HAARLEM'S DAGBLAD VAN HET POLITIEKE TOURNOOIVELD TWEEDE KAMER FLITSEN BINNENLAND. Ruwe Huid 6 FEUILLETON ZIJN KLEINE MEISJE WOENSDAG 20 OCT. 1926 DERDE BLAD 19 October. Belastingdebatten. Voorspoedige bespreking, Laat de stand van de staatskas belastingverlaging toe? De economische werking van belastingdruk. Moet de meerdere geldruimte niet voor het 7de leer jaar en de ambtenaren besteed worden? De Perso- neele belasting en de gemeentelyke moeilijkheden. Dc Kamer is ondergegaan voorloo» pis in belastingdubatten. Hoe lang zullen zij duren? was dc groote vraag. Dr'e dagen, zooals opti» misten hebben voorspeld. Of veerden dagen, zooals de pessimisten 'net wil» den. de pessimisten, die geloofden, dat licel dc iinancieele positie des rijks bij de belasting'ontwcrpcn zou worden bc» schouwd. Misschien waren dc pessimis» ten de optimisten. Want! zouden zij gc» lijk gehad hebben, dan was het niet onmogelijk geweest dat dc algemeene beschouwingen over de sta'atsbegrooting daarvan 'n bekortenden invloed onder» gaan hadden. Het* heeft het echter allen schijn, dat dc optimisten het bij het rechte eind hadden. Dc sprekerslijst was wel uit» gebreid, maar de sprekers niet uitvoe» rig, zoodat morgen reeds de minister van Financiën in eersten termijn aan het woord komt. Dc eerste spreker was Prof. Veraart. Het feit, dat de St. Michaëlman zich het eerst heeft laten inschrijven, had ccnige betcckcnis. Dc betcckcnis, dat hij op onderscheidene punten zou af wij, ken van den officicelen spreker namens dc R.K. fractie, den heer van Vuurcn. Zijne redevoering wees alreeds in dc afwijkende richting. De heer Veraart verdedigde een stel» Ung. Deze, dat! de minister van Finan» cicn thans niet mag overgaan tot veria» ging van de successiebelasting en van de pcrsonccle belasting, wanneer hij daartegenover geen bclastingcompcnsa» tic zet. De tijd voor verlaging achtte l'rof. Veraart nog niet gekomen. Wan» neer er ecnigc meerdere ruimte v in geld is. dan wilde dc Dclftsche hooglceraar, dat het 7e leerjaar weer verplichtend werd gesteld, en vooral dat! dc rijks; ambtenaren hunne oude salarissen weer zouden terugkrijgen. Dc stelling des ministers, dat. daar kapitaalvorming voor het economische leven noodig is. belastingverlaging voor het economische lcv^n dus gewenscht is kon de heer Veraart! niet onder, schrijven. Wat moet de industrie met kapitaal beginnen? Er zijn hier in ons land geen bcleggingsmogclijkhcdcn voor de industrie waar wordt om kapitaal gevraagd? informeerde dc hooglccr< aar. De heer Veraart drong aan. niet op kapitaalvorming door den particulier, maar door den Staat, door dc gemeen» schap, dat allen ten goede komt. Dc tweede spreker van den langen middag, dc heer Oud vrijzinnig-demo» craat, behoorde ook, evenals de derde spreker de heer Vliegen tot de scherpe oppositie tegen den minister. Wel juichten zij de %'oorstclien van den heer de Geer. vergeleken bij die van den heer Colijn, toe. Beide hccrcn hcbi ben in het algemeen dc financieebpoli» ticke gestie van den vorigen minister van Financiën duchtig onder handen genomen: zij hebben toch gezamenlijk den heer Colijn verweten, den finan. cicclcn toestand steeds te somber te hebben voorgesteld om daardoor aller lei reactionaire maatregelen te kunnen doorzetten, om bovenal dc indirecte belastingen te kunnen verhoogen ten einde de directe heffingen tc kunnen vetlagen. En dat onder het voorgeven van de noodzakelijkheid van kapitaal, vorming. Een noodzakelijkheid, waarmede men volgens den heer Oud zeer voorzichtig moet zijn. Immers maakte dc heer Oud later ook de heer Vliegen groot onderscheid tusschcn kapitaalvorming voor den