HAARLEM'S DAGBLAD KERSTMIS. VRIJDAG 24 DEC. 1926 DERDE BLAD Haarlemmer Halletjes DE HELD EN DE BURGEMEESTER OF HET STANDBEELD VAN HU1BERT JANSZ. Personen: De burgemeester van Waterhoef. i Zijn vrouw. Geradts, oudste wethouder. Van Meel. jongste wethouder. Siertsema. gemeentesecretaris. Het tooneel stelt voor: links een groote kamer, als salon ingericht. Aan de wanden een paar landschappen. Op het achterdoek een groot geschilderd portret van een man uit de 16e eeuw. Rechts een kleinere huiskamer. Als het gordijn opengaat zitten in die huiskamer burgemeester de Groot en zijn vrouw Hij is een man van deftige manieren, die met gewicht cn langzaam spreekt, zij een mager vrouwtje, dat kortaf cn bevelend spreekt. Hun leeftijd is onge veer vijftig jaar. EERSTE TOONEEL. MEVROUW. Hoc is het nu toch mn gelijk, dat er vandaag alweer vergadc» ring van B. en W. in ons huis wezen moet daar is het Raadhuis toch voor' DE BURGEMEESTER. Jc weet toeh. vrouwtje, dat het Raadhuis geschilderd wordt, vier mannen zijn cr bezig. Er is mnar één kamertje vrij en daar wordt het publiek in ontvangen. MEVROUW. Er was volstrekt geen h'. -t met dat verven. DE BURGEMEESTER. Twintig jaar geleden is 't voor den laatsten keer beurd. MEVROUW, (koppig) Dan had het best nog een jaar langer kunnen wach- ter. Hn die vergadering was zeker toch ook zoo noodig niet. DE BURGEMEESTER. Er zijn bc» langrijke dingen aan dc orde. MEVROUW. Het zal wat zijn. Jul» lie mannen willen altijd praten. DE BURGEMEESTER. De quacstic van het standbeeld varv Huibcrt Jansz. wordt besproken. Er moet een voor» dracht voor hoofd van de school op> gemaakt worden; de wcrkloozcn heb» ben om verhooging van uitkeering ge- vraagd. MEVROUW. Kan dat allemaal niet in 't huis van den oudsten wethouder besproken worden'? DE BURGEMEESTER. De burgc» meester vergaderend bij den wethouder. D_t gaat toch niet MEVROUW. Och. al jc deftig- hcidde vrouw van den wethouder is heel wat beter gekleed, dan dc vrouw- van den burgemeester. Dat mag wel. En dan dat akelige gcrook DE BURGEMEESTER. Ik mok thuis nooit dat weet je. En wethouder van Met-i rookt heclcmial niet MEVROUW. Maar Geradts lampt als een schoorsteen. Als hij hier cvi kwartier geweest is. ruik jc overal zijn slechte tabak. Den laatsten keer waren cr kringen op het tafelkleed van zijn vieze pijp. F.n zijn huis is veel grootcr dan ons huis. ambtswoning heet het. Als jc van jc af durfde spreken, zouden wc al lang een behoorlijk huis hebber, (de burgemeester haalt de schouders op) Ja. haal je schouders maar niet op. Het is zoo. Het is een schande voor een ge meente ais Waterhoef. In Rcestcren heeft de burgemeester een veel beter huis en van Gramsbcck zal ik maar niet spreken. DE BURGEMEESTER. Maar jc weet toch, dat mijn collega van Gramsbcck zelf een huis heeft laten zetten. Die is gefortuneerd. MEVROUW. Ja. iedereen is rijker dan wij. (cr wordt ge'ocld) DE BURGEMEESTER (met een zucht van verlichting) Daar zullen dc hccrcn zijn. MEVROUW. En ik moet maaj zien, da: ik de deur uit kom. DE BURGEMEESTER. Jc kunt toch hier blijven. MEVROUW. Dank jc wel. Hier moe: ik al dat gepraat aanhooren. De wanden zijn net papier. En boven :s het koud. Ik ga uit. een paar visites maken (gaat naar de deur. maar keert zich dan om en roept, op gedempten toon i En denk er om: dat Standbeeld van Hui- bert