OP EEN HISTORISCH MOMENT
HET BELGISCHE TRACTAAT VERWORPEN
Iceaner en spreker van de FranscHe taal
is, gewerd, bij het begin van zijn minis»
terieelc loopbaan, is bewaarheid. Hij
is als minister gebleken een man van
schitterende bekwaamheid te zijn op
diplomatiek gebied, hoewel hij geen
diplomatieke, loopbaan heeft gehad als
zijn voorganger, de heer Loudon. Het
is dan ook jammer dat dc uitspraak
der Eerste Kamer van tjians hem als
minister deed vallen.
Het ministerie komt er door in groote
ongelegenheid. Want een minister van
Buitenlandsche Zaken is niet zoo gc*
makkelijk te vinden. En zeker niet
iemand met „schitterende bekwaam»
heden". En zulk een man dient vooral
nu, nu NederLand in den Volkenbond
ook een rol heeft te vervullen, te staan
aan het hoofd van het ministerie van
Buitenlandsche Zaken.
KINDERHERSTELLINGS-
EN VACANTIE-KOLONIES
JAARVERSLAG OVER 1926.
De afdecling Haarlem en omstreken
van het Centraal Genootschap voor
Kinderherstellings* en Vacantickolonies
hield Woensdagavond haar jaarlijksche
algemecnc vergadering onder leiding
van Dr. L. C. Kersbergen.
De le secretaresse, i mevrouw Op *t
Lijnde Stolp bracht een uitvoerig jaar»
verslag uit. Wij ontlccncn daaraan het
volgende, dat doet zien dat de afdeeling
weer een uitgebreid werk heeft kunnen
doen. Het ledental bedraagt thans 333.
He^ aantal uitgezonden kinderen was
dit jaar zeer groot nl.>166 tegen 106 in
het voorafgaande iaar. Voor 11 kinde»
ren bcfaalden dc oujdcrs de gehccle
som, 106 kinderen kwamen voor reke*
ning der afdecling.
Voor de overige 40 kinderen be»
taalden de ouders een kleine som. Tc»
genwoordig is het streven: dc ouders
naar vermogen bij te laen dragen. Wan»
neer,ieder iets geeft, kan cr weer een
kind meer meegaan. Ook werd voor
enkele kinderen iets betaal^ door \er»
eenigingen als d T. B. C.»verecniigng,
het Onderling Ondersteuningsfonds
van Tramwegpersoneel en het Dr. Huct»
fonds. De geldmiddelen der afdeeling
stc'den haar in staat dit jaar zooveel
k aderen uit te zenden, omdat een co!»
lccte langs de huizen door B. en W.
werd toegestaan, die 2100.10 1/2 op*
bracht.
Deze collecte werd voor een jaar toe*
gestaan cm de afdecling schadeloos te
stellen voor ccn groot jaarlijks tekort'
dat zi' moet lijden omdat de collecte op
dc scholen voortaan verboden is.
Hulde wordt gebracht aan dc leden
van dc nieuw opgerichte Maatschappc»
lijke Commissie van de Broederschaps»
federatie afd. Haarlem die zich belasten
met dc collecte. Opgemerkt wordt dat
het geld meestal niet bij guldens is bij*
ecngcbracht, maar bii kwartjes en dub*
beitjes en ook bij vijf centen. Roerend
was vaak dc vrijgevigheid van den
arme. Dc 'gewichtstoeneming van de
litgezonden kinderen was 2.3 K.G. per
kind en per vcrpleegtijd, dat is dus
ruim 4.3 pond. Dank wordt gebracht
aan dc heeren Steenman en Goeting
en dc uitvoerenden voor hun uitvoe»
ringen ten bate van de- geldmiddelen
r afdeeling. De secretaresc besluit
haar verslag mei ccn opwekking aan de
len om nieuwe leden a3n te werven.