Staat en voor den particulier. Het eerste in ieder geval wcnschelijk! De heer Oud zag de huidige belas» tingvoorstcllcn van den nieuwen mi» nistcr van Financiën bestaande uit de afschaffing der 25 opcenten op dc Inkomstenbelasting voor het Lecnings» fonds, dc halvcering van dc tariefsver» hoogingen, die indertijd onder minister de Vries zijn doorgevoerd op de Suc» ccssiebelasting en tenslotte de verhoo» ging der Icdragcn voo- aftrek van dc pcrsoneele belasting»grondslagén de heer Oud zag die voorstellen als een historisch gevolg der wenschen des hecrcn Colijn. Ook dc verlaging om kapitaalvorming te begunstigen. En dan gaf de heer Oud verre de voorkeur aan kapitaalvorming voor het algemeen boven die door den particu» lier. Want wat de Staat opeischt, is geen verloren geld. Dat geld wordt bc» legd in wegen en in scholen, indirecte kapitaalvorming van groot belang. Weet men bovendien vroeg de v.»d. fi» nancieeldcskundige wel of het door minder belasting betalen bespaarde geld goed belegd wordt. Of dat niet te niet gaat? De spreker zelf twijfelde ernstig en hij beriep-zich op bet .jongst verleden. De heer Oud had nog meer bezwaren tegen den minister alleen de verla ging van de personcelc belasting had zijn instemming. Wanneer er althans iets kon gevonden worden voor de moeilijkheden, waarin de gemeenten zullen komen door de verlaging. V clnu deze moeilijkheden (welke dc heer de W ilde, die Haagsch wet» houder voor dc financiën is. breed heeft uitgemeten) kunnen ontgaan worden door een amendement der v.»d. fractie zelve, waarmede later ook de heer van Gijn zijn instemming heeft betuigd. De bezwaren van 'den heer Oud gin. jen ook tegen des ministers voorstel» en omtrent de vermindering van de inkomsten van het lecningsfonds. Hij meent niet. zooals de minister, dat dc mceidere inkomsten meer dan noo dig is voor de aflossingen op den cri sisdienst nan het huidige geslacht der belastingbetalers ten goede moet komen, maar aan een versterkte af. lossing op den crisisdienst. Om zoo spoedig mogeijlk door de crisislasten heen te zijn. el juichte de heer Oud de verbe» tering toe, die hij constateeren moest bij vergelijking van dc planncn.CoÜjn met die van den heer de Geer. Maar principieel gesproken kon de heer Oud niet met de leeningsfonds-politick des ministers meegaan. De heer Oud heeft thans reeds zijn meening uitgesproken over de Weel debelasting. hoewel deze eerst later benandcling komen zal. Veel fouten zag hij daaraan kleven, wel deze fout vooral dat nooit of tc nimmer kon uit» gemaakt worden of dc aankoop van een bepaald artikel weelde is of niet Wat voor den een weelde is, is voor den ander noodzaak. Hoe het ook zij, dc heer Oud geloofde niet, dat hij nog eens tot bestrijding zou moeten over» gaan, omdat de voorloopige bcgrafe. nis van dat wetsontwerp wel een dcfi» nitieve zal zijn. Dat dc hotclbelasting zal worden ingevoerd de heer Oud geloofde ook dat niet. want het bedrag zal de minister wel niet noodig heb» ben. gezien het gestadig accres der middelen. Wat dc successiewet aangaat, zag de heer Oud wel de noodzakelijkheid in van een juistcr.wcrkend tarief, maar de verlaging mocht niet zoo ruw aangc- bracht worden als de minister voor» stelde te doen. Een verlaging, die wat dc groote vermogens betreft, niet door den heer Oud wordt toegejuicht. Veraart, om invoering van het 7de j leerjaar en herstel der ambtenaars» salarissen, nu er eenige ruimte van geld :s gekomen. Dat het economisch leven •gedrukt wordt door zware belastingen op welken grond de belastingveria» ■ging verdedigd wordt de heer Vliegen onitkemle 't. Hij wees daarenboven op de inproductiviteit