Jansz mag niet weg. Hoor jc? 1 let moet *-;er blijven. DE BURGEMEESTER (waardig) Ik her. vóór het behoud van het standbeeld (vrouw af). TWEEDE TOONEEL (Dc twee wethouders komen binnen met den Secretaris. Begroeting, «jcr.idts rookt een pijp cn kijkt opmerkzaam ir. de kamer rond. van Meel '.s wat arme lijk gekleed, de Secretaris is ccn man van ongeveer vijftig jaar met ccn bril op en zeer bedaarde manieren. Dc bur gemeester Iaat hen in den salon. Zij n<® men plaats. DE BURGEMEESTER, (den oudsten wethouder een kistje sigaren toeschui vende) Wil U niet liever een sigaar, meneer Geradts? GERADTS. Dank U, burgemeester, ik rook liever m:;n pijp (achterdochtig Het hindert U toch niet? DE BURGEMEESTER. Mij cict (het kistje aan den secretaris aanbic- dendc) U misschien secretaris? DE SECRETARIS. Dank U. burge meester, ik kan beter werken als ik niet rook. DE BURGEMEESTER. Zooals U wilt. Mijne Heeren, ik open dc verga dering. Aan de orde zijn de nof.ilc 1 van de vorige bijeenkomst. Wil de sc* Cretans zoo goed zijn? VAN MEEL. Ik stel voor, dc notulen te verdagen. Er is vandaag veel te be: handelen en ik 20u gra3g tijdig thuis zijn. GERADTS (wantrouwend) Dat is geen gewoonte in ors college. DE BURGEMEESTER. Als meneer yan Meel dat wenscht is er toch niets tegen? (Dc oudste wethouder berust met een korzelige beweging.) DE BURGEMEESTER. Aan de orde is het adres van de vcreeniging tot verfraaiing over *t standbeeld van Hui- bert Jansz. Wilt U het voorlezen, se cretaris? DE SECRETARIS (leest voor) Aan den Raad der Gemeente Waterhoef, geeft met verschuldigdcn eerbied te ken nen de vcreeniging tot verfraaiing van Waterhoef, dat zij tot haar leedwezen gehoord heeft, dat door twee leden van den raad ccn voorstel is gedaan om ter wille van het verkeer het standbeeld van Huibcrt Jansz te doen wegnemen en te plaatsen in het Gemeentelijk Museum op het Raadhuis. Tegen dat voornemen zou de vcreeniging een krachtig protest willen aanteckcncn. Toen in den Spaan schen tijd vijandige soldaten in W atcr hoef doordrongen, heeft Jansz dc plaats voor algcmcenc vernietiging bewaard. Onze vcreeniging herinnert er aan. dat op ccn morgen onverwachts een sterke afdccling van het Spaansche leger onder bevel van Fernando Coste onze gemeen te binnendrong cn cischte. dat iemand hun den weg zou \vijzcn naar het na burige Rcestcren, waar een kleine troep van den Prins van Oranje haar bivak had opgeslagen. Niemand in Watcrhocl was bereid die verradersrol op zich te nemen, zoodat de Spnar.sjhc officier al dreigde, dat geheel Waterhoef in de isch zou worden gelegd, wanneer niet aan zijn verlangen voldaan werd. Op Jat oogcnhlïk kwam Huibcrt Jansz. ccn eenvoudige schoenmaker naar voren cn bood zich voor dc taak aan. Onder alge meen stilzwijgen stelde hij zich aan het hoofd van de Spaansche afdeoling cn sloeg niet den weg naar Rcestcren. maar juist den tcgcnovergestclden weg naar Gramsberg in. Dc Spaansche of ficier had hem tusschcn twee soldaten in geplaatst met het ecweer in den aan slag. die bevel hadden onmiddellijk op hem te schieten, wanneer hij zou trach ten hen te verraden. Het bestuur van Verhoef begreep zijn opoffering en zond van zijn kant onmiddellijk een bode tc paard naar Reesteren om de Prinse lijke soldaten te waarschuwen. Toen dc Spanjaarden een uur gemarcheerd hnd- cn, krcVg de