HAARLEM'S DAGBLAD Bsenv/onden Kloosierb&Isem van"' ZATERDAG 19 FEBR. 1927 TWEEDE BLAD DE GROOTEN DER HISTORIE. Frederik de Groote, 17121786. Koning van Pruisen 17401785. vaak over de -gewichtigste ataats/akt© gepraat. Dit gcbcunde eiken avond, er wanen meestal een achttal aanwezi» gen en Deden van allen rong en stand werden uMg-nood-igd om eraan deel te nemen. Ofschoon deze oude koning een geweldige autocraat was had hij een afkeer van vormelijkheid en be» oefende de democratic op zijn Ctgen manier, hetgeen wil zeggen: als een werktuig om er zijn doel mee te be» rekken. Hij herstelde 's lands financiën, verwaarloosd door een spilzieken voor» ganger e© bradht zc in gezonden toe. stand. Hij bevorderde landbouw en nij* verheid en vereenvoudigde dc recht» spraak, maar Viet er zijn persoonlijke wLHekeuir vaak in gelden. In zijn buiten» landsdhe politiek was hij geen mairkan» te figuur. Zijn gezin beleefde aan hem weinig vreugde. De koning was een gotlsdien. stiig man, en aide uitspattingen bleven verre van hem. maar hij was eo© ruw. een bruut, en placht er om 't minste of geringste op los te ranselen. Dit leidde tenslotte tot een orasis met den kroonprins. Terwijl de vader ee© ruwe, be-krom» pen natuur was. en een man van weinig •JOtwikkeLng ondanks de wetenschap, pdijke opleid-ing die men hem had po. gen te geven, was de zoo® e«© fijoge» voelig mcosoh. zeer scherpzcavg en goed belezen, zelf diohter en musici». Hij was gedwongen tot een grove rai< lrtalre oplcid-.ng waarvan hij een af» kcee had, en toen op een zekeren dag de koning hem in 't bijzijn van Saksische officieren eenvoudig mis» handeide e© hem smalend toevoegde: „Ik zou allang weggeloop©© zijn of mij va© kant gemaakt hebben, ais ik zoo door mijn vader geslagen was" stond zijn plan vast. Dat voornemen, namelijk om te vkichten naar zijn oom. koning George II van Engeland, be. stond al veel eerder bij den jongen Frederik. Hij had het plan beraamd met twee vrienden, de luitenants Von Keith en VoD Katte, maar de uitvoe» r.og was steeds onzoker gebleven. Nu aarzelde hij niet mcor. A lies werd x\ dóta-ris vastgesteld Ongelukkig praatte Von Katte zijn mond voorbij, en het plan kwam den koning tor oorc. Wei wonde© de beide luitenants bijtijds gc» waarschuwd voor het gevaar dat hen dreigde, en ontkwam Von Keith, die een raad ter harte nam. nog naar Engeland, maar Von Kottc waagde het erop cn bleef. Dc kroon pms en een zijner zusters werden door don koning afgeranseld; de mishandelde prmses werd tenslotte door een hofdame ontzet. Von Katte werd gearresteerd cn tc Köstrin ont» hoofd, in togcnwoond ghc d van don kroonprins, drie door zijn vader gc» dwongen was om aanwezig te zijn. Dit had een hevig cffact op die© pr.ns; I de garde. F rode-rik IT. koning van Pruisen, wieo de eeretitel Dc Groote is toegekend, was de oudste zoon van kon r.g F re» denk WiHcm I cn Sophia Dorothea van Hsnnovor. Zijn vader was eon zeer hard man. en een zonderling, ofschoon bij heel wat goeds in het b n©e©taodsch bestuur van zijn Land bcrc.ktc. In dc jaren van zijn bewind (17131740) was er geen ovorbodge weeide aan het Pruis'sche hof meer Dat was alles af» geschaft. Een sterk leger werd gevormd om PriLsen's onafhankelijkheid tc wuarbor» gen. ofschoon de kon.ng volstrekt niet oor'ogszucbtig was Maar hij zag er een groote waarborg in. cn bovendien hield hij van parade. Vandaar dc instelling va© de histor.sohevormaardc garde van reusachtige grenadiers, die in alle tan» den van Europa weiden aangeworven Een andere Ik flhcbbcrij van Frederik