HAARLEM'S DAGBLAD
DE WEDSTRIJD VAN CREMER.
UIT ZUID-SLAVIë.
ZATERDAG 26 MAART 1927
DERDE BLAD.
Vrije Werkkring en Varia.
HET TOONEEL.
NJU.
Ook bij deze tweede opvoering van
Nju viel het mij op. hoe weinigen
slechts dit stuk van Ossigs Dynow be»
grepen, l.n dan 1c denken, dat het een
nauwelijks twintig jarige was. die dc/e
„dagelijkschc geschiedenis" zooais
hij Nju noemde geschreven heeft.
Na mijn uitvoerige kritiek, die ik in»
dertijd over dit Russische stuk schreef
en mijn inleiding voor deze tweede
voorstelling in ons blad vanWoensdag,
waarin ik de kern v n Niu meen te
hebben gegeven, kan ik thans kort zijn
Alleen slechts dit! Ik hoorde iemand
na de voor: telling de opmerking maken,
dat! dit stuk met zijn tien tafercclcn
geen toonccl was. (.leen tooncel? „In
anderhalf woord staat een tranche de
vie overeind, waarover men in een
roman een hoofdstuk vol zou kunnen
schrijven en er ontbreekt niets aan",
zoo las ik in een dramatische kroniek
van Top Nacff over Nju! Mn dit is
volkomen juist, Denken wij bijvoor*
beeld aan dat! korte tweede tafereel,
het gesprek tusschen Nju en haar man
na het bal. Hoe prachtig, ja geniaal, is
daar niet met enkele woorden heel de
verhouding tusschen Nju en den man
gctcckcnd. En hoe laat Dynow bijna
zonder een enkel woord van Nju ons
helder en klaar gevoelen, wat er op dat
oogenblik in haar omgaat! Iilke zin van
den man verwijdert! hem van haar en
brengt Nju nader tot den dichter, dien
zij dien avond heeft ontmoet. Welk een
drama ook in het korte tafereel, wan
neer de man Nju smeekt oin nog een
beetje liefde en hij al zijn zijn smart'
uitsnikt in dien venen wanhopigen uit*
roep: „Ik ben toch maar een mensch!".
Welk een schrijnend toonccltjc. dat
korte gesprek van het kind door de
telefoon, dat Dynow zoo meesterlijk
laat afbreken, wanneer het kind in zijn
onschuld verraadt, wie daar achter hem
staat, hen ..tranche de vie", pijnlijk en
fel. dat ons met geen woord te veel
het! leed geeft van het verscheurde ge.
Zin.
Wij waren blijde Nju nog eens te mo»
gen zien en thans onder zoo veel gun»
Btiger omstandigheden dan 3 jaar gele»
den, toen Verkade plotseling de rol van
den dichter wegens ziekte van Johan
d« Meester moest opnemen. En ook in
een omgeving, waarin dit tecre drama,
zoo vol van stemming, veel beter tot
zijn recht kwam. Want Nju vraagt een
intiem theater als de schouwburg aan
den Jansweg. Dit is in de voorstelling
van gisteren wel zeer duidelijk gcblc
ken. Hoe veel heter dan vroeger kwam
nu de opvoering tot haar rcch?. zelfs
ondanks het gebrek aan inzicht van een
klein doel van het publick dat zich
nu cm dan lichtelijk storend openbaar»
de. Het hinderlijkst was dit wel in die
door Else Mauhs zoo ontroerend ge*
speelde scène met! het portret, waarin
toch do bedoeling van den schrijver ook
•voor hen. tfic niet van alle begrip ver»
stoken waren, duidelijk moest worden
Nju's afscheid van haar illusie, van den
dichter, zooals zij hem in haar liefste
oogcnblikken had gedroomd. „Knappe
jongen, je bent zoo dom! Ik heb je
mijn ziel gegeven en je hebt haar niet
genomen. Waarom niet?" Else Mauhs
speelde liet zoo rag-lijn. dat Nju in al
haar broze teerheid klaar en ontroerend
voor ons stond. En nog waren er c"Le»
Jen. die den dichter op dat «ogenblik
niet verstonden. In dit tafereel had
Else Mauln ook de bezwaren van een
kecbindispositic. die haar in de vorige
toon celen nu oit dan blijkbaar hinderde
en waardoor zij zich niet zoo geven kon
aÜ anders wat vooral in het vijfde
tefcrccl uitkwam geheel overwon*
Jjen.
