1 „Ben Je er akelig van?" vroeg Mies medelijdend, terwijl ze den bibberenden jongen gadesloeg. „'k Knap nl op." zei Ulbo. „Hoe is "t met Bobbic?" ..Die bibbert net zoo hard, als Jij," zei Mies. ,,'k Zal nooit vergeten, dat jij hein gered hebt." vervolgde ze ernstig. „Dat betcekendc niks," zei Ulbo. Hij moest zichzelf bekennen, dat zijn zwem» kunst niet veel te bctcckcncn had. Bobbie stond nu op den grond, terwijl Mies krampachtig het koord vasthield. Het slimme dier schudde zich terdege heen en weer, zoodat de druppels naar alle kanten spatten, dnrvrolde hij zich eens om en om In 't hooge gras en keek Mies aan of hij vragen wou: „Gaan wc nu weer naar huis toe?" „Ziezoo, ik ben ook weer in de klcc< ren," zei Ulbo „maar 'k wou, dat ik me ook zoo gemakkelijk droog kon schud' den." De aardigheid voor de Kom Is er wel een beetje nf. Ons viertal trekt daarom maar op huis aan. 't Is voor Ulbo hoog noodig, dat hij droog goed aan krijgt. Zijn hemd pinkt op zijn lijf en het ter sijpelt uit de pijpen van zijn broek. „Je lijkt Klcin<Duimpje wel," zegt Mies tegen Ulbo. „Waarom?" „Je laat een nat spoor na." „Zou je grootmoeder er boos om wezen?" vraagt Greet. ,,'t Zal wel losloopcn," maakt Ulbo zich zelf wijs. „Je geeft mij de schuld maar," zegt Mies. „Ben je mal." Nu zijn ze In de Donkere laan. „Ge* dag!" roept Ulbo en snelt dan de plank op naar grootmoeders huisje. Grootmoeder had bezoek. Dat viel niet mee. En nog wel van een vrccm* den heer. ..Dag grootmocdcrl Dag mcncerl" „Ben je daar mijn jongen? Kijk eens, dat is meester de Boer. Die kwam juist eens met je kennis maken." Ulbo bleef weifelend staan. Op een stoel gaan zitten durfde hij niet, uit vrees, dat hij de zitting nat zou ma* ken. „Jongen, waar heb je in gezeten?" vroeg meester opeens. Nu Uulbo dichterbij kwam, zag hij hoe zijn broek droop. „In 't water, meester, 'k Heb het hondje van Mies gered." Hy zei het met klapperende tanden, maar toch op een toon van fierheid. „Wat?" In 't water gezeten? Gauw naar boven en naar bcdl" commandeer* de grootmoeder, tcrwyl de schrik in haar oogen te lezen stond. „Ik zul hem eventjes helpen," zei meester, bemerkend hoe de jongen beef* de van top tot teen. Dot uitklccdcn ging roeft, roeft. Groot moeder nam schoon goed uit de linnen* kast. Meester wreef htm hoofd lichaam en ledematen droog en rood. En nog bibberde de jongen als een juffers* hondje. Hij hnd niet veel mee» te vertellen. Hij voelde zich zoo moe. Grootmoeder legde nog een extra deken op het bed, (Wordt vervolgd.) garenklosjes, boor de gaatjes uit tot er een kaarsje in kan. 't Slaat heel aar* dig de kaarsjes nu te verzilveren. Op gelijke afstanden lijm je de kaarsjes op den hoepel. Tusschcn de kaarsjes breng je sparregroen aan ol hulst. Op 3 pluat- sen knoop je gelijke einden rood of wit koord vast. Dit koord hang je b.v. tus schcn de suite deuren. Je zult eens zien, hoe fijn je kroon het 's avonds doet. Van zilver* en goudpapier kun je ooi; zakjes maken, die je met wat lekkers vult en dan aan den kerstboom hangt. Je bindt ze dan met een rood lintje dicht. Met heel weinig kosten kun je vnn» avond nog de aardigste kerstversiurin gen maken, W. B.-Z. DE KLEINZOON VAN VROUW ROORDA. (Vervolg). 't Viel Ulbo lang niet mee ln de diepe Kom. In 't midden was er bovendien een draaikolk. Voor een niet gcocfcn» den zwemmer was de kans van verdrin» ken zeer groot. Kon hij het koord maar te pakken krijgen! Nog een fermen slag. Hij had het. Hij wond een paar singen om zijn pols en greep toen het blbbi» rend diertje. „Leeft ie nog?" riep Mies. „Ja!" antwoordde Ulbo. 