OP EEN HISTORISCH MOMENT HET BELGISCHE TRACTAAT VERWORPEN Iceaner en spreker van de FranscHe taal is, gewerd, bij het begin van zijn minis» terieelc loopbaan, is bewaarheid. Hij is als minister gebleken een man van schitterende bekwaamheid te zijn op diplomatiek gebied, hoewel hij geen diplomatieke, loopbaan heeft gehad als zijn voorganger, de heer Loudon. Het is dan ook jammer dat dc uitspraak der Eerste Kamer van tjians hem als minister deed vallen. Het ministerie komt er door in groote ongelegenheid. Want een minister van Buitenlandsche Zaken is niet zoo gc* makkelijk te vinden. En zeker niet iemand met „schitterende bekwaam» heden". En zulk een man dient vooral nu, nu NederLand in den Volkenbond ook een rol heeft te vervullen, te staan aan het hoofd van het ministerie van Buitenlandsche Zaken. KINDERHERSTELLINGS- EN VACANTIE-KOLONIES JAARVERSLAG OVER 1926. De afdecling Haarlem en omstreken van het Centraal Genootschap voor Kinderherstellings* en Vacantickolonies hield Woensdagavond haar jaarlijksche algemecnc vergadering onder leiding van Dr. L. C. Kersbergen. De le secretaresse, i mevrouw Op *t Lijnde Stolp bracht een uitvoerig jaar» verslag uit. Wij ontlccncn daaraan het volgende, dat doet zien dat de afdeeling weer een uitgebreid werk heeft kunnen doen. Het ledental bedraagt thans 333. He^ aantal uitgezonden kinderen was dit jaar zeer groot nl.>166 tegen 106 in het voorafgaande iaar. Voor 11 kinde» ren bcfaalden dc oujdcrs de gehccle som, 106 kinderen kwamen voor reke* ning der afdecling. Voor de overige 40 kinderen be» taalden de ouders een kleine som. Tc» genwoordig is het streven: dc ouders naar vermogen bij te laen dragen. Wan» neer,ieder iets geeft, kan cr weer een kind meer meegaan. Ook werd voor enkele kinderen iets betaal^ door \er» eenigingen als d T. B. C.»verecniigng, het Onderling Ondersteuningsfonds van Tramwegpersoneel en het Dr. Huct» fonds. De geldmiddelen der afdeeling stc'den haar in staat dit jaar zooveel k aderen uit te zenden, omdat een co!» lccte langs de huizen door B. en W. werd toegestaan, die 2100.10 1/2 op* bracht. Deze collecte werd voor een jaar toe* gestaan cm de afdecling schadeloos te stellen voor ccn groot jaarlijks tekort' dat zi' moet lijden omdat de collecte op dc scholen voortaan verboden is. Hulde wordt gebracht aan dc leden van dc nieuw opgerichte Maatschappc» lijke Commissie van de Broederschaps» federatie afd. Haarlem die zich belasten met dc collecte. Opgemerkt wordt dat het geld meestal niet bij guldens is bij* ecngcbracht, maar bii kwartjes en dub* beitjes en ook bij vijf centen. Roerend was vaak dc vrijgevigheid van den arme. Dc 'gewichtstoeneming van de litgezonden kinderen was 2.3 K.G. per kind en per vcrpleegtijd, dat is dus ruim 4.3 pond. Dank wordt gebracht aan dc heeren Steenman en Goeting en dc uitvoerenden voor hun uitvoe» ringen ten bate van de- geldmiddelen r afdeeling. De secretaresc besluit haar verslag mei ccn opwekking aan de len om nieuwe leden a3n te werven. Zij mort dienaangaande opmerken: ..Giften zijn zeer aangenaam, coliec» tcs zijn soms overstelpend maar het zijn alle tijdelijke inkomsten. Zoo staan wc in 1927 voor ecne verminde» ring van inkomsten van 1100, want wanneer dc gemeente nlns een extra sub» sidie geeft -van 1000 (geringste bedrag schoolcoüectcdan "missen wc toch de rcstccrcndc 1100, die dc straatcollecte ons meer opbracht. Wie wil ons helpen 1000 er bij te krijgen aan vaste inkomsten? Leden, werft nieuwe leden aan! We kunnen dan vast op dit geld re» kenen cn we behoeven in 1927 geen ge» ringer aantal