HAARLEM'S DAGBLAD
VAN HET POLITIEKE
TOURNOOIVELD
TWEEDE KAMER
FLITSEN
BINNENLAND.
Ruwe Huid 6
FEUILLETON
ZIJN KLEINE MEISJE
WOENSDAG 20 OCT. 1926
DERDE BLAD
19 October.
Belastingdebatten. Voorspoedige bespreking,
Laat de stand van de staatskas belastingverlaging toe?
De economische werking van belastingdruk.
Moet de meerdere geldruimte niet voor het 7de leer
jaar en de ambtenaren besteed worden? De Perso-
neele belasting en de gemeentelyke moeilijkheden.
Dc Kamer is ondergegaan voorloo»
pis in belastingdubatten.
Hoe lang zullen zij duren? was dc
groote vraag. Dr'e dagen, zooals opti»
misten hebben voorspeld. Of veerden
dagen, zooals de pessimisten 'net wil»
den. de pessimisten, die geloofden, dat
licel dc iinancieele positie des rijks bij
de belasting'ontwcrpcn zou worden bc»
schouwd. Misschien waren dc pessimis»
ten de optimisten. Want! zouden zij gc»
lijk gehad hebben, dan was het niet
onmogelijk geweest dat dc algemeene
beschouwingen over de sta'atsbegrooting
daarvan 'n bekortenden invloed onder»
gaan hadden.
Het* heeft het echter allen schijn, dat
dc optimisten het bij het rechte eind
hadden. Dc sprekerslijst was wel uit»
gebreid, maar de sprekers niet uitvoe»
rig, zoodat morgen reeds de minister
van Financiën in eersten termijn aan
het woord komt.
Dc eerste spreker was Prof. Veraart.
Het feit, dat de St. Michaëlman zich
het eerst heeft laten inschrijven, had
ccnige betcckcnis. Dc betcckcnis, dat
hij op onderscheidene punten zou af wij,
ken van den officicelen spreker namens
dc R.K. fractie, den heer van Vuurcn.
Zijne redevoering wees alreeds in dc
afwijkende richting.
De heer Veraart verdedigde een stel»
Ung. Deze, dat! de minister van Finan»
cicn thans niet mag overgaan tot veria»
ging van de successiebelasting en van
de pcrsonccle belasting, wanneer hij
daartegenover geen bclastingcompcnsa»
tic zet. De tijd voor verlaging achtte
l'rof. Veraart nog niet gekomen. Wan»
neer er ecnigc meerdere ruimte v in geld
is. dan wilde dc Dclftsche hooglceraar,
dat het 7e leerjaar weer verplichtend
werd gesteld, en vooral dat! dc rijks;
ambtenaren hunne oude salarissen weer
zouden terugkrijgen.
Dc stelling des ministers, dat. daar
kapitaalvorming voor het economische
leven noodig is. belastingverlaging voor
het economische lcv^n dus gewenscht
is kon de heer Veraart! niet onder,
schrijven. Wat moet de industrie met
kapitaal beginnen? Er zijn hier in ons
land geen bcleggingsmogclijkhcdcn voor
de industrie waar wordt om kapitaal
gevraagd? informeerde dc hooglccr<
aar.
De heer Veraart drong aan. niet op
kapitaalvorming door den particulier,
maar door den Staat, door dc gemeen»
schap, dat allen ten goede komt.
Dc tweede spreker van den langen
middag, dc heer Oud vrijzinnig-demo»
craat, behoorde ook, evenals de derde
spreker de heer Vliegen tot de scherpe
oppositie tegen den minister. Wel
juichten zij de %'oorstclien van den
heer de Geer. vergeleken bij die van
den heer Colijn, toe. Beide hccrcn hcbi
ben in het algemeen dc financieebpoli»
ticke gestie van den vorigen minister
van Financiën duchtig onder handen
genomen: zij hebben toch gezamenlijk
den heer Colijn verweten, den finan.
cicclcn toestand steeds te somber te
hebben voorgesteld om daardoor aller
lei reactionaire maatregelen te kunnen
doorzetten, om bovenal dc indirecte
belastingen te kunnen verhoogen ten
einde de directe heffingen tc kunnen
vetlagen. En dat onder het voorgeven
van de noodzakelijkheid van kapitaal,
vorming.
