HAARLEM'S DAGBLAD DE WEDSTRIJD VAN CREMER. UIT ZUID-SLAVIë. ZATERDAG 26 MAART 1927 DERDE BLAD. Vrije Werkkring en Varia. HET TOONEEL. NJU. Ook bij deze tweede opvoering van Nju viel het mij op. hoe weinigen slechts dit stuk van Ossigs Dynow be» grepen, l.n dan 1c denken, dat het een nauwelijks twintig jarige was. die dc/e „dagelijkschc geschiedenis" zooais hij Nju noemde geschreven heeft. Na mijn uitvoerige kritiek, die ik in» dertijd over dit Russische stuk schreef en mijn inleiding voor deze tweede voorstelling in ons blad vanWoensdag, waarin ik de kern v n Niu meen te hebben gegeven, kan ik thans kort zijn Alleen slechts dit! Ik hoorde iemand na de voor: telling de opmerking maken, dat! dit stuk met zijn tien tafercclcn geen toonccl was. (.leen tooncel? „In anderhalf woord staat een tranche de vie overeind, waarover men in een roman een hoofdstuk vol zou kunnen schrijven en er ontbreekt niets aan", zoo las ik in een dramatische kroniek van Top Nacff over Nju! Mn dit is volkomen juist, Denken wij bijvoor* beeld aan dat! korte tweede tafereel, het gesprek tusschen Nju en haar man na het bal. Hoe prachtig, ja geniaal, is daar niet met enkele woorden heel de verhouding tusschen Nju en den man gctcckcnd. En hoe laat Dynow bijna zonder een enkel woord van Nju ons helder en klaar gevoelen, wat er op dat oogenblik in haar omgaat! Iilke zin van den man verwijdert! hem van haar en brengt Nju nader tot den dichter, dien zij dien avond heeft ontmoet. Welk een drama ook in het korte tafereel, wan neer de man Nju smeekt oin nog een beetje liefde en hij al zijn zijn smart' uitsnikt in dien venen wanhopigen uit* roep: „Ik ben toch maar een mensch!". Welk een schrijnend toonccltjc. dat korte gesprek van het kind door de telefoon, dat Dynow zoo meesterlijk laat afbreken, wanneer het kind in zijn onschuld verraadt, wie daar achter hem staat, hen ..tranche de vie", pijnlijk en fel. dat ons met geen woord te veel het! leed geeft van het verscheurde ge. Zin. Wij waren blijde Nju nog eens te mo» gen zien en thans onder zoo veel gun» Btiger omstandigheden dan 3 jaar gele» den, toen Verkade plotseling de rol van den dichter wegens ziekte van Johan d« Meester moest opnemen. En ook in een omgeving, waarin dit tecre drama, zoo vol van stemming, veel beter tot zijn recht kwam. Want Nju vraagt een intiem theater als de schouwburg aan den Jansweg. Dit is in de voorstelling van gisteren wel zeer duidelijk gcblc ken. Hoe veel heter dan vroeger kwam nu de opvoering tot haar rcch?. zelfs ondanks het gebrek aan inzicht van een klein doel van het publick dat zich nu cm dan lichtelijk storend openbaar» de. Het hinderlijkst was dit wel in die door Else Mauhs zoo ontroerend ge* speelde scène met! het portret, waarin toch do bedoeling van den schrijver ook •voor hen. tfic niet van alle begrip ver» stoken waren, duidelijk moest worden Nju's afscheid van haar illusie, van den dichter, zooals zij hem in haar liefste oogcnblikken had gedroomd. „Knappe jongen, je bent zoo dom! Ik heb je mijn ziel gegeven en je hebt haar niet genomen. Waarom niet?" Else Mauhs speelde liet zoo rag-lijn. dat Nju in al haar broze teerheid klaar en ontroerend voor ons stond. En nog waren er c"Le» Jen. die den dichter op dat «ogenblik niet verstonden. In dit tafereel had Else Mauln ook de