HAARLEM'S DAGBLAD
KERSTMIS.
VRIJDAG 24 DEC. 1926
DERDE BLAD
Haarlemmer Halletjes
DE HELD EN DE BURGEMEESTER OF HET
STANDBEELD VAN HU1BERT JANSZ.
Personen:
De burgemeester van Waterhoef.
i Zijn vrouw.
Geradts, oudste wethouder.
Van Meel. jongste wethouder.
Siertsema. gemeentesecretaris.
Het tooneel stelt voor: links een
groote kamer, als salon ingericht. Aan
de wanden een paar landschappen. Op
het achterdoek een groot geschilderd
portret van een man uit de 16e eeuw.
Rechts een kleinere huiskamer. Als het
gordijn opengaat zitten in die huiskamer
burgemeester de Groot en zijn vrouw
Hij is een man van deftige manieren,
die met gewicht cn langzaam spreekt,
zij een mager vrouwtje, dat kortaf cn
bevelend spreekt. Hun leeftijd is onge
veer vijftig jaar.
EERSTE TOONEEL.
MEVROUW. Hoc is het nu toch mn
gelijk, dat er vandaag alweer vergadc»
ring van B. en W. in ons huis wezen
moet daar is het Raadhuis toch voor'
DE BURGEMEESTER. Jc weet toeh.
vrouwtje, dat het Raadhuis geschilderd
wordt, vier mannen zijn cr bezig. Er
is mnar één kamertje vrij en daar wordt
het publiek in ontvangen.
MEVROUW. Er was volstrekt geen
h'. -t met dat verven.
DE BURGEMEESTER. Twintig jaar
geleden is 't voor den laatsten keer
beurd.
MEVROUW, (koppig) Dan had het
best nog een jaar langer kunnen wach-
ter. Hn die vergadering was zeker toch
ook zoo noodig niet.
DE BURGEMEESTER. Er zijn bc»
langrijke dingen aan dc orde.
MEVROUW. Het zal wat zijn. Jul»
lie mannen willen altijd praten.
DE BURGEMEESTER. De quacstic
van het standbeeld varv Huibcrt Jansz.
wordt besproken. Er moet een voor»
dracht voor hoofd van de school op>
gemaakt worden; de wcrkloozcn heb»
ben om verhooging van uitkeering ge-
vraagd.
MEVROUW. Kan dat allemaal niet
in 't huis van den oudsten wethouder
besproken worden'?
DE BURGEMEESTER. De burgc»
meester vergaderend bij den wethouder.
D_t gaat toch niet
MEVROUW. Och. al jc deftig-
hcidde vrouw van den wethouder
is heel wat beter gekleed, dan dc vrouw-
van den burgemeester. Dat mag wel. En
dan dat akelige gcrook
DE BURGEMEESTER. Ik mok thuis
nooit dat weet je. En wethouder van
Met-i rookt heclcmial niet
MEVROUW. Maar Geradts lampt
als een schoorsteen. Als hij hier cvi
kwartier geweest is. ruik jc overal zijn
slechte tabak. Den laatsten keer waren
cr kringen op het tafelkleed van zijn
vieze pijp. F.n zijn huis is veel grootcr
dan ons huis. ambtswoning heet het.
Als jc van jc af durfde spreken, zouden
wc al lang een behoorlijk huis hebber,
(de burgemeester haalt de schouders op)
Ja. haal je schouders maar niet op. Het
is zoo. Het is een schande voor een ge
meente ais Waterhoef. In Rcestcren
heeft de burgemeester een veel beter
huis en van Gramsbcck zal ik maar niet
spreken.
DE BURGEMEESTER. Maar jc weet
toch, dat mijn collega van Gramsbcck
zelf een huis heeft laten zetten. Die is
gefortuneerd.
MEVROUW. Ja. iedereen is rijker
dan wij. (cr wordt ge'ocld)
DE BURGEMEESTER (met een zucht
van verlichting) Daar zullen dc hccrcn
zijn.
MEVROUW. En ik moet maaj zien,
da: ik de deur uit kom.
DE BURGEMEESTER. Jc kunt
toch hier blijven.
MEVROUW. Dank jc wel. Hier
moe: ik al dat gepraat aanhooren. De
wanden zijn net papier. En boven :s het
koud. Ik ga uit. een paar visites maken
(gaat naar de deur. maar keert zich dan
om en roept, op gedempten toon i En
denk er om: dat Standbeeld van Hui-
bert Jansz mag niet weg. Hoor jc? 1 let
moet *-;er blijven.
