Haarlem's Dagblad | 1926 | 21 oktober 1926 | pagina 7

het~n7v. v.

HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 21 OCT. 192»

VERGADERING VAN DEN HAARLEMSCHEN
GEMEENTERAAD

Voorloopige vaststelling gemeenterekening. De
factor renteberekening erfpachtsgronden. Lang'
durige debatten. Verwerping voorstel-Joosten c,s.
Nogmaals de quaestie „Eigen Woning".

Dc heer Wolzak herneemt dat_op'hct vernieuwen van de wegbedekking
rekening nog een post staat van 4700 in dc Anegang in de eerste jaren nog

Ir tA.nflHil.it ...ai. .4/.l.l.in ...n I. .1 ..tl t. .al I*.

als teruggaat van gelden van het Gast
huis waarvoor nog niet een quitantic
aanwezig is.

Dc heer Slingcnberg antwoordt,
dat B. en W. gaarne met regenten van
het Gasthuis zulk een regeling willen
aangaan dat dc /.aak finanticcLadminis»
tratief in orde zal komen.

Het voorstel van B. en W. wordt
daarna na nog een kleine discussie aan»
genomen.

t Gemeenterekening.

PUNT 7.

Voorstel van B. en W. tot voorloo»
pigc vaststelling der gemcenterekcning
dienst 1925.

Dc heer Joosten stelt ecnigc vra»

De neer joosten «c« hccft omdat dezc wcrkcn

gen Onder meer zou spr. f'"0"**? onder de besteksbepalingcn v<

worden ingelicht aangaande dc hoeveel
he'd water die in Haarlem is gebruikt
en aangaande het verbruik over den
watermeter. Wat is het resultaat van dc
nieuwe watermeters? Deze vragen naar
aanleiding van het verslag der water»
leiding. Ten aanzien van dc cijfers had
spr. gaarne voortaan meer details in de
verslagen.

Jammer vindt spr. het! dat het ver»
slag van het grondbedrijf en dat van
den stortings» en ophaaldienst nog niet
bij den raad zijn ingediend. Uit bet ver»
slag van het gasbedrijf blijkt dat een
bedrag van 32000 van dc reserves is
afgeschreven. Waarvoor is dat bedrag
gebezigd? Enkele opmerkingen maakt
spr. nog over dc aflossingen en het bc»
drag daarvan. De Indruk Is dat inden
tijd het bedrag van dc aflossingen
laag is geraamd cn dat daarom bij^ een
supplctoirc begrooting een wijziging
nv.ct worden aangebracht.

Nog niet geleerd door wat in 19-4
ten aanzien van dc aflossingen plaats
had. is in 1925 dezelfde fout gemaakt,
concludeert spr.

Dc heer Roodcnburg wcnscht ook
een paar inlichtingen te ontvangen.
Schijnbaar hadden wij, zegt spr. in 1925
een prachtrcsultaat. inaar, indien men
de zaak nader beziet, dan ontwaart men
dut dc gehcclc- reserve van het gasbc
drijf cn het gcheele egalisatiefonds van
118.000 in do rekening is verwerkt.
Hadden B. cn W. den raat! daarvan nie:
eerder in kennis moeten stellen?

Gaat het aan het egalisatiefonds zoo
maar in eens weg te boeken? Verder
maakt spr. nog ecnigc opmerkingen aan.
gaande het gasbedrijf. In het jaarver»
slag over 1925 werden dingen gemeld,
die in 1924 zijn geschied, terwijl in dat
van 1924 dingen zijn vermeld, die pas
in 192.5 zijn geschied. De gehcclc finan»
cicring van het gasbedrijf had eerst den
raad moeten worden kenbaar gemaakt,
ook wat gebeurd is met dc reserves.

Spr. vindt het verder ook jammer,
'dat het verslag van het grondbedrijf
nog niet aan den raad is overgelegd.
Ter aanzien van de aflossingen sluit
6pr. zich aan hij dc opmerkingen van
een heer Joosten.

Dc heer I' c p c r vraagt inlichtingen
«angaar.de dc hocking van dc gelden
gebezigd voor dc ontvangst van dc Ko
ningin.

Dc heer Hcerkcns T h ij s s c n
antwoordt dat B. cn W. ccn nader on
derzoek instellen naar het nut der. nlcu>
wc watermeters maar dat om dat te
kunnen bepalen eerst moet worden na
gegaan hoe groot het ongemeten water
is. bijvoorbeeld dat de reiniging hccft

§chruikt. Volgens den directeur van het
cdrijf leverden dc nieuwe watermeters
veel nut op cn dat in dien zin dat dc
kosten van dc verandering in het me»
tersysteem spoedig er zullen worden
uitgehaald.

Dc heer Slingcnberg antwoordt

wel kunnen wachten. Spr. kan aan dit
voorstel zijn stem niet geven.

De heer Peper zegt dat aan den
wcnsch door den heer Van Licmt in
dc vorige zitting geuit wel spoedig ge»
volg is gegeven. Maar laat men dan
ook aandacht schenken aan dc andere
bestratingen inzonderheid denkt spiv
daarbij aan dc Spaarnwoudcrstraat.

