75 ct 9 BijApoth. en Drogisten Uil bef Engelscb van L. G. MOBERLY. 12) Vertaald door P. P. T. (Nadruk verboden). „M: n goede bedoelingen aan ver* keer 'e uitlegging blootstellen? Waar* om? Op welke wijze?" vroeg hij. ..Ik ben van p! :n formeel dc voogdij op mi. tc nemen over een kind dat op ccn erg informeclc manier aan mijn hoede werd toevertrouwd; hoe kan iets zoo doodeenvoudig verkeerd worden uitgc» leol?" ..He wereld oordeelt lichtvaardig", zei Mr. Duncan, terwijl hii met hooge forst rechtop ging tien en figuurtjes teckende op bet vloeiboek dat voor hein op tafel lat'. ..Ik ben verplicht u tc waarschuwer, dat als u u formeel en wette';.ik verantwoordelijk stelt voor dit klcirc meisje, de wereld natuurlijk zich zal afvragen om welke reden u dat doet". „Om welke reden?" zei Giles met een uitdrukking van verbazing op zijn gezicht. „Het moet toch voor iedereen duidelijk zijn, dat doodgewone nicn» schclijkheid mij er toe brengt iets tc doen voor een kind, dat toevallig on» der zulke tragische omstandigheden al» leen en onverzorgd bij mij is achtergc* bleven". „De wereld is meer boosaardig dan vlug van begrip", klonk het antwoord van den advocaat. „Een groot deel van de menschhcid geeft er dc voorkeur aan, om lage motieven tc zoeken, lie» ver dan in een nobel motief te geloo» ven. Het schijnt niet bij u opgekomen te zijn", zei ML Duncan met grootc waardigheid, „dat sommige menschen zullen zeggen dat u alleen daarom zoo 1 edel bent. omdat er wel ecnigerlci bc» trekking tusschcn u en dc moeder van het meisje zal hebben bestaan. Was u wat ouder of het kind wat jonger: ik zou zeggen dat men waarschijnlijk vermoeden zou dat het uw eigen kind was". Een blos van verontwaardiging kwam on Giles' gezicht: een oogenhlik was hii sprekc'oos. Toen lachte hij scham» per cn kort. „Werkelijk, het is een prettig boel» tie hier op deze wereld: dc menschen ziin toch wel erg vriendelijk voor cl» kaar.ccn dergelijke uitlegging van wat voor mij een voor dc hand liggen» de daad was, is niet in mijn brein op» gekomen". „Maar nu ik u cr op attent heb gc» maakt", viel Mr. Duncan hem vader» lijk in dc rede. „zal het toch zeker in» vloed hebben op uw gedragslijn?" „Als u denkt, dat ik mijn plannen eranderen zal. omdat een troep gc» mccne kwaadsprekers mij met hun eigen minderwaardigen maatstaf zullen meten, dan zeg ik met den meesten nadruk: Neen. Wat u daar net gezegd hebt, brengt niet dc minste verandc* ring in mijn voornemen". „U bedoelt „Ik bedoel dat, nadat ik dc heele zaak ernstig overwogen heb en van -lie redelijke gezichtspunten uit heb bekeken, ik hij mijn plan blijf om dc verzorging op mij tc nemen van het kind dat bekend is onder den naam Sylvia Burnett. Haar moeder heeft op haar sterfbed het kind aan mijn hoe» de toevertrouwd cn ik ben er niet in geslaagd bloedverwanten of vrienden tc ontdekken die eerder voor de ver» zorging in aanmerking komen dan ik. Zooals ik u gezegd heb is het mijn be* dcc'ing haar te adopteeren". „Maar toch niet van plan om haar uw naam tc geven?" zei dc advocaat snel, terwijl hij zich afvroeg of zijn eerst uitgesproken verdenking mis» schicn toch juist was en Trcdman ten slotte trachtte, hem door brutaliteit tc overbluffen. Maar er was iets in het nobele, verontwnard'gde gezicht van den jonge n;-'n. in de rustige, grijze oogen, dat den advocaat een plotseling gevoel van schaamte deed krijgen cn hem zijn boosaardige