Willem 1 was zijn „tahakscollege"'. waarbij zwaar gedampt werd uit lange •teencn pijpen, veel bier gedronken en .ij werd ziek en verkeerde dagen'cng i levensgevaar. Maar de koning scheen zijn zin te hebben: had de trots en kracht van zijn zoon geknot. De jonge prins Frederik werd nu gcdwe« en ondier-worpen jegens zijn vader, zoodat hij weer in de gratie kwam cn meer vrijheid -kreeg, die hij benutte voor zijn studies. Hij knoopte persoonlijke vT.endschap aan met den te Berlijn vertoevtnjen Fransoh-en ge» loerde Voltaire, en ontwikkelde zich zoowel op kunst» als op wetenschappc» lijk gebitd. Den 31stcn Mei 1740 stierf koning Frederik Willem I, die al zes jaar lijdende was geweest, op nog geen 52» jarigen leeftijd, cn volgde Frederik II h«n op Hij was toen dus 28 jaar Heel spoedög bleek dat de jonge vorst niet alleen een geleerde co een kunstenaar w.lde zijn. Hij bleek zeer eerzuchtig, en in hem staken de staats» man en de veldheer. F-red-erik was zx>n» der twijfel een man van, zeer buiten»» gewone en veelzijdige begaafdheden. Merkwaardig dat hij. met zijn geestes» verfijning, een oorlogvoerder bleek tor» wijl zijn vader, de brute despoot in zijn gezin, een vredelievend man in dc relaties der volkeren was geweest. Koning Frederik Willem I, vader ven Frederik de Groote. Voor dc kindenarfrtege nrVtaire praal en de reuzen»garde zijavs vaders had •Ie jonge koning de diepste minachting, en hij maakte, er onmiddellijk een eind aan. De garde wend zonder verderen omhaal ontbonden en naar huis gc» stuurd. hetgeen groote sommen vrij» maakte, die dc koning voor werkelijke Ijgcrversterk'ng geb ru kte. En toen volgde een lange loopbaan van m-2i« taire glorie. Maar erkend moet worden dat het daarbij niet bleef Frederik dc Groote was nrlot alleen veldheer. In zijn binnen la ndsch bestuur toonde hij zich een vorst van veel romer be» trippen dan zijn voorgangers. Hij paf zelfs blijk van vooruitstrevende begin» sclcn d.e voor zijn tijd wel zeer buiten» gewoon waren en die in latcnc perio» den dor h storie n<og meermalen als sch.i-e-r«on-berevk bare democrat jsohe idealen moesten worden nagejaagd. Hij stond volkomen vrije meen-'n-gs» uiting toe. dus ook volkomen vrijihc-id van drukpers. De pijnbank werd afigc» schaft, :loofs»«verd-aagzar.mieU werd zonder de minste beperking img-evoeid, voor het bekleed en van belangrijke aatsambten wend een umiver si taire opleiding verplichtend gesteld. Voor» aanslaande mannen der wetenschap verden in hun arbeid gesteund en aan* 1 rrnoed/.gd. Vele buitentamidsohe geleer» don werden naa r Duitscbiand geroepen om daar te werken. Frederik de Groote was eon heer» schor in den volle n z n des woords. Zijn ministère waren slechts de wenk» tuigetn van zijn wil, ©n hadden een* voudig zijn deoroten uit te voeren. Maar het kan niet ontkend worden dat hij in zün periode der historie een schitterende, soms zelfs zeer nobele rol speelt als verlicht despoot. Frod-omk de Groote's regeering begon onmiddellijk met den Eersten Sile-zi» schen oorlog. Hij had Oostenrijk hulp aangeboden onder voorwaarde dat hot •hem een deel van Silezië zou afstaan, waarop hij rechten meende te -kunnen doen géiden. Het voorstel wend afg-e» wezen en Fnederik veuovcrrde Sllezié door ©verwin© jrage-n -in de slagen bij Mol'.witz en. Ghotusitz -te -behalen, waar» op Maria Th er es La van Oostenrijk bij den v-rede (in 1742) afstand van dat ge* bied deed. Twee jaar tater kwam een verbood van Pruisen met Frankrijk tot stand en begon Frederik -opnieuw eon ver» overi©gsoork>g (Tweede Siiezisdbe