De heer Van Licmt merkt op, dat
indien hij aandrong op een spoedig her:
stel van de wegbedekking in dc Anc
gang, hij dat deed in het belang van dc
gemeentcsfinanciën cn niet in dat van
dc winkeliers. Voor dezen hindert het
hcusch niet of er hier cn dhar een gat
in de straat is.

De heer R e i n a 1 d-a zegt dat in dc»
zen ccn openbare aanbesteding geen
vallen

den heer Peper dat het door hem ge»
raagde is geboekt op den post offi»
cicclc ontvangsten Over dc zaak der
aflossingen treedt spr. in nadere bij»
zonderheden. De'raad zal dc zaak eer»
lang in haar geheel kunnen overzien
Het verslag van het grondbedrijf zal
den leden spoedig worden toegezonden.
Dan kan dc zaak van het grondbedrijf
b;i dc begrooting behandeld worden.
Het is nu hij B. cn W. ingekomen.

Spr. meent dat B. cn W. in zake het
ógaiisatiefonds van het gasbedrijf niet
hij den raad hadden behoeven aan tc
komen. Het is juist ingesteld om daar»
uit gelden tc nemen indien dc winst
minder is dan geraamd Uit de reser»
ves zijn ecnigc noodige uitgaven ge-
daan.

Inderdaad, dit moet spr. toestemmen.
Is dc bcgrooting ccnigermate geflatteerd
onder meer door het bedrag uit dc wa»
tcrlciding. Dc finanticn van de gemeen»
te zijn van dien aard dat dc meest
groote soberheid dient tc worden bc»
tracht.

Dc heer Kucncn is ter-vergadering
gekomen.

Verschillende leden dienen van re
pliek. Nadat dc heer Slingcnberg
nog hccft gcaniVoord. wordt dc ge»
mccntcrekcning voorloopig vastgesteld

Iiamcrstukken.

Zonder hoofdelijke stemming worden
aangenomen dc voorstellen van B. en
\V. tot aankoop der perccelcn Gast»
huislaan nos. 691 cn 692. tot verkoop
van grond aan dc Jclgcrsmnstraai' aan
A T Joosten cn aan den Verspro nek*
weg ann L. Klansscn. tot vcrlccning van
ecu crcdict voor werken in het verleng»
dc van dc Prévinaircstraat, tot vaststel»
ling van ccn rooilijn voor ccn gedeelte
van dc Lange llccrcnves? (westzijde), cn
tot slooping der perccelcn aan dc Es»
senstraat no. 14 erf 16 cn aan dc Dc
Haasstraat no. 19.

PL* NT 13.

Voorstel van B cn W. tot ere»
diets erlccning tot ccn bedrag van
8500 voor het vernieuwen van het
bov. ndek der n-olnltbestrating van dc
Ai egang en dc B irteljorisstraat.

De heer Klein kan niet veel voor
dit voorstel gevoelen. Had het niet bc»
ter geweest, er is zoo dikwijls op een
openbare aanbesteding aangedrongen,
dat dezc werkzaamheden in het open»
baar waren aanbesteed? Het was dan
goedkooper geweest. In i?dcr geval had 1

onder de bcstcksbepalingen voor dc
andere werken.

Het voorstel van B.' en W. wordt aan
genomen met de stemmen der leden
Castricum, Kccscn, Mevrouw Van Looij
en Klein tegen,

Zonder hoofdelijke stemming worden
achtereenvolgens aangenomen dc voor»
stellen van B. cn W. tot het hebben
van een uitgang naar den Spaarndam»
schcn weg aan dc Kon. Handclsmaat»
schappij Boeke en Huidekoper; tot ver»
werping van het beroep van B. van den
Belt tegen de weigering van B. en W.
om verguqping te vcrleencn voor den
verbouw van ccn perceel in dc Hertog»
straat tot garage, om te berusten
dc tegen dc gemeente ingestelde rechts»
vordering inzake het Kruscmanfonds,
cn dat tot verhooging van het crcdict1
voor dc verbetering van het gymnastiek»
lokaal in tie bijzondere school aan het
Groot Heiligland.

Berekening rente
erfpachtsgronden.

PUNT 18.

Voorstel Joosten c.s. inzake den
factor renteberekening van crfpachts»
gronden. Met afwijzend pracadvies
der meerderheid van B. cn W.

Stemmen uit den raad.

Dc debatten worden ingezet met ccn
rede van den heer Joosten.

Spr. herinnert *cr aan dat dc zaak
der crfpachtsvoorwaarden in den raad
meermalen ccn punt van bespreking
hccft uitgemaakt cn dat reeds verleden
jaar een motie is aangenomen, waarbij
B. en \V. werden uitgenoodigd de cri»
pachtsvoorwaardcn tc herzien. Ver»
wacht had dus mogen worden dat dc
zaak ccn ruime voorbereiding had. Tc
meer daar een der leden van het college
van B. cn W. zitting had in ccn conn
missie uit de vcrccniging van Nederland»
schc gemeenten ter bcstudecring van
het crfpachtsvraagstuk. Een cn ander
deed dc verwachting koesteren dat over
dezc zaak nu eens debatten in den raad
in grootcn stijl zouden kunnen worden
gevoerd. Waren dc verwachtingen hoog
gespannen, dc manier van behandelen
der quaestie door B. cn W. is teleur»
stellend.