Een noodzakelijkheid, waarmede men
volgens den heer Oud zeer voorzichtig
moet zijn. Immers maakte dc heer Oud
later ook de heer Vliegen groot
onderscheid tusschcn kapitaalvorming
voor den Staat en voor den particulier.
Het eerste in ieder geval wcnschelijk!
De heer Oud zag de huidige belas»
tingvoorstcllcn van den nieuwen mi»
nistcr van Financiën bestaande uit
de afschaffing der 25 opcenten op dc
Inkomstenbelasting voor het Lecnings»
fonds, dc halvcering van dc tariefsver»
hoogingen, die indertijd onder minister
de Vries zijn doorgevoerd op de Suc»
ccssiebelasting en tenslotte de verhoo»
ging der Icdragcn voo- aftrek van dc
pcrsoneele belasting»grondslagén de
heer Oud zag die voorstellen als een
historisch gevolg der wenschen des
hecrcn Colijn. Ook dc verlaging om
kapitaalvorming te begunstigen.
En dan gaf de heer Oud verre de
voorkeur aan kapitaalvorming voor het
algemeen boven die door den particu»
lier. Want wat de Staat opeischt, is
geen verloren geld. Dat geld wordt bc»
legd in wegen en in scholen, indirecte
kapitaalvorming van groot belang. Weet
men bovendien vroeg de v.»d. fi»
nancieeldcskundige wel of het door
minder belasting betalen bespaarde
geld goed belegd wordt. Of dat niet
te niet gaat? De spreker zelf twijfelde
ernstig en hij beriep-zich op bet .jongst
verleden.
De heer Oud had nog meer bezwaren
tegen den minister alleen de verla
ging van de personcelc belasting had
zijn instemming. Wanneer er althans
iets kon gevonden worden voor de
moeilijkheden, waarin de gemeenten
zullen komen door de verlaging.
V clnu deze moeilijkheden (welke
dc heer de W ilde, die Haagsch wet»
houder voor dc financiën is. breed heeft
uitgemeten) kunnen ontgaan worden
door een amendement der v.»d. fractie
zelve, waarmede later ook de heer van
Gijn zijn instemming heeft betuigd.
De bezwaren van 'den heer Oud gin.
jen ook tegen des ministers voorstel»
en omtrent de vermindering van de
inkomsten van het lecningsfonds. Hij
meent niet. zooals de minister, dat dc
mceidere inkomsten meer dan noo
dig is voor de aflossingen op den cri
sisdienst nan het huidige geslacht
der belastingbetalers ten goede moet
komen, maar aan een versterkte af.
lossing op den crisisdienst. Om zoo
spoedig mogeijlk door de crisislasten
heen te zijn.
el juichte de heer Oud de verbe»
tering toe, die hij constateeren moest
bij vergelijking van dc planncn.CoÜjn
met die van den heer de Geer. Maar
principieel gesproken kon de heer Oud
niet met de leeningsfonds-politick des
ministers meegaan.
De heer Oud heeft thans reeds zijn
meening uitgesproken over de Weel
debelasting. hoewel deze eerst later
benandcling komen zal. Veel fouten
zag hij daaraan kleven, wel deze fout
vooral dat nooit of tc nimmer kon uit»
gemaakt worden of dc aankoop van
een bepaald artikel weelde is of niet
Wat voor den een weelde is, is voor
den ander noodzaak. Hoe het ook zij,
dc heer Oud geloofde niet, dat hij nog
eens tot bestrijding zou moeten over»
gaan, omdat de voorloopige bcgrafe.
nis van dat wetsontwerp wel een dcfi»
nitieve zal zijn. Dat dc hotclbelasting
zal worden ingevoerd de heer Oud
geloofde ook dat niet. want het bedrag
zal de minister wel niet noodig heb»
ben. gezien het gestadig accres der
middelen.