DE BURGEMEESTER (waardig) Ik
her. vóór het behoud van het standbeeld
(vrouw af).
TWEEDE TOONEEL
(Dc twee wethouders komen binnen
met den Secretaris. Begroeting, «jcr.idts
rookt een pijp cn kijkt opmerkzaam ir.
de kamer rond. van Meel '.s wat arme
lijk gekleed, de Secretaris is ccn man
van ongeveer vijftig jaar met ccn bril
op en zeer bedaarde manieren. Dc bur
gemeester Iaat hen in den salon. Zij n<®
men plaats.
DE BURGEMEESTER, (den oudsten
wethouder een kistje sigaren toeschui
vende) Wil U niet liever een sigaar,
meneer Geradts?
GERADTS. Dank U, burgemeester,
ik rook liever m:;n pijp (achterdochtig
Het hindert U toch niet?
DE BURGEMEESTER. Mij cict
(het kistje aan den secretaris aanbic-
dendc) U misschien secretaris?
DE SECRETARIS. Dank U. burge
meester, ik kan beter werken als ik
niet rook.
DE BURGEMEESTER. Zooals U
wilt. Mijne Heeren, ik open dc verga
dering. Aan de orde zijn de nof.ilc 1
van de vorige bijeenkomst. Wil de sc*
Cretans zoo goed zijn?
VAN MEEL. Ik stel voor, dc notulen
te verdagen. Er is vandaag veel te be:
handelen en ik 20u gra3g tijdig thuis
zijn.
GERADTS (wantrouwend) Dat is
geen gewoonte in ors college.
DE BURGEMEESTER. Als meneer
yan Meel dat wenscht is er toch niets
tegen? (Dc oudste wethouder berust
met een korzelige beweging.)
DE BURGEMEESTER. Aan de orde
is het adres van de vcreeniging tot
verfraaiing over *t standbeeld van Hui-
bert Jansz. Wilt U het voorlezen, se
cretaris?
DE SECRETARIS (leest voor) Aan
den Raad der Gemeente Waterhoef,
geeft met verschuldigdcn eerbied te ken
nen de vcreeniging tot verfraaiing van
Waterhoef, dat zij tot haar leedwezen
gehoord heeft, dat door twee leden van
den raad ccn voorstel is gedaan om ter
wille van het verkeer het standbeeld
van Huibcrt Jansz te doen wegnemen en
te plaatsen in het Gemeentelijk Museum
op het Raadhuis. Tegen dat voornemen
zou de vcreeniging een krachtig protest
willen aanteckcncn. Toen in den Spaan
schen tijd vijandige soldaten in W atcr
hoef doordrongen, heeft Jansz dc plaats
voor algcmcenc vernietiging bewaard.
Onze vcreeniging herinnert er aan. dat
op ccn morgen onverwachts een sterke
afdccling van het Spaansche leger onder
bevel van Fernando Coste onze gemeen
te binnendrong cn cischte. dat iemand
hun den weg zou \vijzcn naar het na
burige Rcestcren, waar een kleine troep
van den Prins van Oranje haar bivak
had opgeslagen. Niemand in Watcrhocl
was bereid die verradersrol op zich te
nemen, zoodat de Spnar.sjhc officier al
dreigde, dat geheel Waterhoef in de
isch zou worden gelegd, wanneer niet
aan zijn verlangen voldaan werd. Op
Jat oogcnhlïk kwam Huibcrt Jansz. ccn
eenvoudige schoenmaker naar voren cn
bood zich voor dc taak aan. Onder alge
meen stilzwijgen stelde hij zich aan
het hoofd van de Spaansche afdeoling
cn sloeg niet den weg naar Rcestcren.
