HAARLEM'S DAGBLAD
OM ONS HEEN
WOENSDAG 16 MAART 1927 TWEEDE BLAD
No. 3643
DE PIETER CORNELIS HOOFT TE IJMUIDEN.
De Picter Cornells Hooft.
„Hoe laat vertrekt de boot uit IJmui»
3en?" hadden wij gevraagd.
„Tusschen drie cn vier uur", was er
gezegd.
Zoo heel precies kon men dat niet
zeggen. Het kon wat vroeger of wat
later zijn en daar wij dus de keus. had»
den tusschen te laat komen of wat lang
bij de sluis wachten, kozen wij het wisse
voor het onwisse en gingen te 2 uur
met de auto uit Haarlem.
't Liep mee, want juist kwam onze
wagen bij dc pont, toen dc boot lang»
zaam en statig in het Noordzcckaiuia!
aankwam; toen dadelijk gezwenkt naar
IJmuiden. De vraag was wie het win»
nen zou. Maar hoe groot dc moderne
passagiersschepen naar Iudic ook gc*
houwd worden, in een smal vaarwater,
ilnt zij langzaum bevaren moeten om
met den zwaren golfslag dc boorden
van het kanaal niet te beschadigen, leg»
gen zij het in een wedren met een
auto op het land toch af.
Zoo kwamen wij. al was de wande»
ling over dc sluisdeuren cn langs den
weg voor ons cc'-i handicap, precies ge»
lijk met de „Hooft" in dc sluis. Zwaar
dreunden dc twee stooteu op dc bas»
fluit, toen de boot er binnenvoer cn
voorzicht ig voort schuivende al gauw
roerloos liggen bleef.
„Wat een bakbeest!" zei een juffrouw,
oneerbiedig tegenover dc naamgenoot
van een van onze oude dichters, maar
niet onjuist. Dc boot, die even vroeger
tegenover het wijde landschap hij de
pont zoo groot niet geleken had, rees
nu in dc sluis als een reus omhoog.
Om ons heen was het vol familieleden
van dc opvarenden cn belangstellenden
die eens een kijkje kwamen nemen.
Maar veel grootcr was het aantal pas»
Mgiers, dat op drie, vier laat ik /cgucn
„verdiepingen" over dc verschansing
hing en naar beneden tuurde. Moet ik
het ergens mee vergelijken, dan zal het
moeten zijn met een gezelschap in een
dakgoot, dat rustig necr/ict op dc men»
6chen op straat. Onmiddellijk was er
contact, tusschen de groepen beneden
cd boven. Langs het gchcclc toch zoo
vervaarlijk groote schip stonden cn za«
ten de passagiers, om vóórdat zij dc
reis aanvaardden, nog een laatste kijkje
te nemen van het vaderland. Op de
voorplecht staat een jong officier in de
keurige uniform van de Maatschappi-
„Nederland" en houdt een oog in 't zeil.
Dan komt een groote groep personeel
en militairen, in de officictlc taal ge»
nuamd een detachement suppletictroe»
pen en toont belangstelling voor den
vasten wal. Onmiddellijk beginnen lc
signalen van vaarwel en afscheid. Er
wordt gewuifd van beneden naar bo»
ven. „Dag Willem, dag Lcendcrt!" En
die zwaaien met hun arm. Ze houden
zich branie. Wat ze denken, nu ze voor
jaren naar den Oost gaan?
Maar als cr wat opkruipt in de keel
van die flinke, jonge kerels, zc toonen
het niet, veel liever willen zc gebruik
maken van de gelegenheid om nog wat
tc koopen van de IJmuiJenschc hande»
laars, die een centje willen verdienen.
In oude zeepbussen steken die aan een
hengel cigaretten, chocola cn fleschjes
bier omhoog, die met een touw (het
schip is zoo hoog) opgevangen cn naar
boven getrokken worden. De een zet
er den brand nog eens in, de ander ver»
frïscht zich met een fleschjc bier, dat
hij met het gebaar der gewoonte in
/ij:i keel uitgiet.
Langs het hecle sohlp klinken dc ge»
sprekken. Met halve woorden soms,
omdat jc toch niet alles kuilt zeggen
in die toeluisterende menigte. Uit een
groep dames wordt aan 'n juffrouw, die
over de verschansing staat te lachen
het raadselachtige woord ..quitantie"
toegeroepen, maar zij maakt het gebaar
van begrijpen. Er wordt door dc pas»
sa: „rs met armen gezwaaid. Boven
cn beneden spreekt men elkaar weder»
keerig moed in. Het lijkt alles een
pretje waarom zal men elkaar het
afscheid zwaarder maken, dan bet al
is. Zoekende oogen vinden eikaar.