't Zwaarste kwam nog voor hem aan. Hij voelde zich doodmoe. „Wc zullen je grijnen," riep Greet, die al op hiootc voeten door het water kwam waden. „Wat hijg je," riep Mies, die het voorbeeld van Greet gevolgd had en nu de hand naar Bobbic uitstrekte. Ulbo slankte een zucht van vcrlicnting, toen hij nan den kant stond. (ïrcct droogde htm af met haar rood bonten «cl»' ie en Mies wreef hem nog eens na met haar wolleu plooirokje. EEN LEUK DINGETJE OM ZELF TE MAKEN. Dit is een buitengewoon aardig werk* je voor jullie en je kunt er veel ilczicr vnn hebben, doordat het een aardig ge* schenk Is voor kleine zusje of broertje. Zoonis je op de tcckcning zien kunt, gaat het erom, een aardig stnndnartjc te maken voor een water» of mclkglns, zoodat de kleintjes het niet zoo gemak* kclijk om kunnen gooien. Op heel ten» voudigc wijze kun je dat aardige dtn* getje makeni Je snijdt uit een sigarenpiankje een stek uit vnn 8 bij 8 c.M. en schuurt de kanten netjes glad met schuurpnpicr.Als dit gedaan is, tccken je den omtrek vnn een waterglas met potlood op het plank* Je en holt den cirkel, die ge krijgt netjes uit, zoodat het glas ei in kan staan. Op een ander signrenphnkje tccken je den omtrek vnn het konijntje en zaag dit met een figuurzaag netjes uit. Ook hiervan schuur je de randen met schuurpapier glad* en spijker dan het konijntje tegen den rand van het eerste plankje. Als alles klaar is, kun je het konijn» tje en het plankje met grijze Inkvcrf beschilderen. Is de verf goed droog, ilan schilder je met zwarte lakverf allo lijntjes na, die op het konijntje van do tcckcning zijn aangegeven, zoonis b.v. de dubbele schaduwlijnen, de oogen, ooren enz. De oogen schilder je met een tikje rood er in en de ooren met een beetje lichtrood aan den binnenkant Wanneer je dan een mooi gekleurd waterglas in het standanrtje zet, moet je eens zien hoe mooi het geheel er uit ziet. Je zult er zeer zeker veel plezier vnn hebben, vooral, omdat je het heel©* maal zelf gemaakt hebt. HUISVLIJT AVONTUREN VAN SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE* MUIZENSCHRIK, DE DIENDER. De muizenagent geeft een berisping eerst de kleinste hoekjes verwijdert, aan Snuffclgraag, die dapper aan 't vceh* Begin je met de groote stukken, dan is ten is. 't voor de rest veel lastiger. Denk er om, dat jullie bij 't uitzagenBloemhofstraat 29rd. S. ZIET HET ER FEESTELIJK BIJ JULLIE UIT? Vind je het geen prettige gedachte om zelf ook iets te doen ter verhooging van de feestelijkheid? Knarsen zijn in alle prijzen te krijgen. Ga nu vandaag nog wat aardappelen uithoren, zoodot er een kaarsje in gezet kan worden. Van on- deren snij je er een schijf jo- af, zoodat de aardappel staan knn. Nu wat rood vloei nemen en je aardappeltje op het vloei zetten. Dan hem met een rood bandje of lintje dichtbinden en je hebt een aardig kaarsenhouder) je. Leuk om op kerstavond bij kaarslicht te eten. Van gordijnlatjes kun Je nog wat nnr* digs maken voor het midden van den disch. De latjes leg je zoo: Op de hoekpunten spijker je ze vast. Dan prik je een takje hulst of klimop blad op den spijker en daarop bevestig je een kaarsje. Je kunt natuurlijk meer dere spijkers slaan. De latjes verf je rood met ripolin of je omwoelt ze met rood band of vloeipapier. Rood vlotfl» papier knn ook om den brander van de lamp gedaan worden, dat geeft zoo'n mooien lichtschijn. Van een houten hoe pel kun je een alleraardigate kaarsen* kroon maken. Je omwoelt den hoepel met rood papier of verft hem met ri* poJin. Nu vrasg Je aau moeder leege DE GAVE VAN HET KERSTKINDJE. EEN OUD KERSTVERHAAL VOOR KINDEREN. ...