van de militaire uit» gaven, die, beëindigd, de industrie ten goede kunnen komen. Ten slotte betoogde de s.»d. woord» voerder, dat verlaging van de succes» siebelast-,ng geen invloed heeft op de kapitaalvorming. Hij leverde, om dit te bewijzen, gegevens uit Engeland en Frankrijk, landen met kapitaalvorming èn met hooge successie-heffingen. De heer De Wilde stemde niet in alle opzichten zooals reeds duidelijk werd met den minister in. Allereerst verdedigde hij krachtig (later ondersteund door den heer Vliegen) minister Colijn. Achteraf ge» sproken riep dc heer de Wilde uit is het natuurlijk mogelijk op over» schotten te wijzen, maar verkeerden allen in 1923 niet onder den indruk van zeer moeilijke omstandigheden? Dc heer de Wilde wcnschte duidc» lijk dc cijfers voor zich te zien, waar» uit op te maken valt of belastingsver laging thans al mogelijk is. Heeft dc minister wel voldoende gelet op het regelmatig accrès der uitgaven? Be» teckcnen de voorstellen niet verslapping en onzekerheid? Is daarin niet een speculatief element? Dat thans minder dan ooit aanwezig mag zijn. De critick van den heer de Wilde spitste zich toen toe op dc verlaging der pcrsoneele belastinggrondslagen. Deze verlaging kon hij niet begrijpen. Hij sprak zelfs van het noodzakelijk te dalen prestige der regeering bij de gc» meenten. En gaf verre de voorkeur aan wat de heer Colijn had voorgesteld: verlaging van de grondslagen voor de inkomstenbelasting. Do moeilijkheden voor de gemeenten zag de heer de Wilde als heel groot. Hij wees op de verliezen voor de groote gemeenten, die niet anders kur.nen ge» compenseerd worden dan door een hoogcr belasten der groote inkomsten. En de heer dc Wilde aarzelde niet, dat een gevaarlijk experiment voor de groote gemeenten te noemen. Want de uittocht van elk rijk man beteekent verzwaring van druk voor arbeider en middenstander. VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 723 OP EIGEN BEENEN STAAN Baby t!obt erover, dat hij niet op zijn becnen k^n staan zooals de mcnschen, die hij om zich heen ziet het beste is dan maar om het te probeeren de eerste poging mislukt beseft! dat hij het wat voorachtiger aan moet doen gaat eenigszins ling weer zitten plotse» tracht theoretisch vast te stellen wat hij eigen» lijk met zijn beenen moet doen nog maar eens probec» ren krijgt een vaag gevoel van de noodzaak van evenwicht! beseft plotseling dat gelukt is waarna hij even plotse» ling weer omvalt cn zijn neus stoot aarzelt' een oogenblik of hij nu lachen moet of huilen De heer Van Gijn toonde zich ge» iukkig kort en bondig. Hij juichte bc» iastingvcrlaging toe, en den weldadi» jeu invloed daarvan op de industrie. Sn geloofde, dat de stand uer rijks» financiën verlaging wel zeer goed mo« gelijk maakt. Dc pessimist hier opti mist! Heel anders echter de heer Van Vuurcn, die den minister wel zeer ernstig de vraag voorhield. of hij meende, dat belastingverlaging indcr» daad kon doorgaan. Dc r>k. spreker meende, dat die verlaging eenvoudig niet kon plaats hebben. Maar tegen» stemmen dat deed hij niet! Omdat het R.K. beginsel nu eenmaal verhin derde een minister geld op te dringen, waarom hij niet vroeg. De heer Van Gijn juichte dc succes icbclastingvermindering toe. Evenzeer i!s de hceren Snocck Henkcmans, Kor» tmhorst en van Vuuren. Immers a! deze afgevaardigden geloofden dat dc successiebelasting kapitaal .vreet". Dc heer Van Gijn juichte evenzeer de verlaging in dc personcele belast m." toe. De bezwaren daarvan kunnen bij go. n wil gemakkelijk worden te bo ven gekomen een meening die ook de heer Snocck Henkemans hartelijk was toegedaan. Wat de verlaging