Niet het vraagstuk in zijn geheel is
in oogcnschouw genomen. Het gaat cr
alleen om of er ccn rente van al dan niet
■i'/j pCt. zal zijn. Vreemd is dat een
college als dat van B. cn W. van Haar»
lem, dat toch ccn college is dat er zijn
mag, zulk ccn onbelangrijk advies ir
zulk ccn belangrijk onderwerp gaat uit
brengen. Beziet men dat advies dan
blijkt dat dc meerderheid van B cn W.
zonder eenig bewijs zegt dat uitgifte
in erfpacht op zich zelf reeds bezwa»
rend is voor dc gcmccntcfinanciën, daar
enorme 'kapitalen voor dc gronden wor»
den vastgelegd, waardoor het bedrag
aan gcldlccningcn sterk wordt verhoogd.
Een argument op zich zelf beschouwd
volgens spr. zonder ecnigc waarde. Op
die manier komt men er niet Het gaat
niet met zulk ccn algemeenheid. Het
is dc vraag of het ccn nadeel is indien
enorme kapitalen voor de gronden wor»
den vastgelegd. Het kan zijn indien de
kapitalen lager worden. Maar dat is
niet bewezen.

B. cn W. zeggen dat ook rekening
mot worden gehouden met ccn pcrcen»
tagc voor aflossing en administratickos»
ten. Maar wat zijn die administratiekos»
ten? Eens per jaar moet de erfpachter
den canon gaan betalen. Dat moet dan
worden geboekt cn wellicht krijgt dc
erfpachter ccn bewijs van ontvangst.
Dat is alles. Van dc aflossing spreken
B. cn W. Maar op grond waarvan mag
ccn bijdrage in dc aflossing worden gc»
vraagd? De zaak staat zoo. dat dc gc»
meente bij een uitgifte van grond in erf.
pacht cr niet slechter voor komt tc
staan dan dat dc grond wordt ver»
kocht. Na 38 jaar moet dc erfpachter
doorgaan met rente cn aflossing tc bc»
talen hoewel dan reeds alles is afbe»
taald. Het is zeker niet billijk ccn der»»
gelijke aflossingstcrmijn te stellen.

B. cn W. zeggen verder dat dc rente
niet 4Yi pCt. kan zijn. omdat bij het
aangaan van geldlceningen is tc reke*
nen met het disagio va nl pCt. enz.,
zooals de meerderheid in het raadsstuk
nader omschrijft. Spr. meent dat B. en
W. in dezen van ccn foutieve redenee»
ring uitgaan. De disagio mag niet op
dc erfpnehtnemers worden verhaald. Na
deze bestrijding van dc meerderheid van
B. en \V sluit spr, in zijn verder bc»
toog zich aan bij de minderheid van
het college.

De heer Peper betoogt dat dc
meerderheid van B. en W. kennelijk
nu de richting uitgaan dat het zoo moet
worden: verkoop van gronden regel en
uitgifte in erfpacht aanvulling. Toen
Mr. Slingenbcrg pas in den raad kwam
en een voorstel tot uitgifte van gron»
den in erfpacht aan de orde kwam
prees ccn der Haarlcmsche bladen hem
zegt spr. Maar nu heeft hij een zwen»
king naar rechts gemaakt precies zoo»
als zijn partijgenoot Treuh deed. Hij
hccft alle oude plunje over boord gc»
gooid cn 'gaat den reactionairen kant
uit.

De heer Wolzak is verbaasd over
het pracadvies van B. cn W. Naar aan»
leiding van gehouden besprekingen

stel waren gekomen dat raakt het ge»
hecle crfpachtsvraagstuk. Immers er
hadden ter zake besprekingen plaats
met do commission van financiën cn
van openbare werken. Van B. en W.
was verwacht een geheel zelfstandig
voorstel. De raad stelde nimmer het
rentetype vast cn het zou ook gevaar»
lijk zijn indien dc raad het deed. Het
zou ook niet goed zijn indien er kwam
ccn rentetype geldende voor immer.
Beter is dat voor iedere uitgifte van
grond in ieder speciaal geval een ren»
tctypc wordt bepaald.