Zij mort dienaangaande opmerken:
..Giften zijn zeer aangenaam, coliec»
tcs zijn soms overstelpend maar het
zijn alle tijdelijke inkomsten. Zoo
staan wc in 1927 voor ecne verminde»
ring van inkomsten van 1100, want
wanneer dc gemeente nlns een extra sub»
sidie geeft -van 1000 (geringste bedrag
schoolcoüectcdan "missen wc toch de
rcstccrcndc 1100, die dc straatcollecte
ons meer opbracht.
Wie wil ons helpen 1000 er bij te
krijgen aan vaste inkomsten?
Leden, werft nieuwe leden aan!
We kunnen dan vast op dit geld re»
kenen cn we behoeven in 1927 geen ge»
ringer aantal kinderen uit te zenden als
in 1926. Wanneer ieder lid 2 leden
aanbrengt, dan zijn we er! Doet uw
best en probeer het eens!"
Nadat was medegedeeld dat het fi»
nanciccl verslag was goedgekeurd door
de commissie belast met het nazien van
dc rekening en verantwoording van dc
pcnningmeestcrcssc. was aan de orda
de verkiezing van drie leden van het
bestuur. Dc aftredende leden: mevrouw
Spoor, mej Westendorp en de heer
Hendriks werden herkozen. Besloten
werd weder een bedrag van 10 te gc«
ven voor dc kas van het Centraal Ge»
nootschap.
Benoemd werden in de commissie
1 >t het nazien van de rekening en ver*
rntwoording van de penningmeesteres*
f dc heeren'Habermehl, Beeremans en
Dr. Adrian.
Op voorstel van den heer Habermehl
werd een commissie benoemd die plan»
j n zal ontwerpen om te trachten meer
1 den aan tc winnen.
Op dc volgende vergadering zal hef
voorstel der commissie in behandeling
komen.
NËDERL. REISVEREENIGING.
Er is een commissie gevormd uit de
Nederlandsche Riisverccr.iging, die zich
ten doe' stelt dc idcccn waaruit deze
vcrecr.iging leeft in wijderen kring ten
plattclandc bekend te maken. In ..Rei»
>:cn en Trekken deelt de commissie
plannen mede voor een tweetal reizen
speciaal voor de Plattelanders. Beide
onder deskundige leiding.
De eerste een Pinkstcrrcisje van vier
dagen naar dc weelderige Ylaamsche
landouwen. Antwerpen. Gent cn Brug»
ge, met Belgische badplaatsen, terug
door Zeeland.
De tweede naar Parijs en Normandië
Xormandië bekend om hare vette wei»
den. paardenfokkerij (Anglo*Norman*
diseh paard). Getracht zal worden
eenige landbouwondernemingen en fok»
stations van beteekenis te bezien, ter»
wijl voor ontspanning verder een be»
zoek zal worden gebracht aan de Fran*
sche badplaatsen Dcauville en Trou»
vüle.
Daar momenteel een trek onzer land»
bouwers naar Frankrijk is om daar ccn
oissiuiuioo op jdooij "uopuia 0} uccjsaq
dat voor deze reis veel belangstelling
zal bestaan,
Met 3317 stemmen
MR. H. VAN DER VEGTE,
Minister van Water*t«j»t.
Deo Haag, Woensdag.
Ka veertien dagen pratens heeft de
Eerste Kamer dan eindelijk de slot»
phase van de behandeling van het Bel»
jjische Tractaat bereikt.
De heer De Vos van Steen wijk kwam
nog als laatste redenaar 26ste of
27ste, of welk nummer was 't ook
weer aan het woord eer dc minister
zijn rede aanving. Dc heer De Vos
van Steenwijk zei ..niets nieuws", het»
geen een geijkte term in deze dagen
is geworden, behalve dat hij het bc»
treurde dat zoo haastig in dc vervul»
ling van de vacante gczantschapspost
tc Brussel is voorzien. Daarop is Jhr.
Boeleert* van Blokland benoemd.