- waren eens iVec kinucron. Fri.s en Liesjc gchectcn. Frits was 8 en Licsjc 7 jaar oud en hunne ouders waren heel arm. Zij woonden in een vervallen huis* je buiten het dorp nan den rand van het bosch. Het waren brave mcnschcn en de vader werkte in den zomer als öaglooncr bij de boeren en in den win* ter in het bosch. Slechts met de groot,t mogelijke inspanning gelukt): het hem zijn gezin van het noodigc te voorzien, w int er komt veel kijken in een hui*- houden en de tijden zijn d«ur. Ook nu was het wederom winter ge worden en het schoone Kerstfeest was aanstaande. De kinderen hadden op school hooren vertellen, dat dit' feest het geboortefeest was van het Kerst» kindje, dat zooveel van alle mcnschcn hield en hun op zijn verjaard tg aller* lei schoone geschenken gat. Maar de meester had ook gezegd, dat het bij zonder veel van brave kinderen 'hield en dat het' hun prachtpoppcn en wagens en paarden en vele andere mooie dingen bracht. Zeer verheugd over deze heerlijke m .dcdcclingcn waren Frits en Liesjc den lantstcn schooldag vóór Kerstmis thuis gekomen en hadden, stralend van vreugde, aan hun ouders verteld, wat zit oj) school van het Kerstkindie gehoord hadden. En dal' bedroefde de ouders zeer. want zelfs met den besten wil konden zij voor Frits en Liesjc niets koopen, nl was het nog zoo'n klein ge» «chenk. Ternauwernood wisten zij zelfs hoe zij gedurende de feestdagen den henger hunner kinderen zouden stil lea Droevig dachten zij nnn het verlangen der kleinen naar hot mooie speelgoed en menige zucht1 werd door de arme moe der er. den armen vader geslaakt. Doch de beide kinderen waren in de vroolijk etc stemming, want zij geloofden zckci dat het Kerstkindie ook bij hen zou komen en zij stelden zich reeds voor, wat zij voor moois zouden krijgen en hoe heerlijk zij met het speelgoed zou» den kunnen spelen. En zoo was het Kerstenis geworden en 's morgens reeds hadden zij nnn moeder gevraagd, of zij nog niets van het Kerstkindje gezien had. Maar moe* der schudde weemoedig het hoofd en zcidc: ..Ik geloof hanst niet, dat het Kerstkindje bij ons zal komen. Het heeft zóó verschrikkelijk veel i'e doen en wij wonen bovendien nog zóó ver vnn liet dorp, dat het wel geen tijd zal he' ben bij ons nnn te komen". Dat was ren droevig antwoord voor 'de arme kinderen en in het eerst waren zii diep terneergeslagen Maar toch hadden zij de hoop nog niet' geheel ver loren. In den namiddag, toen het reeds begon te schemeren, zeide vader, dat hij in het dorp naar de kerk ging en Mocg hun of zij mede wilden gaan. De kerk was mooi versierd en in een der schoollokalen was een prachtige Kerstboom neergezet met vele Politics en er zou gezongen worden alles t< ©ere van den geboortedag van hei' Kerstkindje. Van vreugde klapten de kinderen in hun handles en waren vol v< rwnchting, want nu zouden zij einde* Hik eens een echten Kerstboom zien Het was al donker geworden, toen zij in liet dorp kwamen. De sterretjes stan den reeds nnn den hemel en het glansde hoven hun hoofd van de mllliocncn kleine