Van DaLsum speelde weer den man.
in sommige momenten prachtig bc»
hccrscht. in andere oogcnblikken in
zijn smart'uitingcn echter sterk expan»
sief. Dan hinderde soms even een te
vcci. Waarlijk ontroerend was hij in
zijn hulpeloos smecken om een weinig
geluk bij N'ju'a bed! t
De rol van den dichter is het m'nst
dankbaar en eigenlijk het moeilijkst;
omdat wij in dc/cn cgoïstischcn dichter
toch ook Nju's ideaal moeten herken*
nen. Den egoïst zagen wij wel. den
kunstenaar echter minder.
I'ollv Opdam gaf werkelijk de illusie
ran een kind. In het toonccltjc aan de
telefoon verraste zij door haar zuiveren,
kinderlijken toon. Dat was heel. heel
inooi! I'iuI Muf en Louise Kooiman wis»
ten in het sfottoonccl wc! stemming te
wekken. Alleen maakte de moeder den
indruk van een heel andere „standing
te zijn dan de vader.
Het vrij talrijk publiek, dat de voor»
stelling niet door applaus had onder»
hroken. bracht? aan het slot. toen aan
Else Mauhs een tak fraaie orchideeën
werd aangeboden, zijn hulde aan de
spelers. De directie van den schouwburg
aan den Jansweg verdient onzen dank.
J. B. SCHUIL.
Bestond er bij niemand ccnigc twij*
fel over de vcrecnigingen. welke de
eerste en de laatste plaats bij den wed»
strijd van Cremcr innamen, over de
„miJdenmoot" zullen de opinies zeker
meer verdeeld zijn geweest De jury
heeft gemeend den tweeden prijs aan
Vrije Werkkring te moeten toewijzen,
maar het valt moeilijk te ontkennen,
dat er in de opvoering van De Grond
door Varia van Vlaanderen als geheel
meer stemming zat. Het niet zeer ster*
ke spel van den heer Van der Heul in
de rol van Jobk Dost vooral in de
dramatische hoogtepunten zal wel
de voornaamste oorzaak zijn geweest,
dat Varia den tweeden prijs ondanks
het goede samenspel en de uitstekende
regie ontging.
De voorstelling van „Er zij Recht!"
en door de jury en door het publiek
meer gewaardeerd dan door mij. Het
spel van de dames vond ik de zwakke
:ijde van deze voorstelling in tegen»
telling met de opvoering van Freule»
ken, waarin de hccren juist het minst
sterke deel van het ensemble uitmaak
ten. Zelfs het spel van mevrouw Mölil»
mann-Schippcr in de ml van Mirzcl
Schmidt heb ik onmogelijk zoo kunnen
appreciccren als de jury. Deze Mirzcl
moet een courtisane zijn. in wier salons
graven en baronnen de vaste gasten
waren. Wanneer zij opkomt, moet zij
als het ware den geur van Groot*Bcr»
lijn op het toonccl met zich mede bren»
gen. Haar verschijning moet uiterlijk
een korte flonkering al is het dan
ook van vaisch licht zijn. Ik stelde
mij telkens voor hoe «en Lcopoldine
Konstantin of Maria Orska en bij
ons' een Carolina van Dommelen
zoo'n rol zou spelen. De Mirzcl. die wij
te zien kregen, was meer het vriendin»
netje van chauffeurs en onderofficieren
dan van den Bcrlijnschen adel en de
magistratuur. Dit was het grootc te
kort in de uitbeelding, waardoor z!i als
bijrol bijvoorbeeld stond beneden Hen.
riëtte in Freulekcn, een veel meer com
plete uitbeelding. een Stinc in De
Grond en zelfs beneden moeder R
cauaet in Het zevende Gebod, die een
Jordaansche was van haar voetzolen
tot haar haarwortels. Wanneer wij een-
maal de lagere trap van deze Mirzcl
hebben geaccepteerd, moeten wij toe-
geven dat mevrouw Möhlmann in die
opvatting iets zeer goeds gaf. Qua spel
was het ontegenzeggelijk technisch
heel knap, vol leven en temperament
en zij was zelfs uitmuntend en ontroc»
rend in het gedeelte, wanneer /ij aan
Of to vraagt: ..Weet jij. wat honger is?"
