1 „Ben Je er akelig van?" vroeg Mies
medelijdend, terwijl ze den bibberenden
jongen gadesloeg.
„'k Knap nl op." zei Ulbo. „Hoe is
"t met Bobbic?"
..Die bibbert net zoo hard, als Jij," zei
Mies. ,,'k Zal nooit vergeten, dat jij hein
gered hebt." vervolgde ze ernstig.
„Dat betcekendc niks," zei Ulbo. Hij
moest zichzelf bekennen, dat zijn zwem»
kunst niet veel te bctcckcncn had.
Bobbie stond nu op den grond, terwijl
Mies krampachtig het koord vasthield.
Het slimme dier schudde zich terdege
heen en weer, zoodat de druppels naar
alle kanten spatten, dnrvrolde hij zich
eens om en om In 't hooge gras en keek
Mies aan of hij vragen wou: „Gaan wc
nu weer naar huis toe?"
„Ziezoo, ik ben ook weer in de klcc<
ren," zei Ulbo „maar 'k wou, dat ik me
ook zoo gemakkelijk droog kon schud'
den."
De aardigheid voor de Kom Is er wel
een beetje nf. Ons viertal trekt daarom
maar op huis aan. 't Is voor Ulbo hoog
noodig, dat hij droog goed aan krijgt.
Zijn hemd pinkt op zijn lijf en het
ter sijpelt uit de pijpen van zijn broek.
„Je lijkt Klcin<Duimpje wel," zegt
Mies tegen Ulbo.
„Waarom?"
„Je laat een nat spoor na."
„Zou je grootmoeder er boos om
wezen?" vraagt Greet.
,,'t Zal wel losloopcn," maakt Ulbo
zich zelf wijs.
„Je geeft mij de schuld maar," zegt
Mies.
„Ben je mal."
Nu zijn ze In de Donkere laan. „Ge*
dag!" roept Ulbo en snelt dan de plank
op naar grootmoeders huisje.
Grootmoeder had bezoek. Dat viel
niet mee. En nog wel van een vrccm*
den heer.
..Dag grootmocdcrl Dag mcncerl"
„Ben je daar mijn jongen? Kijk eens,
dat is meester de Boer. Die kwam juist
eens met je kennis maken."
Ulbo bleef weifelend staan. Op een
stoel gaan zitten durfde hij niet, uit
vrees, dat hij de zitting nat zou ma*
ken.
„Jongen, waar heb je in gezeten?"
vroeg meester opeens.
Nu Uulbo dichterbij kwam, zag hij
hoe zijn broek droop.
„In 't water, meester, 'k Heb het
hondje van Mies gered." Hy zei het met
klapperende tanden, maar toch op een
toon van fierheid.
„Wat?" In 't water gezeten? Gauw
naar boven en naar bcdl" commandeer*
de grootmoeder, tcrwyl de schrik in
haar oogen te lezen stond.
„Ik zul hem eventjes helpen," zei
meester, bemerkend hoe de jongen beef*
de van top tot teen.
Dot uitklccdcn ging roeft, roeft. Groot
moeder nam schoon goed uit de linnen*
kast. Meester wreef htm hoofd lichaam
en ledematen droog en rood. En nog
bibberde de jongen als een juffers*
hondje.
Hij hnd niet veel mee» te vertellen.
Hij voelde zich zoo moe. Grootmoeder
legde nog een extra deken op het bed,
(Wordt vervolgd.)
garenklosjes, boor de gaatjes uit tot
er een kaarsje in kan. 't Slaat heel aar*
dig de kaarsjes nu te verzilveren. Op
gelijke afstanden lijm je de kaarsjes op
den hoepel. Tusschcn de kaarsjes breng
je sparregroen aan ol hulst. Op 3 pluat-
sen knoop je gelijke einden rood of wit
koord vast. Dit koord hang je b.v. tus
schcn de suite deuren. Je zult eens zien,
hoe fijn je kroon het 's avonds doet.
Van zilver* en goudpapier kun je ooi;
zakjes maken, die je met wat lekkers
vult en dan aan den kerstboom hangt. Je
bindt ze dan met een rood lintje dicht.
Met heel weinig kosten kun je vnn»
avond nog de aardigste kerstversiurin
gen maken,
W. B.-Z.
DE KLEINZOON VAN VROUW
ROORDA.
(Vervolg).