bezwaren van een kecbindispositic. die haar in de vorige toon celen nu oit dan blijkbaar hinderde en waardoor zij zich niet zoo geven kon aÜ anders wat vooral in het vijfde tefcrccl uitkwam geheel overwon* Jjen. Van DaLsum speelde weer den man. in sommige momenten prachtig bc» hccrscht. in andere oogcnblikken in zijn smart'uitingcn echter sterk expan» sief. Dan hinderde soms even een te vcci. Waarlijk ontroerend was hij in zijn hulpeloos smecken om een weinig geluk bij N'ju'a bed! t De rol van den dichter is het m'nst dankbaar en eigenlijk het moeilijkst; omdat wij in dc/cn cgoïstischcn dichter toch ook Nju's ideaal moeten herken* nen. Den egoïst zagen wij wel. den kunstenaar echter minder. I'ollv Opdam gaf werkelijk de illusie ran een kind. In het toonccltjc aan de telefoon verraste zij door haar zuiveren, kinderlijken toon. Dat was heel. heel inooi! I'iuI Muf en Louise Kooiman wis» ten in het sfottoonccl wc! stemming te wekken. Alleen maakte de moeder den indruk van een heel andere „standing te zijn dan de vader. Het vrij talrijk publiek, dat de voor» stelling niet door applaus had onder» hroken. bracht? aan het slot. toen aan Else Mauhs een tak fraaie orchideeën werd aangeboden, zijn hulde aan de spelers. De directie van den schouwburg aan den Jansweg verdient onzen dank. J. B. SCHUIL. Bestond er bij niemand ccnigc twij* fel over de vcrecnigingen. welke de eerste en de laatste plaats bij den wed» strijd van Cremcr innamen, over de „miJdenmoot" zullen de opinies zeker meer verdeeld zijn geweest De jury heeft gemeend den tweeden prijs aan Vrije Werkkring te moeten toewijzen, maar het valt moeilijk te ontkennen, dat er in de opvoering van De Grond door Varia van Vlaanderen als geheel meer stemming zat. Het niet zeer ster* ke spel van den heer Van der Heul in de rol van Jobk Dost vooral in de dramatische hoogtepunten zal wel de voornaamste oorzaak zijn geweest, dat Varia den tweeden prijs ondanks het goede samenspel en de uitstekende regie ontging. De voorstelling van „Er zij Recht!" en door de jury en door het publiek meer gewaardeerd dan door mij. Het spel van de dames vond ik de zwakke :ijde van deze voorstelling in tegen» telling met de opvoering van Freule» ken, waarin de hccren juist het minst sterke deel van het ensemble uitmaak ten. Zelfs het spel van mevrouw Mölil» mann-Schippcr in de ml van Mirzcl Schmidt heb ik onmogelijk zoo kunnen appreciccren als de jury. Deze Mirzcl moet een courtisane zijn. in wier salons graven en baronnen de vaste gasten waren. Wanneer zij opkomt, moet zij als het ware den geur van Groot*Bcr» lijn op het toonccl met zich mede bren» gen. Haar verschijning moet uiterlijk een korte flonkering al is het dan ook van vaisch licht zijn. Ik stelde mij telkens voor hoe «en Lcopoldine Konstantin of Maria Orska en bij ons' een Carolina van Dommelen zoo'n rol zou spelen. De Mirzcl. die wij te zien kregen, was meer het vriendin» netje van chauffeurs en onderofficieren dan van den Bcrlijnschen adel en de magistratuur. Dit was het grootc te kort in de uitbeelding, waardoor z!i als bijrol bijvoorbeeld stond beneden Hen. riëtte in Freulekcn, een veel meer com plete uitbeelding. een Stinc in De Grond en zelfs beneden moeder R cauaet in Het zevende Gebod, die een Jordaansche was van haar voetzolen tot haar