De andere twee dames waren voor
een wedstrijd beneden het middelma»
tigc en ook Mr. Sneller was zóó onvol»
doende, dat ik niet kon begrijpen, hoe
er nog iemand in zijn omgeving ccnig
ertrouwen in de welsprekendheid van
dezen advocaat kon hebben. Dat des»
ondanks aan „Vrije Werkkring" nog
de tweede prijs werd toegekend, is ze*
kcr te danken aan de hoogc waardcc»
ring voor Mirzcl door de jury en het
r het algemeen zeer goede in de
rol van Mr. Wehmer zelfs voortrcffe*
lijkc spel der hceren. „Er zij Recht!"
werd over het algemeen door tic man»
nen in goeden toon gespeeld. Mr. Bran»
denburg Sr. van den heer Möhlmann
een krachtige figuur en had uiter»
lijk ook volkomen het strenge, autocra»
tische, dat van dezen magistraat ver»
wacht mocht worden. En Mr. Otto
Brandenburg vond in den heer de Wil»
de een sterk speler, die vooral in tic
dramatische momenten tot zijn recht
kwam. Alleen zou men gcwenscht heb»
ben, dat hij in de uitingen van ncrvcu»
zen angst wat meer nuance had mogen
brengen. Ieder in de zaal zag onmid»
dcllijk. wat er in dezen jongen man om»
ging en men verwonderde er zich dan
ook over. dat de magistraten op het
toonccl zoo stekeblind waren.
Maar verreweg het beste spel van
dien avond gaf de heer Driest in de
rol van Mr. Wehmer te zien. Die
werkelijk vooral ook in zijn dictie
voortreffelijk en zijn prijs als beste
bijrol zal zeker niemand dezen uitstc»
kenden speler misgunnen.
Hoe wist hij van het lange verhaal
in II niet iets boeiends te maken en.
hoe 'iet Hij aldoor voelen, dat hij meer
theoloog dan rechter was.
Wettig deed het bij deze vereent»
ging aan ook de kleinste bijrollen
als de gevangenisbewaarder en de
agent van politie zoo goed bezet
te zien. Trouwens heel de opvocrin
van ..Er zij Recht!" was goed verzorgd,
hetgeen ook het zeer gunstige oordeel
der jury verklaart.
Toch vond ik als geheel de opvoc»
ring van de ..De Grond" artistiek op
hoogcr plan staan. Het is waar, dat de
opvoering van De Grond van Varia te*
Haarlem lang niet zoo goed was als
die ik indertijd «Is lid van de jury
te Utrecht van deze vcrceniging bij
woonde, wat voornamelijk kwam door
de veel zwakkere uitbeelding van
Jobk Dost. De heer van der Heul
stelde in deze rol te leur en bleef aan»
merkelijk beneden van Hemert van
Van Lenncp, die in de dramatische
hoogtepunten veel sterker spel te
zien gaf.
Het type van Jobk Drost was onge»
twijfeld goed getroffen en in de ge»
wone momenten voldeed de heer Van
der Heul dan ook zeer wel. Maar er
was in zijn spel niet voldoende nuance,
hij boeide wel in de krachtige momen»
ten, waardoor dit toch al langdradige
stuk velen hopeloos lang ging vallen.
En ook hinderde in die dramatische
sccncs zijn voortdurend naar boven
starende blik, zoodat bet soms den in»
druk maakte, alsof hij „in trance'
speelde.