't Viel Ulbo lang niet mee ln de diepe
Kom. In 't midden was er bovendien
een draaikolk. Voor een niet gcocfcn»
den zwemmer was de kans van verdrin»
ken zeer groot. Kon hij het koord maar
te pakken krijgen! Nog een fermen slag.
Hij had het. Hij wond een paar singen
om zijn pols en greep toen het blbbi»
rend diertje.
„Leeft ie nog?" riep Mies.
„Ja!" antwoordde Ulbo. 't Zwaarste
kwam nog voor hem aan. Hij voelde
zich doodmoe.
„Wc zullen je grijnen," riep Greet,
die al op hiootc voeten door het water
kwam waden.
„Wat hijg je," riep Mies, die het
voorbeeld van Greet gevolgd had en nu
de hand naar Bobbic uitstrekte. Ulbo
slankte een zucht van vcrlicnting, toen
hij nan den kant stond. (ïrcct droogde
htm af met haar rood bonten «cl»' ie
en Mies wreef hem nog eens na met
haar wolleu plooirokje.
EEN LEUK DINGETJE OM ZELF TE MAKEN.
Dit is een buitengewoon aardig werk*
je voor jullie en je kunt er veel ilczicr
vnn hebben, doordat het een aardig ge*
schenk Is voor kleine zusje of broertje.
Zoonis je op de tcckcning zien kunt,
gaat het erom, een aardig stnndnartjc
te maken voor een water» of mclkglns,
zoodat de kleintjes het niet zoo gemak*
kclijk om kunnen gooien. Op heel ten»
voudigc wijze kun je dat aardige dtn*
getje makeni
Je snijdt uit een sigarenpiankje een
stek uit vnn 8 bij 8 c.M. en schuurt de
kanten netjes glad met schuurpnpicr.Als
dit gedaan is, tccken je den omtrek vnn
een waterglas met potlood op het plank*
Je en holt den cirkel, die ge krijgt
netjes uit, zoodat het glas ei in kan
staan. Op een ander signrenphnkje
tccken je den omtrek vnn het konijntje
en zaag dit met een figuurzaag netjes
uit. Ook hiervan schuur je de randen
met schuurpapier glad* en spijker dan
het konijntje tegen den rand van het
eerste plankje.
Als alles klaar is, kun je het konijn»
tje en het plankje met grijze Inkvcrf
beschilderen. Is de verf goed droog, ilan
schilder je met zwarte lakverf allo
lijntjes na, die op het konijntje van do
tcckcning zijn aangegeven, zoonis b.v.
de dubbele schaduwlijnen, de oogen,
ooren enz. De oogen schilder je met
een tikje rood er in en de ooren met
een beetje lichtrood aan den binnenkant
Wanneer je dan een mooi gekleurd
waterglas in het standanrtje zet, moet
je eens zien hoe mooi het geheel er uit
ziet. Je zult er zeer zeker veel plezier
vnn hebben, vooral, omdat je het heel©*
maal zelf gemaakt hebt.
HUISVLIJT
AVONTUREN VAN SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE*
MUIZENSCHRIK, DE DIENDER.
De muizenagent geeft een berisping eerst de kleinste hoekjes verwijdert,
aan Snuffclgraag, die dapper aan 't vceh* Begin je met de groote stukken, dan is
ten is. 't voor de rest veel lastiger.
Denk er om, dat jullie bij 't uitzagenBloemhofstraat 29rd. S.
ZIET HET ER FEESTELIJK
BIJ JULLIE UIT?
Vind je het geen prettige gedachte om
zelf ook iets te doen ter verhooging van
de feestelijkheid? Knarsen zijn in alle
prijzen te krijgen. Ga nu vandaag nog
wat aardappelen uithoren, zoodot er een
kaarsje in gezet kan worden. Van on-
deren snij je er een schijf jo- af, zoodat
de aardappel staan knn. Nu wat rood
vloei nemen en je aardappeltje op het
vloei zetten. Dan hem met een rood
bandje of lintje dichtbinden en je hebt
een aardig kaarsenhouder) je. Leuk om
op kerstavond bij kaarslicht te eten.
Van gordijnlatjes kun Je nog wat nnr*
digs maken voor het midden van den
disch. De latjes leg je zoo:
Op de hoekpunten spijker je ze vast.