Indien B. en W. waren gekomen met
een voorstel tot verandering van de
crfpachtsvoorwaarden dan had ook aan
dc orde kunnen komen de zaak van
den extracanon dien sommigen bij den
overgang van de erfpacht cr uit zou»
den willen halen. Thans is de indruk,
dat dc minderheid dien canon er in
wil hebben, eerst was de indruk dat
zij hem er uit wilde halen. Spr. kant
zich voorts tegen de minderheid van
B. en W. Onder aanhaling van de
mccning van die minderheid conclu»
deert spr. dat dc politick die deze min»
derheid wil voeren een is die buitenge»
woon gevaarlijk voor de gemeente is.
Hij drukt den wcnsch uit dat dc raad
het voorstekJoostcn c.s. niet zal aan»
vaarden,

Dc heer Van Liemt is niet tegen
een uitgifte van gronden indien dat
kan. maar dc gemeente mag cr geen
schade bij. lijden. En om die reden kan
spr. niet stemmen voor het voorstel»
Joosten waarvan schade voor dc ge»
meente is te wachten. Dit voorstel zal
aan dc gemeente geld gaan kosten.
Daaraan kan spr. niet medewerken.
Verder is spr. van oordeel dat aan het
verkoopen cn aan dc uitgifte van de
gronden in erfpacht gelijke rechten
moeten worden toegekend, beide die»
nen op dcnzelfdcn voet te worden be»
handeld, maar het ccne mag niet bo»
ven het andere worden bevoorrecht.

Dc heer Roodcnburg meent dat
het een fout is dat niet het gchccle
vraagstuk van dc crfpachtsvoorwaar»
den onder de oogen is gezien maar al»
leen ccn onderdeel cr van. Van daar
dat zoowel de meerderheid als dc min»
derheid van B. cn W. in hun betoogen
fouten maakten. Het gaat niet aan nu
op epn onderdeel een beslissing tc ne»
men. Betflr is later de gehecle zaak on=
der handen tc nemen.

Van de fafel van B. en W.

Daarna is wethouder SI in gen»
berg aan het woord. Het is zeker tot
groot leedwezen van zoowel de meer»
derheid als dc minderheid van het col»
lege van B. en W., zoo begint spr., dat
algemeen in den raad teleurstelling is
uitgesproken over de wijze zooals B.
en W. dc zaak behandelden. Er is cch»
ter geen enkele reden om die teleur»
stelling uit te spreken. B. en W. had»
den tot taak een onderdeel van dc
zaak te bezien en daarover pracadvies
uit te brengen. Indien B. en W. zich
dus hebben beperkt in hun advies dan
is dat omdat zij in dezen beperkt zijn
door hen die het voorstel indienden
vaar zij over hadden te praeadvisce»
ren.

Dat men zulk een principieclen
boom over dit voorstel gaat opzetten
is niet tp snappen. Aan den heer L'eper
zegt spr., dat in het pracadvies niet
écn woord is tc vinden dat duidt op
ccn gaan in dc richting ervan om het
stelsel van uitgifte van grond in erf»
pacht af te schaffen.

Trouwens: uitgifte in erfpacht of
verkoop van dc gronden is nu niet aan
dc orde. In 1919 is dienaangaande reeds
een beslissing genomen. Niemand wil
aan die beslissing nu afbreuk gaan
doen. Sinds dien is het rentetype lager
geworden. Spr. gaat dus niet den ver»
keerden kant op. Zeker iemand kan wel
eens van mccning cn inzicht veninde»
ren. Maar dan herinnert spr. er aan
dat eens is gezegd „die niet eens ver»
ndert op politiek en economisch ge»
bied, die houdt op te denken".*

Ten aanzien van dat gene waar nu
de debatten om draaien, gaat spr. met
den heer Van Liemt mede. De heer
Joosten wil echter door zijn voorstel
den erfpachter boven den koopcr gaan
stellen. De gemeente moet nu leenen
tegen een gemiddelde rentekoers die
hoogcr dan 4 1/2 is. Zij kan dus
niet een rcntcfactor voor de uitgifte
an gronden in erfpacht vaststellen die
lager is dan dc rente die dc gemeente
zcTf moet betsien.

Van ccn uitgifte van gronden in erf»
pacht kan men onder bepaalde omstnn»
digheden een voorstander zijn, maar er
kunnen ook omstandigheden zijn, bijv.
indien de erfpachtscanon zoo laag
wordt gesteld als de heeren Joosten
nu willen, dat men practisch tot
de conclusie komt: Ja maar dan gaat
het nief meer.

De gemeente Haarlem heeft nu geen
annuïteitsleeningcn meer. aldus spr
erder, die het advies van dc meerder»
heid van B. cn W. verdedigt. Te Haar»
lem heeft men met bepaalde gevallen
te doen. Het gaat niet aan in de theo»
rie te rcdcnecrcn. Bij aannneming van
voorstel der hccrcn Joosteri zouden
daarvan gedurende dertig jaar de gc»
olgen cn dan de drukkende gevolgen
op de gemeentebcgrooting merkbaar
zijn. Wij moe»en niet vergeten dat wij
ook aan de eigen tijdgenooten hebben
te denken, besluit spr. cn dat wij heb»
ben te zorgen dat de belastingen niet
drukkender worden dan dit thans reeds
het geval is.

Verder spreekt wethouder R i n al»
d a die de minderheid van het college
an B. cn W. uitmaakt. Van middag,
aldus spr. aan het begin van zijn be»
toog. is de stelling als ccn axioma ver»
dedigd dat de positie van den man die
koopt gelijk als die in erfpacht neemt
moet zijn. Ik meen echter dat het in
het belang der gemeente is dat de voor»
rden voor den crfpachtncmcr voor»
dccliger zijn dan die voor den kooper.
Ik meen dat het een voordeel voor de
gameente is dat de erfpachtnemer in
gunstiger positie komt te staan dan de
konpcr.