Ware de rol van Jobk Dost sterker
gespeeld geworden, dan zou Varia ze»
kcr veel kans op een hoogeren prijs
hebben gehad, want de bezetting van
Martje, Douwe en Stic-ne liet weinig
of niets te wcnschcn over. Zij gaven
alle drie door hun knap beeldend spel
zeer juist de sfeer van dit bocrenstuk
weer. Dit trio zorgde voor stem»
min», vooral door het still
spel! Hoe leefde zij telkens met de
handeling mee. ook als zij niet actief
aan de actie hadden deel te ncrij
hoe uitstekend, vulden zij «met hun
spel elkander aan Men ziet dit zoo
weinig van dilettanten, dat het niet ge.
nocg geprezen kan worden en een
woord van lof hiervoor aan den regis,
sour, den heer Haus zeker op zijn
piaats is. Door deze drie ongeveer
ailcn even goed kregen wij een stuk
lever, op het toonccl te zien.
En zeer knap stond daar de dom;
nc-e van den heer Moerman tegenover.
Hij was volkomen de dorpspredikant.
Met overtuiging en kracht werd deze
predikant gespeeld! Voortreffelijk was
ook zijn goede dictie, waarbij men het
waardeerde, dat hij geen oogenblik in
den preektoon verviel. De heer HüJ
mann was /eer voldoende als Hinnc
Kool. uiterlijk den ontvanger van een
plattelandsgemeente goed weergevend.
Alleen in zijn uitingen van wanhoop
had men :n hem gaarne wat meer den
..acteur" gezien. Kaspcr Dok-ma
het zwakst en speelde te veel „met
schokken". Deze rol was indertijd bij
Van Lennep veel beter bezet
Haus* regie viel ook weer in deze
opvoering te loven. Hoeveel werk de
Vlaardingcrs van het stuk hebben ge*
maakt, bleek wel uit het medege*
brachtc decor met het aardige door»
kijkje en de schuur achter de schut»
ting.
Over de Utrcchtschc Spoorweg»
ambtenaren en Nut en Genoegen u't
Amsterdam in mijn slotartikel pvcr
dezen wedstrijd.
J. B. SCHUIL.
UITGAAN
Gem. Concertzaal.
Zondag komt het Groot»Toonccl een
opvoering geven van het bekende too»
ncclwcrk „Alleen op de wereld", naar
het bekende boek van Hector Maltot.
Dit stuk, dat in Haarlem in geen jaren
is opgevoerd, heeft thans in de groote
steden zulk een succes dat de directie
an het Groot»Toonecl ook in Haarlem
dit stuk zal opvoeren.
De hoofdrollen zijn in goede handen,
o.a. vervult de heer Joh. Langenaken de
rol van Vitaüs.
EEN ZWITSERSCHE
„LANDRU".
l'cgcn den moordenaar Kaufmann,
bekend als de „Züriohcr Landru", die
twee vrouwen vermoordde, na ze van
haar spaarpenningen beroofd te heb»
ben, is levenslange gevangenisstraf go»
cischt.
Het cene slachtoffer schoot hij in het
hoofd, terwijl zij hem omhelsde, het
andere terwijl hij met haar door een
eenzaam bosch liep. Terwijl de lijken
nog onbccravcn lagen. „vcrloofde"Kauf
mann zich met 43 andere vrouwen.
Kaufmann hoorde de door de recht*
bank tegen hem ingebrachte beschul*
digingen onbewogen aan en maakte
nog grapjes tegen zijn bewaker.
MGR. DR. W. H. NOLENS
Mgr. Dr. W. H. Nolens ^iert beden
zijn veertigjarig priesterschap en tevens
zijn dertigjarig Staatsmanschap.
JHR. VAN KAR NEBEEK
Naar het Corr Bur. meldt, heeft de
Koningin den minister van Buitenland*
sche Zaken. jbr. Van Karncbcek, Vrij.
dag in conferentie ontvangen.
Een sinistere grap van de natuur: In een dorp in Bulgarije werd een kalf geboren
met twee koppen, twee staarten, twee buiken en acht pooten. De arme moeder
stierf. Maar de vreemde spruit bleef in leven.
Het enorme Rohrbacb-vliegtuig, dat rijden, vliegen en varen kan, zien wij hier in
Berlijn's straten op weg naar het station. Het zal naar Kopenhagen worden vervoerd
voor de eerste vlucht KopenhagenLonden.