officier argwaan cn vroeg aan een voorbijganger, of dit de weg naar Recstcrcn «as. Huibcrt Jansz. dc raag hoorende, gaf aan de twee solda ten die hem bewaakten ccn hevigen vuistslag, zoodat z'j een oogenblik ver rast waren cn hun wapens niet konden cbruiken; daarna sprong hij over ccn ireede sloot, ving ccn paard op dat daar graasde en rende weg. De ^kogels van Jc Spanjaarden, die hem nagezonden werden troffen hem niet. Toen dc Span jaarden verwoed naar Waterhoef terug keerden, waren dc soldaten van den Prins uit Recstcrcn aangekomen en on vingen den vijand zóó warm, dat hij af- deinsde cn op dc vlucht ging. Zoo 1de Huibcrt Jansz met gevaar voor zijn leven zijn geboorteplaats. Een dank» baar nageslacht heeft zijn zelfopoffering door een s'andbcidd herdacht. En zot» den wij nu het kunstwcik van den bcclc'» houwer Pier Pander, dat dc trots van gc» heel Waterhoef is. wegnemen cn opber* gen op een donkeren zolder? Dat moet in geen geval gebeuren. Onze vcreeni ging rekent er dan ook op, dat dit fraaie monument, dat aan een groote traditie herinnert, door Uwen Raad op zijn oude plaats zal worden gehand haafd. Het verkeer zal daarvan geen hinder ondervinden; weliswaar zou het plein door de wegneming worden ver» ruimd. maar de veiligheid van het ver» keer zou juist worden bevorderd, wan» neer het snelverkeer van auto's langs den rechterkant van het beeld naar Rccsteren werd geleid en het verkeer van Rcestcren langs den anderen kant. 't Welk doende met verschuldigdcn eerbied enzoovoorts. GERADTS. Door wie is dat adres on» dcrtcckcnd, Secretaris? SECRETARIS. Door mij als voorzit» ter cn door meneer van der Woude als Secretaris. GERADTS. Vindt U het wel.wen» schelijk burgemeester, dat de gemeente» secretaris als voorzitter van een ver» ceniging een adres ondertcekcnt aan den Raad? DE BURGEMEESTER. De gemeente» wet verbiedt het niet. GERADTS. Maar het zou, dunkt m:; verstandiger wezen buiten het verecni» gingslevcn tc blijven. VAN MEEL. De vereeniging voor ver fraaiïng is heel duur. Altijd jaagt ze dc gemeente op onkosten voor dit cn voor dat. DE BURGEMEESTER. Wil de secre taris misschien zelf de heeren beant woorden. DE SECRETARIS. Burgemeester, ik kan er alleen van zeggen, dat ik doe wat ik in het belang van dc gemeente vind. DE BURGEMEESTER. Mijne Heeren het request is aan de orde. De Raad zal ragen naar een pracadvies en ik open dus dc bespreking over dc vraag: hoe onze houding zijn zal. GERADTS. Ik ben voor de wegne ming van het standbeeld. Er is behoefte aan een ruimen, breeden verkeersweg met Recstcrcn en daarvoor moeten oude herinneringen wijken. VAN* MEEL. Ik hen ock voor dc weg» neming. Als het blijft staan, zal de weg naar Rcestcren om het beeld heen ver» breed moeten worden en komt dc ge meente op kosten. De grutter die cr woont zit al op 't viuketouw en hoopt dat de gemeente zijn huis 2al koopen voor de verbrceding. DE BURGEMEESTER. Dat zou een groote verbetering zijn cn als de grut» ter niet te vecj vraagt zou ik die zeker toejuichen. GERADTS. U wilt dus het standbeeld daar houden. Ik heb dat al hooren ver» luiden. Waarom is U daar zoo voor? DE BURGEMEESTER. Ja. meneer Geradts, ik ben daar sterk voor. U vraagt waarom, (staat op en gaat voor het groote schilderij staan). Toen ik hier een paar jaar geleden burgemeester werd heeft dc burgerij mij dit