Waarom betreurde dc heer De Vos van
Steenwijk den haast? In verband >mct
de keuze van een nieuwen m.nister
van Buitenlandsche Zaken, als dc heer
Van Karnebeek straks, nadat het ver»
drag verworpen is, moet aftreden.
Dus beschouwt men den heer Bee»
laerts van Blolriand als een van de ge»
gadigdeo. Maar als hij de man was.
dien de rcgcering op het oog heeft,
zou hij dan te Brussel benoemd zijn?
Het lijkt niet waarschijnlijk. Het is aan
den anderen kant begrijpelijk dat <lc
heer Van Karncbeek nog een vertegen»
•woordiger te Brussel heeft willen aan»
wijzen omdat men daar dan straks
zegge© zal: „Dc nieuwe gezant is ten»
minste nog door hem aangewezen".
Dat moet een ietwat gunstig effect
hebben. Dc bezwaren van den heer De
Vos van Steenwijk werdén mij derhalve
niet duidelijk.
Andere candidaten voor het minister»
schip werden gisteren ook genoemd.
In de eerste plaats jhr. J. Loudcm. onze
gezant te Parijs, minister van Buiten»
landsche Zaken in het kabinet»Cort
va© der Linden, tjjdens dc oorlogv
jaren, en zéér persona grata bij de
Franschen. hefcgocn natuurlijk in dc
omstand-gfaeden een sterke aanbeveling
is. Verder de burgemeester van Deo
Haag. Mr. J A. N. Patiio, eertijds
•ecretaris-generaal van Buitenlandsche
Zaken, uitgesproken tegenstander van
dit verdrag. En ook Colijn.Ja, zelfs
Colijn, de Redder van den Gulden, die
dan ook Redder van Buitenlandsche
Zaken zou worden.
Maar dit zijn alleen nog maar gcruch»
ten. B*.nncnhof«jjc-ruchtcn weliswaar,
maar het kost moeite om je Colijn
voor te stcliea in een intermezzo»
kabinet.
Dit veelbesproken instituut schaarde
zich vandaag rondom den minister dien
't alleen voor zijn Tractaat laat opko»
men Het laat hem alleen vallen, maar
het onthoudt hem zijn sympathie niet.
In de ure der beproeving omringt het
hem als een zwijgende vriendenschaar,
waaraan hij ©iets heeft. Beurt de tegen»
woordighcid der ambtgenooten hem
op? Het is nauwelijks aan tc nemen,
maar zij kan in elk geval als een
demonstratie van hoffelijkheid gel»
den.
De minister van Buitenlandsche Za»
kon sprak van twaalf uur tot kwart
voor één. en van halftwcc tot halfzes.
In totaal dus een kleine vijfi uur.
Steeds was er een heel groepje amht»
genootcn nevens hem aan den minis»
tcrstafcl, cn gedurende het laatste uur
M. J. H. LAM BOO Y,
Minuter van Oorlog.
van zjjn rede zat de gansche regecring
er. au grand complet: jhr. dc Geer.
grijs, stug, onbewegelijk, mr. Donner,
erg jong, maar bleek en strak van
houding, de heer Lambooy, lichtelijk
geamuseerd cn met veel belangstelling
in de entourage, Ir. van der Vegtc,
massief en volkomen»onbewegclijk
deze laatste twee heeren gelden als
dc mannetjesputters van 't intermezzo»
kabinet de zwaargebaarde prof.
Slotcmaker dc Bruine, zich blijkbaar
nogal vervelend, dc heer Koningsber»
ger, tVpe van ccn minister uit don
liberalen tijd, gereserveerd cn een
beetje ironisch, mr. Waszink met zijn
grijzen krullebol en z'n groote bril.
telkens zijn ..standplaats" veranderend
cn herhaaldelijk met Kamerleden in ge»
sprek. tenslotte mr. J. B. Kan, ditmaal
zeer cxprcssieloos, leunend in een van
dc hooge venstcrnissen en een beeld
van dc voorbecldigste neutraliteit.