In deze meening ben ik nog ver»
terkt na de lezing van het rapport der
commissie uitgebracht aan de Neder»
lnndsche vcrccniging van gemccntebc»
langen over bet crfpachtsvraagstuk. in
welke commissie, zooals al gezegd, een
lid van het college van B. en W. zit»

len opgesomd die een uitgifte in erf»
pacht voor de gemeente heeft hoven
een verkoopen van de gronden. Opge»
noemd worden onder meer dc waarde»
vermeerdering der gronden en de ver»
plichtingen die men aan de erfpacht»
nemers kan opleggen alsmede de mc
dezeggenschap der gemeente op de
gronden. Over eik dezer punten treedt
spr. daarna in bijzonderheden.

Bij de uitwerking dezer punten zegt
spr. dat bij de bepaling van den rente»
factor die tot den canon moet leiden
een nflossingsfactor geheel moet uitgc»
sloten zijn. Dat te doen is eigenlijk im»
moreel. De erfpachtnemers zouden
zoo nog meer dan dc rente moeten be»
talen. Theoretisch, financieel en ccono»
misch is dat niet tc verdedigen. Die
gehcclc theorie van het laten betalen
van dc aflossing gaat niet op. Ze kan
niet worden aanvaard.

Voortgaande komt spr. op tegen de
meening van dc meerderheid van B.
en W. en haar motivcering.

Schulden maken gaat wel doet spr.
daarbij opmerken, mits het maar rente»
gevende zijn. Voor het gasbedrijf is ook
wel geleend.

De heer Slingenberg. Mits de
rente cn afbetaling gedekt zijn.

Dc heer R e i n a 1 d a zegt dat dit
het geval zal zijn bij het voorstel Joos»
ten omdat de meerwaarde der gron»
den hij een uitgifte in erfpacht in han»
den der gemeente blijft. Dc gemeente
mag zich offers getroosten om ccn
duurzaam belang der gemeente te die»
nen besluit spr. Het is in het belang
van de grondpolitlek, in dat van het
crfpachtsstelscl cn in dat van de ge»
meente dat de factorrente op 4 1/2
wordt gesteld. Om al die redenen
hoopt spr. dat de raad het voorstel»
Joosten zal aannemen.

Dc heer Heerkens Thijsscn
zegt dat hij met genoegen in de com»
missie van de Nederlandsche verecni»
ging van gemeentebelangen had zitting
genomen, een commissie waarin men»
schen van allerlei kleur waren. Het
rapport der commissie heeft een objee»
lief overzicht van de zaak gegeven.
Met een uitgifte van gronden in erf»
pacht kan spr. medegaan. Maar het is
onjuist dat men daarbij alleen op het
belang der gemeente en niet ook op
dat van de particulieren moet letten.
Wat nu aangaat de stelling van den
heer Reinalda, spr. kan het er niet me»
dc eens zijn dat aan de erfpachtnemers
ccn voorsprong moet worden gegeven
boven de koopers.

Zijn collega van financiën heeft spr.
aangetoond dat, indien ipen den rente»
factor op 4 1/2 gaat stellen men de
belangen der gemeente gaat benadce»
len. Van de andere zijde is niet aan»
getoond dat de gemeente met 4 1/2
uitkent. Daaruit leidt spr. $f dat met
4 12 dc gemeente zal worden be»
riadccld. D« heer Reinalda heeft in zijn
betoog niet gelet op den rentevoet.
Spr. kan niet medewerken om nu tot
een verlaging van den factor rente
over te gaan. Hij gaat mede met de
meerderheid van B. en W.

Replieken.

De heer Joh'. Visser hoort met
genoegen dat de soc.»dem. het opna»
men voor de belangen van particulie»
ren. Voor hem is het ideaal de grond
cn dc productiemiddelen aan de gc»
meenschap. Met het erlpachtsstclsel
willen zij dien kant opgaan. Om die
reden kan spr. niet met hen medegaan.
Want zijn ideaal is dat niet. Hij is
tegen het voorstel der soc.»dem.

Dc heer Klein herinnert er aan dat
hij de behandeling der gemeentebegroo»
ting het vorige jaar, B. en W. werden
uitgenoodigd de crfpachtsvoorwaarden
aan een herziening te onderwerpen. Ti ij
hoopt dat die herziening alsnog aan
dc orde zal komen. Thans in zake dit
oorstel der soc.»dcm. een beslissing te
nemen is ontijdig. Nam men nu een
beslissing dan zou dat later wel eens
kunnen blijken een verkeerde te zijn
geweest. Dc behandeling der herzie»
ning van de crfpachtsvoorwaarden kan
nog in dit jaar geschieden.

Indien niet dan kan altijd later nog
worden besloten tot een verlaging van
dc factorrente. Voor zich is spr. voor
een zoo laag mogelijk rentetype en
niet met een afiossipgspercentage, om»
dat men met die aflossing schade doet
aan het erfpachtsstelsel. Hij vraagt aan
dc soc.»dcm. raadsfractie of zij daarom
thans niet haar voorstel kan intrekken.