haarwortels. Wanneer wij een- maal de lagere trap van deze Mirzcl hebben geaccepteerd, moeten wij toe- geven dat mevrouw Möhlmann in die opvatting iets zeer goeds gaf. Qua spel was het ontegenzeggelijk technisch heel knap, vol leven en temperament en zij was zelfs uitmuntend en ontroc» rend in het gedeelte, wanneer /ij aan Of to vraagt: ..Weet jij. wat honger is?" De andere twee dames waren voor een wedstrijd beneden het middelma» tigc en ook Mr. Sneller was zóó onvol» doende, dat ik niet kon begrijpen, hoe er nog iemand in zijn omgeving ccnig ertrouwen in de welsprekendheid van dezen advocaat kon hebben. Dat des» ondanks aan „Vrije Werkkring" nog de tweede prijs werd toegekend, is ze* kcr te danken aan de hoogc waardcc» ring voor Mirzcl door de jury en het r het algemeen zeer goede in de rol van Mr. Wehmer zelfs voortrcffe* lijkc spel der hceren. „Er zij Recht!" werd over het algemeen door tic man» nen in goeden toon gespeeld. Mr. Bran» denburg Sr. van den heer Möhlmann een krachtige figuur en had uiter» lijk ook volkomen het strenge, autocra» tische, dat van dezen magistraat ver» wacht mocht worden. En Mr. Otto Brandenburg vond in den heer de Wil» de een sterk speler, die vooral in tic dramatische momenten tot zijn recht kwam. Alleen zou men gcwenscht heb» ben, dat hij in de uitingen van ncrvcu» zen angst wat meer nuance had mogen brengen. Ieder in de zaal zag onmid» dcllijk. wat er in dezen jongen man om» ging en men verwonderde er zich dan ook over. dat de magistraten op het toonccl zoo stekeblind waren. Maar verreweg het beste spel van dien avond gaf de heer Driest in de rol van Mr. Wehmer te zien. Die werkelijk vooral ook in zijn dictie voortreffelijk en zijn prijs als beste bijrol zal zeker niemand dezen uitstc» kenden speler misgunnen. Hoe wist hij van het lange verhaal in II niet iets boeiends te maken en. hoe 'iet Hij aldoor voelen, dat hij meer theoloog dan rechter was. Wettig deed het bij deze vereent» ging aan ook de kleinste bijrollen als de gevangenisbewaarder en de agent van politie zoo goed bezet te zien. Trouwens heel de opvocrin van ..Er zij Recht!" was goed verzorgd, hetgeen ook het zeer gunstige oordeel der jury verklaart. Toch vond ik als geheel de opvoc» ring van de ..De Grond" artistiek op hoogcr plan staan. Het is waar, dat de opvoering van De Grond van Varia te* Haarlem lang niet zoo goed was als die ik indertijd «Is lid van de jury te Utrecht van deze vcrceniging bij woonde, wat voornamelijk kwam door de veel zwakkere uitbeelding van Jobk Dost. De heer van der Heul stelde in deze rol te leur en bleef aan» merkelijk beneden van Hemert van Van Lenncp, die in de dramatische hoogtepunten veel sterker spel te zien gaf. Het type van Jobk Drost was onge» twijfeld goed getroffen en in de ge» wone momenten voldeed de heer Van der Heul dan ook zeer wel. Maar er was in zijn spel niet voldoende nuance, hij boeide wel in de krachtige momen» ten, waardoor dit toch al langdradige stuk velen hopeloos lang ging vallen. En ook hinderde in die dramatische sccncs zijn voortdurend naar boven starende blik, zoodat bet soms den in» druk maakte, alsof hij „in trance' speelde. Ware de rol van Jobk Dost sterker gespeeld geworden, dan zou Varia ze» kcr veel kans op een hoogeren prijs hebben gehad, want de bezetting van