Minister van Karncbeek sprak zeer
rustig, zeer weloverwogen, en met op»
rechte overtuiging m zijn stem. die
noga! zwak is cn ietwat geaffecteerd.
Hij is een zorgvuldig spreker. Hij
maakt zijn zinnen niet tc lang an«
ders 'n fout van de meeste redenaars
in onze openbare besturen rondt
ze zuiver af en behecrscht zich steeds.
Hij Iaat zich nooit meeslcepen door een
weelde van adjectieven, wordt nim*
mcr bloemrijk van taal, en blijft
steeds vol ernst cn overtuiging van
zijn goed recht. In zijn stem klinkt
hetgeen de Kngclschman noemt '„the
ring of sincerity". Dat heeft altijd in»
vloed. Het doet ook invloed gelden
op den Senaat, in zeer sterken getale
opgekomen, die luistert vol aandacht
Slechts enkele malen klinkt een korte
interruptie uit dc groepjes leden, maar
't is slechts een toelichtend woord
.van iemand wiens betoog geciteerd
wordt.
Nieuwe argumenten heeft dc minis»
ter niet. Hoe zou het trouwens kun»
nen na deze langdurige behandeling,
na de twee instanties in de Tweede
Kamer. Hij zegt wel dat hij dc tegen»
standers van nog meer argumenten»
contra«Tractaat had kunnen voor»
zienccn wonderlijke opmerking. Hij
spreekt voor den vuist weg. leest niet
voor maar raadpleegt voortdurend
den stapel groot vcllcn*vol»aanteeke»
ningcn vóór hem, en citeert af en toe
uir dc stapels documenten rechts cn
links. Zijn gansche arsenaal van zijn
argumenten, zijn hcclcn berg door»
wrochtc kennis van dit Tractaat, waar»
aan hij acht jaar gewerkt heeft, brengt
hij tc berde. Hij ontkent liet bestaan
van de veronderstelde „geheime reser»
vc". hij citeert alle sprekers die hem
bestreden en gesteund hebben in dit
debat. Prof. dc Savornin Lohman. de
heer Briet cn prof. Anema deze
laatste een zijner warmste voorstan»
ders, die Dinsdag pas het woord ge»
voerd heeft en wiens rede - dus nog
versch in 't geheugen ligt spelen
een belangrijke rol in 's ministers
rede
Dc heer Van Karnebcck is klein van
stuk. frêle van lichaamsbouw, ietwat»
gebogen in de' schouders, zwak van
stem. eerlijk van overtuiging. Hij
pleit voor ccn verloren zaak, waaraan
hij vele jaren hard gewerkt heeft, te»
MR. J. B. KAN.
Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw.
genovcr een groote meerderheid. Dc
eerlijkheid van zijn streven is door
sommigen op ignohclc wijze miskend.
Hij heeft dus alle recht op sympathie,
het recht van den koenen strijder die
het tenslotte tegen de meerderheid
moet afleggen. En ©a zijn urenlange
zakelijke weerlegging van de tegen»
partij cifldigt hij in een peroratie, die
vol intensiteit is. zoo men haar al niet
gioedv'ol kan noemen. Een meesterstuk
van welhchccrschtc redenaarskunst.
Maar hij overtuigt niet. Ik kan mij
niet voorstellen dat door dit betoog
nog cenc tegenstander van mcening is
veranderd.