kinderen uit te zenden als in 1926. Wanneer ieder lid 2 leden aanbrengt, dan zijn we er! Doet uw best en probeer het eens!" Nadat was medegedeeld dat het fi» nanciccl verslag was goedgekeurd door de commissie belast met het nazien van dc rekening en verantwoording van dc pcnningmeestcrcssc. was aan de orda de verkiezing van drie leden van het bestuur. Dc aftredende leden: mevrouw Spoor, mej Westendorp en de heer Hendriks werden herkozen. Besloten werd weder een bedrag van 10 te gc« ven voor dc kas van het Centraal Ge» nootschap. Benoemd werden in de commissie 1 >t het nazien van de rekening en ver* rntwoording van de penningmeesteres* f dc heeren'Habermehl, Beeremans en Dr. Adrian. Op voorstel van den heer Habermehl werd een commissie benoemd die plan» j n zal ontwerpen om te trachten meer 1 den aan tc winnen. Op dc volgende vergadering zal hef voorstel der commissie in behandeling komen. NËDERL. REISVEREENIGING. Er is een commissie gevormd uit de Nederlandsche Riisverccr.iging, die zich ten doe' stelt dc idcccn waaruit deze vcrecr.iging leeft in wijderen kring ten plattclandc bekend te maken. In ..Rei» >:cn en Trekken deelt de commissie plannen mede voor een tweetal reizen speciaal voor de Plattelanders. Beide onder deskundige leiding. De eerste een Pinkstcrrcisje van vier dagen naar dc weelderige Ylaamsche landouwen. Antwerpen. Gent cn Brug» ge, met Belgische badplaatsen, terug door Zeeland. De tweede naar Parijs en Normandië Xormandië bekend om hare vette wei» den. paardenfokkerij (Anglo*Norman* diseh paard). Getracht zal worden eenige landbouwondernemingen en fok» stations van beteekenis te bezien, ter» wijl voor ontspanning verder een be» zoek zal worden gebracht aan de Fran* sche badplaatsen Dcauville en Trou» vüle. Daar momenteel een trek onzer land» bouwers naar Frankrijk is om daar ccn oissiuiuioo op jdooij "uopuia 0} uccjsaq dat voor deze reis veel belangstelling zal bestaan, Met 3317 stemmen MR. H. VAN DER VEGTE, Minister van Water*t«j»t. Deo Haag, Woensdag. Ka veertien dagen pratens heeft de Eerste Kamer dan eindelijk de slot» phase van de behandeling van het Bel» jjische Tractaat bereikt. De heer De Vos van Steen wijk kwam nog als laatste redenaar 26ste of 27ste, of welk nummer was 't ook weer aan het woord eer dc minister zijn rede aanving. Dc heer De Vos van Steenwijk zei ..niets nieuws", het» geen een geijkte term in deze dagen is geworden, behalve dat hij het bc» treurde dat zoo haastig in dc vervul» ling van de vacante gczantschapspost tc Brussel is voorzien. Daarop is Jhr. Boeleert* van Blokland benoemd. Waarom betreurde dc heer De Vos van Steenwijk den haast? In verband >mct de keuze van een nieuwen m.nister van Buitenlandsche Zaken, als dc heer Van Karnebeek straks, nadat het ver» drag verworpen is, moet aftreden. Dus beschouwt men den heer Bee» laerts van Blolriand als een van de ge» gadigdeo. Maar als hij de man was. dien de rcgcering op het oog heeft, zou hij dan te Brussel benoemd zijn? Het lijkt niet waarschijnlijk. Het is aan den anderen kant begrijpelijk dat <lc heer Van Karncbeek nog een vertegen» •woordiger te Brussel heeft willen aan» wijzen omdat men daar dan straks zegge© zal: „Dc nieuwe gezant is ten» minste nog door hem aangewezen". Dat moet een ietwat gunstig effect hebben. Dc bezwaren van den heer De Vos van Steenwijk werdén mij derhalve niet duidelijk. Andere candidaten voor het minister» schip werden gisteren ook genoemd. In de eerste plaats jhr. J. Loudcm. onze gezant te Parijs, minister van Buiten» landsche Zaken in het kabinet»Cort va© der