Martje, Douwe en Stic-ne liet weinig of niets te wcnschcn over. Zij gaven alle drie door hun knap beeldend spel zeer juist de sfeer van dit bocrenstuk weer. Dit trio zorgde voor stem» min», vooral door het still spel! Hoe leefde zij telkens met de handeling mee. ook als zij niet actief aan de actie hadden deel te ncrij hoe uitstekend, vulden zij «met hun spel elkander aan Men ziet dit zoo weinig van dilettanten, dat het niet ge. nocg geprezen kan worden en een woord van lof hiervoor aan den regis, sour, den heer Haus zeker op zijn piaats is. Door deze drie ongeveer ailcn even goed kregen wij een stuk lever, op het toonccl te zien. En zeer knap stond daar de dom; nc-e van den heer Moerman tegenover. Hij was volkomen de dorpspredikant. Met overtuiging en kracht werd deze predikant gespeeld! Voortreffelijk was ook zijn goede dictie, waarbij men het waardeerde, dat hij geen oogenblik in den preektoon verviel. De heer HüJ mann was /eer voldoende als Hinnc Kool. uiterlijk den ontvanger van een plattelandsgemeente goed weergevend. Alleen in zijn uitingen van wanhoop had men :n hem gaarne wat meer den ..acteur" gezien. Kaspcr Dok-ma het zwakst en speelde te veel „met schokken". Deze rol was indertijd bij Van Lennep veel beter bezet Haus* regie viel ook weer in deze opvoering te loven. Hoeveel werk de Vlaardingcrs van het stuk hebben ge* maakt, bleek wel uit het medege* brachtc decor met het aardige door» kijkje en de schuur achter de schut» ting. Over de Utrcchtschc Spoorweg» ambtenaren en Nut en Genoegen u't Amsterdam in mijn slotartikel pvcr dezen wedstrijd. J. B. SCHUIL. UITGAAN Gem. Concertzaal. Zondag komt het Groot»Toonccl een opvoering geven van het bekende too» ncclwcrk „Alleen op de wereld", naar het bekende boek van Hector Maltot. Dit stuk, dat in Haarlem in geen jaren is opgevoerd, heeft thans in de groote steden zulk een succes dat de directie an het Groot»Toonecl ook in Haarlem dit stuk zal opvoeren. De hoofdrollen zijn in goede handen, o.a. vervult de heer Joh. Langenaken de rol van Vitaüs. EEN ZWITSERSCHE „LANDRU". l'cgcn den moordenaar Kaufmann, bekend als de „Züriohcr Landru", die twee vrouwen vermoordde, na ze van haar spaarpenningen beroofd te heb» ben, is levenslange gevangenisstraf go» cischt. Het cene slachtoffer schoot hij in het hoofd, terwijl zij hem omhelsde, het andere terwijl hij met haar door een eenzaam bosch liep. Terwijl de lijken nog onbccravcn lagen. „vcrloofde"Kauf mann zich met 43 andere vrouwen. Kaufmann hoorde de door de recht* bank tegen hem ingebrachte beschul* digingen onbewogen aan en maakte nog grapjes tegen zijn bewaker. MGR. DR. W. H. NOLENS Mgr. Dr. W. H. Nolens ^iert beden zijn veertigjarig priesterschap en tevens zijn dertigjarig Staatsmanschap. JHR. VAN KAR NEBEEK Naar het Corr Bur. meldt, heeft de Koningin den minister van Buitenland* sche Zaken. jbr. Van Karncbcek, Vrij. dag in conferentie ontvangen. Een sinistere grap van de natuur: In een dorp in Bulgarije werd een kalf geboren met twee koppen, twee staarten, twee buiken en acht pooten. De arme moeder stierf. Maar de vreemde spruit bleef in leven. Het enorme Rohrbacb-vliegtuig, dat rijden, vliegen en varen kan, zien wij hier in Berlijn's straten op weg naar het station. Het zal naar Kopenhagen worden vervoerd voor de eerste vlucht