oor» log) ditmaal te,gen Bohemen gericht Na aanvankelijk succes -te hebben bc» haa-ld was hij gedwongen tot don terug» tocht en kwam -in groote moeül'ijk» heden door het gebrek aan activiteit van zij-n F-namsohe bond-genooten. Hij had evenwel een voortreffelijke leger» organisatie tot stand weten te brengen waarin de discipline, de verzorging der troepen cn de aan de officieren gestel de cischeo alle van de hoogste qual t-eit waren. Bovendien was <ie koniing als veldheer nriet alleen tacticus, maar ook strateeg. Hij wist zijn tijd af te wach» ten. In 1745 tastte hij door, behaalde overwinningen bij Hohenfricdberg. Soar en Kcsseldorf en dwong dc Oostenrijkers bij den vrede van Dres» den, nop in datzelfde jaar gesloten, tot nieuwen afstand van S'k-znë en Glate. Dit bezit genoot hij ongestoord tot •n 1756 de Zevenjarige Oorlog uitbrak als gevolg van Maria Theresia'6 pogin gen om door een bondgenootsrhao met Frankrijk en Rusland, Silezië terug te krijgen. De Pruisische koning was tijd g op de hoogte van deze plannen on zorgde dat hij de eerste was om aan te vallen. In Augustus 1756 rukte zijn leger Saksen cn Bohemen b'-nnen. Hij zelf viel met 60 000 man in Saksen, zijn veldmaarschalk Schwenir. met 30.090 man in Bohemen. Deze oorlog was zeer bloedig, gaf Frederik gelegenheid om zijn schittc, rende veldheerstalenten tc ontploo en Cn werd met zeer afw'sselend geluk gevoerd, zonder dat tenslotte een feite» iijk resultaat werd berelet. Want bij den vrede van I lubertsbuog. op 15 Februari 1763 gesloten, werd de sta* 'us quo ante gehandhaafd Men kan Jus alleen zeggen d-at Maria Theres a's poging, om Silezië te herwinnen, ras» lukt was. Dc staatkundige resultaten waren ove rigens ni hil, en de oorlog had volgens F reder ik's eigen taxatie aan 853.000 menschen. waaronder 180 000 Pruisen, het leven gekost. De naweeën van dezen oorlog deden 7 oh in Duf'-sohland zwaar gevoelen. Sted-cn en dorpen warcn verwoest, en na et-n:ge jaren brak een hongersnood m»t èn gedeelten dies lands, die <Je al* gemcine ellende neg vee! gTOOter maakte. Ook het iege-r raakte in slech* ten staat: m z-evcrotri-en veldslagen was de kern ervan vernietigd en de regi* mer/.cn bestonden nu voor een deel uit vijandelijke deserteurs e-n krijgsge* vangenen, -terwijl de discipline zeer ver* slapt was. Dit was donker tijd* perk in de regeering van Frederik de Groote, en het werd vooral niet opge* luisteid door zijn verbond met Katha* na van Rusland, dot leidde tot de Eerste Veróeeling van Polen, waarbij West.Pruisen (zonder Danzig en Thorn) en het Notze*duStric-t aan Pru> sen werden toegekend. Dit denkbeeld ging van Oostenrijk uit. mar Pruisen oefende den streksten aandrang udt op de uitvoering van het plain €T1 prof.* teerde er het meest bij. In 1772 kwam de verdeeling definitief tot stand. Frederik de Groote. Zes jaar later begon Frederik den Brierschen Successieoorlog, met het doel om zijn macht in Zuid*Duitsch* land uit te breiden, tegen Oostenrijk. De Oostenrijksche keizer Jozef IL d-ie Beieren van den keurvor-' -ad willen koopen, wcad daardoor ge ngen om van dit plan af te zien. maar toen hij er tater opnieuw op terug kwam ging Froder k de Groote over tot stichting van den Vors tem bond. D;t is een van de belangrijkste staatkundige feiten uit zijn bewindsperiode". Het was tevens dc laatste groote daad zijns levens Op 23 Juli 1785 kwam het z.g. as* sociatic» of un etractaat tct stand rus* schen Pruisen. Hannover en Saksen De bestaande inrichting des rijks werd er* bij gewaarborgd; tevens was het (in zijn geheime bcpai ngen) een defensief verdrag teger. Oostenrijk. Dc Duirsche Vorstem-bond bcteekende het defini* tieve er.