Het is zeer s hoon en indrukwek»
kend als de minister betoogt dat hij
hier- geen alleenstaande zaak. geen
apart ontwerp verdedigt, maar ccn
staatkunde. Dit is staatkunde, hij 5s
daarvan overtuigd
Maar tc veel. De minister betoogt dat
het zoo moeilijk is om Europcesch te
denken, dat onze koopliedenstand veel
voor ons land gedaan heeft in
ccn roemrijk verleden maar
wel eens niet ruim genoeg van blik -s
geweest, en dat wij wellicht daaraan
de moeilijkheden moeten wijten die
het verdrug van 1839 sinds 1919 heeft
opgeleverd. Hij voert aan dat wij Bel»
gië's nabuurstaat zijn cn zullen blijven,
cn met dien staat in vrede cn vriend»
schap moeten leven, in ons eigen c«
lang. Hij voorspelt wc! geen geweld,
geen oorlog, maar toch jaren van
moeilijkheden, als dit Tractaat verwor»
pen wordt. Hij voorspelt dat wij al dc»
zc concessies tenslotte toch zullen
moeten doeo. cn vraagt: „Waarom
niet nu?" Hij beweert dat wij. aJs dit
Tractaat verworpen wordt, bewijzen
zullen dat wij practisch gesproken toch
niet veel voor Bclgic wil en doen. Hij
zegt dat dc mogendheden niet ver»
wacht hebben d*t wij bij hen zouden
terugkomen met ccn kwestie die naar
zij meenden uit den weg was geruimd.
Hij verklaart ook dat hij geen Bel»
gische agent is en niet omgekocht....
dit laatste een m.i. overbodige verkla»
ring. Was het nog noodig dit tc zeg»
gen? Wij, die mede tot dc tegenstan»
ders van het Tractaat behooren, ken»
ncn geen tegenstanders die aan minis»
ter Van Karnebcck's eerlijkheid twijfc»
len. Als cr zijn die dat doen behoo»
ren zij tot een nietige minderheid die
geen aandacht waard >s. Ais dc mi»
nistcr daarvan notitie moest nemen
had hij beter kunnen volstaan met het
l'ranschc spreekwoord: „Lis chicns
ahoient, la caravane-passé". Zulke bc»
leedigingen zijn zelfs de eenvoudigste
ontkenning niet waard.
Maar het Kedcriandsche volk heeft
steeds willen weten waarom wij zóo
ver jn onze concessies moesten gaan
als de minister wilde, waarom wij een
An twe rpe-n «Mocrd ijk»kan aal moe sten
geven cn ons finanoicele offers ge»
troosten, waarom cr geen reciprociteit
was, waarom wij geen vollediger waar»
borgen konden krijgen tegenover een
natie, waarvan "wij vaak slechte erva»
ringen hebben opgedaan o.a. nog
in 1919. toen cr Lu Bclgic ccn anncxa»
tie»campagne tegen ons werd gevoerd,
cn nu weer in den laatstcn tijd, nu
voortdurende dreigementen op ons
worden losgelaten.
Jhr. Mr. D. J. DE GEER,
Minister van Financien.
Prof. Dr. J. R. SLOTEMAKER DE
BRUINE, Minister van Arbeid, Handel
CS Nijverheid.
Jhr. BEELAERTS VAN BLOKLAND,
de nieuwbenoemde Gezant van
Nederland België,
Op 3eze vragen heeft de minister nfm*
mcr een afdoend antwoord kunnen ge»
ven. Nu nog zegt hij maar steeds: „Gij,
mijn tegenstanders, denkt niet Euro»
peesch, gij voelt niet internationaal, uw
blik is niet ruim gonocg, gij hebt prac»
tisch weinig voor de Belgen over."
Wij antwoorden: „Wij hebben wèl
concessies aan België willen doen, maar
met mate. Gij, mijnheer Van Karnc»
beek, hebt bij uwe onderhandelingen
niet genoeg bereikt. Als diplomaat zijt
gij tekort geschoten. Uw Tractaat kreeg
voor ons zijn eerste scherpe veroordee»
ling toen het door de Belgische Kamer
en Senaat met algemccne stemmen
werd aangenomen. Met algemeene stem»
men! Er was dus niemand in België
die er zich tegen verklaarde omdat hij
méér wenschtc. Dat was, naar normalen
menschclijkcn maatstaf berekend, een
veroordeeling uit Hollandsch oogpunt.