Wat dc successiewet aangaat, zag de
heer Oud wel de noodzakelijkheid in
van een juistcr.wcrkend tarief, maar de
verlaging mocht niet zoo ruw aangc-
bracht worden als de minister voor»
stelde te doen. Een verlaging, die wat
dc groote vermogens betreft, niet door
den heer Oud wordt toegejuicht.
Veraart, om invoering van het 7de j
leerjaar en herstel der ambtenaars»
salarissen, nu er eenige ruimte van geld
:s gekomen. Dat het economisch leven
•gedrukt wordt door zware belastingen
op welken grond de belastingveria»
■ging verdedigd wordt de heer Vliegen
onitkemle 't. Hij wees daarenboven op
de inproductiviteit van de militaire uit»
gaven, die, beëindigd, de industrie ten
goede kunnen komen.
Ten slotte betoogde de s.»d. woord»
voerder, dat verlaging van de succes»
siebelast-,ng geen invloed heeft op de
kapitaalvorming. Hij leverde, om dit
te bewijzen, gegevens uit Engeland en
Frankrijk, landen met kapitaalvorming
èn met hooge successie-heffingen.
De heer De Wilde stemde niet in
alle opzichten zooals reeds duidelijk
werd met den minister in.
Allereerst verdedigde hij krachtig
(later ondersteund door den heer
Vliegen) minister Colijn. Achteraf ge»
sproken riep dc heer de Wilde uit
is het natuurlijk mogelijk op over»
schotten te wijzen, maar verkeerden
allen in 1923 niet onder den indruk
van zeer moeilijke omstandigheden?
Dc heer de Wilde wcnschte duidc»
lijk dc cijfers voor zich te zien, waar»
uit op te maken valt of belastingsver
laging thans al mogelijk is. Heeft dc
minister wel voldoende gelet op het
regelmatig accrès der uitgaven? Be»
teckcnen de voorstellen niet verslapping
en onzekerheid? Is daarin niet een
speculatief element? Dat thans minder
dan ooit aanwezig mag zijn.
De critick van den heer de Wilde
spitste zich toen toe op dc verlaging
der pcrsoneele belastinggrondslagen.
Deze verlaging kon hij niet begrijpen.
Hij sprak zelfs van het noodzakelijk te
dalen prestige der regeering bij de gc»
meenten. En gaf verre de voorkeur aan
wat de heer Colijn had voorgesteld:
verlaging van de grondslagen voor de
inkomstenbelasting.
Do moeilijkheden voor de gemeenten
zag de heer de Wilde als heel groot.
Hij wees op de verliezen voor de groote
gemeenten, die niet anders kur.nen ge»
compenseerd worden dan door een
hoogcr belasten der groote inkomsten.
En de heer dc Wilde aarzelde niet, dat
een gevaarlijk experiment voor de
groote gemeenten te noemen. Want de
uittocht van elk rijk man beteekent
verzwaring van druk voor arbeider en
middenstander.
VAN HAARLEM'S DAGBLAD No. 723
OP EIGEN BEENEN STAAN
Baby t!obt erover, dat
hij niet op zijn becnen
k^n staan zooals de
mcnschen, die hij om
zich heen ziet
het beste is dan maar
om het te probeeren
de eerste poging mislukt
beseft! dat hij het wat
voorachtiger aan moet
doen
gaat eenigszins
ling weer zitten
plotse»
tracht theoretisch vast
te stellen wat hij eigen»
lijk met zijn beenen
moet doen
nog maar eens probec»
ren
krijgt een vaag gevoel
van de noodzaak van
evenwicht!
beseft plotseling dat
gelukt is
waarna hij even plotse»
ling weer omvalt cn zijn
neus stoot
aarzelt' een oogenblik of
hij nu lachen moet of
huilen
De heer Van Gijn toonde zich ge»
iukkig kort en bondig. Hij juichte bc»
iastingvcrlaging toe, en den weldadi»
jeu invloed daarvan op de industrie.