Dan prik je een takje hulst of klimop
blad op den spijker en daarop bevestig
je een kaarsje. Je kunt natuurlijk meer
dere spijkers slaan. De latjes verf je
rood met ripolin of je omwoelt ze met
rood band of vloeipapier. Rood vlotfl»
papier knn ook om den brander van de
lamp gedaan worden, dat geeft zoo'n
mooien lichtschijn. Van een houten hoe
pel kun je een alleraardigate kaarsen*
kroon maken. Je omwoelt den hoepel
met rood papier of verft hem met ri*
poJin. Nu vrasg Je aau moeder leege
DE GAVE VAN HET
KERSTKINDJE.
EEN OUD KERSTVERHAAL
VOOR KINDEREN.
...- waren eens iVec kinucron. Fri.s
en Liesjc gchectcn. Frits was 8 en Licsjc
7 jaar oud en hunne ouders waren heel
arm. Zij woonden in een vervallen huis*
je buiten het dorp nan den rand van
het bosch. Het waren brave mcnschcn
en de vader werkte in den zomer als
öaglooncr bij de boeren en in den win*
ter in het bosch. Slechts met de groot,t
mogelijke inspanning gelukt): het hem
zijn gezin van het noodigc te voorzien,
w int er komt veel kijken in een hui*-
houden en de tijden zijn d«ur.
Ook nu was het wederom winter ge
worden en het schoone Kerstfeest was
aanstaande. De kinderen hadden op
school hooren vertellen, dat dit' feest
het geboortefeest was van het Kerst»
kindje, dat zooveel van alle mcnschcn
hield en hun op zijn verjaard tg aller*
lei schoone geschenken gat. Maar de
meester had ook gezegd, dat het bij
zonder veel van brave kinderen 'hield
en dat het' hun prachtpoppcn en wagens
en paarden en vele andere mooie dingen
bracht.
Zeer verheugd over deze heerlijke
m .dcdcclingcn waren Frits en Liesjc den
lantstcn schooldag vóór Kerstmis
thuis gekomen en hadden, stralend van
vreugde, aan hun ouders verteld, wat zit
oj) school van het Kerstkindie gehoord
hadden. En dal' bedroefde de ouders
zeer. want zelfs met den besten wil
konden zij voor Frits en Liesjc niets
koopen, nl was het nog zoo'n klein ge»
«chenk. Ternauwernood wisten zij zelfs
hoe zij gedurende de feestdagen den
henger hunner kinderen zouden stil
lea
Droevig dachten zij nnn het verlangen
der kleinen naar hot mooie speelgoed en
menige zucht1 werd door de arme moe
der er. den armen vader geslaakt. Doch
de beide kinderen waren in de vroolijk
etc stemming, want zij geloofden zckci
dat het Kerstkindie ook bij hen zou
komen en zij stelden zich reeds voor,
wat zij voor moois zouden krijgen en
hoe heerlijk zij met het speelgoed zou»
den kunnen spelen.
En zoo was het Kerstenis geworden
en 's morgens reeds hadden zij nnn
moeder gevraagd, of zij nog niets van
het Kerstkindje gezien had. Maar moe*
der schudde weemoedig het hoofd en
zcidc: ..Ik geloof hanst niet, dat het
Kerstkindje bij ons zal komen. Het
heeft zóó verschrikkelijk veel i'e doen
en wij wonen bovendien nog zóó ver
vnn liet dorp, dat het wel geen tijd zal
he' ben bij ons nnn te komen".
Dat was ren droevig antwoord voor
'de arme kinderen en in het eerst waren
zii diep terneergeslagen Maar toch
hadden zij de hoop nog niet' geheel ver
loren. In den namiddag, toen het reeds
begon te schemeren, zeide vader, dat
hij in het dorp naar de kerk ging en
Mocg hun of zij mede wilden gaan.