Linden, tjjdens dc oorlogv jaren, en zéér persona grata bij de Franschen. hefcgocn natuurlijk in dc omstand-gfaeden een sterke aanbeveling is. Verder de burgemeester van Deo Haag. Mr. J A. N. Patiio, eertijds •ecretaris-generaal van Buitenlandsche Zaken, uitgesproken tegenstander van dit verdrag. En ook Colijn.Ja, zelfs Colijn, de Redder van den Gulden, die dan ook Redder van Buitenlandsche Zaken zou worden. Maar dit zijn alleen nog maar gcruch» ten. B*.nncnhof«jjc-ruchtcn weliswaar, maar het kost moeite om je Colijn voor te stcliea in een intermezzo» kabinet. Dit veelbesproken instituut schaarde zich vandaag rondom den minister dien 't alleen voor zijn Tractaat laat opko» men Het laat hem alleen vallen, maar het onthoudt hem zijn sympathie niet. In de ure der beproeving omringt het hem als een zwijgende vriendenschaar, waaraan hij ©iets heeft. Beurt de tegen» woordighcid der ambtgenooten hem op? Het is nauwelijks aan tc nemen, maar zij kan in elk geval als een demonstratie van hoffelijkheid gel» den. De minister van Buitenlandsche Za» kon sprak van twaalf uur tot kwart voor één. en van halftwcc tot halfzes. In totaal dus een kleine vijfi uur. Steeds was er een heel groepje amht» genootcn nevens hem aan den minis» tcrstafcl, cn gedurende het laatste uur M. J. H. LAM BOO Y, Minuter van Oorlog. van zjjn rede zat de gansche regecring er. au grand complet: jhr. dc Geer. grijs, stug, onbewegelijk, mr. Donner, erg jong, maar bleek en strak van houding, de heer Lambooy, lichtelijk geamuseerd cn met veel belangstelling in de entourage, Ir. van der Vegtc, massief en volkomen»onbewegclijk deze laatste twee heeren gelden als dc mannetjesputters van 't intermezzo» kabinet de zwaargebaarde prof. Slotcmaker dc Bruine, zich blijkbaar nogal vervelend, dc heer Koningsber» ger, tVpe van ccn minister uit don liberalen tijd, gereserveerd cn een beetje ironisch, mr. Waszink met zijn grijzen krullebol en z'n groote bril. telkens zijn ..standplaats" veranderend cn herhaaldelijk met Kamerleden in ge» sprek. tenslotte mr. J. B. Kan, ditmaal zeer cxprcssieloos, leunend in een van dc hooge venstcrnissen en een beeld van dc voorbecldigste neutraliteit. Minister van Karncbeek sprak zeer rustig, zeer weloverwogen, en met op» rechte overtuiging m zijn stem. die noga! zwak is cn ietwat geaffecteerd. Hij is een zorgvuldig spreker. Hij maakt zijn zinnen niet tc lang an« ders 'n fout van de meeste redenaars in onze openbare besturen rondt ze zuiver af en behecrscht zich steeds. Hij Iaat zich nooit meeslcepen door een weelde van adjectieven, wordt nim* mcr bloemrijk van taal, en blijft steeds vol ernst cn overtuiging van zijn goed recht. In zijn stem klinkt hetgeen de Kngclschman noemt '„the ring of sincerity". Dat heeft altijd in» vloed. Het doet ook invloed gelden op den Senaat, in zeer sterken getale opgekomen, die luistert vol aandacht Slechts enkele malen klinkt een korte interruptie uit dc groepjes leden, maar 't is slechts een toelichtend woord .van iemand wiens betoog geciteerd wordt. Nieuwe argumenten heeft dc minis» ter niet. Hoe zou het trouwens kun» nen na deze langdurige behandeling, na de twee instanties in de Tweede Kamer. Hij zegt wel dat hij dc tegen» standers van nog meer argumenten» contra«Tractaat had kunnen voor» zienccn wonderlijke opmerking. Hij spreekt voor den vuist weg. leest niet voor maar raadpleegt voortdurend den stapel groot vcllcn*vol»aanteeke» ningcn vóór hem, en citeert af en toe uir dc stapels documenten rechts cn links. Zijn gansche arsenaal van zijn argumenten, zijn hcclcn berg