Daar heb jc Kees, daar is Lena. Kin»
cerstemmen klinken hel van boven.
Een aardig kereltje dat blijkbaar met
vader Cn moeder naur In die te;«t.
roept' ..Tante N'cl! Hé! Kom eens
hier!" En zorgvuld mikkend zendt
hij op tante Nel een toffee af. maar
tante Iaat het op den grond vallen.
Dc jongen kijkt teleurgesteld. ,.Oom.
oom!" En zijn kleine hand gaat weer
achteruit. Oom vangt de toffee met
één hand in dc vlucht cn wordt be»
loond met de jeugdige goedkeuring:
..dat is heter". „Opa! opa!" roept een
kleine manneke cn opa wuift hartelijk
terug. Een vriendenclub brengt haar
voorzitter weg. Hartelijk spreekt dc
jonge man met een lauwerkrans
op het hoofd, dc vrienden toe, die
hem uitgeleide dotn. ..Heb je soms
ten boodschap in Italië? Zal ik wat
Chiaqti voor jullie bcstcHen?"
Intusschen is e<n deur in den zij»
wand van het schip opengegaan als een
breedc wond. Er wordt een loopplank
aangesleept cn met sterke touwen
vastgebonden. Allerlei mcnschen gaan
daarover het schip binnen: ccn
man V3n dc post, ambtenaren van de
douane, alkrlci. Twee man van de
equipage staan naast de loopplank cn
trekken telkens dc touwen aan. Nu
komen oc4c mcnschen naar buiten.
FamSiclcden. die de reis van Amster»
dam hebben meegemaakt cn nu van de
boot af moeten. Meest mcnschen van
middelbaren leeftijd en oudej. De twee
zeerobben helpen dc vrouwen over het
omhoog stekende einde van de loop»
plank heen, de mannen moeten voor»
zioh-zelf maar zorgen. Omgewend zich
vastgrijpende aan dc touwen, die tot
leuning dienen, sukkelen zij naar be»
neden cn vermengen zich met het pu»
bliek op den wal-
Wat al verscheidenheid van reizi»
gers! Van blank tot bruin is de huids»
kleur cn dat bruin weer in nuances,
van lichtbruin af tot zwart toe. Die
kijken stil naar dc drukte aan den wal,
schijnbaar koel tegenover de uitbun»
dighcid van de Europeanen. Rustig ook
staat daar een groep liefdezusters in
haar zwarte kleedij, als fel contrast
met het jonge meisje, dat in de patrijs»
■poort van haar hut, als het ware om»
lijst door den koperen rand op het
voordecligst uitkomt cn gelijkt op een
min.atuurportrct in ccn sierlijk kader
Weet zc het niet, terwijl zc daar een
laatste gesprek staat tc voeren met
familie aan den wal? Kalm ook is het
Javaantje, dat naar buiten kijkt op het
welbekende tooneehje, dat hij van
zijn leven zoovaak heeft gezien toch
verdwijnt hij a:s de wind-, zood.'j
onze photograaf dc camera op hem
richt. Liever niet. Daar houdt hij niet
van.
Nu gaat langs dc loopplank niemand
meer bet schip binnen. Des tc grooter
is de menschenstroom, die naar bui»
ten komt. Het sleepbootje, dat den
Occaanreus naar buiten zal brengen,
opdat hij niet (het ware bij slecht weer
mogelijk) op de pieren zal stranden,
daar een langzaamvarende boot slecht
bestuurbaar is, dat kittige ding, in af»
meting een horzel tegenover oen
paard, braakt zware, zwarte wolken
uit. Ieder begrijpt het: het uur van
vertrek is op handen. Dc laatstcn die
het schip verlaten, zijn een paar doua»
uc»bcambten, van wie dc ccn ccn goe»
dige dikzak is met een te klein petje
op.
De touwen van het achterschip wor»
den losgegooid. Ergens op dc boot
kHnkt een fluitsignaal. He^ schip met
zijn zware basstem zegt het vader»
land vaarwel. Dc loopplank wordt on
den wal gelegd, de deuren gaan dicht,
als een wond die zich sluit. Nu komen
plotseling aan a'ilc kanten dc zakdoe»
ken te voorschijn. Alles wuift, boven
en beneden. ..Dag, dag! Goeie reis.