maar juist den tcgcnovergestclden weg
naar Gramsberg in. Dc Spaansche of
ficier had hem tusschcn twee soldaten
in geplaatst met het ecweer in den aan
slag. die bevel hadden onmiddellijk op
hem te schieten, wanneer hij zou trach
ten hen te verraden. Het bestuur van
Verhoef begreep zijn opoffering en zond
van zijn kant onmiddellijk een bode tc
paard naar Reesteren om de Prinse
lijke soldaten te waarschuwen. Toen dc
Spanjaarden een uur gemarcheerd hnd-
cn, krcVg de officier argwaan cn vroeg
aan een voorbijganger, of dit de weg
naar Recstcrcn «as. Huibcrt Jansz. dc
raag hoorende, gaf aan de twee solda
ten die hem bewaakten ccn hevigen
vuistslag, zoodat z'j een oogenblik ver
rast waren cn hun wapens niet konden
cbruiken; daarna sprong hij over ccn
ireede sloot, ving ccn paard op dat daar
graasde en rende weg. De ^kogels van
Jc Spanjaarden, die hem nagezonden
werden troffen hem niet. Toen dc Span
jaarden verwoed naar Waterhoef terug
keerden, waren dc soldaten van den
Prins uit Recstcrcn aangekomen en on
vingen den vijand zóó warm, dat hij af-
deinsde cn op dc vlucht ging. Zoo
1de Huibcrt Jansz met gevaar voor
zijn leven zijn geboorteplaats. Een dank»
baar nageslacht heeft zijn zelfopoffering
door een s'andbcidd herdacht. En zot»
den wij nu het kunstwcik van den bcclc'»
houwer Pier Pander, dat dc trots van gc»
heel Waterhoef is. wegnemen cn opber*
gen op een donkeren zolder? Dat moet
in geen geval gebeuren. Onze vcreeni
ging rekent er dan ook op, dat dit
fraaie monument, dat aan een groote
traditie herinnert, door Uwen Raad op
zijn oude plaats zal worden gehand
haafd. Het verkeer zal daarvan geen
hinder ondervinden; weliswaar zou het
plein door de wegneming worden ver»
ruimd. maar de veiligheid van het ver»
keer zou juist worden bevorderd, wan»
neer het snelverkeer van auto's langs
den rechterkant van het beeld naar
Rccsteren werd geleid en het verkeer
van Rcestcren langs den anderen kant.
't Welk doende met verschuldigdcn
eerbied enzoovoorts.
GERADTS. Door wie is dat adres on»
dcrtcckcnd, Secretaris?
SECRETARIS. Door mij als voorzit»
ter cn door meneer van der Woude als
Secretaris.
GERADTS. Vindt U het wel.wen»
schelijk burgemeester, dat de gemeente»
secretaris als voorzitter van een ver»
ceniging een adres ondertcekcnt aan
den Raad?
DE BURGEMEESTER. De gemeente»
wet verbiedt het niet.
GERADTS. Maar het zou, dunkt m:;
verstandiger wezen buiten het verecni»
gingslevcn tc blijven.
VAN MEEL. De vereeniging voor ver
fraaiïng is heel duur. Altijd jaagt ze dc
gemeente op onkosten voor dit cn
voor dat.
DE BURGEMEESTER. Wil de secre
taris misschien zelf de heeren beant
woorden.
DE SECRETARIS. Burgemeester, ik
kan er alleen van zeggen, dat ik doe wat
ik in het belang van dc gemeente vind.
DE BURGEMEESTER. Mijne Heeren
het request is aan de orde. De Raad zal
ragen naar een pracadvies en ik open
dus dc bespreking over dc vraag: hoe
onze houding zijn zal.
GERADTS. Ik ben voor de wegne
ming van het standbeeld. Er is behoefte
aan een ruimen, breeden verkeersweg
met Recstcrcn en daarvoor moeten oude
herinneringen wijken.
VAN* MEEL. Ik hen ock voor dc weg»
neming. Als het blijft staan, zal de weg
naar Rcestcren om het beeld heen ver»
breed moeten worden en komt dc ge
meente op kosten. De grutter die cr
woont zit al op 't viuketouw en hoopt
dat de gemeente zijn huis 2al koopen
voor de verbrceding.
DE BURGEMEESTER. Dat zou een
groote verbetering zijn cn als de grut»
ter niet te vecj vraagt zou ik die zeker
toejuichen.
GERADTS. U wilt dus het standbeeld
daar houden. Ik heb dat al hooren ver»
luiden.
Waarom is U daar zoo voor?
DE BURGEMEESTER. Ja. meneer
Geradts, ik ben daar sterk voor. U
vraagt waarom, (staat op en gaat voor
het groote schilderij staan). Toen ik
hier een paar jaar geleden burgemeester
werd heeft dc burgerij mij dit stuk ca
deau gedaan. Het is de trots van Water»
hoef op een van zijn beste zonen. Deze
eenvoudige man was ccn held. Onze
taak is het, die schoone traditie voor
Waterhoef tc bewaren. Een goed bur
ger, een braaf huisvader was Huibcrt
Jansz maar hij was nog meer: een held,
die zijn leven veil had voor de redd ine
van zijn medeburgers. En zoo'n man
zouden wij verbannen op een zolder
van het Raadhuis! Neen. mijne heeren
ik zal doen wat mogelijk is om dat in
den Raad te beletten.