door» wrochtc kennis van dit Tractaat, waar» aan hij acht jaar gewerkt heeft, brengt hij tc berde. Hij ontkent liet bestaan van de veronderstelde „geheime reser» vc". hij citeert alle sprekers die hem bestreden en gesteund hebben in dit debat. Prof. dc Savornin Lohman. de heer Briet cn prof. Anema deze laatste een zijner warmste voorstan» ders, die Dinsdag pas het woord ge» voerd heeft en wiens rede - dus nog versch in 't geheugen ligt spelen een belangrijke rol in 's ministers rede Dc heer Van Karnebcck is klein van stuk. frêle van lichaamsbouw, ietwat» gebogen in de' schouders, zwak van stem. eerlijk van overtuiging. Hij pleit voor ccn verloren zaak, waaraan hij vele jaren hard gewerkt heeft, te» MR. J. B. KAN. Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. genovcr een groote meerderheid. Dc eerlijkheid van zijn streven is door sommigen op ignohclc wijze miskend. Hij heeft dus alle recht op sympathie, het recht van den koenen strijder die het tenslotte tegen de meerderheid moet afleggen. En ©a zijn urenlange zakelijke weerlegging van de tegen» partij cifldigt hij in een peroratie, die vol intensiteit is. zoo men haar al niet gioedv'ol kan noemen. Een meesterstuk van welhchccrschtc redenaarskunst. Maar hij overtuigt niet. Ik kan mij niet voorstellen dat door dit betoog nog cenc tegenstander van mcening is veranderd. Het is zeer s hoon en indrukwek» kend als de minister betoogt dat hij hier- geen alleenstaande zaak. geen apart ontwerp verdedigt, maar ccn staatkunde. Dit is staatkunde, hij 5s daarvan overtuigd Maar tc veel. De minister betoogt dat het zoo moeilijk is om Europcesch te denken, dat onze koopliedenstand veel voor ons land gedaan heeft in ccn roemrijk verleden maar wel eens niet ruim genoeg van blik -s geweest, en dat wij wellicht daaraan de moeilijkheden moeten wijten die het verdrug van 1839 sinds 1919 heeft opgeleverd. Hij voert aan dat wij Bel» gië's nabuurstaat zijn cn zullen blijven, cn met dien staat in vrede cn vriend» schap moeten leven, in ons eigen c« lang. Hij voorspelt wc! geen geweld, geen oorlog, maar toch jaren van moeilijkheden, als dit Tractaat verwor» pen wordt. Hij voorspelt dat wij al dc» zc concessies tenslotte toch zullen moeten doeo. cn vraagt: „Waarom niet nu?" Hij beweert dat wij. aJs dit Tractaat verworpen wordt, bewijzen zullen dat wij practisch gesproken toch niet veel voor Bclgic wil en doen. Hij zegt dat dc mogendheden niet ver» wacht hebben d*t wij bij hen zouden terugkomen met ccn kwestie die naar zij meenden uit den weg was geruimd. Hij verklaart ook dat hij geen Bel» gische agent is en niet omgekocht.... dit laatste een m.i. overbodige verkla» ring. Was het nog noodig dit tc zeg» gen? Wij, die mede tot dc tegenstan» ders van het Tractaat behooren, ken» ncn geen tegenstanders die aan minis» ter Van Karnebcck's eerlijkheid twijfc» len. Als cr zijn die dat doen behoo» ren zij tot een nietige minderheid die geen aandacht waard >s. Ais dc mi» nistcr daarvan notitie moest nemen had hij beter kunnen volstaan met het l'ranschc spreekwoord: „Lis chicns ahoient, la caravane-passé". Zulke bc» leedigingen zijn zelfs de eenvoudigste ontkenning niet waard. Maar het Kedcriandsche volk heeft steeds willen weten waarom wij zóo ver jn onze concessies moesten gaan als de minister wilde, waarom wij een An twe rpe-n «Mocrd ijk»kan aal moe sten geven cn ons finanoicele offers ge» troosten, waarom cr geen reciprociteit was, waarom wij geen vollediger waar» borgen konden krijgen tegenover een natie, waarvan "wij vaak slechte erva» ringen hebben opgedaan o.a. nog