-dc van Oostenrijk's leidende rol in dc Du:tschc landen. In '85 en in '86 traden ook Saksen»Wcimar en Gotha, Zwcibriickcn. Mainz, Bruns» wijk. Baden, I Icsssn*Gassel, Am-halt, Osnah:ück, Anspach en de Palts tot den bond toe; later kwamen de beide Mccklcnburgcn er eveneens b:j Frederik dc Groote stterf op 17 Augustus 1786. vlerenzevcniMg jaar oud. Zijn laatste jaren waren eenzaam. Hij leefde gescheiden var zijn gemalin es» was kinderloos. Materiëel -had zijn langdurige regeering Pruisen grootxun vooruitgang gebracht: het was ander* half maal zoo groot gcwo.den (nu 190.000 K.M.2) cm de bevolking, bij deo aanvang zijner reigeering slechts twee m-i'-oen, was tot zes mill oeo geste* gen. Het leger was va© 80000 tot 200.000 ma© gegroeid en ondanks óe ellende na die© Zevenjarige© Oorlog, waren de finane ën weer in zeer gurjvtf* ge© toestand gekomen. Toen de kom mg stierf bevait te de staatskas zestig a zeventig mrilliOA liha-le- Maar deze materreevc welvaart gaf gee© zuiver beeld van de© staat va zaken. Teveel was alles ge-coneemtn. e nd i© de krachtige persoonlijkheid des konings. Het leger verslond heit groot» Ste d-eel der sta-aitsin-komsten e© belem* merde de© bloei van de© landbouw. De bereikte groote staatkundige voor» deden ware© te kunstmatig om Lang blijvend te zijn binnen weinige jaren zou Napoleon ze vernietigen en een zeer zwa-k punt van Frederik's be* leid was dat hij geen enkelen staats* nun had gevormd -dde zij© taak kon voortzetten.. Zijn m.:-n;sters waren al-tijd zijn d-ie-nare© geweest, zonder meer. Aan h-un -initiatief wend niets overge* late©,. Toch was hij een groot vorst, wier s bewind voor zijn land ingrijpende en dieells ook bid j vendie betecikenas heeft gehad. Voor onze huidige begrippen is hij een wondeaflijk m-caiigsel van ooo-* IogszuCht jegens -liet buitenland e© voorui-tstreve-nde begrippen un zij© bi©* neoüandsche st-aa-tkunid-c. De recht» spraak was tij-d-ans zijn regeering uitste» kend verzorg-d; zelfs tnaid hij als do verdediger va© vele miskenden op, en de zaak van de© moientaor Arnold heeft historische vermaardheid verworven. I© 1747 legde het nieuwe wetboek, dc Codex Fri-dcrlc'.anus, de basis voor het nieuwe Pruisische recht, verder uitge» werkt in „Het Al-gemeene P-ruisischo landrecht" dat het Romeinsche e© Duitsche recht tot een nieuwe een» heid bracht. Hij schreef zelf een groot aantal werke© op staatkundig, historisch e© m l tair gebied, en componeerde 25 so* naten voor fluit c© klavier en ec© vier* tal concerten. Gedurende zijn laatste levensjaren was dc kooing bijna meoschenschuw gewonden, vrekkig e© zeer omred e! ijk tegenover zijn omgeving. Hij stierf op het slot Sans Souci. diep betreurd door zijn volk. diat hem steeds was blijven cercn als een groot vorst. INGEZONDEN MEDEDEEL1NGEN a 60 Ct*. per regel. Hoe lang srkkelt U nu al met da\ opea beer? Doe daar nu eens Akker s Kloosterbalsem op, die zal de kwade stoffen eruit trekken, pijn en jeuk ver drijven. een nieuwe sterke huid doen groeien. Begin vandaag nog 1 Akker s keelt alle wonden Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE Het was op ee© rvord van de afge» loopCn week. toe© mijn vrouw e© ik rustlg thuis zaten, cder verdiept in een gedeelte vac Haarlem's Dzgblad dat plotseling ce© auto ce© schorren, hev ge© fctaxonkrect vhuk voor dc deur deod hooren c© metee© bleef st-1 staan. J>a< sohijat voor ons bedoeld", za mn© vrouw c© inderdaad