Groet iedereen van me!" Ergens roept
iemand: „tot over vier jaar!" cn jc
beseft opeens duidelijk wat dat zeg»
gen wil, een afscheid voor jaren waar»
in zooveel gebeuren en veranderen
kan. Langzaam begint het schip te
glijden. Het schijnt alsof dc wal mee»
schuift. Men loopt mee naar den kop
van dc kade, dan opeens maakt dc
boot zich los van den wal cn zweeft
wbg over het water als ccn reusach»
tige zwaan in den hellen zonneschijn
van dezen prachtïgcn lentedag. Nog
flauw blijven de wuivende zakdoeken
zichtbaar, het allerlaatst nog het keu»
rigc, slanke officiertjc op het achter»
schip, dan is alles voorbij.
Een enkele kijkt het schip nog na,
dat daar wegdrijft. Insuiinde tegemoet.
Dc zakdoeken worden weggeborgen.
Hoevele bleven cr droog bij het af»
scheid, dat voor velen ccn laatst
vaarwel kan zijn geweest? Dan neemt
dc menigte den langzamen terugtocht
aan over dc smalle sluisdeuren cn ver»
spreidt zich in dc autobussen, naar het
station. Wij zoeken onze auto weer
op cn onze photograaf verzekert met
trots „ik heb hem nog genomen, diien
Javaan. Hij wou zijn handen nog voor
zijn gezicht slaan, maar tegen Ccn dui»
zendste seconde kan hij niet op!"
„Partir c'cst mourir uh peu", zon"
dc Musset in zijn weemoedig lied.
..Cost mourir a cc qu' on aimc. on
laissc un peu dc soi mëmc, a toutc
heure et dans tout lieu" (1)
Dan tuffen wc door zonnig Kenne*
mcrland naar huis terug.
J. C. P.
(1) Vertrekken is een weinig sterven,
afsterven van wat men liefheeft; op
ieder uur. in elke plaats laten wij iets
van ons zelven achter.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cent» per regel.
LETTEREN EN KUNST.
HET GOUDEN KALF.
't Gouden Kalf blijft nog steeds be»
staan.
Inderdaad, het verdient langzamer»
hand wel den naam van koe, die op
haaT beurt jongen heeft geworpen cn
veelvuldiger en hartstochtelijker dan
ooit wordt deze familie aangebeden.
Het financiëcle weekblad dc Statist,
te Londen, publiceerde onlangs ccn sta»
tistick van dc wereld»goudproductic
gedurende de laatste drie ecuwen. Zie»
hier de interessante cijfers (productie in
millioenen guldens).
Transvaal (sedert 1884 10116
Rhodesia (sedert 1898) 732.
Afrika (sedert 1880) 536
Azië (sedert 1851) S460
Canada (sedert 1890) 1260
Britsch»Indic (sedert 1S80) 804
Britsch Keizerrijk 3600
Vereenigdc Staten (sedert 1847) 4500
Rusland (sedert 1600) 5676
Mexico (sedert 1877) 1164
Andere landen 8400
Dit beteekent dus in totaal ccn wc»
rcldproductie, sinds 1600 van meer dan
45 milliard aan goud.
STADSNIEUWS.
Levering van cigaretten, chocolade en bier aan de manschappen. In den inzet:
Javaantje naar buiten kykend door een patrijspoort.
ARBEIDERS*TOONEELVEREENI*
GING „VOORUITGANG".
Men schrijft ons:
Zooals reeds eerder werd medege»
decld zal bovengenoemde tooncclver»
ecniging a.s. Zaterdag voor dc radio»
uitzending het stuk „Onder écn dak"
opvoeren.
Teneinde nu dc vele leden cn dona»
tours in dc gelegenheid te stellen per
radio bun vereeniging te hooren e»
len, wordt in het vergaderlokaal van
de Bouwverceniging „Onze Woning"
in de Pepijnstraat, een bijeenkomst ge»
organiseerd, teneinde hier allen in dc
gelegenheid te stellen naar dc uitzon»
ding te luis'eren.
Deze zaai is gekozen, omdat men in
deze rustige omgeving weinig last van
storingen zal hebinjs
HET TOONEEL.