GERADTS. (achterdochtig) Die
geestdrift is mij onvc-klaarbaar
VAN MEEl.. In de eerste plaats
moeten wij denken aan de gemeente
kas. De grutter zal hooge cischcn stel
DE BURGEMEESTER. Ik wijk niet
van mijn meening af.
GERADTS. Een burgemeester moet
door zijn eigen oogen zien.
DE BURGEMEESTER. Wat bedoelt
U daarmee, mcnccj Geradts?
GERADTS. De secretaris is wel dc
medewerker van den burgemeester,
maar zijn souffleur n<ct
DF. BURGEMEESTER. Ik ontzeg U
het recht tot een dergelijke insinuatie.
Ik waardeer meneer Siertsema zeer,
maar heb over gemeentezaken mijn
eigen opinie.
(Er wordt geklopt).
DE SECRETARIS. Burgemeester, cr
wordt geklopt (het kloppen wordt lui
der herhaald)
DE BURGEMEESTER. Als de hccrcn
mij even willen cxcusecrcn
DERDE TOONEEL.
(In de aang-enzende kamer sta-.it de
.rouw van den burgemeester en klopt
voor den derden keer Ontstemd opent
de burgemeester).
DE BURGEMEESTER. Wat beduid-
dat kloppen (zijn vrouw ziende) O, ben
jij het Wat is cr?
MEVROUW, (sluit de tusschendcur
en neemt hem mee, zoover mogelijk van
dc andere kamer af). Ik hoor daar
juist vreemde dingen van de vrouw van
Jen secretaris: Huibcrt Jansz was ccn
woesteling en ccn slechte huisvader. Hij
mishandelde zijn vrouw en sljcg zijn
kinderen.
DE BURGEMEESTER. En al was dut
zoo, wat heb ik daar dan mee tc maken?
MEVROUW. Wat jij daarmee tc ma»
ken hebt? Dat het een schande voor
Waterhoef wezen zou om voor zoo
iemand ccn standbeeld te blijven behou»
den.
DE BURGEMEESTER. Hoe kan me-
vrouw Siertsema dat weten?
MEVROUW. Van haar man natuur»
liik. Die weet alles van Huibcrt Jansz
uf. Ik zeg jc, man: dat ding moet weg
Het is een oneer voor Waterhoef als
Jat ruchtbaar werd
DE BURGEMEESTER, (naar de tus
sehendeur ziende) Stil, ik moet weer
naar de vergadering.
MEVROUW. Ga dan, maar ik zeg jc
nog eens: het beeld moet weg. Zoo'n
man k;m geen held wezen. Je zorgt cr
voor. Ik ga weer visites maken.
(De burgemeester kijkt haar ont»
1 :md na. Dan gaat htf in den salon
r.rug).
VIERDE TOONEEL.
(De vorigen uit het tweede tooneel)
DE BURGEMEESTER, (binnenko
mende). Neemt mij niet kwalijk hccrcn.
er was een dringende aangelegenheid.
Wij zullen niet weer gestoord worden.
Over de verplaatsing van het stand»
beeld spraken we dus.
GERADTS. U heeft onze mecning
êchoord, burgemeester. Meneer van
Meel is cr ook tegen. Ons college is
dus verdeeld.
DE BURGEMEESTER. Dc hccrcn
weten, dat ik altijd graag eenstemmig'
heid in ons college zie. Als er verschil
van mcening is. mist de Raad onze
voorlichting cn neemt licht ccn ver
keerd besluit.
VAN MEEL. Dat is onze schuld riet.
Wij denken allereerst aan de gemeen
tckas.
DE BURGEMEESTER. Ik ook. me
neer van Meel. maar cr zijn nog andere
belangen dan die van de geldkist.
GERADTS. (ironisch) Die van 'net on
belemmerde verkeer bijvoorbeeld.