lichtjes. Onder hun voeten knarste de hard bevroren sneeuw en reeds van verre zagen zi| de verlichte kerkramen. Juist toen zij dleht bij de kerk gekomen waren, begonnen de klokken te luiden die mei' hun heldere metalen stemmen aan de mcnschcn ver* kondigden, dat het Kerstfeest ging be* Innen. Met groote oogen. wnariji al nn inspanning en verwachting te lezen stond, t'rndcn zii de kerk binnen en dnnr begon ook bet orgel nl te spelen •n alle mcnschcn hieven het wolbeken» de Kerstlied ann: „Stille Nacht, Heilige Nacht". Ze vielen dadelijk met hun hel dere stemmetjes in en toen hei' gezang utgcloopcn was, song iemand uit het k<-or een prachtigen solo en allen wn« ren diep onder den indruk vnn het schoone feest. Zij luisterden aandachtig naar alles en toen zij eindelik uit de kcik kwamen en door de dorpsstraat lit pen zogen zij ook in alle huizen prach tige Kerstboomen met schitterende lichtjes. Overal wilden zij blijven staan en door de ramen naar binnen kijken. Maar vader spoorde hen aiïn vlug door te loopen, want het deed hem pijn, dat hij zijn beiden lievelingen ook niet zoo'n mooten KtnfbooQ geven Icon en er aardige gcschcnVen voor hen onder kon leggen. Met trage schreden en een mengeling van vreugde en droefheid in het hort verlieten zij het dorp en gin gen weder in de richting van hun arme* liikc hut' aan den rand van het bosch. De kinderen spraken onophoudelijk over ?i. v wit /ii man hadden en noopten nog steeds, dut' het Kerstkindje hen met vergeten zou hebben. En hoezeer vader ook probeerde hun duidelijk te maken dat het Kerstkindje dit ianr geen tijd meer gehad had, de kinderen ble ven erbij, dat het Kerstkindje hen tach nog bezoeken zou. In hun opgetogen gesprek verdiept, waren rij bij de Laat ste kromming van den weg gekomen, vanwaar zij hun huislc al konden zien. Zij hadden moeder gevraagd een limpje voor het venster te zetten, zoodot* zij dan gemakkelijk den weg door de sneeuw zouden kunnen vinden. Maar teen zij de bocht reeds voorbij waren, zagen zij nog steeds geen 1 ebt Onge rust geworden scrsncldcn zij den pas en stonden weldra voor de deur Zij klopten ann en spoedig kwam moeder opendoen, llanr oogen glansden van vreugde en zij hnd een kleur van op* wfnd'nn. x out zij hmneiiget'vcden waren, moes» ten zij eerst de groote snccuwschoencn uittrekken en toen bracht moeder hen naar de kamer. Maar zij waren ont* steld en verbaasd, toen zU op den drein- pel dier kamer stonden! Ken heldere lichtschijn straalde hun tegen en alle drie stonden zij tnet' wijd open oogen als nnn den grond genageld; niemand wnngdc ho| naar binnen te gaan. Was bet nu werkelijkheid of droomden zijn? Op tafel stond een prachtig versierde Kerstboom en wel honderd kaarsjes brandden daarin en verlichtten de ar moedige ruimte Nadat de eersi'c verwondering voor» bij was, durfden zij eindelijk, nnngc» spoord door do vriendelijke woorden van moeder de kamer binnen te gaan. En wat was daar allemaal voor moois nog te zien! Op de tafel, onder den Kerstboom, la gen warme sokken, een wollen das, een paar handschoenen en een nijp en tabak voor vader; en voor moeder een warm wollen inkjt en wollen kousen en een paar krachtige stevige schoenen. En voor de kinderen? O, welk een vreugde! Warme kleertjes en schoenen en kou» sen en o, het allermooiste speel» goed, dal' men zich denken kan. Voor Lies te lag er een groote nop met echt haar, een pop, die zelfs slapen