Dc heer D c Braai vraagt aan B.
cn NV. hoe het zit met het beweerde
dat de erfpachtnemers niet alleen -le
rente en de aflossing moeten betalen
maar dat zij daarna nog moeten door*
betalen. Hoe denken B, en W. over
dezc quaestie?

De heer G e r r i t s z deelt namens de
soc.«dcm. raadsfractie mede dat deze
fractie 'er niets voor gevoelt nu de be*
slissing aan tc houden. De zaak is van
alle kanten bekeken. Het is gewenscht
dat nu tot stemming wordt overge*
gaan. Inmiddels vertrouwt spr. dat B.
cn W. nog uitwerking zullen geven aan
de motie tot herziening van de erf»
pachtsvoorwaardcn.

Dc h?cr Slingenberg antwoordt
den heer Dc Braai dat er wel terdege
verschil voor dc gemeente is of da»
delijk een koopsom wordt betaald of
dat gedurende 75 jaar ieder jaar een
ijf«en»zeventigstc deel er van zal wor»
den betaald. Er is bijv. berekend
dat over 56 jaar een zekere geld»
som zal zijn verachtvoudigd.

Aan den heer Klein antwoordt spr.
dat B. en W. van voornemen zijn de
quaestie van dc herziening der erf»
pachtsvoorwaardcn nog nader onder
dc oogen te zien.

De heer Roodcnburg herhaalt
dat de zaak in haar geheel had moeten
worden behandeld. Nu maakten zoo»
cl de meerderheid als de minderheid
an B. en W. fouten. Met dc bereke*
ing die de heer Slingenberg zooeven
maakte kan spr. het niet eens zijn.

Dc heer Reinalda zegt, dat naar
zijn mccning primair is dc zaak van
den rentefactor die van meer belang
dan de zaak van de erfpachtsvoor»
waarden. Secundair is de zaak der
•onrwaarden waaronder de gronden in
erfpacht zullen worden uitgegeven.
Nogmaals ontvouwt spr. zijn standpunt
Hij kan het niet goedkeuren dat als
dc rente enz. is betaald nog maar steeds

Jzal moeten worden doorbetaald door
de erfpachtnemers.

Spr. memoreert dal de gcheele stad

den, maar dan van particulieren die schen had aangeraden de liquidatie#

dus inzagen dc economische waarde
van het in eigendom houden van de
gronden. Hij concludeert dat bij een
rentefactor van 4 1/2 geen enkel ge»
meentcbelang zal zijn geschaad.

De heer Joosten wijzigt het voor»
stel aldus dat gelezen wordt in stede
van 4 1/2 4 3/4 In de toelichting
zegt spr. dat er dan een vergoeding
voor administratiekosten en adagio
in is begrepen maar geen aflossing.
Tenslotte nadat nog de heer Kees en
zich tegen het voorstel der heeren Joos»
ten c.s. heeft verklaard komt het in
stemming.

Het werdt verworpen. Alleen de
soc.»dem. en het lid Peper stemmen
vóór.

Benoemingen.

PUNT 19.

Voordat tot de benoemingen wordt
overgegaan zegt Je heer G e r r i t s
dat voor onderscheidene vacaturen
maar cén persoon wordt voorgedragen.
De raad heeft op die manier niet veel
keus. Indien het niet absoluut nood/a»
kelijk is, dan hoopt spr. dat voortaan
meer zullen worden voorgedragen.

Dc heer Bruch is het met het prin»
cipc van den heer Gerritsz eens. Dc
raad heeft in deze gevallen van Je
andere sollicitaties ook kennis kunnen
nemen. Het is slechts eèn aanbeveling
Dus de ra'ad kan cr van afwijken.

Benoemd worden:

tot tijdelijk directeur van het ge»
meentclijk laboratorium voor patho»
logische bacteriologie Dr. H. van Ko»
nijneuburg;

tot tijüelijk leeraar aan het gymna»
sium cn de klassieke aldeeling van 't
gemeentelijk Lyceum mej. N. Appel»
doorn, de heer H. M. Braaksma, de
heer B. ten Have Jr., de heer J. Luzac
en mej. D. J. M. Schalk en mej. J. M.
C. Bouvy;

tot tijdelijk leeraar (leerares) aan
het gemeentelijk Lyceum de heer C.
P. Hcnning te Heemstede, mej. N.
Grocncwegen te Hillegom; de heer Tj.
dc Jong te Voorburg.

tot tijdelijk leeraar aan de Hoogere
Burgerschool met 5»jarigen cursus, de
heer A. Specht Grijp te Amsterdam;

tot tijdelijk leerares aan de Middel»
bare Meisjesschool met 5»jarigcn cur»
sus mej. Dr. J. M. A. ten Broeke,
alhier.

Bij de nu volgende rondvraag brengt
de heer Joh. Visser andermaal ter
sprake de zaak der

had hij verwacht dat zij met ccn voor» In dat rapport worden de voorJcc* Londen is gebouwd op erfpachtsgron*

Coöperatieve bouwver»
eeniging „Eigen Woning".