DE, BURGEMEESTER, (aarzelend)
Onder onze discussie heb ik er nog
eens over nagedacht .heeren. Zooals ik
zei: de Raad heeft recht op een een»
parig advies. Dat is een leidraad voor
dc debatten. Het is in waarheid een
gemeentebelang dat net dageijksch be»
stuur niet in zich zelf verdeeld is,
GERADTS. Wij blijven bij onze
opinie
VAN MEEL. Onze meening is geves
tigd.
DE BURGEMEESTER. Dan zouden
wij dus een advies van de meerderheid
en ccn van dc minderheid krijgen (plcch»
tig en waardig). Dit is iets, dat ik zoo-
Ir.ng mogelijk wil vermijden. De Raad
moet beseffen, dat Burgemeester en Wet
•.ouders een sterk en onsplitsbaar ge
heel vormen. (De secretaris kijkt hem
ongerust aan) Ik geef dus mijn mecning
niet prijs. Huibcrt Jansz was en blijft
ccn hc-Id en zoolang ik leef zal Jit schil
derij (wijst er op) het sieraad van mijn
woning blijven. Maar ter wille van dc
eenheid en voor het onbelemmerde ver
keer
VAN MEEL. En van de gemeentekas.
DE BURGEMEESTERcn dan
ook van de financiën der gemeente ben
Ik bereid,' met de opinie van dc heeren
mee te gaan. (dc secretaris geeft tcc-
kenen van verbazing).
DE SECRETARIS. Maar burgemees
ter.
GERADTS. (scherp) Secretaris, U
heeft het gehoord: de burgemeester
waardeert U, maar heeft over gemeente-
zaken zijn eigen opinie.
VAN MEEL. Juist. De gemeente
kas is dc kurk, waar de gemeente op
drijft.
GERADTS (achterdochtig). Alleen'
ou ik wel eens willen hooren, hoe l
zoo op eens tot ccn andere meening
komt.
DE BURGEMEESTER. (Uit dc hoog
tc). Dat heb ik nu duidelijk gezegd, nic
neer Geradts U behoorde mijn mee
gaandheid in dc eerste plaats tc waar
decrcn. Mijne hccrcn. deze zaak is dus
afgchandclJ. Wilt U notccrcn, secre
taris: het advies van B. cn W. op het
request van dc vcreeniging tot verfraai
ing is afwijzend.
En ik ben dat wel met meneer Gc
radts eens: voor uw positie als gc
mecntc-ambtennnr is het beter en gc
makkelijker dat U niet in het bestuur
/it, althans geen voorzitter is. Boven
Jc partijen staan is een groot voordeel.
DE SECRETARIS. Dat doe ik altoos
GERADTS. Er is nog meer op onze
agenda, burgemeester.
DE BURGEMEESTER, (officieel).
Aan dc orde is punt 2 van onze
agenda.
VIJFDE TOONEEL
(Dc vrouw vnn den burgemeester is
dc kleine kamer binnengekomen en
klopt opnieuw haastig aan de deur.)
GERADTS. Ik dacht, dat wij oict
meer gestoord zouden worden.
DE BURGEMEESTER. Het is zeer on-
aangenaam (blijft nog zitten. Het klop
pen.wordt herhaald.)
DE SECRETARIS. Zal ik eens gaan
/ion, burgemeester.
DE BURGEMEESTER. Dank U. se
crctaris. dat mag ik niet van U vergen. Ik
/al zelf wel gaan zien. wat er nu weer
is. (gaat naar dc andere kamer)
MEVROUW. Ik kom gauw vertellen.
Jat ik de vrouw van den secretaris nog
even gesproken heb. Er is ccn misver»
stand. Haar man heeft haar zooveel van
zijn nasporingen verteld. Zc was in de
war geraakt.
DE BURGEMEESTER. Wat dan nu
weer?
MEVROUW. Wil je zoo goed zijn,
mij niet toe te snauwen? Ik Joe alles
in het belang van Waterhoef en van j«»u
Het was niet Huibcrt Jansz. die zijne
familie mishandelde, maar zijn broer
Michicl Jansz. Het standbeeld moet dus
blijven.
DE BURGEMEESTER. Ik ben al ver
anderd van opinie. Ik kan nu toch niet
voor de tweede maal omdraaien.
Mevrouw. Och wat! Jullie praat zoo
veel. Ben je burgemeester of ben jc het
nick?
DE BURGEMEESTER. Juist,
daarom.
MEVROUW. Gekheid, je kunt even
goed ja als neen zeggen. Het zou een
schande wezen, als zoo'n standbeeld
weg moest om ccn klein misverstand.