Dat gaf ons ccn sterke waarschuwing.
En die werd zeer sterk bevestigd .toen
het Tractaat door onze Tweede Kamer
slechts met 5047 stemmen werd aan»
genomen
Die tegenstelling in cijfers sloot een
bevredigende oplossing reeds uit. Op
zulk een basis kan men geen interna»
tionale verdragen sluiten.
Minister van Karncbeek ;s ccn zeer
begaafd, bekwaam en eerlijk man, die
hard cn hardnekkig gestreden heeft
voor hetgeen hij dacht het Neder*
landsch belang te zijn, maar hij maakt
Marine eerste in het kabinet Mackaaij
en daarna in het kabinet»Kuijper. En
met Bcrgans.us was dat ook het geval.
En in het midden der vorige eeuw had
men ook wel eens een minister dje nu
in dit, dan in dat kabinet zitting nam.
Doch dat waren dan kabinetten van
korten duur.
Eenig echter in dc parlementaire ge*
schiedenis van het land 's- dat een mi»
nister van Buitenlandsche Zaken meer
dan zeven jaar minister achter elkaar
is. Dat was den heer Van Karnebcck
beschoren. Toen in 1918 dc stembus*
uitslag van dien aard was dat dc leden
van het kabinet»Cort van der Linden
aan de Koningin verzochten van het
ambt te worden ontheven, had een
langdurige ministercrisis plaats. Wel»
licht ook voor een goed deel zoolang,
omdat naar veler gevoelen dc meer No*
lens de aangewezen Aan was om als
kabinctsformeerdcr op te treden. Om
persoonlijke redenen kwam cr echter
niet. een kab:net»Nolcns doch ccn kabi»
net Kuijs de Beerenbrouck.
Op den 9cn September werden de na»
men,van dc ministers gepubliceerd. Het
bicck dat als opvolger van minister
Loudon een diplomaat van fijnen tact
en groote ervaring en kennis en hooge
eigenschappen van karakter, was aangc*
wezen de heer Van Karnebcck. Hel
was geen gemakkelijke taak. die dc
heer Van Karncbeek aanvaardde. Op*
volger van iemand als dc heer Loudon
tc zijn. beteckent wat. Tc meer daar
r HU dc oorlog nog niet geëindigd was. Ech*
ilêii indruk**dat hij'zich'liiind' «UtIar*d f» r dc »l«"» »i|e mdruk «as tlat dt bc
heeft op zijn eigen StaatkundJ
eigen beteekenis als Staatsman, op de
voortreffelijkheid van zijn eigen 'l'rac»
taat.
Hij mist bescheidenheid, om het zacht
uit tc drukken, en hij heeft geen eer*
bied genoeg voor dc inecning
des volks. Weliswaar drukt hij
dit gebrek aan eerbied uit in
zeer beschaafde cn omzichtige
termen „ik kan het volk deze dingen
niet in détails gaan uiteenzetten, zooals
ik zc aan Uw College uiteenzet"
maar het blijft er even duidelijk bij.
Dit is geen staatsnianswijsheid. De
gevoelens van dc groote meerderheid
des volks zijn nooit een gevolg van
„kunstmatige opzwccperij" of hoe de
oorstanders van het Tractaat liet ook
genoemd hebben. Er leeft in dc naties
een instinct, dat door alle tijden heen
door alle staatslieden is erkend.
Dit instinct voelt een tekort, een hiaat
In minister Van Karncoeck's betoogen
is steeds dit hiaat duidelijk gebleven.
Het was Woensdag duidelijker dan ooit
Hij heeft ons niet aangetoond waarom
hij bij zijn onderhandelingen riet meer
heeft - kunnen bereiken. Hij kan zich
blijkbaar niet voorstellen dat hij het bc*
ter had kunnen doen. Of dat een ander
het beter had kunnen doen. En hij is
een typische vertegenworodiger van
het oude diplomatieke régime, pratend
over nieuw internationalismeDat
gaat niet samen.