in 1919. toen cr Lu Bclgic ccn anncxa» tie»campagne tegen ons werd gevoerd, cn nu weer in den laatstcn tijd, nu voortdurende dreigementen op ons worden losgelaten. Jhr. Mr. D. J. DE GEER, Minister van Financien. Prof. Dr. J. R. SLOTEMAKER DE BRUINE, Minister van Arbeid, Handel CS Nijverheid. Jhr. BEELAERTS VAN BLOKLAND, de nieuwbenoemde Gezant van Nederland België, Op 3eze vragen heeft de minister nfm* mcr een afdoend antwoord kunnen ge» ven. Nu nog zegt hij maar steeds: „Gij, mijn tegenstanders, denkt niet Euro» peesch, gij voelt niet internationaal, uw blik is niet ruim gonocg, gij hebt prac» tisch weinig voor de Belgen over." Wij antwoorden: „Wij hebben wèl concessies aan België willen doen, maar met mate. Gij, mijnheer Van Karnc» beek, hebt bij uwe onderhandelingen niet genoeg bereikt. Als diplomaat zijt gij tekort geschoten. Uw Tractaat kreeg voor ons zijn eerste scherpe veroordee» ling toen het door de Belgische Kamer en Senaat met algemccne stemmen werd aangenomen. Met algemeene stem» men! Er was dus niemand in België die er zich tegen verklaarde omdat hij méér wenschtc. Dat was, naar normalen menschclijkcn maatstaf berekend, een veroordeeling uit Hollandsch oogpunt. Dat gaf ons ccn sterke waarschuwing. En die werd zeer sterk bevestigd .toen het Tractaat door onze Tweede Kamer slechts met 5047 stemmen werd aan» genomen Die tegenstelling in cijfers sloot een bevredigende oplossing reeds uit. Op zulk een basis kan men geen interna» tionale verdragen sluiten. Minister van Karncbeek ;s ccn zeer begaafd, bekwaam en eerlijk man, die hard cn hardnekkig gestreden heeft voor hetgeen hij dacht het Neder* landsch belang te zijn, maar hij maakt Marine eerste in het kabinet Mackaaij en daarna in het kabinet»Kuijper. En met Bcrgans.us was dat ook het geval. En in het midden der vorige eeuw had men ook wel eens een minister dje nu in dit, dan in dat kabinet zitting nam. Doch dat waren dan kabinetten van korten duur. Eenig echter in dc parlementaire ge* schiedenis van het land 's- dat een mi» nister van Buitenlandsche Zaken meer dan zeven jaar minister achter elkaar is. Dat was den heer Van Karnebcck beschoren. Toen in 1918 dc stembus* uitslag van dien aard was dat dc leden van het kabinet»Cort van der Linden aan de Koningin verzochten van het ambt te worden ontheven, had een langdurige ministercrisis plaats. Wel» licht ook voor een goed deel zoolang, omdat naar veler gevoelen dc meer No* lens de aangewezen Aan was om als kabinctsformeerdcr op te treden. Om persoonlijke redenen kwam cr echter niet. een kab:net»Nolcns doch ccn kabi» net Kuijs de Beerenbrouck. Op den 9cn September werden de na» men,van dc ministers gepubliceerd. Het bicck dat als opvolger van minister Loudon een diplomaat van fijnen tact en groote ervaring en kennis en hooge eigenschappen van karakter, was aangc* wezen de heer Van Karnebcck. Hel was geen gemakkelijke taak. die dc heer Van Karncbeek aanvaardde. Op* volger van iemand als dc heer Loudon tc zijn. beteckent wat. Tc meer daar r HU dc oorlog nog niet geëindigd was. Ech* ilêii indruk**dat hij'zich'liiind' «UtIar*d f» r dc »l«"» »i|e mdruk «as tlat dt bc heeft op zijn eigen StaatkundJ eigen beteekenis als Staatsman, op de voortreffelijkheid van zijn eigen 'l'rac» taat. Hij mist bescheidenheid, om het zacht uit tc drukken, en hij heeft geen eer* bied genoeg voor dc inecning des volks. Weliswaar drukt hij dit gebrek aan eerbied uit in zeer beschaafde cn omzichtige termen „ik kan het volk deze dingen niet in détails gaan uiteenzetten, zooals ik zc aan Uw College uiteenzet" maar