stuk ca deau gedaan. Het is de trots van Water» hoef op een van zijn beste zonen. Deze eenvoudige man was ccn held. Onze taak is het, die schoone traditie voor Waterhoef tc bewaren. Een goed bur ger, een braaf huisvader was Huibcrt Jansz maar hij was nog meer: een held, die zijn leven veil had voor de redd ine van zijn medeburgers. En zoo'n man zouden wij verbannen op een zolder van het Raadhuis! Neen. mijne heeren ik zal doen wat mogelijk is om dat in den Raad te beletten. GERADTS. (achterdochtig) Die geestdrift is mij onvc-klaarbaar VAN MEEl.. In de eerste plaats moeten wij denken aan de gemeente kas. De grutter zal hooge cischcn stel DE BURGEMEESTER. Ik wijk niet van mijn meening af. GERADTS. Een burgemeester moet door zijn eigen oogen zien. DE BURGEMEESTER. Wat bedoelt U daarmee, mcnccj Geradts? GERADTS. De secretaris is wel dc medewerker van den burgemeester, maar zijn souffleur n<ct DF. BURGEMEESTER. Ik ontzeg U het recht tot een dergelijke insinuatie. Ik waardeer meneer Siertsema zeer, maar heb over gemeentezaken mijn eigen opinie. (Er wordt geklopt). DE SECRETARIS. Burgemeester, cr wordt geklopt (het kloppen wordt lui der herhaald) DE BURGEMEESTER. Als de hccrcn mij even willen cxcusecrcn DERDE TOONEEL. (In de aang-enzende kamer sta-.it de .rouw van den burgemeester en klopt voor den derden keer Ontstemd opent de burgemeester). DE BURGEMEESTER. Wat beduid- dat kloppen (zijn vrouw ziende) O, ben jij het Wat is cr? MEVROUW, (sluit de tusschendcur en neemt hem mee, zoover mogelijk van dc andere kamer af). Ik hoor daar juist vreemde dingen van de vrouw van Jen secretaris: Huibcrt Jansz was ccn woesteling en ccn slechte huisvader. Hij mishandelde zijn vrouw en sljcg zijn kinderen. DE BURGEMEESTER. En al was dut zoo, wat heb ik daar dan mee tc maken? MEVROUW. Wat jij daarmee tc ma» ken hebt? Dat het een schande voor Waterhoef wezen zou om voor zoo iemand ccn standbeeld te blijven behou» den. DE BURGEMEESTER. Hoe kan me- vrouw Siertsema dat weten? MEVROUW. Van haar man natuur» liik. Die weet alles van Huibcrt Jansz uf. Ik zeg jc, man: dat ding moet weg Het is een oneer voor Waterhoef als Jat ruchtbaar werd DE BURGEMEESTER, (naar de tus sehendeur ziende) Stil, ik moet weer naar de vergadering. MEVROUW. Ga dan, maar ik zeg jc nog eens: het beeld moet weg. Zoo'n man k;m geen held wezen. Je zorgt cr voor. Ik ga weer visites maken. (De burgemeester kijkt haar ont» 1 :md na. Dan gaat htf in den salon r.rug). VIERDE TOONEEL. (De vorigen uit het tweede tooneel) DE BURGEMEESTER, (binnenko mende). Neemt mij niet kwalijk hccrcn. er was een dringende aangelegenheid. Wij zullen niet weer gestoord worden. Over de verplaatsing van het stand» beeld spraken we dus. GERADTS. U heeft onze mecning êchoord, burgemeester. Meneer van Meel is cr ook tegen. Ons college is dus verdeeld. DE BURGEMEESTER. Dc hccrcn weten, dat ik altijd graag eenstemmig' heid in ons college zie. Als er verschil van mcening is. mist de Raad onze voorlichting cn neemt licht ccn ver keerd besluit. VAN MEEL. Dat is onze schuld riet. Wij denken allereerst aan de gemeen tckas. DE BURGEMEESTER. Ik ook. me neer van Meel. maar cr zijn nog andere belangen dan die van de geldkist. GERADTS. (ironisch) Die van 'net on belemmerde verkeer bijvoorbeeld. DE, BURGEMEESTER, (aarzelend) Onder onze discussie heb ik