werd eer oogcnhKic tater nogal hard aan dc bel getrokken, waarna dc auto wegreed „Wie zou dat kunne© wezen?" zei mijr. vrouw ietwat bezorgd, „ik vxtrwacht niemand op d.t uur d:e met cc© auto kan komen; wil je even gaa^ kijken? Ec loopt zooveel vreemd volk tangs de© weg". Oroler de© iod-uk va© de waarschu: wi©2 deed ik de deur hce! voorzichtig open. totdat een welbekende stem 2tc „wees maar rviet hang neef, het is goed voHt". „Bang? ik ben hce'cmaal nret bang". tc: k nu'uurlijk en liet neef Sebasttaam bLor.rr. ..Kom jij tegenwoordig met een auto?" „Ja. met dc auto var. een kennis" zm hij bmnemstappen-J. „Is ailcs we' h er? Geen griep? Nicht ook in orde?" Het duurde gce:i vijf minuten cf hij zat (daar heeft Scbcsboan den slag van) gcrocgclijk in or.zc huiskamer tc pr=:<- ..Een van mijn kem ssc© moes! near Haar'rm --n vroeg of ik mecgng Dc gc!cgc©hc:d was te schoor om niet even naar uw gezondheid te infor» meeren". „Daa- doe jc goed aan", zei mijn yronw cn toen. met 'n kle'nr aarzcl:n,g (want zc houdt n'et van logeergasten die haar komen ovcrvl'en): „dacht je bier te ovr-rrcchtcn?" Scbastiam ze. van neen Zij-n vr on-d zou hom over cc© uur of anderhalf uur weer ko-men halen om n«aar den Haag terug tc rijden „En dut alken om ons even tc bezoekt©", zei in jn vrouw, i-nwen-d-'-g toch wel gcst.recld. .Alaar u weet toch wxJ. dot ik graag hier bon", zei de diplomaat. „Maar wat 7,ou u wel zegge©, neef. wamr.cor ik u vroeg, of u mij m'ssch en voor een maand een paarhonderd guld-c© wou voorsoh.otcn?" Dat vss jc wat moo:s. Ik hou niet van i.-or.er: bed-rijvcnd n-et e-n lijden' ook het. En den zoo maar zoo ver- kav weg, r.et a'sof c-r een k:nder- p:s'rc :c v! k n jc gez ebt afgc^choteï» word». Jc sch-V er toch evcn van er darrem ram ik het beproefde m dde' 1c dat altijd hr'pt. als je ccn cn» verwachte vraag gc-dacr. wordt. „Dat 1s te zeggenMet zooo nieïsbc» duxlend zinnetje zog je geen ja cn geen nee© e© verzamelt intussche© jc geduchte© Maar Sc bast aan schoot i© de© l ach e© zed: ...wecst u maar gerust, het is maar een oard ghcid". .Je moctf nooit over geld lecnen spreken, ook nilet uit aardigheid", zei •k ee© beetje koel Ik hou cr van, dat het vecschil van leeftijd i© het oog gc» houdc© wondt. „Kom kom. ma©" zei mijn vrouw. ..'t is toch maar een aardigheid van neef Scbastiaan" Haar heeft hij altijd dadelijk ingepakt, zoodra hij zijn bru» tale gezicht maar om den hock van de deur steekt. Maar Scbast:a«n begreep, d-at hij wat goed- tc maken had. ..Neem mij «iet kwalijk", aei hij. .als ik u met mijn vraag gchmdcr-d heb. Mijn fnan oiën zijn gelukkig in orde. U weet: rijk ben ik niet maar aan ged-d leenen hc© ik nog r-tat toe. Ik heb deze week zulke vreemde crvuirjrvgeo met geld» 'cere© opgedexn. dot :k dc vraag or. w'llekcurig deed. Het was mijn bcdoc l og e et. u onaangenaam tc wezen". Met zulk ce© royale verorvtschuldi "ing smelt je boosheid weg. zoodat ik het k-'stje met de goc-e sigaren \-oor de© dog haalde dot ik altijd :n mijn schrijftafel achtee slot hou om mijn goeie vrouw niet in dc verzoeking tc brengen, er een aa-n ccn on verse Ir'li gen bezoeker tc pres ent eer en als ik zc.f riet thuis ben. Vrouwen zijn beste wezens. maar da-a-r hebbc© zc geen kijk op en je kunt zc r.oort hi die richting opvoeden. Een sigaar is ec© gaar. denke© zc c© dat heeft een nichtje van hnnr, toen die bij ons logeerde <u zioh vergrepen had aa© mijn goeie sigaren ten babe van een man d-'c kwam zeggen, dat de tuin» deur openstond, mii eens in mijn ge» reh-t gczci'd. Een f gnnr is een sigaar! Ik