dei inkomstenbelasting aangaat het plan Colijn daarvan zag de heer Snocck Henkcmans vooral groote nadeelen als gevolg voor de schoolgeldvorderingen Dc heer Van Vuurcn daarentegen mat de bezwaren tegen de personcelc belast.ng weer breed uit hij gc- loofde zelfs niet aan de mogelijkheid van verbetering der nadeden door ge» mecntc'.ijke maatregelen. Aannemen zal hij desondanks. De hceren Van Vuuren, Snoeck Hen- kemans en Kortcnhorst betoogden ten slotte nog de noodzakelijkheid van belastingverlaging voor het industricele leven. Het kapitaal moet weer naar het bedrijfsleven getrokken worden, ook naar het Indische bedrijfsleven voegde de heer Snoeck Henkemans daaraan toe. Want het vreemde kapitaal in Indië wordt grooter cn grocter. Het Ncderlandsche kapitaal mag niet een to klein percentage gaan innemen. Dc hceren Kortcnhorst en Van Vuurcn hebben duidelijk doen uitko» men, dat zij zich in het geheel niet bin» den voor dc wecldevertcringsbclasting voor 's ministers plannen bij de stem» ming zulien uitspreken. Die wilden zij ieder op zich zeif beschouwen. Beiden drongen aan op voorloopige opheffing van die wetten om de onzekerheid, die zij voor de industrie brengen. De minister komt morgen aan het woord, om een uitweg te zoeken uit de veelheid der mceningen. INTIMUS. In de groote lijn er werd reeds opgewezen heeft de heer Vliegen instemming hetuigd met de woorden van den heer Oud. Ook de heer Vliegen onderwierp dc gestie van minister Coüjn aan critiek. ook hij wees op de groote veriiezen, die het particuliere kapitaal heeft geleden om daarop een verdediging van Staats» kapitalisatie te gronden. •De heer Vliegen wees ook op dc overschotten van dc diensten der latere jaren, ondanks sombere voorspellingen klaagde over de onbetrouwbaarheid der ramingen. De s.»d. spreker stemde hartelijk in t met de wenschen van den MichacHst'en de hotelbelasting, wanneer zij zich komt tot de conclusie dat die zeere neus de moeite waard is ge» weest en geeft zich aan uitbundige vreugde over. (Nadruk verboden) DE TYPHUS. TE BREDA EN OMGEVING. Te Princenhage is een typhuspatientje. een jongen van 7 jaar, overleden. Dit is het tweede sterfgeval gedurende het tbreken van den typhus te Breda en omgeving. De stand der ziekte te Breda en omgeving is thans: Breda 36. Princenhage 28, Teteringen 3; totaal 67 gevallen, plus één geval van para» yphus te Princenhage. PRINS HENDRIK. De prins is voor eenigen tijd naar Duitschland vertrokken, vergezeld door zijn adjudant, majoor jhr. Laman Trip. AMSTERDAM'S EENIGE MOLJN. De molen De Gooyer, de ecnigef die :e Amsterdam nog bestaat, verkeert in een bouwvailigen toestand. B. en W achten het zooals zij thans den raad mcdedeclen zoowel uit een acsihe. lisch als uit een cultuurhistorisch oogpunt gewenschte dat deze molen zoo eenigszins mogelijk, wordt behou. den. In verband hiermede hebben, zij zich ter zake in verbinding gesteld met „De Hollandsche Molen", Vereeniging tot behoud van Molens in Nederland, Deze acht het gewenscht, dat alvorens plannen tot behoud van molens wor» den gemaakt, door een deskundige een onderzoek wordt ingesteld naar den toestand daarvan; deze kan dan tevens worden belast met het opmaken van een bcgrooting van dc daaraan verbon» den kosten. Dit ondejzoek zal ongeveer f 600 vor» deren. B. en W. stellen den raad voor dit bedrag te hunner beschikking te stel» fcn. OP HET NIPPERTJE. DOOR KATTEN GERED. Te half twee in den Maandagnacht werd de assistentie van de politie te Dieren verzocht door een bewoner van de Hoogestraat, omdat diens woning vol gas stond en hij de hoofdkraan niet kon afsluiten. De bewoner was even te voren in