Sn geloofde, dat de stand uer rijks»
financiën verlaging wel zeer goed mo«
gelijk maakt. Dc pessimist hier opti
mist!
Heel anders echter de heer Van
Vuurcn, die den minister wel zeer
ernstig de vraag voorhield. of hij
meende, dat belastingverlaging indcr»
daad kon doorgaan. Dc r>k. spreker
meende, dat die verlaging eenvoudig
niet kon plaats hebben. Maar tegen»
stemmen dat deed hij niet! Omdat
het R.K. beginsel nu eenmaal verhin
derde een minister geld op te dringen,
waarom hij niet vroeg.
De heer Van Gijn juichte dc succes
icbclastingvermindering toe. Evenzeer
i!s de hceren Snocck Henkcmans, Kor»
tmhorst en van Vuuren. Immers a!
deze afgevaardigden geloofden dat dc
successiebelasting kapitaal .vreet".
Dc heer Van Gijn juichte evenzeer
de verlaging in dc personcele belast m."
toe. De bezwaren daarvan kunnen bij
go. n wil gemakkelijk worden te bo
ven gekomen een meening die ook
de heer Snocck Henkemans hartelijk
was toegedaan. Wat de verlaging dei
inkomstenbelasting aangaat het plan
Colijn daarvan zag de heer Snocck
Henkcmans vooral groote nadeelen als
gevolg voor de schoolgeldvorderingen
Dc heer Van Vuurcn daarentegen
mat de bezwaren tegen de personcelc
belast.ng weer breed uit hij gc-
loofde zelfs niet aan de mogelijkheid
van verbetering der nadeden door ge»
mecntc'.ijke maatregelen. Aannemen
zal hij desondanks.
De hceren Van Vuuren, Snoeck Hen-
kemans en Kortcnhorst betoogden ten
slotte nog de noodzakelijkheid van
belastingverlaging voor het industricele
leven. Het kapitaal moet weer naar
het bedrijfsleven getrokken worden,
ook naar het Indische bedrijfsleven
voegde de heer Snoeck Henkemans
daaraan toe. Want het vreemde kapitaal
in Indië wordt grooter cn grocter. Het
Ncderlandsche kapitaal mag niet een
to klein percentage gaan innemen.
Dc hceren Kortcnhorst en Van
Vuurcn hebben duidelijk doen uitko»
men, dat zij zich in het geheel niet bin»
den voor dc wecldevertcringsbclasting
voor 's ministers plannen bij de stem»
ming zulien uitspreken. Die wilden zij
ieder op zich zeif beschouwen. Beiden
drongen aan op voorloopige opheffing
van die wetten om de onzekerheid,
die zij voor de industrie brengen.
De minister komt morgen aan het
woord, om een uitweg te zoeken uit
de veelheid der mceningen.
INTIMUS.
In de groote lijn er werd reeds
opgewezen heeft de heer Vliegen
instemming hetuigd met de woorden
van den heer Oud.
Ook de heer Vliegen onderwierp dc
gestie van minister Coüjn aan critiek.
ook hij wees op de groote veriiezen, die
het particuliere kapitaal heeft geleden
om daarop een verdediging van Staats»
kapitalisatie te gronden.
•De heer Vliegen wees ook op dc
overschotten van dc diensten der latere
jaren, ondanks sombere voorspellingen
klaagde over de onbetrouwbaarheid
der ramingen.