DE WEDSTRIJD VAN CREMER
HET ZEVENDE GEBOD.
Dat dc laatste weds trijd-avond van
Cremcr niet zou aanvangen zonder een
woord van hulde aan hen. die de ver»
eemg na op zoo eervolle wijze te Zwol»
ie hebben vertegenwoordigd, was te
verwachten. Het was de heer P. van
Oov, die in zijn functie van vice*voor»
zitter herinnerde aan dc mooie over»
winning, welke Crcmer tc Zwolle had
behaald en hij bracht daarbij tc»
recht! in dc eerste plaats dank aan
Henk Bakker, die aan dit succes zulk
een groot aandeel heeft gehad. Dat
H. M. dc Koningin naar aanleiding van
deze overwinning aan Cremcr's voor»
zitter, den heer G. J. van Gasteren»
cm telegram van gelukwcnsch had ge»
■zonden, is door het bestuur natuurlijk
op zeer hoogen prijs gesteld en de
heer Van Ooy eindigde dan ook met
een. „Leve de Koningin!", waarna het
Wilhelmus het officccle gedeelte op
passende wijze afsloot.
Op dezen s!o!»avond van den. wed»
strijd was de Amsterdamsche toonvel»
vereeniging „Nut cn Genoegen", die
inplaats van het door ziekte verhin»
derde „Varia" ui: IJmuiden optrad,
de gast van onze feestvierende Kon.
Letterlievende Vereeniging. „Nut cn
Genoegen" kwam met Heyermans'
„Het zevende Gebod" cn het warme
applaus na dc verschillende bedrijven
cn aan het slot, bewees dat ook deze
voorstelling door dc leden ten zeerste
is gewaardeerd geworden. Over het
spel schorten wij natuurlijk ons oor»
deel op tot na den officieeien uitslag
der jury, diq uu wel niet zoo heel lang
meer zal uitblijven.
In ..Het zevend» Gebod" is meer
dan in één ander stuk van Heyermans
Samuel Falkland voortdurend aan
het woord. Het was nog dc Falkland
uit de dagen van De Telegraaf, toen
dc Pijp voor hem zoo wat de halve
wereld betcekendc. Eigenlijk is „Het
zevende Gebod". dat ook uit een
schets in De Telegraaf ..Mintencc"
is ontslaan, cén opeenvolging van
kortere of langere Falklandjes.
Het is moeilijk tc ontkennen, dat in
onzen tijd van stuwend rhythme een
zoo langademig stuk met al die uit»
voerigc, laag bij de grondsche nu en
dan onsmakelijke details sterk ver»
ouderd aandoet. Burger! ij ke ze»
den»komcaic noemde Heyermairs zijn
Zevende Gebod. „Burgerlijk" is het
zeer zeker cn het is ccn geluk voor or.s
toonccl. dat wij ons van het ..burger»
lijke" langzamerhand hebben afge»
wend. Doch wat bij zoo'n hernieuwde
opvoering wel het meest uit den tijd
lijkt, dat is het propagandistische deel.
het lange cn holle gepraat van Bart
over het „Vrije Huwelijk", waarmee
Heyermans dc dramatische handeling
op het meest ongeschikte moment en
op wel heel hinderlijke wijze voor ccn
10 minuten stopzette voor het verkou»
d!gen van B3rt's theorie ,.pour la
galerie". Bij cen gewone voorstelling
zal in dezen tijd elke regisseur natuur»
lijk zoo verstandig zijn Bart tijd.g den
mond tc snoeren en met het blauwe
potlood flinke coupures aanbrengen,
maar 'bij ccn wedstrijd is dat niet ge»
oorloofd cn worden wij dus veroor»
deeld, Bart tot het einde toe 3an te
hooren. Aan de plotseling besmette»
lijk geworden verkoudheid van het pu»
bliek merkte mcQ met wat voor ge»
volg, wat natuurlijk allerminst aan de
spelers geweten mag worden.
Ook om dc a! tc opzettelijke cn
eenzijdige voorstelling van zaken beeft
men Het zevende gc bod nooit als een
van Heyermans' sterkste stukken kun»
nen beschouwen. Maar het is dc rcahs»
tischc en rake schildering van dc Pijp
en haar sfeer., die aan het stuk zijn
groot succes bezorgde! En deze schil»
dering doet het bij reprises ook het
best, beter dan die van het Zeeuwsche
milieu, waarin Heyermans zich aller»
minst huis gevoelde. Engel is een
bijna „klassieke" figuur geworden en
dat niet enkel en alleen voor het on»
overtroffen spel in deze roi van me»
vrouw dc Boervan Rijk. Welk een
leven er in Engel is. konden wij
ook gisteren bij dc voorstelling der
Amsterdammers met genoegen waar»
nemen.