zijn slaap gestoord door het rumoer, dat twee katten in de keuken maakten. Hij bemerkte toen een sterke gaslucht en gevoelde zich onwel. Ver» volgens wekte hij zijn vrouw en de •buren, die de slaapkamer boven zijn keuken hebben. Ook die gevoelden zich onwel, veroorzaakt door het uitstroo» mende gas. De gasslang van het gas» kookstel was los geraakt en het uit» stroomende gas had reeds een der kat» ter» gedood. De bewoners ondervonden geen verder nadeel en hebben vermoe» deiijk aan de katten hun leven te danken. EINDELIJK. Dinsdag is de, voor rekening der ge» eer te Zwolle gebouwde motorpont op den IJse! in dienst gesteld. De to tale breedte bedraagt 8 meter, terwijl de kleppen 5 meter breed zijn. De pont springt dus aan iederen kant der kleppen 1 1/2 meter uit. Het dek is door hekjes overlangs in drie deelen gesplitst. In het midden is een breedte van vijf meter beschik- baar voor voertuigen en auto's, ter- wij; langs de kanten gangen van 1 1'2 meter breedte bestemd zijn voor fiet» sen en voetgangers. Voor de kleppen zijn flinke ijzeren hekken aangebracht om het te ver doorrijden te verhinde ren. Voor een ieder die de oude pont kende en met een auto van die pont dikwijls gebruik moest maken, zal het een hecle opluchting zijn. dat nu ein» delijk deze groote verbetering »ot stand is gekomen. TRAGISCH. De 55»jarigc landbouwer R. Oltwater in de buurtschap Klein Dochteren bij Lochem, zou met een paard een zaai» machine van het land halen. Even later kwam het paard met de machine zonder den boer thuis. Deze werd niet ver van zijn woning met een ernstige hoofd» wonde op den weg gevonden. De man overleed spoedig. HET NIEUWSTE. DIEFSTAL VAN RADIO. Tegen een bewoner van de Booten* makersstraat te Zaandam is proces» verbaal opgemaakt onder verdenking van „diefstal van radio". Verdachte is nl. op het denkbeeld gekomen, rich buiten medeweten van de directie aan te sluiten op de hóofdkabel van de z.g. radio»centrale, ten einde op die wij* ze kosteloos radiomuziek te hebben, iets waarvoor de abonné's maandelijks een vergoeding en bij aansluiting een bedrag iji eens betalen. DE .ZONNESTRAAL-COLLECTE". De totale opbrengst van de collecte voor de vereeniging „Zonnestraal", heeft in het gehcele land ongeveer f 45.090 opgebracht, waarvan. gelijk bekend, Amsterdam ruim f 16.000 heeft bijgedragen. DAT SCHEELDE HEM TIEN GULDEN. Een passagier van een motorbus van lijn A. welke 's avonds te Amsterdam langs de Weesperzijde reed, maakte den bestuurder er op attent, aldus de Tel., dat een papiertje door de reet in het houten vloertje, waarin de pedalen zijn aangebracht, omlaag was gevallen. De chauffeur bemerkte tot zijn schrik, dat hij een boekje met honderd tramkaartjes kwijt was en stopte. Daar het verlies van het bewuste boekje hem op tien gulden zou komen te staan, keek hij het ondergedeelte van den wagen terdege na. De kaartjes waren er niet. Teen stapte hij af en zocht den weg na waarlangs hij gereden was. Eindelijk vond hij het verlorene in een railgroef terug en het bleek, dat er reeds een motorwagen met bijwagen overheen was gereden. De vondst bespaarde hem echter een verlies van tien gulden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cents per regel van Handen en Gelaat verzacht en geneest men zeer spoedig met Doos 30, Tube 80 ct. PUROL lilt bet Engelsch van L. G. MOBEPLY. Vertaald door P. P. T. (Nadruk verboden). 