Spr. heeft aan B. en W. eenige vra»
gen gesteld om te weten te komen of
hc-t waar is dat de liquidatie»commis»
sie dezer verceniging op een door haar
aan B. en W. gedaan verzoek een wei»
gerend antwoord heeft ontvangen en
of B. en W. z:ch niet moreel verplicht
achten de door de verceniging geleden
schade te vergoeden.

In de toelichting op de vragen zegt
spr. dat de wethouder Reinalda mon*
deling aan het bestuur had verzekerd:
jelui kunt op dat terrein bouwen. De
goede wil van den wethouder sprak
daaruit om dc menschen te helpen en
dat waardeert spr. Na die toezegging
bleek zij niet te vervullen te zijn. De
wethouder had zijn invloed grooter
geacht dan die is in de tegenwoordige
maatschappelijke verhoudingen. Kan
□u echter niet dc geleden schade aan
de menschen worden vergoed? Zekei
formeel kunnen B. en W. zeggen: zij
hebben er niets mede te maken, maar
moreel is dat toch niet te vcrantwoor»
den.

De heer Rc:nalda antwoordt na»
mens het college van B. en W., dat
hij kan mededeelcn dat een antwoord
op de vraag van den heer Visser reeds
is gegeven in de raadszitting van 24
Maart 1926. Toen is de toezegging van
B. en W. precies vermeld In de raads»
zitting van 21 April 1926 is nader ge»
preciseerd hoe B. en W. over deze aan»
gelegenheid denken. Namens B. en W.
is aan de leden van de vereeniging ge»
zegd dat zij hen gaarne in gelegenheid
zullen stellen voor hen een woning
laten bouwen maar dan niet via het
betsuur der voningvereeniging „Eigen
Woning" maar via anderen, bijv. via de
Stichting Centraal Woningbeheer.

De menschen die lid zijn der vereeni»
ging en die een woning wenschen zul»
ien B. en \V. gaarne in de gelegenheid
stellen een woning te krijgen.

De heer Joh. Visser zegt dat men
de vereeniging alleen afdoende kan hel»
pen door haar in de gelegenheid te
stellen zelf te gaan bouwen. Er is door
den wethouder een toezegging gedaan,
herhaalt spr., maar deze is niet ver»
wezenlijkt, maar spr. wil aannemen
door onmacht. Kunnen nu de menschen
niet schadeloos worden gesteld?

Spr. dient een motie in. De raad enz.
noodigt B. en W. uit zich te beraden
over dc vraag of de gemeente niet
moreel aansprakelijk is alle geleden
schade te vergoeden aan dc vereend»

ing. ■ja

Deze motie wordt ondersteund door
de leden Roodenburg, Mizerus en Pe»
per.

De heer Reinalda zegt dat de
cautie voor den aankoop van grond
en de betaling van den aannemer
niets te maken hebben met de gedane
toezegging. Thans wordt van de ge»
meente verlangd dat zij voor den grond
f 3000 zal betalen en verder f 13.000
aan Kollaard. Wel willen zij de men»
schen heipen die lid der- vereeniging
waren.

Spr. deelt nog mede dat de procureur
der vereeniging royeering van de rol
van de rechtszaak tegen de gemeente
heeft gevraagd. Er is dus nu geen
rechtsgeding meer. Hij herhaalt dat B
en W. bereid zijn diegenen die lid der
vereeniging waren en die schade leden
door het onoordeelkundig optreden
van het bestuur medewerking te ver»
leenen en voor hen een woning tot
stand te brengen.

Er is medegedeeld dat de leden per
lid f 61 hadden bij te dragen cn dat
daar nu niets meer van over is. Maar
daar kunen B. en W. toch niet efe ver»
antwoordelijkheid voor aanvaarden:
De namen van de leden dienen bekend
tc zijn. Dan kan worden onderzocht
waar die géiden zijn gebleven. Namens
het college meent spr. de motie van
den heer Visser te moeten afwijzen.

Dc heer Klein zegt dat hij dc men»

commissie de waarheid te zeggen. Maar
daar zij dat niet gedaan hebben kan
spr. «iet voor de motie stemmen.

De heer Reinalda zegt nog dat
hij de menschen had aangeraden den
heer Van Unn»ik die gemeentc-ambte*
naar te Amsterdam is en. te Haarlem
particulier architect, aan te spreken.
Maar zij durfden dat niet aan.

Nimmer ontvingen B. en W. be*
scheiden van de vereeniging. Zij weten
nu niet waar het geld is geble»
ven.

Een, overlegging van dei boeken is
gevraagd, maar dat is niet geschied.
Aangeboden is de zaak door een ge*
meen»tc*accountant te laten onderzoeken
Maar geen antwoord is ontvangen.

De motie van den» heer Joh. Visser
komt ten slotte in stemming. Ze wordt
verworpen. Alleen <le heer Joh. Vis*
ser stemt voor.

De heer Peper vestigt nogmaals de
aandacht op toestanden aan dc Am*
sterdamschevaart.

Van den heer Rood e nburg zijn
vragen ingekomen omtrent een niet
goede verhouding tusschen het Roode
Kruis en Snelverband.