De kerk was mooi versierd en in een
der schoollokalen was een prachtige
Kerstboom neergezet met vele Politics
en er zou gezongen worden alles t<
©ere van den geboortedag van hei'
Kerstkindje. Van vreugde klapten de
kinderen in hun handles en waren vol
v< rwnchting, want nu zouden zij einde*
Hik eens een echten Kerstboom zien
Het was al donker geworden, toen zij
in liet dorp kwamen. De sterretjes stan
den reeds nnn den hemel en het glansde
hoven hun hoofd van de mllliocncn
kleine lichtjes. Onder hun voeten
knarste de hard bevroren sneeuw en
reeds van verre zagen zi| de verlichte
kerkramen. Juist toen zij dleht bij de
kerk gekomen waren, begonnen de
klokken te luiden die mei' hun heldere
metalen stemmen aan de mcnschcn ver*
kondigden, dat het Kerstfeest ging be*
Innen. Met groote oogen. wnariji al
nn inspanning en verwachting te lezen
stond, t'rndcn zii de kerk binnen en
dnnr begon ook bet orgel nl te spelen
•n alle mcnschcn hieven het wolbeken»
de Kerstlied ann: „Stille Nacht, Heilige
Nacht". Ze vielen dadelijk met hun hel
dere stemmetjes in en toen hei' gezang
utgcloopcn was, song iemand uit het
k<-or een prachtigen solo en allen wn«
ren diep onder den indruk vnn het
schoone feest. Zij luisterden aandachtig
naar alles en toen zij eindelik uit de
kcik kwamen en door de dorpsstraat
lit pen zogen zij ook in alle huizen prach
tige Kerstboomen met schitterende
lichtjes.
Overal wilden zij blijven staan en
door de ramen naar binnen kijken.
Maar vader spoorde hen aiïn vlug door
te loopen, want het deed hem pijn, dat
hij zijn beiden lievelingen ook niet zoo'n
mooten KtnfbooQ geven Icon en er
aardige gcschcnVen voor hen onder kon
leggen. Met trage schreden en een
mengeling van vreugde en droefheid in
het hort verlieten zij het dorp en gin
gen weder in de richting van hun arme*
liikc hut' aan den rand van het bosch.
De kinderen spraken onophoudelijk over
?i. v wit /ii man hadden en noopten
nog steeds, dut' het Kerstkindje hen
met vergeten zou hebben. En hoezeer
vader ook probeerde hun duidelijk te
maken dat het Kerstkindje dit ianr geen
tijd meer gehad had, de kinderen ble
ven erbij, dat het Kerstkindje hen tach
nog bezoeken zou. In hun opgetogen
gesprek verdiept, waren rij bij de Laat
ste kromming van den weg gekomen,
vanwaar zij hun huislc al konden zien.
Zij hadden moeder gevraagd een limpje
voor het venster te zetten, zoodot* zij
dan gemakkelijk den weg door de
sneeuw zouden kunnen vinden. Maar
teen zij de bocht reeds voorbij waren,
zagen zij nog steeds geen 1 ebt Onge
rust geworden scrsncldcn zij den pas
en stonden weldra voor de deur Zij
klopten ann en spoedig kwam moeder
opendoen, llanr oogen glansden van
vreugde en zij hnd een kleur van op*
wfnd'nn.
x out zij hmneiiget'vcden waren, moes»
ten zij eerst de groote snccuwschoencn
uittrekken en toen bracht moeder hen
naar de kamer. Maar zij waren ont*
steld en verbaasd, toen zU op den drein-
pel dier kamer stonden! Ken heldere
lichtschijn straalde hun tegen en alle
drie stonden zij tnet' wijd open oogen
als nnn den grond genageld; niemand
wnngdc ho| naar binnen te gaan. Was
bet nu werkelijkheid of droomden zijn?
Op tafel stond een prachtig versierde
Kerstboom en wel honderd kaarsjes
brandden daarin en verlichtten de ar
moedige ruimte
Nadat de eersi'c verwondering voor»
bij was, durfden zij eindelijk, nnngc»
spoord door do vriendelijke woorden
van moeder de kamer binnen te gaan.
En wat was daar allemaal voor moois
nog te zien!
Op de tafel, onder den Kerstboom, la
gen warme sokken, een wollen das,
een paar handschoenen en een nijp en
tabak voor vader; en voor moeder een
warm wollen inkjt en wollen kousen en
een paar krachtige stevige schoenen. En
voor de kinderen? O, welk een vreugde!