KopenhagenLonden. (Van onzen Wccnschcn correspondent) Een griezelige, doch ware kattengeschiedenis! „Door de katten zul je sterven!" „Pagekop" een eeuwenoud gebruikEen zonderbare volksstam in de Macedonische bergen. Wccncn, Maart. Een griezelige geschiedenis, die u «enigszins zal doen denken aan de ijsc» lijkc verhalen van een Edgar All en Poe. Ik heb speciaal Poe's verhaal over het geheim van de Zwarte Kat op liet oog! Ook in deze geschiedenis speelt de kat een der voornaamste rollen, of liever gezegd; kattcn»in*hct»mccrvoud zijn de hoofdfiguren. De geschiedenis is bovendien écht gebeurd en het is dus Twee Ncv.-Yerk.cbe jonscd.mc., deden mee «an een wed.trüd in hel handen, loepen dv.r. door Broadway. De ge.ehiedeni. vermeld, niel hoe dere w„neuiniSe excentriciteit «Hiep, en of de xcnow.rt. er bij te p„ behoefde te k,men geen sprookje, dat ik u hier vertel. Buigt u aandachtig over Haarlem's Dagblad heen en bereid u op iets erg griezeligs voor. Leka Bodjomov was een man van ze» ventig jaar, die dezer dagen dood voor de deur van zijn huis in Basamisty, een plaatsje in Zuid»Slavic, werd gevonden. Zijn lichaam was met bloedige krabben bedekt en de arts constateerde, dat de man gestorven was tengevolge van bloedverlies. De bloedige krabben wa» ren afkomstig van kattennagels. Bodjomov was steeds een zonderling geweest. Dertig jaar geleden had hij zijn vrouw, die een erkende schoonheid was, weggejaagd, omdat hij haar van ontrouw beschuldigde. Sindsdien leefde hij alleen. Zijn vrouw had indertijd een kat bc» zeten, waar zij veel van hield. Bodjo» mov was jalocrsch op deze kat en hij beweerde steeds, dat zijn vrouw meer van dit dier hield, dan van hem. Zijn vrouw ontkende dat weliswaar, maar de man kon de kat luchten noch zien. Op zekeren dag ontstak hij in zulke woede over het dier, dat hij de kat op de gruwelijkste manier verminkte ik bespaar u hier de details en het dier doodde. De ontzette vrouw sprak toen een vloek over 't hoofd van haar echtgenoot uit en zei, dat katten eens zijn dood zouden zijn! Niet lang daarna verliet de vrouw het huis. Boljomov had nu alleen nog maar zijn duiven ik vergat u te vertellen, dat hij duiven bezat, die hij met groote liefde en toewijding verzorgdéü Hij waakte als een vader over hen. Wan» neer straatjongens met steencn naar zijn vogels wierpen, ranselde hij hen af en hij kwam daardoor een naar maal in aanraking met den rechter. Hij sprak bijna nooit met de andere inwoners van zijn dorp en hij leefde zeer teruggetrok» ken. Een paar jaar geleden betrapte hij een kat, die met een zijner duiden in haar bek over een schutting sprong. Tc» gen de oude vrouw, die hem steeds wijn bracht, zei hij, dat hij katten bc» schouwde als het zinnebeeld van val» sche vrouwen. En hij begon een regel» rechte jacht op deze dieren te maken, verminkte hen steeds op wreedaardige wijze en mishandelde hen zoo lang, tot zij dood waren. Ontelbare katten vielen onder zijn handen, men meent, dat hij in vier jaar tijds ongeveer zeshonderd katten heeft gedood. „Ik moet door je» lui sterven." zoo zei hij, „welaan, eerst zal ik zooveel mogelijk van jelui ras verdelgen!" Nu hebben de katten, alsof zij een samenzwering met elkaar op touw had» den gezet, wraak genomen en hun wrccden vijand op vreeselijke manier toegetakeld. Zij zijn