het blijft er even duidelijk bij. Dit is geen staatsnianswijsheid. De gevoelens van dc groote meerderheid des volks zijn nooit een gevolg van „kunstmatige opzwccperij" of hoe de oorstanders van het Tractaat liet ook genoemd hebben. Er leeft in dc naties een instinct, dat door alle tijden heen door alle staatslieden is erkend. Dit instinct voelt een tekort, een hiaat In minister Van Karncoeck's betoogen is steeds dit hiaat duidelijk gebleven. Het was Woensdag duidelijker dan ooit Hij heeft ons niet aangetoond waarom hij bij zijn onderhandelingen riet meer heeft - kunnen bereiken. Hij kan zich blijkbaar niet voorstellen dat hij het bc* ter had kunnen doen. Of dat een ander het beter had kunnen doen. En hij is een typische vertegenworodiger van het oude diplomatieke régime, pratend over nieuw internationalismeDat gaat niet samen. Hij eindigde zijn rede om halfzes, en werd door verscheidene Kamerleden gelukgewcnscht. Dc Kamer zag van re* plieken af. Daarop deelde de voorzitter roede dat dc eindstemming óver het rdrag Donderdagochtend om half» twaalf zou plaats hebben. Het icsultaat niet twijfelachtig. K. P. Den Haag. Donderdagmorgen. Onze hoofdredacteur seint vanmbrgen in vervolg op dit artikel over dc zit» ting van Woensdag: ZoOevcn had dc eindstemming plaats. Het Belgische Tractaat werd verworpen met 33 tegen 17 stemmen. HET HEENGAAN VAN MINISTER VA" KARNEBEEK. Zoois dan gevallen de minister van Buitenlandsche Zaken. Gevallen na ccn schitterende verdc» diging van zijn beleid ten opzichte van het tractaat te sluiten met Bclgic. een zaak waarvoor hij zich veel inspanning had getroost, die hem vele confercn» ties had doen hebben en vele corrcs» pondenties doen voeren met zijn Bel» gischen collega van Buitenlandsche Za» ken. Gevallen, na ccn uitspraak van dc Eerste Kamer, die het onder dc gege» ven omstandigheden voor dezen minis* ter ónmogelijk maakte na al wat door hem in deze zaak is gedaan aan te blij» ven. Dc uitspraak van dc Kamer bctee» kende het heengaan van Jhr. Van Kar» nebeck. Dc minister, die wel een enfant Chèri is geweest onder hen die een mi» nisteric hadden tc vormen. Want zei» den blijft ccn «minister zóó lang aan als deze minister. In ons land is dat een unicum. Weinig ook maar gez:cn, dat een minister gevraagd wordt zitting te nemen in Kabinetten van allerlei slag In den regel geen continuiteit in het staan aan het hoofd van een departe» ent bij wisselende kabinetten. Wol nam het ecne kabinet wel eens ccn per» soon als minister die het ook in ccn vroeger kabinet was geweest. Zoo was langrijke portefeuille van Buitenland» sche Zaken bij den heer Van Karnc» beek in goede handen was en dat zij veilig aan hem kon worden toever» trouwd. Sindsdien heeft dc heer Van Karne» beek het vertrouwen gehad. Dc heer an Karncbeek is minister geworden in het eerste kabinet Rujjs op 9 Sep» tcmber 1918. Hij bleef het in het tweede kabinet Ruijs. Na vloot'wetcrisis bleef hij aan. Hij had zitting in het dorde kabinet Ruijs, zooals het wel eens werd genoemd, nadat dit Kabinet op verzoek der Koningin zich bereid had verklaard aan tc blijven. In Augustus 1922. Bij het optreden van het ministc» rie»Co!ijn bleef dc heer van Karnebcck minister en toen het einde van dit Ka» binct onverwachts was gekomen, e© na lange crisis het kabinet De Geer op» trad. bleek dat dc kabinetsformeerder ook den heer Van Karnebeek had ge» vraagd deel van dit ministerie uit te maken. Van Karnebeek alzoo minister van Buitenlandsche Zaken in ondcrscheide» nc Kabinetten, die achter elkaar cr kwamen. Bewijs dat waarde