27) De reis per trein van Mandcrby Court naar StocWey was omslachtig, maar per auto was het maar een be» trckkcjjjk kleine afstand cn toen He» Icn een paar weken laten» op een mooien Junidag aan Sir Giles vroeg of Sylvia mecmocht naar haar zuster, had hij niet het minste bezwaar. „Ik ga naar dc stad vandaag", zei hij, „gaat u met Sylvia maar gerust naar Stockley. Natuurlijk kunt met de auto gaan. Het beste is dat u direct na dc lunch weg gaat, bij uw zuster theedrinkt en als u dan tegen den avond als het koeler wordt terugkomt, hebt u een prachtigen terugrit". „Marion is zeker thuis", zei Miss Stansdalc tegen Sylvia. „Nu met de warmte drinkt ze thee in den tuin. Dat wil zeggende tuin. die is zoo groot als een flinke zakdoek", voegde ze er lachen daan toe, tenminste bij dien van Mandcrby vergeleken, maar het is er pu toch beter dan binnenshuis". Het leek Sylvia inderdaad buiten beter dan in huis. toen zij uit dc klei» ne, 'n beetje bekrompen villa, bij een goed«verzorgd klein grasveld met even keurig verzorgde bloembedden er langs kwam, want ofschoon zoo ver het oog reikte niets dan pas voltooide cn in aanbouw zijnde huizen zichtbaar wa« ren cn de achterzijde van den tuin aan een uitgestrekt stationsemplaccmcnt grensde; het was tenminste een groen rn koel plekje grond cn de welbereide theetafel onder de accacia zag er ver» leidelijk uit. Miss Marion maakte niet dcnzelfden indruk op het kind als haar zuster had gedaan maar zij van haar kant voelde direct ccn groote genegenheid voor het vreemde meisje. Terwijl de beide zusters in druk gc» sprek met elkaar waren, schoof het kind dichter naar Rosa Müller toe, die allerliefst met haar praatte en scherts» te en niets naliet om haar in tc pal men. Svlvia voelde zich al spoedig zoo op haar gemak bij Rosa, dat zc haar hand in dc mooie blanke hand van het oudere meisje legde cn in haar jonge openhartigheid zei: „Ik vind u zoo aardig, uw oogen lijken net ver» gcet»mij»nicten". Het kind sprak zacht zoodat alleen Rosa het hooren kon. „Dat vind ik lief van je. dat je dat zegt", antwoordde Rosa, met dat spoortje van vreemd accent in haar stem, dat ook Sylvia bekoorlijk in de ooren klonk: „Ik krijg liever zoo'n complimentje van jou, dan van volwassen menschen. Jij meent nog wat je zegt". „Ik geloof niet dat ik precies weet wat ccn complimentje is, maar ik meen wat ik zeg cn als Monsieur wat zegt meent hij het ook altijd". „Monsieur? Wie is dat?" „Dat is mijn voogd", zei ze met een glimlach, die echter spoedig plaats maakte voor een droevigen trek op haar gezichtje. Toen moeder stierf vroeg zc aan Sir Giles om voor me te zorgen en nu ben ik zijn kleine meisje, begrijpt u?" „En woon je nu bij je voogd, bij hem cn zijn vrouw?" Het was niet al» leen de taak die haar opgedragen was. die haar verder deed vragen, er kwam ook iets van lieve belangstelling voor het aardige, onbevangen pratende kind haar, zonder dat zij zich er zelf nog geheel van bewust was. „Hij heeft geen vrouw, tenminste nog niet, maar hij gaat gauw trouwen met Miss Cardew". „Miss Cardew?" vroeg Rosa, nu bc» vig gcinteresscerd. Sylvia knikte. In Rosa's herinnering rees het beeld van Grace, in ernstig gesprek met den donkeren man, die de draden van haar eigen levenslot in handen hield. Vreemd, dat Grace, geen van beide keeren dat Rosa haar gesproken had, had verteld dut zc verloofd was en gauw trouwen gingl Grace CardewHerman Muller.. dc voogd van dit kind...