Warme kleertjes en schoenen en kou»
sen en o, het allermooiste speel»
goed, dal' men zich denken kan. Voor
Lies te lag er een groote nop met echt
haar, een pop, die zelfs slapen kon en
ook een ixippenkcukcnt ie met een celt
ic kachel, waarop men heusch .koken
kon.
l'rits kreeg een hobbelpaard en een
echte boerderij met huis en stal en paar»
den, koelen, varkens, kippen, ganzen
en alles, wat óp een echte boerderH
thuis behoort. En het Kerstkindie had
ook niet vergeten te zori'en voor appels,
noten en andere lekkcrnilcn. Het gejubel
der kinderen scheen niet te zullen ein
digen en steeds weer opnieuw betast*
ten zii en bekeken zii al het schoons,
dut' zij van het Kerstkindie gekregen
hadden,
„Hebben wij het nu niet altijd ge*
zepd?" vroeg Liesjc, „dat het lieve
Kerstkindje toch nog hij ons zou ko
men I" Diepbewogen stonden de ouders
erbij en wisten niet waarover zij zich
het meest moestan verheugen
Het Kerstkindje bad namelijk ge
hoord, dat daar, aan den rand van het
arme menschcn woonden, die -
twee brave oppassende kinderen had*
den. Daar het echter zeil geen tijd had
kunnen vinden er heen te gaan, had h.T
iemand anders gezonden om de geschen
ken te brengen, terwijl vader met de
kinderen naar de kerk was. Moeder
was natuurlijk zeer verwonderd geweest
en had in hare vreugde vergeten een
lampje voor liet venster te zetten.
Zoo'n schitterend Kerstfeest was er
in het arme huisje nog nooit gevierd en
vóór zij naar bed gingen, zongen zij
alen met dankbaarheid in hei hart:
„Stille N'.icht, Heilige Nacht".
Op deze wijze werden deze arme lie
den, die steeds eerlijk en braaf ge wees;
waren, en wier kinderen vlijtig Kcrdcn
op school cp elkander en bun ouders
lief hadden, door het Kerstkindje be
loond.
Reeds lang vóór het Kerstfeest gaat
het Kerstkindje door de straten en ziet
en hoort of de kinderen steeds braaf en
.-•iet zijn. En mei' Kerstmis bli kt het
dun, of het Kerstkindie met hen tevre
den is geweest, of niet. Daarom, kinde
ren, volgt steeds het goede voorbeeld,
dat uwe ouders u geven, dan zal het
Kerstkindje dm' nu spoedig konten gaat.
ook bij u thuis komen!
EEN KUNSTJE MET
DOMINOSTEENEN.
Een aardig kunstje met dominoste
nen is het volgende:
Men laat zijn vriendjes de steenuil
aanleggen volgens de regels van het
spel, dus zes aan zes, blank aan blank
enzoovoorts. Nu neemt ge aan, bulten
de kamer staande, te zeggen, hoeveel
oogen er aan elk uiteinde der stccncn*
rij is, als alle stccncn aangelegd zijn.
Dat lijkt onmogelijk, maar toch is het
eenvoudig. Onder het praten hebt ge
nl. op handige wijze een der stccncn in
uw hand gehouden of in uw mouw laten
glijden, maar past alleen ervoor op. dat
het geen dubbele Is. De oogen, die op
dien steen staan zijn precies dezelfde,
als die aan de uiteinden der stecncnrij.
Een aardig kunstje, dat, als ge het een
beetje handig aanlegt heel moeilijk vnn
uitvoering lijkt en dut niemand ie zul
kunnen nadoen, die het niet weet.
Postzegelrubriek
(Voor de k«nderc*i).
BELG Ie
Mh<) - t>b
1
/ac
';0C
11
!0t
élOc
'<0C
/OC
MC
JOC
C/0C
m
c.
/c
xc.
se.
Wc beginnen thans met de besprCKing
van de zegels, die België heeft ultgcgc
ven. Willen Jullie er alvast een overzicht
van krijgen, verzuim dan niet de tentoon
stelling in de Tijdingzaal op Maandag
en Dinsdag n.s. te bezoeken. Niet dat
dan België geheel compleet is, doch 't
grootste deel is toch aanwezig. Zegels
met verschillend watermerk behandel ik
niet. Als je later meer gevorderd ver»
z.amclnnr bent, kun je het ontbrekende
zelf wel aanvullen.