(Van onzen Wccnschcn correspondent)
Een griezelige, doch ware kattengeschiedenis! „Door
de katten zul je sterven!" „Pagekop" een eeuwenoud
gebruikEen zonderbare volksstam in de Macedonische
bergen.
Wccncn, Maart.
Een griezelige geschiedenis, die u
«enigszins zal doen denken aan de ijsc»
lijkc verhalen van een Edgar All en
Poe. Ik heb speciaal Poe's verhaal over
het geheim van de Zwarte Kat op liet
oog! Ook in deze geschiedenis speelt
de kat een der voornaamste rollen, of
liever gezegd; kattcn»in*hct»mccrvoud
zijn de hoofdfiguren. De geschiedenis is
bovendien écht gebeurd en het is dus
Twee Ncv.-Yerk.cbe jonscd.mc., deden mee «an een wed.trüd in hel handen,
loepen dv.r. door Broadway. De ge.ehiedeni. vermeld, niel hoe dere w„neuiniSe
excentriciteit «Hiep, en of de xcnow.rt. er bij te p„ behoefde te k,men
geen sprookje, dat ik u hier vertel.
Buigt u aandachtig over Haarlem's
Dagblad heen en bereid u op iets erg
griezeligs voor.
Leka Bodjomov was een man van ze»
ventig jaar, die dezer dagen dood voor
de deur van zijn huis in Basamisty, een
plaatsje in Zuid»Slavic, werd gevonden.
Zijn lichaam was met bloedige krabben
bedekt en de arts constateerde, dat de
man gestorven was tengevolge van
bloedverlies. De bloedige krabben wa»
ren afkomstig van kattennagels.
Bodjomov was steeds een zonderling
geweest. Dertig jaar geleden had hij
zijn vrouw, die een erkende schoonheid
was, weggejaagd, omdat hij haar van
ontrouw beschuldigde. Sindsdien leefde
hij alleen.
Zijn vrouw had indertijd een kat bc»
zeten, waar zij veel van hield. Bodjo»
mov was jalocrsch op deze kat en hij
beweerde steeds, dat zijn vrouw meer
van dit dier hield, dan van hem. Zijn
vrouw ontkende dat weliswaar, maar
de man kon de kat luchten noch zien.
Op zekeren dag ontstak hij in zulke
woede over het dier, dat hij de kat op
de gruwelijkste manier verminkte
ik bespaar u hier de details en het
dier doodde. De ontzette vrouw sprak
toen een vloek over 't hoofd van haar
echtgenoot uit en zei, dat katten eens
zijn dood zouden zijn!
Niet lang daarna verliet de vrouw
het huis.
Boljomov had nu alleen nog maar
zijn duiven ik vergat u te vertellen,
dat hij duiven bezat, die hij met groote
liefde en toewijding verzorgdéü Hij
waakte als een vader over hen. Wan»
neer straatjongens met steencn naar
zijn vogels wierpen, ranselde hij hen af
en hij kwam daardoor een naar maal in
aanraking met den rechter. Hij sprak
bijna nooit met de andere inwoners van
zijn dorp en hij leefde zeer teruggetrok»
ken. Een paar jaar geleden betrapte hij
een kat, die met een zijner duiden in
haar bek over een schutting sprong. Tc»
gen de oude vrouw, die hem steeds
wijn bracht, zei hij, dat hij katten bc»
schouwde als het zinnebeeld van val»
sche vrouwen. En hij begon een regel»
rechte jacht op deze dieren te maken,
verminkte hen steeds op wreedaardige
wijze en mishandelde hen zoo lang, tot
zij dood waren. Ontelbare katten vielen
onder zijn handen, men meent, dat hij
in vier jaar tijds ongeveer zeshonderd
katten heeft gedood. „Ik moet door je»
lui sterven." zoo zei hij, „welaan, eerst
zal ik zooveel mogelijk van jelui ras
verdelgen!"
Nu hebben de katten, alsof zij een
samenzwering met elkaar op touw had»
den gezet, wraak genomen en hun
wrccden vijand op vreeselijke manier
toegetakeld. Zij zijn werkelijk de ver»
oorzakers van zijn dood geweest.