Hij eindigde zijn rede om halfzes, en
werd door verscheidene Kamerleden
gelukgewcnscht. Dc Kamer zag van re*
plieken af. Daarop deelde de voorzitter
roede dat dc eindstemming óver het
rdrag Donderdagochtend om half»
twaalf zou plaats hebben. Het icsultaat
niet twijfelachtig.
K. P.
Den Haag. Donderdagmorgen.
Onze hoofdredacteur seint vanmbrgen
in vervolg op dit artikel over dc zit»
ting van Woensdag:
ZoOevcn had dc eindstemming plaats.
Het Belgische Tractaat werd verworpen
met 33 tegen 17 stemmen.
HET HEENGAAN VAN
MINISTER VA"
KARNEBEEK.
Zoois dan gevallen de minister van
Buitenlandsche Zaken.
Gevallen na ccn schitterende verdc»
diging van zijn beleid ten opzichte van
het tractaat te sluiten met Bclgic. een
zaak waarvoor hij zich veel inspanning
had getroost, die hem vele confercn»
ties had doen hebben en vele corrcs»
pondenties doen voeren met zijn Bel»
gischen collega van Buitenlandsche Za»
ken. Gevallen, na ccn uitspraak van dc
Eerste Kamer, die het onder dc gege»
ven omstandigheden voor dezen minis*
ter ónmogelijk maakte na al wat door
hem in deze zaak is gedaan aan te blij»
ven. Dc uitspraak van dc Kamer bctee»
kende het heengaan van Jhr. Van Kar»
nebeck.
Dc minister, die wel een enfant
Chèri is geweest onder hen die een mi»
nisteric hadden tc vormen. Want zei»
den blijft ccn «minister zóó lang aan als
deze minister. In ons land is dat een
unicum. Weinig ook maar gez:cn, dat
een minister gevraagd wordt zitting te
nemen in Kabinetten van allerlei slag
In den regel geen continuiteit in het
staan aan het hoofd van een departe»
ent bij wisselende kabinetten. Wol
nam het ecne kabinet wel eens ccn per»
soon als minister die het ook in ccn
vroeger kabinet was geweest. Zoo was
langrijke portefeuille van Buitenland»
sche Zaken bij den heer Van Karnc»
beek in goede handen was en dat zij
veilig aan hem kon worden toever»
trouwd.
Sindsdien heeft dc heer Van Karne»
beek het vertrouwen gehad. Dc heer
an Karncbeek is minister geworden
in het eerste kabinet Rujjs op 9 Sep»
tcmber 1918. Hij bleef het in het tweede
kabinet Ruijs. Na vloot'wetcrisis
bleef hij aan. Hij had zitting in het
dorde kabinet Ruijs, zooals het wel eens
werd genoemd, nadat dit Kabinet op
verzoek der Koningin zich bereid had
verklaard aan tc blijven. In Augustus
1922. Bij het optreden van het ministc»
rie»Co!ijn bleef dc heer van Karnebcck
minister en toen het einde van dit Ka»
binct onverwachts was gekomen, e© na
lange crisis het kabinet De Geer op»
trad. bleek dat dc kabinetsformeerder
ook den heer Van Karnebeek had ge»
vraagd deel van dit ministerie uit te
maken.
Van Karnebeek alzoo minister van
Buitenlandsche Zaken in ondcrscheide»
nc Kabinetten, die achter elkaar cr
kwamen. Bewijs dat waarde gehecht
werd aan dc bekwaamheden van den
heer van Karnebeek. En -nu is het er
dan van gekomen dat de heer Van Kar*
nebeek is moeten aftreden.
De heer Van Karnebeek werd
21 Augustus 1874 te Den Haag
geboren. Hij is dc zoon van het
oud»lid der Tweede Kamer. Jhr. Mr.