was buiten mij zelf cn antwoordde: J? wc-1, jou bol is een bol. en de aflt-d» bol s ook een bol, m aa-r toch nog een heclwat brlang-rijker bol dan jou bol. Begrepen?" Daarna heb ik mijn fijn-c siga-re© voo-r de veiligheid maar achter slot gebracht. „Vreemde ervaringen met gcldlcc» ren?" zei mijn vrouw cn keek van haar handwerk op. „Vertel ons daar eens wat „Met het meeste plezier". Hij hield dc sigaar ccrh'cdig tusschcn zijn vin* rtcrs cn ademde dc geur met weibeha* «en in. ..Dit is wat fijns neef dat heb k in geen jaar gerookt". Ja. Schas» t'nan is een fijnproever, die weet wa' ccn sigaar toekomt. ..Ja. met dat gelJ l-rncn was het een gekke geschiedenis T* moet dan weten: »k was op een m'd» iag bij een van mijn vrienden op zijn .imcr tc eten cn na tafel zaten wc wat tc praten. Over alles cn rog wat cn eindelijk ook over dc vriendschap. Hij is een beetje zwaartillend. „Vriend» schap", zei hij: „is net als een roos, mooi van kleur en van geur en van vorm, maar jc moet er voorzichtig mee omgaan, anders raakt zc ontbladerd". Ik was dat niet met hem eens cn zoo discussieerden wc daar wat over. tot» dat hy zei: „laten we dan de proef op de scm nemen. Hoeveel vrienden of goeie kennissen heb je, behalve mij?" Ik telde op mijn vingers en kwsm tot zes. „En zou je denken, dat die je bon» derd gulden zullen lecncn, als je er om vraagt?" „Natuurlijk. Zulke goeie vrienden! Met twee ben ik op reis geweest, dc derde is een oude schoolkameraad, met drie anderen zit ik in een kegclclub.Wc ontmoeten clksar iedere week". „Heel mooi. Heel mooi. Dus jc denkt wel, dat ze jc honderd gulden zouden 'ceren als je zc noodig bad!" Ik begon te lachen. „Maar man. waar *cnk jc aan? Natuurlijk zouden ze -taf doen. Alle zes. niet éën uitgezonderd Ik zou het toch óók doen, wanneer er ccn in verlegenheid was". „Brave kerel!" ..Ik geloof dat Je mii zit op te win» den. Wat wou je eigenlijk zeggen?" ..Dit wou ik zeggen", zei mijn vriend. .Als je geen geld noodig hebt. wil ::dcrcen je wel geld leenen. Maar als je komt zeggen, dat je geld noodig hebt Irckt iedereen zich terug". „Dat mag waar wezen in 't algemeen maar voor mijn vrienden niet". „Ik neem geen woord terug", zei hij ..En ik verdedig mijn vrienden". Wij maakten er een weddenschap - nn. Om een lekker dini'ic in Den Haag. Drie dagen had ik den tijd cn den volgenden dag zou ik dadelijk bc» f nnen". „En hoe liep het af?" vroeg mijn vrouw. „Vertel het maar op jc gemak, Sebas» tinnnzei ik, want ik zag dat hij daar nog niet aan toe was. „M'ijn vrouw, moet je weten, kijkt altijd eerst in het bock op de laatste pagina of zc mekaar wel krijgen. Wc hebben den tijd toch wel". Scbastiaan begon. „Ik zal u dc na» men van mijn vrienden maar niet uoc» men. want u kent zc toch niet. Laut ik zc liever nummeren: ccn tot zes. Het gekke was. dat mijn vriend mij met zyn sombere voorspelling toch wat aan 't wankelen had gebracht. Daarom num merde ik zc naar volgorde van waar» schijnlijkheid. Op No. 1 zette ik Tiijr besten vriend met wicn ik op schoo' -•as geweest, procuratiehouder op eer oot kantoor, een vroolijke, prett gc bartelyke kerel, iemand die een moo: salaris had en voor zooveel ik kon na« gaaan ook wel een behoorlijk tantième Op zyn kantoor zocht ik hem op AVat voert jou hier?" vroeg hij. nadat ik in dc spreekkamer gelaten was. Neem mij niet kwalyk dat ik zoo met dc deur in huis val, maar het is druk op 't kantoor". „Een kleinigheid maar", zei ik. „Door een samenloop van omstandigheden heb ik op het oogenblik honderd gu1- den noodig. Zou je mij