werkelijk de ver» oorzakers van zijn dood geweest. De bewoners van het plaatsje zijn diep onder den indruk en beschouwen katten nu als een soort hoogerc wezens. En nu iets vroolijkersü De moderne vrouw, zonder onderscheid van jaren, heeft zich het haar kort laten knippen. Dit is echter in het geheel geen nieuwe uitvinding en in een bepaalde streek in 't Zuiden van Macedonië, op Grieksch gebied, doch vlak bij ue Zuidslavische grens, is 't zelfs een oud gebruik. Op een hoogvlakte, aan alle kanten door bergen omringd woont een volkje dat een mengeling is van Serviërs en Bulgaren. Zij leven een leven op zich zelf en komen bijna nooit van hun pla» teau vandaan. Ook komen nooit vrecm» de bezoekers naar hen toe, omdat de bergen haast ontoegankelijk zijn en overal de dood in gapende kloven en diepe ravijnen loert. Alleen de bcwo* ners kennen den weg langs de smalle bergpaden en de grootc wereldoorlog ging ongemerkt aan dit volkje voorbij. Nog nooit heeft zich een soldaat in uniform in hun streek vertoond. Slechts cén of twee keer per jaar gaan enkele lieden naar het marktplantsje Kaöavar om er vee. kaas en huiden te verkco» pen en om zout en gereedschappen in te slaan. Zij maken hun klccrcn zelf. De vrou» wen dragen witte gewaden, die tot aan de enkels reiken. Deze gewaden zijn met gebreide figuren versierd. Daar» overheen hebben zij lederen jakken aan. De mannen hebben eveneens witte klccrcn, een soort van lange hem» den. Zij dragen eng»sluitcndc broeken van leder. Het hoofd wordt met een klein kapje bedekt. De vrouwen hebben geen hoofdbc» dekking hoogstens af en toe een shawl en hcur haren# zijn kort ge» knipt. Deze haren vallen over het voor» hoofd tot aan de wenkbrauwen en zij zijn dus precies zoo gecoiffeerd sis de beroemde Asta Nielsen! Sedert eeuwen dragen de vrouwen hier een „pagekop" en het gekste is, dat de mannen daarentegen lange ha» ren hebben. Doch zij scheren zich, zoo» als liet een gentleman betaamt. W. M. BEKAAR. DE TECHNIEK VAN HET ZWEMMEN. Er bestond Vrijdagavond tamelijk' veel belangstelling voor oe lezing, die de heer S. 1'. J. Borsten in de grootc zaal van Hotel Lion d'Or voor den Haarlemschcn Zwembon-j hield over het onderwerp: „De techniek van het zwemmen". Wegens de voortdurende ongesteld* hcid van den voorzitter, den heer B. J. Moolenaar, werd de bijeenkomst door Dr. Huizinga met een enkel woord ge» opend. De heer Borsten sprak eerst over de beoefening van de sport «foor de oude Grieken en Romeinen, waarbij ook de grootst mogelijke snelheid het doel was. Komende op net nut v:.r de training vestigde spreker er de aandacht op, dat met een regelmatige training verras* sende resultaten bereikt kunnen wor» den. Daartoe wees hij op de voorbcel* den van Weismuller. Arne Borg e.a. Door serieuze en doelmatige training as te Amsterdam bijvoorbeeld een man van 42 jaar er nog m zeer korten tijd in geslaagd, den Spaanschcn* en crawslag te lecren. Zoowel voor de zwemsters als voor de zwemmers is het een dringende isch, er voor te zorgen dal de lichame» lijkc gesteldheid uitstekend in orde is, orens men tot Je geregelde oefening overgaat. Men moer mat;.; drinken en eten en vooral gemakkelijk verteerbaar voedsel tot zich nemen. Aicoholgcbruik af te raden, r.ict alleen in dircctcn, maar ook in indirecten vorm. Spreker kent