A. P. C. van Karnebeek die verleden
jaar kwam tc overlijden, "te Den Haag
bezocht hij het gymnasium. Hij stu»
deerde daarna tc Utrecht waar hij cum
laudc promoveerde op een proefschrift
getiteld ,.De Costa* Rica Packet arbi*
trage"; tot doctor in de recllfóweten» cn
dc staatswetenschappen r.a zich met
buitengewone voorliefde tc hebben toe»
gelegd op dc studie van het internatio»
r.ale recht. Na zijn promotie versche»
ccn van hem nog verschillende verhan
delingen op het gebied van het volken»
recht. De heer Van Karncbeek vestigde
zich als advocaat in den Haag. Weldra
werd hij benoemd tot ambtenaar a3n
het parlement van Koloniën, waar hij
snelic promotic maakte cn in korte©
tijd opklom tot referendaris speciaal
belast met het behandelen van zaken op
internationaal recht betrekking hebben»
de.
Hij werd benoemd tot lid der com»
missie die verslag had uit tc brengen
bestemd om tc dienen als grondslag,
voor de instruction der gedelegeerden
ter tweede vredesconferentie op he» ge»
bied van het maritiem recht. Verder
was hij een der secretarissen der eerste
vredes conferentie cn van die voor het
Internationaal Privaatrecht van 1900. In
1904 werd hem het secretariaat van dc
vierde conferentie voor Internationaal
Privaatrecht opgedragen. In 1907 werd
dc heer Van Karncbeek benoemd tot
adjuncfcgcdclegccrde tor tweede vredes»
conferentie, waar zijn arbeid bijzondere
waardeering vond. Een jaar later volg»
de zijn benoeming tot directeur aan het
ministerie van Koloniën. Van 1911 tot
1918 was bij burgemeester van Den
Haag. Als Burgemeester van Den
Haag toonde hc heer Van Karncbeek
te zijn een krachtig, bekwaam en scherp»
zinnig bewindsman In 1918 werd hij
voor dc eerste maal benoemd tot mi»
nister van Buitenlandsche Zaken,
Ais minister verving hij ccn eerste
kracht op diplomatiek gebied», den heer
Loudon. Iiij trad op in een moeilijke
periode na den oorlog. Het was hem
cr ernst mede mede te werken aan het
zooveel mogelijk ;n het openbaar be»
handelen der publieke zaak In verschei»
denc moeilijke diplomatieke aangcle»
gen «gedurende die eerste na den oor»
logsche periode nam hij een zeer cor»
recto houding aan. Strenge zakelijk»
beid., sobere welsprekendheid, cn fijne
.diplomatieke tact. bleken zijn persoon
tc karakterisecren. Als ccn bedachtzaam
Bestuurder cn als ccn stille werker
deed hij zich kc©ncn.
Gemeld kan nog worden dat dc heer
Van Karncbeek in 1993 is benoemd tot
Kamerheer der Koningin i.b.d. cn dat
hij in 1921 president der tweede alge»
mcenc vergadering van den Volken»
bond was. Dat hem telkenmale een be
noeming a's minister van Buitenland*
sche Zaken ten deel viel toont wel aan
dat hij in die hoedanigheid werd ge*
waardeerd en <lat hij daartoe de noodige
capaciteiten bezit. Toe© dc heer Van
Karnebcck voor den eersten keer mi*
er werd, schreef de Temps van hem
het volgende:
.Van Karnebcck heeft altijd de beste
betrekkingen met de F ra© sche legatie
onderhouden en hij heeft te Parijs waar
hij kort voor het uitbreken van den
oorlog was een uitstekenden in-dnik
achtergelaten. Wij wachten onbevoor»
oordecld cp vol vertrouwen de resulta»
ten van zijn schitterende bekwaamheid
af."
Dit lofwaardig getuigenis dat den heer
viccadmiraal Kiuijs minister WJjm Karocbse^ die ïulk"uitaëgVud