daar voor een maand aan kunnen helpen?" Wat mocht ik anders verwachten dan dat hy dadelijk naar zijn porie» feuille grijpen cn de honderd gulden er uit nemen zou! Hy deed het n'et Zijn gezicht betrok cn hij antwoordde eerst niet Toen zei hij: „Scbastiaan ouwe jongen, laten we dat niet doen Jc weet dat ik veel vriendschap voor jc voel, maar jvisv daarom zeg 'k: 'aat ons dat niet doen. Later, er geen ?cld» 'aken tusschen onze vricnds.hap ko« men. Wil jc wel gelotiven, dat juist door geldleenen de mooiste «riends hap verloren gaat? Neen, daf moesten we niet doen. Ik neem het jc nicf kwa.ijk ik zal er ook niemand ovei spreken maar wc moeten het niet doen" Al nratende stond hij op zoodat ik hef ook wc! doec moest t tra-.it mij dc deur van dc spreek' ^rr.er. D-»a- ci hy op zijn ouden vroo'ijken jovialer, toon: „nou kerel, tot ziens. Ik hoon je gauw weer tc ontmoeten. Neem me niet kwalijk, maar het is verbazend •trok op 't kantoor". En daar stond ik. vernederd, be* schaamd als een jongen die een verma» ning van den meester gekregen heeft. „Hcelcmaal geen aardige man", zei mijn vrouw. L'.. is dat nog wel je bes» tc vriend?" „Dat heb ik altijd gedacht", zei Se» bastiaan. „Maar cmdat het by hem mislukt was, ben ik naar n-o. 2 gegaan. Dat is moet u weten wat wij onder ons altijd noemden een rijke jongen. Zijn vader had in den gouden tijd na den oorlog een groot fortuin verdiend met huizcnspcculatics. Daar was dc room nu wel van af, maar er was toch ti n redelijk goc.c zaak overgebleven. No. 2 houdt er een eigen aut© op na, is rijk getrouwd cn woont in een heel m- huis. Toen ik bij hem kwam was hy pas uit zijn bed. Was laat van ccn groot diner bij een bevriende familie thuisgekomen. Zijn vrouwtje was nog hcclcmaal onzichtbaar. Hij zat zoo» wat met ccn weelderig ontbyt spe» len cn at nagenoeg niemendal. Had nog geen honger. „Neem m,j niet kwalijk als ik 'c s'oor" zc? ik. „Doet er niet toe, beste kerel", zc hy en gaapte daarbij zoo vervaarlijk dat ik dacht: aanstond* wil zijn mond niet meer dicht. ...Die diners zijn heel aardig, maar niet den volgenden mor» gen. Waarmee kan ik jc van dienst wezen?" „Leen me even honderd gulden" flapte ik er u't. „De volgende maand krijg je zc zeker terug". Hij keek verwonderd en zette toen ongeveer hetzelfde gezicht als No. 1 gedaan had. Ik kende bij voorbaa; mijn vonnis. Hij zou bet niet doen. En hy deed het ook niet. „Wat spijt me dat nou zei hij, „dat je juist om geld vraagt. Als je gezegd had: leen me je auto, desnoods voor c°n hee» len dag. fiat, met het mees.e plezier. Maar geld leenen, Sebastiaan. dat doe ik in principe nooit. Ik mag het n:ct doen. Jc weet dat ik in de zaak var. mijn vader ben. Den eersten dag den besten dat ik op kantoor kwam, zei hij: „luister, jongen, je moet me twee dingen vast beloven: „bii.nooit borg cn. leen nooit geld. Als jc daar een* maal mee begint et jc het enj met en om het jou te zien wegsmijten, daar oor heb :k het niet verdiend." Hij keek zoo plechtig, de ouwe heer dat ik het hem op mijn cerewoord bs* loofd heb. En daarom kan ik jc geen geld leenen. Geen ryksdaaloer." „En wat heb je toen gezeid?" vroeg mijn vrouw, met een beetje wraakzucht in haar stem. „Wat zou :k zeggen? Ik ben opgc* staan en heen gegaan." „Ik zou hem dan toch even duidelyk gemaakt hebben, dat hij een groote egoïst was. Nooit lecnen en nooit borg blijven! Als we er allemaal zoo over dachten, kwam niemand In dc wereld ooit vooruit." ,Ja. nicht, maar u moet denken: ik ■>tond niet nee. sterk, want ik vroeg om honderd gulden te 'een, die ik eigenlijk niet noodig had ...Maar dat wisten jc vriendc.. niet, iat jc ze niet noodig had: „Nee, maar ik wist het wel en dat was genoeg. Ik zal het vervolg van 't vernaai maar kort maken. No. 3 is er een, die het leven n-iet al te zwaar op» neemt; nauwelijks had ik myn bood* schap gedaan, of hij schaterde het uit. „Arme man", zei hy, „hoe kom ie er bij om mij r.