De Voorzitter zal in dezen een
onderzoek instellen.

De vergadering wordt daarna geslo#
ten.

VAN DEN ARBEID.

COLLECTIEVE ARBELDSOVEREEN
KOMST.

Het Verbond van Nederlandsche
Werkgevers heeft een adres gezonden
aan de Tweede Kamer naar aanleiding
van het wetsontwerp tot nadere rege*
ling der collectieve ar'oeidsovereen#
komst.

Het Verbond heeft bedenking tegen
de overgangsbepaling van art. 26. Hier
wordt bepaald, dat het aan vereenigin»
gen. die 5 jaar vóór het ixrwerkingtre*
den der wet partij zijn geweest bij een
c.a.o., gedurende 2 jaren na het inwer*'
kingtreden van deze wet geoorloofd is
om c.a.o. aan te gaan.' Door deze over
gangsbepaling wordt volgens adr. met
de belangen der leden niet voldoende
rekening gehouden.

Met het beginsel van art. 10 kan adr.
zich volkomen vereenigen. Ook naar
het oordeel van het Verbond behoort
de wetgever de mogelijkheid te openen
dat leden van vereenigingen, die niet
instemmen met de bepalingen van een
gesloten c.a.o., de vereeniging kunnen
verlaten.

Het hoofdbezwaar van adr. richt
zich tegen de voorgestelde regeling van
de aansprakelijkheid van vereenigingen
haar leden voor handelingen ver»
ht in strijd met de bepalingen eeaer
afgesloten collectieve arbeidsover#
eenkomst.

Wie zijn verplichtingen niet nakomt,
aldus de Memorie vat Toelichting, is
in het algemeen tot schadevergoeding
gehouden. Volkomen juist, maar daar*
om moet de vereeniging, die door haar
handteekening namens haar leden
rechten en verplichtingen aanvaardt,
bij niet naleving der verplichtingen
door haar leden,, voor de niet richtige
naleving der c.a.o., aansprakelijk wor»
den gesteld. Thans gaat b.v. de in vele
gevallen over vermogen beschikkende
vakbond van arbeiders vrij uit. Een
wettelijke regeling der c.a.o.. kan geen
bevrediging schenken, wanneer dc wet
gever de vereenigingen van werkge»
irers en arbeiders slechts $iet als maat»
schappelijke verschijningen met een
vrij sterk ontwikkelde gezagspositie en
haar mitsdien bevoegd verklaart als
collectiviteit voor haar leden rechten
verplichtingen te aanvaarden, maar
de daaruit voortvloeiende rechtsgevol*
gen in diór voege beperkt, dat die
collectiviteit niet met haar geheele ver
mogen tot vergoeding van kosten. sch3
den en interessen voor de niet behoor»
lijke vervulling der verbintenis gehou»
den is

Het congres.

Woensdag werd op het congres van
het N. V. V. <je volgende motie aan»
genomen:

„Hen congres enz., geleid door de
overweging, dat een intensief voortge»
zette actie voor bedrijfsorganisatie,
medezeggenschap en ontwapening van
de allergrootste beteekenis moet wor*
den geacht voor de toekomstige positie
der arbeidersklasse, daarbij constatee»
rende, dat in Nederland een achter»
stand bestaat op sociaal wetgevend ge*
bied, in vergelijking met andere Euro»
peesche Staten, concludeert, dat naast
de actie voor de groote in den aanvang
genoemde doeleinden onzeT beweging
een voortdurend ageeren voor door*
voering van urgente, wettelijke maatre»
gelen noodzakelijk is en besluit, het
bestuur van het N. V. V. op te dragen,
de actie ter hand tc nemen voor het
verkrijgen van direct" tc verwezenlijken
maatregelen van sociaalwetgevepdcn
arbeid".

In de middagzitting werd het volgen*
de voorstel van het Verbondsbestuur
inzake steunregeling bij conflicten in
het buitenland aangenomen.

Aan het reglement van het stakings*
fonds van het N. V. V. wordt een arti*
kei toegevoegd, t.w. art. 13 a luidende:
Het verbondsbestuur heeft het recht
behoudens goedkeuring der aange*
sloten organisaties hetzij voor een
staking of uitsluiting steun te vcrlee»
nen uit het stakingsfonds aan vakcen*
tralen in andere landen wanneer de
steun althans gevraagd wordt door tus»
schenkomst van het I- V. V.

Voor een buitenlandsch conflict kan
echter niet meer dan 10 van het
bezit van het stakingsfonds wor dep
verstrekt.

In écn kalenderjaar mag dc steun
an het fonds, tèn behoeve van het
buitenland 50 pet. der jaarliiksche in»
komsten, gebaseerd op het ledental op
1 Januari van dat jaar niet overschrij»
den.

Het verbondsbestuur heeft voorts
het recht, behoudens goedkeuring der
aangesloten organisaties en onder vol»
doende waarborgen, gelden uit het sta*
kingsfonds aan Vakcentralen. aange*
sloten bij het I. V. V. te leenen. in to*
taal tot een maximum van 10 pc; van
het bezit van het stakingsfonds.