Om zijn schildering van het Am»
stcrdamschc Pijp»leven uit de ..negen»
tiger'-jaren van de vorige eeuw za!
Heyermans" stuk ook in dc toekomst
van bctcckenis blijven.
J B. SOHUIL.
MUZIEK.
DOOPSGEZIND ZANGKOOR.
BEETHOVEN.CONCERT.
Het is merkwaardig, dat van Beet»
haven's werken juist een paar, die tij»
dens zijn leven dc meeste bewondering
wekten cn de meeste uitvoeringen bc»
leefden, het snelst in vergetelheid zijn
geraakt. Dat zijn het Oratorium „Chris»
tus am Oclbcrge" on het orkestwerk
„Wellingtons Sie^ oder die Schlacht bei
Vittoria". Beide zijn werken die niet
op de hoogte van dc meeste andere
werken van Beethoven staan, doch vol»
gens den smaak van den tijd gecompo»
ncerd. De opusgetaflen der twee wcr»
ken, resp. 85 cn 91 doen een ontstaan
tusschen 1811 en 1812 vermoeden; cn
dit is wat het orkestwerk betreft dar.
ook juist; het oratorium dateert, althans
grootendccls van veel vroeger: onge
veer 1S00 doch is eerst in 1811 in dc
rij zijnet werken ingelijfd en in druk
verschenen. Beethoven schreef in 1811
in cen brief aan dc uitgevers BreitkopI
und Hiirtel tc Leipzig, dat hij het werk
in 14 dagen in zeer onaangename om
standigheden geschreven had en merk
te op: „dasz ich wohl jetzt gantz an
ders ein Oratorium schreibe als damals
Jas ist gewisz". Dc tekst was van Franz
Haver Huber, een vervaardiger van
oonulair© operalibretfi.
Het instrumentale voorspel wekt
goede verwachtingen, cn ook het eerste
recitatief van Jezus is niet zonder waar
digheid, maar daarna ia "t met het goe»
dc vrijwel uit; wat volgt is een rij
opcra»achtigc aria's, duetten, terzetten
en ensembles met de noodige conven»
tionecic wendingen! coloraturen, fugati
schabloncnhaftici enz., alles bijcengeno»
men een vrij slappe groc van Handel,
Haydn en Mozart. De krachtelooze
marsch der grijgslicdcn herinnert even
aan de finale van het orgelconcert in
Bes van Handel. Reeds een tijdgenoot
van Beethoven, Rochlitz veroordeelde
het tweede gedeelte van het oratorium
als zijnde „komisch".
Het mag vreemd schijnen in ccn tijd,
nu allerwcgc de meest monumentale
werken van Beethoven op elk gebied
uitgevoerd worden om de nagedachte»
nis van den grootcn Eenzame te ecren,
aan die huldiging te willen meedoen
door het voor den dag halen van cen
werk dat maar 't beste onder 't stof be»
graven bleef; nog vreemder als mc-n
niet zijn uiterste best doet om dan al»
thans de wijze san uitvoering waardig
e doen zijn. Met cen ruw zingend
koor en cen dilettantenorkestje is dit
niet tc bereiken. Het bleef dan ook
voortdurend beneden peil en alleen de
benepenheid van het Chor der Jiingcr
schilderde treffend hun angst voor dc
tarsehc Kriegcr.
Van de solisten was alleen de tenor,
dc heer F. E. Pacsi zonder voorbehoud
tc prijzen, zoowel wat stern als wat
dictie betreft. Mej. Mies dc Petit zingt
op cen wijze, die mogelijk voor Italiaan»
sche opera's dienstig is maar voor ora»
loria ongeschikt; bovendien vocaliseert
zij zeer eigenaardig. En de heer Jan
vao Rijsseiberg, de bariton Petrus ont»
wikkelde cen geluid, zoo hard cn on»
buigzaam als de rots die petra heet.
Deze zanger heeft ongetwijfeld groote
t m»begaafdheid, maar mocht me', meer
distinctie zingen.