-, wat voor verband bestond er tusschcn die drie? Wat was het doel van Müller's spel? De gedachten die haar bestormden, de» den haar een poos zwijgen en onder» tusschen zat Sylvia haar vol bewonde» ring van opzij aan te kijken terwijl de twee zusters op gedempten toon hun druk gesprek voortzetten! Op het ge» zicht van Marion was opwinding te le zen en de oogen van Helen keken heel ernstig terwijl ze zei: „Ik zie de gelijkenis natuurlijk ook, Marion. Ik had er eerst niet op gelet, maar nu jij het zegt, valt het mij ook op. Maar het kan immers alleen maar toeval zijn. Het is toch niet waarschijn lijk dat Sir Giles de verzorging van Sylvia op zich had genomen, als hij niet een oude vriend van haar familie was geweest en alles van haar moeder afwist. Dat het kind hem pas voor hot eerst bij het auto»ongeluk heeft leeren ken* nen bewijst natuurlijk niets; ze is nog zoo jong. Mnar de moeder zou toch niet aan Sir Giles gevraagd hebben om dc verzorging op zich te nemen als hij een vreemde was. En dat hij zich niet verder over de verhouding uitlaat, be* tcekent ook niets; daar kunnen aller» lei redenen voor zijn. Neen. het is puur toeval dat ze veel lijkt op...." „Natuurlijk moet het toeval zijn", viel Marion haar snel in dc rede. „Ik weet eigenlijk niet cens hoe ik cr toe gekomen hen om er over te spreken. Het was heel vcikccrd om te praten over.... over.... Tiny", ze sprak nu nog zachter; „maar ik kreeg een schok toen ik Sylvia zag, zoo als die lijkt op j haar...., toen zc zoo oud was". Haar zuster had geen gelegenheid om te antwoorden, want op dat oogenblik j trad een heer uit het huis naar buiten en Hugh Bcrners stak het grasveld j over en begroette het gezelschap. Toen de doctor tusschen de twee oudere dames had plaats genomen, zei Sylvia zacht tegen haar nieuwe vrien* din: „Wat een leuke man. Hij is zoo groot en sterk en hij heeft net zulk soort oogen als Monsieur. Zoo vrien» delijk.... maar hij kijkt je toch aan of hij heelemaal door je heen ziet". Rosa voelde een innerlijke ontroering bij de woorden van het kind„ dat met haar vrocg»ontwikkeld verstand en haar blijkbaar»aangeboren menschen* kennis de dingen zoo scherp en zoo raak kon zeggen. Want in Hugh's grijze oogen was in» derdaad een uitdrukking van goedheid en kracht en nu zij een poosje op haar bleven rusten, voelde Rosa zich in ver» warring gebracht. Het was alsof onder dien ernstigen blik iets in haar gewe» ten wakker werd, dat zij gemeend had in slaap te kunnen sussen, of er gevoe* lens in haar oprezen, waarvoor ze tot nu toe alleen maar lichten spot had over gehad. Toen Hugh even later naast haar kwam zitten, betrapte ze zich zelf op een plotselinge, ondefinieer bare opwelling van blijdschap en of* schoan zc zich trachtte in te praten dat het dwaasheid was om aan zulke ge* voclens toe te geven, bleef die wecke gcluksstcmming toch in haar en bracht een zachten glans in haar oogen. En terwijl hij naast haar zat en met haar en Sylvia praatte onder de accasia op het kleine grasveld, groeide een mach» tig gevoel van schaamte in haar toen ze bedacht met welke valsche bedoe* lingen zij zich bij deze goede, wel» meenende menschen ingedrongen had. Ze ontmoette Hugh's eerlijke oogen en het was haar of ze plotseling haar eigen leven in al zijn voosheid voor zich zag; ze voelde een heftigen af» keer van haar schijn bestaan vol in* trigue en sluw bedrog, ze haatte haar aanwezigheid hier onder valsche voor» wendsels, maar bovenal haatte zij den man, die haar als zijn werktuig ge* bruikte. Maar zij was al zóó lang zijn werktuig geweest dat zij de kracht niet meer had om zich uit zijn ijzeren greep los te worstelen. Dc strijd tegen dit overmachtige wezen zou even nut» teloos zijn als het verzet van een zwak schepsel dat in de wildernis in de klauwen van een tijger is geraakt. En terwijl zij Sylvia's zacht handje voelde en luisterde naar Hugh's warm»diepe (stem. werd zij zich bewust van de [wanhopige zekerheid dat zij haar taak [moest vervullen, ten koste van het hesfe en heiligste in haar. (VC'ordl vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 9