De s.»d. spreker stemde hartelijk in t
met de wenschen van den MichacHst'en de hotelbelasting, wanneer zij zich
komt tot de conclusie
dat die zeere neus de
moeite waard is ge»
weest en geeft zich aan
uitbundige vreugde over.
(Nadruk verboden)
DE TYPHUS.
TE BREDA EN OMGEVING.
Te Princenhage is een typhuspatientje.
een jongen van 7 jaar, overleden. Dit
is het tweede sterfgeval gedurende het
tbreken van den typhus te Breda en
omgeving. De stand der ziekte te
Breda en omgeving is thans: Breda 36.
Princenhage 28, Teteringen 3; totaal
67 gevallen, plus één geval van para»
yphus te Princenhage.
PRINS HENDRIK.
De prins is voor eenigen tijd naar
Duitschland vertrokken, vergezeld door
zijn adjudant, majoor jhr. Laman Trip.
AMSTERDAM'S EENIGE MOLJN.
De molen De Gooyer, de ecnigef die
:e Amsterdam nog bestaat, verkeert in
een bouwvailigen toestand. B. en W
achten het zooals zij thans den raad
mcdedeclen zoowel uit een acsihe.
lisch als uit een cultuurhistorisch
oogpunt gewenschte dat deze molen
zoo eenigszins mogelijk, wordt behou.
den. In verband hiermede hebben, zij
zich ter zake in verbinding gesteld met
„De Hollandsche Molen", Vereeniging
tot behoud van Molens in Nederland,
Deze acht het gewenscht, dat alvorens
plannen tot behoud van molens wor»
den gemaakt, door een deskundige een
onderzoek wordt ingesteld naar den
toestand daarvan; deze kan dan tevens
worden belast met het opmaken van
een bcgrooting van dc daaraan verbon»
den kosten.
Dit ondejzoek zal ongeveer f 600 vor»
deren.
B. en W. stellen den raad voor dit
bedrag te hunner beschikking te stel»
fcn.
OP HET NIPPERTJE.
DOOR KATTEN GERED.
Te half twee in den Maandagnacht
werd de assistentie van de politie te
Dieren verzocht door een bewoner van
de Hoogestraat, omdat diens woning
vol gas stond en hij de hoofdkraan niet
kon afsluiten. De bewoner was even
te voren in zijn slaap gestoord door het
rumoer, dat twee katten in de keuken
maakten. Hij bemerkte toen een sterke
gaslucht en gevoelde zich onwel. Ver»
volgens wekte hij zijn vrouw en de
•buren, die de slaapkamer boven zijn
keuken hebben. Ook die gevoelden zich
onwel, veroorzaakt door het uitstroo»
mende gas. De gasslang van het gas»
kookstel was los geraakt en het uit»
stroomende gas had reeds een der kat»
ter» gedood. De bewoners ondervonden
geen verder nadeel en hebben vermoe»
deiijk aan de katten hun leven te
danken.
EINDELIJK.
Dinsdag is de, voor rekening der ge»
eer te Zwolle gebouwde motorpont
op den IJse! in dienst gesteld. De to
tale breedte bedraagt 8 meter, terwijl
de kleppen 5 meter breed zijn. De
pont springt dus aan iederen kant der
kleppen 1 1/2 meter uit.
Het dek is door hekjes overlangs in
drie deelen gesplitst. In het midden is
een breedte van vijf meter beschik-
baar voor voertuigen en auto's, ter-
wij; langs de kanten gangen van 1 1'2
meter breedte bestemd zijn voor fiet»
sen en voetgangers. Voor de kleppen
zijn flinke ijzeren hekken aangebracht
om het te ver doorrijden te verhinde
ren.
Voor een ieder die de oude pont
kende en met een auto van die pont
dikwijls gebruik moest maken, zal het
een hecle opluchting zijn. dat nu ein»
delijk deze groote verbetering »ot stand
is gekomen.
TRAGISCH.