Dat mag niet. Het kan niet. Al mijn
kennissen zouden cr schande van spre
ken.
DE BURGEMEESTER. Laat zei
MEVROUW. Ja, maar ik als vrouw
van den burgemeester wil geen gek li
guur maken. Dus je denkt cr om: het
standbeeld blijft. (Gaat heen)
DE BURGEMEESTER. Een mooie gc
schiedenis. Hoc red ik me er uit? (loopt
angzaam door dc tusschendcur en keert
in den salon terug.)
ZESDE TOONEEL
(de voripen van het vierde tooneel)
VAN MEEL. Burgemeester, ik heb
heel weinig tijd meer. ik moet dadelijk
voor zaken naar huis.
DE -BURGEMEESTER. Het belang
\an de gemeentekas vordert uw tegen
woordigheid hier.
GERADTS. Als wij niet telkens ge
stoord werden
DE BURGEMEESTER. - Ik moet
nogmaals excuus maken. Het was nu
stellig voor de laatste maal.
VAN MEEL. Om de gemeente kan ik
mijn eigen /"ken niet verwaarloozcn. 1';
stel voor dc overige zaken aan te hou»
den tot overmorgen. Dan zal dc verf op
het Raadhuis wel droog zijn.
GERADTS. Ik zou nog wel willen
■doorgaan, maar wanneer van Meel weg
moet.
DE BURGEMEESTER*De andere za»
ken hebben haast, heeren.
VAN MEEL. Twee dagen zijn gauw
voorbij. U neemt mij niet kwalijk? Ik
moet noodzakelijk weg. (staat op).
DE BURGEMEESTER. Als wij toch
niet verder gaan wil ik nog iets zeggen.
Ik heb mij bij de opinie van dc wethou
ders over het wegi.omen van het stand
beeld neergelegd, maar ik moet tot
mijn spijt daarop terugkomen.
VAN MEEL. Alweer?
GERADTS U lijkt wel een weerhaan
DE BURGEMEESTER. Mijt spijt mij
dat ik de hccrcn moet teleurstellen,
maar beter ten halve gekeerd, dan ten
hccle gedwaald. Om dc heeren een ge»
nocgcn te doen sloot ik mij bij hun
mecning aan, maar een kloek man moet
'och liever bij zijn opinie blijven. Ik
handhaaf dan dc verklaring, dat het
standbeeld blijven moet.
VAN MEEL. En dc gemeentekas dan?
GERADTS. Kfi ons pracadvies?
DE BURGEMEESTER. .Dan maar in
't geheel geen pracadvies.
VAN MEEL. Daar zou nog wel
wat over te zeggen zijn
GERADTS. Dat denk ik ook.
VAN MEELmaar ik heb geen
ijd meer. Ik moet weg. Dag hccrcn
(vertrekt.)
ZEVENDE TOONEEL
(Dc burgemeester en de secretaris)
DE BURGEMEESTER. U zal wel
verwonderd zijn, meneer Siertsema.
DE SECRETARIS, (effen) ik kan
het niet ontkennen.
DE BURGEMEESTER, (flauwtjes
glimlachende) Ik had eerst met de hee*
ren willen meegaan, maar nu sta ik
toch liever voor mijn meening.
DE SECRETARIS, (koel) Ja, burge
meester.
DE BURGEMEESTER, (hem de hand
reikende) Laat ik U niet langer ophou
den. (de secretaris opent dc deur om
heen te gaan).
DE BURGEMEESTER (zacht) Men
kan niet altijd alles wat men wil.
(de secretaris blijft even staan, dan
kaalt hij de schouders op, zegt, zeer ef
fen: neen, burgemeester, cn gaat heen).
ACHTSTE TOONEEL.
(dc burgemeester alleen)
DE BURGEMEESTER, (gaat raar
het groote portret toe cn kijkt het lang
aan) Jij was een held, Huibcrt Jausz. hn
ik
(Het gordijn valt).
FIDELIO.
VREDE OP AARDE, IN DE MENSCHEN EEN WELBEHAGEN...
Onze teekenaar, de Russische artist Bielkine, heeft ons deze teekening, een Kersth-nnnering aan risen land, gehr-cht
Het is dus ditmaal geen Hollandsch winterlandschap. Maar hel JCerstfeesl is overal, en het Vrede op Ar.rde klinkt overal
tloor. Ook laat on» dat hopen voor de toekomst der Menschheid in het verre Rusland.