er nog eens over nagedacht .heeren. Zooals ik zei: de Raad heeft recht op een een» parig advies. Dat is een leidraad voor dc debatten. Het is in waarheid een gemeentebelang dat net dageijksch be» stuur niet in zich zelf verdeeld is, GERADTS. Wij blijven bij onze opinie VAN MEEL. Onze meening is geves tigd. DE BURGEMEESTER. Dan zouden wij dus een advies van de meerderheid en ccn van dc minderheid krijgen (plcch» tig en waardig). Dit is iets, dat ik zoo- Ir.ng mogelijk wil vermijden. De Raad moet beseffen, dat Burgemeester en Wet •.ouders een sterk en onsplitsbaar ge heel vormen. (De secretaris kijkt hem ongerust aan) Ik geef dus mijn mecning niet prijs. Huibcrt Jansz was en blijft ccn hc-Id en zoolang ik leef zal Jit schil derij (wijst er op) het sieraad van mijn woning blijven. Maar ter wille van dc eenheid en voor het onbelemmerde ver keer VAN MEEL. En van de gemeentekas. DE BURGEMEESTERcn dan ook van de financiën der gemeente ben Ik bereid,' met de opinie van dc heeren mee te gaan. (dc secretaris geeft tcc- kenen van verbazing). DE SECRETARIS. Maar burgemees ter. GERADTS. (scherp) Secretaris, U heeft het gehoord: de burgemeester waardeert U, maar heeft over gemeente- zaken zijn eigen opinie. VAN MEEL. Juist. De gemeente kas is dc kurk, waar de gemeente op drijft. GERADTS (achterdochtig). Alleen' ou ik wel eens willen hooren, hoe l zoo op eens tot ccn andere meening komt. DE BURGEMEESTER. (Uit dc hoog tc). Dat heb ik nu duidelijk gezegd, nic neer Geradts U behoorde mijn mee gaandheid in dc eerste plaats tc waar decrcn. Mijne hccrcn. deze zaak is dus afgchandclJ. Wilt U notccrcn, secre taris: het advies van B. cn W. op het request van dc vcreeniging tot verfraai ing is afwijzend. En ik ben dat wel met meneer Gc radts eens: voor uw positie als gc mecntc-ambtennnr is het beter en gc makkelijker dat U niet in het bestuur /it, althans geen voorzitter is. Boven Jc partijen staan is een groot voordeel. DE SECRETARIS. Dat doe ik altoos GERADTS. Er is nog meer op onze agenda, burgemeester. DE BURGEMEESTER, (officieel). Aan dc orde is punt 2 van onze agenda. VIJFDE TOONEEL (Dc vrouw vnn den burgemeester is dc kleine kamer binnengekomen en klopt opnieuw haastig aan de deur.) GERADTS. Ik dacht, dat wij oict meer gestoord zouden worden. DE BURGEMEESTER. Het is zeer on- aangenaam (blijft nog zitten. Het klop pen.wordt herhaald.) DE SECRETARIS. Zal ik eens gaan /ion, burgemeester. DE BURGEMEESTER. Dank U. se crctaris. dat mag ik niet van U vergen. Ik /al zelf wel gaan zien. wat er nu weer is. (gaat naar dc andere kamer) MEVROUW. Ik kom gauw vertellen. Jat ik de vrouw van den secretaris nog even gesproken heb. Er is ccn misver» stand. Haar man heeft haar zooveel van zijn nasporingen verteld. Zc was in de war geraakt. DE BURGEMEESTER. Wat dan nu weer? MEVROUW. Wil je zoo goed zijn, mij niet toe te snauwen? Ik Joe alles in het belang van Waterhoef en van j«»u Het was niet Huibcrt Jansz. die zijne familie mishandelde, maar zijn broer Michicl Jansz. Het standbeeld moet dus blijven. DE BURGEMEESTER. Ik ben al ver anderd van opinie. Ik kan nu toch niet voor de tweede maal omdraaien. Mevrouw. Och wat! Jullie praat zoo veel. Ben je burgemeester of ben jc het nick? DE BURGEMEESTER. Juist, daarom. MEVROUW. Gekheid, je kunt even goed ja als neen zeggen. Het zou een schande