De 55»jarigc landbouwer R. Oltwater
in de buurtschap Klein Dochteren bij
Lochem, zou met een paard een zaai»
machine van het land halen. Even later
kwam het paard met de machine zonder
den boer thuis. Deze werd niet ver van
zijn woning met een ernstige hoofd»
wonde op den weg gevonden. De man
overleed spoedig.
HET NIEUWSTE.
DIEFSTAL VAN RADIO.
Tegen een bewoner van de Booten*
makersstraat te Zaandam is proces»
verbaal opgemaakt onder verdenking
van „diefstal van radio". Verdachte
is nl. op het denkbeeld gekomen, rich
buiten medeweten van de directie aan
te sluiten op de hóofdkabel van de
z.g. radio»centrale, ten einde op die wij*
ze kosteloos radiomuziek te hebben,
iets waarvoor de abonné's maandelijks
een vergoeding en bij aansluiting een
bedrag iji eens betalen.
DE .ZONNESTRAAL-COLLECTE".
De totale opbrengst van de collecte
voor de vereeniging „Zonnestraal",
heeft in het gehcele land ongeveer
f 45.090 opgebracht, waarvan. gelijk
bekend, Amsterdam ruim f 16.000 heeft
bijgedragen.
DAT SCHEELDE HEM TIEN
GULDEN.
Een passagier van een motorbus van
lijn A. welke 's avonds te Amsterdam
langs de Weesperzijde reed, maakte
den bestuurder er op attent, aldus de
Tel., dat een papiertje door de reet
in het houten vloertje, waarin de
pedalen zijn aangebracht, omlaag was
gevallen.
De chauffeur bemerkte tot zijn
schrik, dat hij een boekje met honderd
tramkaartjes kwijt was en stopte. Daar
het verlies van het bewuste boekje hem
op tien gulden zou komen te staan,
keek hij het ondergedeelte van den
wagen terdege na. De kaartjes waren
er niet.
Teen stapte hij af en zocht den weg
na waarlangs hij gereden was. Eindelijk
vond hij het verlorene in een railgroef
terug en het bleek, dat er reeds een
motorwagen met bijwagen overheen
was gereden.
De vondst bespaarde hem echter een
verlies van tien gulden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cents per regel
van Handen en Gelaat verzacht
en geneest men zeer spoedig met
Doos 30, Tube 80 ct. PUROL
lilt bet Engelsch
van
L. G. MOBEPLY.
Vertaald door P. P. T.
(Nadruk verboden).
27)
De reis per trein van Mandcrby
Court naar StocWey was omslachtig,
maar per auto was het maar een be»
trckkcjjjk kleine afstand cn toen He»
Icn een paar weken laten» op een
mooien Junidag aan Sir Giles vroeg of
Sylvia mecmocht naar haar zuster, had
hij niet het minste bezwaar.
„Ik ga naar dc stad vandaag", zei
hij, „gaat u met Sylvia maar gerust
naar Stockley. Natuurlijk kunt met de
auto gaan. Het beste is dat u direct
na dc lunch weg gaat, bij uw zuster
theedrinkt en als u dan tegen den
avond als het koeler wordt terugkomt,
hebt u een prachtigen terugrit".
„Marion is zeker thuis", zei Miss
Stansdalc tegen Sylvia. „Nu met de
warmte drinkt ze thee in den tuin. Dat
wil zeggende tuin. die is zoo groot
als een flinke zakdoek", voegde ze er
lachen daan toe, tenminste bij dien van
Mandcrby vergeleken, maar het is er
pu toch beter dan binnenshuis".
Het leek Sylvia inderdaad buiten
beter dan in huis. toen zij uit dc klei»
ne, 'n beetje bekrompen villa, bij een
goed«verzorgd klein grasveld met even
keurig verzorgde bloembedden er langs
kwam, want ofschoon zoo ver het oog
reikte niets dan pas voltooide cn in
aanbouw zijnde huizen zichtbaar wa«
ren cn de achterzijde van den tuin aan
een uitgestrekt stationsemplaccmcnt
grensde; het was tenminste een groen
rn koel plekje grond cn de welbereide
theetafel onder de accacia zag er ver»
leidelijk uit.