De bewoners van het plaatsje zijn
diep onder den indruk en beschouwen
katten nu als een soort hoogerc wezens.
En nu iets vroolijkersü De moderne
vrouw, zonder onderscheid van jaren,
heeft zich het haar kort laten knippen.
Dit is echter in het geheel geen nieuwe
uitvinding en in een bepaalde streek in
't Zuiden van Macedonië, op Grieksch
gebied, doch vlak bij ue Zuidslavische
grens, is 't zelfs een oud gebruik.
Op een hoogvlakte, aan alle kanten
door bergen omringd woont een volkje
dat een mengeling is van Serviërs en
Bulgaren. Zij leven een leven op zich
zelf en komen bijna nooit van hun pla»
teau vandaan. Ook komen nooit vrecm»
de bezoekers naar hen toe, omdat de
bergen haast ontoegankelijk zijn en
overal de dood in gapende kloven en
diepe ravijnen loert. Alleen de bcwo*
ners kennen den weg langs de smalle
bergpaden en de grootc wereldoorlog
ging ongemerkt aan dit volkje voorbij.
Nog nooit heeft zich een soldaat in
uniform in hun streek vertoond. Slechts
cén of twee keer per jaar gaan enkele
lieden naar het marktplantsje Kaöavar
om er vee. kaas en huiden te verkco»
pen en om zout en gereedschappen in
te slaan.
Zij maken hun klccrcn zelf. De vrou»
wen dragen witte gewaden, die tot aan
de enkels reiken. Deze gewaden zijn
met gebreide figuren versierd. Daar»
overheen hebben zij lederen jakken
aan. De mannen hebben eveneens
witte klccrcn, een soort van lange hem»
den. Zij dragen eng»sluitcndc broeken
van leder. Het hoofd wordt met een
klein kapje bedekt.
De vrouwen hebben geen hoofdbc»
dekking hoogstens af en toe een
shawl en hcur haren# zijn kort ge»
knipt. Deze haren vallen over het voor»
hoofd tot aan de wenkbrauwen en zij
zijn dus precies zoo gecoiffeerd sis de
beroemde Asta Nielsen!
Sedert eeuwen dragen de vrouwen
hier een „pagekop" en het gekste is,
dat de mannen daarentegen lange ha»
ren hebben. Doch zij scheren zich, zoo»
als liet een gentleman betaamt.
W. M. BEKAAR.
DE TECHNIEK VAN HET
ZWEMMEN.
Er bestond Vrijdagavond tamelijk'
veel belangstelling voor oe lezing, die
de heer S. 1'. J. Borsten in de grootc
zaal van Hotel Lion d'Or voor den
Haarlemschcn Zwembon-j hield over
het onderwerp: „De techniek van het
zwemmen".
Wegens de voortdurende ongesteld*
hcid van den voorzitter, den heer B.
J. Moolenaar, werd de bijeenkomst door
Dr. Huizinga met een enkel woord ge»
opend.
De heer Borsten sprak eerst over de
beoefening van de sport «foor de oude
Grieken en Romeinen, waarbij ook de
grootst mogelijke snelheid het doel was.
Komende op net nut v:.r de training
vestigde spreker er de aandacht op, dat
met een regelmatige training verras*
sende resultaten bereikt kunnen wor»
den. Daartoe wees hij op de voorbcel*
den van Weismuller. Arne Borg e.a.
Door serieuze en doelmatige training
as te Amsterdam bijvoorbeeld een
man van 42 jaar er nog m zeer korten
tijd in geslaagd, den Spaanschcn* en
crawslag te lecren.
Zoowel voor de zwemsters als voor
de zwemmers is het een dringende
isch, er voor te zorgen dal de lichame»
lijkc gesteldheid uitstekend in orde is,
orens men tot Je geregelde oefening
overgaat. Men moer mat;.; drinken en
eten en vooral gemakkelijk verteerbaar
voedsel tot zich nemen. Aicoholgcbruik
af te raden, r.ict alleen in dircctcn,
maar ook in indirecten vorm. Spreker
kent dames, die er niet tegen opzien,
om een half pond rumboonen achter
elkaar op te snoepen. Dit noemde hij
zeer afkeurenswaard. Ook het rooken
achtte hij u:t den oooze. /Ms men een
sobere leefwijze volgt, dan zal een goc»
de training een zeer nuttig effect heb*
ben.