Het in 't programma gedrukte ver»
zoek om na het oratorium niet tc ap»
plaudisscercn deed na zulk ccn werk en
zulk een uitvoering lichtelijk komisch
aan; cr was hcusch geen wijding die
dreigde verstoord tc worden. Lr ging
nog wat goeds uit van dc vertolking
van dc eerste twee deelen der le Sym»
phonic, door het orkest „Caecilia" uit
Santpoort, onder zijn eigen dirigent,
den heer K. H. Kerklioff, ten gehoore
gebracht, en waarin werkelijk veel goeds
was. Zulk werk verdient sympathie en
aanmoediging. Dc eerste fluit speelt
vaak kranig, doch matige zich wat in
toonsterkte.
Tot slot werd een herhaling der Koor
fantasie gegeven, die ook verleden jaar
uitgevoerd werd. De heer Lürsen speel»
dc dc pianopartij, zooals men verwacb»
ten mocht, uitstekend, accuraat, duide»
lijk. met goed begrip en volledige tcch»
nischc beheersching; jammer was alleen
dat door de plaatsing van den vleugel
achter het dirigeergestoelte een deel
van 't geluid daardoor onderschept
werd. Dc orkestpartij daarentegen werd
onvoldoende weergegeven, onzuiver en
met onzekere inzetten. Daarvoor wordt
meer routine vcreischt, dan een liefheb»
persorkest bezit of meer gerepetccr dan
waartoe het in staat is. De vocale solo»
cn koorpartijen in dit opus zijn klein;
zij werden op voldoende wijze weerge»
geven.
De heer Jac. Zwaan heeft wel eens
bdtcr uitvoeringen gegeven dan dit
Bccthovcnsconccrt; wij hopen bij zijn
volgende directie weer op cen volwaar:
dige bezetting van alle onderdoden.
KAKEL DE JONG.
CONCERT „NOORDERKERK.
KOOR".
„Psalm 42" van Mendelssohn»
Bartholdv was geen gelukkige keuze.
Vooreerst omdat het een van begin
tot einde vervelend werk is cn in de
tweede plaats is het te moeilijk voor
het „Noorderkerkkoor". Alles ging
goed in „Paaschlied" van Bach en
„Tenebrae factac sunt" van Michel
Haydn; daar hadden de stemmen
steun aan elkaar en liep het contra:
punt niet al te zelfstandig, maar in de
fugatische dcclen van „Psalm 42" moes:
ten de diverse partijen op eigen krach»
ten drijven, waartoe de alten cn bas<
sen cn voornamelijk de tenoren niet
in staat bleken.
Dat er geen stagnatie kwam is zeker
lc danken aan het zorgvuldig instu:
dccrcn; ccn zeer prijzenswaardig
werk in ieder geval, het geeft cohter
nog geen klinkend geheel; hiervoor
moet het ledenaantal nog wat uitgc»
breid worden en het zingen meer .ge:
cultivccrd.
„AI!e begiu is moeilijk" is voor koor
cn c'irigent( den heer Piet Halscma)
ccn toepasselijk spreekwoord. Die
moeilijkheden kondicn nog niet alle
overwonnen worden, maar rekening
houdend met bet begin was er toch
veel tc waardecren. Het goedgeslaagde
„Tenebrae factac sunt" b.v. of het met
juiste stemming gezongen „Adoraiwus"
van Palestrina „stemming" bedoeld
als sfeer want de stemming bedoeld
als toonhoogte zakte aan het einde
ONZE LACHHOEK.
De tijd van de groote schoonmaak it
aangebroken en verstandige mannen
dragen dagelijks dc kleeren, welke zc
ook na de schoonmaak nog willen blij*
ven dragen.
Een student was voor zijn examen
gezakt.
Hij telegrafeerde aan ccn broer:
Hopeloos gezakt. Bereid vader voor.
De broer seinde terug: Vader ia
voorbereid. Bereid jezelf voor.
Een mensch is altijd het dankbaarst
voor en niet na den dienst, die
hem bewezen is.
en niet het minst dc durf tot zoo'n
gewichtige onderneming als een kerk»
concert is van den nog zeer jeugdi»
gen heer Piet Ha.scma. Da; dus het bc
gin wel eens al tc moeilijk bleek is een
gemis aan ervaring, die met den tijd
natuurlijk nog komen moet.
Mej. Dini van Daalen voldeed ten
zeerste in een Aria uit Jozua van
Handel cn in de soli van Psalm 42.