Miss Marion maakte niet dcnzelfden
indruk op het kind als haar zuster had
gedaan maar zij van haar kant voelde
direct ccn groote genegenheid voor het
vreemde meisje.
Terwijl de beide zusters in druk gc»
sprek met elkaar waren, schoof het
kind dichter naar Rosa Müller toe, die
allerliefst met haar praatte en scherts»
te en niets naliet om haar in tc pal
men. Svlvia voelde zich al spoedig zoo
op haar gemak bij Rosa, dat zc haar
hand in dc mooie blanke hand van
het oudere meisje legde cn in haar
jonge openhartigheid zei: „Ik vind u
zoo aardig, uw oogen lijken net ver»
gcet»mij»nicten". Het kind sprak zacht
zoodat alleen Rosa het hooren kon.
„Dat vind ik lief van je. dat je dat
zegt", antwoordde Rosa, met dat
spoortje van vreemd accent in haar
stem, dat ook Sylvia bekoorlijk in de
ooren klonk: „Ik krijg liever
zoo'n complimentje van jou, dan
van volwassen menschen. Jij meent
nog wat je zegt".
„Ik geloof niet dat ik precies weet
wat ccn complimentje is, maar ik meen
wat ik zeg cn als Monsieur wat zegt
meent hij het ook altijd".
„Monsieur? Wie is dat?"
„Dat is mijn voogd", zei ze met een
glimlach, die echter spoedig plaats
maakte voor een droevigen trek op
haar gezichtje. Toen moeder stierf
vroeg zc aan Sir Giles om voor me te
zorgen en nu ben ik zijn kleine meisje,
begrijpt u?"
„En woon je nu bij je voogd, bij
hem cn zijn vrouw?" Het was niet al»
leen de taak die haar opgedragen was.
die haar verder deed vragen, er kwam
ook iets van lieve belangstelling voor
het aardige, onbevangen pratende kind
haar, zonder dat zij zich er zelf nog
geheel van bewust was.
„Hij heeft geen vrouw, tenminste
nog niet, maar hij gaat gauw trouwen
met Miss Cardew".
„Miss Cardew?" vroeg Rosa, nu bc»
vig gcinteresscerd.
Sylvia knikte.
In Rosa's herinnering rees het beeld
van Grace, in ernstig gesprek met den
donkeren man, die de draden van haar
eigen levenslot in handen hield.
Vreemd, dat Grace, geen van beide
keeren dat Rosa haar gesproken had,
had verteld dut zc verloofd was en
gauw trouwen gingl
Grace CardewHerman Muller..
dc voogd van dit kind...-, wat voor
verband bestond er tusschcn die drie?
Wat was het doel van Müller's spel?
De gedachten die haar bestormden, de»
den haar een poos zwijgen en onder»
tusschen zat Sylvia haar vol bewonde»
ring van opzij aan te kijken terwijl de
twee zusters op gedempten toon hun
druk gesprek voortzetten! Op het ge»
zicht van Marion was opwinding te le
zen en de oogen van Helen keken heel
ernstig terwijl ze zei:
„Ik zie de gelijkenis natuurlijk ook,
Marion. Ik had er eerst niet op gelet,
maar nu jij het zegt, valt het mij ook
op. Maar het kan immers alleen maar
toeval zijn. Het is toch niet waarschijn
lijk dat Sir Giles de verzorging van
Sylvia op zich had genomen, als hij
niet een oude vriend van haar familie
was geweest en alles van haar moeder
afwist.