wezen, als zoo'n standbeeld weg moest om ccn klein misverstand. Dat mag niet. Het kan niet. Al mijn kennissen zouden cr schande van spre ken. DE BURGEMEESTER. Laat zei MEVROUW. Ja, maar ik als vrouw van den burgemeester wil geen gek li guur maken. Dus je denkt cr om: het standbeeld blijft. (Gaat heen) DE BURGEMEESTER. Een mooie gc schiedenis. Hoc red ik me er uit? (loopt angzaam door dc tusschendcur en keert in den salon terug.) ZESDE TOONEEL (de voripen van het vierde tooneel) VAN MEEL. Burgemeester, ik heb heel weinig tijd meer. ik moet dadelijk voor zaken naar huis. DE -BURGEMEESTER. Het belang \an de gemeentekas vordert uw tegen woordigheid hier. GERADTS. Als wij niet telkens ge stoord werden DE BURGEMEESTER. - Ik moet nogmaals excuus maken. Het was nu stellig voor de laatste maal. VAN MEEL. Om de gemeente kan ik mijn eigen /"ken niet verwaarloozcn. 1'; stel voor dc overige zaken aan te hou» den tot overmorgen. Dan zal dc verf op het Raadhuis wel droog zijn. GERADTS. Ik zou nog wel willen ■doorgaan, maar wanneer van Meel weg moet. DE BURGEMEESTER*De andere za» ken hebben haast, heeren. VAN MEEL. Twee dagen zijn gauw voorbij. U neemt mij niet kwalijk? Ik moet noodzakelijk weg. (staat op). DE BURGEMEESTER. Als wij toch niet verder gaan wil ik nog iets zeggen. Ik heb mij bij de opinie van dc wethou ders over het wegi.omen van het stand beeld neergelegd, maar ik moet tot mijn spijt daarop terugkomen. VAN MEEL. Alweer? GERADTS U lijkt wel een weerhaan DE BURGEMEESTER. Mijt spijt mij dat ik de hccrcn moet teleurstellen, maar beter ten halve gekeerd, dan ten hccle gedwaald. Om dc heeren een ge» nocgcn te doen sloot ik mij bij hun mecning aan, maar een kloek man moet 'och liever bij zijn opinie blijven. Ik handhaaf dan dc verklaring, dat het standbeeld blijven moet. VAN MEEL. En dc gemeentekas dan? GERADTS. Kfi ons pracadvies? DE BURGEMEESTER. .Dan maar in 't geheel geen pracadvies. VAN MEEL. Daar zou nog wel wat over te zeggen zijn GERADTS. Dat denk ik ook. VAN MEELmaar ik heb geen ijd meer. Ik moet weg. Dag hccrcn (vertrekt.) ZEVENDE TOONEEL (Dc burgemeester en de secretaris) DE BURGEMEESTER. U zal wel verwonderd zijn, meneer Siertsema. DE SECRETARIS, (effen) ik kan het niet ontkennen. DE BURGEMEESTER, (flauwtjes glimlachende) Ik had eerst met de hee* ren willen meegaan, maar nu sta ik toch liever voor mijn meening. DE SECRETARIS, (koel) Ja, burge meester. DE BURGEMEESTER, (hem de hand reikende) Laat ik U niet langer ophou den. (de secretaris opent dc deur om heen te gaan). DE BURGEMEESTER (zacht) Men kan niet altijd alles wat men wil. (de secretaris blijft even staan, dan kaalt hij de schouders op, zegt, zeer ef fen: neen, burgemeester, cn gaat heen). ACHTSTE TOONEEL. (dc burgemeester alleen) DE BURGEMEESTER, (gaat raar het groote portret toe cn kijkt het lang aan) Jij was een held, Huibcrt Jausz. hn ik (Het gordijn valt). FIDELIO. VREDE OP AARDE, IN DE MENSCHEN EEN WELBEHAGEN... Onze teekenaar, de Russische artist Bielkine, heeft ons deze teekening, een Kersth-nnnering aan risen land, gehr-cht Het is dus ditmaal geen Hollandsch winterlandschap. Maar hel JCerstfeesl is overal, en het Vrede op Ar.rde klinkt overal tloor. Ook laat on» dat hopen voor de toekomst der Menschheid in het verre Rusland.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 10