- juist te vragen. Ik heb geen cent op zak cn ik weet niet, hoe ik de eerste veertic daden door» kom tot den volgenden betaaldag. Maai weet jc wat, we gaan samen een borrel drinken, dc directeur van het restaurant waar ik eet, is een vriend van me en die poft wel." Maar k bedankte voor een borrel op credie. en ging op weg naar No. 4. ec© van de drie kegclbroeders. Dat is om zoo te zeggen, ccn beetje een hark. Die houdt graag boetpredikaties. .Vriend Scbastiaan", zei hij en rolde met zijn nogen dat ik e: akelig van werd, „laa: :k je een gooien raad geven". „Geef me liever honderd gulden" zei ik, want ik zag wel dat het alweer misliep. „Een goeie raaj is veil meer waard zei dc Droogstoppel. „Als ik je nu honderd gulden gaf, zou je gewoon raken aan geldleenen en als is jc de* zen keer in de moeilijkheid laat, voel pas goed hoe verkeerd het ta. meer uit te geven dan jc bezit en zult het je hec'e .verdere leven wel laten." „Loop naar de maan", zei ik en ging weg om No. 5 en 6 op te zoeken. J:c waren niet thuis cn toen ik terug* kwam nog niet en den volgenden avond vond ik geen van drieën op de kegelc'.ub." „Wat toevallig," zei mijn vrouw. „Daar zal dc telefoon wel meer van geweten hebben, Sebastiaan," zei ik. „Dat denk ik ook neef," zei Sebas* tiaan. „Je hebt dus jc dinétje verloren." „En stevig ook. De volgende week zal ik mijn schuld aan mijn vriend afdoen." „Dat verdien je," zei mijn vrouw. „Zulke lichtzinnige weddenschappen moet een mensch liever niet aangaan. Jc krijgt er nog ccn slechten indruk van over de menschen." „Toch niet zoo erg als u denkt," zei Sebastiaan. „Het verhaal, moet u weten heeft nog een staartje. Ik zit op mijn kamer, daar komt een loodgieter om me te spreken, een klein patroontje, aan wien ik nog al wat klanten bezorgd heb. Hij was verlegen en of ik al vraag: „wat heb je op jc hart, baas Smits?" hij kon maar niet uit zijn woorden komen. „Toch geen geldgebrek?" vraag ik zoo. „Ik niet. maar u," zegt hij en krijgt een hoofd als vuur. En daar kwam hij er ein* dclijk mee voor den dag. Hij was juist op karwei geweest in het huis van den rijken jongen (U weet wel, No. 2) toen die aan zijn vrouw verteld had, dat ik cr 's morgens was geweest om honderd gulden te leenen. Daarom kwam de goeie kerel vragen of hij my ook hel* pen mocht. Als ik het niet kwalijk nam. Ik heb hem gerust gesteld, dat begrijpt u. Ja, er is uog wel hulpvaardigheid, maar niet altijd waar jc denkt" Er grauwde weer een claxon voor de deur Sebastiaan stond op. „Dat is de auto van mijn vriend, ik moet weer weg. Tot ziens nicht. Tot ziens, neef." „En wat zeg je nu tegen jc oude vrienden?" vroeg mijn vrouw. „Laat jc zc voortaan loopen?" „Daar heb ik lang over gedacht," zei Scbastiaan, „maar daar zou ik mij zelf het meest mee hebben. Zoodra ik zc weerzie, zal ik zeggen: „als iemand soms eens honderd gulden noodig heeft, hij kan ze bij mij lecnen, hoor!" Dan schamen ze zich cn heb ik meteen m-jn crcdiet bij hen hersteld. Want ik zou foch niet willen, dat ze me voor dood* irm hielden." En met die practischc levenswijsheid 'uftc Sebastiaan naar den Haag terug. FIDELIO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 5