Dat het kind hem pas voor hot eerst
bij het auto»ongeluk heeft leeren ken*
nen bewijst natuurlijk niets; ze is nog
zoo jong. Mnar de moeder zou toch
niet aan Sir Giles gevraagd hebben om
dc verzorging op zich te nemen als hij
een vreemde was. En dat hij zich niet
verder over de verhouding uitlaat, be*
tcekent ook niets; daar kunnen aller»
lei redenen voor zijn. Neen. het is
puur toeval dat ze veel lijkt op...."
„Natuurlijk moet het toeval zijn",
viel Marion haar snel in dc rede. „Ik
weet eigenlijk niet cens hoe ik cr toe
gekomen hen om er over te spreken.
Het was heel vcikccrd om te praten
over.... over.... Tiny", ze sprak nu
nog zachter; „maar ik kreeg een schok
toen ik Sylvia zag, zoo als die lijkt op j
haar...., toen zc zoo oud was".
Haar zuster had geen gelegenheid om
te antwoorden, want op dat oogenblik j
trad een heer uit het huis naar buiten
en Hugh Bcrners stak het grasveld j
over en begroette het gezelschap.
Toen de doctor tusschen de twee
oudere dames had plaats genomen, zei
Sylvia zacht tegen haar nieuwe vrien*
din: „Wat een leuke man. Hij is zoo
groot en sterk en hij heeft net zulk
soort oogen als Monsieur. Zoo vrien»
delijk.... maar hij kijkt je toch aan of
hij heelemaal door je heen ziet".
Rosa voelde een innerlijke ontroering
bij de woorden van het kind„ dat met
haar vrocg»ontwikkeld verstand en
haar blijkbaar»aangeboren menschen*
kennis de dingen zoo scherp en zoo
raak kon zeggen.
Want in Hugh's grijze oogen was in»
derdaad een uitdrukking van goedheid
en kracht en nu zij een poosje op haar
bleven rusten, voelde Rosa zich in ver»
warring gebracht. Het was alsof onder
dien ernstigen blik iets in haar gewe»
ten wakker werd, dat zij gemeend had
in slaap te kunnen sussen, of er gevoe*
lens in haar oprezen, waarvoor ze tot
nu toe alleen maar lichten spot had
over gehad. Toen Hugh even later
naast haar kwam zitten, betrapte ze
zich zelf op een plotselinge, ondefinieer
bare opwelling van blijdschap en of*
schoan zc zich trachtte in te praten dat
het dwaasheid was om aan zulke ge*
voclens toe te geven, bleef die wecke
gcluksstcmming toch in haar en bracht
een zachten glans in haar oogen. En
terwijl hij naast haar zat en met haar
en Sylvia praatte onder de accasia op
het kleine grasveld, groeide een mach»
tig gevoel van schaamte in haar toen
ze bedacht met welke valsche bedoe*
lingen zij zich bij deze goede, wel»
meenende menschen ingedrongen had.
Ze ontmoette Hugh's eerlijke oogen
en het was haar of ze plotseling haar
eigen leven in al zijn voosheid voor
zich zag; ze voelde een heftigen af»
keer van haar schijn bestaan vol in*
trigue en sluw bedrog, ze haatte haar
aanwezigheid hier onder valsche voor»
wendsels, maar bovenal haatte zij den
man, die haar als zijn werktuig ge*
bruikte. Maar zij was al zóó lang zijn
werktuig geweest dat zij de kracht niet
meer had om zich uit zijn ijzeren
greep los te worstelen. Dc strijd tegen
dit overmachtige wezen zou even nut»
teloos zijn als het verzet van een zwak
schepsel dat in de wildernis in de
klauwen van een tijger is geraakt. En
terwijl zij Sylvia's zacht handje voelde
en luisterde naar Hugh's warm»diepe
(stem. werd zij zich bewust van de
[wanhopige zekerheid dat zij haar taak
[moest vervullen, ten koste van het
hesfe en heiligste in haar.
(VC'ordl vervolgd).