veronderstelling deed verwerpen.' Hij verontschuldigde zich voor zichzelf met de overweging dat veelvuldige aanraking met de slech te zijde van het leven, hem minder ge schikt had gemaakt om spoedig aan nobele motieven tc gelooven. „U wilt het kind niet uw naam gc* ven?" herhaalde hij. „Zeker niet, waarom zou ik dat doen? Het is immers absoluut niet uitgeslo» ten dat ik op een keer haar familie ontdek. Haar vader en moeder moe* ten toch in elk geval allebei bloedver» wanten hebben gehad en ofschoon ik wel geloof dat er duistere punten zijn in het verleden van Mrs. Burnett, kan ik toch niet aannemen dat iemand met een greintje menschclijk gevoel dit op haar kind zou wreken. Als ik bloed» verwanten van Sylvia ontdek, zullen die zeker het kind tot zich nemen en cr voor zorgen. Maar onderfusschen neem ik de voogdij op me". „Hebt u al het mogelijke gedaan om te onderzoeken of cr niemand is die er eerder voor in aanmerking komt?" „Ik geloof wel dat ik alles gedaan heb, maar volkomen zonder succes. Op mijn advertenties is geen antwoord gekomen; ik kan niet het minste spoor vinden van familieleden van Mrs. Bur* nett". „Weet u baar meisjesnaam?" „N'ten. Iii haar papieren was niet de minste aanwijzing. Ook niet in wat zij verder bezatAlleenze over» handigdc me op haar sterfbed, waar haar dochtertje hij wasGiles aar* zeldp ecii oogenblikccn buiten» gewoon merkwaardig juweel, een sie» raad dat geweldig veel waard is". Hij wachtte weer even;Wat ik u vertel, vertel ik n onder dc grootste geheimhouding". (Mr. Duncan knikte vol waardigheid), „de stervende vrouw zei een paar woorden tegen mij. toen ze over het kleinood sprak, woorden die op dat oogenblik een raadsel voor mij waren en die nu nog even raadsel» achtig voor mij zijn." „Kunt u ze u nog herinneren?" „O zeker wel. Ze klonken onsamen» hangend, maar nu.... ik ben er van overtuigd dat ze ten diepe beteckeriis hebben. Ik ben overtuigd dat als zc in staat was geweest haar zin af tc ma» ken. als ze nog had kunnen zeggen, wat zij blijkbaar nog zeggen wilde, voordat de dood haar mond sloot, dat ze mij den sleutel zou hebben gegeven tot alles wat ik weten moet". „En hoe waren "die woorden?" „Zo waren onsamenhangend, afgc» broken.... ze zei: „In de ivoren doos. daar is het juweel, het is de sleutel.. verlies het nooitlaat hem nooit wetenlaat hem nooit weten... dat zij„dat was alles". „Laat hem nooit wetenher* haalde de advocaat langzaam „laat hem nooit wetenWat bedoelde ze daarmee? Over wien had zc het?" „Ik heb er geen idee vanbehalve misschien.... dat ze Sylvia's va» der bedoelde. Ze had liet nog eens over een man op het laatste oogenblik, toen ze fluisterde: „Laat hii niet haar ziel vermoorden enMaar ook de» ze zin werd middenin afgebroken. Het was duidelijk dat een man haar leven verwoest heeft en dat zij in haar laat* ste oogenblikken bang was, dat hij ook het leven van het kind bederven zou. Maar wie hij is of waar hij isik heb er niet meer idee van dan van het fnannetje in de maan". „Mas de vrouw een dame?" Hij pau* zeerde een oogenblik. „Of kreeg u den indruk van een awjnturicrster?" „Het was ongetwijfeld ccn dame", antwoordde Giles beslist en met iets warms in zijn stem, ..het was een voor» beeld van een Engelschc lady uit goe» de familie, heel mooi cn heel beschaafd. Ik ben dan ook hoogst verwonderd dat ze zóó alleen stond". (wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9