gehecht werd aan dc bekwaamheden van den heer van Karnebeek. En -nu is het er dan van gekomen dat de heer Van Kar* nebeek is moeten aftreden. De heer Van Karnebeek werd 21 Augustus 1874 te Den Haag geboren. Hij is dc zoon van het oud»lid der Tweede Kamer. Jhr. Mr. A. P. C. van Karnebeek die verleden jaar kwam tc overlijden, "te Den Haag bezocht hij het gymnasium. Hij stu» deerde daarna tc Utrecht waar hij cum laudc promoveerde op een proefschrift getiteld ,.De Costa* Rica Packet arbi* trage"; tot doctor in de recllfóweten» cn dc staatswetenschappen r.a zich met buitengewone voorliefde tc hebben toe» gelegd op dc studie van het internatio» r.ale recht. Na zijn promotie versche» ccn van hem nog verschillende verhan delingen op het gebied van het volken» recht. De heer Van Karncbeek vestigde zich als advocaat in den Haag. Weldra werd hij benoemd tot ambtenaar a3n het parlement van Koloniën, waar hij snelic promotic maakte cn in korte© tijd opklom tot referendaris speciaal belast met het behandelen van zaken op internationaal recht betrekking hebben» de. Hij werd benoemd tot lid der com» missie die verslag had uit tc brengen bestemd om tc dienen als grondslag, voor de instruction der gedelegeerden ter tweede vredesconferentie op he» ge» bied van het maritiem recht. Verder was hij een der secretarissen der eerste vredes conferentie cn van die voor het Internationaal Privaatrecht van 1900. In 1904 werd hem het secretariaat van dc vierde conferentie voor Internationaal Privaatrecht opgedragen. In 1907 werd dc heer Van Karncbeek benoemd tot adjuncfcgcdclegccrde tor tweede vredes» conferentie, waar zijn arbeid bijzondere waardeering vond. Een jaar later volg» de zijn benoeming tot directeur aan het ministerie van Koloniën. Van 1911 tot 1918 was bij burgemeester van Den Haag. Als Burgemeester van Den Haag toonde hc heer Van Karncbeek te zijn een krachtig, bekwaam en scherp» zinnig bewindsman In 1918 werd hij voor dc eerste maal benoemd tot mi» nister van Buitenlandsche Zaken, Ais minister verving hij ccn eerste kracht op diplomatiek gebied», den heer Loudon. Iiij trad op in een moeilijke periode na den oorlog. Het was hem cr ernst mede mede te werken aan het zooveel mogelijk ;n het openbaar be» handelen der publieke zaak In verschei» denc moeilijke diplomatieke aangcle» gen «gedurende die eerste na den oor» logsche periode nam hij een zeer cor» recto houding aan. Strenge zakelijk» beid., sobere welsprekendheid, cn fijne .diplomatieke tact. bleken zijn persoon tc karakterisecren. Als ccn bedachtzaam Bestuurder cn als ccn stille werker deed hij zich kc©ncn. Gemeld kan nog worden dat dc heer Van Karncbeek in 1993 is benoemd tot Kamerheer der Koningin i.b.d. cn dat hij in 1921 president der tweede alge» mcenc vergadering van den Volken» bond was. Dat hem telkenmale een be noeming a's minister van Buitenland* sche Zaken ten deel viel toont wel aan dat hij in die hoedanigheid werd ge* waardeerd en <lat hij daartoe de noodige capaciteiten bezit. Toe© dc heer Van Karnebcck voor den eersten keer mi* er werd, schreef de Temps van hem het volgende: .Van Karnebcck heeft altijd de beste betrekkingen met de F ra© sche legatie onderhouden en hij heeft te Parijs waar hij kort voor het uitbreken van den oorlog was een uitstekenden in-dnik achtergelaten. Wij wachten onbevoor» oordecld cp vol vertrouwen de resulta» ten van zijn schitterende bekwaamheid af." Dit lofwaardig getuigenis dat den heer viccadmiraal Kiuijs minister WJjm Karocbse^ die ïulk"uitaëgVud

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 5