dames, die er niet tegen opzien, om een half pond rumboonen achter elkaar op te snoepen. Dit noemde hij zeer afkeurenswaard. Ook het rooken achtte hij u:t den oooze. /Ms men een sobere leefwijze volgt, dan zal een goc» de training een zeer nuttig effect heb* ben. Voor beginnelingen achtte hij het een vcrcischte, met slagzwcmmcn to beginnen, liefst onder leid.ng van een trainer. Men zwemme in den beginne vooral langzaam, maar ze,ver. Het is beter, tien goede slagen te doen, dan een heele baan verkeerd fes zwemmen. Afjakkeren is nooit goed. Het tempo moet langzaam worden opgevoerd, zoo» dat men. als er reeds een baan afge» iegd is, het gevoel moet hebben, nog grooter snelheid te kunnen ontwikVe» ,er. Een belang:ijKe zaak noemde spreker ook het Heren van een goeden start, waarbij hij veie goede wenken gaf, ooi wat het keerpunt netreK. Er zijn wel zwemmers, die vijf tot icven secon» den noodï? hebben om te kecren. welk tijdverlies tijdens een vsdstrijd n'et meer in te halen is. Vooral bij het r'?g« zwemmen is het ztak, om naar een zeker punt in het bassin te blijven kijken, want het b.uinhoudcn is een kunst op zich zelf. Doet men da* .et, dan komt men niet snel genoeg bij liet keerpunt, dat altijd met twee handen moet worden aangeraakt, wat vele zwemmers nog niet doen. Den crawlslag achtte hij Ien besten slag. Over bet ontslaan daarvan deelde de heer Borsten een'gc interessante bij* derheden mede. Er zijn twee sooiter. borstcrawislagcn, namelijk de Australische en de Amer:kaa*.sche. Ven de slagen gaf hij een u'f ococ u.'t* eenzetting. Ook wa* de ademhaling hij het zwemmen bctre't, gaf spreker zijn mccning te kennen. De ademhaling moet men lecren beheerschee. Met de raadgeving, om vooral goed de wenken van den trainer te volgen dindigde spreker zijn rede, die met .p* plaus beloond werd. AMSTERDAM'S BEGROOTING. Ged. Staten van Noord»HolIand heb» ben bezwaren geuit tegen de goedkeu* ring van de Amstcrdamschc bcgrooting, Ged. Staten mcencn dat het raadsbc* sluit, om onder de ontvangsten een bedrag te ramen van f 6.646.000 wegens uitkecring uit reservefonds niet juist is. Dan zijn ze van oordeel dat tusschen de ontvangsten en de uitgaven van deze begrooting het noodzakelijke evenwicht niet bestaat, en dat deze op dien grond niet voor goedkeuring vatbaar is. Voorts mcencn zij niet te mogen ver» zwijgen, dat zij zich na lezing der ver* schillende stukken niet hebben kunnen onttrekken aan den indruk, dat de voorzichtigheid, die gedurende een reeks van jaren het financieel beleid van Amsterdam heeft gekenmerkt, ccnigermatc dreigt te loor te gaan. En vooral voor een gemeente, die, gelijk Amsterdam, in een stadium van snelle en ingrijpende ontwikkeling verkeert, achten zij die voorzichtigheid in hooge mate gcwenscht B. en W. van Amsterdam daarer.te* gen mcencn, dat aan de bezwaren van Ged. Staten niet tegemoet moet wor* den gekomen. Prof. Dr. F. M. Th. Böhl, hoogleeraar aan de Groningsche Universiteit, deed be'angryke opgravingen in Palestina. Maandag zal hij daarover een lezing houden in de Universiteit te Amsterdam. Wij geven hier een fceeld van een Arabisch meisje uit Sichem (waar de Prof. vooral werkte) naast een aldaar opgegraven kruik uit het 'jraëlietische tijdperk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1927 | | pagina 9