kon en ook een ixippenkcukcnt ie met een celt ic kachel, waarop men heusch .koken kon. l'rits kreeg een hobbelpaard en een echte boerderij met huis en stal en paar» den, koelen, varkens, kippen, ganzen en alles, wat óp een echte boerderH thuis behoort. En het Kerstkindie had ook niet vergeten te zori'en voor appels, noten en andere lekkcrnilcn. Het gejubel der kinderen scheen niet te zullen ein digen en steeds weer opnieuw betast* ten zii en bekeken zii al het schoons, dut' zij van het Kerstkindie gekregen hadden, „Hebben wij het nu niet altijd ge* zepd?" vroeg Liesjc, „dat het lieve Kerstkindje toch nog hij ons zou ko men I" Diepbewogen stonden de ouders erbij en wisten niet waarover zij zich het meest moestan verheugen Het Kerstkindje bad namelijk ge hoord, dat daar, aan den rand van het arme menschcn woonden, die - twee brave oppassende kinderen had* den. Daar het echter zeil geen tijd had kunnen vinden er heen te gaan, had h.T iemand anders gezonden om de geschen ken te brengen, terwijl vader met de kinderen naar de kerk was. Moeder was natuurlijk zeer verwonderd geweest en had in hare vreugde vergeten een lampje voor liet venster te zetten. Zoo'n schitterend Kerstfeest was er in het arme huisje nog nooit gevierd en vóór zij naar bed gingen, zongen zij alen met dankbaarheid in hei hart: „Stille N'.icht, Heilige Nacht". Op deze wijze werden deze arme lie den, die steeds eerlijk en braaf ge wees; waren, en wier kinderen vlijtig Kcrdcn op school cp elkander en bun ouders lief hadden, door het Kerstkindje be loond. Reeds lang vóór het Kerstfeest gaat het Kerstkindje door de straten en ziet en hoort of de kinderen steeds braaf en .-•iet zijn. En mei' Kerstmis bli kt het dun, of het Kerstkindie met hen tevre den is geweest, of niet. Daarom, kinde ren, volgt steeds het goede voorbeeld, dat uwe ouders u geven, dan zal het Kerstkindje dm' nu spoedig konten gaat. ook bij u thuis komen! EEN KUNSTJE MET DOMINOSTEENEN. Een aardig kunstje met dominoste nen is het volgende: Men laat zijn vriendjes de steenuil aanleggen volgens de regels van het spel, dus zes aan zes, blank aan blank enzoovoorts. Nu neemt ge aan, bulten de kamer staande, te zeggen, hoeveel oogen er aan elk uiteinde der stccncn* rij is, als alle stccncn aangelegd zijn. Dat lijkt onmogelijk, maar toch is het eenvoudig. Onder het praten hebt ge nl. op handige wijze een der stccncn in uw hand gehouden of in uw mouw laten glijden, maar past alleen ervoor op. dat het geen dubbele Is. De oogen, die op dien steen staan zijn precies dezelfde, als die aan de uiteinden der stecncnrij. Een aardig kunstje, dat, als ge het een beetje handig aanlegt heel moeilijk vnn uitvoering lijkt en dut niemand ie zul kunnen nadoen, die het niet weet. Postzegelrubriek (Voor de k«nderc*i). BELG Ie Mh<) - t>b 1 /ac ';0C 11 !0t élOc '<0C /OC MC JOC C/0C m c. /c xc. se. Wc beginnen thans met de besprCKing van de zegels, die België heeft ultgcgc ven. Willen Jullie er alvast een overzicht van krijgen, verzuim dan niet de tentoon stelling in de Tijdingzaal op Maandag en Dinsdag n.s. te bezoeken. Niet dat dan België geheel compleet is, doch 't grootste deel is toch aanwezig. Zegels met verschillend watermerk behandel ik niet. Als je later meer gevorderd ver» z.amclnnr bent, kun je het ontbrekende zelf wel aanvullen. De eerste zegels, door België uitgegc» ven, verschenen in 184') in de waarden van 10 en 