Voor beginnelingen achtte hij het
een vcrcischte, met slagzwcmmcn to
beginnen, liefst onder leid.ng van een
trainer. Men zwemme in den beginne
vooral langzaam, maar ze,ver. Het is
beter, tien goede slagen te doen, dan
een heele baan verkeerd fes zwemmen.
Afjakkeren is nooit goed. Het tempo
moet langzaam worden opgevoerd, zoo»
dat men. als er reeds een baan afge»
iegd is, het gevoel moet hebben, nog
grooter snelheid te kunnen ontwikVe»
,er.
Een belang:ijKe zaak noemde spreker
ook het Heren van een goeden start,
waarbij hij veie goede wenken gaf, ooi
wat het keerpunt netreK. Er zijn wel
zwemmers, die vijf tot icven secon»
den noodï? hebben om te kecren. welk
tijdverlies tijdens een vsdstrijd n'et
meer in te halen is. Vooral bij het r'?g«
zwemmen is het ztak, om naar een
zeker punt in het bassin te blijven
kijken, want het b.uinhoudcn is een
kunst op zich zelf. Doet men da* .et,
dan komt men niet snel genoeg bij liet
keerpunt, dat altijd met twee handen
moet worden aangeraakt, wat vele
zwemmers nog niet doen.
Den crawlslag achtte hij Ien besten
slag. Over bet ontslaan daarvan deelde
de heer Borsten een'gc interessante bij*
derheden mede. Er zijn twee sooiter.
borstcrawislagcn, namelijk de
Australische en de Amer:kaa*.sche. Ven
de slagen gaf hij een u'f ococ u.'t*
eenzetting. Ook wa* de ademhaling hij
het zwemmen bctre't, gaf spreker zijn
mccning te kennen. De ademhaling
moet men lecren beheerschee.
Met de raadgeving, om vooral goed
de wenken van den trainer te volgen
dindigde spreker zijn rede, die met .p*
plaus beloond werd.
AMSTERDAM'S
BEGROOTING.
Ged. Staten van Noord»HolIand heb»
ben bezwaren geuit tegen de goedkeu*
ring van de Amstcrdamschc bcgrooting,
Ged. Staten mcencn dat het raadsbc*
sluit, om onder de ontvangsten een
bedrag te ramen van f 6.646.000 wegens
uitkecring uit reservefonds niet juist is.
Dan zijn ze van oordeel dat tusschen
de ontvangsten en de uitgaven van deze
begrooting het noodzakelijke evenwicht
niet bestaat, en dat deze op dien grond
niet voor goedkeuring vatbaar is.
Voorts mcencn zij niet te mogen ver»
zwijgen, dat zij zich na lezing der ver*
schillende stukken niet hebben kunnen
onttrekken aan den indruk, dat de
voorzichtigheid, die gedurende een
reeks van jaren het financieel beleid
van Amsterdam heeft gekenmerkt,
ccnigermatc dreigt te loor te gaan. En
vooral voor een gemeente, die, gelijk
Amsterdam, in een stadium van snelle
en ingrijpende ontwikkeling verkeert,
achten zij die voorzichtigheid in hooge
mate gcwenscht
B. en W. van Amsterdam daarer.te*
gen mcencn, dat aan de bezwaren van
Ged. Staten niet tegemoet moet wor*
den gekomen.
Prof. Dr. F. M. Th. Böhl, hoogleeraar aan de Groningsche Universiteit, deed
be'angryke opgravingen in Palestina. Maandag zal hij daarover een lezing houden in
de Universiteit te Amsterdam. Wij geven hier een fceeld van een Arabisch meisje uit
Sichem (waar de Prof. vooral werkte) naast een aldaar opgegraven kruik uit het
'jraëlietische tijdperk.