Haar legato zingen kan echter, voor»
namelijk in dc coloratuur»pas«ages nog
veel verbeterd worden.
Hoe de heer Joh. Lammen er toe
gekomen is no. 2 cn 3 uit Brahms'
Vier emstc Gcsangc tc kiezen is mij
niet duidelijk. Deze technisch en voor»
al wat betreft voordracht zoo zware
liederen kunnen alleen door zeer
groote kunstenaars goed vertolkt wor»
den. Ik bepaal mij er dan ook toe de»
ze keuze sterk tc betreuren. Ook de
heer G. Bcths heeft zijn krachten
overschat door de beroemde g»mo!l
fuga voor vioolsoio van Bach te spc»
len. Hoewel technisch reeds ver gc»
vorderd reikt zijn spel toch nog riet
tot die hoogte, om van uitbeelding
(hoe vaak hoort men deze „fuga"
goed?) niet tc spreken. Het „Prac-iu»
•óium en Allegro" van Pugnani=-Kreis»
Ier klonk tc zwak (Praelud-ium) en
rhythmisch niet geheel beheerscht Al*
legro). Minder moeilijke werken zou*
den zeker dc allerbeste indrukken
hebben achtergelaten.
Dc heer Halscma begeleidde be: lc
solisten naar behooren.
HENK DIEBEN.
„BLOEMENDAAL'S GEMENGD
KOOR".
(Protestantenbond Bloemendaal.)
Er was een sfeer in het zaaltje; zoo'n
stemming van afwachten cn gretig
aanvaarden, afwachten in rust en aan»
vaarden zonder critiek. Er gebeurden
ook geen buitengewone dingen, noch
in het goede, noch in het kwade en
geholpen door die goede stemming,
ging men na afioop kalm en tevreden
huiswaarts. Het trio Bach, Handel Mo*
zart ontbrak niet op het programma
en zeker bracht hun hartstochtïooze,
maar sterke muziek veel bij tot het
verkrijgen van die geestelijke rust, dat
evenwicht tusschen geven en ontvan*
gen.
„Bloemcudaals Gemengd Koor" telt
betrekkelijk weinig leden met natuur»
lijk weer meer vrouwelijk dan. maune»
lijk stemmcnaantal. De vierstemmige
klank wordt dan ook r.ict heelemaal
eerlijk verdeeld. Het schommelt nu en
dan maar zooals gezegd de geest van
critiek werd niet vaardig en ik wil het
corrigeeren van bepaalde noten liever
aan den leider, den heer Jan Booda,
overlaten. Om een stijgenden graad
van waardeering aan te geven war be»
treft het ten gehoore gebrachte noem
ik op: „Kerstlied" van Bern. Diamant
(het kcor zweefde hier eemgszins en
zong in eer. -e langzaam tempo). „Len*
tezang" van Rceskc, „Ave Verum",
van Mozart en „Blonde lok en mondje*
rood" van H. J. den Hertog. Dit laat*
stc op cen gedicht van Pol de Mont.
Het begin leek wel wat op goede tekst#
uitbeelding, dicli spoedig vervalt dc
componist in de traditioneele koorstijl
cn laat de woorden meer zeggen dan
de muziek. Het lied van Jos de Klerck
op denzelfden tekst is mij heel wat
liever om bet juiste aanvoelen en de
veel betere mclodiek.
Mevr. J. v. d. Meent-Waiter bezit
een voor Bach en Handel in aanleg
zeer goede stem. Het is wat strak van
toon allemaal, niet al te sterk, maar
wel gaaf genoeg om dc melodische
lijn vol te houden. Zoo voldeden een
aria uit de „Messias" van Handel cn
„Bibliche Lieder" van Dvorak beter
dan W. Andriessen's „Wiegelied" dat
pretentieloos doch „gevoeliger" ss.
Mej. Vermeulen's vioolspel behoeft
voortgezette leiding om een nadere
bespreking te rechtvaardigen.
Zooals gezegd: wat dc heer Booda
en de solisten gaven werd ontvangen
met cen-blij en rustig hart
HENK DIEBEN.
Else Berg, Colnot, Hyncke», Schumacher en Schwarz, vyf modernen,
scoren met circa 150 werken in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Links:
vrouw met strooien heed", van Schumacher, rechts: „Waschvrouwen a,
Tar no", van Berg.