De eerste zegels, door België uitgegc»
ven, verschenen in 184') in de waarden
van 10 en 20 centimes. In 1850 kwam
daar nog by de 40 centimes. In 1851
verschenen dezelfde met ander water»
merk, terwijl in 186163 zonder water»
merk Iwcrdcn uitgegeven: 1 centime
(donker groen), 10 centimes (bruin), 20
centimes (blauw) en 40 centimes (rood)
Deze serie is eigenlijk de eerste, die we
sullen plaatsen. We notccrcn die uitgc*
geven tusschcn 1849—1863. De zegels
zijn ongetand en vertoonen de buutte*
nis van Bclgic's eerste koning Leopold
I. De landsnaam staat op deze zegels
niet vermeld. Grootte van de vakjes
2.7 bij 2.3 c.M.
Gedurende 186163 verscheen de»
zelfde serie geland. Grootte van de
vakjes 2.6 bij 2.2 c.M.
In 186565 verscheen een nieuwe se»
rie met de beeltenis van Leopold il, die
in 1865 zijn vader opvolgde.
De kop, naar links gekeerd, staat in
een cirkel, terwijl de kanttcekening ver»
schillend is. Evenals op de vorige serie
staat ook hier de naam van het land
niet op vermeld.
Boven de cirkel staat „Postcs" en er
onder de waarde. Het waren: 10 ccnti»
mes (zwartgrijs), 20 centimes (blauw),
30 centimes (brum) 40 centimes (rose)
en 1 franc (violet). Grootte vnn de vak»
jes 2,7 bij 2.3 c.M. Van deze serie zijn
de 10 en 20 centimes zeer algemeen.
Gedurende 186667 kregen we voor
de lagere waarden ccnigc zegels zonder
de beeltenis des konings. Deze zegels
vertoonen een leeuwtje in een dubbel
ovaal, waarboven een kroontje. Naast
het ovaal zyn een paar lauwertakken,
terwijl hoven aan in een wimpel het
woord „Postcs" voorkomt. Ann de on»
(terzijde htnnt de waarde vermeld (zio
Het zijn 1 centime (grijs), 2 centimes
(blauw) en 5 centimes (bruin). De 1 c.
komt ook ongetand voor, doch is icld*
zaara. Grootte van de vakjes 2.7 by 2.3
c.M. Zie voor de indccling 't schetsje.
Nieuwe deelnemer:
123 Thijs Dekker, Zochcrstr. 67.
Rlocmhofstrant 29rd. S.
VOOR HET BABY-TEHUIS
BADHUISSTRAAT 26.
Vragen jullie eens aan moeder of er
nog een lcdikantjc op zolder staat, dat
niet gebruikt wordt, Ei komt in het hn»
by«huls één lcdikantjc te kort.
HET ST. NICOLAASFEEST IN
DE KINDFRBEWAARPLAATS.
't Was Tie 8ste December, dat er
in de Kindcrhcwunrplaats in de Aster»
straat Sint»NicoInasfccst gevierd zou
worden. Tien Rubriekertje waren er uit»
genoodigd en werden door de Directrice
heel hartelijk ontvangen. We zaten in
de achterzaal bij de kinderen van 5 en
6 jaar. In de voorzaal zaten de kleintjes.
Daar kwam de goede Sint. Ieder kreeg
wat. Ik herkende veel van ons z.elfgc*
mankt speelgoed. Terwijl Sint en Piet
deftig gezeten waren, traden enkele sin*
deren op nis kabouters en deden een
heel leuk spelletje Een slotte werd er
een deken in de zaal gelegd en ging
Piet strooien. Ook w ij werden niet ver»
gctcn. Wc kregen van allerlei lekkers.
De directrice mevrouw Blomberg en
nog andere dames kregen cim aardig
cadeautje. We gingen allemaal heel vol*
daan naar huis.
VOGELTJE FU1T FU1T.
RUILRUBRIEK
BERTUS KI'Ml., Ten Katestvaat 7
vraagt, wie ruilen wil plaatjes van de
Coüp. Eenheid. Zaanstreek en Siekesz.»
omslagen voor Wat oude Barend ver*
telde.
DE KLEINE VIOLIST vraagt of er
iemand twee Turmacbonncn, gemerkt
R. voor hem heeft. Voor elke bon geeft
hij twee bonnen ln ruil, uitgezonderd T.
(Mevrouw U weet wel, dat ik heel op
den Brederodeweg te Santpoort woon,
mogen ze die bonnen bij 11 brengen?
Ja dat mag.)
CONDOR. Gi. Houtstraat 155/w.
vraagt de Jeugd Rubriek van 18 Decern*
bcr.