20 centimes. In 1850 kwam daar nog by de 40 centimes. In 1851 verschenen dezelfde met ander water» merk, terwijl in 186163 zonder water» merk Iwcrdcn uitgegeven: 1 centime (donker groen), 10 centimes (bruin), 20 centimes (blauw) en 40 centimes (rood) Deze serie is eigenlijk de eerste, die we sullen plaatsen. We notccrcn die uitgc* geven tusschcn 1849—1863. De zegels zijn ongetand en vertoonen de buutte* nis van Bclgic's eerste koning Leopold I. De landsnaam staat op deze zegels niet vermeld. Grootte van de vakjes 2.7 bij 2.3 c.M. Gedurende 186163 verscheen de» zelfde serie geland. Grootte van de vakjes 2.6 bij 2.2 c.M. In 186565 verscheen een nieuwe se» rie met de beeltenis van Leopold il, die in 1865 zijn vader opvolgde. De kop, naar links gekeerd, staat in een cirkel, terwijl de kanttcekening ver» schillend is. Evenals op de vorige serie staat ook hier de naam van het land niet op vermeld. Boven de cirkel staat „Postcs" en er onder de waarde. Het waren: 10 ccnti» mes (zwartgrijs), 20 centimes (blauw), 30 centimes (brum) 40 centimes (rose) en 1 franc (violet). Grootte vnn de vak» jes 2,7 bij 2.3 c.M. Van deze serie zijn de 10 en 20 centimes zeer algemeen. Gedurende 186667 kregen we voor de lagere waarden ccnigc zegels zonder de beeltenis des konings. Deze zegels vertoonen een leeuwtje in een dubbel ovaal, waarboven een kroontje. Naast het ovaal zyn een paar lauwertakken, terwijl hoven aan in een wimpel het woord „Postcs" voorkomt. Ann de on» (terzijde htnnt de waarde vermeld (zio Het zijn 1 centime (grijs), 2 centimes (blauw) en 5 centimes (bruin). De 1 c. komt ook ongetand voor, doch is icld* zaara. Grootte van de vakjes 2.7 by 2.3 c.M. Zie voor de indccling 't schetsje. Nieuwe deelnemer: 123 Thijs Dekker, Zochcrstr. 67. Rlocmhofstrant 29rd. S. VOOR HET BABY-TEHUIS BADHUISSTRAAT 26. Vragen jullie eens aan moeder of er nog een lcdikantjc op zolder staat, dat niet gebruikt wordt, Ei komt in het hn» by«huls één lcdikantjc te kort. HET ST. NICOLAASFEEST IN DE KINDFRBEWAARPLAATS. 't Was Tie 8ste December, dat er in de Kindcrhcwunrplaats in de Aster» straat Sint»NicoInasfccst gevierd zou worden. Tien Rubriekertje waren er uit» genoodigd en werden door de Directrice heel hartelijk ontvangen. We zaten in de achterzaal bij de kinderen van 5 en 6 jaar. In de voorzaal zaten de kleintjes. Daar kwam de goede Sint. Ieder kreeg wat. Ik herkende veel van ons z.elfgc* mankt speelgoed. Terwijl Sint en Piet deftig gezeten waren, traden enkele sin* deren op nis kabouters en deden een heel leuk spelletje Een slotte werd er een deken in de zaal gelegd en ging Piet strooien. Ook w ij werden niet ver» gctcn. Wc kregen van allerlei lekkers. De directrice mevrouw Blomberg en nog andere dames kregen cim aardig cadeautje. We gingen allemaal heel vol* daan naar huis. VOGELTJE FU1T FU1T. RUILRUBRIEK BERTUS KI'Ml., Ten Katestvaat 7 vraagt, wie ruilen wil plaatjes van de Coüp. Eenheid. Zaanstreek en Siekesz.» omslagen voor Wat oude Barend ver* telde. DE KLEINE VIOLIST vraagt of er iemand twee Turmacbonncn, gemerkt R. voor hem heeft. Voor elke bon geeft hij twee bonnen ln ruil, uitgezonderd T. (Mevrouw U weet wel, dat ik heel op den Brederodeweg te Santpoort woon, mogen ze die bonnen bij 11 brengen? Ja dat mag.) CONDOR. Gi. Houtstraat 155/w. vraagt de Jeugd Rubriek van 18 Decern* bcr.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1926 | | pagina 20